gepubliceerd op 05 maart 1998
Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, en Bijlagen, gedaan te Wenen op 8 september 1976, en het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, ondertekend te Istanbul op 4 september 1958, en Bijlage, gedaan te Patras op 6 september 1989
3 APRIL 1997. Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, en Bijlagen, gedaan te Wenen op 8 september 1976, en het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, ondertekend te Istanbul op 4 september 1958, en Bijlage, gedaan te Patras op 6 september 1989 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6°, van de Grondwet.
Art. 2.De volgende internationale akten : 1° de Overeenkomst betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, en Bijlagen, gedaan te Wenen op 8 september 1976;2° het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake de internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, ondertekend te Istanbul op 4 september 1958, en Bijlage, gedaan te Patras op 6 september 1989, zullen volkomen uitwerking hebben.
Art. 3.De formulieren die worden afgegeven krachtens de in artikel 2, 1°, vermelde Overeenkomst moeten overeenstemmen met de modellen die als bijlagen bij deze wet zijn gevoegd.
Art. 4.De Koning kan aan de modelformulieren gevoegd bij de Internationale Overeenkomsten, bedoeld in artikel 2, iedere wijziging aanbrengen of iedere toevoeging doen die door de Overeenkomstsluitende Staten werd aangenomen.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
OVEREENKOMST betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand De Staten die deze Overeenkomst hebben ondertekend, verlangend de voorschriften te verbeteren betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit bepaalde akten van de burgerlijke stand, namelijk wanneer zij bestemd zijn om in het buitenland te worden gebruikt, zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1.
De uittreksels uit de akten van de burgerlijke stand betreffende geboorte, huwelijk of overlijden worden, wanneer een belanghebbende partij dit verzoekt of wanneer hun gebruik een vertaling noodzakelijk maakt, opgemaakt in de vorm van de formulieren A, B en C, welke als bijlagen bij deze Overeenkomst zijn gevoegd.
In elke overeenkomstsluitende Staat worden deze uittreksels slechts afgegeven aan personen die bevoegd zijn om letterlijke afschriften te verkrijgen.
Art. 2.
De uittreksels worden opgemaakt op grond van de in de akte vermelde gegevens en de later op de akte gestelde kantmeldingen.
Art. 3.
Elke overeenkomstsluitende Staat is bevoegd de formulieren, welke als bijlagen bij deze Overeenkomst zijn gevoegd, aan te vullen met vakjes en symbolen voor andere gegevens of kantmeldingen van de akte, op voorwaarde dat de tekst ervan vooraf door de Algemene Vergadering van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand is goedgekeurd.
Elke overeenkomstsluitende Staat is evenwel bevoegd om een vakje toe te voegen dat voor vermelding van een identificatienummer is bestemd.
Art. 4.
Alle gegevens die op de formulieren moeten worden opgenomen, worden in Latijnse drukletters geschreven; zij kunnen bovendien worden geschreven in de lettertekens van de taal die gebruikt is bij het opmaken van de akte waarop zij betrekking hebben.
Art. 5.
De data worden geschreven in Arabische cijfers, die achtereenvolgens onder de symbolen Jo, Mo en An, de dag, de maand en het jaar aangeven.
De dag en de maand worden aangeduid door twee cijfers, het jaar door vier cijfers. De negen eerste dagen van de maand en de negen eerste maanden van het jaar worden aangeduid door de cijfers 01 tot en met 09.
De naam van iedere plaats die in een uittreksel wordt vermeld, wordt steeds gevolgd door de naam van de Staat waar deze plaats is gelegen als deze Staat niet de Staat is waar het uittreksel wordt afgegeven.
Het identificatienummer wordt voorafgegaan door de naam van de Staat die dit nummer heeft gegeven.
Om het geslacht aan te geven worden uitsluitend de volgende symbolen gebruikt : M = mannelijk, F = vrouwelijk.
