Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 januari 2012
gepubliceerd op 11 januari 2012

Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2011011466
pub.
11/01/2012
prom.
08/01/2012
ELI
eli/wet/2012/01/08/2011011466/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

8 JANUARI 2012. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Zij voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG, alsook van de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG. Zij voorziet ook in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

Art. 2.In artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd bij de wet van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : « 4° « hernieuwbare energiebronnen » : de hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen (wind, zon, geothermische warmte, golfslag, getij, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van afvalwaterzuiveringsinstallaties en biogassen);»; 2° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : « 6° « transmissie » : transmissie van elektriciteit langs het gekoppeld extra hoogspannings- en hoogspanningsnet, met het oog op de belevering van eindafnemers of distributienetbeheerders, de levering zelf niet inbegrepen;»; 3° de bepaling onder punt 7° wordt vervangen als volgt : « 7° « transmissienet » : het nationaal gekoppeld extra hoogspannings- en hoogspanningsnet voor elektriciteit dat, met het oog op de belevering van eindafnemers of distributienetbeheerders, de levering zelf niet inbegrepen, de bovengrondse lijnen, ondergrondse kabels en installaties omvat die dienen voor de transmissie van elektriciteit van land tot land die door een interconnector verbonden zijn, de transmissie van elektriciteit uitgewisseld door de producenten, de eindegebruikers en de distributienetbeheerders die in België zijn gevestigd en voor de transmissie van elektriciteit uitgewisseld op het net dat gelegen is in de zeegebieden waarover België zijn jurisdictie kan uitoefenen, evenals voor de interconnector tussen elektriciteitscentrales en tussen elektriciteitsnetten;»; 4° in de bepaling onder punt 7° bis wordt in de Nederlandstalige versie het woord « koppellijnen » vervangen door het woord « interconnector »;5° de bepalingen onder punten 10° en 11° worden vervangen als volgt : « 10° « distributie » : de transmissie van elektriciteit langs hoog-, midden- en laagspanningsdistributienetten met het oog op de levering aan afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;11° « distributienetbeheerder » : een door de bevoegde gewestelijke overheid aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de exploitatie, het onderhoud en, indien noodzakelijk, de ontwikkeling van het distributienet in een bepaalde zone en, desgevallend, voor zijn interconnectoren met andere netten en die belast is met het garanderen van het vermogen op lange termijn van het net om tegemoet te komen aan een redelijke vraag aan elektriciteitsdistributie;»; 6° de bepaling onder punt 13° wordt vervangen als volgt : « 13° « afnemer » : elke eindafnemer, tussenpersoon of distributienetbeheerder.Elke eindafnemer is een in aanmerking komende afnemer; »; 7° in punt 15° wordt het woord « distributeur » vervangen door het woord « distributienetbeheerder »;8° in punt 15° ter worden de woorden « en die de commerciële, technische of onderhoudsopdrachten die aan deze werkzaamheden verbonden zijn verzekert » ingelast tussen de woorden « levert of aankoopt of meerdere van deze werkzaamheden uitoefent » en de woorden « , behalve eindafnemers »;9° er wordt na het punt 15° ter een nieuw punt 15° quater ingevoegd, luidende : « 15° quater « levering » : de verkoop, met inbegrip van de doorverkoop van elektriciteit aan afnemers;»; 10° in de bepaling onder punt 16° wordt het woord « distributeur » vervangen door het woord « distributienetbeheerder »;11° tussen de punten 16° en 17° worden de bepalingen onder 16° bis, 16° ter, 16° quater en 16° quinquies ingevoegd, luidende : « 16° bis « huishoudelijke afnemer » : een afnemer die elektriciteit koopt voor zijn eigen huishoudelijk gebruik met uitsluiting van commerciële of professionele activiteiten;16° ter « niet-huishoudelijke afnemer » : een natuurlijke persoon of rechtspersoon, met inbegrip van een producent of een tussenpersoon, die elektriciteit koopt die niet voor eigen huishoudelijk gebruik is bestemd;16° quater « beschermde huishoudelijke afnemer » : een eindafnemer met een bescheiden inkomen of die zich in een onzekere toestand bevindt, zoals bepaald bij artikel 4 van de programmawet van 27 april 2007 en die de bescherming geniet van artikel 20, § 2;16° quinquies « kwetsbare afnemer » : elke beschermde huishoudelijke afnemer in de zin van punt 16° quater, evenals elke eindafnemer die door de Gewesten als kwetsbaar wordt beschouwd;»; 12° de bepaling onder 17° wordt vervangen als volgt : « 17° « directe lijn » : een elektriciteitslijn die een nominale spanning heeft van meer dan 70 kV en die een geïsoleerde productielocatie met een geïsoleerde afnemer verbindt of een elektriciteitslijn die een elektriciteitsproducent en een elektriciteitsleverancier met elkaar verbindt om hun eigen vestigingen, dochterbedrijven en in aanmerking komende afnemers direct te bevoorraden;»; 13° punt 19° wordt opgeheven;14° punt 20° wordt aangevuld met de woorden « alsook elke geassocieerde onderneming in de zin van artikel 12 van het Wetboek van vennootschappen »;15° in de Nederlandse versie van punt 20° bis wordt het woord « netbeheerder » vervangen door het woord « eigenaar »;15° de bepaling onder punt 24° wordt vervangen als volgt : « 24° « Richtlijn 2009/72/EG » : de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG;»; 17° tussen het punt 24° en het punt 25° worden de punten 24° bis tot 24quinquies ingevoegd, luidende : « 24° bis « Verordening (EG) nr.714/2009 » : Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003; 24° ter « Verordening (EG) nr.713/2009 » : Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators; 24° quater « ACER » : het agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators opgericht door Verordening (EG) nr.713/2009; 24° quinquies « Richtlijn 2009/28/EG » : Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG;»; 18° de bepaling onder punt 27° wordt vervangen als volgt : « 27° « energie-efficiëntie en/of vraagzijdebeheer » : een algemene of geïntegreerde aanpak die erop gericht is de omvang en de timing van het elektriciteitsverbruik te beïnvloeden teneinde het primaire energieverbruik en piekbelastingen te verminderen door voorrang te geven aan investeringen in energie-efficiëntie bevorderende maatregelen of andere maatregelen, zoals onderbreekbare leveringscontracten, eerder dan aan investeringen om de productiecapaciteit te verhogen, indien de eerstgenoemde maatregelen de doelmatigste en meest economische optie vormen, mede gelet op het positieve milieueffect van een lager energieverbruik en de daarmee verband houdende aspecten met betrekking tot de bevoorradingszekerheid en de distributiekosten;»; 19° in de bepaling onder punt 30° wordt het woord « distributeur » vervangen door het woord « distributie netbeheerder »;20° de punten 31° tot 34° worden opgeheven;21° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder de punten 41° tot 50°, luidende : « 41° « gesloten industrieel net » : een net binnen een geografisch afgebakende industriële of commerciële locatie of een locatie met gedeelde diensten dat in de eerste plaats bestemd is om eindafnemers te bedienen die op deze site zijn gevestigd, dat geen huishoudelijke afnemers van elektriciteit bevoorraadt en waarin : a) om specifieke technische en veiligheidsredenen, de werking of het productieproces van de gebruikers van dit net is geïntegreerd;of b) de elektriciteit in hoofdzaak aan de eigenaar of de beheerder van het gesloten industriële net of aan de daarmee verwante bedrijven wordt geleverd;42° « tractienet spoor » : elektrische installaties van de spoorweginfrastructuurbeheerder die nodig zijn voor de uitbating van het spoorwegnet, waaronder installaties voor het transformeren en overbrengen van elektrische stroom ten behoeve van de diensten van tractie, veiligheid, seinwezen, telecommunicatie, wissels en verlichting, onderstations en bovenleidingen;43° « gesloten industrieel netbeheerder » : natuurlijke of rechtspersoon, die eigenaar is van een gesloten industrieel net, of die beschikt over een gebruiksrecht op een dergelijk net;44° « gebruiker van een gesloten industrieel net » : een eindafnemer aangesloten op een gesloten industrieel net;45° « ondersteunende dienst » : een dienst die nodig is voor de exploitatie van een transmissie- of distributienet;46° « aanbestedingsprocedure » : procedure waarbij in geplande nieuwe behoeften en vervangingscapaciteit wordt voorzien door leveringen uit nieuwe of bestaande productie-installaties;47° « elektriciteitsderivaat » : een financieel instrument, als bedoeld in de bepalingen die de punten 5, 6 en 7 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad omzetten, wanneer het genoemde instrument betrekking heeft op elektriciteit;48° « niet-geprogrammeerde tijdelijke of definitieve buitenwerkingstelling » : de tijdelijke of definitieve buitenwerkingstelling die niet geprogrammeerd was in het ontwikkelingsplan zoals bedoeld in artikel 13 van een installatie voor elektriciteitsproductie en die niet het gevolg is van een ongeval, die de wederinwerkingstelling van deze installatie na een termijn van driemaal de tijd van een groot onderhoud verhindert;49° « variabele energieprijs » : de prijs van de energiecomponent binnen een variabel contract die de leverancier aanrekent aan huishoudelijke eindafnemers en kmo's en die met regelmatige tussenpozen geïndexeerd wordt op basis van een contractueel overeengekomen indexeringsformule (exclusief nettarieven, taksen en heffingen);50° « KMO » : de eindafnemers met een jaarlijks verbruik van minder dan 50 MWh elektriciteit en minder dan 100 MWh gas voor het geheel, per eindafnemer, van hun toegangspunten op het transmissie-/transportnet en/of distributienet.».

Art. 3.In artikel 3 van dezelfde wet, laatst vervangen bj de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid aangevuld met de woorden « en in overleg met de commissie »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « , de commissie » opgeheven;3° in § 1 wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin : « De Algemene Directie Energie kan de representatieve spelers van de elektriciteitsmarkt raadplegen.»; 4° paragraaf 1 wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende : « De Algemene Directie Energie stelt om de twee jaar, in samenwerking met het Federaal Planbureau en in overleg met de commissie, een aanvullend verslag op over de opvolging van de bevoorradingszekerheid waarin het resultaat van de opvolging van deze vragen worden voorgesteld evenals elke maatregel die genomen wordt of in dit verband overwogen wordt.Dit verslag wordt ten laatste op 31 juli gepubliceerd en wordt onmiddellijk aan de Europese Commissie medegedeeld. »; 5° in § 2, 1°, worden de woorden « en van het aanbod van » ingelast tussen de woorden « van de vraag naar » en « elektriciteit op middellange en lange termijn »;6° in § 2, 1°, worden de woorden « aan productiemiddelen » vervangen door de woorden « aan nieuwe middelen »;7° paragraaf 2, 2° wordt aangevuld met de woorden « om rekening te houden met de internationale verbintenissen van België inzake de beperking van emissies en de energieproductie uit hernieuwbare bronnen;»; 8° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende : « 5° ze formuleert de aanbevelingen op basis van de vaststellingen die gemaakt zijn bij § 2, 1° tot 4°.De netbeheerder houdt rekening met deze aanbevelingen wanneer hij zijn in artikel 13 bedoelde ontwikkelingsplan opstelt; 6° zij analyseert de opportuniteit om gebruik te maken van de bij artikel 5 voorziene aanbestedingsprocedure.»; 9° in § 3 wordt de eerste zin aangevuld met de woorden « alsook aan de Europese Commissie ».

Art. 4.In artikel 4 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 wordt punt 3° aangevuld met de woorden « , de bijdrage van de productiecapaciteit aan de verwezenlijking van de algemene doelstelling van de Europese Unie die bepaald is bij Richtlijn 2009/28/EG, evenals de bijdrage van de productiecapaciteit aan de vermindering van de emissies »;2° in § 2, punt 4°, wordt het woord « , economische » ingevoegd tussen de woorden « zijn technische » en de woorden « en financiële capaciteit »;3° in § 2 wordt punt 5° vervangen als volgt : « 5° openbare dienstverplichtingen, onder andere inzake regelmaat en kwaliteit van elektriciteitsleveringen;»; 4° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder de punten 6° en 7°, luidende : « 6° de bescherming van de volksgezondheid en de openbare veiligheid;7° het vermogen van de installatie om deel te nemen aan de automatische ondersteunende diensten voor de primaire regeling van de frequentie en de secundaire automatische regeling van het evenwicht van de Belgische regelzone.»; 5° paragraaf 3 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende : « 4° de procedures die moeten worden gevolgd in geval van overdracht van productie-installaties die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn gebouwd en in gebruik gesteld of in geval van controlewijziging, fusie of splitsing van de eigenaars van productie-installaties die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn gebouwd en in gebruik gesteld.»; 6° het artikel wordt aangevuld met een § 5, luidende : « § 5.Voor de nieuwe productie-installaties waarvan de productievergunninghouder in het voorgaande jaar, alleen of met de installaties van vennootschappen die met hem zijn verbonden, niet meer dan 5 % van de totale productie in de Belgische regelzone heeft geproduceerd, en voor zover zij niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 7 of van gelijkwaardige gewestelijke mechanismes voor de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling, is de prijs voor de compensatie van kwartuuronevenwichten kleiner dan 125 MWh, gebaseerd op de benoemingen, gelijk aan de marktreferentieprijs, waarop een correctiefactor wordt toegepast voor de eerste vijfenzeventig dagen van injectie op het net zoals geprogrammeerd door de houder van de productievergunning en genomineerd aan de netbeheerder. Deze correctiefactor wordt vastgesteld door de commissie bij toepassing van artikel 12 teneinde de nieuwe installaties bedoeld in dit lid te bevorderen. Bij wijze van overgangsmaatregel, totdat de commissie voornoemde correctiefactor vaststelt, stemt deze laatste factor overeen met de minimale tarifaire boete zoals vastgesteld door de commissie bij toepassing van artikel 12. Voor 2011 zal deze maatregel uitwerking hebben ongeacht de datum van de eerste injectie van de nieuwe productie-installatie op het net gedurende dit jaar. ».

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : «

Art. 4bis.§ 1. Teneinde de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit alsook de veiligheid van het net te waarborgen, wordt de in het ontwikkelingsplan zoals bedoeld in artikel 13 niet-geprogrammeerde definitieve of tijdelijke buitenwerkingstelling van een installatie voor elektriciteitsproductie onderworpen aan een voorafgaande informatieplicht aan de minister, aan de commissie en aan de netbeheerder vijftien maanden vóór de ingangsdatum van de definitieve of tijdelijke buitenwerkingstelling. De voorafgaande informatieplicht voor de buitenwerkingstelling is vereist voor elke installatie voor elektriciteitsproductie,ongeacht of die een voorafgaande individuele vergunning overeenkomstig artikel 4 al dan niet heeft gekregen. § 2. Na advies van de commissie en de netbeheerder, kan de Koning, bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in § 1 bedoelde procedure van de voorafgaande informatie bepalen, onder andere wat betreft de vorm van de informatie en de wijze waarop deze wordt verstrekt. ».

Art. 6.In artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° het niet afgestemd zijn van het productiepark op de ontwikkeling van de elektriciteitsvraag op middellange en lange termijn, rekening houdend met de prospectieve studie en in het bijzonder met de verbintenissen van België inzake de beperking van broeikasgasemissies en de energieproductie uit hernieuwbare bronnen;»; 2° in § 4, eerste lid, worden de woorden « , na advies van de commissie, » ingevoegd tussen het woord « bepaalt » en de woorden « de nadere regels »;3° in § 4 wordt het eerste lid aangevuld met een punt 4°, luidende : « 4° Het voldoen van de dossiers met betrekking tot de aanbesteding die door de inschrijvers worden ingediend, aan de criteria zoals bepaald door artikel 4 en de uitvoeringsbesluiten ervan.»; 4° in § 4, tweede lid, worden de woorden « dat wordt opgesteld door de Algemene Directie Energie » ingevoegd tussen de woorden « Het bestek » en de woorden « kan stimuli bevatten »;5° een § 4bis wordt ingevoegd, luidende : « § 4bis.De modaliteiten voor de aanbestedingsprocedure worden minstens zes maanden vóór de afsluitingsdatum van de aanbesteding in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Het bestek wordt ter beschikking gesteld van alle belanghebbende bedrijven, gevestigd op het grondgebied van een Lidstaat van de Europese Unie, zodat deze over een voldoende termijn kunnen beschikken om een offerte voor te leggen.

Om transparantie en non-discriminatie te waarborgen, bevat het bestek een gedetailleerde beschrijving van de specificaties van het contract, de procedure die alle inschrijvers moeten volgen en de gunning, met inbegrip van stimulansen. »; 6° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.Nadat hij het advies heeft ingewonnen van de overheden die worden geraadpleegd in uitvoering van de procedure van artikel 4, wijst de minister, op basis van de in artikel 4, § 2, vermelde criteria, de kandidaat of kandidaten aan die in aanmerking genomen worden ingevolge de aanbesteding. Deze aanwijzing geldt als individuele vergunning voor de elektriciteitsproductie in de zin van artikel 4. »; 7° het artikel vordt aangevuld met een § 6, luidende : « § 6.De Algemene Directie Energie is verantwoordelijk voor de organisatie, de opvolging en de controle van de aanbestedingsprocedure bedoeld in § § 1 tot 5. In dit kader neemt de Algemene Directie Energie alle nodige maatregelen om de vertrouwelijkheid van de informatie in de offertes te garanderen. ».

Art. 7.In artikel 7 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, 1°, wordt aangevuld met de volgende zin : « de certificaten die worden toegekend aan installaties voor elektriciteitsproductie vanuit wind in de zeegebieden waarover België zijn jurisdictie kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht en die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie zoals bedoeld bij artikel 6 genieten slechts van bovenvermelde verplichting tot aankoop tegen een minimumprijs op voorwaarde dat de elektriciteit die door deze installaties wordt geproduceerd en die het recht heeft verleend op het toekennen van certificaten rechtstreeks op het transmissienet wordt geïnjecteerd.»; 2° een § 1bis wordt ingevoegd, luidende : « § 1bis.In functie van onder meer de voorwaarden van beste technische praktijken, van verkoopprijs van elektriciteit en van financieringskost stelt de commissie jaarlijks een verslag op, voor toekomstige projecten, over de doeltreffendheid inzake kosten van de minimumprijs van de bovenvermelde aankoopverplichting door de netbeheerder van de groenestroomcertificaten die door de federale en gewestelijke overheden worden toegekend. Dit verslag wordt aan de minister overgezonden en op de internetsite van de commissie gepubliceerd.

Desgevallend kan de commissie een advies uitbrengen over de wenselijkheid om het bovenvermeld koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met betrekking tot de hoogte van deze minimumprijs te wijzigen. »; 3° in § 3, eerste lid, worden de woorden »De Koning bepaalt de nadere regels voor de berekening van de productieafwijking op voorstel van de netbeheerder en na advies van de commissie, inbegrepen de wijze waarop deze meerkost in de tarieven van de netbeheerder wordt doorgerekend » vervangen door de woorden « De commissie legt, op voorstel van de netbeheerder, de berekeningsmodaliteiten van de productieafwijking vast met inbegrip van de wijze waarop de meerkost in de tarieven van de netbeheerder wordt geïntegreerd »; 4° paragraaf 3, 1°, wordt aangevuld met de woorden « wanneer de marktreferentieprijs positief is of is toegenomen met 10 % wanneer de referentieprijs van de markt negatief is;« ; 5° paragraaf 3, 2°, wordt aangevuld met de woorden « wanneer de marktreferentieprijs positief is of is verminderd met 10 % wanneer de referentieprijs van de markt negatief is.».

Art. 8.In artikel 8 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het derde lid vervangen als volgt : « Hiertoe wordt de netbeheerder onder meer met de volgende taken belast : 1° het op lange termijn waarborgen van het vermogen van het tranmissienet en voldoen aan redelijke aanvragen voor de transmissie van elektriciteit, uitbaten, onderhouden en ontwikkelen, onder economisch aanvaardbare voorwaarden, van een zeker, betrouwbaar en doeltreffend transmissienet, mits het wijden van alle vereiste aandacht aan de eerbied voor het leefmilieu.Het ontwikkelen van een transmissienet dekt de hernieuwing en de uitbreiding van het net en wordt bestudeerd in het kader van het uitwerken van het ontwikkelingsplan; 2° zorgen voor een zeker, betrouwbaar en efficiënt elektriciteitsnet en er in dit verband op toe zien dat de nodige ondersteunende diensten beschikbaar zijn en geïmplementeerd worden, voor zover die beschikbaarheid onafhankelijk is van ieder ander transmissienet waaraan zijn systeem gekoppeld is.De ondersteunende diensten omvatten met name de diensten die worden verleend als reactie op de vraag en hulpdiensten in geval van uitvallen van productie-eenheden, hierbij inbegrepen eenheden gebaseerd op hernieuwbare energieën en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling. Voor de activering van de productiemiddelen die noodzakelijk zijn om het evenwicht van de regelzone te verzekeren geeft de netbeheerder voorrang aan het gebruik van een transparant marktplatform.

De netbeheerder verschaft zich de energie die hij gebruikt om zijn energieverliezen te dekken en om een reservecapaciteit op het net te behouden volgens transparante, niet-discriminerende en op de marktregels gesteunde procedures; 3° bijdragen tot de bevoorradingszekerheid dankzij een adequate transmissiecapaciteit en betrouwbaarheid van het net;4° het beheren van de elektriciteitsstromen op het net met inachtneming van de uitwisselingen met andere onderling verbonden netten, en in het kader hiervan, het verzekeren van de coördinatie van het beroep op de productie-installaties en de bepaling van het aanwenden van de interconnecties met het oog op het verzekeren van een bestendig evenwicht van de elektriciteitsstromen die voortvloeien uit vraag en aanbod van elektriciteit;5° het verzekeren van de coördinatie van het beroep op de productie-installaties en de bepaling van het aanwenden van interconnecties op basis van objectieve criteria die door de commissie worden goedgekeurd.Deze criteria houden rekening met : a) de economische rangorde van de elektriciteit afkomstig van de beschikbare productie-installaties of overdrachten door middel van interconnecties, evenals met de voor het net geldende technische beperkingen;b) de voorrang die moet worden gegeven aan de productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, in de mate dat een veilig beheer van het transmissienet dit toelaat en op basis van transparante en niet-discriminerende criteria, evenals aan de installaties voor gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit.De Koning kan, na advies van de commissie en na overleg met de Gewesten, de criteria preciseren die door een productie-installatie die hernieuwbare energiebronnen aanwendt moeten worden nageleefd om te kunnen genieten van deze voorrang en de technische en financiële voorwaarden bepalen die ter zake moeten worden toegepast door de netbeheerder; c) het tot een minimum beperken van de belemmeringen voor uit hernieuwbare energiebronnen geproduceerde elektriciteit;d) de te geven voorrang, omwille van de bevoorradingszekerheid, aan productie-installaties die binnenlandse brandstofbronnen voor primaire energie gebruiken, met een beperking van 15 % van de totale hoeveelheid primaire energie die nodig is om de in België in de loop van één kalenderjaar verbruikte energie te produceren;6° de beheerder van ieder ander net dat met zijn net gekoppeld is de nodige informatie verstrekken om de zekere en efficiënte exploitatie, de gecoördineerde ontwikkeling en de interoperabiliteit van het gekoppelde net te verzekeren;7° garanderen dat er geen discriminatie zal ontstaan tussen gebruikers of categorieën van gebruikers van het net, meer bepaald ten gunste van zijn verbonden of geassocieerde bedrijven;8° het verstrekken aan de netgebruikers van informatie die zij nodig hebben voor een efficiënte toegang tot het net;9° het innen van inkomsten uit het congestiebeheer en de betalingen die verricht werden als vergoedingsmechanisme tussen de beheerders van het transmissienet overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 714/2009; 10° het toekennen en beheren van de toegang van derden tot het transmissienet en het verduidelijken van de redenen voor het weigeren van dergelijke toegang;11° het publiceren van normen voor het plannen, uitbaten en de veiligheid die worden aangewend, met inbegrip van een algemeen plan voor de berekening van het totaal transfertvermogen en de betrouwbaarheidsmarge van de transmissie op basis van de elektrische en fysische karakteristieken van het net;12° het bepalen en publiceren van de procedures voor het beperken van de transacties die op niet-discriminerende wijze toegepast kunnen worden in geval van noodtoestanden evenals de methodes voor de schadeloosstelling, met inbegrip van de concepten en basismethodes die het mogelijk maken de verantwoordelijkheden te bepalen ingeval deze verplichtingen worden verzuimd, die in geval van dergelijke beperkingen eventueel van toepassing zijn;13° het publiceren van alle nuttige gegevens die betrekking hebben op de beschikbaarheid, de toegankelijkheid en het gebruik van het net, met daarin een verslag over de plaatsen en de oorzaken van de congestie, alsmede over de methodes die toegepast worden om de congestie te beheren en over de projecten betreffende het toekomstige beheer ervan;14° het publiceren van een algemene beschrijving van de methode voor het beheer van de congestie die in verschillende omstandigheden wordt toegepast om de capaciteit die op de markt beschikbaar is te maximaliseren, evenals een algemeen plan voor de berekening van de interconnectiecapaciteit op de verschillende vervaldata, gebaseerd op de elektrische en fysische karakteristieken van het net; 15° ten laatste binnen de achttien maanden die volgen op de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, een stappenverslag opstellen over de voorwaarden die noodzakelijk zijn om het evenwicht van de regelzone te verzekeren. Na overleg met de betrokken marktspelers zendt de netbeheerder dit verslag, waarin uitdrukkelijk de voorafgaande haalbaarheidsvoorwaarden worden bepaald voor de inrichting van het platform bedoeld in punt 2°, over aan de Federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven, aan de commissie en aan de minister; 16° erop toezien dat wanneer hun eindafnemers die op het transmissienet of op een directe lijn zijn aangesloten, van leverancier wensen te veranderen, zonder de duur en de nadere bepaling van hun contracten te willen wijzigen en met inachtneming van deze duur en bepalingen, deze overstap binnen een maximumtermijn van drie weken wordt uitgevoerd »;2° een § 1bis wordt ingevoegd, luidende : « § 1bis.In het kader van de in § 1 bedoelde taken zet de netbeheerder zich in de eerste plaats in om de marktintegratie te bevorderen.

Hiertoe zorgt de netbeheerder voor de nodige coordinatie met de beheerders van de naburige transmissienetten van Noordwest-Europa, namelijk Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland, alsook met andere relevante Europese netbeheerders, met het oog op de inwerkingstelling van een gemeenschappelijke gecoördineerde methode en procedure voor het beheer van de congestie voor de toekenningen van capaciteiten die vervallen na een termijn van één jaar, één maand en één dag. De netbeheerder ziet erop toe dat deze coördinatie alle stappen van het proces dekt, vanaf de berekening van de capaciteiten en de optimalisering van de toekenning tot de veilige uitbating van het net, met een precieze verdeling van de verantwoordelijkheden, en dat dit onder meer het volgende omvat : a) het aanwenden van een gemeenschappelijk vervoersmodel dat het mogelijk maakt de stromen van onderling afhankelijke fysische lussen efficiënt te beheren, terwijl er rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de fysische stromen en de commerciële stromen;b) de toekenning en de reservatie van capaciteit met het oog op een doeltreffend beheer van de onderling afhankelijke fysische lusstromen;c) identieke verplichtingen voor de houders van capaciteit inzake levering van informatie over het gebruik dat zij plannen te maken van de capaciteit die hen wordt toegekend, met andere woorden de reservatie van de capaciteit (voor de uitdrukkelijke veilingen);d) identieke vervaldagen en afsluitingsdata; e) een identieke structuur voor de toekenning van capaciteit tussen de verschillende vervaldagen in termen van verkochte capaciteitsblokken (hoeveelheid elektriciteit uitgedrukt in MW, MWh, enz.); f) een coherent contractueel kader met de marktoperatoren;g) het nazicht van de stromen voor het verzekeren van de eisen inzake veiligheid van het net ten behoeve van de operationele planning en exploitatie in reële tijd;h) de boekhoudkundige verwerking en vereffening van de maatregelen voor het beheer van de congestie. De netbeheerder maakt eveneens alle nuttige gegevens openbaar betreffende de grensoverschrijdende uitwisselingen op basis van de best mogelijke vooruitzichten en van alle nuttige gegevens die door de marktoperatoren worden medegedeeld. De netbeheerder maakt ten minste de volgende gegevens openbaar : a) ieder jaar : informatie over de evolutie op lange termijn van het net en de weerslag ervan op de grensoverschrijdende transmissiecapaciteit; b) iedere maand : de vooruitzichten op één maand en één jaar van de transmissiecapaciteiten die ter beschikking staan van de markt, rekening houdd met alle nuttige gegevens waarover de netbeheerder beschikt op het ogenblik van de berekening van de vooruitzichten (bijvoorbeeld, de weerslag van de seizoenen op het vermogen van de lijnen, de onderhoudsactiviteiten op het net, de beschikbaarheid van de productie-eenheden, enz.); c) elke week : de vooruitzichten op één week van de transmissiecapaciteit die ter beschikking staat van de markt, rekening houdend met alle nuttige informatie waarover de netbeheerder beschikt op het ogenblik van de berekening van de vooruitzichten zoals de weersvooruitzichten, het plannen van onderhoudswerkzaamheden van het net, de beschikbaarheid van de productie-eenheden, enz.; d) elke dag : de transmissiecapaciteiten op één dag en gedurende de dag die ter beschikking staan van de markt voor elke tijdseenheid van de markt, rekening houdend met het geheel van de dagreservaties op nettobasis, dagproductieprogramma's, vooruitzichten betreffende de vraag en de planning van onderhoudswerkzaamheden van het net; e) de totale capaciteit die reeds werd toegekend per tijdseenheid van de markt, en alle nuttige voorwaarden waarbij deze capaciteit kan worden aangewend (bijvoorbeeld de evenwichtsprijs van de veilingen, de verplichtingen betreffende de modaliteiten voor het gebruik van de capaciteit, enz.) om de eventuele restcapaciteit te bepalen; f) de toegekende capaciteit, zo spoedig mogelijk na elke toekenning, evenals een aanduiding van de betaalde prijzen;g) de totale gebruikte capaciteit, per tijdseenheid van de markt, onmiddellijk na de reservatie;h) in bijna werkelijke tijd : de commerciële en fysische stromen die verwezenlijkt worden, op een geaggregeerde basis, per tijdseenheid van de markt, met daarin een beschrijving van de weerslag van de eventuele bijsturingsmaatregelen die door de netbeheerder worden genomen (bijvoorbeeld, de inperking van de transacties) om net- of systeemproblemen op te lossen;i) de ex-ante informatie betreffende de voorziene niet-beschikbaarheid en de ex-post informatie voor de vorige dag betreffende de voorziene en onvoorziene niet-beschikbaarheid van de productie-eenheden waarvan het vermogen hoger ligt dan 100 MW. De netbeheerder waakt er overigens eveneens over dat de energie-efficiëntie bevorderd wordt. Hiertoe gaat hij over tot belemmering en voert hij intelligente meters en/of netten in. In het kader van intelligente meters, maakt de netbeheerder tegen 31 december 2012 een economische evaluatie van de totale kosten en baten van deze meters voor de markt en voor de eindafnemers aangesloten op het transmissienet, op individuele basis.

De netbeheerder overhandigt jaarlijks aan de minister een verslag over de maatregelen die genomen werden om de energie-efficiënte op het transmissienet te bevorderen.

De netbeheerder werkt tijdens de uitoefening van zijn opdrachten samen met het ACER, op vraag van deze laatste. Hij werkt eveneens samen met het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor het uitwerken van netcodes en de andere taken bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 714/2009 en overeenkomstig artikel 12, § 3, van dezelfde Verordening. »; 3° in § 2 worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt : « Overeenkomstig zijn maatschappelijk doel, kan de netbeheerder elke andere activiteit uitoefenen op of buiten het Belgisch grondgebied, onverminderd de bepalingen van artikel 9, § 1.Onder voorbehoud van overleg met de Gewesten, kan de netbeheerder een gecombineerd transmissie- en distributienet exploiteren en ook activiteiten uitoefenen die onder meer bestaan uit diensten voor de exploitatie, het onderhoud, de verbetering, de vernieuwing, de uitbreiding en/of het beheer van lokale, regionale transmissie- en/of distributienetten met een spanningsniveau van 30 kV tot 70 kV. Hij kan deze activiteiten, met inbegrip van handelsactiviteiten, rechtstreeks uitoefenen of via deelnemingen in publieke of private instellingen, vennootschappen of verenigingen die reeds bestaan of nog opgericht zullen worden.

Deze werkzaamheden mogen slechts worden uitgeoefend, hetzij rechtstreeks hetzij door participatiedeelnames, indien zij geen negatieve invloed hebben op de onafhankelijkheid van de netbeheerder of op het vervullen van de taken die hem bij de wet zijn toevertrouwd. »; 4° in § 2 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : « De netbeheerder deelt deze rechtsreeks of via participatiedeelnemingen uitgeoefende werkzaamheden mee aan de commissie, evenals elke wijziging die erop betrekking heeft.»; 5° in § 2 wordt het laatste lid vervangen als volgt : « De netbeheerder stelt nalevingsregels op met de genomen maatregelen die ertoe trekken ook discriminerendgedrag uit te sluiten en draagt er zorg voor dat er adequaat toezicht wordt gehouden op de toepassing ervan.Deze regels bevatten de specifieke verplichtingen die aan het personeel worden opgelegd ter verwezenlijking van die doelstellingen.

Een persoon die verantwoordelijk is voor de opvolging van de nalevingsregels bij de netbeheerder stelt jaarlijks voor de commissie een verslag op met daarin de beschrijving van de genomen maatregelen.

Dit verslag wordt door de netbeheerder gepubliceerd. ».

Art. 9.In artikel 9 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt de volgende zin na de eerste zin ingevoegd : « Het voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen.»; 2° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de productie in de Belgische regelzone binnen de grenzen van zijn vermogensbehoeften inzake ondersteunende diensten en » ingelast tussen de woorden « inzake productie of verkoop van elektriciteit dan » en de woorden » de verkopen die nodig zijn voor zijn coördinatieactiviteit ».3° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen : « Indien hij zich inlaat met productieactiviteiten in de Belgische regelzone binnen de grenzen van zijn vermogensbehoeften inzake ondersteunende diensten, wordt de netbeheerder onderworpen aan de met toepassing van artikel 12 goedgekeurde tarieven alsook aan de bepalingen van artikel 12quinquies.In dit kader kent hij een waarde toe aan de prestaties van ondersteunende diensten die hij verricht overeenkomstig de artikelen 12 en 12quinquies. De in dit kader door de netbeheerder geproduceerde elektriciteit mag niet worden gecommercialiseerd. De netbeheerder doet, in laatste instantie, onder de vorm van onderhandelde trekkingsrechten, beroep op productieactiviteiten binnen de Belgische regelzone binnen de vermogenslimieten van zijn behoeften inzake ondersteunende diensten, nadat hij eerst alle van toepassing zijnde voorafgaande procedures om een beroep te doen op de markt geïmplementeerd heeft en na akkoord van de commissie. »; 4° § 1, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden « en evenmin in aardgasbedrijven zoals bepaald bij de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen.Wat de distributienetbeheerders betreft, geldt dit lid zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 8, § 2. »; 5° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden : « De elektriciteits- en/of aardgasbedrijven, zoals omschreven in de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, mogen, alleen of gezamenlijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, geen deel van het kapitaal van de netbeheerder en geen aandelen van de netbeheerder aanhouden.Aan de aandelen van deze ondernemingen kan geen stemrecht worden verbonden.

De statuten van de netbeheerder en de aandeelhoudersovereenkomsten mogen geen bijzondere rechten verlenen aan ondernemingen die rechtstreeks of onrechtstreeks werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit en/of van aardgas.

De ondernemingen die rechtstreeks of onrechtstreeks werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit en/of van aardgas mogen de leden van de raad van bestuur, het directiecomité, het corporate governance comité, het auditcomité, het bezoldigingscomité alsook elk ander orgaan dat de netbeheerder rechtsgeldig vertegenwoordigt niet benoemen.

Het is eenzelfde natuurlijke persoon niet toegelaten lid te zijn van de raad van toezicht, de raad van bestuur of de organen die wettelijk de onderneming vertegenwoordigen en, tegelijkertijd van een onderneming die een van volgende functies vervult : productie of levering van elektriciteit en elektriciteitstransmissienetbeheerder. »; 6° een § 10bis wordt ingevoegd, luidende : « § 10bis.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, twee vertegenwoordigers van de federale regering die voortkomen uit twee verschillende taalrollen binnen de raad van bestuur van de netbeheerder aanwijzen. Deze vertegenwoordigers van de regering zetelen hierin met raadgevende stem.

De vertegenwoordigers van de regering kunnen bovendien binnen een termijn van vier werkdagen beroep indienen bij de minister tegen alle beslissingen van de raad van bestuur die zij strijdig achten met de richtsnoeren van het algemeen beleid van de regering, wat 's lands bevoorradingszekerheid inzake energie betreft. Deze termijn van vier dagen loopt vanaf de dag van de vergadering tijdens dewelke de betrokken beslissing genomen werd, voor zover de vertegenwoordigers van de regering er regelmatig werden op uitgenodigd, en, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop de vertegenwoordigers van de regering of een van hen kennisgenomen hebben van de beslissing.

Het beroep heeft schorsende kracht.

Indien de minister de betrokken beslissing niet heeft vernietigd binnen een termijn van acht werkdagen na dit beroep, dan wordt deze definitief.

Het tweede lid is eveneens van toepassing op het budget dat de raad van bestuur elk boekjaar dient op te stellen.

De vertegenwoordigers van de regering worden niet vergoed. ».

Art. 10.Artikel 9bis, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 14 januari 2003, wordt aangevuld met twee leden, luidende : « Aan de eventuele effecten in het bezit van bedrijven die rechtstreeks of onrechtstreeks werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit en/of van aardgas, is geen stemrecht verbonden.

De statuten van de dochterbedrijven van de netbeheerder en de aandeelhoudersovereenkomsten mogen geen bijzondere rechten toekennen aan bedrijven die rechtstreeks of onrechtstreeks werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit en/of van aardgas. »

Art. 11.In artikel 9ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen als volgt : « 1° de vereisten inzake onafhankelijkheid van de personeelsleden en van het directiecomité van de netbeheerder ten opzichte van de gebruikers van het net en tussenpersonen;»; 2° in punt 2° worden de woorden « en andere vertrouwelijke gegevens » ingevoegd tussen de woorden « van de commerciële gegevens » en de woorden « betreffende de netgebruikers »;3° in punt 4° worden de woorden « 12 tot 12novies » vervangen door de woorden « 12 tot 12quinquies ».4° in punt 4° worden de woorden « bemiddeling of arbitrage overeenkomstig het reglement bedoeld in artikel 28 » vervangen door de woorden « de Geschillenkamer bedoeld in artikel 29 ».

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 9quater ingevoegd, luidende : «

Art. 9quater.§ 1. De netbeheerder behandelt commercieel gevoelige informatie waarvan hij kennis krijgt bij de uitoefening van zijn activiteiten vertrouwelijk en verhindert dat informatie over zijn activiteiten, die commercieel gunstig kan zijn, op discriminerende wijze wordt verspreid.

