Etaamb.openjustice.be
Wet van 16 juli 2001
gepubliceerd op 20 juli 2001

Wet tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (1)

bron
ministerie van economische zaken
numac
2001011319
pub.
20/07/2001
prom.
16/07/2001
ELI
eli/wet/2001/07/16/2001011319/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JULI 2001. - Wet tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden « druk van 760 millimeter kwikkolom » vervangen door de woorden « absolute druk van 1,01325 bar.»; 2° er wordt een 7°bis ingevoegd, luidende : « 7°bis « doorvoer » : de handeling met betrekking tot het vervoer van aardgas zonder distributie of levering van aardgas op het Belgisch grondgebied;»; 3° er wordt een 12°bis ingevoegd, luidende : « 12°bis « gasdistributie-installaties » : de leidingen, de opslagmiddelen, de gebouwen, de machines en, in het algemeen, alle toestellen die nodig zijn voor de aardgasdistributie.»

Art. 3.In artikel 2, § 2, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 29 april 1999, wordt het woord « gas » vervangen door het woord « aardgas » en het woord « gasafname » door het woord « aardgasafname ».

Art. 4.In artikel 15/3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt, in de Nederlandse tekst, het woord « geregelde » vervangen door het woord « gebruikelijke ».

Art. 5.In artikel 15/5 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « op basis van vrijwillige commerciële overeenkomsten met de betrokken vervoersonderneming » vervangen door de woorden « op basis van de tarieven, vastgesteld overeenkomstig § 2 »;2° in § 1 wordt de tweede volzin vervangen als volgt : « Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen betreffende de gereglementeerde tarieven, wordt over de toegang tot het vervoersnet te goeder trouw onderhandeld.»; 3° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De vervoersonderneming legt elk jaar de tarieven voor de aansluiting op en het gebruik van het vervoersnet dat zij exploiteert, alsook de tarieven voor ondersteunende diensten, ter goedkeuring voor aan de Commissie. Deze tarieven dienen te worden vastgesteld met inachtneming van de richtsnoeren, bepaald in het tweede lid, en van de algemene tariefstructuur, door de Koning bepaald, op voorstel van de Commissie.

De tarieven, bedoeld in het eerste lid, moeten aan de volgende richtsnoeren beantwoorden : 1° zij zijn niet-discriminerend en transparant;2° zij worden bepaald in functie van de kosten en maken het de vervoersonderneming mogelijk om alle reële kosten te dekken die toerekenbaar zijn aan de taken bedoeld in de artikelen 15/1, 1°, en 15/2;3° zij houden een billijke winstmarge in ter vergoeding van het kapitaal geïnvesteerd in het transmissienet om de optimale werking ervan op lange termijn te waarborgen;4° in de mate van het mogelijke beogen zij het gebruik van de capaciteit van het vervoersnet te optimaliseren;5° zij zijn op voldoende wijze gesplitst, inzonderheid : a) in functie van de gebruiksvoorwaarden en -regels van het vervoersnet;b) wat de ondersteunende diensten betreft;c) wat de eventuele toeslagen voor openbare dienstverplichtingen betreft;6° de tariefstructuren houden rekening met de gereserveerde capaciteit die nodig is om de dienstverlening van het transport te waarborgen. Na advies van de Commissie stelt de Koning de regels vast inzake : 1° de procedure voor de voorlegging en goedkeuring van tarieven ter uitvoering van het eerste lid;2° de bekendmaking van de tarieven bedoeld in het eerste lid;3° de verslagen en de gegevens die de vervoersonderneming aan de Commissie moet verstrekken met het oog op haar controle van deze tarieven;4° de basisprincipes die de vervoersonderneming moet toepassen voor de boekhoudkundige verwerking van de kosten;5° de doelstellingen die de vervoersonderneming moet nastreven inzake kostenbeheersing. Na overleg met de Gewestregeringen, kan de Koning, op de voorwaarden die Hij bepaalt, het toepassingsgebied van het eerste tot het derde lid uitbreiden tot de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, alsook tot de tarieven van de ondersteunende diensten, geleverd door de distributie-ondernemingen. »; 4° in § 3, 6°, worden de woorden « gasvervoer » en « gas » vervangen door de woorden « aardgasvervoer » en « aardgas »;5° in § 3, 7°, worden de woorden « inzake onderhandelingen over toegang » vervangen door de woorden « voor de toegang »;6° in § 3, 8°, vervallen de woorden « tarificatie en »;7° in § 4 wordt het woord « gas » vervangen door het woord « aardgas ».