Voor het aangeven van huwelijk, scheiding van tafel en bed, echtscheiding, nietverklaring van het huwelijk, overlijden van degene op wie de geboorteakte betrekking heeft en overlijden van de man of vrouw worden uitsluitend de navolgende symbolen gebruikt : Mar = huwelijk; Sc = scheiding van tafel en bed; Div = echtscheiding; A = nietigverklaring; D = overlijden; Dm = overlijden van de man; Df = overlijden van de vrouw. Na deze symbolen worden vermeld de datum en de plaats van het feit. Na het symbool « Mar » worden bovendien vermeld de naam en de voornamen van de echtgenoot.
Art. 6.
De onveranderlijke formules worden met uitzondering van de symbolen genoemd in artikel 5 voor wat de data betreft, aan de voorzijde van ieder uittreksel gedrukt in ten minste twee talen, waaronder de officiële taal of een van de officiële talen van de Staat waar het uittreksel wordt afgegeven, alsmede in de Franse taal.
De betekenis van de symbolen moet hierop worden aangegeven in ten minste de officiële taal of een van de officiële talen van elk der Staten die, ten tijde van de ondertekening van deze Overeenkomst, lid zijn van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand of partij zijn bij de Overeenkomst van Parijs van 27 september 1956 betreffende de afgifte van bepaalde uittreksels uit akten van de burgerlijke stand bestemd voor het buitenland, alsmede in de Engelse taal.
Op de achterzijde van ieder uittreksel moeten staan : - een verwijzing naar de Overeenkomst, in de talen aangegeven in het tweede lid van dit artikel; - de vertaling van de onveranderlijke formules, in de talen aangegeven in het tweede lid van dit artikel, voor zover deze talen niet op de voorzijde zijn gebruikt; - een samenvatting van de artikelen 3, 4, 5 en 7 van de Overeenkomst, ten minste in de taal van de autoriteit die het uittreksel afgeeft.
Elke Staat die tot deze Overeenkomst toetreedt, doet bij de nederlegging van zijn akte van toetreding aan de Zwitserse Bondsraad mededeling van de vertaling in zijn officiële taal of talen van de onveranderlijke formules en van de betekenis van de symbolen.
Deze vertaling wordt door de Zwitserse Bondsraad toegezonden aan de overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.
Elke overeenkomstsluitende Staat is bevoegd om deze vertaling toe te voegen aan de uittreksels die door zijn autoriteiten worden afgegeven.
Art. 7.
Indien de tekst van de akte het niet mogelijk maakt een vakje of een deel van een vakje van het uittreksel in te vullen, wordt dit vakje of deel van het vakje door strepen onbruikbaar gemaakt.
Art. 8.
De uittreksels vermelden de datum van hun afgifte en worden voorzien van de handtekening en het zegel van de autoriteit die ze heeft afgegeven. Zij hebben dezelfde rechtskracht als de uittreksels afgegeven ingevolge de in de Staat van afgifte geldende voorschriften van intern recht.
Zij worden zonder legalisatie of overeenkomstige formaliteit aanvaard op het grondgebied van elke Staat die bij deze Overeenkomst partij is.
Art. 9.
Behoudens de internationale overeenkomsten betreffende de kosteloze afgifte van afschriften van of uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, mogen voor uittreksels die worden afgeleverd op grond van deze Overeenkomst geen hogere rechten worden geheven dan voor uittreksels welke in de betrokken Staat overeenkomstig de geldende interne wetgeving zijn opgemaakt.
Art. 10.
Deze Overeenkomst belet niet dat van akten van de burgerlijke stand letterlijke afschriften worden verstrekt overeenkomstig de voorschriften van intern recht van het land waar die akten zijn opgemaakt of overgeschreven.
Art. 11.
Elke overeenkomstsluitende Staat kan, bij de ondertekening, de in artikel 12 bedoelde kennisgeving of de toetreding, verklaren dat hij zich het recht voorbehoudt om deze Overeenkomst niet toe te passen op uittreksels uit geboorteakten van geadopteerde kinderen.