De netbeheerder maakt bovenbedoelde informatie niet over aan bedrijven die rechtstreeks of onrechtstreeks werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit.

Hij onthoudt er zich ook van zijn eigen personeel aan zulke bedrijven over te dragen.

Wanneer de netbeheerder elektriciteit verkoopt aan of aankoopt van een elektriciteitsbedrijf, maakt hij geen misbruik van de commercieel gevoelige informatie die hij van derden heeft verkregen ter gelegenheid van hun toegang tot het net of tijdens de onderhandelingen over hun toegang tot het net.

De informatie die noodzakelijk is voor een efficiënte mededinging en voor een goede marktwerking wordt openbaar gemaakt. Deze verplichting doet geen afbreuk aan de bescherming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie. ».

Art. 13.In artikel 10 van dezelfde wet gewijzigd bij de wet van 14 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende drie leden : « Vooraleer een bedrijf tot netbeheerder wordt aangewezen, wordt zij gecertificeerd overeenkomstig de procedure bedoeld in § 2ter. De identiteit van de aangestelde netbeheerder wordt aan de Europese Commissie meegedeeld.

De netbeheerder die definitief is aangewezen vóór de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, wordt geacht te zijn gecertificeerd. De commissie kan op ieder ogenblik een certificeringsprocedure openen. »; 2° in § 2, punt 1°, worden de woorden « , zonder voorafgaande certificering, » ingevoegd tussen de woorden « significante wijziging » en de woorden « in het aandeelhouderschap van de netbeheerder »;3° § 2 wordt aangevuld met een punt 3°, luidende : « 3° afwezigheid van certificering van de netbeheerder met toepassing van de procedures voorzien in § § 2ter en 2quater van dit artikel.»; 4° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De minister kan het ministerieel besluit tot aanwijzing van de netbeheerder slechts intrekken na advies van de commissie en na de netbeheerder te hebben gehoord. Vijf jaar vóór het verstrijken van zijn mandaat kan de netbeheerder om de hernieuwing van zijn aanwijzing verzoeken. »; 5° een § 2bis, een § 2ter en een § 2quater worden ingevoegd, luidende : « § 2bis.Vóór elke transactie die een nieuwe evaluatie van de manier waarop hij zich schikt naar de vereisten voorzien bij artikelen 9 tot 9ter verantwoordt, geeft de netbeheerder aan de commissie kennis van zijn voornemen om deze transactie te ondernemen. Dergelijke transacties kunnen slechts worden voortgezet mits voorafgaande certificering volgens de procedure die bepaald is bij § 2ter. In geval van sluiting van een transactie die een nieuwe evaluatie zou kunnen verantwoorden van de manier waarop de netbeheerder zich schikt naar de vereisten voorzien bij artikelen 9 tot 9ter zonder voorafgaande certificering, stelt de commissie de netbeheerder in gebreke zich te schikken naar de vereisten krachtens § 2ter. De aanwijzing van de netbeheerder wordt herroepen bij gebrek aan regularisatie volgens deze procedure.

De kennisgeving op ieder ogenblik aan de commissie van de afstand van de betrokken transactie doet de certificeringsprocedure bedoeld in § 2ter vervallen. § 2ter. De commissie ziet erop toe dat de vereisten voorzien in de artikelen 9 tot 9ter steeds door de netbeheerder worden nageleefd.

Hiertoe opent zij een certificeringprocedure : a) wanneer een kandidaat-netbeheerder de commissie hierom verzoekt;b) in geval van kennisgeving vanwege de netbeheerder met toepassing van § 2bis ;c) op eigen initiatief, wanneer zij kennis heeft van het feit dat een voorziene wijziging in de bevoegdheden of invloed uitgeoefend op de netbeheerder een overtreding kan uitmaken van de bepalingen van de artikelen 9 tot 9ter, of wanneer zij redenen heeft om te geloven dat een dergelijke overtreding kan gepleegd zijn;of d) op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie. De commissie brengt de minister op de hoogte van de opening van een certificeringsprocedure evenals de netbeheerder wanneer zij op eigen initiatief handelt of op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie.

Het verzoek tot certificering van een kandidaat-netbeheerder evenals de kennisgeving van een netbeheerder bedoeld in lid 1, b), geschiedt via aangetekende brief met ontvangstbewijs en vermeldt alle nuttige en noodzakelijke informatie. Desgevallend vraagt de commissie aan de kandidaat-netbeheerder of aan de netbeheerder aanvullende informatie over te zenden binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de aanvraag.

Wanneer zij op eigen initiatief of op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie handelt, vermeldt de commissie in haar schrijven de vermoede tekortkomingen ten opzichte van de bepalingen voorzien bij de artikelen 9 tot 9ter of zendt zij de motivering van de Europese Commissie over.

Na desgevallend de netbeheerder ertoe te hebben uitgenodigd binnen een termijn van dertig werkdagen tegemoet te komen aan de tekortkomingen die zij vermoedt of aan de motivering van de Europese Commissie, stelt de commissie een ontwerpbeslissing vast over de certificering van de netbeheerder binnen vier maanden volgend op de datum van de aanvraag van de kandidaat-netbeheerder, de datum van de kennisgeving van de netbeheerder, de datum waarop zij de minister op de hoogte heeft gebracht, indien zij handelt op eigen initiatief, of de datum van het verzoek van de Europese Commissie. De certificering wordt geacht te zijn toegekend bij het verstrijken van deze periode. De uitdrukkelijke of stilzwijgende ontwerpbeslissing van de commissie wordt pas definitief na het afsluiten van de procedure die bepaald wordt in het zesde tot het negende lid.

De commissie geeft onverwijld kennis aan de Europese Commissie van haar uitdrukkelijke of stilzwijgende ontwerpbeslissing betreffende de certificering van de netbeheerder, vergezeld van alle nuttige informatie betreffende deze ontwerpbeslissing. De Europese Commissie geeft een advies overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 714/2009.

Nadat ze het uitdrukkelijk of stilzwijgend advies van de Europese Commissie heeft ontvangen, neemt de commissie haar definitieve beslissing van certificering en deelt deze aan de minister mee, onverwijld en ten laatste binnen de maand na het advies van de Europese Commissie, met motivering met betrekking tot het naleven van de vereisten van artikelen 9 tot 9ter. De commissie houdt bij haar beslissing zo veel mogelijk rekening met het advies van de Europese Commissie. De beslissing van de commissie en het advies van de Europese Commissie worden samen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Bovenvermelde certificeringprocedure vervalt wanneer : a) er afstand werd gedaan van de transactie die ter kennis werd gebracht van de commissie met toepassing van § 2bis ;of b) de netbeheerder tegemoetkomt aan de tekortkomingen die de commissie en/of de Europese Commissie ertoe hadden aangezet om de certificeringprocedure op te starten. De commissie en de Europese Commissie kunnen bij de netbeheerder en/of bij de ondernemingen die werkzaam zijn in de productie en/of de levering van elektriciteit, alle nuttige informatie opvragen voor de vervulling van hun taken met toepassing van deze paragraaf. Zij zorgen voor de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie. § 2quater. Wanneer de certificering wordt aangevraagd door een eigenaar of een beheerder van een transmissienet waarop een of meer personen van een of meer derde landen zeggenschap uitoefenen, brengt de commissie de Europese Commissie hiervan op de hoogte.

De commissie brengt de Europese Commissie ook onmiddellijk op de hoogte van elke situatie die tot gevolg zou hebben dat een of meer personen van een of meer derde landen de controle verwerven van een transmissienet of van een transmissienetbeheerder.

Vóór de sluiting ervan, brengt de netbeheerder de commissie op de hoogte van elke transactie die tot gevolg zou hebben dat een of meer personen van een of meer derde landen de controle over het transmissienet of de netbeheerder verwerven. Een dergelijke transactie kan slechts worden voortgezet middels de certificering volgens deze paragraaf. In geval van sluiting van de transactie zonder certificering, stelt de commissie de netbeheerder in gebreke zich te schikken naar de vereisten van artikelen 9 tot 9ter krachtens deze paragraaf. De aanwijzing van de netbeheerder wordt herroepen bij gebrek aan regularisatie volgens deze procedure.

De kennisgeving op elk ogenblik aan de commissie van de afstand van het ontwerp van transactie doet de certificeringsprocedure van deze paragraaf vervallen.

De commissie neemt een ontwerp van beslissing aan betreffende de certificering van de netbeheerder binnen vier maanden volgend op de datum van de kennisgeving waartoe deze laatste is overgegaan. Zij weigert om de certificering toe te kennen indien niet is aangetoond : a) dat de betrokken entiteit zich schikt naar de vereisten voorzien in de artikelen 9 tot 9ter ;en b) dat de toekenning van de certificering de bevoorradingszekerheid inzake energie van België of van de Europese Unie niet in gevaar brengt.Wanneer zij deze kwestie onderzoekt, houdt de commissie rekening met : 1° de rechten en plichten van de Europese Unie die voortvloeien uit het internationaal recht ten aanzien van dit derde land, met inbegrip van alle akkoorden afgesloten met een of meer derde landen waarbij de Europese Unie partij is en die het probleem van de bevoorradingszekerheid inzake energie behandelt;2° de rechten en plichten van België ten aanzien van dit derde land die voortvloeien uit de met dit land afgesloten akkoorden, voor zover zij in overeenstemming zijn met het Unierecht;en 3° andere bijzondere feiten en omstandigheden van dit geval alsook van het betrokken derde land. De commissie geeft de Europese Unie onverwijld kennis van haar ontwerp van beslissing, evenals van alle nuttige informatie in verband hiermee.

Alvorens haar beslissing te nemen, vraagt de commissie het advies van de Europese Commissie om te vernemen of : a) de betreffende entiteit zich schikt naar de vereisten voorzien in de artikelen 9 tot 9ter ;en b) de toekenning van de certificering de bevoorradingszekerheid inzake energie van de Europese Unie niet in gevaar brengt. De Europese Commissie onderzoekt de vraag zodra zij deze ontvangt. Ze brengt haar advies aan de commissie uit binnen twee maanden na ontvangst van de vraag.

Voor de opstelling van haar advies, kan de Europese Commissie de mening vragen van het ACER, van de Belgische Staat en van de belanghebbende partijen. Indien de Europese Commissie een dergelijke vraag stelt, wordt de termijn van twee maanden met twee bijkomende maanden verlengd.

Indien de Europese Commissie geen advies verleent binnen de in het achtste en het negende lid bepaalde periode, wordt zij geacht geen bezwaren te hebben opgeworpen tegen het ontwerp van beslissing van de commissie.

De commissie beschikt over een termijn van twee maanden na verloop van de in het achtste en negende lid bedoelde termijn om haar definitieve beslissing aangaande de certificering te nemen. Hiertoe houdt de commissie zo veel mogelijk rekening met het advies van de Europese Commissie. In elk geval heeft de commissie het recht om de certificering te weigeren indien dit de bevoorradingszekerheid inzake energie van België of de bevoorradingszekerheid inzake energie van een andere lidstaat in gevaar brengt.

De definitieve beslissing van de commissie en het advies van de Europese Commissie worden samen gepubliceerd. Wanneer de definitieve beslissing van het advies van de Europese Commissie verschilt, geeft en publiceert de commissie, samen met de beslissing, de motivering van deze beslissing. ».

Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : «

Art. 11bis.De netbeheerder, ten voordele van wie een koninklijk besluit van verklaring van openbaar nut is vastgesteld, kan, op zijn vraag en binnen de perken van dit besluit, evenals in overleg met de Gewesten en de betrokken gemeenten, door de Koning worden gemachtigd om in naam van de Staat maar op eigen kosten de nodige onteigeningen te verrichten voor het hele transmissienet dat hij beheert. De spoedprocedure bepaald in artikelen 2 tot 20 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte is van toepassing op deze onteigeningen. ».

Art. 15.Artikel 12 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 21 december 2007, wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.§ 1. De aansluiting, het gebruik van de infrastructuren en van de elektrische systemen en, desgevallend, de ondersteunende diensten van de netbeheerder maken het voorwerp uit van tarieven voor het beheer van het transmissienet en de netten die een transmissiefunctie hebben. Met het begrip net met een transmissiefunctie wordt enerzijds het transmissienet bedoeld en anderzijds de distributienetten of de lokale of regionale transmissienetten met een spanningsniveau tussen 30kV en 70kV die hoofdzakelijk dienen voor het vervoer van elektriciteit voor niet-huishoudelijke afnemers en andere netten in België alsook de wisselwerking tussen installaties voor productie van elektriciteit en tussen elektrische netten met een transmissiefunctie. § 2. Na gestructureerd, gedocumenteerd en transparant overleg met de netbeheerder, werkt de commissie de tariefmethodologie uit die deze netbeheerder moet gebruiken voor het opstellen van diens tariefvoorstel.

De tariefmethodologie preciseert onder andere : (i) de definitie van de kostencategorieën die door de tarieven worden gedekt; (ii) de kostencategorieën waarop, in voorkomend geval, de bevorderende regelgeving van toepassing is; (iii) de regels van de evolutie na verloop van tijd van de kosten bedoeld in (i), met inbegrip van de methode voor de bepaling van de parameters die zijn opgenomen in de evolutieformule; (iv) de regels voor de toewijzing van de kosten aan de categorieën van netgebruikers; (v) de algemene tariefstructuur en de tariefcomponenten. Het overleg met de netbeheerder maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen de commissie en deze beheerder. Bij gebrek aan een akkoord wordt het overleg ten minste gehouden als volgt : 1° de commissie stuurt de oproeping voor in § 2, eerste lid, bedoelde overlegvergaderingen naar de netbeheerder samen met de documentatie betreffende de agendapunten van deze vergaderingen, binnen een redelijk termijn voorafgaand aan de vergaderingen in kwestie.De oproeping vermeldt de plaats, de datum en het uur van de vergadering, alsook de punten van de dagorde; 2° na de vergadering stelt de commissie een ontwerp van proces verbaal op van de vergadering waarin de argumenten worden opgenomen die naar voren werden geschoven door de verschillende partijen en de vastgestelde punten waarover overeenstemmening en waarover geen overeenstemming bestond die zij ter goedkeuring verzendt naar de netbeheerder binnen een redelijke termijn na de vergadering;3° binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het door de partijen goedgekeurde proces-verbaal van de commissie, verstuurt de netbeheerder naar de commissie zijn formeel advies over de tariefmethodologie dat het resultaat is van dit overleg, waarbij desgevallend de eventuele resterende punten waarover geen overeenstemming werd bereikt worden benadrukt. In afwijking van de voorgaande bepalingen, kan de tariefmethodologie worden opgesteld door de commissie volgens een vastgestelde procedure van gemeenschappelijk akkoord met de netbeheerder op basis van een uitdrukkelijk transparant en niet-discriminerend akkoord. § 3. De commissie deelt haar ontwerp van tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de netbeheerder alsook alle documenten die zij noodzakelijk acht voor de motivering van haar beslissing met betrekking tot de tariefmethodologie mee aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie met betrekking tot de leveranciers of de netgebruikers, de persoonsgegevens en/of de gegevens waarvan de vertrouwelijkheid beschermd wordt krachtens bijzondere wetgeving.

De commissie publiceert op haar website de toepasselijke tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de netbeheerder en alle documenten die zij nuttig acht voor de motivering van haar beslissing betreffende de tariefmethodologie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens betreffende de leveranciers of de netgebruikers, persoonsgegevens en/of gegevens waarvan de vertrouwelijkheid wordt beschermd krachtens bijzondere wetgeving. § 4. De tariefmethodologie die is vastgesteld krachtens § 3 en die van toepassing is op de vaststelling van het tariefvoorstel wordt meegedeeld aan de netbeheerder ten laatste zes maanden vóór de datum waarop het tariefvoorstel moet worden ingediend bij de commissie. De wijzingen moeten gemotiveerd worden.

Deze tariefmethodologie blijft van toepassing gedurende de hele tariefperiode, met inbegrip van de eindbalans die betrekking heeft op deze periode. Wijzigingen aangebracht tijdens de periode aan de tariefmethodologie, conform de bepalingen van § 2, zijn slechts van toepassing vanaf de volgende tariefperiode, behoudens uitdrukkelijk transparant en niet-discriminerend akkoord tussen de commissie en de netbeheerder. § 5. De commissie stelt de tariefmethodologie op met inachtneming van volgende richtsnoeren : 1° de tariefmethodologie moet exhaustief en transparant zijn, teneinde het de netbeheerder mogelijk te maken om zijn tariefvoorstel op deze enkele basis op te stellen.Het bevat de elementen die verplicht moeten voorkomen in het tariefvoorstel. Het definieert rapporteringsmodellen die moeten worden gebruikt door de netbeheerder; 2° de tariefmethodologie moet toelaten om het geheel van de kosten op efficiënte wijze te dekken die noodzakelijk of efficiënte zijn voor de uitvoering van de wettelijke of reglementaire verplichtingen die op de netbeheerder rusten alsook voor de uitoefening van zijn activiteit van beheer van het transmissienet of netten met een transmissiefunctie;3° de tariefmethodologie stelt het aantal jaren van de gereguleerde periode vast dat aanvangt op 1 januari.De jaarlijkse tarieven die hieruit voortvloeien worden bepaald bij toepassing van de voor die periode toepasselijke tariefmethodologie; 4° de tariefmethodologie maakt de evenwichtige ontwikkeling mogelijk van het transmissienet en de netten met een transmissiefunctie, in overeenstemming met het ontwikkelingsplan van de netbeheerder bedoeld in artikel 13 en de investeringsplannen zoals in voorkomend geval goedgekeurd door de bevoegde overheden;5° de eventuele criteria voor de verwerping van bepaalde kosten zijn niet-discriminerend en transparant;6° de tarieven zijn niet-discriminerend en proportioneel.Zij respecteren een transparante toewijzing van de kosten; 7° de structuur van de tarieven bevordert het rationeel gebruik van energie en infrastructuren;8° de verschillende tarieven zijn uniform op het grondgebied dat door het net van de netbeheerder bediend wordt;9° de normale vergoeding van in de gereguleerde activa geïnvesteerde kapitalen moet de netbeheerder in staat stellen om de noodzakelijke investeringen voor de uitoefening van zijn opdrachten te verwezenlijken. In geval van onderscheid in behandeling van de kapitalen of van de duur van de afschrijvingen tussen de netbeheerders, wordt het onderscheid naar behoren gemotiveerd door de commissie; 10° de compensatiediensten van de onevenwichten van de Belgische regelzone worden op de meest kostefficiënte wijze verzekerd en leveren aan de gebruikers van het net geëigende stimuli opdat zij hun injectie en hun afname in evenwicht brengen.De met deze diensten verbonden tarieven zijn billijk, niet discriminerend en gebaseerd op objectieve criteria; 11° de netto kosten voor de openbare dienstverplichtingen die worden opgelegd door deze wet, het decreet of de ordonnantie en hun uitvoeringsbesluiten, worden verrekend in de tarieven op een transparante en niet-discriminerende wijze, conform de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen;12° de belastingen, alsook de taksen en bijdragen van alle aard en de toeslagen die worden opgelegd door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, het decreet of de ordonnantie en hun uitvoeringsbesluiten, worden toegevoegd aan de tarieven op transparante en niet-discriminerende wijze, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen;13° de aankopen van goederen en diensten die verricht worden met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten worden verondersteld te zijn verricht aan de marktprijs, onder voorbehoud van, desgevallend, de beoordelingsbevoegdheid van de commissie en zonder afbreuk te doen, wat de ondersteunende diensten betreft, aan de bepalingen van artikel 12quinquies ;14° de methodologie bepaalt de nadere regels voor de integratie en controle van de gestrande kosten bestaande uit de niet-gekapitaliseerde lasten voor het aanvullend pensioen of het pensioen van de publieke sector, die worden betaald aan personeelsleden die een gereguleerde elektriciteitstransmissieactiviteit of voor elektriciteitstransmissie bedoelde activiteit hebben verricht, die verschuldigd zijn voor de jaren vóór de liberalisering krachtens statuten, collectieve arbeidsovereenkomsten of andere voldoende geformaliseerde overeenkomsten, die werden goedgekeurd vóór 30 april 1999, of die worden betaald aan hun rechthebbenden of vergoed aan hun werkgever door een netbeheerder, die in de tarieven kunnen worden opgenomen;15° de saldi alsook hun verdeling over de volgende gereguleerde periodes worden bepaald op transparante en niet-discriminerende wijze;16° er wordt rekening gehouden met de bestaande objectieve verschillen tussen transmissienetbeheerders die niet kunnen worden weggewerkt op initiatief van de netbeheerder. Iedere beslissing die gebruik maakt van vergelijkende technieken integreert kwalitatieve parameters en is gebaseerd op homogene, transparante, betrouwbare gegevens en gegevens die gepubliceerd zijn of integraal mededeelbaar zijn in de motivering van de beslissing van de commissie.

Het redelijk karakter van de kosten wordt beoordeeld door vergelijking met de overeenstemmende kosten van bedrijven die een vergelijkbare activiteit hebben onder vergelijkbare omstandigheden en rekening houdend met de reglementaire of gereguleerde specificiteit die bestaan onder andere in de uitgevoerde internationale vergelijkingen; 17° de tarieven voor het gebruik van het transmissienet of voor de netten met een transmissiefunctie, die van toepassing zijn op productie-eenheden, kunnen verschillen naar gelang van de technologie van deze eenheden en van de datum van de ingebruikname ervan.Deze tarieven worden bepaald rekening houdend met ieder criterium dat door de commissie relevant wordt geacht, zoals een benchmarking met de buurlanden, teneinde 's lands bevoorradingszekerheid door een daling van de concurrentiekracht van de betrokken productie-eenheden niet in het gedrang te brengen. In het tariefvoorstel vergezeld van het budget bedoeld in § 8, motiveert de netbeheerder deze verschillen; 18° de productiviteitsinspanningen die eventueel aan de netbeheerder worden opgelegd, mogen op lange of p korte termijn de veiligheid van personen en goederen noch de continuïteit van de levering in het gedrang brengen;19° de kruissubsidiëring tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten is niet toegelaten;20° de tarieven moedigen de netbeheerder aan om de prestaties te verbeteren, de integratie van de markt en de bevoorradingszekerheid te bevorderen alsook aan onderzoek en ontwikkeling te doen die nodig zijn voor zijn activiteiten;21° de tarieven voor noodelektriciteit voor de kwalitatieve warmtekrachtkoppelinginstallaties die op het transmissienet of op netten met een transmissiefunctie aangesloten zijn, worden opgenomen bij de tarieven voor de ondersteunende diensten.Deze tarieven zijn voornamelijk afhankelijk van het elektriciteitsverbruik voor de nood- en onderhoudsbehoeften van de warmtekrachtkoppelinginstallaties; 22° wat de uitbreidingen van installaties of nieuwe installaties voor de transmissie van elektriciteit erkend als zijnde van nationaal of Europees belang betreft, kan de tariefmethodologie bedoeld in § 2 specifieke bepalingen voorzien inzake vergoeding van de kapitalen die noodzakelijk zijn voor de financiering ervan, die gunstiger zijn dan de normale vergoeding van de kapitalen bedoeld in § 5, 9°, alsook specifieke bepalingen inzake de dekking van de kosten teneinde hun realisatie te bevorderen en teneinde hun ontwikkeling op lange termijn mogelijk te maken. Worden erkend als van nationaal of Europees belang, de investeringen gerealiseerd door de netbeheerder die bijdragen tot s lands bevoorradingszekerheid en/of de optimalisatie van de werking van grensoverschrijdende interconnecties met in voorkomend geval faseverdraaiende transformatoren en die alzo de ontwikkeling vergemakkelijken van de nationale en Europese interne markt of die bijdragen tot de nationale opvang van productie op basis van hernieuwbare energiebronnen die ofwel rechtstreeks zijn aangesloten op het transmissienet ofwel onrechtstreeks via de distributienetten. De investeringen van nationaal of Europees belang betreffen de installaties die : - bestaande verbindingen versterken of nieuwe verbindingen creëren van het net beheerd door de netbeheerder met behulp van de technologie van gelijkstroom (DC); - bestaande verbindingen versterken of nieuwe verbindingen creëren beheerd door de netbeheerder die zijn gelegen in mariene gebieden over dewelke België haar rechtsmacht uitoefent; - bestaande grensoverschrijdende interconnectoren versterken of nieuwe grensoverschrijdende interconnectoren creëren of die voortkomen uit de uitbreiding van de capaciteit van deze interconnectoren; 23° de kosten bedoeld in de punten 11°, 12° en 14°, de financiële lasten, de kosten voor de ondersteunende diensten en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) worden niet onderworpen aan een bevorderende regelgeving;24° de tarieven strekken ertoe een juist evenwicht te bieden tussen de kwaliteit van de gepresteerde diensten en de prijzen die door de eindafnemers worden gedragen. De commissie kan de kosten van de netbeheerder toetsen aan de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. § 6. De netbeheerder stelt het tariefvoorstel op, rekening houdend met de tariefmethodologie die werd opgesteld door de commissie, en dient deze in, met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 7. De commissie onderzoekt het tariefvoorstel, beslist over de goedkeuring van deze en deelt haar gemotiveerde beslissing mee aan de netbeheerder met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 8. De invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tariefvoorstellen maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen de commissie en de netbeheerder. Bij gebrek aan een akkoord, is de procedure de volgende : 1° le netbeheerder dient binnen een redelijke termijn voor het einde van het laatste jaar van elke lopende gereguleerde periode zijn tariefvoorstel in, vergezeld van het budget, voor de volgende gereguleerde periode in de vorm van het rapporteringsmodel dat vastgesteld wordt door de commissie overeenkomstig § 5;2° het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, wordt per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren overgezonden aan de commissie.De netbeheerder zendt eveneens een elektronische versie over op basis waarvan de commissie, indien nodig, het tariefvoorstel, vergezeld van budget, kan bewerken; 3° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, bevestigt de commissie aan de netbeheerder per brief per drager met ontvangstbevestiging, evenals per e-mail, de volledigheid van het dossier of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die het moet verstrekken.Binnen een redelijke termijn, na ontvangst van de hierboven bedoelde brief waarin hem bijkomende inlichtingen werden gevraagd, verstrekt de netbeheerder aan de commissie in drie exemplaren per brief per drager met ontvangstbevestiging deze inlichtingen. De netbeheerder bezorgt eveneens een elektronische versie van de antwoorden en bijkomende gegevens aan de commissie; 4° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel bedoeld in 2° of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de antwoorden en de bijkomende inlichtingen van de netbeheerder, bedoeld in 3°, brengt de commissie de netbeheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring van zijn voorstel of van haar ontwerp van beslissing tot weigering van het betrokken tariefvoorstel, vergezeld van het betrokken budget. In haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, geeft de commissie op gemotiveerde wijze aan welke punten de netbeheerder moet aanpassen om een beslissing tot goedkeuring van de commissie te verkrijgen. De commissie heeft de bevoegdheid om aan de netbeheerder te vragen om zijn tariefvoorstel te wijzigen om ervoor te zorgen dat dit proportioneel is en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast; 5° indien de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, van de netbeheerder afwijst in haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, kan de netbeheerder, binnen een redelijke termijn na de ontvangst van dit ontwerp van beslissing zijn bezwaren hieromtrent meedelen aan de commissie. Deze bezwaren worden per drager en tegen ontvangstbevestiging overhandigd aan de commissie, alsook in elektronische vorm.

Op zijn verzoek wordt de netbeheerder, binnen een redelijke termijn na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, gehoord door de commissie.

Desgevallend, dient de netbeheerder, binnen een redelijke termijn na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren, zijn aangepast tariefvoorstel, vergezeld van het budget, in bij de commissie. De netbeheerder bezorgt eveneens een elektronische kopie aan de commissie.

Binnen een redelijke termijn na verzending door de commissie van het ontwerp van de beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de bezwaren en het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget, brengt de commissie de netbeheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging, evenals elektronisch, op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of weigering van het in voorkomend geval aangespaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget. 6° indien de netbeheerder zijn verplichtingen niet nakomt binnen de termijnen zoals bepaald in de punten 1° tot 5°, of indien de commissie een beslissing heeft genomen tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of van het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het aangepaste budget, zijn voorlopige tarieven van kracht tot alle bezwaren van de netbeheerder of van de commissie zijn uitgeput of totdat over de twistpunten tussen de commissie en de netbeheerder een akkoord wordt bereikt.De commissie is bevoegd om te besluiten tot passende compenserende maatregelen na overleg met de netbeheerder indien de definitieve tarieven afwijken van de tijdelijke tarieven; 7° in geval van overgang naar nieuwe diensten en/of een aanpassing van bestaande diensten kan de netbeheerder binnen de gereguleerde periode aan de commissie een geactualiseerde tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen.Dit geactualiseerd tariefvoorstel houdt rekening met het door de commissie goedgekeurde tariefvoorstel, zonder de integriteit van de bestaande tariefstructuur te wijzigen.

Het geactualiseerde voorstel wordt ingediend door de netbeheerder en door de commissie behandeld overeenkomstig de geldende procedure, bedoeld in de punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 8° indien er zich tijdens een gereguleerde periode uitzonderlijke omstandigheden voordoen, onafhankelijk van de wil van de netbeheerder, kan deze op elk ogenblik binnen de gereguleerde periode een gemotiveerde vraag tot herziening van zijn tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen aan de commissie voor wat de komende jaren van de gereguleerde periode betreft. De gemotiveerde vraag tot herziening van het tariefvoorstel wordt door de netbeheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de toepasselijke procedure bedoeld in de voorafgaande punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 9° de commissie past, onverminderd haar mogelijkheid om de kosten te controleren in het licht van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, het niveau van de door de netbeheerder toegepaste toeslagen aan alle wijzigingen van openbare dienstverplichtingen aan, met name gewestelijke, die op hem van toepassing zijn binnen de drie maanden na het verzenden door de netbeheerder van dergelijke wijzigingen.De netbeheerder zendt deze wijzigingen zo spoedig mogelijk over aan de commissie zodra ze in werking zijn getreden; 10° de commissie publiceert op haar website, op een transparante wijze, de stand van zaken van de goedkeuringsprocedure van de tariefvoorstellen evenals, in voorkomend geval, de tariefvoorstellen die neergelegd worden door de netbeheerders. § 9. De commissie stelt een tariefmethodologie op en oefent haar tariefbevoegdheid uit om aldus een stabiele en voorzienbare regulering te bevorderen die bijdraagt tot de goede werking van de vrijgemaakte markt en die de financiële markt in staat stelt om met een redelijke zekerheid de waarde van de netbeheerder te bepalen. Ze waakt over het behoud van de continuïteit van de beslissingen die zij heeft genomen in de loop van de voorgaande gereguleerde periodes, onder andere inzake de waardering van de gereguleerde activa. § 10. De commissie oefent haar tariefbevoegdheid uit rekening houdend met het algemene energiebeleid zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving. § 11. Omwille van de transparantie in de doorberekening van de kosten aan de eindafnemers worden de verschillende elementen van het nettarief onderscheiden op de factuur, met name wat de openbare dienstverplichtingen en hun inhoud betreft. § 12. De boekhouding van de netbeheerder wordt gehouden volgens een uniform analytisch boekhoudkundig plan per activiteit dat wordt opgesteld op voorstel van de netbeheerder en dat wordt goedgekeurd door de commissie of dat, bij gebrek aan een voorstel vóór 1 oktober 2011, wordt opgesteld door de commissie in overleg met de netbeheerder. § 13. De commissie publiceert binnen de drie werkdagen na hun goedkeuring en bewaart op haar website de tarieven en hun motivering, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of netgebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens bijzondere wetgeving.

De netbeheerder deelt zo spoedig mogelijk aan de gebruikers van zijn net de tarieven mede die hij moet toepassen en stelt deze ter beschikking van alle personen die hierom verzoeken. Hij publiceert die tevens zo spoedig mogelijk op zijn website, samen met een berekeningsmodule die de praktische toepassing van de tarieven preciseert. De toegepaste tarieven mogen geen terugwerkende kracht hebben. § 14. Tegen de door de commissie vastgestelde tariefmethodologie alsook tegen de door haar genomen beslissingen betreffende de tariefvoorstellen in uitvoering van deze tariefmethodologie, kan een beroep worden ingesteld door elke persoon die een belang aantoont bij het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 29bis.

Zulk beroep kan onder andere worden ingesteld indien : - de beslissing van de commissie de richtsnoeren bedoeld in dit artikel niet in acht neemt; - de beslissing van de commissie niet in overeenstemming is met het algemene energiebeleid, zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving; - de beslissing van de commissie niet de noodzakelijke middelen waarborgt voor de realisatie van de investeringen van de netbeheerder en de instandhouding van de infrastructuur of de uitvoering van haar wettelijke opdracht. ».

Art. 16.Artikel 12bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002, wordt vervangen als volgt : «

Art. 12bis.§ 1. De aansluiting, het gebruik van de infrastructuren en de elektrische systemen en, desgevallend, de ondersteunende diensten van de distributienetbeheerders maken het voorwerp uit van tarieven voor het beheer van het distributienet, met uitzondering van de netten die een transmissiefunctie hebben en geregeld worden door artikel 12. § 2. Na overleg met de regionale regulatoren en na gestructureerd, gedocumenteerd en transparant overleg met de distributienetbeheerders, werkt de commissie de tariefmethodologie uit die deze netbeheerders moeten gebruiken voor het opstellen van hun tariefvoorstellen.

De tariefmethodologie preciseert onder andere : (i) de definitie van de kostencategorieën die door de tarieven worden gedekt; (ii) de kostencategorieën waarop de bevorderende regelgeving van toepassing kan zijn; (iii) de regels van de evolutie na verloop van tijd van de kosten bedoeld in (i), met inbegrip van de methode voor de bepaling van de parameters die zijn opgenomen in de evolutieformule; (iv) de regels voor de toewijzing van de kosten aan de categorieën van netgebruikers; (v) de algemene tariefstructuur en de tariefdragers. Het overleg met de distributienetbeheerders maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen de commissie en deze beheerders. Bij gebrek aan een akkoord, wordt het overleg ten minste gehouden als volgt : 1° de commissie stuurt de oproeping voor de in het eerste lid bedoelde overlegvergaderingen naar de distributienetbeheerders, in de taal van de distributienetbeheerder, alsook de documentatie betreffende de agendapunten van deze vergaderingen binnen een redelijke termijn vóór de vergadering in kwestie.De oproeping vermeldt de plaats, de datum en het uur van de vergadering, alsook de punten van de dagorde; 2° na de vergadering stelt de commissie een ontwerp van proces-verbaal op van de vergadering waarin de argumenten worden opgenomen die naar voren werden gebracht door de verschillende partijen, alsook de vastgestelde punten waarover overeenstemming en waarover geen overeenstemming bestond ter goedkeuring over aan de distributienetbeheerders binnen een redelijke termijn na de vergadering;3° binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het door de partijen goedgekeurde proces-verbaal van de commissie versturen de distributienetbeheerders, indien nodig nadat zij hierover overleg hebben gepleegd, naar de commissie hun formeel advies over de tariefmethodologie die het resultaat is van dit overleg, waarbij desgevallend de eventuele resterende punten waarover geen overeenstemming werd bereikt worden benadrukt, zowel ten aanzien van het voorstel van de commissie als onderling. In afwijking van de voorgaande bepalingen, kan de tariefmethodologie worden opgesteld door de commissie volgens een vastgestelde procedure van gemeenschappelijk akkoord met de distributienetbeheerders op basis van een uitdrukkelijk, transparant en niet-discriminerend akkoord. § 3. De commissie deelt haar ontwerp van tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de distributienetbeheerders alsook alle documenten die zij noodzakelijk acht voor de motivering van haar beslissing met betrekking tot de tariefmethodologie mee aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie met betrekking tot de leveranciers of de netgebruikers, de persoonsgegevens en/of de gegevens waarvan de vertrouwelijkheid beschermd wordt krachtens bijzondere wetgeving.

De commissie publiceert op haar website de toepasselijke tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de distributienetbeheerders en alle documenten die zij nuttig acht voor de motivering van haar beslissing betreffende de tariefmethodologie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of netgebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens bijzondere wetgeving. § 4. De tariefmethodologie die is vastgesteld krachtens § 3 en die van toepassing is op de vaststelling van het tariefvoorstel wordt meegedeeld aan de distributienetbeheerder ten laatste zes maanden vóór de datum waarop het tariefvoorstel moet worden ingediend bij de commissie. De wijzingen moeten gemotiveerd worden.

Deze tariefmethodologie blijft van kracht gedurende de hele tariefperiode, met inbegrip van opmaak van de eindbalans die betrekking heeft op deze periode. Wijzigingen aangebracht aan de tariefmethodologie tijdens de periode, conform de bepalingen van § 2, zijn slechts van toepassing vanaf de volgende tariefperiode, behoudens uitdrukkelijk, transparant en niet-discriminerend akkoord tussen de commissie en de distributienetbeheerders. § 5. De commissie stelt de tariefmethodologie op met inachtneming van de volgende richtsnoeren : 1° de tariefmethodologie moet exhaustief en transparant zijn, teneinde het voor de distributienetbeheerders het mogelijk maken om hun tariefvoorstellen op deze enkele basis op te stellen.Het bevat de elementen die verplicht moeten voorkomen in het tariefvoorstel. Het definieert rapporteringsmodellen die moeten worden gebruikt door de distributienetbeheerders; 2° de tariefmethodologie moet het mogelijk maken om op efficiënte wijze het geheel van de kosten te dekken die noodzakelijk of efficiënt zijn voor de uitvoering van de wettelijke of reglementaire verplichtingen die op de distributienetbeheerders rusten alsook voor de uitoefening van hun activiteiten;3° de tariefmethodologie stelt het aantal jaren van de gereguleerde periode vast dat aanvangt op 1 januari.De jaarlijkse tarieven die hieruit voortvloeien worden bepaald met toepassing van de voor die periode toepasselijke tariefmethodologie; 4° de tariefmethodologie maakt de evenwichtige ontwikkeling van de distributienetten mogelijk, in overeenstemming met de verschillende investeringsplannen van de distributienetbeheerders, zoals deze in voorkomend geval zijn goedgekeurd door de bevoegde regionale overheden;5° de eventuele criteria voor de verwerping van bepaalde kosten zijn niet-discriminerend en transparant;6° de tarieven zijn niet-discriminerend en proportioneel.Zij nemen een transparante toewijzing van de kosten in acht; 7° de structuur van de tarieven bevordert het rationeel gebruik van energie en infrastructuren;8° de verschillende tarieven zijn uniform op het grondgebied dat door het net van de distributienetbeheerders bediend wordt;9° de normale vergoeding van in de gereguleerde activa geïnvesteerde kapitalen moet de netbeheerder toelaten om de noodzakelijke investeringen voor de uitoefening van zijn opdrachten;10° de nettokosten voor de openbare dienstverplichtingen die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en hun uitvoeringsbesluiten, en die niet worden gefinancierd door belastingen, taksen, bijdragen en heffingen bedoeld in 11°, worden verrekend in de tarieven op een transparante en niet-disciminerende wijze overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen;11° de belastingen, taksen en bijdragen van alle aard en toeslagen die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en hun uitvoeringsbesluiten worden automatisch toegevoegd aan de tarieven en binnen de termijnen die worden bepaald door de procedure van invoering en goedkeuring van de tarieven.De commissie kan deze kosten controleren in het licht van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. 12° de aankopen van goederen en diensten die verricht worden met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten worden verondersteld te zijn verricht aan de marktprijs, desgevallend onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de commissie;13° de methodologie bepaalt de nadere regels voor de integratie en controle van de gestrande kosten bestaande uit de niet-gekapitaliseerde lasten voor het aanvullend pensioen of het pensioen van de publieke sector, die worden betaald aan personeelsleden die een gereguleerde elektriciteitsdistributieactiviteit hebben verricht, die verschuldigd zijn voor de jaren vóór de liberalisering krachtens statuten, collectieve arbeidsovereenkomsten of andere voldoende geformaliseerde overeenkomsten, die werden goedgekeurd vóór 30 april 1999, of die worden betaald aan hun rechthebbenden of vergoed aan hun werkgever door een distributienetbeheerder, die in de tarieven kunnen worden opgenomen;14° voor de bepaling van de positieve of negatieve saldi waarvan zij de verdeling bepaalt voor de volgende gereguleerde periode, stelt de commissie de kosten vast bedoeld in 10°, 11° en 13° en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) van dit artikel die worden gerecupereerd of teruggegeven via de tarieven van de volgende periode;15° Onder voorbehoud van de conformiteitscontrole van de commissie maken de tarieven het mogelijk voor de distributienetbeheerder wiens efficiëntie rond het marktgemiddelde ligt om de totaliteit van zijn kosten en een normale vergoeding van de kapitalen in te vorderen. Iedere controlemethode van de kosten die gebaseerd is op vergelijkende technieken moet rekening houden met de bestaande objectieve verschillen tussen de distributienetbeheerders die niet weggewerkt kunnen worden op initiatief van deze laatsten.