Art. 6.In artikel 15/6 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, eerste lid, worden de woorden « , ondernemingen die elektriciteit produceren via warmtekrachtkoppeling en ondernemingen die hoofdzakelijk voor eigen gebruik elektriciteit produceren » ingevoegd tussen de woorden « De producenten van elektriciteit » en « komen in aanmerking »;2° in § 2 worden het tweede lid en het derde lid opgeheven;3° § 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « De in het eerste lid bedoelde verbruiksdrempel wordt vanaf 31 december 2000 verlaagd tot 5 miljoen m3 per jaar per verbruikslocatie.»; 4° in § 3, derde lid, wordt het getal « 2010 » vervangen door het getal « 2006 »;5° § 3 wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt : « Rekening houdend met de evolutie van de liberalisering van de gasmarkt in andere Lidstaten van de Europese Unie, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de Commissie, de verbruiksdrempel, bepaald in het tweede lid verlagen en de datum, bepaald in het derde lid, vervroegen.»; 6° § 4, tweede lid, wordt vervangen door het volgende lid : « De distributieondernemingen komen integraal in aanmerking vanaf 1 oktober 2006.»

Art. 7.In artikel 15/11 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt een 3° ingevoegd, luidende : « 3° een fonds oprichten, onder beheer van de Commissie, dat : a) de volledige of een deel van de reële netto-kosten van de openbare dienstverplichtingen bedoeld in het 1° en het 2° ten laste neemt, voor zover deze kosten een onbillijke last zou vertegenwoordigen voor de ondernemingen die tot deze verplichtingen gehouden zijn.In voorkomend geval wordt de berekening van de kosten bedoeld in 3°, a), door elke betrokken onderneming gedaan, overeenkomstig de door de Commissie opgestelde methodologie, en door deze laatste geverifieerd; b) wordt gefinancierd door de houders van een leveringsvergunning, bedoeld in artikel 15/3, door middel van heffingen, uitgevoerd in het kader van de hiervoor vermelde leveringsvergunning, op de hoeveelheden, uitgedrukt in energie-eenheden, geleverd aan alle of aan objectief bepaalde categorieën van aardgasverbruikers, volgens de nadere regels bepaald door hetzelfde besluit. Elk besluit dat krachtens 3°, b), wordt vastgesteld, wordt geacht nooit uitwerking te hebben gehad indien het niet bij wet is bekrachtigd binnen de zes maanden na de datum van zijn inwerkingtreding. »

Art. 8.In artikel 15/12, §§ 2 en 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt het woord « gassector » telkens vervangen door het woord « aardgassector ».