Iedere beslissing die gebruik maakt van vergelijkende technieken integreert kwalitatieve parameters en is gebaseerd op homogene, transparante, betrouwbare gegevens en gegevens die gepubliceerd zijn of integraal mededeelbaar zijn in de motivering van de beslissing van de commissie.

Eventuele vergelijkingen met andere netbeheerders moeten gemaakt worden tussen bedrijven met dezelfde activiteiten die werken in vergelijkbare omstandigheden; 16° de tarieven voor het gebruik van een distributienet, die van toepassing zijn op productie-eenheden, kunnen verschillen naargelang van de technologie van deze eenheden en hun datum van ingebruikname. Deze tarieven worden bepaald rekening houdend met ieder criterium dat door de commissie relevant wordt geacht, zoals een benchmarking met de buurlanden, teneinde 's lands bevoorradingszekerheid door een daling van de concurrentiekracht van de betrokken productie-eenheden niet in het gedrang te brengen. In het tariefvoorstel vergezeld van het budget bedoeld in § 8, motiveert de distributienetbeheerder dit onderscheid; 17° de productiviteitsinspanningen die eventueel aan de distributienetbeheerders worden opgelegd mogen op korte of op lange termijn de veiligheid van personen en goederen noch de continuïteit van de levering niet in het gedrang brengen;18° de kruissubsidiëring tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten is niet toegelaten;19° de tarieven moedigen de distributienetbeheerders aan om de prestaties te verbeteren, de integratie van de markt en de bevoorradingszekerheid te bevorderen en aan onderzoek en ontwikkeling te doen die nodig zijn voor hun activiteiten, daarbij onder andere rekening houdend met hun investeringsplannen zoals, desgevallend, goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke reguleringsoverheden;20° de kosten bedoeld in de punten 10°, 11° en 13° en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) worden onderworpen noch aan beslissingen die gesteund zijn op methodes van vergelijking, noch aan een bevorderende regelgeving, 21° de tarieven strekken ertoe een juist evenwicht te bieden tussen de kwaliteit van de gepresteerde diensten en de prijzen die door de eindafnemers worden gedragen. De commissie kan de kosten van de distributienetbeheerders in het licht van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen controleren. § 6. De distributienetbeheerders stellen hun tariefvoorstellen op met inachtneming van de tariefmethodologie die werd opgesteld door de commissie en voeren deze in met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 7. De commissie onderzoekt het tariefvoorstel, beslist over de goedkeuring van deze en deelt haar gemotiveerde beslissing mee aan de distributienetbeheerder met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 8. De invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tariefvoorstellen maken het voorwerp uit van een akoord tussen de de commissie en de distributienetbeheerders. Bij gebrek aan een akkoord is de procedure als volgt : 1° de distributienetbeheerder dient binnen een redelijke termijn voor het einde van het laatste jaar van elke lopende gereguleerde periode zijn tariefvoorstel in, vergezeld van het budget, voor de volgende gereguleerde periode in de vorm van het rapporteringsmodel dat vastgesteld wordt door de commissie overeenkomstig § 5;2° het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, wordt per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren overgezonden aan de commissie.De distributienetbeheerder zendt eveneens een elektronische versie over op basis waarvan de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van budget, kan bewerken indien nodig; 3° binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, bevestigt de commissie aan de distributienetbeheerder per brief per drager met ontvangstbevestiging, evenals per e-mail, de volledigheid van het dossier of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die het moet verstrekken. Binnen een redelijke termijn na ontvangst van de hierboven bedoelde brief waarin hem bijkomende inlichtingen werden gevraagd, verstrekt de distributienetbeheerder aan de commissie in drie exemplaren per brief per drager met ontvangstbevestiging deze inlichtingen. De distributienetbeheerder bezorgt eveneens een elektronische versie van de antwoorden en bijkomende gegevens aan de commissie; 4° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel bedoeld in 2° of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de antwoorden en de bijkomende inlichtingen van de distributienetbeheerder bedoeld in 3°, brengt de commissie de netbeheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of van haar ontwerp van beslissing tot weigering van het betrokken tariefvoorstel, vergezeld van het betrokken budget. In haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, geeft de commissie op gemotiveerde wijze aan welke punten de distributienetbeheerder moet aanpassen om een beslissing tot goedkeuring van de commissie te verkrijgen. De commissie heeft de bevoegdheid om aan de netbeheerder te vragen om zijn tariefvoorstel te wijzigen om ervoor te zorgen dat dit proportioneel is en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast; 5° indien de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, van de distributienetbeheerder afwijst in haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, kan de beheerder binnen een redelijke termijn, na ontvangst van dit ontwerp van beslissing, zijn bezwaren hieromtrent meedelen aan de commissie. Deze bezwaren worden per drager en tegen ontvangstbevestiging overhandigd aan de commissie, alsook onder elektronische vorm.

Op zijn verzoek wordt de distributienetbeheerder, binnen een redelijke termijn na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, gehoord door de commissie.

Desgevallend, dient de distributienetbeheerder, binnen een redelijke termijn na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren, zijn aangepast tariefvoorstel, vergezeld van het budget, in bij de commissie. De distributienetbeheerder bezorgt eveneens een elektronische kopie aan de commissie.

Binnen een redelijke termijn na verzending door de commissie van het ontwerp van de beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de bezwaren en het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget, brengt de commissie de distributienetbeheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging, evenals elektronisch, op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of weigering van het desgevallend aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget; 6° indien de distributienetbeheerder zijn verplichtingen niet nakomt binnen de termijnen zoals bepaald in de punten 1° tot 5°, of indien de commissie een beslissing heeft genomen tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of van het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het aangepaste budget, zijn voorlopige tarieven van kracht tot alle bezwaren van de distributienetbeheerder of van de commissie zijn uitgeput of totdat over de twistpunten tussen de commissie en de distributienetbeheerder een akkoord wordt bereikt. De commissie is bevoegd om te besluiten tot passende compenserende maatregelen na overleg met de distributienetbeheerder indien de definitieve tarieven afwijken van de tijdelijke tarieven; 7° ingeval van overgang naar nieuwe diensten en/of aanpassing van bestaande diensten kan de distributienetbeheerder binnen de gereguleerde periode aan de commissie een geactualiseerd tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen.Dit geactualiseerd tariefvoorstel houdt rekening met het door de commissie goedgekeurde tariefvoorstel, zonder de integriteit van de bestaande tariefstructuur te wijzigen.

Het geactualiseerde voorstel wordt door de distributienetbeheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de geldende procedure, bedoeld in de voorafgaande punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 8° indien er zich tijdens een gereguleerde periode uitzonderlijke omstandigheden voordoen, onafhankelijk van de wil van de distributienetbeheerder, kan deze op elk ogenblik binnen de gereguleerde periode een gemotiveerde vraag tot herziening van zijn tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen aan de commissie wat de komende jaren van de gereguleerde periode betreft. Het gemotiveerd verzoek tot herziening van het tariefvoorstel wordt door de distributienetbeheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de toepasselijke procedure bedoeld in de punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 9° de commissie past, onverminderd haar mogelijkheid om de kosten te controleren in het licht van de toepasselijke en reglementaire bepalingen, de tarieven van de distributienetbeheerders aan alle wijzigingen van de openbare dienstverplichtingen aan, onder andere gewestelijke, die op hem van toepassing zijn uiterlijk drie maanden na het overmaken door de distributienetbeheerders van dergelijk wijzigingen.De distributienetbeheerders maken deze wijzigingen zo spoedig mogelijk over aan de commissie naar aanleiding van hun inwerkingtredingen; 10° de commissie publiceert op haar website, op een transparante wijze, de stand van zaken van de goedkeuringsprocedure van de tariefvoorstellen evenals, in voorkomend geval, de tariefvoorstellen die neergelegd worden door de netbeheerders. § 9. De commissie stelt een tariefmethodologie op en oefent haar tariefbevoegdheid uit om aldus een stabiele en voorzienbare regulering te bevorderen die bijdraagt tot de goede werking van de vrijgemaakte markt en die de financiële markt in staat stelt om om met een redelijke zekerheid de waarde van de distributienetbeheerders te bepalen. Ze waakt over het behoud van de continuïteit van de beslissingen die zij heeft genomen in de loop van de voorgaande gereguleerde periodes, onder andere inzake de waardering van de gereguleerde activa. § 10. De commissie oefent haar tariefbevoegdheid uit rekening houdend met het algemene energiebeleid zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving. § 11. Omwille van de transparantie in de doorberekening van de kosten aan de eindafnemers worden de verschillende elementen van het nettarief onderscheiden op de factuur, met name wat de openbare dienstverplichtingen en hun inhoud betreft. § 12. De boekhouding van de distributienetbeheerders wordt gehouden volgens een uniform analytisch boekhoudkundig plan per activiteit dat wordt opgesteld op voorstel van een of meerdere distributienetbeheerders die minstens vijfenzeventig procent van de bedrijven die dezelfde activiteit uitoefenen vertegenwoordigen en dat wordt goedgekeurd door de commissie of dat, bij gebrek aan een voorstel vóór 1 oktober 2011, wordt opgesteld door de commissie na overleg met de distributienetbeheerders. § 13. De commissie publiceert en bewaart de tarieven en hun motivering binnen drie werkdagen na hun goedkeuring op haar website, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of netgebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens specifieke regelgevingen.

De distributienetbeheerders delen zo spoedig mogelijk aan de gebruikers van hun netten de tarieven mede die zij moeten toepassen en stellen deze ter beschikking van alle personen die hierom verzoeken.

Zij publiceren die tevens zo spoedig mogelijk op hun website, samen met een berekeningsmodule die de praktische toepassing van de tarieven preciseert. De toegepaste tarieven mogen geen terugwerkende kracht hebben. § 14. Tegen de door de commissie vastgestelde tariefmethodologie alsook tegen de door haar genomen beslissingen in uitvoering van deze tariefmethodologie, kan een beroep worden ingesteld door elke persoon die een belang aantoont bij het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 29bis.

Zulk beroep kan onder andere worden ingesteld indien : - de beslissing van de commissie de richtsnoeren bedoeld in dit artikel niet in acht neemt; - de beslissing van de commissie niet in overeenstemming is met het algemene energiebeleid, zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving; - de beslissing van de commissie niet de noodzakelijke middelen waarborgt voor de realisatie van de investeringen van de distributienetbeheerders of de uitvoering van hun wettelijke opdrachten. ».

Art. 17.Artikel 12ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 12ter.De commissie motiveert en rechtvaardigt volledig en op omstandige wijze haar tariefbeslissingen, zowel op het vlak van de tariefmethodologieën als op het vlak van de tariefvoorstellen, teneinde de jurisdictionele controle ervan mogelijk te maken. Indien een beslissing op economische of technische overwegingen steunt, maakt de motivering melding van alle elementen die de beslissing rechtvaardigen.

Indien deze beslissingen op een vergelijking steunen, omvat de motivering alle gegevens die in aanmerking werden genomen om deze vergelijking te maken.

Krachtens haar transparantie- en motiveringsplicht publiceert de commissie op haar website de handelingen met individuele of collectieve draagwijdte die werden aangenomen in uitvoering van haar opdrachten krachtens de artikelen 12 tot 12quinquies, alsook iedere gerelateerde voorbereidende handeling, expertiseverslag, commentaar van de geraadpleegde partijen. Bij het verzekeren van deze openbaarheid vrijwaart zij de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter. De commissie stelt hiertoe, na overleg met de betrokken elektriciteitsbedrijven, richtsnoeren op die de informatie aangeven die binnen het toepassingsgebied van de vertrouwelijkheid valt.

De commissie hecht aan haar definitieve handeling een commentaar dat de beslissing om de commentaren van de geconsulteerde partijen al dan niet in aanmerking te nemen rechtvaardigt. ».

Art. 18.Artikel 12quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en laatst gewijzigd bij de wet van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 12quater.§ 1. Het koninklijk besluit van 8 juni 2007 betreffende de regels met betrekking tot de vaststelling van en de controle op het totaal inkomen en de billijke winstmarge, de algemene tariefstructuur, het saldo tussen kosten en ontvangsten en de basisprincipes en procedures inzake het voorstel en de goedkeuring van de tarieven, van de rapportering en kostenbeheersing door de beheerder van het nationaal electriciteitstransmissienet en het koninklijk besluit van 2 september 2008 betreffende de regels met betrekking tot de vaststelling van en de controle op het totaalinkomen en de billijke winstmarge, de algemene tariefstructuur, het saldo tussen kosten en ontvangsten en de basisprincipes en procedures inzake het voorstel en de goedkeuring van de tarieven, van de rapportering en kostenbeheersing door de beheerders van distributienetten voor elektriciteit, zoals bekrachtigd door de wet van 15 december 2009 houdende bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, worden opgeheven. § 2. Als overgangsmaatregel, kan de commissie de tarieven die bestaan op de datum van de bekendmaking van de wet van 12 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, verlengen, of elke andere overgangsmaatregel treffen die zij dienstig zou achten ten gevolge van de inwerkingtreding van de voormelde wet tot de goedkeuring van de tariefmethodologie met toepassing van de artikelen 12 en 12bis. Wanneer zij gebruik maakt van deze paragraaf, houdt de commissie rekening met de richtsnoeren van artikel 12, § 5, evenals met deze van artikel 12bis, § 5. ».

Art. 19.Artikel 12quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 12quinquies.§ 1. De door de aanbieders van de ondersteunende diensten voorgestelde prijzen op het transmissienet zijn voldoende aanlokkelijk om op korte en op lange termijn hun levering aan de netbeheerder te waarborgen. De netbeheerder verschaft zich deze ondersteunende diensten volgens transparante, niet-discriminerende en op de marktregels gebaseerde procedures. De netbeheerder informeert jaarlijks de commissie en de minister, op basis van een verslag dat bewijsstukken bevat, over de prijzen die hem werden aangeboden voor de levering van ondersteunende diensten en over de acties die hij heeft ondernomen, met toepassing van artikel 234 van het koninklijk besluit van 27 juni 2001 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe. Hij integreert hierin, desgevallend, een voorstel van waardering van de prestaties van ondersteunende diensten die hij verricht door middel van de productiemiddelen die hij bezit krachtens artikel 9, § 1. Deze waardering toont de positieve impact inzake tarieven en volumes aan van deze prestaties van ondersteunende diensten.

Op basis van het verslag van de netbeheerder, stelt de commissie, met toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen in de elektriciteitsmarkt, een verslag op dat uitdrukkelijk en op gemotiveerde wijze aangeeft of de prijzen die worden aangeboden voor de ondersteunende diensten al dan niet manifest onredelijk zijn. Het gemotiveerde verslag wordt meegedeeld aan de netbeheerder binnen 60 werkdagen volgend op de ontvangst van het verslag bedoeld in het eerste lid.

Indien het verslag van de commissie vaststelt dat de prijzen manifest onredelijk zijn of op vraag van de netbeheerder, kan de Koning, na advies van de commissie en op voorstel van de minister, met het oog op de bevoorradingszekerheid, bij dwingende beslissing een openbare dienstverplichting opleggen die het volume en de prijzen van de ondersteunende diensten dekken van de producenten in de Belgische regelzone. De commissie houdt rekening met deze beslissing voor de goedkeuring van de tarieven van de netbeheerders.

De maatregel mag niet langer gelden dan twee jaar, mits een jaarlijks verslag van de commissie. § 2. De elektriciteitsproductieschijven waarop de netbeheerder een beroep kan doen om de ondersteunende diensten tot stand te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn diensten worden vastgesteld per blok van 1 MW voor de primaire, secondaire en tertiaire reserves. ».

Art. 20.De artikelen 12sexies tot 12novies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, worden opgeheven.

Art. 21.Artikel 13, § 3, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt aangevuld met een lid, luidende : « De minister kan bovendien aan de commissie vragen om zich uit te spreken over de noodzaak om al dan niet de met toepassing van artikel 12 vastgestelde tariefmethodologieën om de financieringsmiddelen van de overwogen investeringen te waarborgen te herzien. ».

Art. 22.In artikel 15 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « De netbeheerder kan de toegang tot het net alleen weigeren wanneer hij niet over de nodige capaciteit beschikt.De netbeheerder kan eveneens de toegang tot het net weigeren wanneer deze toegang de behoorlijke uitvoering van een openbare dienstverplichting in het algemeen economisch belang ten zijne laste zou verhinderen en voor zover de ontwikkeling van de uitwisselingen niet wordt beïnvloed in een mate die strijdig is met de belangen van de Europese Gemeenschap.

De belangen van de Europese Gemeenschap omvatten, onder meer, de mededinging met betrekking tot de in aanmerking komende afnemers overeenkomstig Richtlijn 2009/72/EG en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De weigering moet naar behoren met redenen worden omkleed en gerechtvaardigd, waarbij in het bijzonder de met toepassing van artikel 21 genomen openbare dienstverplichtingen in acht moeten worden genomen, op basis van objektieve, technisch en economisch onderbouwde criteria.

In geval van tegenstrijdigheid met de technische voorschriften die worden voorzien door het technisch reglement kan de netbeheerder de toegang afhankelijk maken van de voorwaarde van naleving van deze voorschriften.

De netbeheerder deelt zonder verwijl aan de commissie zijn met redenen omklede beslissing tot weigering mede. »; 2° paragraaf 3, opgeheven bij de wet van 1 juni 2005, wordt hersteld als volgt : « § 3.De niet-huishoudelijke afnemers die op het transmissienet zijn aangesloten, hebben het recht om met verschillende leveranciers tegelijk contracten af te sluiten. ».

Art. 23.In artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 wordt de laatste zin vervangen door de volgende zin : « De toekenning van een vergunning is afhankelijk van een weigering van toegang tot het transmissienet of van het ontbreken van een aanbod tot gebruik van een distributienet tegen redelijke economische en technische voorwaarden, na raadpleging van de netbeheerder.»; 2° het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidende : « De mogelijkheid tot levering van elektriciteit via een directe lijn doet geen afbreuk aan het recht van de afnemers die aangesloten zijn op de directe lijn om een leveringscontract overeenkomstig artikelen 15 en 18 af te sluiten.».

Art. 24.In artikel 18 van diezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « § 1.» worden voor het eerste lid ingevoegd; 2° in de nieuwe § 1, eerste lid, 1°, worden de woorden « of directe lijnen » ingelast tussen de woorden « langs het transmissienet » en de woorden « door tussenpersonen en leveranciers »;3° in de nieuwe § 1 wordt het eerste lid, 2°, aangevuld met de woorden « , meer bepaald inzake transactie en balancering »;4° in de nieuwe § 1, tweede lid, 2°, worden de woorden « en inzake bevoorrading van afnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn » opgeheven;5° in de nieuwe § 1, wordt het tweede lid aangevuld met een nieuw punt 3°, luidende : « 3° het vermogen van de aanvrager om aan de noden van zijn afnemers te voldoen.»; 6° tussen het tweede en het derde lid van de nieuwe § 1 wordt een lid ingevoegd luidende : « De toekenning van een vergunning krachtens het eerste lid houdt rekening met de leveringsvergunningen die werden afgeleverd door de gewesten of andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte.»; 7° in de nieuwe § 1 wordt het nieuwe vierde lid, 2°, a), aangevuld met de woorden « , op een begrijpelijke en dusdanige manier dat deze gegevens op het niveau van het transmissienet gemakkelijk kunnen worden vergeleken »;8° in de nieuwe § 1 wordt het nieuwe vierde lid, 2°, aangevuld met een punt c), luidende : « c) de informatie betreffende hun rechten inzake de middelen tot geschillenbeslechting waarover zij beschikken in geval van een geschil.»; 9° in de nieuwe § 1 wordt na het nieuwe vierde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende : « Voor bovenvermelde punten a) en b) kunnen voor de elektriciteit verkregen via een elektriciteitsbeurs of ingevoerd door een bedrijf die buiten de Europese Gemeenschap is gevestigd, de samengevoegde cijfers die tijdens het afgelopen jaar door de beurs of de bedrijf in kwestie werden verstrekt, worden gebruikt.»; 10° in de nieuwe § 1 worden in het nieuwe zesde lid de woorden « en de vergelijkbaarheid » ingevoegd tussen de woorden « de controlemechanismen betreffende de betrouwbaarheid » en de woorden « van de in het derde lid bedoelde informatie »;11° in de nieuwe § 1 worden in het nieuwe zesde lid de woorden « derde lid » vervangen door de woorden « vierde lid »;12° het artikel wordt aangevuld met de § § 2, 3 en 4, luidende : « § 2.De leveranciers en tussenpersonen zorgen er voor dat hun eindafnemers alle relevante gegevens betreffende hun verbruik krijgen.

De leveranciers en tussenpersonen zorgen ervoor dat zij een hoog beschermingsniveau aan hun eindafnemers die op het transmissienet zijn aangesloten, garanderen, meer bepaald inzake de transparantie van de voorwaarden van de contracten, de algemene informatie en de mechanismen voor geschillenbeslechting.

De leveranciers passen op de eindafnemers de met toepassing van de artikelen 12 tot 12quinquies goedgekeurde tarieven toe en vermelden op duidelijke en gedetailleerde wijze op hun facturen ieder samenstellend element van de eindprijs. § 3. De leveranciers en tussenpersonen zien erop toe dat zij het elektriciteitsverbruik van hun eindafnemers aangesloten op het transmisssienet optimaliseren door hen met name diensten op het gebied van energiebeheer aan te bieden. § 4. De leveranciers en tussenpersonen houden de ter zake dienende gegevens met betrekking tot al hun transacties in elektriciteitsleveringscontracten met afnemers die aangesloten zijn op het transmissienet of elektriciteitsderivaten met tussenpersonen die aangesloten zijn op het transmissienet en de transmissienetbeheerder gedurende een periode van vijf jaar ter beschikking van de federale instanties, waaronder de commissie, de Raad voor de Mededinging en de Europese Commissie, voor de uitvoering van hun taken.

De gegevens omvatten bijzonderheden betreffende de kenmerken van de betrokken transacties, zoals looptijd, leverings- en betalingsregels, hoeveelheden, uitvoeringsdata en -tijdstippen, transactieprijzen en middelen om de betrokken tussenpersoon te identificeren, alsmede specifieke nadere gegevens over alle openstaande elektriciteitsleveringscontracten en elektriciteitsderivaten.

De commissie kan bepaalde van deze gegevens ter beschikking stellen van de marktpartijen, voor zover er geen commercieel gevoelige, vertrouwelijke informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter over bepaalde marktpartijen of transacties wordt bekendgemaakt. Deze paragraaf is niet van toepassing op informatie betreffende de financiële instrumenten die vallen onder Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, zoals deze is omgezet in Belgisch recht. Wanneer de in het eerste lid bedoelde instanties inzage nodig hebben in de gegevens die worden bewaard door de entiteiten die onder voorgaande Richtlijn vallen, verstrekken deze entiteiten hen de gevraagde gegevens.

De Europese Commissie stelt richtsnoeren vast in toepassing van artikel 40.4 van Richtlijn 2009/72/EG. Deze paragraaf is van toepassing op de transacties met betrekking tot elektriciteitsderivaten tussen de leveranciers en tussenpersonen enerzijds, en de tussenpersonen en de netbeheerder anderzijds, op basis van deze richtsnoeren. ».

Art. 25.In dezelfde wet wordt een artikel 18bis ingevoegd, luidende : «

Art. 18bis.§ 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is of beschikt over een gebruiksrecht op een net dat beantwoordt aan de criteria van een gesloten industrieel net dat uitsluitend is aangesloten op het transmissienet waarvan de nominale spanning hoger is dan 70 kilovolt en zoals bepaald bij artikel 2, 41°, mag dit net aan de commissie en aan de minister binnen een termijn van zes maanden volgend op de bekendmaking van de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen aanmelden en zich verbinden tot het naleven van de bepalingen die krachtens deze wet op hem van toepassing zijn. Door deze aanmelding verwerft hij de hoedanigheid van beheerder van een gesloten industrieel net. De Algemene Directie Energie controleert, na advies van de commissie en van de netbeheerder, de technische conformiteit van het aangemelde gesloten industrieel net met het transmissienet.

Hiertoe bezorgt de beheerder van het gesloten industrieel net, binnen de zes maanden na zijn melding, aan de Algemene Directie Energie het bewijs van de technische conformiteit van zijn gesloten industrieel net met het transmissienet. Een kopie van dit verslag wordt overgemaakt aan de netbeheerder alsook aan de commissie.

De minister kan, na advies van de commissie en van de netbeheerder, de hoedanigheid van beheerder van een gesloten industrieel net toekennen aan de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van of een gebruiksrecht bezit op een net dat beantwoordt aan de criteria van een gesloten industrieel net dat uitsluitend is aangesloten op het transmissienet waarvan de nominale spanning hoger is dan 70 kilovolt en zoals bepaald bij artikel 2, 41°, die hierom verzoekt na de bekendmaking van de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, en die de criteria die door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt voorzien zijn, naleeft.

De Algemene Directie Energie publiceert en actualiseert op haar internetsite de lijst van beheerders van gesloten industriële netten. § 2. In afwijking van de bepalingen van deze wet en meer bepaald van de artikelen 8 tot 10, 12 tot 12quinquies, 18 en 22 moeten de beheerders van gesloten industriële netten zich slechts aan volgende verplichtingen houden : a) elke beheerder van een gesloten industrieel net onthoudt zich, in het kader van deze functie, van elke discriminatie tussen de gebruikers van zijn gesloten industrieel net;b) de beheerder van een gesloten industrieel net garandeert aan de gebruikers van zijn gesloten industrieel net het recht om hun elektriciteit bij de leverancier van hun keuze aan te kopen en om van leverancier te veranderen, zonder de duur en de modaliteiten van hun contracten in het gedrang te brengen, binnen maximaal drie weken.De gebruiker van een gesloten industrieel net kan de beheerder van dit net gelasten om voor en namens hem zijn in aanmerking komen uit te oefenen. Om rechtsgeldig te zijn, moet dit mandaat uitdrukkelijk worden voorzien en kunnen worden herzien per contractuele periode; c) de beheerder van een gesloten industrieel net bepaalt de modaliteiten voor de aansluiting en de toegang tot dit net in een contract met de gebruikers van het gesloten industrieel net.Deze contracten preciseren met name : 1° de minimumeisen inzake het technisch ontwerp en de werking van de op het gesloten industrieel net aangesloten installaties, het maximale aansluitingsvermogen en de kenmerken van de geleverde stroom;2° de commerciële modaliteiten voor de aansluiting op en de toegang tot het gesloten industrieel net;3° de voorwaarden voor onderbreking van de aansluiting wegens niet-naleving van de contractuele verplichtingen of omwille van de veiligheid van het gesloten industrieel net. Deze contracten moeten transparant en niet-discriminerend zijn. Zij moeten eveneens bepalen dat de commissie bevoegd is in geval van betwisting door een gebruiker van het gesloten industrieel net van de op dit net toegepaste tarieven. Iedere beslissing van de commissie ter zake kan het voorwerp uitmaken van een beroep bij het hof van beroep te Brussel overeenkomstig artikel 29bis.

De afsluiting van deze contracten is afhankelijk van de vestiging van de gebruiker van het gesloten industrieel net op het gesloten industrieel net; d) de beheerder van een gesloten industrieel net bezorgt de gebruikers van het gesloten industrieel net dat hij beheert : 1° een gedetailleerde en duidelijke factuur, gebaseerd op hun verbruik of eigen injecties en op de in dit artikel bedoelde tariefbeginselen en/of tarieven;2° een juiste verdeling, op hun facturen, van de meerkosten toegepast op de transmissiefacturen, met naleving van de beginselen van iedere meerkost;3° de mededeling van de relevante gegevens van hun verbruik en/of injecties, evenals de informatie voor een efficiënte toegang tot het net;e) de beheerder van een gesloten industrieel net garandeert de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie van de gebruikers van zijn net, waarvan hij kennis heeft in het kader van zijn activiteiten, uitgezonderd elke wettelijke verplichting tot het vrijgeven van informatie;f) de beheerder van een gesloten industrieel net bewijst de technische conformiteit van zijn net met de relevante bepalingen uit het technisch reglement ingevoerd met toepassing van artikel 11, waaronder die betreffende de aansluiting;g) de beheerder van een gesloten industrieel net exploiteert en onderhoudt zijn net en houdt hierbij toezicht, gelet op de kenmerken van het gesloten industrieel net, op de veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie van dit net, en dit in economisch aanvaardbare omstandigheden, met respect voor het milieu en de energie-efficiëntie. § 3. In afwijking van de bepalingen van deze wet en met name van haar artikelen 12 tot 12quinquies past iedere beheerder van een gesloten industrieel net alsook iedere beheerder van een gesloten distributienet, voor zover de toepasselijke regionale bepalingen een regime van gesloten distributienet implementeren, voor de aansluiting, de toegang en de ondersteunende diensten van toepassing op dit net, tariefbeginselen en/of tarieven toe in overeenstemming met volgende richtsnoeren : 1° de tariefbeginselen en/of tarieven zijn niet-discriminerend, gebaseerd op de kosten en een redelijke winstmarge;2° de tariefbeginselen en/of tarieven zijn transparant;zij worden uitgewerkt in functie van hun parameters en worden vooraf door de beheerder van het gesloten industrieel of het gesloten distributienet meegedeeld aan de netgebruikers en de bevoegde regulatoren; 3° het tarief dat door de beheerder van een gesloten industrieel of distributienet op de gebruikers van dit net wordt toegepast, omvat de kosten voor toegang, aansluiting en ondersteunende diensten, alsook desgevallend, de kosten die verband houden met de bijkomende lasten die het gesloten industrieel of distributienet moet dragen om het transmissie- of distributienet waarop hij aangesloten is te gebruiken. De beheerder van het gesloten industrieel net wordt gelijkgesteld met de netgebruikers die geen distributienetbeheerders zijn voor de toepassing van de tarieven die toegepast worden door de netbeheerder op de beheerder van het gesloten industrieel net; 4° de afschrijvingstermijnen en de winstmarges worden door de beheerder van het gesloten industrieel of distributienet gekozen binnen de marges tussen de waarden die hij toepast in zijn belangrijkste bedrijfssector en de marges die worden toegepast in de distributienetten;5° de tariefbeginselen zijn, wat de aansluiting, de versterking ervan en de vernieuwing van de uitrusting van het net betreft, afhankelijk van de mate van socialisering of individualisering van de investeringen eigen aan de locatie, rekening houdend met het aantal gebruikers van het gesloten industrieel of distributienet. § 4. Gevallen van gemengde gesloten netten waarvan het spanningsniveau zowel federale als regionale bevoegdheden impliceert, maken het voorwerp uit van overleg. ».

Art. 26.In dezelfde wet wordt een artikel 18ter ingevoegd, luidende : «

Art. 18ter.De bepalingen met betrekking tot een gesloten net, zoals vermeld in artikel 18bis, zijn van toepassing op het tractienet spoor voor zover de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur in geen andere regeling voorziet. »

Art. 27.Artikel 19, § 1, van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 28.In artikel 20 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « en voor het aandeel van de elektriciteitslevering aan distributeurs bestemd voor de bevoorrading van eindafnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn » opgeheven;2° in § 4 worden de woorden « afnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn » vervangen door het woord « eindafnemers ».

Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidende : «

Art. 20bis.§ 1. Teneinde de controle waarin § 3 voorziet te kunnen uitvoeren, stelt de commissie voor elke leverancier, voor elk variabel contracttype, evenals elk nieuw contracttype, en in overleg met hem, binnen twee maanden na de bekendmaking van de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, een gegevensbank op teneinde de methodologie te registreren voor de berekening van de variabele energieprijzen, waaronder de parameters en de indexeringsformules die daarbij gehanteerd worden. Hiertoe kan de commissie extra informatie opvragen in het kader van haar opdracht. § 2. De variabele energieprijs voor de levering van elektriciteit aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s kan maximaal vier keer per jaar, en steeds de eerste dag van een trimester, geïndexeerd worden.

Binnen drie werkdagen volgend op de indexering publiceren de leveranciers voor contracten met variabele energieprijzen, de desbetreffende indexeringsformules voor de levering van elektriciteit aan huishoudelijke eindafnemers op hun website, alsook de eventuele wijzigingen aan die formules. § 3. Binnen vijf dagen na elke indexering, die plaatsgrijpt na de registratie van de variabele energieprijzen overeenkomstig § 1, bezorgt elke leverancier aan de commissie een overzicht van de wijze waarop deze werd aangepast op grond van de door de leverancier gehanteerde indexeringsformule. De commissie gaat na of de door de leverancier gehanteerde indexeringsformule correct werd toegepast en in overeenstemming is met de gegevens zoals die zijn doorgegeven in het kader van § 1. § 4. De commissie stelt vast, na advies van de Nationale Bank van België, of de indexeringsformule zoals bedoeld in § 1 van de energiecomponent voor levering van elektriciteit met variabele energieprijs aan huishoudelijke eindafnemers en kmo's correct werd toegepast.

De commissie doet op eigen initiatief een vaststelling in geval een leverancier geen aangifte doet van de in § 2 bedoelde gegevens. binnen de bovenvermelde termijnen, na ingebrekestelling van de leverancier om zijn aangifteplicht krachtens § 3 na te komen.

De commissie zendt per aangetekende brief met ontvangstmelding haar vaststelling over aan de leverancier binnen vijf werkdagen volgend op diens verklaring bedoeld in § 3 of volgend op de datum waarop zij op eigen initiatief is tussengekomen overeenkomstig het tweede lid. De leverancier heeft het recht de vaststelling door de commissie te betwisten binnen de vijf werkdagen na ontvangst van de vaststelling.

Betwistingen worden voorgelegd aan een neutraal en door beide partijen aanvaard lid van het Belgisch Instituut voor Bedrijfsrevisoren, dat binnen dertig dagen en op kosten van de in het ongelijk gestelde partij een bindende vaststelling doet die vaststelt of de indexeringsformule van de energiecomponent voor levering van elektriciteit met variabele energieprijs aan huishoudelijke afnemers en K.M.O.'s correct werd toegepast.

Nadat de in het eerste lid vermelde vaststelling definitief is geworden, kan de commissie de leverancier aanmanen om de betrokken klanten te crediteren voor het teveel aangerekende deel van de energiecomponent. Indien de leverancier nalaat dit te doen binnen een periode van drie maanden na deze aanmaning kan de commissie deze een administratieve geldboete opleggen, in afwijking van artikel 31. Deze geldboete mag niet hoger zijn dan 150.000 euro. § 5. De leverancier geeft elke stijging van de variabele energieprijs voor huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s die niet het gevolg is van een beslissing van de bevoegde overheid, regulator, netbeheerder, distributienetbeheerder of die niet voortvloeit uit de toepassing van de § § 2 tot 4, per aangetekende brief met ontvangstmelding aan bij de commissie.

De melding aan de commissie gaat vergezeld van een motivering van de stijging van de variabele prijs zoals bedoeld in het eerste lid.

De inwerkingtreding van de stijging zoals bedoeld in het eerste lid wordt geschorst gedurende de duur van de in deze paragraaf bepaalde procedure.

De commissie oordeelt, na advies van de Nationale Bank van België, of de motivering van de stijging gerechtvaardigd is aan de hand van objectieve parameters, onder andere op basis van een permanente vergelijking van de energiecomponent voor de levering van elektriciteit en aardgas aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s met het gemiddelde van de energiecomponent in de zone Noordwest-Europa.

Op initiatief van de commissie, na advies van de Nationale Bank van België, wordt een beslissing genomen door de commissie in geval van afwezigheid van aangifte door een leverancier, na ingebrekestelling per aangetekende brief met ontvangstmelding van de leverancier om zijn aangifteplicht krachtens het eerste lid na te komen.

De commissie zendt, na advies van de Nationale Bank van België, haar beslissing over aan de leverancier binnen vijf werkdagen volgend op diens verklaring bedoeld in het eerste lid of volgend op de datum waarop zij op eigen initiatief is tussengekomen overeenkomstig het vijfde lid.

Indien de opwaartse aanpassing van de energiecomponent niet gerechtvaardigd is, knoopt de leverancier onderhandelingen aan met de commissie en de Nationale Bank van België met het oog op het afsluiten van een akkoord over de variabele prijs voor de energiecomponent voor de levering aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s. De commissie overlegt met de Nationale Bank van België.

In geval van mislukking van de onderhandelingen binnen een termijn van twintig dagen vanaf de ontvangst door de commissie van voormelde aangifte, kan de commissie, na advies van de Nationale Bank van België, het geheel of een deel van de geplande stijging verwerpen. De commissie motiveert en deelt haar beslissing per aangetekende brief met ontvangstmelding mee aan de leverancier, onverminderd de rechtsmiddelen van de leveranciers overeenkomstig artikel 29bis.

De leveranciers publiceren de goedgekeurde stijging van hun energiecomponent voor levering van elektriciteit aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s op hun website na afloop van deze procedure, binnen vijf werkdagen na de kennisname van de beslissing van de commissie.

Ingeval de commissie vaststelt dat de leveranciers hun verplichtingen krachtens deze paragraaf niet naleven binnen een termijn van twee maanden na de mededeling van haar beslissing aan de betrokken leverancier, kan ze de genoemde leverancier in gebreke stellen om zich te schikken naar zijn verplichtingen. Indien de leverancier nalaat dit te doen binnen een termijn van drie maanden na deze ingebrekestelling, kan de commissie hem een administratieve boete opleggen, bij afwijking van artikel 31. Deze boete mag 150.000 euro niet overschrijden.

Voor de uitvoering van deze paragraaf deelt de commissie aan de Nationale Bank van België alle informatie en documenten die zij ter beschikking heeft mee met toepassing van artikel 26, § 1. De commissie en de Nationale Bank van België nemen de strikte vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens in acht. § 6. Er wordt onder het gezag van de commissie een Fonds opgericht dat beheerd wordt door de commissie en dat bestemd is voor de vermindering van de federale bijdrage.

De administratieve geldboetes worden gestort in het fonds ter vermindering van de federale bijdrage, opgericht door art. 20bis, § 6. § 7. Het mechanisme ingevoerd door dit artikel maakt het voorwerp uit van een jaarlijkse monitoring en een jaarlijks verslag door de commissie en de Nationale Bank van België teneinde met name de risico's van de marktverstorende effecten te identificeren.

Tot 31 december 2014, kan de Koning bij belangrijke marktverstorende effecten, op elk moment beslissen om een einde te stellen aan het mechanisme van dit artikel op voorstel van de minister bij besluit overlegd in Ministerraad op basis van de monitoring en het jaarverslag bedoeld in het eerste lid.

Ten laatste zes maanden vóór 31 december 2014, stellen de commissie en de Nationale Bank van België een evaluatierapport op over dit mechanisme ingesteld door dit artikel. Op basis van dit rapport kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister, het verlengen met een nieuwe periode van drie jaar, indien een hernieuwing nodig is volgens een identieke procedure, indien hij vaststelt dat de transparantie- en mededingingsvoorwaarden nog steeds niet vervuld zijn en dat de bescherming van de consument nog steeds niet gewaarborgd is. Op basis van de monitoring en het jaarverslag van de commissie en de Nationale Bank bedoeld in het eerste lid, kan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister, op elk moment besluiten om aan het mechanisme van dit artikel een eind te maken in aanwezigheid van belangrijke marktverstorende effecten. ».

Art. 30.In dezelfde wet wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidende : «

Art. 20ter.Voor de toepassing van de boete bedoeld in artikel 20bis, § § 4 en 5, deelt de commissie aan de betrokken leverancier haar bezwaren mee. De leverancier kan zijn opmerkingen meedelen binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de verzenddatum. De commissie organiseert vervolgens een hoorzitting tijdens welke de leverancier zijn opmerkingen kan indienen. De commissie neemt haar eindbeslissing binnen vijf dagen volgend op de hoorzitting. ».

Art. 31.In artikel 21 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° wordt aangevuld met de woorden « , inzake milieubescherming, met inbegrip van de energie-efficiëntie, de energie die geproduceerd wordt uit hernieuwbare energiebronnen en klimaatbescherming voor hun activiteiten op het transmissienet.»; 2° in het 3°, a), worden de woorden « , alsook, in voorkomend geval, alle of een deel van de kosten en verliezen die elektriciteitsbedrijven niet kunnen terugwinnen wegens de openstelling van de elektriciteitsmarkt, in de mate en voor de duur toegestaan door de Europese Commissie » geschrapt.

Art. 32.In artikel 21bis, § 1, vierde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005 en laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, wordt punt 6° opgeheven.

Art. 33.In artikel 21ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005 en laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt punt 8° opgeheven;2° paragraaf 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Op voorstel van de commissie kan de Koning de regels wijzigen, vervangen of opheffen die vastgesteld zijn in het bij de programmawet van 27 december 2004 bekrachtigde koninklijk besluit van 21 januari 2004 tot vastelling van de nadere regels voor de compensatie van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van de sociale maximumprijzen in de elektriciteitsmarkt en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan.».

Art. 34.In artikel 22 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een § 1bis wordt ingevoegd, luidende : « § 1bis.De bedrijven die bedoeld in § 1 voeren in hun interne boekhouding gescheiden rekeningen in voor de werkzaamheden die verband houden met hun openbare dienstverplichtingen. »; 2° een § 3bis wordt ingevoegd, luidende : « § 3bis.De commissie garandeert de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter, uitgezonderd de wettelijke verplichtingen tot bekendmaking van informatie. ».

Art. 35.Artikel 22bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, wordt opgeheven.

Art. 36.In artikel 23 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Er wordt een commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas, in het Duits « Elektrizitäts- und Gasregulierungs-kommission » en afgekort « CREG », opgericht.»; 2° § 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : « De commissie neemt alle redelijke maatregelen om in het kader van haar in artikel 23, § 2, opgesomde opdrachten, desgevallend, in nauw overleg met de overige betrokken federale instanties, met inbegrip van de Raad voor de Mededinging, en onverminderd hun bevoegdheden, volgende doelstellingen te bereiken : 1° het bevorderen, in nauwe samenwerking met het ACER, de Europese Commissie, de reguleringsinstanties van de Gewesten en van de overige lidstaten, van een concurrentiële interne markt voor elektriciteit, veilig en duurzaam voor het milieu binnen de Europese Gemeenschap, en van een efficiënte vrijmaking van de markt voor alle afnemers en leveranciers van de Europese Gemeenschap, en het garanderen van de gepaste voorwaarden opdat de elektriciteitsnetten op efficiënte en betrouwbare wijze zouden functioneren, rekening houdend met de doelstellingen op lange termijn;2° het ontwikkelen van een markt tussen de regio's van de Europese Gemeenschap zoals bepaald in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr. 714/2009, die door mededinging gekenmerkt is en correct functioneert binnen de Europese Gemeenschap met het oog op de verwezenlijking van de in punt 1° bedoelde doelstellingen; 3° het opheffen van de handelsbelemmeringen in elektriciteit tussen de lidstaten, meer bepaald door voldoende grensoverschrijdende transmissiecapaciteit te voorzien om aan de vraag te beantwoorden en het versterken van de integratie van de markten van de verschillende lidstaten, hetgeen zou moeten leiden tot een betere circulatie van de elektriciteit doorheen de hele Europese Gemeenschap;4° het bijdragen tot het verzekeren van de ontwikkeling, op de meest kosteneffectieve manier, van veilige, betrouwbare en efficiënte niet-discriminerende netten die klantgericht zijn, de adequaatheid van netten bevorderen alsmede, aansluitend bij de doelstellingen van het algemene energiebeleid, energie-efficiëntie en de integratie van groot- en kleinschalige productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen;5° het bevorderen van de toegang tot het net van nieuwe productiecapaciteit, meer bepaald door de obstakels op te heffen die in de weg zouden staan van de komst van nieuwe marktpartijen en de integratie van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen;6° ervoor zorgen dat de netbeheerder en de netgebruikers voldoende stimuli krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de prestaties van de netten te verbeteren en de integratie van de markt te bevorderen;7° ervoor zorgen dat de afnemers baat hebben bij een efficiënte werking van de markt en de daadwerkelijke mededinging bevorderen alsook bijdragen tot het waarborgen van consumentenbescherming;8° bijdragen tot het bereiken van een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening in de sector van de elektriciteitsvoorziening en bijdragen tot de bescherming van kwetsbare afnemers en tot de compatibiliteit van de processen voor de uitwisseling van gegevens teneinde de afnemers die aangesloten zijn op het transmissienet toe te laten om te veranderen van leverancier.»; 3° in § 2, tweede lid, wordt punt 2° met de volgende zin aangevuld : « In dit kader waakt de commissie over het vrijwaren van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens en onthoudt zich derhalve ervan deze openbaar te maken;»; 4° in § 2, tweede lid, wordt punt 4° opgeheven;5° in § 2, tweede lid, wordt punt 5°, opgeheven bij de wet van 16 maart 2007, hersteld als volgt : « 5° toezicht houden op de mate van transparantie, met inbegrip van de groothandelsprijzen en op de naleving van de transparantieverplichtingen van de elektriciteitsmaatschappijen;»; 6° in § 2, tweede lid, wordt punt 7°, opgeheven bij de wet van 6 mei 2009, hersteld als volgt : « 7° op haar website de normen en vereisten inzake de kwaliteit van de dienstverlening en levering in overleg met de netbeheerder bepalen en publiceren, rekening houdend met de middelen die worden toegekend via de tariefmechanismen;»; 7° in § 2, tweede lid, wordt punt 8° vervangen als volgt : « 8° controle uitoefenen op de naleving door de netbeheerder en de elektriciteitsbedrijven van de verplichtingen die op hen rusten krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, alsook krachtens de overige voor de elektriciteitsmarkt toepasselijke wetgevende en reglementaire bepalingen, meer bepaald betreffende de grensoverschrijdende problemen en de materies bedoeld in Verordening (EG) nr.714/2009; »; 8° in § 2, tweede lid, wordt punt 9° vervangen als volgt : « 9° controleert de toepassing van het technisch reglement, keurt de documenten goed die door dit reglement worden beoogd met name met betrekking tot de voorwaarden voor de aansluiting en de toegang tot het transmissienet evenals de voorwaarden voor de verantwoordelijkheid voor het evenwicht van de regelzone en evalueert de prestaties uit het verleden van de regels van het technisch reglement die de veiligheid en de betrouwbaarheid van het transmissienet regelen;»; 9° in § 2, tweede lid, wordt punt 10° aangevuld met de volgende zinnen : « De Commissie analyseert de samenhang van dit plan met het ontwikkelingsplan van het net in de hele Europese Gemeenschap bedoeld in artikel 8, § 3, punt b) van Verordening nr.714/2009. In voorkomend geval kan deze analyse aanbevelingen opnemen met het oog op de wijziging van het ontwikkelingsplan opgesteld door de netbeheerder. »; 10° in § 2, tweede lid, wordt punt 12° aangevuld met de woorden « evenals de fondsen bedoeld in artikel 21ter, § 1, 1° en 4° ;»; 11° in § 2, tweede lid wordt punt 13° opgeheven;12° in § 2, tweede lid, wordt punt 14°, gewijzigd bij de wet van 1 juli 2006, vervangen als volgt : « 14° oefent de tariefbevoegdheden bedoeld in de artikelen 12 tot 12quinquies uit;»; 13° in § 2, tweede lid, worden in punt 14° bis, ingevoegd bij de wet van 20 maart 2003, de woorden « en distributeurs die eindafnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn bevoorraden » opgeheven;14° in § 2, tweede lid, wordt punt 16° vervangen als volgt : « 16° de afwezigheid van kruissubsidies tussen transmissie-, distributie- en leveringsactiviteiten controleren »;15° § 2, tweede lid, wordt aangevuld met de punten 21° tot 45°, luidende : « 21° toezien op het bereikte niveau en de bereikte efficiëntie inzake de vrijmaking van de markt en de mededinging voor de groot- en kleinhandelsmarkten, met inbegrip van de beurzen voor elektriciteit en toezien op de eventuele concurrentievervalsing of -beperking, door alle nuttige informatie mee te delen en de zaken die dit verantwoorden te verwijzen naar de Raad voor de Mededinging;22° toezien op het opduiken van beperkende contractuele praktijken, met inbegrip van exclusiviteitsclausules, die niet-huishoudelijke afnemers die zijn aangesloten op het transmissienet zouden verhinderen om tegelijk met meer dan één leverancier contracten af te sluiten of die hun keuze ter zake zouden kunnen beperken en, in voorkomend geval, de Raad voor de Mededinging van deze praktijken op de hoogte brengen;23° toezien op de tijd die de netbeheerder doet over de uitvoering van de aansluitingen en herstellingen;24° bijdragen tot het waarborgen, in samenwerking met alle andere bevoegde instanties, van de efficiëntie en de implementatie van beschermingsmaatregelen voor de eindafnemers;25° de toegang verzekeren tot de gegevens betreffende het verbruik van de eindafnemers aangesloten op het transmissienet en de beschikbaarstelling, voor facultatief gebruik verzekeren, van een gemakkelijk te begrijpen methode voor een geharmoniseerde voorstelling van de gegevens, betreffende het verbruik en de snelle toegang van alle eindafnemers aangesloten op het transmissienet tot deze gegevens, zodat deze kosteloos over hun verbruiksgegevens kunnen beschikken en toegang verlenen tot hun verbruiksoverzichten, middels uitdrukkelijk akkoord en kosteloos, voor alle als leverancier geregistreerde bedrijven;26° toezien op de implementering van de regels betreffende de functies en verantwoordelijkheden van de netbeheerder, van de leveranciers, de eindafnemers en de andere marktpartijen overeenkomstig Verordening (EG) nr.714/2009; 27° toezien op de investeringen in de productiecapaciteit vanuit het oogpunt van de bevoorradingszekerheid;28° toezien op de technische samenwerking tussen de transmissienetbeheerders van de Europese Gemeenschap en van derde landen;29° toezien op de implementering van de door artikel 32 en het technisch reglement voorziene veiligheidsmaatregelen;30° bijdragen tot de compatibiliteit van de uitwisselingsmechanismen van gegevens betreffende de belangrijkste marktverrichtingen op regionaal vlak, zoals voorzien in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr.714/2009; 31° de netbeheerder certificeren overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, § § 2ter en 2quater.De commissie zorgt voor de permanente monitoring van de naleving door de netbeheerder van zijn onafhankelijkheidsverplichtingen krachtens de artikelen 9 tot 9ter en, in voorkomend geval, gaat zij op eigen initiatief over tot de certificeringprocedure. De commissie kan van de netbeheerder en van de in de elektriciteitsproductie en -levering werkzame bedrijven alle nuttige informatie opvragen voor haar taken in het kader van de certificeringprocedures voorzien door artikel 10, § § 2ter en quater.

De commissie ziet erop toe dat de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter in acht wordt genomen; 32° op verzoek van de gebruiker van een gesloten industrieel net, de in het gesloten industrieel net toegepaste tarieven of de berekeningsmethode van deze tarieven controleren en goedkeuren op basis van de door artikel 18bis vastgelegde criteria;33° minstens eenmaal per jaar de aanbevelingen over de verenigbaarheid van de leveringsprijzen met de door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten vastgestelde openbare dienstverplichtingen publiceren en ze in voorkomend geval overzenden aan de Raad voor de Mededinging;34° erop toezien dat, zo nodig en ingeval van weigering van toegang, de netbeheerder de relevante informatie verstrekt over de nodige maatregelen om het net te versterken;35° op voorstel van de netbeheerder, de methoden goedkeuren die gebruikt zijn om de toegang tot de grensoverschrijdende infrastructuren mogelijk te maken, met inbegrip van de procedures voor de toewijzing van capaciteit en congestiebeheer.Deze methoden zijn transparant en niet-discriminerend. De commissie publiceert de goedgekeurde methoden op haar website; 36° toezien op het congestiebeheer van het transmissienet, met inbegrip van de interconnecties, en de invoering van de regels voor het congestiebeheer.De commissie brengt de Algemene Directie Energie hiervan op de hoogte. De netbeheerder dient bij de commissie, ten behoeve van dit punt, zijn ontwerp van regels voor congestiebeheer in, met inbegrip van de toewijzing van capaciteit. De commissie kan hem op een met redenen omklede wijze verzoeken om zijn regels te wijzigen, met inachtneming van de congestieregels die werden vastgelegd door de buurlanden waarvan de interconnectie betrokken is en in samenspraak met het ACER; 37° richtsnoeren vaststellen inzake de uitwisseling van gegevens en het reglement, de eigendom van de gegevens en de verantwoordelijkheden inzake de overzichten;38° keurt het algemeen plan goed voor de berekening van de totale overdrachtscapaciteit en van de betrouwbaarheidmarge van de transmissie vanuit elektrische en fysische kenmerken van het net dat gepubliceerd wordt door de netbeheerder met toepassing van artikel 8, § 1, derde lid, 11° ;39° voert een beoordeling uit van de begrippen en de basismethodes die het mogelijk maken de verantwoordelijkheden te bepalen in geval van verzaking aan verplichtingen die verband houden met transactiebeperkingen zoals bepaald en gepubliceerd door de netbeheerder met toepassing van artikel 8, § 1, derde lid, 12° ;40° voert een beoordeling uit van het algemeen plan voor de berekening van de interconnectiecapaciteit voor de verschillende termijnen, gebaseerd op de elektrische en fysische karakteristieken van het net, gepubliceerd door de netbeheerder met toepassing van artikel 8, § 1, derde lid, 14° ;41° voert een appreciatie uit van de manier waarop de netbeheerder alle nuttige gegevens openbaar maakt betreffende de grensoverschrijdende uitwisselingen op basis van de best mogelijke vooruitzichten met toepassing van artikel 8, § 1bis, derde lid;42° keurt de criteria goed voor de coördinatie van de inschakeling van de productie-installaties en het gebruik van de interconnecties door de netbeheerder, overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, 5° ;43° stelt een verslag op over de ondersteunende diensten, overeenkomstig artikel 12quinquies ;44° kent afwijkingen toe voor de nieuwe interconnectoren bedoeld in artikel 17 van Verordening (EG) nr.714/2009; 45° voor zover de toepasselijke gewestelijke bepalingen een regime voor gesloten distributienetten implementeren, op vraag van de gebruiker van een gesloten distributienet die is aangesloten op een distributienet de tarieven of de berekeningsmethodologie van de toegepaste tarieven op het gesloten distributienet nagaan en goedkeuren.»; 16° een § 2bis wordt ingevoegd, luidende : « § 2bis.De commissie geeft een volledige motivering en verantwoording voor haar beslissingen om de jurisdictionele toetsing ervan mogelijk te maken.

De regels die van toepassing zijn op deze motiveringen en rechtvaardigingen worden nader omschreven in het huishoudelijk reglement van het directiecomité, onder meer rekening houdend met de volgende principes : - in de motivering wordt het geheel van de elementen opgenomen waarop de beslissing gesteund is; - de elektriciteitsondernemingen hebben de mogelijkheid om, vooraleer een beslissing die hen betreft wordt genomen, hun opmerkingen te laten gelden; - het gevolg dat aan deze opmerkingen wordt gegeven wordt gerechtvaardigd in de eindbeslissing; - de akten met een individuele of collectieve draagwijdte die worden aangenomen in uitvoering van haar opdrachten alsook iedere voorbereidende akte, expertiseverslag, opmerking van de geconsulteerde partijen die ermee samenhangen, worden gepubliceerd op de website van de commissie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of gegevens van persoonlijke aard. »; 17° een § 2ter wordt ingevoegd, luidende : « § 2ter.In het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden, neemt de commissie de contractuele vrijheid in acht op het vlak van onderbreekbare leveringscontracten, en langetermijncontracten wanneer zij verenigbaar zijn met het gemeenschapsrecht en in overeenstemming met het gemeenschapsbeleid. »; 18° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De commissie stelt elk jaar een jaarverslag op dat zij vóór 1 mei van het jaar volgend op het betrokken boekjaar aan de Kamer van volksvertegenwoordigers overzendt.

Het jaarverslag van de commissie heeft betrekking op : 1° de uitvoering van haar opdrachten;2° de staat van haar werkingskosten en de wijze waarop zij gedekt zijn, met inbegrip van een overzicht van activa/passiva en het verslag van de bedrijfsrevisor;3° de evolutie van de elektriciteitsmarkt;4° de getroffen maatregelen en de behaalde resultaten voor elk van de in § 2 opgesomde opdrachten;5° een analyse van het ontwikkelingsplan opgesteld door de netbeheerder met toepassing van artikel 13, vanuit het oogpunt van de samenhang ervan met het ontwikkelingsplan van het net over de hele Europese Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8, § 3, punt b), van Verordening nr.714/2009, alsook, in voorkomend geval, van de aanbevelingen tot wijziging van het ontwikkelingsplan opgesteld door de netbeheerder. In het kader van deze analyse houdt de commissie rekening met de prospectieve studie opgesteld met toepassing van artikel 3; 6° een kopie van de beslissingen die eventueel werden genomen tijdens het betrokken boekjaar inzake de methodologie voor de berekening van de tarieven met toepassing van de artikelen 12 en 12bis. De commissie beschrijft in dit verslag de wijze waarop zij de doelstellingen heeft bereikt die werden geformuleerd in haar algemene beleidsnota en in de algemene richtsnoeren die worden voorgeschreven door de regering. Zij verklaart desgevallend de redenen waarom deze doelstellingen niet werden behaald.

Dit verslag wordt op de internetsite van de commissie gepubliceerd.

Ter informatie wordt een afschrift van dit verslag eveneens naar de minister gestuurd. »; 19° een § 3bis wordt ingevoegd, luidende : « § 3bis.De commissie maakt ook, vóór 1 mei van het jaar volgend op het betrokken boekjaar, aan het ACER en aan de Europese Commissie een jaarverslag over met betrekking tot haar activiteiten en de uitvoering van haar opdrachten. Dit verslag omvat de getroffen maatregelen en de behaalde resultaten voor elk van de in § 2 opgesomde opdrachten. Dit verslag bevat eveneens een analyse van het ontwikkelingsplan opgesteld door de netbeheerder in toepassing van artikel 13, vanuit het oogpunt van de samenhang ervan met het ontwikkelingsplan van het net over de hele Europese Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8, § 3, punt b), van Verordening nr. 714/2009, alsook, in voorkomend geval, van de aanbevelingen tot wijziging van het ontwikkelingsplan opgesteld door de netbeheerder. In het kader van deze analyse houdt de commissie rekening met de prospectieve studie die opgesteld werd met toepassing van artikel 3. »; 20° een § 5 wordt ingevoegd, luidende : « § 5.De commissie ziet erop toe dat haar personeel en de personen belast met haar beheer : a) onafhankelijk van alle commerciële belangen handelen;b) in de uitoefening van hun opdrachten met toepassing van § 2 geen directe instructies vragen noch aanvaarden van gelijk welke regering of andere openbare of privé-entiteit.Deze vereiste geldt onverminderd een nauw overleg, in voorkomend geval, met alle overige bevoegde overheden, evenals de algemene, door de regering voorgeschreven richtsnoeren. ».

Art. 37.In dezelfde wet wordt een artikel 23quater ingevoegd, luidende : «

Art. 23quater.§ 1. De commissie werkt voor de grensoverschrijdende zaken samen met de reguleringsoverheid of overheden van de betrokken lidstaten van de Europese Unie en met het ACER. De commissie consulteert en werkt nauw samen met de reguleringsoverheden van de andere lidstaten van de Europese Unie, zij wisselt met hen alle informatie uit voor de uitvoering van de taken die haar toebedeeld zijn krachtens deze wet, en deelt deze informatie mee aan het ACER. De overheid die deze uitgewisselde informatie ontvangt, behandelt ze met dezelfde strikte vertrouwelijkheid als de overheid die ze verstrekt.

De commissie werkt tenminste samen op regionaal niveau, zoals bedoeld in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr. 714/2009, om : a) de invoering van praktische modaliteiten te bevorderen, teneinde een optimaal beheer van het net mogelijk te maken, elektriciteitsbeurzen en toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit te stimuleren, en een adequaat niveau van interconnectiecapaciteit, mede door nieuwe interconnectie binnen de regio en tussen de regio's, zoals bedoeld in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr.714/2009, mogelijk te maken teneinde de ontwikkeling van daadwerkelijke mededinging mogelijk te maken en de bevoorradingszekerheid te verbeteren zonder tussen leveranciers uit verschillende lidstaten van de Europese Unie te discrimineren; b) de ontwikkeling van alle netcodes voor de relevante transmissienetbeheerders en andere marktdeelnemers te coördineren;en c) de ontwikkeling van de regels inzake congestiebeheer te coördineren. De commissie is bevoegd om samenwerkingsakkoorden af te sluiten met de reguleringsoverheden van de andere lidstaten van de Europese Unie teneinde de samenwerking inzake regulering te bevorderen.

De acties bedoeld in het derde lid worden, in voorkomend geval, ondernomen in nauw overleg met de andere betrokken federale overheden, onverminderd de bevoegdheden van deze laatste. § 2. De commissie schikt zich naar en implementeert de juridisch dwingende beslissingen van het ACER en van de Europese Commissie.

De commissie kan het advies van het ACER vragen in verband met de overeenstemming van een beslissing genomen door een regionale reguleringsoverheid of een andere Lidstaat met de door de Europese Commissie opgestelde richtsnoeren in uitvoering van Richtlijn 2009/72/EG of bedoeld in Verordening nr. 714/2009.

De commissie kan de Europese Commissie ook op de hoogte brengen van elke beslissing van toepassing op de grensoverschrijdende uitwisselingen, genomen door een regionale reguleringsoverheid of een andere lidstaat van de Europese Unie die zij in strijd acht met de in het tweede lid vermelde richtsnoeren, en wel binnen twee maanden na deze beslissing.

Wanneer de Europese Commissie aan de commissie vraagt om één van haar beslissingen in te trekken, gaat deze binnen een termijn van twee maanden over tot de intrekking ervan en brengt ze de Europese Commissie hiervan op de hoogte. § 3. De commissie werkt samen met de regionale reguleringsoverheden.

De vertegenwoordiging en de contacten op communautair niveau binnen het ACER, overeenkomstig artikel 14, § 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009, worden verzekerd door een vertegenwoordiger van de commissie die in formele samenwerking met de regionale reguleringsoverheden handelt. ».

Art. 38.In artikel 24 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « De organen van de commissie zijn het directiecomité en de Geschillenkamer bedoeld in artikel 29.Er wordt eveneens een algemene raad opgericht. Het directiecomité en de algemene raad stellen ieder een huishoudelijk reglement op dat ter informatie aan de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt overgezonden. »; 2° in § 2, tweede lid, wordt het woord « eenmaal » ingevoegd tussen de woorden « koninklijk besluit voor een » en de woorden « hernieuwbare termijn van zes jaar »;3° in § 2 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : « Bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministeraad, bepaalt de Koning de in het tweede lid bedoelde procedure van evaluatie van de benoeming of van de hernieuwing van het mandaat van voorzitter of lid van het directiecomité.»; 4° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : « Uiterlijk zes maanden voor het einde van het mandaat van de voorzitter of de leden van het directiecomité, wordt de procedure voor de selectie van de volgende voorzitter en leden aangevat.»; 5° de § § 2bis en 2ter worden ingevoegd, luidende : « § 2bis.Bij besluit van de Ministerraad, genomen ingevolge een voorstel dat door de minister is gedaan op basis van het advies van de Tuchtraad volgens de procedure bepaald in deze paragraaf, kan een einde worden gemaakt aan het mandaat van de voorzitter of van een of van meerdere leden van het directiecomité van de commissie die aansprakelijk zijn voor een van de volgende inbreuken : - schending van de voorwaarden van onafhankelijkheid waarin deze wet en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, alsmede de uitvoerings-besluiten genomen in uitvoering van deze wetten, voorzien; - schending, in de uitoefening van hun mandaten, van elke andere wettelijke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de voorzitter en/of de leden van het directiecomité krachtens deze wet en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, alsmede de uitvoerings-besluiten genomen in uitvoering van deze wetten.

Na de vaststelling van een inbreuk, bedoeld in het eerste lid, en binnen de maand nadat hij van deze inbreuk heeft kennis genomen, zoekt de minister de Tuchtraad ingesteld door § 2ter aan bij een aangetekende brief met ontvangstmelding. Deze brief beschrijft inzonderheid de aard van de feiten die geacht worden de inbreuk te vormen. Geen enkele vermelding wordt gedaan in deze brief over de gevolgen die dienen te worden gegeven aan deze inbreuk.

Binnen drie maanden na de verzending van de in het tweede lid bedoelde brief, roept de Tuchtraad de partijen, zijnde de minister en de persoon jegens wie de inbreuk is vastgesteld, op voor een hoorzitting.

De oproeping voor deze hoorzitting wordt bij een aangetekende brief met ontvangstmelding verstuurd uiterlijk de tiende dag voor de hoorzitting. De partijen kunnen zich ter zitting laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

Binnen de maand na de hoorzitting brengt de Tuchtraad een bindend advies uit voor de minister. Dit advies kan concluderen : - ofwel dat er reden is om tot een vervroegde beëindiging van het mandaat over te gaan met verval van opzeggingsvergoedingen of andere ontslagvergoedingen die contractueel werden bedongen; - ofwel dat er reden is om tot een vervroegde beëindiging van het mandaat over te gaan, zonder dat het noodzakelijk is het verval uit te spreken van opzeggingsvergoedingen of andere ontslagvergoedingen die contractueel werden bedongen; - ofwel dat er geen reden is om tot een vervroegde beëindiging van het mandaat over te gaan. § 2ter. Voor de toepassing van de bepalingen bedoeld in § 2bis, wordt er een Tuchtraad opgericht. De Tuchtraad bestaat uit een voorzitter, magistraat, en twee leden, eveneens magistraten, die worden verkozen door de Kamer van volksvertegenwoordigers voor een hernieuwbaar mandaat van zes jaar. De voorzitter van de Tuchtraad dient zijn kennis van het Nederlands en van het Frans te bewijzen. Het ene lid is Nederlandstalig en het andere Franstalig. Voor de voorzitter en de leden verkiest de Kamer van volksvertegenwoordigers een plaatsvervanger.

Het secretariaat van de Tuchtraad wordt waargenomen door een Nederlandstalige griffier en een Franstalige griffier die door de Kamer van volksvertegenwoordigers worden verkozen. De griffiers zijn magistraten.

De Kamer van volksvertegenwoordigers stelt de regels voor de verkiezing van de leden van de Tuchtraad en zijn griffiers vast.

De Tuchtraad stelt zijn huishoudelijk reglement vast. »; 6° paragraaf 3 wordt aangevuld met drie leden luidende : « De algemene raad kan studies uitvoeren en adviezen uitbrengen op vraag van de minister. De algemene raad beschikt van een passende begroting voor de uitvoering van zijn taken.

Het directiecomité handelt onafhankelijk van de algemene raad en aanvaardt geen enkele instructie vanwege de raad. ».

Art. 39.In artikel 25 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « aangeworven en » opgeheven;2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De werkingskosten van de commissie worden gedekt door de federale bijdrage bedoeld in artikel 21bis, ten belope van de begroting bepaald door de Kamer van volksvertegenwoordigers met toepassing van § 5. »; 3° in § 5, eerste lid, wordt het woord « distributeurs » vervangen door het woord « leveranciers »;4° in § 5 worden het derde en het vierde lid vervangen als volgt : « Het ontwerp van begroting van de commissie wordt opgemaakt door het directiecomité.Het ontwerp van begroting van de commissie, vergezeld van een algemene beleidsnota, opgesteld door het directiecomité, wordt vóór 30 oktober van het jaar voorafgaand aan dit waarop het betrekking heeft ter goedkeuring voorgelegd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De Kamer van volksvertegenwoordigers hoort het directiecomité. Het ontwerp van begroting, eventueel aangepast ingevolge het verhoor, wordt vervolgens door de Kamer van volksvertegenwoordigers goedgekeurd.

De commissie zendt de jaarrekening, vergezeld van het verslag van de bedrijfsrevisor opgesteld op basis van het tweede lid, vóór 1 mei van het jaar volgend op het betrokken jaar, over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof. Het Rekenhof controleert de jaarrekening van de commissie en zendt zijn auditverslag over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. ».

Art. 40.In artikel 26 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « In de uitvoering van de haar toegewezen opdrachten kan de commissie de netbeheerder en de distributienetbeheerders, alsook de producenten, leveranciers en tussenpersonen die op de Belgische markt tussenkomen, elke verbonden of geassocieerde onderneming evenals elke onderneming die een multilateraal commercieel platform beheert of uitbaat waarop energieblokken of financiële instrumenten worden verhandeld, die een rechtstreeks verband houden met de Belgische elektriciteitsmarkt of die er een directe impact op uitoefenen, vorderen om haar alle nodige informatie te verstrekken, met inbegrip van de verantwoording van elke weigering tot toegangverlening aan een derde, en alle informatie over de nodige maatregelen om het net te versterken, voor zover zij haar verzoek motiveert.Zij kan hun rekeningen ter plaatse controleren. »; 2° paragraaf 1bis wordt aangevuld met een lid, luidende : « De informatie die door de commissie wordt vergaard in het kader van deze paragraaf kan alleen worden aangewend voor de verslagen, adviezen en aanbevelingen die bedoeld zijn in de artikelen 23bis en 23ter.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, dit artikel uitbreiden tot bindende beslissingen die zouden kunnen bedoeld worden in de artikelen 23bis en 23ter. »; 3° in § 2 worden de woorden « en/of de gegevens met een persoonlijk karakter » ingevoegd tussen de woorden « de vertrouwelijke gegevens » en de woorden « die hun ter kennis zijn gekomen ».

Art. 41.In artikel 27 van dezelfde wet, laatst gewjzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § § 1bis en 1ter worden ingevoegd, luidende : « § 1bis.De ombudsdienst voor energie behandelt de vragen en de klachten die hem worden voorgelegd met toepassing van § 1 op basis van transparante, eenvoudige en goedkope procedures die een billijke en snelle regeling mogelijk maken van de geschillen binnen een termijn van veertig werkdagen. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd voor een periode van veertig werkdagen, op voorwaarde dat de partijen daarvan zijn geïnformeerd vóór het verstrijken van die termijn.

De ombudsdienst voor energie houdt ter zake rekening met de relevante gewestelijke of federale bepalingen, in voorkomend geval, op het vlak van consumentenbescherming en legt de nadruk op de hoogte en de modaliteiten van schadeloosstelling.

De ombudsdienst voor energie heeft de volle bevoegdheid om aan de gewestelijke regulatoren de vragen en klachten over te maken die onder hun uitsluitende bevoegdheden vallen.

De ombudsdienst voor energie werkt als een enig loket inzake klachtenbehandeling. De verdeling van de vragen en de klachten over de bevoegde federale en gewestelijke diensten, de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen die diensten en de oprichting van een permanente overlegwerkgroep met die diensten, worden geregeld door de bepalingen van dit artikel.

De ombudsdienst voor energie heeft toegang tot het Rijksregister der natuurlijke personen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister der natuurlijke personen. § 1ter. De ombudsdienst voor energie zendt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers een jaarverslag betreffende de uitoefening van zijn opdrachten. De dienst kan in het kader hiervan voorstellen doen om de procedure voor het behandelen van de geschillen te verbeteren. »; 2° in § 7, tweede zin, wordt het woord « oktober » vervangen door het woord « juni »;3° in § 13, eerste zin, worden de woorden « dat voorafgaat aan dat » ingevoegd tussen de woorden « van het jaar » en de woorden « waarvoor zij verschuldigd zijn ».

Art. 42.Artikel 28 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 28.Elke belanghebbende partij die zich geschaad acht naar aanleiding van een door de commissie genomen beslissing mag, binnen een termijn van vijftien dagen na de bekendmaking of de kennisgeving van deze beslissing een klacht indienen bij de commissie teneinde de zaak opnieuw te laten onderzoeken.

Deze klacht heeft geen schorsende werking en sluit de indiening van een beroep voor het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 29bis niet uit, noch vormt zij een voorafgaande voorwaarde hiertoe.

De klacht met het oog op een nieuw onderzoek wordt via aangetekend schrijven of mits neerlegging met ontvangstbewijs tot de zetel van de commissie gericht. Zij bevat een afschrift van de bestreden beslissing evenals de redenen die een herziening verantwoorden.

De commissie neemt haar beslissing met betrekking tot de klacht binnen een termijn van twee maanden vanaf de neerlegging van de klacht met het oog op een nieuw onderzoek. ».

Art. 43.In artikel 29 van diezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « een autonoom orgaan opgericht, Geschillenkamer genoemd, dat » vervangen door de woorden « een Geschillenkamer opgericht die »;2° in § 1 worden de woorden « de toegang tot het transmissienet en de tarieven bedoeld in artikelen 12 tot 12novies » vervangen door de woorden « de verplichtingen die aan de netbeheerder, aan de distributienetbeheerders en aan de beheerders van gesloten industriële netten krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan werden opgelegd »;3° een § 2bis wordt ingevoegd, luidende : « § 2bis.De leden van de wetgevende Kamers, van het Europees Parlement en van de parlementen van de Gemeenschappen en de Gewesten, de ministers, de staatssecretarissen, de leden van een gemeenschaps- of gewestregering, de leden van het kabinet van een lid van de federale regering of van een gemeenschaps- of gewestregering en de leden van de bestendige deputaties van de provincieraden mogen de functies van voorzitter, van lid of plaatsvervanger van de Geschillenkamer niet uitoefenen.

De voorzitter, de leden en plaatsvervangers van de Geschillenkamer mogen geen enkele functie of activiteit, bezoldigd of niet, uitoefenen in dienst van de netbeheerder, van een van de eigenaars van het net, van een producent, van een distributiemaatschappij of van een tussenpersoon zoals omschreven in artikel 2, of van een gasbedrijf zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen.

Het verbod waarin het tweede lid voorziet blijft bestaan gedurende een jaar na het einde van het mandaat van de voorzitter, van de leden en de plaatsvervangers van de Geschillenkamer.

De bijslagen bedoeld in § 2 kunnen in de betaling voorzien, op het einde van het mandaat van de voorzitter, van de leden van van de plaatsvervangers van de Geschillendienst, van een compenserende vergoeding rekening houdend met het verbod bedoeld in het tweede en derde lid. Deze vergoeding mag de helft van de brutobijslag van de voorzitter, van de leden of van de plaatsvervangers voor de twaalf maanden voorafgaand aan het einde van hun mandaat niet overtreffen.

De voorzitter, de leden en de plaatsvervangers van de Geschillenkamer mogen geen aandelen, of andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren, uitgegeven door elektriciteitsbedrijven (andere dan zelfopwekkers) of gasbedrijven, bezitten, noch financiële instrumenten die de mogelijkheid bieden om dergelijke aandelen of waardepapieren te verwerven of over te dragen, of die aanleiding geven tot een betaling in contanten welke hoofdzakelijk afhankelijk is van de evolutie van de waarde van dergelijke aandelen of waardepapieren.

Indien de voorzitter, een lid of een plaatsvervanger, rechtstreeks of onrechtstreeks, een tegengesteld belang heeft bij een geschil voorgelegd aan de Geschillenkamer, mag hij de betreffende beraadslagingen van de Geschillenkamer niet bijwonen, noch deelnemen aan de stemming. Hij moet de voorzitter, de overige leden van het directiecomité en/of de overige plaatsvervangers van de Geschillenkamer hierover vooraf inlichten, die daarvan melding moet maken in haar beslissing.

De mandaten van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangers van de Geschillendienst verstrijken wanneer zij de volle leeftijd van vijfenzestig jaar hebben bereikt. 4° paragraaf 3 wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De Geschillenkamer doet uitspraak binnen twee maanden na de aanhangigmaking.Deze termijn kan met twee maanden worden verlengd ingeval de Geschillenkamer om bijkomende inlichtingen verzoekt. Een nieuwe verlenging van deze termijn is mogelijk mits akkoord van de aanvrager.

De beslissing van de Geschillenkamer is dwingend, voor zover zij niet werd vernietigd ingevolge een beroep voor de bevoegde rechtbanken. ».