Art. 9.In artikel 15/14 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, eerste lid en tweede lid, 2°, wordt het woord « gasmarkt » vervangen door het woord « aardgasmarkt »;2° § 2, tweede lid, 4°, wordt vervangen als volgt : « 4° in samenwerking met het Bestuur Energie van het federaal Ministerie van Economische Zaken, de aanvragen voor de toekenning van de leveringsvergunningen krachtens artikel 15/3 onderzoeken en controle uitoefenen op de naleving van de voorwaarden van deze vergunningen;een advies verstrekken aan dit bestuur over de aanvragen voor de toekenning van de vervoervergunningen krachtens artikel 3; »; 3° in § 2, tweede lid, 6°, worden de woorden « met uitzondering van de tarieven bedoeld in artikel 15/5, § 2, » ingevoegd tussen de woorden « tot de vervoernetten goedkeuren » en de woorden « en de toepassing ervan... »; 4° in § 2, tweede lid, 9°, wordt het woord « gassector » vervangen door het woord « aardgassector »;5° in § 2, tweede lid, 9°, wordt het woord « doorvoer » ingevoegd tussen de woorden « van vervoer, » en de woorden « distributie en opslag van aardgas.»; 6° in § 2, tweede lid, wordt een 9°bis ingevoegd, luidende : « 9°bis de tarieven, bedoeld in artikel 15/5, § 2, eerste lid, goedkeuren en de toepassing ervan door de vervoersondernemingen in hun respectieve netten controleren;»; 7° in § 2, tweede lid, 11°, wordt het woord « gasmarkt » vervangen door het woord « aardgasmarkt »;8° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « De Commissie brengt haar adviezen en voorstellen uit binnen veertig kalenderdagen na het verzoek ertoe, behalve wanneer de minister een langere termijn verleent.De minister kan een kortere termijn voorzien voor adviezen aangevraagd in het kader van artikel 23. »; 9° in uitvoering van § 2, tweede lid, wordt artikel 15/14 aangevuld met de volgende paragraaf : « § 4.In het kader van de uitvoering van de taken die haar zijn toegewezen ter uitvoering van § 2, tweede lid, 4°, 6°, 7°, 8°, 9°, 9°bis en 11°, kan de Voorzitter van het directiecomité van de Commissie de bijstand vorderen van de ambtenaren van het Bestuur Energie en van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken, die aangewezen zijn overeenkomstig artikel 18, vijfde lid. »

Art. 10.In artikel 15/15 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, 2°, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt het cijfer « 9°bis » ingevoegd tussen de cijfers « 9° » en « 10° »;2° in § 3 en § 4, wordt het woord « gasmarkt » vervangen door het woord « aardgasmarkt ».

Art. 11.In artikel 15/16, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt het woord « gasondernemingen » telkens vervangen door het woord « aardgasondernemingen ».

Art. 12.Artikel 15/17 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 15/17.Op de bemiddelings- en arbitragedienst, ingericht door de Commissie, ter uitvoering van artikel 28 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, kan een beroep worden gedaan voor geschillen betreffende vervoers- en leveringsaangelegenheden. Deze geschillen kunnen met name de toegang tot de vervoersnetten of de upstreaminstallaties of de toepassing van de gedragscode en de tarieven, bedoeld in artikel 15/5, § 2, betreffen. »

Art. 13.In artikel 18 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid, dat het vierde lid wordt, worden twee nieuwe leden ingevoegd : « De in het eerste lid bedoelde ambtenaren kunnen : 1° gebouwen, werkplaatsen en hun aanhorigheden tijdens de openings- of werkuren betreden, waneer zulks voor de uitoefening van hun opdracht noodzakelijk is;2° alle dienstige vaststellingen doen, zich documenten, stukken, boeken en voorwerpen die bij de opsporing en vaststelling nodig zijn, doen vertonen en die in beslag nemen. Wanneer deze handelingen de kenmerken van een huiszoeking vertonen, mogen ze door de in het eerste lid bedoelde ambtenaren enkel worden gesteld met machtiging van de onderzoeksrechter of de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die daartoe bij verzoekschrift is aangezocht. »; 2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende : « De Koning wijst de ambtenaren aan die belast zijn met de administratieve controle op de naleving van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten.»

Art. 14.In artikel 20/2, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt het woord « gasmarkt » vervangen door het woord « aardgasmarkt »

Art. 15.Het koninklijk besluit van 18 januari 2001 betreffende het voorlopige systeem tot dekking van de werkingskosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) wordt bekrachtigd met ingang van 2 februari 2001, de dag van zijn inwerkingtreding.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 16 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2001. Kamer.

Gedrukte stukken. - Wetsontwerp, 50 1242/1. - Amendementen, 50 1242/2. - Verslag, 50 1242/3. - Tekst aangenomen door de commissie, 50 1242/4. - Wetsontwerp aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 50 1242/5.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Zitting van 14 juni 2001.

Senaat.

Gedrukte stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, 2-784/1. - Verslag namens de commissie, 2-784/2. - Tekst verbeterd door de commissie en aangenomen in plenaire vergadering, 2-784/3.

^