Art. 44.In artikel 29bis, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 juli 2005, en laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de inleidende zin wordt vervangen als volgt : « Elke persoon die een belang aantoont kan bij het hof van beroep te Brussel, zetelend zoals in kort geding, een beroep instellen tegen alle beslissingen van de commissie, waaronder die welke hierna worden opgesomd : » 2° in punt 6°, worden de woorden « , betreffende de goedkeuring van de tarieven bedoeld in artikelen 12 tot 12novies en de uitvoeringsbesluiten ervan » opgeheven.

Art. 45.In artikel 29quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Het beroep bedoeld in artikel 29bis heeft geen schorsende werking, tenzij het is ingesteld tegen een beslissing van de commissie tot het opleggen van een administratieve boete. Het hof van beroep te Brussel waarbij een beroep aanhangig wordt gemaakt, kan evenwel, alvorens recht te doen, de schorsing bevelen van de tenuitvoerlegging van de beslissing die het voorwerp uitmaakt van het beroep als de aanvrager ernstige middelen inroept die de vernietiging of hervorming van de beslissing kunnen rechtvaardigen en als de onmiddellijke tenuitvoerlegging ervan hem een ernstig en moeilijk te herstellen nadeel dreigt te berokkenen. Zo ook kunnen alle personen die een belang hebben een beroep aanhangig maken bij het hof van beroep te Brussel en de schorsing vragen van de tenuitvoerlegging van alle beslissingen van de commissie genomen met toepassing van de artikelen 12 tot 12quinquies waardoor de commissie de wet zou overtreden. Op de vordering tot schorsing doet het hof uitspraak met voorrang boven alle andere zaken. Een vordering tot schorsing kan niet worden ingeleid zonder dat een vordering ten gronde wordt ingeleid. »; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « Binnen de drie werkdagen die volgen op de neerlegging van het verzoekschrift, wordt hiervan kennis gegeven via gerechtsbrief door de griffie van het hof van beroep aan alle partijen die door de verzoeker bij de zaak worden betrokken.De griffie van het hof van beroep vraagt het directiecomité van de commissie het administratief dossier betreffende de aangevochten akte bij de griffie neer te leggen, met het verzoekschrift. De neerlegging van het administratief dossier geschiedt ten laatste de dag van de inleidingszitting, zonder dat de termijn tussen de ontvangst van het verzoekschrift door de commissie en de inleidingszitting evenwel korter mag zijn dan tien dagen. In geval van uiterste hoogdringendheid kan het hof van beroep de termijn voor de indiening van het administratief dossier inkorten, zonder dat deze termijn evenwel korter mag zijn dan vijf dagen na de ontvangst van het verzoekschrift. Het administratief dossier kan door de partijen worden geraadpleegd bij de griffie van het hof van beroep vanaf de neerlegging ervan en tot de sluiting der debatten. ».

Art. 46.Artikel 29sexies van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, wordt opgeheven.

Art. 47.In artikel 29septies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden « behoudens andersluidende beslissing van de organen van de commissie die de beslissing hebben genomen » vervangen door de woorden « waarbij de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie en/of persoonsgegevens wordt gevrijwaard ».

Art. 48.In artikel 29octies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 16 juli 2001 en laatst gewijzigd bij de wet van 27 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « voor de opvolging van de energieprijzen, » ingevoegd tussen de woorden « de noodzakelijke gegevens » en de woorden « voor het opmaken van energiebalansen » ingevoegd;2° in § 2 wordt de tweede zin aangevuld met met de woorden « alsook voor het geheel van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens die door de Algemene Directie Energie werden verzameld in het kader van haar bevoegdheden krachtens deze wet en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen alsook hun uitvoeringsbesluiten ».

Art. 49.In dezelfde wet wordt een artikel 29novies ingevoegd, luidende : « De elektriciteitsbedrijven delen aan de Algemene Directie Energie op straffe van een dwangsom van een maximumbedrag van 1 % van de jaaromzet van de betrokken activiteit in België, alle informatie mede die voor haar noodzakelijk is voor het uitoefenen van haar opdrachten krachtens deze wet. »

Art. 50.In artikel 30, § § 1 en 2, van dezelfde wet, worden de woorden « vijftig tot twintig duizend frank », vervangen door de woorden « 1,24 tot 495,79 euro ».

Art. 51.In artikel 30bis, § 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden « het artikel 23, § 2, 3°, 3° bis, 19° en 20°, op het artikel 23bis, op het artikel 23ter en op het artikel 26, § 1, wat betreft de uitvoering van de opdrachten van de commissie bedoeld in artikelen 23, § 2, 3°, 3° bis, 19° en 20°, 23bis en 23ter, en op het artikel 26, § 1bis van deze wet en op haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « artikel 23, § 2, 3°, 3° bis, 5°, 19° tot 22°, 25° et 29°, op artikel 23bis, op artikel 23ter en op artikel 26, § 1, wat betreft de uitvoering van de opdrachten van de commissie bedoeld in artikel 23, § 2, 3°, 3° bis, 19° tot 22°, 25° en 29°, artikel 23bis, artikel 23ter en artikel 26, § 1bis ».

Art. 52.In dezelfde wet wordt een artikel 30ter ingevoegd, luidende : «

Art. 30ter.Elke overtreding op de door deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan uitgevaardigde vertrouwelijkheidsregels wordt bestraft met de straffen bepaald bij artikel 458 van het Strafwetboek. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing. ».

Art. 53.In artikel 31 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « van deze wet of de uitvoeringsbesluiten ervan » vervangen door de woorden « van deze wet, van de uitvoeringsbesluiten ervan, van latere wetten betreffende de tarieven of betreffende de bijdrage bedoeld in artikel 21bis of van alle andere bepalingen op de toepassing waarvan ze toeziet krachtens artikel 23, § 2, tweede lid, 8°.»; 2° in het eerste lid, worden de woorden « niet lager zijn dan vijftigduizend frank, noch hoger zijn dan vier miljoen frank, noch, in totaal, hoger zijn dan tachtig miljoen frank » vervangen door de woorden « niet lager zijn dan duizend tweehonderd veertig euro, noch hoger zijn dan honderd duizend euro, noch, in totaal, hoger zijn dan twee miljoen euro »;3° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De administratieve boetes die door de commissie aan de netbeheerder worden opgelegd worden niet opgenomen in zijn kosten, maar worden afgetrokken van zijn billijke winstmarge.»; 4° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De administratieve boetes die door de commissie aan de distributienetbeheerders worden opgelegd, worden niet opgenomen in hun kosten, maar worden afgetrokken van hun billijke winstmarge.».

De elektriciteitsbedrijven mogen aan hun afnemers het bedrag van de administratieve boetes die de commissie hen oplegt niet doorfactureren. ».

Art. 54.In artikel 32 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en in overleg met de netbeheerder » worden ingevoegd tussen de woorden « na advies van de commissie » en de woorden « , de nodige beschermingsmaatregelen nemen« ;2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende : « Deze maatregelen moeten zo weinig mogelijk storingen veroorzaken in de werking van de Europese interne markt en mogen de draagwijdte niet overstijgen die strikt noodzakelijk is om de plotse moeilijkheden te verhelpen die zich hebben voorgedaan. De minister geeft onmiddellijk kennis van deze maatregelen aan de andere lidstaten van de Europese Unie en aan de Europese Commissie. ». HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen

Art. 55.In artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, laatst gewijzigd bij de wet van 11 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° bis, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van 16 maart 2007, wordt vervangen als volgt : « 5° bis.« aardgasonderneming » : natuurlijke persoon of rechtspersoon die ten minste een van de volgende functies vervult : productie, transmissie, distributie, telling, levering, aankoop of opslag van aardgas, met inbegrip van LNG, en die verantwoordelijk is voor de met deze functies verband houdende commerciële, technische en/of onderhoudswerkzaamheden, maar die geen eindafnemer is; »; 2° punt 7°, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : « 7° « vervoer » : vervoer van aardgas alsook van biogas en gas voortkomend uit biomassa en andere types van gas in de zin van de bepalingen van artikel 2, § 4, door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, anders dan een upstreampijpleidingnet en dan het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;« ; 3° punt 7° bis, ingevoegd bij de wet van 16 juli 2001, wordt opgeheven;4° in punt 10° bis, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, worden de woorden « alsook van biogas en gas voortkomend uit biomassa of andere types van gas in de zin van de bepalingen van artikel 2, § 4, » ingevoegd tussen de woorden « van aardgas » en de woorden « en die geëxploiteerd wordt door de met het vervoer van aardgas belaste beheerder »;5° in punt 12° bis, ingevoegd bij de wet van 16 juli 2001, worden de woorden « de distributienetten, » ingevoegd tussen de woorden « leidingen, » en de woorden « de opslagmiddelen;»; 6° punt 13° wordt vervangen als volgt : « 13° « distributienetbeheerder« : een natuurlijke of rechtspersoon die, overeenkomstig de gewestelijke wetgevingen, de distributie verricht van en verantwoordelijk is voor de exploitatie, het onderhoud en, indien nodig, de ontwikkeling van een distributienet in een gegeven zone en, desgevallend, van de interconnecties met andere netten, en die belast is met het waarborgen van het netvermogen op lange termijn om aan een redelijke vraag naar gasdistributie te voldoen;»; 7° punt 19°, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt aangevuld met de woorden « en/of een bedrijf dat aan dezelfde aandeelhouders toebehoort »;8° in punt 22° worden de woorden « distributieonderneming » vervangen door de woorden « distributienetbeheerder »;9° punt 23° wordt aangevuld met de zin « Elke eindafnemer is een in aanmerking komende afnemer;»; 10° punt 25°, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 25° « Richtlijn 2009/73/EG » : de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG;»; 11° tussen de punten 25° en 26° worden de punten 25° bis, 25° ter, 25° quater en 25° quinquies ingevoegd, luidende : « 25° bis « Verordening (EG) nr.715/2009 » : Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005; 25° ter « Verordening (EG) nr.713/2009 » : Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators; « 25° quater « ACER » : Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators, ingesteld door Verordening (EG) nr. 713/2009; 25° quinquies « Verordening (EU) nr.994/2010« : de Verordening (EU) nr. 994/2010 van 20 oktober 2010 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG van de Raad; »; 12° punt 33° wordt vervangen als volgt : « 33° « beheerder van de opslag » : een natuurlijke of rechtspersoon die de opslag verzorgt en verantwoordelijk is voor de exploitatie van de opslaginstallatie;»; 13° punt 35° wordt vervangen als volgt : « 35° « beheerder van de LNG-installatie » : iedere natuurlijke of rechtspersoon die aardgas vloeibaar maakt of de invoer, verlading of hervergassing van LNG verricht en die verantwoordelijk is voor het beheer van een LNG-installatie;»; 14° punt 38°, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, wordt vervangen als volgt : « 38° « verticaal geïntegreerde onderneming » : aardgasbedrijf of groep van aardgasondernemingen waarin dezelfde persoon of dezelfde personen, direct of indirect, het recht hebben zeggenschap uit te oefenen en waarbij het bedrijf of de groep van bedrijven ten minste één van de functies van vervoer, distributie, LNG of opslag en ten minste één van de functies van productie of levering van aardgas verricht;»; 15° punt 41° wordt vervangen als volgt : « 41° « nieuwe installatie » : een aardgasinstallatie die ten laatste op 4 augustus 2003 niet afgewerkt is;»; 16° de punten 46° tot 49° worden opgeheven;17° het artikel wordt aangevuld met de punten 52° tot 63°, luidende : « 52° « huishoudelijke afnemer » : een afnemer die aardgas aankoopt voor zijn eigen huishoudelijk gebruik, met uitsluiting van handels- of beroepsactiviteiten;53° « niet-huishoudelijke afnemer » : een natuurlijke of rechtspersoon die aardgas aankoopt dat niet voor zijn huishoudelijk gebruik is bestemd;54° « beschermde huishoudelijke afnemer » : een eindafnemer met een laag inkomen of in een onzekere situatie, zoals bepaald door de artikelen 3 en 4 van de programmawet van 27 april 2007 en die de bescherming geniet van artikel 15/10, § 2;55° « kwetsbare afnemer » : elke beschermde huishoudelijke afnemer in de zin van het punt 54° evenals elke eindafnemer die door de Gewesten als kwetsbaar wordt beschouwd;56° « gesloten industrieel net » : een net binnen een geografisch afgebakende industriële of commerciële locatie of een locatie met gedeelde diensten dat in de eerste plaats bestemd is om de eindafnemers die op deze locatie gevestigd zijn te bedienen, dat geen huishoudelijke afnemers bevoorraadt en waarin : a) de exploitatie of het productieproces van de gebruikers van dat net om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is;of b) het aardgas wordt gedistribueerd aan de eigenaar of beheerder van het gesloten distributienet of de daarmee verwante bedrijven;57° « beheerder van gesloten industrieel net » : natuurlijke of rechtspersoon, eigenaar van een gesloten industrieel net, of die beschikt over een gebruiksrecht op een dergelijk net.De natuurlijke of rechtspersoon die een eindafnemer via zijn aansluitingspunt aan het aardgasvervoersnet zonder financiële prestatie of compensatie laat afnemen, is geen beheerder van een gesloten industrieel net; 58° « gebruiker van een gesloten industrieel net » : een eindafnemer aangesloten op een gesloten industrieel net;59° « transactie » : alle verrichtingen die leiden tot een controlewijziging van de beheerder van het aardgasvervoersnet en die van aard zijn om de naleving van de eisen van onafhankelijkheid van de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2 in het gedrang te brengen en die met toepassing van artikel 8, § 4bis aan de Commissie moeten worden meegedeeld, 60° « interconnector » : een vervoersleiding die de grens tussen twee lidstaten overschrijdt of overspant met uitsluitend als bedoeling de vervoersnetten van deze lidstaten onderling te koppelen;61° « aardgasderivaat » : een financieel instrument, bedoeld in de bepalingen die de punten 5, 6 en 7 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten omzetten, wanneer het genoemde instrument betrekking heeft op aardgas; 62° « variabele energieprijs » : de prijs van de energiecomponent binnen een variabel contract die de leverancier aanrekent aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s en die met regelmatige tussenpozen geïndexeerd wordt op basis van een contractueel overeengekomen indexeringsformule (exclusief nettarieven, taksen en heffingen); 63° « K.M.O.'s » : de eindafnemers met een jaarlijks verbruik van minder dan 50 MWh elektriciteit en minder dan 100 MWh gas voor het geheel, per eindafnemer, van hun toegangspunten op het transmissie-/vervoersnet en/of distributienet. ».

Art. 56.In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2001, worden de volgende wijzingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, wordt het woord « distributieondernemingen » vervangen door het woord »distributienetbeheerders »;2° in § 1, 2°, c) en d), worden de woorden « distributieonderneming » vervangen door het woord « distributienetbeheerder »;3° er wordt een § 4 ingevoegd, luidende : « § 4.De door deze wet opgestelde regels voor aardgas, met inbegrip van LNG, zijn eveneens van toepassing, op niet-discriminerende wijze, op biogas en gas uit biomassa of andere gassoorten, in de mate dat het technisch mogelijk is om deze veilig te injecteren en te vervoeren over het aardgasvervoersnet en in de mate dat deze gassoorten in overeenstemming zijn met de toepassing van artikel 15/5undecies aangenomen gedragscode, en ook verenigbaar zijn met de kwaliteitsnormen die op het aardgasvervoersnet vereist worden. ».

Art. 57.In artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « hoofdstuk IVbis » vervangen door de woorden « hoofdstuk IV »;2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden « na raadpleging van de aardgasvervoersnetbeheerder.».

Art. 58.In artikel 4 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « , de redenen waarom een vergunning kan worden geweigerd » ingevoegd tussen de woorden « de vergoeding die hiervoor moet worden betaald, » en de woorden « en de termijnen waarbinnen de minister »;2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De toekenningsprocedure van de in het eerste lid bedoelde vervoervergunningen houdt, in voorkomend geval, rekening met het belang van het project voor de interne aardgasmarkt. De redenen tot weigering van een vergunning moeten objectief en niet-discriminerend zijn. Zij worden aan de aanvrager meegedeeld. De motivering voor de weigering wordt ter informatie ter kennis gebracht aan de Europese Commissie overgemaakt. ».

Art. 59.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk III van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « Afdeling 2. Certificering en aanwijzing van de beheerders ».

Art. 60.Het opschrift van hoofdstuk III, onderafdeling 1, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « Onderafdeling 1. Certificerings- en aanwijzingsprocedure van de beheerders - Definitief stelsel ».

Art. 61.In artikel 8 van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De kandidaat dient aan te tonen dat hij beantwoordt aan de onafhankelijkheidseisen van de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2.

Indien de onafhankelijkheidsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2 door de moedermaatschappij, die zelf beheerder is, worden vervuld dan moet de dochtermaatschappij, die zelf beheerder is, zich daar eveneens naar schikken. »; 2° de § § 4bis, 4ter, 4quater en 4quinquies worden ingevoegd, luidende : « § 4bis.Vooraleer een onderneming tot aardgasvervoersnetbeheerder wordt aangewezen, wordt ze gecertificeerd overeenkomstig de procedure bedoeld in § 4ter.

De identiteit van de aangewezen netbeheerder wordt aan de Europese Commissie meegedeeld.

De vervoersnetbeheerder die definitief werd aangewezen vóór de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen wordt geacht gecertificeerd te zijn.

De commissie kan op ieder ogenblik een certificeringsprocedure openen overeenkomstig § 4ter.

Voorafgaand aan elke transactie die een nieuwe evaluatie van de manier waarop hij zich schikt naar de vereisten voorzien bij artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, kan verantwoorden, geeft de aardgasvervoersnetbeheerder aan de commissie kennis van zijn voornemen om deze transactie te ondernemen. Dergelijke transacties kunnen slechts worden voortgezet mits voorafgaande certificering volgens de procedure die bepaald wordt in § 4ter. Ingeval van sluiting van een transactie die een nieuwe evaluatie zou kunnen verantwoorden van de manier waarop de aardgasvervoersnetbeheerder zich schikt naar de vereisten voorzien bij artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, zonder voorafgaande certificering, stelt de commissie de aardgasvervoersnetbeheerder in gebreke zich te schikken naar de vereisten krachtens § 4ter. De aanwijzing van de aardgasvervoersnetbeheerder wordt herroepen bij gebrek aan regularisatie volgens deze procedure.

De kennisgeving op ieder ogenblik aan de commissie van de afstand van de betrokken transactie doet de certificeringsprocedure bedoeld in § 4ter vervallen. § 4ter. De commissie ziet erop toe dat de vereisten voorzien in de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, steeds door de aardgasvervoersnetbeheerder worden nageleefd. Hiertoe opent zij een certificeringprocedure : a) wanneer een kandidaat-aardgasvervoersnetbeheerder de commissie hierom verzoekt;b) in geval van kennisgeving vanwege de aardgasvervoersnetbeheerder met toepassing van § 4bis ;c) op eigen initiatief, wanneer zij kennis heeft van het feit dat een voorziene wijziging in de bevoegdheden of invloed uitgeoefend op de aardgasvervoersnetbeheerder een overtreding zou kunnen uitmaken van de bepalingen van de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, of wanneer zij redenen heeft om te geloven dat een dergelijke overtreding kan gepleegd zijn;of d) op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie. De commissie brengt de minister op de hoogte van het openen van een certificeringsprocedure evenals de aardgasvervoernetbeheerder wanneer zij op eigen initiatief handelt of op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie.

Het verzoek tot certificering van een kandidaat-aardgasvervoersnetbeheerder evenals de kennisgeving van een aardgasvervoersnetbeheerder bedoeld in het eerste lid, b) geschiedt via aangetekende brief met ontvangstbewijs en vermeldt alle nuttige en noodzakelijke informatie. Desgevallend vraagt de commissie aan de kandidaat-aardgasvervoersnetbeheerder of aan de aardgasvervoersnetbeheerder om aanvullende informatie over te zenden binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de aanvraag.

Wanneer zij op eigen initiatief of op met redenen omkleed verzoek van de Europese Commissie handelt, vermeldt de commissie in haar schrijven de vermoede gebreken op de bepalingen voorzien bij artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, of maakt zij de motivering van de Europese Commissie over.

Na desgevallend de aardgasvervoersnetbeheerder ertoe te hebben uitgenodigd binnen een termijn van dertig werkdagen tegemoet te komen aan de tekortkomingen vermoedt of aan de motivering van de Europese Commissie, besluit de commissie tot een ontwerpbeslissing over de certificering van de aardgasvervoersnetbeheerder binnen vier maanden volgend op de datum van de aanvraag van de kandidaat-aardgasvervoersnetbeheerder, de datum van de kennisgeving van de aardgasvervoersnetbeheerder, de datum waarop zij de minister op de hoogte heeft gebracht, wanneer zij op eigen initiatief handelt, of de datum van het verzoek van de Europese Commissie. De certificering wordt geacht te zijn toegekend bij het verstrijken van deze periode.

De uitdrukkelijke of stilzwijgende ontwerpbeslissing van de commissie wordt pas definitief na het afsluiten van de procedure die bepaald wordt in het zesde tot het negende lid.

De commissie geeft onverwijld kennis aan de Europese Commissie van haar uitdrukkelijke of stilzwijgende ontwerpbeslissing betreffende de certificering van de aardgasvervoersnetbeheerder, vergezeld van alle nuttige informatie betreffende deze ontwerpbeslissing. De Europese Commissie geeft een advies overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 715/2009.

Nadat ze het uitdrukkelijk of stilzwijgend advies van de Europese Commissie heeft ontvangen, wijst de commissie en deelt deze aan de minister onverwijld en ten laatste binnen de maand na het advies van de Europese Commissie, haar definitieve beslissing van certificering mede, met motivering met betrekking tot het naleven van de vereisten van artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2. De commissie houdt bij haar beslissing zo veel mogelijk rekening met het advies van de Europese Commissie. De beslissing van de commissie en het advies van de Europese Commissie worden samen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Bovenvermelde certificeringprocedure vervalt wanneer : a) er afstand werd gedaan van de transactie die ter kennis werd gebracht aan de commissie met toepassing van § 4bis ;of b) de commissie beslist, op basis van de door de aardgasvervoernetbeheerder aangebrachte verbeteringen, de certificeringsprocedure op te heffen. De commissie en de Europese Commissie kunnen bij de aardgasvervoersnetbeheerder en bij de bedrijven die werkzaam zijn in de productie en/of de levering van aardgas, alle nuttige informatie opvragen voor de vervulling van hun taken met toepassing van deze paragraaf. Zij zorgen voor de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie. § 4quater. Wanneer de certificering wordt aangevraagd door een eigenaar of een beheerder van een aardgasvervoersnet waarop een of meer personen van een of meer derde landen zeggenschap uitoefenen, brengt de commissie de Europese Commissie hiervan op de hoogte.

De commissie brengt de Europese Commissie ook onmiddellijk op de hoogte van elke situatie die tot gevolg zou hebben dat een of meer personen van een of meer derde landen de controle verwerven over een aardgasvervoersnet of over een aardgasvervoersnetbeheerder.

Vóór de sluiting ervan brengt de aardgasvervoersnetbeheerder de commissie op de hoogte van elke transactie die tot gevolg zou hebben dat een of meer personen van een of meer derde landen de controle over het aardgasvervoersnet of de aardgasvervoersnetbeheerder verwerven.

Een dergelijke transactie kan slechts worden voortgezet middels de certificering volgens deze paragraaf. In geval van sluiting van de transactie zonder certificering stelt de commissie de aardgasvervoersnetbeheerder in gebreke zich te schikken naar de vereisten van artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, krachtens deze paragraaf. De aanwijzing van de aardgasvervoersnetbeheerder wordt herroepen bij gebrek aan regularisatie volgens deze procedure.

De kennisgeving op elk ogenblik aan de commissie van de afstand van het ontwerp van transactie doet de certificeringsprocedure van deze paragraaf vervallen.

De commissie neemt een ontwerp van beslissing aan betreffende de certificering van de aardgasvervoersnetbeheerder binnen vier maanden volgend op de datum van de kennisgeving waartoe deze laatste is overgegaan. Zij weigert om de certificering toe te kennen indien niet is aangetoond : a) dat de betrokken entiteit zich schikt naar de vereisten voorzien in de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2;en b) dat de toekenning van de certificering de bevoorradingszekerheid inzake energie van België of van de Europese Gemeenschap niet in gevaar brengt.Wanneer zij deze kwestie onderzoekt, houdt de commissie rekening met : 1° de rechten en plichten van de Europese Gemeenschap die voortvloeien uit het internationaal recht ten aanzien van dit derde land, met inbegrip van alle akkoorden afgesloten met een of meer derde landen waarbij de Europese Gemeenschap partij is en die het probleem van de bevoorradingszekerheid inzake energie behandelt;2° de rechten en plichten van België ten aanzien van dit derde land die voortvloeien uit de met dit land afgesloten akkoorden, voor zover zij in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving;en 3° andere bijzondere feiten en omstandigheden van dit geval alsook van het betrokken derde land. De commissie geeft de Europese Commissie onverwijld kennis van haar ontwerp van beslissing, evenals van alle nuttige informatie in verband hiermee.

Alvorens haar definitieve beslissing te nemen, vraagt de commissie het advies van de Europese Commissie om te vernemen of : a) de betreffende entiteit zich schikt naar de vereisten voorzien in de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2;en b) de toekenning van de certificering de bevoorradingszekerheid inzake energie van de Europese Gemeenschap niet in gevaar brengt. De Europese Commissie onderzoekt de vraag zodra zij deze ontvangt en brengt haar advies aan de commissie uit binnen twee maanden na ontvangst van de vraag.

Voor de opstelling van haar advies, kan de Europese Commissie de mening vragen van het ACER, van de Belgische Staat en van de belanghebbende partijen. Indien de Europese Commissie een dergelijk verzoek doet, wordt de termijn van twee maanden met twee bijkomende maanden verlengd.

Indien de Europese Commissie geen advies verleent binnen de periode bepaald in het achtste en het negende lid, wordt zij geacht geen bezwaren te hebben opgeworpen tegen het ontwerp van beslissing van de commissie.

De commissie beschikt over een termijn van twee maanden na verloop van de in het achtste en het negende lid bedoelde termijn om haar definitieve beslissing aangaande de certificering te nemen. Hiertoe houdt de commissie maximaal rekening met het advies van de Europese Commissie. In elk geval heeft de commissie het recht om de certificering te weigeren indien dit de bevoorradingszekerheid inzake energie van België of de bevoorradingszekerheid inzake energie van een andere Lidstaat in gevaar brengt.

De definitieve beslissing van de commissie en het advies van de Europese Commissie worden samen gepubliceerd. Wanneer de definitieve beslissing van het advies van de Europese Commissie verschilt, geeft en publiceert de commissie, samen met de beslissing, de motivering van deze beslissing. § 4quinquies. De in § § 4bis, 4ter en 4quater bedoelde certificeringprocedures worden op identieke wijze toegepast en volgens dezelfde vormen voor de beheerders van opslaginstallaties voor aardgas en LNG installaties.

De beheerders van de aardgasopslaginstallatie en van de LNG installatie die definitief werden aangewezen vóór de bekendmaking van de wet van... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen worden geacht gecertificeerd te zijn. De commissie kan op ieder ogenblik een certificeringsprocedure openen overeenkomstig artikel 8, § 4bis. ».

De identiteit van de aangewezen beheerders voor aardgasopslaginstallaties en LNG installaties wordt aan de Europese Commissie medegedeeld. »; 3° paragraaf 5 wordt aangevuld met de volgende woorden : « en na certificering door de commissie, in overeenstemming met de procedure bedoeld in § § 4bis, 4ter en 4quater.De identiteit van de aangewezen beheerders wordt aan de Europese Commissie medegedeeld. »; 4° paragraaf 7 wordt vervangen als volgt : « § 7.Na de betrokken netbeheerder gehoord te hebben, na beraadslaging in de Ministerraad, en na advies van de commissie, kan de minister de aanwijzing van elke in § 6 bedoelde beheerder herroepen indien : 1° de beheerder ernstig tekortschiet in de verplichtingen die hem krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgelegd;2° de voorwaarden voor de onafhankelijkheid van de beheerder, zoals bedoeld in de artikelen 8/3 tot 8/6 en 15/1, § 2, niet zijn vervuld en, in het geval van de beheerder van het aardgasvervoersnet, in voorkomend geval, heeft geleid tot de afwezigheid van de certificering met toepassing van de procedure bedoeld in § § 4bis, 4ter en 4quater ;3° de onafhankelijkheid van deze beheerder door fusie, splitsing of significante wijzigingen in het aandeelhouderschap in het gedrang zou kunnen komen en, in voorkomend geval, heeft geleid tot de weigering van de certificering met toepassing, van § § 4bis en 4ter.».

Art. 62.In artikel 8/3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van 10 september 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De raad van bestuur is uitsluitend samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, en minstens voor een derde uit onafhankelijke bestuurders.

Deze laatsten worden gekozen ten dele om hun kennis inzake financieel beheer en ten dele om hun nuttige technische kennis en in het bijzonder, om hun relevante kennis van de energiesector.

De commissie geeft een eensluidend advies betreffende de onafhankelijkheid van de onafhankelijke bestuurders, en wel ten laatste binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving van de benoeming van deze onafhankelijke bestuurders door het bevoegd orgaan van de beheerder.

De raad van bestuur is minstens voor een derde samengesteld uit leden van een ander geslacht dan dat van de overige leden.

De beheerders mogen, rechtstreeks of onrechtstreeks, geen vennootsrechten hebben, onder welke vorm dan ook, in een onderneming die gas of elektriciteit levert of produceert. De aardgasvervoersnetbeheerder kan een deelname voor zijn rekening nemen in een onderneming die een buitenlands aardgasvervoersnet beheert van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap voor zover deze onderneming overeenstemt met een van de juridische vormen die bepaald is bij Richtlijn 2009/73/EG en een dergelijke participatie dezelfde waarborgen verschaft als de waarborgen die aanwezig zijn bij de netbeheerder voor aardgas krachtens deze wet. De vervoersnetbeheerder deelt zulke participatie mee aan de commissie alsook iedere ermee verband houdende wijziging. »; 2° in § 1/1 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De ondernemingen die aardgas leveren, ondernemingen die aardgas produceren, producenten van elektriciteit, leveranciers van elektriciteit of de tussenpersonen mogen, alleen of gezamenlijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, geen deel van het kapitaal van de maatschappij en geen aandelen van de maatschappij aanhouden.Aan de aandelen van deze ondernemingen kan geen stemrecht worden verbonden. »; 3° in § 1/1 worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende; « De in de productie en/of de levering van gas of elektriciteit, rechtstreeks of onrechtstreeks, actieve ondernemingen mogen de leden van de raad van bestuur, van de comités die binnen de raad van bestuur worden opgericht van het directiecomité van de beheerder van het aardgasvervoersnet en van elke andere wettelijke vertegenwoordiger van de maatschappij niet benoemen.

Het is eenzelfde natuurlijke persoon niet toegelaten om lid te zijn van de raad van toezicht, de raad van bestuur of de organen die wettelijk de onderneming vertegenwoordigen en tegelijkertijd van een onderneming die werkzaam is in de productie of levering van aardgas en van de aardgasvervoersnetbeheerder. 4° de § § 1/2, 1/3 en 1/4 worden ingevoegd, luidende : « § 1/2.Dezelfde persoon of personen zijn niet gemachtigd om : a) rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap te hebben in een onderneming die rechtstreeks of onrechtstreeks een van de volgende functies waarneemt : productie of levering van aardgas of van elektriciteit, en rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap of bevoegdheden te hebben in de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van een opslaginstallatie van aardgas en/of de beheerder van een LNG installatie;b) rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap te hebben op de beheerder van het aardgasvervoersnet, beheerder van een opslaginstallatie van aardgas en/of beheerder van LNG installatie en rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap of bevoegdheden te hebben in een bedrijf dat rechtstreeks of onrechtstreeks een van de volgende functies uitoefent : productie of levering van aardgas of elektriciteit. De in het eerste lid, a) en b), bedoelde bevoegdheden omvatten met name : (i) het recht om stemrechten uit te oefenen, of (ii) de bevoegdheid om leden van de raad van bestuur, van het directiecomité of van wettelijke vertegenwoordigers van de bedrijf aan te wijzen, of (iii) het bezitten van een meerderheidsaandeel. § 1/3. De aangewezen beheerders tellen in hun raad van bestuur en directiecomités twee regeringscommissarissen waarvan de bevoegdheden bepaald zijn bij het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot invoering ten voordele van de Staat van een bijzonder aandeel in Distrigas en de wet van 26 juni 2002 tot regeling van de bijzondere rechten verbonden aan de bijzondere aandelen ten voordele van de Staat in de NV Distrigas en de NV Fluxys. Deze twee commissarissen komen voort uit twee verschillende taalrollen. In afwijking van het koninklijk besluit van 16 juni 1994 tot invoering ten voordele van de Staat van een bijzonder aandeel in Distrigas en van de wet van 26 juni 2002 tot regeling van de bijzondere rechten verbonden aan de bijzondere aandelen ten voordele van de Staat in de NV Distrigas en de NV Fluxys worden de commissarissen die worden benoemd in toepassing van deze bepalingen benoemd door de Ministerraad. De bijzondere rechten bij bedoelde beheerders worden uitgeoefend door de minister die bevoegd is voor energie. § 1/4. Het bijzondere aandeel ten voordele van de Staat in de NV Distrigas, zoals vermeld in § 1/3 en in de wet van 26 juni 2002 tot regeling van de bijzondere rechten verbonden aan de bijzondere aandelen ten voordele van de Staat in de N.V. Distrigas en de NV Fluxys, wordt opgeheven, enkel voor wat betreft de NV Distrigas. ».

Art. 63.In dezelfde wet wordt een artikel 8/5bis ingevoegd, luidende : «

Art. 8/5bis.De beheerders behandelen de commercieel gevoelige informatie waarvan zij kennis krijgen bij de uitoefening van hun activiteiten vertrouwelijk en zorgen ervoor dat geen informatie over deze activiteiten, die commercieel gunstig kan zijn, op discriminerende wijze wordt vrijgegeven.

De beheerders bezorgen geen van de bovengenoemde informatiegegevens aan ondernemingen die werkzaam zijn in de productie en de levering van gas.

Zij zullen ook hun eigen personeel niet aan die ondernemingen overdragen.

Wanneer de beheerders aardgas verkopen aan, of aankopen van een verbonden of geassocieerde onderneming, maken zij geen misbruik van de commercieel gevoelige informatie die zij van derden hebben verkregen in het kader van de verlening van of de onderhandelingen over toegang tot het aardgasvervoersnet.

De informatie die noodzakelijk is voor een efficiënte concurrentie en voor een goede marktwerking wordt openbaar gemaakt. Deze verplichting doet geen afbreuk aan de bescherming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie. ».

Art. 64.Artikel 8/6 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 8/6.De artikelen 8, 8/1, 8/2, 8/3, 8/4, 8/5 en 8/5bis zijn van toepassing op de gecombineerde netbeheerder. »

Art. 65.In artikel 15/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, vervangen bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de punten 1° en 2° aangevuld met de woorden « en de gepaste middelen te verzekeren om aan de verplichtingen inzake de ondersteunende diensten te beantwoorden »;2° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de punten 11° en 12°, luidende : « 11° de commissie en de Algemene Directie Energie op de hoogte te brengen van elk incident dat op hun net en/of installaties voorvalt;12° te beschikken over een elektronisch platform voor de organisatie van de toegang tot het aardgasvervoersnet, de opslaginstallaties voor aardgas en de LNG-installaties en te zorgen voor de toegang van de commissie en de Algemene Directie Energie tot die elektronische platforms.»; 3° in § 3 wordt punt 3° aangevuld met de woorden « volgens transparante, niet-discriminerende regels en op basis van de regels van de markt »;4° paragraaf 3 wordt aangevuld met de punten 4° tot 8°, luidende : « 4° voldoende grensoverschrijdende capaciteit te voorzien om de Europese vervoersinfrastructuur te integreren en tegemoet te komen aan alle economisch redelijke en technisch realiseerbare vragen, en rekening te houden met de bevoorradingszekerheid inzake aardgas;5° te beschikken over een of meer regionaal geïntegreerde netten, zoals bedoeld in artikel 12, § 3 van Verordening (EG) nr.715/2009, die twee of meer lidstaten dekken, om de capaciteit te verdelen en de veiligheid van het net te controleren; 6° in geval van weigering tot toegang tot het aardgasvervoersnet omwille van een te lage capaciteit of het ontbreken van een verbinding, over te gaan tot de nodige verbeteringen, in de mate dat dit economisch verantwoord is of wanneer een mogelijke afnemer aangeeft dat hij bereid is om deze ten laste te nemen;7° een ontwerp van regels voor het beheer van de congestie op te stellen dat hij aan de commissie en de Algemene Directie Energie betekent.De commissie keurt dit ontwerp goed en kan hem op gemotiveerde wijze verzoeken deze regels te wijzigen mits het naleven van de regels voor de congestie die bepaald zijn door de buurlanden waarvan de interconnectie betrokken is en in overleg met het ACER. De commissie publiceert op haar internetsite de regels voor het beheer van de congestie. De implementering van de regels wordt gemonitord door de commissie in overleg met de Algemene Directie Energie; 8° erop toezien dat, wanneer de afnemers die op het aardgasvervoersnet zijn aangesloten van leverancier willen veranderen, in overeenstemming met de duur en de modaliteiten van hun contracten en zonder deze op de helling te zetten, deze overstap binnen een maximumtermijn van drie wekenwordt uitgevoerd.»; 5° in § 4, worden de woorden « van de Interconnector Zeebrugge Terminal (IZT) en » opgeheven;6° de § § 5 tot 8 worden ingevoegd, luidende : « § 5.De beheerders van een aardgasvervoersnet, van de opslaginstallatie voor aardgas en van de LNG-installatie stellen elk jaar een investeringsplan voor de volgende tien jaar op en zenden dit over aan de commissie en de Algemene Directie Energie.

De beheerders duiden in hun investeringsplannen de investeringen aan die onderworpen zijn aan een open-seasonprocedure. De commissie en de Algemene Directie Energie kunnen ieder afzonderlijk, maar mits de andere op de hoogte wordt gehouden, aan de beheerders in een met redenen omkleed verzoek vragen om een open-seasonprocedure te organiseren voor investeringen die ze niet hadden voorzien.

De minister kan bovendien de commissie vragen om zich uit te spreken over de noodzaak om al dan niet de met toepassing van artikel 15/5bis vastgestelde tariefmethodologie om de financieringsmiddelen van de overwogen investeringen te waarborgen te herzien. § 6. De beheerders van het aardgasvervoersnet, van een opslaginstallatie voor aardgas en van een LNG-installatie streven naar het bevorderen van energie-efficiëntie op hun net of installatie en zenden jaarlijks aan de minister een verslag over aangaande de in dit kader getroffen maatregelen.

Met het oog op energie-efficiëntie promoot de beheerder van het aardgasvervoersnet in het bijzonder de onderbreekbare contracten alsook de niet-vaste reservaties van capaciteit en intelligente meters en/of netten.

In het kader van de intelligente meters, maakt de beheerder van het aardgasvervoersnet tegen 31 december 2012 een economische evaluatie op lange termijn van de totale kosten en winsten van zijn meters voor de markt en voor de eindafnemers aangesloten op dit aardgasvervoersnet, individueel bekeken. § 7. De beheerders van het aardgasvervoersnet, van opslaginstallatie voor aardgas en van een LNG-installatie werken bij de uitoefening van hun opdrachten samen met het ACER, op vraag van deze laatste, alsook met het Europees netwerk van aardgasvervoersnetbeheerders, om de verenigbaarheid van de reglementaire kaders tussen de regio's van de Europese Gemeenschap te garanderen, zoals bepaald door artikel 12, § 3 van Verordening (EG) nr. 715/2009. § 8. De beheerders van het vervoersnet voor aardgas, van de opslaginstallatie van aardgas en van een LNG installatie zenden aan de Algemene Directie Energie een afschrift over met het geheel van de informatie die zij gehouden zijn aan de commissie over te zenden in het kader van de gedragscode bedoeld bij artikel 15/5undecies. ».

Art. 66.In artikel 15/3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « distributieonderneming » wordt vervangen door het woord « distributienetbeheerder »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « Bij de toekenning van een vergunning krachtens het eerste lid wordt rekening gehouden met de vergunningen voor levering afgeleverd door de Gewesten of andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte.».

Art. 67.In artikel 15/4 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, wordt het punt 1°, b), aangevuld met de woorden « , meer bepaald inzake transactie en aanpassing en eenvormigheid met de vereisten voor bevoorradingszekerheid ».

Art. 68.In hoofdstuk IVbis van dezelfde wet wordt een artikel 15/4bis ingevoegd, luidende : « 15/4bis. De leveranciers zien erop toe dat hun afnemers alle relevante gegevens betreffende hun verbruik krijgen.

De leveranciers zorgen ervoor dat zij een hoog beschermingsniveau aan hun eindafnemers die op het aardgasvervoersnet zijn aangesloten, garanderen, meer bepaald inzake de transparantie van de voorwaarden van de contracten, de algemene informatie en de mechanismen voor geschillenbeslechting. ».

De leveranciers passen op hun eindafnemers de tarieven toe die werden goedgekeurd met toepassing van de artikelen 15/5 tot 15/5ter en 15/5quinquies en vermelden op duidelijke en gedetailleerde wijze het bedrag van ieder element dat de eindprijs uitmaakt. ».

Art. 69.In hoofdstuk IVbis van dezelfde wet wordt een artikel 15/4ter ingevoegd, luidende : « 15/4ter. De leveranciers zien erop toe het gebruik van aardgas te optimaliseren, door hen, met name, diensten voor energiebeheer aan te bieden. »

Art. 70.In hoofdstuk IVbis van dezelfde wet wordt een artikel 15/4quater ingevoegd, luidende : «

Art. 15/4quater.De leveranciers stellen de relevante gegevens ter beschikking van de federale instanties, met inbegrip van de commissie, de Raad voor de Mededinging en de Europese Commissie, voor de uitvoering van hun taken, gedurende minstens vijf jaar, in verband met alle transacties met betrekking tot de contracten voor de levering van aardgas of van aardgasderivaten afgesloten met grootafnemers en beheerders van aardgasvervoersnet, alsook met beheerders van aardgasopslag- en LNG-installaties.

De gegevens omvatten bijzonderheden betreffende de kenmerken van de betrokken transacties, zoals looptijd, leverings- en betalingsregels, hoeveelheden, uitvoeringsdata en -tijdstippen, transactieprijzen en middelen om de betrokken grootafnemer te identificeren, alsmede de vereiste gegevens over alle openstaande aardgasleveringscontracten en aardgasderivaten.

De commissie kan bepaalde van deze gegevens ter beschikking stellen van de marktpartijen, voor zover er geen commercieel gevoelige, vertrouwelijke informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter over bepaalde marktpartijen of transacties wordt bekendgemaakt. Dit lid is niet van toepassing op informatie betreffende de financiële instrumenten die vallen onder Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, zoals deze naar Belgisch recht is omgezet. Wanneer de in het eerste lid bedoelde overheden inzage nodig hebben in de gegevens die worden bewaard door de entiteiten die onder voorgaande richtlijn vallen, verstrekken deze entiteiten hen de gevraagde gegevens.

De Europese Commissie stelt de richtsnoeren vast met toepassing van artikel 44.5 van Richtlijn 2009/73/EG. Deze paragraaf is van toepassing op transacties in aardgasderivaten van leveranciers, enerzijds, met grootafnemers, aardgasvervoersnetbeheerders, alsmede de beheerders van aardgasopslag- en LNG-installaties, anderzijds, op basis van deze richtsnoeren. ».

Art. 71.Artikel 15/5bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : « § 1. De aansluiting, het gebruik van het net en/of installatie van de aardgasvervoersnetbeheerder, van de aardgasopslaginstallatiebeheerder of van de LNG-installatiebeheerder en, desgevallend, de door deze beheerders aangeboden diensten in toepassing van de gedragscode die overeenkomstig artikel 15/5undecies werd aangenomen, maken het voorwerp uit van tarieven. § 2. Na gestructureerd, gedocumenteerd en transparant overleg met de betrokken beheerders, stelt de commissie de tariefmethodologie op die de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie moeten gebruiken voor het opstellen van hun tariefvoorstellen.

De tariefmethodologie preciseert met name : (i) de definitie van de categorieën van kosten die worden gedekt door de tarieven; (ii) de categorieën van kosten waarop, in voorkomend geval, de bevorderende regelgeving betrekking heeft; (iii) de regels voor de evolutie na verloop van tijd voor de categorieën van kosten bedoeld in (i), met inbegrip van de methode voor de bepaling van de parameters die voorkomen in de evolutieformules; (iv) de regels voor de toewijzing van de kosten aan categorieën van netgebruikers; (v) de algemene tariefstructuur en de tariefcomponenten. Het overleg met de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen de commissie en deze beheerders. Bij gebrek aan akkoord wordt het overleg ten minste gehouden als volgt : 1° de commissie stuurt de oproeping voor de bovenbedoelde overlegvergaderingen, alsook de documentatie betreffende de agendapunten van deze vergaderingen naar de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie, binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de vergadering in kwestie.De oproeping vermeldt de plaats, de datum en het uur van de vergadering, alsook de punten van de dagorde; 2° na de vergadering stelt de commissie een ontwerp van proces-verbaal op van de vergadering waarin de naar voren geschoven argumenten van de verschillende partijen en de vastgestelde punten waarover overeenstemming en waarover geen overeenstemming bestaat, worden opgenomen, die zij ter goedkeuring verzendt naar de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie binnen een redelijke termijn na de vergadering;3° binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het door de partijen goedgekeurde proces-verbaal van de commissie versturen de beheerders, indien nodig nadat zij hierover overleg gepleegd hebben, hun formeel advies naar de commissie over de tariefmethodologie dat het resultaat is van dit overleg, waarbij desgevallend de eventuele resterende punten waarover geen overeenstemming werd bereikt worden benadrukt. In afwijking van de voorgaande bepalingen, kan de tariefmethodologie worden opgesteld door de commissie volgens een vastgestelde procedure gemeenschappelijk akkoord met de aardgasvervoersnetbeheerder, de aardgasopslaginstallatiebeheerder en de LNG-installatiebeheerder op basis van een uitdrukkelijk, transparant en niet-discriminerend akkoord. § 3. De commissie deelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers haar ontwerp van tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie alsook alle documenten die zij noodzakelijk acht voor de motivering van haar beslissing met betrekking tot de tariefmethodologie mee, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie met betrekking tot de leveranciers of de netgebruikers, de persoonsgegevens en/of de gegevens waarvan de vertrouwelijkheid beschermd wordt krachtens bijzondere wetgeving.

De commissie publiceert op haar website de toepasselijke tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie en alle documenten die zij nuttig acht voor de motivering van haar beslissing betreffende de tariefmethodologie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of net- en/of installatiegebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens specifieke regelgevingen. § 4. De tariefmethodologie vastgesteld krachtens § 3 en die van toepassing is op de vaststelling van het tariefvoorstel wordt meegedeeld aan de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie ten laatste zes maanden vóór de datum waarop het tariefvoorstel moet worden ingediend bij de commissie. De wijzingen moeten gemotiveerd worden.

De tariefmethodologie blijft van toepassing gedurende de hele tariefperiode, met inbegrip van de opmaak van eindbalans die betrekking heeft op deze periode. Wijzigingen aangebracht gedurende de tariefperiode aan de vastgestelde tariefmethodologie, zijn overeenkomstig § 2 slechts van toepassing vanaf de volgende tariefperiode, behoudens uitdrukkelijk, transparant en niet-discriminerend akkoord tussen de commissie en de beheerders. § 5. De commissie stelt de tariefmethodologie op met inachtneming van volgende richtsnoeren : 1° de tariefmethodologie moet exhaustief en transparant zijn teneinde het de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie mogelijk te maken om hun tariefvoorstellen op deze enkele basis op te stellen.Het bevat de elementen die verplicht moeten voorkomen in het tariefvoorstel. Het definieert rapporteringsmodellen die moeten worden gebruikt door deze beheerders; 2° de tariefmethodologie moet toelaten om op efficiënte wijze het geheel van de kosten te dekken die noodzakelijk of efficiënt zijn voor de uitvoering van de wettelijke of reglementaire verplichtingen die aan de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie worden opgelegd alsook voor de uitoefening van hun activiteiten;3° de tariefmethodologie stelt het aantal jaren voor de gereguleerde periode vast die aanvangt op 1 januari.De jaartarieven die hieruit voortvloeien worden vastgesteld in toepassing van de tariefmethodologie die op deze periode van toepassing is; 4° de tariefmethodologie maakt de evenwichtige ontwikkeling van het aardgasvervoersnet, van de aardgasopslaginstallatie en/of LNG-installatie mogelijk, in overeenstemming met het investeringsplan van de beheerders van dit net en deze installaties zoals, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde reguleringsinstanties;5° de eventuele criteria voor de verwerping van bepaalde kosten zijn niet-discriminerend en transparant;6° de tarieven zijn niet-discriminerend en proportioneel.Zij respecteren een transparante toewijzing van de kosten; 7° de structuur van de tarieven begunstigt het rationeel gebruik van energie en infrastructuren;8° de verschillende tarieven zijn uniform op het grondgebied dat door de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie bediend wordt;9° de normale vergoeding van de kapitalen die geïnvesteerd zijn in de gereguleerde activa moet de aardgasvervoersnetbeheerder, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en van de LNG-installatie in staat stellen om de investeringen te doen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun opdrachten; in geval van onderscheid in behandeling wat de vergoeding van de kapitalen of de duur van de afschrijvingen tussen de netbeheerders betreft, wordt het onderscheid naar behoren gemotiveerd door de commissie; 10° de flexibiliteitdiensten worden verzekerd op de meest kostenefficiënte wijze en bieden geëigende maatregelen tot stimulatie voor de gebruikers om hun injecties in overeenstemming te brengen met hun afnames.De aan deze diensten verbonden tarieven zijn billijk, niet discriminerend en gebaseerd op objectieve criteria; 11° de kosten voor de openbare dienstverplichtingen die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden verrekend in de tarieven op een transparante en niet-disciminerende wijze, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen;12° de belastingen, taksen, heffingen en bijdragen van alle aard die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan worden automatisch toegevoegd aan de tarieven binnen de termijnen die worden bepaald door de procedure van invoering en goedkeuring van de tarieven.De commissie kan de conformiteit van deze kosten met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen controleren; 13° de aankopen van goederen en diensten die verricht worden met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten worden verondersteld te zijn verricht aan de marktprijs desgevallend onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de commissie;14° de methodologie bepaalt de nadere regels voor de integratie en controle van de gestrande kosten bestaande uit de niet-gekapitaliseerde lasten voor het aanvullend pensioen of het pensioen van de publieke sector, die worden betaald aan personeelsleden die een gereguleerde activiteit van aardgasvervoer of van aardgas- of LNG-opslag hebben verricht, die verschuldigd zijn voor de jaren vóór de liberalisering krachtens statuten, collectieve arbeidsovereenkomsten of andere voldoende geformaliseerde overeenkomsten, die werden goedgekeurd vóór 30 april 1999, of die worden betaald aan hun rechthebbenden of vergoed aan hun werkgever door een beheerder van het aardgasvervoersnet, van de aardgasopslaginstallatie of van de LNG-installatie, die in de tarieven kunnen worden opgenomen;15° voor de bepaling van de saldi (positief of negatief) waarvan zij de verdeling bepaalt voor de volgende gereguleerde periode, stelt de commissie de kostencategorieën vast die niet zijn onderworpen aan een eventuele bevorderende regelgeving die gereguleerde schulden of schuldvorderingen uitmaken en die worden gerecupereerd of teruggegeven via de tarieven van de volgende gereguleerde periode;16° iedere controlemethode van de kosten die gebaseerd is op vergelijkende technieken moet rekening houden met de bestaande objectieve verschillen tussen de beheerders en die niet weggewerkt kunnen worden op initiatief van de betrokken beheerder. Iedere beslissing die gebruik maakt van vergelijkende technieken integreert kwalitatieve parameters en is gebaseerd op homogene, transparante, betrouwbare gegevens en gegevens die gepubliceerd zijn of integraal meedeelbaar zijn in de motivering van de beslissing van de commissie.

Het redelijk karakter van de kosten wordt beoordeeld door vergelijking met de overeenstemmende kosten van bedrijven die vergelijkbare activiteiten uitoefenen onder soortgelijke omstandigheden, rekening houdende onder andere met de reglementaire of gereguleerde specificiteiten die bestaan in de uitgevoerde internationale vergelijkingen; 17° de productiviteitsinspanningen die eventueel aan de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie worden opgelegd, mogen op korte of op lange termijn de veiligheid van personen en goederen en de continuïteit van de levering niet in het gedrang brengen;18° de kruissubsidiëring tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten is niet toegelaten;19° de tarieven moedigen de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie aan om de prestaties te verbeteren, de integratie van de markt en de bevoorradingszekerheid te bevorderen en aan onderzoek en ontwikkeling te doen die nodig zijn voor hun activiteiten;20° de kosten bedoeld in de punten 11°, 12° en 14° en de financiële lasten en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) worden noch onderworpen aan beslissingen die gesteund zijn op methodes van vergelijking, noch aan een bevorderende regelgeving;21° de tariefmethodologie die van toepassing is op uitbreidingen van installaties of op de nieuwe installaties voor het vervoer van aardgas voor de opslag en de uitbreidingen van installaties of nieuwe installaties voor het vervoer van aardgas van LNG alsook de uitbreidingen van installaties of nieuwe installaties voor het vervoer van aardgas mogen afwijken van de tarieven voor aansluiting en gebruik van het aardgasvervoersnet teneinde de ontwikkeling ervan op lange termijn mogelijk te maken;22° de tarieven strekken ertoe een juist evenwicht te bieden tussen de kwaliteit van de gepresteerde diensten en de prijzen die door de eindafnemers worden gedragen; De commissie kan de conformiteit van de kosten van de aardgasvervoersnetbeheerder, aardgasopslaginstallatiebeheerder en LNG-installatiebeheerder met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen controleren. § 6. De beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie stellen hun tariefvoorstellen op met inachtneming van de tariefmethodologie die werd opgesteld door de commissie en voeren deze in met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 7. De commissie onderzoekt het tariefvoorstel, beslist over de goedkeuring van deze en deelt haar gemotiveerde beslissing mee aan de beheerder met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 8. De invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tariefvoorstellen maakt het voorwerp uit van een akoord tussen de de commissie en de aardgasvervoersnetbeheerder, de aardgasopslaginstallatiebeheerder en de LNG-installatiebeheerder. Bij gebrek aan een akkoord, is de procedure als volgt : 1° de beheerder dient binnen een redelijke termijn voor het einde van het laatste jaar van elke lopende gereguleerde periode zijn tariefvoorstel in, vergezeld van het budget, voor de volgende gereguleerde periode in de vorm van het rapporteringsmodel dat vastgesteld wordt door de commissie overeenkomst § 5;2° het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, wordt per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren overgezonden aan de commissie.De beheerder zendt eveneens een elektronische versie over op basis waarvan de commissie, indien nodig, het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, kan bewerken; 3° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, bevestigt de commissie aan de beheerder, bij een brief per drager met ontvangstbevestiging, evenals per e-mail, de volledigheid van het dossier of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die het moet verstrekken. Binnen een redelijke termijn na ontvangst van de brief bedoeld in het voorgaande lid waarin hem door de commissie om bijkomende inlichtingen wordt gevraagd, verstrekt de beheerder aan de commissie, in drie exemplaren per drager met ontvangstbewijs, de gevraagde bijkomende inlichtingen. De beheerder bezorgt eveneens een elektronische versie van de antwoorden en bijkomende gegevens aan de commissie; 4° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel bedoeld in het 2° of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de antwoorden en de bijkomende inlichtingen van de netbeheerder, bedoeld in 3°, brengt de commissie de beheerder, per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging, op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of van haar ontwerp van beslissing tot weigering van het betrokken tariefvoorstel, vergezeld van het budget. In haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, geeft de commissie op gemotiveerde wijze aan welke punten de beheerder moet aanpassen om een beslissing tot goedkeuring van de commissie te verkrijgen. De commissie heeft de bevoegdheid om aan de beheerder te vragen om zijn tariefvoorstel te wijzigen om ervoor te zorgen dat dit proportioneel is en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast; 5° indien de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, van de beheerder afwijst in haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, kan deze beheerder binnen een redelijke termijn, na de ontvangst van dit ontwerp van beslissing, zijn bezwaren hieromtrent meedelen aan de commissie. Deze bezwaren worden per drager en tegen ontvangstbevestiging overhandigd aan de commissie, eveneens onder elektronische vorm.

Op zijn verzoek wordt de beheerder, binnen een redelijke termijn na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, gehoord door de commissie.

Desgevallend, dient de beheerder, binnen een redelijke termijn, na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van budget, per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren, zijn aangepast tariefvoorstel, vergezeld van het budget, in bij de commissie. De beheerder bezorgt eveneens een elektronische kopie aan de commissie.

Binnen een redelijke termijn na verzending door de commissie van het ontwerp van de beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de bezwaren alsook van het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget, brengt de commissie de beheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging, evenals elektronisch, op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of weigering van het desgevallend aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget; 6° indien de beheerder zijn verplichtingen niet nakomt binnen de termijnen zoals bedoeld in de punten 1° tot 5°, of indien de commissie een beslissing heeft genomen tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het aangepaste budget, of van het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van budget, zijn voorlopige tarieven van kracht tot alle bezwaren van deze beheerder of van de commissie zijn uitgeput of totdat over de twistpunten tussen de commissie en de beheerder een akkoord wordt bereikt.De commissie is bevoegd om te besluiten tot passende compenserende maatregelen na overleg met de beheerder, indien de definitieve tarieven afwijken van de tijdelijke tarieven; 7° in het geval van overgang naar nieuwe diensten en/of aanpassing van bestaande diensten kan de beheerder binnen de gereguleerde periode aan de commissie een geactualiseerd tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen.Dit geactualiseerde tariefvoorstel houdt rekening met het door de commissie goedgekeurde tariefvoorstel, zonder de integriteit van de bestaande tariefstructuur te wijzigen.

Het geactualiseerd voorstel wordt door de beheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de geldende procedure, bedoeld in de punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 8° indien er zich tijdens een gereguleerde periode uitzonderlijke omstandigheden voordoen, onafhankelijk van de wil van de beheerder, kan deze op elk ogenblik binnen de gereguleerde periode een gemotiveerde vraag tot herziening van zijn tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen aan de commissie wat de komende jaren van de gereguleerde periode betreft. De gemotiveerde vraag tot herziening van het tariefvoorstel wordt ingediend door de beheerder en door de commissie behandeld overeenkomstig de toepasselijke procedure bedoeld in de punten 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 9° de commissie past, onverminderd haar mogelijkheid om de kosten te controleren in het licht van de toepasselijke en reglementaire bepalingen, de tarieven van de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie aan aan alle wijzigingen van openbare dienstverplichtingen, onder andere gewestelijke, die op hen van toepassing zijn, uiterlijk drie maanden na het overzenden van dergelijke wijzigingen door deze beheerders.De beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie zenden deze wijzigingen zo spoedig mogelijk over aan de commissie naar aanleiding van hun inwerkingtredingen; 10° de commissie publiceert op haar website, op een transparante wijze, de stand van zaken van de goedkeuringsprocedure van de tariefvoorstellen evenals, in voorkomend geval, de tariefvoorstellen die neergelegd worden door de netbeheerders. § 9. De commissie stelt een tariefmethodologie op en oefent haar tariefbevoegdheid uit om aldus een stabiele en voorzienbare regulering te bevorderen die bijdraagt tot de goede werking van de vrijgemaakte markt en die de financiële markt in staat stelt om met een redelijke zekerheid de waarde van de beheerder te bepalen. Ze waakt over het behoud van de continuïteit van de beslissingen die zij heeft genomen in de loop van de voorgaande gereguleerde periodes, met name inzake de waardering van gereguleerde activa. § 10. De commissie oefent haar tariefbevoegdheid uit rekening houdend met het algemene energiebeleid zoals tot uiting komt in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving. § 11. Omwille van de transparantie in de doorberekening van de kosten aan de eindafnemers worden de verschillende elementen van het tarief onderscheiden op de factuur, met name wat de openbare dienstverplichtingen en hun inhoud betreft. § 12. De boekhouding van de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie wordt gehouden volgens een uniform analytisch boekhoudkundig plan per activiteit dat wordt opgesteld op voorstel van de beheerders en dat wordt goedgekeurd door de commissie of dat, bij gebrek aan een voorstel vóór 1 oktober 2011, wordt opgesteld door de commissie in overleg met de beheerders. § 13. De commissie publiceert en bewaart de tarieven en hun motivering binnen de drie werkdagen na hun goedkeuring op haar website, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of net- en/of installatiegebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens specifieke wetgevingen.

De beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie delen zo spoedig mogelijk aan de gebruikers van hun net en/of installatie de tarieven mede die zij moeten toepassen en stellen deze ter beschikking van alle personen die hierom verzoeken. Zij publiceren die tevens zo spoedig mogelijk op hun website, samen met een berekeningsmodule die de praktische toepassing van de tarieven preciseert.

De toegepaste tarieven mogen geen terugwerkende kracht hebben. § 14. Tegen de door de commissie vastgestelde tariefmethodologie alsook de door haar genomen beslissingen betreffende de tariefvoorstellen in uitvoering van deze tariefmethodologie, kan een beroep worden ingesteld door elke persoon die een belang aantoont bij het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 15/20.

Zulk beroep kan met name worden ingesteld indien : - de beslissing van de commissie de richtsnoeren bedoeld in dit artikel niet in acht neemt; - de beslissing van de commissie niet in overeenstemming is met het algemene energiebeleid, zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving; - de beslissing van de commissie niet de noodzakelijke middelen waarborgt voor de realisatie van de investeringen van de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie en de beheerder van de LNG-installatie en de instandhouding van hun infrastructuren of voor de uitvoering van hun wettelijke taken. ».

Art. 72.Artikel 15/5ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, wordt vervangen als volgt : « § 1. De aansluiting, het gebruik van de netten en, desgevallend, de ondersteunende diensten, van de distributienetbeheerder maken het voorwerp uit van tarieven. § 2. Na overleg met de regionale regulatoren, en na gestructureerd, gedocumenteerd en transparant overleg met de distributienetbeheerders, stelt de commissie de tariefmethodologie op die deze beheerders moeten gebruiken voor het opstellen van hun tariefvoorstellen.

De tariefmethodologie preciseert onder andere : (i) de definitie van de categorieën van kosten die worden gedekt door de tarieven; (ii) de categorieën van kosten waarop de bevorderende regelgeving betrekking kan hebben; (iii) de regels voor de evolutie na verloop van tijd van de categorieën van kosten bedoeld in (i), met inbegrip van de methode voor de bepaling van de parameters die voorkomen in de evolutieformules; (iv) de regels voor de toewijzing van de kosten aan categorieën van netgebruikers; (v) de algemene tariefstructuur en de tariefdragers. Het overleg met de distributienetbeheerders maakt het voorwerp uit van een akkoord tussen de commissie en deze beheerders. Bij gebrek aan een akkoord, wordt het overleg ten minste gehouden als volgt : 1° de commissie stuurt de oproeping voor bovenbedoelde overlegvergaderingen, samen met de documentatie betreffende de agendapunten deze vergaderingen, naar de distributienetbeheerders, in de taal van de distributienetbeheerder, binnen een redelijke termijn vóór de vergadering in kwestie.De oproeping vermeldt de plaats, de datum en het uur van de vergadering, alsook de punten van de dagorde; 2° na de vergadering stelt de commissie een ontwerp van proces-verbaal waarin de argumenten werden opgenomen die naar voren werden gebracht door de verschillende partijen alsook de vastgestelde punten waarover overeenstemming en waarover geen overeenstemming bestaat;zij zendt dit verslag over aan de distributienetbeheerders, in de taal van de distributienetbeheerder, binnen een redelijke termijn na de vergadering; 3° binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het door de partijen goedgekeurde proces-verbaal van de commissie versturen de distributienetbeheerders, indien nodig nadat zij hierover overleg gepleegd hebben, naar de commissie hun formeel advies over de tariefmethodologie dat het resultaat is van dit overleg, waarbij desgevallend de eventuele resterende punten waarover geen overeenstemming werd bereikt worden benadrukt, zowel ten aanzien van het voorstel van de commissie als tussen hen. In afwijking van de voorgaande bepalingen, kan de tariefmethodologie worden opgesteld door de commissie volgens een procedure vastgesteld in gemeenschappelijk akkoord met de distributienetbeheerders op basis van een uitdrukkelijk, transparant en niet-discriminerend akkoord. § 3. De commissie deelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers haar ontwerp van tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot het overleg met de distributienetbeheerders alsook alle documenten die zij noodzakelijk acht voor de motivering van haar beslissing met betrekking tot de tariefmethodologie mee, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie met betrekking tot de leveranciers of de netgebruikers, de persoonsgegevens en/of de gegevens waarvan de vertrouwelijkheid beschermd wordt krachtens bijzondere wetgeving.

De commissie publiceert op haar website de toepasselijke tariefmethodologie, het geheel van de stukken met betrekking tot overleg met de distributienetbeheerders en alle documenten die zij nuttig acht voor de motivering van haar beslissing betreffende de tariefmethodologie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of netgebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens specifieke wetgevingen. § 4. De tariefmethodologie die is vastgesteld krachtens § 3 en die van toepassing is op de vaststelling van de tariefvoorstellen, wordt meegedeeld aan de distributienetbeheerders ten laatste zes maanden vóór de datum waarop het tariefvoorstel moet worden ingediend bij de commissie.

Deze tariefmethodologie blijft van toepassing gedurende de hele tariefperiode, met inbegrip van de eindbalans die betrekking heeft op deze periode. Wijzigingen die gedurende de periode zijn aangebracht aan de tariefmethodologie, conform de bepalingen van § 2, zijn slechts van toepassing vanaf de volgende tariefperiode, behoudens uitdrukkelijk transparant en niet-discriminerend akkoord tussen de commissie en de distributienetbeheerders. De wijzingen moeten afdoende gemotiveerd worden. § 5. De commissie stelt de tariefmethodologie op met inachtneming van de volgende richtsnoeren : 1° de tariefmethodologie moet exhaustief en transparant zijn teneinde het de distributienetbeheerders mogelijk te maken om hun tariefvoorstellen op deze enkele basis op te stellen.Het bevat de elementen die verplicht moeten voorkomen in het tariefvoorstel. Het definieert de rapporteringsmodellen die moeten worden gebruikt door deze beheerders; 2° de tariefmethodologie moet het mogelijk maken om op efficiënte wijze het geheel van de kosten te dekken die noodzakelijk of efficiënt zijn voor de uitvoering van de wettelijke of reglementaire verplichtingen die aan de distributienetbeheerders worden opgelegd, alsook voor de uitoefening van de activiteiten van de beheerder;3° de tariefmethodologie stelt het aantal jaren van de gereguleerde periode vast die aanvangt op 1 januari.De jaartarieven die hieruit voortvloeien worden vastgesteld met toepassing van de tariefmethodologie die op deze periode van toepassing is; 4° de tariefmethodologie maakt de evenwichtige ontwikkeling van de distributienetten mogelijk, in overeenstemming met de verschillende investeringsplannen van deze beheerders zoals, in voorkomend geval, goedgekeurd door de bevoegde reguleringsoverheden;5° de eventuele criteria voor de verwerping van bepaalde kosten zijn niet-discriminerend en transparant;6° de tarieven zijn niet-discriminerend en evenredig.Zij nemen een transparante toewijzing van de kosten in acht; 7° de structuur van de tarieven bevordert het rationeel gebruik van energie en infrastructuren;8° de verschillende tarieven zijn uniform op het grondgebied dat door de distributienetbeheerders bediend wordt;9° de normale vergoeding van de in de gereguleerde activa geïnvesteerde kapitalen moet de distributienetbeheerders toelaten om de investeringen te doen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun opdrachten;10° de nettokosten voor de openbare dienstverplichtingen die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan en die niet worden gefinancierd door belastingen, taksen, bijdragen en heffingen bedoeld in 11°, worden verrekend in de tarieven op een transparante en niet-discriminerende wijze conform de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen;11° de belastingen, taksen, heffingen en bijdragen van alle aard die worden opgelegd door de wet, het decreet of de ordonnantie en hun uitvoeringsbesluiten worden automatisch toegevoegd aan de tarieven binnen de termijnen die worden bepaald door de procedure van invoering en goedkeuring van de tarieven.De commissie kan deze kosten controleren in het licht van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen; 12° de aankopen van goederen en diensten die verricht worden met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten worden verondersteld te zijn verricht aan de marktprijs, desgevallend onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de commissie;13° de methodologie bepaalt de nadere regels voor de integratie en controle van de gestrande kosten bestaande uit de niet-gekapitaliseerde lasten voor het aanvullend pensioen of het pensioen van de publieke sector, die worden betaald aan personeelsleden die een gereguleerde gasdistributieactiviteit hebben verricht, die verschuldigd zijn voor de jaren vóór de liberalisering krachtens de statuten, collectieve arbeidsovereenkomsten of andere voldoende geformaliseerde overeenkomsten, die werden goedgekeurd vóór 30 april 1999, die worden betaald aan hun rechthebbenden of vergoed aan hun werkgever door een beheerder van het distributienet, die in de tarieven kunnen worden opgenomen;14° voor de bepaling van de positieve of negatieve saldi, waarvan zij de verdeling bepaalt voor de volgende gereguleerde periode, stelt de commissie de kosten vast bedoeld in 10°, 11° en 13° en de andere kosten dan deze bedoeld in § 2 (ii) die worden gerecupereerd of teruggegeven via de tarieven van de volgende periode;15° onder voorbehoud van de conformiteitscontrole van de commissie, maken de tarieven het mogelijk voor de distributienetbeheerder wiens efficiëntie rond het marktgemiddelde ligt om de totaliteit van zijn kosten en een normale vergoeding van de kapitalen in te vorderen. Iedere controlemethode van de kosten die gebaseerd is op vergelijkende technieken moet rekening houden met de bestaande objectieve verschillen tussen de distributienetbeheerders die niet weggewerkt kunnen worden op initiatief van de betrokken beheerder.

Iedere beslissing die gebruik maakt van vergelijkende technieken integreert kwalitatieve parameters en is gebaseerd op homogene, transparante, betrouwbare gegevens en gegevens die gepubliceerd zijn of integraal mededeelbaar zijn in de motivering van de beslissing van de commissie.

Eventuele vergelijkingen met andere distributienetbeheerders moeten gemaakt worden tussen bedrijven met dezelfde activiteiten die werken in vergelijkbare omstandigheden; 16° de productiviteitsinspanningen die eventueel aan de distributienetbeheerders worden opgelegd mogen op korte of op lange termijn de veiligheid van personen en goederen noch de continuïteit van de levering niet in het gedrang brengen;17° de kruissubsidiëring tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten is niet toegelaten;18° de tarieven moedigen de distributienetbeheerders aan om de prestaties te verbeteren, de integratie van de markt en de bevoorradingszekerheid te bevorderen en aan onderzoek en ontwikkeling te doen die nodig zijn voor hun activiteiten, daarbij rekening houdend met name met hun investeringsplannen zoals, desgevallend, goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke instanties;19° de kosten bedoeld in 10°, 11° en 13° worden onderworpen noch aan beslissingen die gesteund zijn op methodes van vergelijking, noch aan een bevorderende regelgeving;20° de tarieven strekken ertoe een juist evenwicht te bieden tussen de kwaliteit van de gepresteerde diensten en de prijzen die door de eindafnemers worden gedragen. De commissie kan de kosten van de distributienetbeheerders met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen controleren. § 6. De distributienetbeheerders stellen hun tariefvoorstellen op met inachtneming van de tariefmethodologie die werd opgesteld door de commissie en voeren deze in met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 7. De commissie onderzoekt het tariefvoorstel, beslist over de goedkeuring van deze en deelt haar gemotiveerde beslissing mee aan de distributienetbeheerder met inachtneming van de invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tarieven. § 8. De invoerings- en goedkeuringsprocedure voor de tariefvoorstellen maken het voorwerp uit van een akoord tussen de de commissie en de de distributienetbeheerders. Bij gebrek aan een akkoord is de procedure als volgt : 1° de distributienetbeheerder dient binnen een redelijke termijn voor het einde van het laatste jaar van elke lopende gereguleerde periode zijn tariefvoorstel in, vergezeld van het budget, voor de volgende gereguleerde periode in de vorm van het rapporteringsmodel dat overeenkomstig § 5 vastgesteld wordt door de commissie;2° het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, wordt per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren overgezonden aan de commissie.De distributienetbeheerder zendt eveneens een elektronische versie over op basis waarvan de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van budget, kan bewerken indien nodig; 3° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, bevestigt de commissie aan de distributienetbeheerder bij een brief per drager met ontvangstbevestiging, evenals per e-mail, de volledigheid van het dossier of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die hij moet verstrekken. Binnen een redelijke termijn, na ontvangst van de hierboven bedoelde brief waarin aan de distributienetbeheerder door de commissie om bijkomende inlichtingen wordt gevraagd, verstrekt de betrokken beheerder aan de commissie in drie exemplaren per drager met ontvangstbewijs de gevraagde bijkomende inlichtingen. De distributienetbeheerder bezorgt eveneens een elektronische versie van de antwoorden en bijkomende gegevens aan de commissie; 4° binnen een redelijke termijn na ontvangst van het tariefvoorstel bedoeld in het 2° of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de antwoorden en de bijkomende inlichtingen van de distributienetbeheerder, bedoeld in het 3°, brengt de commissie deze beheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of van haar ontwerp van beslissing tot weigering van het betrokken tariefvoorstel, vergezeld van het betrokken budget. In haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, geeft de commissie op gemotiveerde wijze aan welke punten de distributienetbeheerder moet aanpassen om een beslissing tot goedkeuring van de commissie te verkrijgen. De commissie heeft de bevoegdheid om aan de distributienetbeheerder te vragen om zijn tariefvoorstel te wijzigen om ervoor te zorgen dat dit proportioneel is en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast; 5° indien de commissie het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, van de distributienetbeheerder afwijst in haar ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, kan deze beheerder, binnen een redelijke termijn na de ontvangst van dit ontwerp van beslissing, zijn bezwaren hieromtrent meedelen aan de commissie. Deze bezwaren worden per drager en tegen ontvangstbevestiging overhandigd aan de commissie, eveneens onder elektronische vorm.

Op zijn verzoek wordt de distributienetbeheerder, binnen de 20 werkdagen na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van budget, gehoord door de commissie.

Desgevallend, dient de distributienetbeheerder, binnen een redelijke termijn, na ontvangst van het ontwerp van beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, per drager en tegen ontvangstbevestiging in drie exemplaren, zijn aangepast tariefvoorstel, vergezeld van het budget, in bij de commissie. De distributienetbeheerder bezorgt eveneens een elektronische kopie aan de commissie.

Binnen een redelijke termijn na verzending door de commissie van het ontwerp van de beslissing tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of, in voorkomend geval, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de bezwaren en het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget, brengt de commissie de distributienetbeheerder per brief per drager en tegen ontvangstbevestiging, evenals elektronisch, op de hoogte van haar beslissing tot goedkeuring of van haar beslissing tot weigering van het desgevallend aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het budget; 6° indien de distributienetbeheerder zijn verplichtingen niet nakomt binnen de termijnen zoals bepaald in de 1° tot 5°, of indien de commissie een beslissing heeft genomen tot weigering van het tariefvoorstel, vergezeld van het budget, of van het aangepaste tariefvoorstel, vergezeld van het aangepaste budget, zijn voorlopige tarieven van kracht tot alle bezwaren van deze netbeheerder of van de commissie zijn uitgeput of totdat over de twistpunten tussen de commissie en de distributienetbeheerder een akkoord wordt bereikt.De commissie is bevoegd om te besluiten tot passende compenserende maatregelen na overleg met de distributienetbeheerder indien de definitieve tarieven afwijken van de tijdelijke tarieven; 7° in het geval van de overgang naar nieuwe diensten en/of een aanpassing van bestaande diensten kan de distributienetbeheerder binnen de gereguleerde periode aan de commissie een geactualiseerd tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen.Dit geactualiseerd tariefvoorstel houdt rekening met het door de commissie goedgekeurde tariefvoorstel, zonder de integriteit van de bestaande tariefstructuur te wijzigen.

Het geactualiseerde voorstel wordt door de distributienetbeheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de geldende procedure, bedoeld in de 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 8° indien er zich tijdens een gereguleerde periode uitzonderlijke omstandigheden voordoen, onafhankelijk van de wil van de distributienetbeheerder, kan deze op elk ogenblik binnen de gereguleerde periode een gemotiveerde vraag tot herziening van zijn tariefvoorstel ter goedkeuring voorleggen aan de commissie wat de komende jaren van de gereguleerde periode betreft. Het gemotiveerde verzoek tot herziening van het tariefvoorstel wordt door de distributienetbeheerder ingediend en door de commissie behandeld overeenkomstig de toepasselijke procedure bedoeld in de 1° tot 6°, met dien verstande dat de bedoelde termijnen gehalveerd worden; 9° de commissie past, onverminderd haar mogelijkheid om de kosten te controleren in het licht van de toepasselijke en reglementaire bepalingen, de tarieven van de distributienetbeheerders aan aan alle wijzigingen van openbare, onder andere gewestelijke, dienstverplichtingen die op hen van toepassing zijn, uiterlijk drie maanden na het overzenden door deze beheerders van dergelijk wijzigingen.De distributienetbeheerders maken deze wijzigingen zo spoedig mogelijk over aan de commissie naar aanleiding van hun inwerkingtredingen; 10° de commissie publiceert op haar website, op een transparante wijze, de stand van zaken van de goedkeuringsprocedure van de tariefvoorstellen evenals, in voorkomend geval, de tariefvoorstellen die neergelegd worden door de netbeheerders. § 9. De commissie stelt een tariefmethodologie op en oefent haar tariefbevoegdheid uit om aldus een stabiele en voorzienbare regulering te bevorderen die bijdraagt tot de goede werking van de vrijgemaakte markt en die de financiële markt in staat stelt om met een redelijke zekerheid de waarde van de distributienetbeheerder te bepalen. Ze waakt over het behoud van de continuïteit van de beslissingen die zij heeft genomen in de loop van de voorgaande gereguleerde periodes, onder andere inzake de waardering van de gereguleerde activa. § 10. De commissie oefent haar tariefbevoegdheid uit rekening houdend met het algemene energiebeleid zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving. § 11. Omwille van de transparantie in de doorberekening van de kosten aan de eindafnemers worden de verschillende elementen van het tarief onderscheiden op de factuur, met name wat de openbare dienstverplichtingen en hun inhoud betreft. § 12. De boekhouding van de distributienetbeheerders wordt gehouden volgens een uniform analytisch boekhoudkundig plan per activiteit dat wordt opgesteld door een of meerdere beheerders die minstens vijfenzeventig procent van de bedrijven die dezelfde activiteit uitoefenen vertegenwoordigen en dat wordt goedgekeurd door de commissie of dat, bij gebreke aan een voorstel vóór 1 oktober 2011, wordt opgesteld door de commissie na overleg met de distributienetbeheerders. § 13. De commissie publiceert en bewaart de tarieven en hun motivering binnen de drie werkdagen op haar website, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie betreffende leveranciers of netgebruikers, van persoonsgegevens en/of van gegevens waarvan de vertrouwelijkheid is beschermd krachtens specifieke wetgevingen.

De distributienetbeheerders delen zo spoedig mogelijk aan de gebruikers van hun netten de tarieven mede die zij moeten toepassen en stellen deze ter beschikking van alle personen die hierom verzoeken.

Zij publiceren die tevens zo spoedig mogelijk op hun website, samen met een berekeningsmodule die de praktische toepassing van de tarieven preciseert. De toegepaste tarieven mogen geen terugwerkende kracht hebben. § 14. Tegen de door de commissie vastgestelde tariefmethodologie alsook tegen de door haar genomen beslissingen betreffende de tariefvoorstellen in uitvoering van deze tariefmethodologie, kan een beroep worden ingesteld door elke persoon die een belang aantoont bij het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 15/20.

Zulk beroep kan onder andere worden ingesteld indien : - de beslissing van de commissie de richtsnoeren bedoeld in dit artikel niet in acht neemt; - de beslissing van de commissie niet in overeenstemming is met het algemene energiebeleid, zoals gedefinieerd in de Europese, federale en gewestelijke wet- en regelgeving; - de beslissing van de commissie niet de noodzakelijke middelen waarborgt voor de realisatie van de investeringen van de distributienetbeheerders of voor de uitvoering van hun wettelijke taak. ».

Art. 73.Artikel 15/5quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet, van 20 juli 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15/5quater.De commissie motiveert en rechtvaardigt volledig en op omstandige wijze de tariefbeslissingen, zowel op het vlak van de tariefmethodologieën als op het vlak van de tariefvoorstellen, teneinde de jurisdictionele controle ervan mogelijk te maken. Indien een beslissing op economische of technische overwegingen steunt, maakt de motivering melding van alle elementen die de beslissing rechtvaardigen.

Indien deze beslissingen op een vergelijking steunen, omvat de motivering alle gegevens die in aanmerking werden genomen om deze vergelijking te maken.

Krachtens haar transparantie- en motiveringsplicht publiceert de commissie op haar website de handelingen met individuele of collectieve draagwijdte die werden aangenomen in uitvoering van haar opdrachten krachtens artikelen 15/5bis tot 15/5quinquies, alsook iedere gerelateerde voorbereidende handeling, expertiseverslag, commentaar van de geraadpleegde partijen. Bij het verzekeren van deze openbaarheid vrijwaart zij de vertrouwelijkheid van de commerciële gevoelige informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter. De commissie stelt hiertoe, na overleg met de betrokken aardgasbedrijven, richtsnoeren op die de informatie identificeren die binnen het toepassingsgebied van de vertrouwelijkheid vallen.

De commissie hecht aan haar definitieve handeling een commentaar dat de beslissing om de commentaren van de geconsulteerde partijen al dan niet in aanmerking te nemen rechtvaardigt. ».

Art. 74.Artikel 15/5quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en opgeheven bij de wet van 29 april 2010, wordt hersteld als volgt : «

Art. 15/5quinquies.§ 1. De koninklijke besluiten van 8 juni 2007 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerders bedoeld in de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, en actief op het Belgisch grondgebied voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor opslag van aardgas en voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersinstallaties voor LNG, alsook voor hun uitbreidingen van installaties of nieuwe aardgasvervoersnetten voor de capaciteit bestemd voor doorvoer, noodzakelijk om de ontwikkeling op lange termijn van deze installaties toe te laten, en betreffende de methodologie voor het vaststellen van het totale inkomen dat de billijke marge bevat, betreffende de algemene tariefstructuur, de basisprincipes en procedures inzake tarieven, de procedures, de bekendmaking van de tarieven, de jaarverslagen, de boekhouding, de kostenbeheersing, betreffende de inkomensverschillen van de beheerders en de objectieve indexeringsformule bedoeld in de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, alsook het koninklijk besluit van 2 september 2008 betreffende de regels met betrekking tot de vaststelling van en de controle op het totaal inkomen en de billijke winstmarge, de algemene tariefstructuur, het saldo tussen kosten en ontvangsten en de basisprincipes en procedures inzake het voorstel en de goedkeuring van de tarieven, van de rapportering en kostenbeheersing door de beheerders van de distributienetten voor aardgas, zoals bekrachtigd door de wet van 15 december 2009 houdende bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, worden opgeheven. § 2. Als overgangsmaatregel, kan de commissie de tarieven die bestaan op de datum van de bekendmaking van de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, verlengen of elke andere overgangsmaatregel treffen die zij dienstig zou achten ten gevolge van de inwerkingtreding van de voormelde wet tot de goedkeuring van de tariefmethodologie met toepassing van voormelde artikel 15/5bis en 15/5ter. Wanneer zij gebruik maakt van deze paragraaf, houdt de commissie rekening met de richtsnoeren van artikel 15/5bis, § 5, evenals met deze van artikel 15/5ter, § 5. »

Art. 75.De artikelen 15/5sexies tot 15/5decies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005, worden opgeheven.

Art. 76.In artikel 15/5duodecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « evenals de significante capaciteitsverhogingen van de bestaande installaties en de wijzigingen van deze installaties ter bevordering van de ontwikkeling van nieuwe gasbevoorradingsbronnen, » ingevoegd tussen de woorden « de interconnecties met de buurlanden, de LNG-installaties en de opslaginstallaties » en de woorden « kunnen genieten van een afwijking »;2° in § 1 worden de woorden « op voorstel van de minister en » ingevoegd tussen de woorden « verleend door de Koning, » en de woorden « na advies van de Commissie »;3° de § § 1bis en 1ter worden ingevoegd, luidende : « § 1bis.De aanvraag tot afwijking § 1 wordt ingediend bij de minister die dit behandelt op basis van de in § § 1ter tot 4 vastgelegde procedure. § 1ter. Indien de betreffende installatie gevestigd is op het grondgebied van verschillende lidstaten, kan het ACER aan de minister alsook aan de bevoegde overheden van de andere betrokken lidstaten een advies voorleggen, dat zij dan als basis voor hun beslissing kunnen gebruiken, binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van de ontvangst van de aanvraag tot afwijking door de laatste van deze instanties.

Indien alle betrokken overheden binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van de ontvangst van de aanvraag tot afwijking door de laatste van de overheden, hierover tot een akkoord komen, dan brengen zij het ACER op de hoogte van hun beslissing.

Het ACER oefent de verantwoordelijkheden uit die door dit artikel worden toegekend aan de betrokken overheden; a) indien alle betrokken instanties niet binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum waarop de aanvraag tot afwijking door de laatste van deze instanties werd ontvangen, tot een akkoord zijn gekomen;of b) op gezamenlijk verzoek van de betrokken overheden. Alle betrokken overheden kunnen gezamenlijk vragen dat de in het derde lid, a), bedoelde termijn wordt verlengd met een duur van maximaal drie maanden.

Alvorens een beslissing te nemen, raadpleegt het ACER de betrokken overheden en de aanvragers. »; 4° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt : « De afwijking kan gelden voor het geheel of gedeelten van, respectievelijk, de nieuwe installatie of de significant verhoogde bestaande installatie.»; 5° in § 2, tweede lid, worden de woorden « tot de interconnecties met de buurlanden » vervangen door de woorden « tot de infrastructuur »;6° in § 2, derde lid worden de woorden « de looptijd van de contracten » vervangen door de woorden « , in het bijzonder »;7° de § § 3 en 4 worden vervangen door wat volgt : « § 3.Alvorens een afwijking toe te staan, kan de Koning, op voorstel van de minister en na advies van de commissie, de regels en mechanismen vastleggen voor het beheer en de toewijzing van capaciteit. De regels vereisen dat alle mogelijke gebruikers van de infrastructuur worden uitgenodigd om hun wens duidelijk te maken om capaciteit contractueel vast te leggen vóór tot de toewijzing van de capaciteit van de nieuwe infrastructuur wordt overgegaan, ook voor hun eigen gebruik.

De regels voor het congestiebeheer omvatten de verplichting om niet op de markt gebruikte capaciteit aan te bieden en vereisen dat de gebruikers van de infrastructuur over de capaciteit die zij hebben afgesloten op de secundaire markt kunnen onderhandelen. Bij de beoordeling van de in § 1, 1°, 2° en 5°, bedoelde criteria, wordt rekening gehouden met de resultaten van deze procedure van toewijzing van capaciteit.

De beslissing tot afwijking, met inbegrip van de in § 2 bedoelde voorwaarden, wordt behoorlijk met redenen omkleed en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, samen met het advies van de commissie. § 4. De minister maakt aan de Europese Commissie een afschrift over van elke aanvraag tot afwijking, onmiddellijk na de ontvangst hiervan.

Hij geeft onverwijld kennis aan de Europese Commissie van de beslissing evenals van alle nuttige informatie in verband hiermee.

Deze informatie kan aan de Europese Commissie in samengevoegde vorm worden meegedeeld om haar in staat te stellen om haar beslissing behoorlijk te staven. Deze informatie omvat meer bepaald : a) de gedetailleerde redenen op basis waarvan de afwijking werd toegekend of afgewezen, evenals een verwijzing naar § 1 waarin het specifieke punt of de relevante punten van die paragraaf worden vermeld waarop deze beslissing is gebaseerd, met inbegrip van de financiële gegevens die aantonen dat ze noodzakelijk was;b) de uitgevoerde analyse betreffende de gevolgen van de toekenning van de afwijking voor de concurrentie en de goede werking van de interne markt voor aardgas;c) de redenen ter verantwoording van de duur en het aandeel van de totale capaciteit van de betrokken gasinstallatie waarvoor de afwijking wordt toegekend;d) indien de afwijking een interconnectie betreft, het resultaat van het overleg met de instanties van de andere betrokken lidstaten van de Europese Unie;en e) de bijdrage van de installatie tot de diversifiëring van de gasbevoorrading. Binnen een termijn van twee maanden vanaf de dag volgend op de ontvangst van een kennisgeving, kan de Europese Commissie een beslissing nemen waarbij wordt vereist dat de beslissing om een afwijking toe te kennen wordt gewijzigd of ingetrokken. Deze termijn van twee maanden kan met een bijkomende periode van twee maanden worden verlengd indien de Europese Commissie bijkomende informatie vraagt. Deze bijkomende termijn loopt vanaf de dag volgend op de dag van de ontvangst van de bijkomende informatie. De aanvankelijke termijn van twee maanden kan ook met wederzijds akkoord tussen de Europese Commissie en de minister worden verlengd.

Indien de gevraagde inlichtingen niet binnen de in de aanvraag voorziene termijn worden geleverd, wordt de kennisgeving geacht te zijn ingetrokken, tenzij de termijn werd verlengd vóór hij was vervallen door het wederzijds akkoord tussen de Europese Commissie en de minister, of tenzij de minister de Europese Commissie heeft geïnformeerd, vóór het verlopen van de vastgestelde termijn, en door een met redenen omklede verklaring, dat hij de kennisgeving als volledig beschouwt.

De minister schikt zich binnen een termijn van een maand naar de beslissing van de Europese Commissie die de wijziging of de intrekking van de beslissing tot afwijking vraagt en brengt de Europese Commissie hiervan op de hoogte.

De goedkeuring van een beslissing tot afwijking door de Europese Commissie vervalt twee jaar na de invoering ervan indien de bouw van de installatie nog niet is aangevat, en vijf jaar na de invoering ervan indien de installatie nog niet operationeel is, behalve wanneer de Europese Commissie beslist dat de vertraging te wijten is aan belangrijke moeilijkheden die buiten de controle liggen van de begunstigde van de afwijking. ».

Art. 77.Artikel 15/6 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende : « De beheerders van het aardgasvervoersnet en van de opslaginstallatie voor aardgas publiceren op hun websites de opslaginstallaties of een gedeelte ervan en de opslaginstallaties in leidingen waarop de aan het vervoersnet aangesloten eindafnemers toegang kunnen krijgen. ».

Art. 78.In artikel 15/7 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, 3°, wordt vervangen door wat volgt : « 3° de toegang tot het net voor de betrokken vervoersonderneming economische en financiële moeilijkheden meebrengt of zou meebrengen wegens « take-or-pay » verbintenissen die zij in het kader van een of meer gasaankoopcontracten heeft aanvaard overeenkomstig de in § 3 vastgelegde procedure.»; 2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « moet met redenen worden omkleed » vervangen door de woorden « moet naar behoren met redenen worden omkleed en verantwoord »;3° in § 2, worden het tweede en het derde lid vervangen door wat volgt : « De beheerders delen aan de commissie hun gemotiveerde beslissing tot weigering van toegang mee.»; 4° een § 3 wordt ingevoegd, luidende : « § 3.Elke weigering tot toegang in uitvoering van § 1, 3° wordt ter goedkeuring aan de commissie voorgelegd.

Wanneer een vervoersonderneming de toegang tot haar vervoersnet op grond hiervan weigert, richt zij onverwijld een verzoek om ontheffing aan de commissie, die beslist op basis van de volgende procedure.

De verzoeken om ontheffing worden vergezeld van alle nuttige informatie over de aard en het belang van het probleem en over de inspanningen die de vervoersonderneming geleverd heeft om het probleem op te lossen. Indien er geen andere redelijke oplossing voorhanden is en rekening houdend de criteria die volgen uit het vijfde lid, kan de commissie beslissen om een ontheffing toe te staan.

De commissie brengt haar beslissing om een ontheffing toe te kennen onverwijld ter kennis van de Europese Commissie, samen met alle nuttige informatie in verband met de ontheffing. Deze informatie kan in samengevoegde vorm aan de Europese Commissie worden meegedeeld om haar in staat te stellen om haar beslissing behoorlijk te staven.

Binnen acht weken na de ontvangst van deze kennisgeving kan de Europese Commissie aan de commissie vragen om de beslissing tot toekenning van een ontheffing te wijzigen of in te trekken. Indien de commissie niet binnen een termijn van vier weken aan dit verzoek gevolg geeft, wordt onverwijld een definitieve beslissing genomen volgens de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 51, § 2 van Richtlijn 2009/73/EG. Om over de in deze paragraaf bedoelde ontheffingen te beslissen, houden de commissie en de Europese Commissie onder andere rekening met de volgende criteria : a) het streven om een concurrerende gasmarkt tot stand te brengen;b) de noodzaak om openbare dienstverplichtingen na te komen en de bevoorradingszekerheid te waarborgen;c) de positie van de vervoersonderneming op de gasmarkt en de bestaande concurrentiesituatie op die markt;d) de ernst van de economische en financiële moeilijkheden die de aardgasondernemingen en de vervoersondernemingen of de eindafnemers ondervinden;e) de data van ondertekening en de voorwaarden van het (de) betrokken contract(en), met inbegrip van de mate waarin deze rekening houden met marktveranderingen;f) de inspanningen die zijn geleverd om het probleem op te lossen;g) de mate waarin de vervoersonderneming bij de aanvaarding van de betrokken « take-or-pay » verplichtingen, gelet op de bepalingen van deze richtlijn, redelijkerwijs had kunnen verwachten dat zich ernstige moeilijkheden zouden kunnen voordoen;h) de mate waarin het net gekoppeld is aan andere netten en de mate van interoperabiliteit van die netten;en i) de gevolgen die de toekenning van een ontheffing kan hebben op de correcte toepassing van deze wet wat de goede werking van de interne markt voor aardgas betreft. Een beslissing inzake een verzoek tot ontheffing met betrekking tot de « take-or-pay » contracten die vóór 4 augustus 2003 zijn afgesloten, mag niet tot gevolg hebben dat er geen andere rendabele afzetmogelijkheden kunnen worden gevonden. Ernstige moeilijkheden zullen in elk geval niet geacht worden te bestaan zolang de verkoop van aardgas niet terugloopt tot beneden de gegarandeerde minimumafname die in « take-or-pay » contracten voor gasaankoop vastgelegd is of voor zover het betrokken « take-or-pay » contract voor gasaankoop kan worden aangepast of de aardgasonderneming in staat is andere afzetmogelijkheden te vinden.

De aardgasondernemingen waaraan krachtens deze paragraaf geen ontheffing is toegekend, mogen toegang tot het net niet of niet langer weigeren op grond van « take-or-pay » verbintenissen die zij in een gasaankoopcontract hebben aanvaard.

Elke krachtens deze paragraaf toegekende ontheffing wordt naar behoren gemotiveerd en wordt door de Europese Commissie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. ».

Art. 79.In artikel 15/9 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « overeenkomstig artikel 20 van de Richtlijn 2003/55 » worden opgeheven;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « Deze maatregelen passen de doelstellingen toe inzake eerlijke en vrije toegang, de totstandbrenging van een competitieve markt voor aardgas en het vermijden van misbruik van dominante marktposities, rekening houdend met de bevoorradingszekerheid en -regelmaat, de beschikbare of redelijkerwijs beschikbaar te maken capaciteit en de bescherming van het milieu.Hierbij wordt rekening gehouden met de volgende elementen : a) de noodzaak om toegang te weigeren wanneer er sprake is van een redelijkerwijs niet te verhelpen onverenigbaarheid van technische specificaties;b) de noodzaak om redelijkerwijs niet te verhelpen problemen te vermijden die de huidige en in de toekomst voorziene doelmatige productie van koolwaterstoffen in het gedrang zouden kunnen brengen, met inbegrip van de productie in winningsgebieden met een zwakke economische levensvatbaarheid;c) de noodzaak om rekening te houden met de redelijke en naar behoren gerechtvaardigde behoeften van de eigenaar of beheerder van het upstreampijpleidingnet voor het vervoer en de verwerking van aardgas en met de belangen van alle andere betrokken gebruikers van het upstreampijpleidingnet of van de verwerkings- of behandelingsinstallaties;en d) de noodzaak om, overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving, hun wettelijke en bestuursrechtelijke procedures toe te passen voor het verlenen van toestemming voor productie of upstreamontwikkeling.».

Art. 80.In hoofdstuk IVbis van dezelfde wet wordt een artikel 15/9bis ingevoegd, luidende : «

Art. 15/9bis.§ 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is of beschikt over een gebruiksrecht op een net dat beantwoordt aan de criteria van een gesloten industrieel net dat uitsluitend is aangesloten op het aardgasvervoersnet, dat geen deel uitmaakt van een distributienet en zoals bepaald bij artikel 1, 56°, mag dit net aan de commissie en aan de minister binnen een termijn van zes maanden volgend op de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, aanmelden en zich verbinden tot het naleven van de bepalingen die krachtens deze wet op hem van toepassing zijn. Door deze aanmelding verwerft hij de hoedanigheid van beheerder van een industrieel gesloten net. De Algemene Directie Energie controleert, na advies van de commissie en van de aardgasvervoersnetbeheerder, de technische conformiteit van het aangemelde gesloten industrieel net met het aardgasvervoersnet. Hiertoe bezorgt de beheerder van het gesloten industrieel net, binnen de zes maanden na zijn melding, aan de Algemene Directie Energie het bewijs van de technische conformiteit van zijn gesloten industrieel net met het aardgasvervoersnet. Een kopie van dit verslag wordt meegedeeld aan de aardgasvervoersnetbeheerder alsook aan de commissie.

De minister kan, na advies van de commissie en van de aardgasvervoersnetbeheerder, de hoedanigheid van beheerder van een gesloten industrieel net toekennen aan de natuurlijke of rechtspersoon, die eigenaar is van of een gebruiksrecht bezit op een net dat beantwoordt aan de criteria van een gesloten industrieel net dat uitsluitend is aangesloten op het aardgasvervoersnet, dat geen deel uitmaakt van een distributienet en zoals bepaald bij artikel 1, 56° die hierom verzoekt na de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen en die de criteria die door deze wet voorzien zijn, naleeft.

De Algemene Directie Energie publiceert en actualiseert op haar internetsite de lijst van beheerders van gesloten industriële netten. § 2. In afwijking van de bepalingen van deze wet en onder andere van de artikelen 3 tot 8/6, 15/1, 15/3 tot 15/5quinquies, 15/5duodecies en 15/12, moeten de beheerders van gesloten industriële netten zich slechts aan de volgende verplichtingen houden : a) de beheerder van een gesloten industrieel net onthoudt zich, in het kader van deze functie, van elke discriminatie tussen de gebruikers van zijn gesloten industrieel net;b) de beheerder van een gesloten industrieel net garandeert aan de gebruikers van zijn gesloten industrieel net het recht om hun aardgas bij de leverancier van hun keuze aan te schaffen en om van leverancier te veranderen, met naleving van en zonder de duur en de modaliteiten van hun contracten op de helling te zetten, binnen maximaal drie weken.De gebruiker van een gesloten industrieel net kan de beheerder van dit net gelasten om,namens hem en voor zijn rekening, zijn in aanmerking komen uit te oefenen. Om rechtsgeldig te zijn, moet dit mandaat uitdrukkelijk worden voorzien en kunnen herzien worden per contractuele periode; c) de beheerder van een gesloten industrieel net bepaalt de modaliteiten voor de aansluiting en de toegang tot dit net in een contract met de gebruikers van het gesloten industrieel net.Deze contracten stellen onder andere : 1° de minimale technische vereisten inzake het ontwerp en de werking van de op het gesloten industrieel net aangesloten installaties, het maximale aansluitingsvermogen en de kenmerken van de geleverde voorzieningen;2° de commerciële modaliteiten voor de aansluiting op en de toegang tot het gesloten industrieel net;3° de voorwaarden voor onderbreking van de aansluiting wegens niet-naleving van de contractuele verplichtingen of omwille van de veiligheid van het gesloten industrieel net. Deze contracten moeten transparant en niet-discriminerend zijn. Zij moeten eveneens bepalen dat de commissie bevoegd is in geval van betwisting door een gebruiker van het gesloten industrieel net van de op dit net toegepaste tarieven. Iedere beslissing van de commissie ter zake kan het voorwerp uitmaken van een beroep bij het hof van beroep te Brussel overeenkomstig artikel 15/20.

De afsluiting van deze contracten is afhankelijk van de vestiging van de gebruiker van het gesloten industrieel net op het gesloten industrieel net; d) iedere beheerder van een gesloten industrieel net bezorgt de gebruikers van het gesloten industrieel net dat hij beheert : 1° een gedetailleerde en duidelijke factuur, gebaseerd op hun verbruik of eigen injecties en op de in dit artikel bedoelde tariefbeginselen en/of tarieven;2° een juiste verdeling, op hun facturen, van de meerkosten toegepast op de facturen voor aardgasvervoer, in overeenstemming met de meerkostbeginselen;3° de mededeling van de relevante gegevens van hun verbruik en/of injecties, evenals de informatie voor een efficiënte toegang tot het net;e) de beheerder van een gesloten industrieel net garandeert de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie van de gebruikers van zijn net dat hij beheert, waarvan hij kennis heeft in het kader van zijn activiteiten, uitgezonderd elke wettelijke verplichting tot het vrijgeven van informatie;f) de beheerder van een gesloten industrieel net bewijst de technische conformiteit van zijn gesloten industrieel net waaronder het aardgasontvangststation van dit net, met de voor dit net relevante bepalingen van de gedragscode;g) de beheerder van een gesloten industrieel net exploiteert en onderhoudt zijn net en houdt hierbij toezicht, gelet op de kenmerken van het gesloten industrieel net, op de veiligheid, betrouwbaarheid en doeltreffendheid van dit net, en dit in economisch aanvaardbare omstandigheden, met respect voor het milieu en de energie-efficiëntie. § 3. In afwijking van de bepalingen van deze wet en met name haar artikelen 15/5 tot 15/5quinquies, past iedere beheerder van een gesloten industrieel net alsook iedere beheerder van een gesloten distributienet, voor zover de toepasselijke regionale bepalingen een regime van gesloten distributienet implementeert, voor de aansluiting, de toegang en de ondersteunende diensten van toepassing op dit net, tariefbeginselen en/of tarieven toe in overeenstemming met de volgende richtsnoeren : 1° de tariefbeginselen en/of tarieven zijn niet-discriminerend, gebaseerd op de kosten en een redelijke winstmarge;2° de tariefbeginselen en/of tarieven zijn transparant;zij worden uitgewerkt in functie van hun parameters en worden vooraf door de beheerder van het gesloten industrieel of het gesloten distributienet overgemaakt aan de netgebruikers en de bevoegde regulatoren; 3° het tarief dat door de beheerder van een gesloten industrieel net of van het gesloten distributienet op de gebruikers van dit net wordt toegepast, omvat de kosten voor toegang, aansluiting en ondersteunende diensten, alsook, desgevallend, de kosten die verband houden met de bijkomende lasten die het gesloten industrieel net of van het gesloten distributienet moet dragen om het net waarop hij aangesloten is te gebruiken.De beheerder van het gesloten industrieel net wordt gelijkgesteld met de netgebruikers die geen distributienetbeheerders zijn voor de toepassing van de tarieven die toegepast worden door de aardgasvervoersnetbeheerder aan de beheerder van het industrieel gesloten net; 4° de afschrijvingstermijnen en de winstmarges worden door de beheerder van het gesloten industrieel net of van het gesloten distributienet gekozen binnen de marges tussen de waarden die hij toepast in zijn belangrijkste bedrijfssector en de marges die worden toegepast in de distributienetten;5° de tariefbeginselen zijn, wat de aansluiting, versterking en vernieuwing van de uitrusting van het gesloten industrieel net of van het gesloten distributienet betreft, afhankelijk van de mate van socialisering of individualisering van de investeringen eigen aan de locatie, rekening houdend met het aantal gebruikers van het gesloten industrieel net of van het gesloten distributienet. § 4. De gevallen van gemengde gesloten netten die zowel federale als regionale bevoegdheden impliceren maken het voorwerp uit van overleg met de Gewesten. ».

Art. 81.In artikel 15/10, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt tussen het vijfde en het zesde lid een lid ingevoegd, luidende : « Op voorstel van de commissie kan de Koning de regels vastgelegd in het koninklijk besluit van 21 januari 2004 tot vaststelling van de nadere regels voor de compensatie van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van de sociale maximumprijzen in de aardgassector en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, bij de programmawet van 27 december 2004 bekrachtigd, wijzigen, vervangen of opheffen. ».

Art. 82.In hoofdstuk IVquater van dezelfde wet wordt een artikel 15/10bis ingevoegd, luidende : «

Art. 15/10bis.§ 1. Teneinde de controle waarin § 3 voorziet te kunnen uitvoeren, stelt de commissie voor elke leverancier voor elk variabel contracttype, evenals elk nieuw contracttype, en in overleg met hen, binnen twee maanden na de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, een gegevensbank op teneinde de methodologie voor de berekening van de variabele energieprijzen te registreren, waaronder de parameters en de indexeringsformules die daarbij gehanteerd worden. Hiertoe kan de commissie extra informatie opvragen in het kader van haar opdracht. ». « § 2. De variabele energieprijs voor de levering van aardgas aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s kan maximaal vier keer per jaar, steeds voor de eerste dag van een trimester, geïndexeerd worden.

Binnen drie werkdagen volgend op de indexering publiceren de leveranciers voor contracten met variabele energieprijzen, de desbetreffende indexeringsformules voor de levering van aardgas aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s op hun website alsook de eventuele wijzigingen aan die formules. § 3. Binnen vijf dagen na elke indexering, die geschiedt na de registratie van de variabele energieprijzen overeenkomstig § 1, bezorgt elke leverancier aan de commissie een overzicht van de wijze waarop deze werd aangepast op grond van de door de leverancier gehanteerde indexeringsformule. De commissie gaat na of de door de leverancier gehanteerde indexeringsformule correct werd toegepast en in overeenstemming is met de gegevens die zijn doorgegeven in het kader van § 1. § 4. De commissie stelt, na advies van de Nationale Bank van België, vast of de in § 1 bedoelde formule voor de indexering van de energiecomponent voor levering van aardgas met variabele energieprijs aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s correct werd toegepast.

De commissie doet op eigen initiatief een vaststelling ingeval een leverancier geen aangifte doet van de gegevens bedoeld in § 2 binnen de bovenvermelde termijnen, nadat hij in gebreke is gesteld om zijn aangifteplicht krachtens § 3 na te komen.

De commissie zendt per aangetekende brief met ontvangstmelding haar vaststelling over aan de leverancier binnen vijf werkdagen volgend op diens verklaring bedoeld in § 3 of volgend op de datum waarop zij op eigen initiatief is tussengekomen overeenkomstig het tweede lid. De leverancier heeft het recht de vaststelling door de commissie te betwisten binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de vaststelling.

Betwistingen worden voorgelegd aan een neutraal en door beide partijen aanvaard lid van het Belgisch Instituut voor Bedrijfsrevisoren, dat binnen dertig dagen en op kosten van de in het ongelijk gestelde partij een bindende vaststelling doet of de indexeringsformule van de energiecomponent voor levering van elektriciteit met variabele energieprijs aan huishoudelijke afnemers en K.M.O.'s correct werd toegepast.

Nadat de in het eerste lid vermelde vaststelling definitief is geworden, kan de commissie de leverancier aanmanen om de betrokken klanten te crediteren voor het teveel aangerekende deel van de energiecomponent. Indien de leverancier nalaat dit te doen binnen een periode van drie maanden na deze aanmaning kan de commissie deze een administratieve geldboete opleggen, in afwijking van artikel 20/2.

Deze geldboete mag niet hoger zijn dan 150.000 euro. § 5. De leverancier geeft elke stijging van de variabele energieprijs aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s die niet het gevolg is van een beslissing van de bevoegde overheid, van de regulator, van de aardgasvervoersnetbeheerder, van de beheerder van de aardgasopslaginstallatie, van de LNG-installatie, van de distributienetbeheerders of die niet voortvloeit uit de toepassing van de § § 2 tot 4, per aangetekende brief met ontvangstmelding aan bij de commissie.

De melding aan de commissie gaat vergezeld van een motivering van de prijsstijging zoals bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf.

De inwerkingtreding van de stijging zoals vermeld in het eerste lid wordt geschorst gedurende de duur van de in deze paragraaf bepaalde procedure.

De commissie, na advies van de Nationale Bank van België, oordeelt of de motivering van de stijging gerechtvaardigd is aan de hand van objectieve parameters, onder andere op basis van een permanente vergelijking van de energiecomponent voor de levering van elektriciteit en aardgas aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s met het gemiddelde van de energiecomponent in de zone Noordwest Europa.

Op initiatief van de commissie, na advies van de Nationale Bank van België, wordt een beslissing genomen door de commissie in geval een leverancier geen aangifte doet binnen de bovenvermelde termijnen, nadat hij per aangetekende brief met ontvangstmelding in gebreke is gesteld om zijn aangifteplicht krachtens het eerste lid na te komen.

De commissie zendt, na advies vande Nationale Bank van België, haar beslissing over aan de leverancier binnen vijf werkdagen volgend op diens verklaring bedoeld in het eerste lid of volgend op de datum waarop zij op eigen initiatief is tussengekomen overeenkomstig het vijfde lid.

Indien de opwaartse aanpassing van de energiecomponent niet rechtvaardig is, knoopt de leverancier onderhandelingen aan met de commissie en de Nationale Bank van België met het oog op het afsluiten van een akkoord over de variabele prijs voor de energiecomponent voor de levering aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s. De commissie overlegt met de Nationale Bank van België.

In geval van mislukking van de onderhandelingen binnen een termijn van twintig dagen vanaf de ontvangst door de commissie van voormelde aangifte, kan de commissie, na advies van de Nationale Bank van België, het geheel of een deel van de geplande stijging verwerpen. De commissie motiveert en deelt haar beslissing per aangetekende brief met ontvangstmelding mee aan de leverancier, onverminderd de rechtsmiddelen van de leveranciers overeenkomstig artikel 15/20.

De leveranciers publiceren de goedgekeurde stijging van hun energiecomponent voor levering van elektriciteit aan huishoudelijke eindafnemers en K.M.O.'s op hun website na afloop van deze procedure binnen vijf werkdagen na de kennisneming van de beslissing van de commissie.

Indien de commissie vaststelt dat de leveranciers hun verplichtingen krachtens deze paragraaf niet naleven binnen een termijn van twee maanden na de mededeling van haar beslissing aan de betrokken leverancier, kan ze deze leverancier in gebreke stellen om zich te schikken naar zijn verplichtingen. Indien de leverancier nalaat om dit te doen binnen een termijn van drie maanden na deze ingebrekestelling, kan de commissie hem een administratieve boete opleggen, in afwijking van artikel 20/2. Deze boete mag niet hoger zijn dan 150.000 euro.

Voor de uitvoering van deze paragraaf deelt de commissie aan de Nationale Bank van België alle informatie en documenten die zij ter beschikking heeft mee met toepassing van artikel 15/16. De commissie en de Nationale Bank van België nemen de strikte vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens in acht. § 6. De administratieve geldboetes worden gestort in het Fonds ter vermindering van de federale bijdrage, opgericht door artikel 20bis, § 6, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. § 7. Het mechanisme ingevoerd door dit artikel maakt het voorwerp uit van een jaarlijkse monitoring door de commissie en de Nationale Bank van België teneinde onder andere de risico's te identificeren van de marktverstorende effecten.

Tot 31 december 2014, kan de Koning bij belangrijke marktverstorende effecten, op elk moment beslissen om een einde te stellen aan het mechanisme van huidig artikel, op voorstel van de minister bij besluit overlegd in Ministerraad op basis van de monitoring en het jaarverslag van de commissie en de Nationale Bank bedoelde in het eerste lid.

Ten laatste zes maanden vóór 31 december 2014, stellen de commissie en de Nationale Bank van België een evaluatierapport op over dit mechanisme ingesteld door dit artikel. Op basis van dit rapport kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister, het verlengen met een nieuwe periode van drie jaar, indien nodig vernieuwbaar volgens een identieke procedure, indien hij vaststelt dat de transparantie- en mededingingsvoorwaarden nog steeds niet vervuld zijn en dat de bescherming van de consument nog steeds niet gewaarborgd is. Op basis van de monitoring en het jaarverslag van de commissie en de Nationale Bank bedoeld in het eerste lid, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister, op elk moment besluiten om aan het mechanisme van dit artikel een eind te maken in aanwezigheid van belangrijke marktverstorende effect. ».

Art. 83.In hoofdstuk IVquater van dezelfde wet wordt een artikel 15/10ter ingevoegd, luidende : «

Art. 15/10ter.Voor de toepassing van de boete bedoeld in artikel 15/10bis, § § 4 en 5, deelt de commissie aan de betrokken leverancier haar bezwaren mee. De leverancier kan zijn opmerkingen meedelen binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de verzenddatum. De commissie organiseert vervolgens een hoorzitting tijdens welke de leverancier zijn opmerkingen kan uiten. De commissie neemt haar eindbeslissing binnen vijf dagen volgend op de hoorzitting. ».

Art. 84.In artikel 15/11 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 11 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, 1°, wordt aangevuld met de woorden « , evenals alle andere openbare dienstverplichtingen voor hun activiteiten op het vervoersnet, de aardgasopslaginstallatie of de LNG-installatie inzake bevoorradingszekerheid en milieubescherming, met inbegrip van de energie-efficiëntie, energie die geproduceerd wordt uit hernieuwbare energiebronnen en klimaatbescherming die rekening houden met de criteria en de verplichtingen inzake bevoorradingszekerheid die voortvloeien uit de toepassing van de maatregelen die getroffen werden in het raam van Verordening (EU) nr.994/2010; »; 2° paragraaf 1, 2°, wordt aangevuld met de woorden « en inzake milieubescherming, met inbegrip van de energie-efficiëntie, energie die geproduceerd wordt uit hernieuwbare energiebronnen en klimaatbescherming die rekening houden met de criteria en de verplichtingen inzake bevoorradingszekerheid die voortvloeien uit de toepassing van de maatregelen die getroffen werden in het raam van Verordening (EU) nr.994/2010 voor hun activiteiten op het vervoersnet, de aardgasopslaginstallatie of de LNG-installatie; »; 3° in § 1, vierde lid, wordt het punt 4° opgeheven;4° in § 1, vijfde lid, wordt het punt 5° opgeheven.».

Art. 85.In artikel 15/12 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een § 1bis wordt ingevoegd, luidende : « § 1bis.De ondernemingen bedoeld in § 1 houden in hun interne boekhouding aparte rekeningen voor de activiteiten die verband houden met hun openbare dienstverplichtingen. »; 2° een § 3bis wordt ingevoegd, luidende : « § 3bis.De commissie garandeert de vertrouwelijke behandeling van de commercieel gevoelige informatie en/of persoonsgegevens, uitgezonderd elke wettelijke verplichting tot het vrijgeven van informatie. ».

Art. 86.In artikel 15/13 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt aangevuld met de woorden « en in overleg met de commissie »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « , de commissie » opgeheven;3° in § 1 wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin : « de Algemene Directie Energie mag de representatieve spelers van de gasmarkt raadplegen.»; 4° in § 1 wordt het vierde lid aangevuld met de volgende zin : « Desgevallend wordt de prospectieve studie om de twee jaar geactualiseerd.»; 5° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : « De Algemene Directie Energie stelt jaarlijks, in samenwerking met het Planbureau en in overleg met de commissie, een aanvullend verslag op over de opvolging van de bevoorradingszekerheid, waarin de resultaten van de opvolging van deze kwesties voorgesteld worden evenals alle maatregelen die hieromtrent worden genomen of overwogen. Dit verslag wordt ten laatste op 31 juli gepubliceerd en wordt medegedeeld aan de Europese Commissie. »; 6° paragraaf 2 wordt aangevuld met de punten 6° en 7°, luidende : « 6° de investeringen die noodzakelijk zijn met toepassing van de evaluatie van de risico's evenals het preventief actieplan en het noodplan dat, met toepassing van § 5, opgesteld wordt door de Federale instantie voor de bevoorradingszekerheid in gas;7° aanbevelingen op basis van de vaststellingen gedaan krachtens § 2, 1° tot 6° waarmee de beheerders rekening dienen te houden bij het opstellen van hun bij artikel 15/1, § 5 bedoelde investeringsplannen. »; 7° het artikel wordt aangevuld met de § § 5 en 6, luidende : « § 5.De minister deelt de prospectieve studie mee aan de wetgevende federale Kamers en aan de gewestregeringen evenals aan de Europese Commissie. § 6. De Algemene Directie Energie wordt aangewezen als bevoegde instantie in de zin van artikel 2.2 van de Verordening (EU) nr. 994/2010.

In uitvoering van de Verordening nr. 994/2010 is de Federale instantie voor de bevoorrading inzake aardgas inzonderheid belast met de verantwoordelijkheid de leveringszekerheid te verzekeren indien de de beheerder van het aardgasvervoersnet vaststelt dat de marktmechanismen niet volstaan om de gastoevoer te waarborgen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het opleggen van noodmaatregelen, het opvangen van onderbrekingen in gastoevoer en het nemen van maatregelen om gedeeltelijke of volledige onderbrekingen van verbruik te organiseren.

De commissie staat de Federale overheid voor de bevoorrading inzake aardgas bij in de uitvoering van haar opdrachten als bevoegde overheid. Ten behoeve van de Federale overheid kan de commissie mogelijke maatregelen voorstellen die kunnen genomen worden in geval van een noodsituatie op de gasmarkt. Zij kan ook de nodige voorbereidingen treffen voor de uitwerking van de noodmaatregelen en deze maatregelen analyseren en evalueren, en kan, op vraag van de Algemene Directie Energie, elementen aanreiken die als basis kunnen dienen voor een preventief actieplan en een noodplan.

De federale instantie voor de bevoorradingszekerheid inzake gas wordt met de volgende opdrachten belast : a) de risico-evaluatie, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr.994/2010; b) op basis van deze evaluatie, de implementatie van een preventief actieplan en een noodplan, overeenkomstig onder andere de artikelen 4, 5, 9 en 10 van Verordening (EU) nr.994/2010; c) de regelmatige controle op de bevoorradingszekerheid inzake gas op nationaal niveau, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 994/2010.

De Federale overheid voor de bevoorradingszekerheid inzake gas kan in het raam van de evaluatie van de risico's evenals de implementatie van een preventief actieplan en een noodplan, elke representatieve speler van de gasmarkt raadplegen, en werkt in overleg met de commissie en met inachtneming van de bevoegdheden van elkeen.

Bovenvermelde evaluatie van de risico's, het preventief actieplan en het noodplan worden vastgesteld door de minister op voorstel van de Federale overheid voor de bevoorradingszekerheid inzake gas en worden in het Belgisch staatsblad gepubliceerd.

Desgevallend kan de Koning de werkingsmodaliteiten van de in deze paragraaf bedoelde instantie preciseren. ».

Art. 87.In artikel 15/14 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidend : « De commissie neemt alle redelijke maatregelen om volgende doelstellingen te bereiken, in het kader van haar opdrachten opgesomd in de § 2, eventueel in nauw overleg met de overige betrokken federale overheden, met inbegrip van de Raad voor de Mededinging, en onverminderd hun bevoegdheden : 1° het bevorderen, in nauwe samenwerking met het ACER, de Europese Commissie, de reguleringsinstanties van de Gewesten en van de overige lidstaten van de Europese Unie, van een door mededinging gekenmerkte interne markt voor aardgas, zeker en duurzaam voor het milieu binnen de Europese Gemeenschap, en van een efficiënte vrijmaking van de markt voor alle afnemers en leveranciers van de Europese Gemeenschap, en het garanderen van de gepaste voorwaarden opdat de aardgasnetten op efficiënte en betrouwbare wijze zouden functioneren, rekening houdend met de doelstellingen op lange termijn;2° het ontwikkelen van een markt tussen de regio's van de Europese Gemeenschap zoals bepaald in artikel 12, § 3 van Verordening (EG) nr. 715/2009, die met elkaar in concurrentie treden en correct functioneren binnen de Europese Gemeenschap met het oog op de verwezenlijking van de in punt 1° bedoelde doelstellingen; 3° het opheffen van de belemmeringen in de handel in aardgas tussen de lidstaten van de Europese Unie, meer bepaald door voldoende grensoverschrijdende vervoerscapaciteit te voorzien om aan de vraag te beantwoorden en het versterken van de integratie van de markten van de verschillende lidstaten van de Europese Unie, wat zou moeten leiden tot een betere circulatie van aardgas doorheen de hele Europese Gemeenschap;4° het verzekeren, op de meest voordelige wijze met betrekking tot de kosten, van de invoering van niet-discriminerende netten die zeker, betrouwbaar, efficiënt en gericht zijn op de eindafnemers, en het bevorderen van adequate netten en, overeenkomstig de algemene doelstellingen van het energiebeleid, de energie-efficiëntie en de integratie van de aardgasproductie, op grote en kleine schaal, uit hernieuwbare energiebronnen;5° het bevorderen van de toegang tot het net van nieuwe productiecapaciteit, meer bepaald door de moeilijkheden op te heffen die in de weg zouden staan van de komst van nieuwe marktpartijen en de integratie van de aardgasproductie uit hernieuwbare energiebronnen;6° ervoor zorgen dat de beheerder van het aardgasvervoersnet en de netgebruikers voldoende stimuli krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de prestaties van de netten te verbeteren en de integratie van de markt te bevorderen;7° ervoor zorgen dat de eindafnemers een efficiënte werking van de markt genieten en het bevorderen van een efficiënte mededinging, en zorgen voor de garantie op bescherming van de eindafnemers;8° bijdragen tot het bereiken van een hoog niveau van openbare dienstverlening voor aardgas, en bijdragen tot de bescherming van kwetsbare afnemers en tot de compatibiliteit van de nodige gegevensuitwisselingmechanismen om de afnemers die op het vervoersnet zijn aangesloten, toe te laten om van leverancier te veranderen.»; 2° in § 2, tweede lid, wordt het 2° aangevuld met de volgende zin : « In het kader hiervan waakt de commissie over het vrijwaren van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens en onthoudt zij zich ervan deze openbaar te maken;»; 3° in § 2, tweede lid, wordt het 5° als volgt hersteld : « 5° toezicht houden op de naleving door de beheerders van het aardgasvervoersnet, de LNG-installatie en de aardgasondernemingen van de verplichtingen die hen krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn opgelegd, evenals van de andere voor de aardgasmarkt toepasselijke wettelijke reglementaire bepalingen, onder meer inzake de grensoverschrijdende kwesties en de materies die beoogd worden door Verordening (EG) nr.715/2009; »; 4° in § 2, tweede lid, 6°, worden de woorden « 15/5 tot 15/5decies » vervangen door de woorden « 15/5 tot 15/5quinquies »;5° in § 2, tweede lid, 8° bis, worden de woorden « en op distributiebedrijven die eindafnemers, die geen in aanmerking komende afnemers zijn, bevoorraden » opgeheven;6° in § 2, tweede lid, 9°, worden de woorden « tussen de activiteiten van vervoer, doorvoer, distributie en opslag van aardgas » opgeheven;7° in § 2, tweede lid, wordt het 9° bis door wat volgt vervangen : « 9° bis.de tariefbevoegdheden uitoefenen bedoeld in de artikelen 15/5 tot 15/5quinquies en de toepassing van de tarieven door de vervoersbedrijven wat hun respectievelijke netten betreft controleren; »; 8° in § 2, tweede lid,, 10°, worden de woorden « categorieën van afnemers » vervangen door de woorden « activiteiten van vervoer, distributie, opslag, LNG en levering;»; 9° in § 2, wordt het tweede lid aangevuld met de punten 14° tot 33°, luidende : « 14° toezien op de investeringsplannen van de beheerder van het aardgasvervoersnet en de samenhang analyseren van dit plan met het ontwikkelingsplan van het net in de hele Europese Gemeenschap bedoeld in artikel 8, § 3, b), van Verordening (EG) nr.715/2009. In voorkomend geval kan deze analyse aanbevelingen omvatten met het oog op de wijziging van het investeringsplan opgesteld door de beheerder van het aardgasvervoersnet. Bij de uitoefening van dit toezicht en analyse houdt de commissie rekening met de prospectieve studie opgesteld met toepassing van artikel 15/13; 15° de toepassing van de gedragscode controleren en de geleverde prestaties in uitvoering van de regels van deze code evalueren in verband met de veiligheid en de betrouwbaarheid van het aardgasvervoersnet;16° toezicht houden op de graad van transparantie, met inbegrip van de groothandelsprijzen, en toezien op de naleving van de verplichtingen inzake transparantie door de aardgasbedrijven;17° toezien op het bereikte niveau en de bereikte efficiëntie inzake de vrijmaking van de markt en de mededinging voor de groot- en kleinhandelsmarkten, met inbegrip van de beurzen voor aardgas, en toezien op de eventuele concurrentievervalsing of -beperking, door alle nuttige informatie mee te delen en de zaken die dit verantwoorden door te verwijzen naar de Raad voor de Mededinging;18° toezien op het opduiken van beperkende contractuele praktijken, met inbegrip van exclusiviteitsbedingen, die niet-residentiële afnemers aangesloten op het aardgasvervoersnet zouden verhinderen om tegelijk met meer dan één leverancier contracten af te sluiten of die hun keuze ter zake zouden kunnen beperken en, in voorkomend geval, de Raad voor de Mededinging van deze praktijken op de hoogte brengen;19° toezien op de tijd die de beheerder van het aardgasvervoersnet doet over de uitvoering van de aansluitingen en herstellingen;20° toezien op en een evaluatie maken van de voorwaarden betreffende de toegang tot de aardgasopslaginstallaties, de aardgasopslag in leidingen en andere ondersteunende diensten;21° bijdragen tot de garantie, in samenwerking met alle andere bevoegde overheden, van de efficiëntie en de invoering van beschermingsmaatregelen voor de eindafnemers;22° minstens eenmaal per jaar de aanbevelingen publiceren betreffende de overeenstemming van de leveringsprijzen met de door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten vastgestelde openbare dienstverplichtingen en, in voorkomend geval, deze overmaken aan de Raad voor de Mededinging;23° de toegang verzekeren tot de gegevens betreffende het verbruik van de eindafnemers aangesloten op het aardgasvervoersnet en de beschikbaarstelling, met het oog op een facultatief gebruik, verzekeren van een gemakkelijk te begrijpen methode voor een geharmoniseerde voorstelling van de gegevens, betreffende het verbruik en de snelle toegang van alle eindafnemers aangesloten op het aardgasvervoersnet tot deze gegevens zodat deze kosteloos over hun verbruiksgegevens kunnen beschikken en toegang verlenen tot hun verbruiksoverzichten, middels uitdrukkelijk akkoord en kosteloos, voor alle als leverancier geregistreerde bedrijven;24° toezien op de uitvoering van de regels betreffende de functies en verantwoordelijkheden van de beheerder van het aardgasvervoersnet, de leveranciers, de eindafnemers en de andere marktpartijen overeenkomstig Verordening (EG) nr.715/2009; 25° toezien op de implementering van de veiligheidsmaatregelen die worden voorzien door artikel 23 en de gedragscode, in samenwerking met de Federale instantie voor de bevoorradingszekerheid inzake aardgas;26° de beheerders van het aardgasvervoersnet, de opslaginstallatie voor aardgas en de LNG installatie certificeren, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 8, § § 4bis, 4ter en 4quater, en van artikel 8ter.De commissie verzekert de bestendige monitoring van de onafhankelijkheid van de beheerders ten opzichte van bedrijven die rechtstreeks of onrechtstreeks actief zijn in de productie en/of de levering van aardgas en/of elektriciteit en, desgevallend, gaat zij over op eigen initiatief tot de certificeringprocedure. De commissie kan van de beheerders en van de bedrijven die actief zijn in de productie en de levering van aardgas alle informatie eisen die nuttig is voor haar opdrachten in het kader van deze certificeringprocedures.

De commissie waakt over het vrijwaren van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie en/of informatie met een persoonlijk karakter; 27° bijdragen tot de compatibiliteit van de uitwisselingmechanismen van gegevens betreffende de belangrijkste marktverrichtingen op regionaal vlak, zoals voorzien in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr.715/2009; 28° de richtsnoeren bepalen inzake de uitwisseling van gegevens en van reglement, de eigendom van de gegevens en de verantwoordelijkheden inzake de overzichten;29° op voorstel van de netbeheerder, de methoden goedkeuren die gebruikt zijn om de toegang tot de grensoverschrijdende infrastructuren mogelijk te maken, met inbegrip van de procedures voor de toewijzing van capaciteiten en congestiebeheer.Deze methoden zijn transparant en niet-discriminerend. De commissie publiceert de goedgekeurde methoden op haar website; 30° toezien, in samenwerking met de Algemene Directie Energie, op het congestiebeheer van het aardgasvervoersnet, met inbegrip van de interconnecties, en de invoering van de regels voor het congestiebeheer, in overeenstemming met artikel 15/1, § 3, 7° ;31° indien nodig en in geval van weigering tot toegang, erop toezien dat de beheerder van het aardgasvervoersnet de nodige informatie verstrekt in verband met de noodzakelijke maatregelen om het net te versterken;32° op verzoek van de gebruiker van een gesloten industrieel net, de in het gesloten industrieel net toegepaste tarieven of de berekeningsmethode van deze tarieven controleren en goedkeuren op basis van door artikel 15/9bis vastgelegde criteria;33° voor zover de toepasselijke regionale bepalingen een regime voor gesloten distributienetten implementeren, op vraag van de gebruiker van een gesloten distributienet dat is aangesloten op een distributienet de tarieven of de berekeningsmethodologie van de toegepaste tarieven op het gesloten distributienet nagaan en goedkeuren.»; 10° paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De commissie geeft een volledige motivering en verantwoording voor haar beslissingen om de jurisdictionele toetsing ervan mogelijk te maken. De nadere regels die van toepassing zijn op deze motiveringen en rechtvaardigingen worden nader omschreven in het huishoudelijk reglement van het directiecomité, onder meer rekening houdend met de volgende principes : - in de motivering wordt het geheel van de elementen opgenomen waarop de beslissing gesteund is; - de aardgasondernemingen hebben de mogelijkheid om hun opmerkingen te laten gelden vóór een beslissing die hen betreft, wordt genomen; - het gevolg dat aan deze opmerkingen wordt gegeven wordt gerechtvaardigd in de eindbeslissing; - de akten met een individuele of collectieve draagwijdte die worden aangenomen in uitvoering van haar opdrachten alsook iedere voorbereidende akte, expertiseverslag, opmerking van de geconsulteerde partijen die ermee samenhangen worden gepubliceerd op de website van de commissie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of gegevens met een persoonlijk karakter. »; 11° een § 2bis wordt ingevoegd, luidende : « § 2bis.In het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden, neemt de commissie de contractuele vrijheid in acht op het vlak van overeenkomsten van onderbreekbare levering en overeenkomsten op lange termijn wanneer zij verenigbaar zijn met het gemeenschapsrecht en in overeenstemming met het gemeenschapsbeleid. »; 12° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De commissie stelt elk jaar een jaarverslag op dat zij vóór 1 mei van het jaar volgend op het betrokken boekjaar aan de Kamer van volksvertegenwoordigers overzendt.

Het jaarverslag van de commissie heeft betrekking op : 1° de uitvoering van haar opdrachten;2° de staat van haar werkingskosten en de wijze waarop zij gedekt zijn, met inbegrip van een overzicht van activa/passiva en het verslag van de bedrijfsrevisor;3° de evolutie van de markt voor aardgas;4° de getroffen maatregelen en de behaalde resultaten voor elk van de in § 2 opgesomde opdrachten;5° een analyse van het ontwikkelingsplan opgesteld door de aardgasvervoersnetbeheerder, vanuit het oogpunt van de samenhang ervan met het ontwikkelingsplan van het net over de hele Europese Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8, § 3, b), van Verordening (EG) nr.715/2009, alsook, in voorkomend geval, van de aanbevelingen tot wijziging van het ontwikkelingsplan opgesteld door de beheerder van het aardgasvervoersnet. De commissie houdt in het raam van deze analyse rekening met de prospectieve studie opgesteld met toepassing van artikel 15/13; 6° een kopie van de beslissingen die eventueel werden genomen tijdens het betrokken boekjaar inzake de methodologie voor de berekening van de tarieven bij toepassing van artikel 15/5bis tot 15/5quinquies. Dit verslag wordt op de internetsite van de commissie gepubliceerd.

Een afschrift wordt eveneens ter informatie naar de minister verstuurd. »; 13° een § 3bis wordt ingevoegd, luidende : « § 3bis.De commissie maakt ook vóór 1 mei van het jaar volgend op het betrokken boekjaar aan het ACER en aan de Europese Commissie, een jaarverslag over met betrekking tot haar activiteiten en de uitvoering van haar opdrachten. Dit verslag omvat de getroffen maatregelen en de behaalde resultaten voor elk van de in § 2 opgesomde opdrachten. Dit verslag bevat eveneens een analyse van het ontwikkelingsplan opgesteld door de aardgasvervoersnetbeheerder, vanuit het oogpunt van de samenhang ervan met het ontwikkelingsplan van het net over de hele Europese Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8, § 3, b), van Verordening (EG) nr. 715/2009, alsook, in voorkomend geval, van de aanbevelingen tot wijziging van het ontwikkelingsplan opgesteld door de beheerder van het aardgasvervoersnet. De commissie houdt in het raam van deze analyse rekening met de prospectieve studie opgesteld met toepassing van artikel 15/13. »; 14° een § 5 wordt ingevoegd, luidende : « § 5.De commissie ziet erop toe dat haar personeel en de personen belast met haar beheer : a) onafhankelijk van alle commerciële belangen handelen;b) in de uitoefening van hun opdrachten met toepassing van § 2 geen directe instructies vragen noch aanvaarden van gelijk welke regering of andere openbare of privé-entiteit,.Deze vereiste geldt onverminderd een nauw overleg, in voorkomend geval, met alle overige bevoegde overheden, evenals de algemene, door de regering voorgeschreven richtsnoeren. ».

Art. 88.In hoofdstuk IVsexies van dezelfde wet wordt een artikel 15/14quater ingevoegd, luidende : «

Art. 15/14quater.§ 1. De commissie werkt voor de grensoverschrijdende zaken samen met de reguleringsoverheid of -overheden van de betrokken lidstaten van de Europese Unie en met het ACER. De commissie consulteert en werkt nauw samen met de reguleringsoverheden van de andere lidstaten van de Europese Unie, zij wisselt met hen alle informatie uit voor de uitvoering van de taken die haar toebedeeld zijn krachtens deze wet, en deelt deze informatie mee aan het ACER. De overheid die deze uitgewisselde informatie ontvangt, behandelt deze met dezelfde strikte vertrouwelijkheid, als de overheid die deze verstrekt.

De commissie werkt ten minst samen op regionaal niveau, zoals bedoeld in artikel 12, § 3 van Verordening (EG) nr. 715/2009, en wel als volgt : a) zij bevorderen de implementatie van praktische regelingen om een optimaal beheer van het net te garanderen, zij bevorderen tevens de ontwikkeling van beurzen voor aardgas en de toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit en om een adequaat niveau van koppelingscapaciteiten, met inbegrip via de nieuwe interconnecties, binnen de regio en tussen de regio's, zoals bedoeld in artikel 12, § 3, van Verordening (EG) nr.715/2009 mogelijk te maken, zodat een efficiënte mededinging kan plaatsvinden en de bevoorradingszekerheid kan worden versterkt, zonder discriminatie tussen de leveranciersbedrijven in de verschillende lidstaten van de Europese Unie; b) zij coördineren de ontwikkeling van alle netcodes voor de beheerders van een aardgasvervoersnet en de andere betrokken marktpartijen;en c) zij coördineren de ontwikkeling van de congestiebeheerregels. De commissie is bevoegd om samenwerkingsakkoorden af te sluiten met de reguleringsoverheden van de andere lidstaten van de Europese Unie teneinde de samenwerking inzake regulering te bevorderen.

De acties bedoeld in het derde lid worden, in voorkomend geval, ondernomen in nauw overleg met de andere betrokken federale overheden en onverminderd de bevoegdheden van deze laatste. § 2. De commissie richt zich naar en implementeert de juridisch dwingende beslissingen van het ACER en van de Europese Commissie.

De commissie kan het advies van het ACER vragen in verband met de overeenstemming van een beslissing genomen door een regionale reguleringsoverheid of een andere Lidstaat van de Europese Unie met de door de Europese Commissie opgestelde richtsnoeren in uitvoering van Richtlijn 2009/73/EG of bedoeld in Verordening (EG) nr. 715/2009.

De commissie kan de Europese Commissie ook op de hoogte brengen van elke beslissing van toepassing op de grensoverschrijdende uitwisselingen, genomen door een regionale reguleringsoverheid of een andere Lidstaat van de Europese Unie die zij in strijd acht met de in het tweede lid vermelde richtsnoeren, en wel binnen twee maanden na deze beslissing.

Wanneer de Europese Commissie aan de commissie vraagt om één van haar beslissingen in te trekken, gaat deze binnen een termijn van twee maanden over tot de intrekking ervan en brengt ze de Europese Commissie hiervan op de hoogte. § 3. De commissie werkt samen met de regionale reguleringsoverheden.

De vertegenwoordiging en de contacten op communautair niveau binnen het ACER worden verzekerd door een vertegenwoordiger van de commissie die in formeel overleg handelt met de regionale reguleringsoverheden. ».

Art. 89.In artikel 15/16 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.In de uitvoering van de haar toegewezen opdrachten, kan de commissie de aardgasondernemingen die op de Belgische markt actief zijn, iedere verbonden of geassocieerde onderneming evenals van elke onderneming die een multilateraal commercieel platform beheert of uitbaat waarop energieblokken of financiële instrumenten die betrekking hebben op energieblokken worden verhandeld, die een rechtstreeks verband hebben met de Belgische aardgasmarkt of die er een directe impact op uitoefenen, vorderen om haar alle nodige informatie te verstrekken, met inbegrip van de verantwoording van elke weigering tot toegangverlening aan een derde, en alle informatie over de nodige maatregelen om het net te versterken, voor zover zij haar verzoek motiveert. De commissie kan inzage nemen van de boekhouding van de aardgasbedrijven, met inbegrip van de afzonderlijke rekeningen bedoeld in artikel 15/12, § 2, voor zover deze inzage noodzakelijk is voor de in artikel 15/14, § 2 bedoelde opdrachten. »; 2° paragraaf 1bis wordt aangevuld met een lid, luidende : « De informatie die in het kader van deze paragraaf vergaard wordt door de commissie mag alleen worden aangewend met het oog op de verslagen, adviezen en aanbevelingen bedoeld bij artikelen 15/14bis en 15/14ter.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overlegd in de Ministerraad, dit artikel uitbreiden tot bindende beslissingen die zouden kunnen bedoeld worden door de artikelen 15/14bis en 15/14ter. ».

Art. 90.Artikel 15/17 van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, wordt opheven.

Art. 91.Artikel 15/18 van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15/18.De Geschillenkamer, opgericht bij artikel 29 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, beslist op verzoek van één van de partijen over de geschillen tussen de netgebruikers en de beheerder van het aardgasvervoersnet, de beheerder van de aardgasopslaginstallatie, de beheerder van de LNG-installatie, de distributienetbeheerders of de beheerder van een gesloten industrieel net, die betrekking hebben op de verplichtingen die krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan aan deze beheerders zijn opgelegd, behalve de geschillen inzake contractuele rechten en verbintenissen.

In het kader van geschillen inzake de toegang tot de upstreaminstallaties houdt de Geschillenkamer rekening met de in artikel 15/9, tweede lid, bepaalde doelstellingen en criteria, evenals met de partijen die in de onderhandeling over de toegang tot het net kunnen betrokken zijn. In geval van grensoverschrijdende geschillen is de Geschillenkamer slechts bevoegd in de hypothese dat de upstream-installatie binnen haar rechtsgebied is gelegen. Indien de betrokken installatie onder de bevoegdheid van verschillende lidstaten valt, raadpleegt de Geschillenkamer de geschillenbeslechtingoverheden die door de betrokken lidstaten zijn opgericht om een coherente regeling te waarborgen. ».

Art. 92.In hoofdstuk IVsexies van dezelfde wet wordt een artikel 15/18bis ingevoegd, luidende : «

Art. 15/18bis.Elke belanghebbende partij die zich geschaad acht naar aanleiding van een door de commissie genomen beslissing kan, ten laatste binnen een termijn van vijftien dagen na de verschijning of de kennisgeving van deze beslissing bij de commissie een klacht indienen teneinde de zaak opnieuw te laten onderzoeken.

Deze klacht heeft geen opschortende uitwerking en sluit de indiening van een beroep voor het hof van beroep te Brussel met toepassing van artikel 15/20 niet uit, noch vormt zij een voorafgaande voorwaarde hiertoe.

De klacht met het oog op een nieuw onderzoek wordt per aangetekend schrijven of neerlegging met ontvangstbewijs bij de zetel van de commissie gericht. Zij bevat een afschrift van de bestreden beslissing evenals de redenen die een herziening verantwoorden.

De commissie neemt haar beslissing betreffende de klacht binnen een termijn van twee maanden te tellen vanaf de neerlegging van de klacht met het oog op een nieuw onderzoek. ».

Art. 93.In artikel 15/20, § 1, van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 juli 2005 en laatst gewijzigd bij de wet van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : « Elke persoon die een belang aantoont kan bij het hof van beroep te Brussel zetelend zoals in kort geding, tegen alle beslissingen van de commissie een beroep instellen, waaronder die welke hierna worden opgesomd : »;2° in het eerste lid, 5°, worden de woorden « bedoeld in de artikelen 15/5 tot 15/5decies en de uitvoeringsbesluiten ervan » opgeheven;3° in het eerste lid, punt 6°, worden de woorden « betreffende de goedkeuring van de tarieven bedoeld in artikel 15/5 tot 15/5decies en van de uitvoeringsbesluiten ervan » opgeheven.

Art. 94.In artikel 15/21 van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende twee zinnen : « Zo ook kunnen alle personen die een belang hebben een beroep aanhangig maken bij het hof van beroep te Brussel en de schorsing vragen van de tenuitvoerlegging van alle beslissingen van de commissie genomen in toepassing van de artikelen 15/5 tot 15/5quinquies waardoor de commissie de wet zou overtreden.Een vordering tot schorsing kan niet worden ingeleid zonder dat een vordering ten gronde wordt ingeleid. »; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « Binnen drie werkdagen die volgen op de neerlegging van het verzoekschrift, wordt het betekend via gerechtsbrief door de griffie van het hof van beroep aan alle door de verzoeker bij de zaak opgeroepen partijen.De griffie van het hof van beroep vraagt aan het directiecomité van de commissie een administratief dossier neer te leggen betreffende de aangevochten akte bij de griffie, met het verzoekschrift. De indiening van het administratief dossier geschiedt ten laatste de dag van het inleidend verhoor, zonder evenwel dat de termijn tussen het ontvangen van het verzoekschrift en het inleidend verhoor minder mag zijn dan tien dagen. In geval van uiterste hoogdringendheid kan het hof van beroep de termijn voor de indiening van het administratief dossier inkorten, zonder dat dat deze termijn evenwel korter mag zijn dan vijf dagen na het ontvangen van het verzoekschrift. Het administratief dossier kan door de partijen worden geraadpleegd bij de griffie van het hof van beroep vanaf de neerlegging ervan en tot de sluiting der debatten. ».

Art. 95.Artikel 15/23 van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, wordt opgeheven.

Art. 96.In artikel 15/24 van diezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden « behoudens andere beslissing van de organen van de Commissie die de beslissing hebben genomen » vervangen door de woorden « waarbij de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige informatie en/of persoonsgegevens veilig wordt gesteld ».

Art. 97.In artikel 18, § 3, tweede lid, van dezelfde wet vervangen bij de programmawet van 22 december 2008, worden de woorden « het artikel 15/14, § 2, 3°, 3° bis, 12° en 13°, op het artikel 15/14bis, op het artikel 15/14ter, op het artikel 15/16, § 1, wat betreft de uitvoering van de opdrachten van de commissie bedoeld in artikelen 15/14, § 2, 3°, 3° bis, 12° en 13°, 15/14bis en 15/14ter, en op het artikel 15/16, § 1bis » vervangen door de woorden « het artikel 15/14, § 2, 3°, 3° bis, 12° en 13°, 16° tot 18°, 20°, 23° en 25°, op het artikel 15/14bis, op het artikel 15/14ter, op het artikel 15/16, § 1, wat betreft de uitvoering van de opdrachten van de commissie bedoeld in het artikel 15/14, § 2, 3°, 3° bis, 12° en 13°, 16° tot 18°, 23° en 25°, op het artikel 15/14bis, op het artikel 15/14ter en op het artikel 15/16, § 1bis ».

Art. 98.In artikel 19 van diezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999, worden de woorden « 100 frank tot 100 000 frank » vervangen door de woorden « 2,48 euro tot 2.478,94 euro ».

Art. 99.In hoofdstuk VI van dezelfde wet wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende : « De aardgasondernemingen aan de Algemene Directie Energie, op straffe van dwangsom van een maximumbedrag van 1 % van de jaaromzet van de betrokken activiteit in België, alle informatie mede die ze nodig heeft voor de uitoefening van zijn opdrachten krachtens deze wet. ».

Art. 100.In artikel 20 van dezelfde wet worden de woorden « 100 frank tot 100 000 frank » vervangen door de woorden « 2,48 euro tot 2.478,94 euro ».

Art. 101.In artikel 20/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « vijftig tot twintigduizend frank » vervangen door de woorden « 1,24 tot 495,79 euro »;2° in § 2 worden de woorden « twintigduizend frank » vervangen door de woorden « 495,79 euro ».

Art. 102.In hoofdstuk VI van dezelfde wet wordt een artikel 20/1bis ingevoegd, luidende : «

Art. 20/1bis.Elke overtreding op de door deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan uitgevaardigde vertrouwelijkheidsregels wordt bestraft met de straffen bepaald bij artikel 458 van het Strafwetboek. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing. ».

Art. 103.In artikel 20/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van deze wet of de uitvoeringsbesluiten ervan » worden vervangen door de woorden « van deze wet, de uitvoeringsbesluiten ervan, van latere wetten betreffende de tarieven of betreffende de bijdrage bedoeld in artikel 15/11, of van alle andere bepalingen op de toepassing waarvan ze toeziet krachtens artikel 15/14, § 2, tweede lid, 5°, »; 2° de woorden »niet lager zijn dan vijftigduizend frank, noch hoger zijn dan vier miljoen frank, noch, in totaal, hoger zijn dan tachtig miljoen frank » worden vervangen door de woorden « niet lager zijn dan 1?240 euro, noch hoger zijn dan 100.000 euro, noch, in totaal, hoger zijn dan 2 miljoen euro »; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De administratieve boetes die door de commissie opgelegd worden aan de aardgasvervoersnetbeheerder, beheerder van een opslaginstallatie, beheerder van een LNG installatie en de distributienetbeheerders worden niet opgenomen in hun kosten maar worden in mindering gebracht van hun billijke winstmarges.De aardgasbedrijven mogen evenmin aan hun afnemers de bedragen van de administratieve boetes die de commissie hen oplegt doorfactureren. ».

Art. 104.In artikel 23 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en in overleg met de aardgasvervoersnetbeheerder, de beheerder van een opslaginstallatie, de beheerder van een LNG installatie » worden ingevoegd tussen de woorden « na advies van de commissie » en de woorden », de nodige beschermingsmaatregelen nemen » : 2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende : « Deze maatregelen moeten zo min mogelijk storingen veroorzaken in de werking van de Europese interne markt en mogen de strikt onontbeerlijke draagwijdte niet overstijgen die nodig is om te verhelpen aan de plotse moeilijkheden die zich hebben voorgedaan. De minister geeft onmiddellijk kennis van deze maatregelen aan de andere lidstaten van de Europese Unie en aan de Europese Commissie. ». HOOFDSTUK 4. - Facturatie aan de klant

Art. 105.§ 1. De leveranciers zien erop toe dat de alle afrekeningsfacturen, slotfacturen en voorschotfacturen die aan de eindafnemers worden gericht als gevolg van de levering van elektriciteit of gas ten minste de volgende gegevens bevatten : - naam en adres van de energieleverancier; - de e-mail, de naam, het telefoonnummer en het faxnummer van de klantendienst van de energieleverancier; - adres, telefoonnummer en faxnummer van de ombudsdienst voor energie - het adres dat dient te worden gebruikt voor alle briefwisseling; dit kan een elektronisch adres zijn; - de periode waarop de factuur betrekking heeft; - de gefactureerde bedragen; - het EAN-nummer; - het tarief van de btw en het bedrag van de btw; - het gecontracteerde product of dienst; - de duurtijd, opzegtermijn en desgevallend, minimumduur en aanvangsdatum, einddatum en mogelijkheid van stilzwijgende verlenging; - bij een contract van onbepaalde duur, wordt de opzeggingstermijn evenals de eventuele minimumduur van de overeenkomst vermeld, met vermelding van de aanvangsdatum; - de links naar de webpagina's die een onafhankelijke of officiële (zoals de V-test van de VREG) prijsvergelijker voor de verschillende energieleveranciers aanbieden. § 2. Op elke afrekeningsfactuur of slotfactuur die aan de eindafnemers wordt gericht wordt daarenboven vermeld : - het aantal verbruikte eenheden; - de eenheidsprijs / eenheidsprijzen; - details van de berekening van het verschuldigde bedrag; - het tarief voor de transmissie; - het tarief voor distributie; - in voorkomend geval, de einddatum van de beginperiode van het contract; - heffingen geïnd door alle overheden door die te globaliseren volgens categorieën; - evolutie in de consumptie van de drie voorbije jaren zowel in kWh als in eenheidsprijs per kWh als de totaalprijs; - de aard van de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de geleverde elektriciteit : hernieuwbare energie, warmtekrachtkoppeling, fossiele brandstoffen, kernenergie of onbekend. Dit laatste kan alleen betrekking hebben op 5 % van het vermelde type; - de bestaande referentiebronnen, zoals webpagina's, waar informatie over de milieueffecten van de productie van elektriciteit uit alle energiebronnen die de leverancier gedurende het afgelopen jaar heeft gebruikt voor het publiek beschikbaar zijn. § 3. De bepalingen vervat in het sectoraal akkoord « de consument in de vrijgemaakte energiemarkt » worden binnen de zes maanden vanaf de bekendmaking van deze wet in het Belgische Staatsblad vervolledigd, zodat onder andere de volgende punten worden geregeld : a) de vermelding in elke regularisatiefactuur van de evolutie van het verbruik voor de laatste periode die begrepen is tussen twee regularisaties;b) de invoering van de mogelijkheid voor de klant om de jaarfactuur uit de eventuele bankdomiciliëring te sluiten;c) het verbod op een dubbele vervroegde verbrekingsvergoeding ingeval een contract voor de levering van gas en elektriciteit op eenzelfde tijdstip bij dezelfde leverancier werd afgesloten.De verbrekingsvergoeding wordt beperkt tot 50 euro; d) de vermelding op de factuur van elke wijziging van de voorwaarden van de overeenkomst die van dien aard is dat zij een opzegging zonder vooropzeg met zich kan meebrengen. Indien de wijzigingen aan het akkoord op het einde van de termijn bepaald in het eerste lid niet zijn aangenomen, dan bepaalt de Koning bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de verplichtingen die aan de elektriciteits- en gasleveranciers worden opgelegd inzake bescherming van de energieconsumenten. § 4. Behalve in de gevallen waarin de wet aan de leveranciers andersluidende verplichtingen oplegt wordt de niet-naleving door een leverancier van het sectoraal akkoord of van het in § 3 bedoelde koninklijk besluit, beschouwd als een handeling die in strijd is met de eerlijke praktijken in de zin van hoofdstuk IV afdeling 2 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. Deze inbreuken worden opgespoord,vastgesteld en vervolgd overeenkomstig de regels bepaald in de wetgeving betreffende de marktpraktijken en consumentenbescherming. Ook de regels bepaald in deze wetgeving met betrekking tot de waarschuwingsprocedures, de transactie en de vordering tot staking zijn van toepassing. ». HOOFDSTUK 5. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 106.De artikelen 161, 164 en 165 van de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen, evenals artikel 20, 1°, van de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt treden in werking. In afwachting van de aanneming van de koninklijke besluiten bedoeld in de artikelen 4, § 3, en 17, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals gewijzigd door respectievelijk de artikelen 161 en 164 van de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen, behandelt de Algemene Directie Energie de aanvraagdossiers en formuleert de Commissie voor de Regulering van de elektriciteit en het Gas adviezen op basis van de koninklijke besluiten die bestaan op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet, namelijk de koninklijke besluiten van 11 oktober 2000 betreffende de toekenning van individuele vergunningen voor de bouw van installaties voor de productie van elektriciteit en tot vaststelling van de criteria en de procedure voor toekenning van individuele vergunningen voorafgaand aan de aanleg van directe lijnen.

Art. 107.De Koning stelt bij koninklijk besluit de nadere regels vast voor de besteding van het saldo van het fonds voor forfaitaire verminderingen voor verwarming met aardgas en elektriciteit, dat wordt opgeheven in uitvoering van de artikelen 32 en 33 alsook van het saldo van het fonds voor de financiering ter compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, dat wordt opgeheven in uitvoering van artikel 35.

Art. 108.Onverminderd de bepalingen van het tweede lid treden artikel 20bis, § § 2 tot 7, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals ingevoegd bij artikel 29 van deze wet, en artikel 84 in werking op de eerste dag van het trimester na dit waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Indien de periode tussen de datum van de bekendmaking van deze wet en de eerste dag van het trimester dat erop volgt, minder dan een maand bedraagt, treden de in het eerste lid bedoelde artikel 20bis, § § 2 tot 7, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals ingevoegd bij artikel 29 van deze wet, en artikel 84 in werking op de eerste dag van het tweede trimester na dit waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister Minister van Binnenlands Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris van Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, M. WATHELET _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Stukken. - Wetsontwerp, 53-1725/001. - Amendementen, 53-1725/003-007. - Verslag, 53-1725/008. - Tekst aangenomen door de commissies, 53-1725/009. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-1725/010.

Integraal verslag. - 15/12/2011.

Senaat.

Stukken. - 5-1405 - 2011/2012.

Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 5-1405, nr. 1. - Amendement, 5-1405, nr. 2. - Verslag, 5-1405, nr. 3. - Beslissing om niet te amenderen, 5-1405, nr. 4.

^