Art. 12.
De overeenkomstsluitende Staten stellen de Zwitserse Bondsraad ervan in kennis dat de door hun Grondwet vereiste procedures voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst op hun grondgebied zijn vervuld.
De Zwitserse Bondsraad doet de overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand mededeling van iedere kennisgeving in de zin van het vorige lid.
Art. 13.
Deze Overeenkomst treedt inwerking op de dertigste dag te rekenen van de datum van nederlegging van de vijfde kennisgeving en is van dat tijdstip af van kracht tussen de vijf Staten die deze formaliteit vervuld hebben.
Voor iedere overeenkomstsluitende Staat die de in het vorige artikel bedoelde formaliteit later vervult, wordt deze Overeenkomst van kracht te rekenen van de dertigste dag na de datum van nederlegging van zijn kennisgeving.
Zodra deze Overeenkomst inwerking is getreden, zendt de Regering van de Staat waar de kennisgevingen worden nedergelegd de tekst aan het Secretariaat van de Verenigde Naties ter inschrijving en publicatie overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties.
Art. 14.
De Overeenkomst betreffende de afgifte van bepaalde uittreksels uit akten van de burgerlijke stand bestemd voor het buitenland, ondertekend te Parijs op 27 september 1956, houdt op van toepassing te zijn tussen de Staten ten aanzien waarvan deze Overeenkomst in werking is getreden.
Art. 15.
Het in artikel 11 bedoelde voorbehoud kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. De intrekking wordt aan de Zwitserse Bondsraad medegedeeld.
De Zwitserse Bondsraad doet de overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand mededeling van iedere kennisgeving in de zin van het vorige lid.
Art. 16.
Deze Overeenkomst is van rechtswege van toepassing in het gehele moederland van elke overeenkomstsluitende Staat.
Elke Staat kan bij de ondertekening, de kennisgeving, de toetreding of nadien door middel van een aan de Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren dat de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing zullen zijn in één of meer van zijn buiten het moederland gelegen gebieden, van de Staten of van de gebieden voor welker internationale betrekkingen hij verantwoordelijk is. De Zwitserse Bondsraad doet van laatstgenoemde kennisgeving mededeling aan elk der overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand. De bepalingen van deze Overeenkomst worden van toepassing in het gebied of de gebieden in de kennisgeving aangewezen, op de zestigste dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.
Iedere Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van dit artikel kan nadien op ieder tijdstip door middel van een aan de Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren dat deze Overeenkomst zal ophouden van toepassing te zijn in één of meer van de Staten of gebieden die in de verklaring zijn genoemd.
De Zwitserse Bondsraad doet van de nieuwe kennisgeving mededeling aan elk der overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.
De Overeenkomst houdt op van toepassing te zijn in het bedoelde gebied op de zestigste dag na de datum waarop de Bondsraad de voornoemde kennisgeving heeft ontvangen.
Art. 17.
Iedere Staat kan tot deze Overeenkomst toetreden nadat zij in werking is getreden. De akte van toetreding wordt nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad. Deze doet van elke nederlegging van een akte van toetreding mededeling aan elk der overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand. Ten aanzien van de toetredende Staat treedt de Overeenkomst inwerking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte van toetreding.
Art. 18.
Deze Overeenkomst blijft voor onbeperkte tijd van kracht. Ieder der overeenkomstsluitende Staten heeft evenwel het recht haar te allen tijde op te zeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving gericht aan de Zwitserse Bondsraad, die de andere overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand hiervan mededeling doet.
Van dit recht tot opzegging kan door een Staat eerst gebruik worden gemaakt na het verstrijken van een termijn van één jaar te rekenen van de datum waarop de Overeenkomst te zijnen aanzien inwerking is getreden.
De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende, daartoe behoorlijk gemachtigde vertegenwoordigers deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Wenen, op 8 september 1976, in een enkel exemplaar, dat zal worden neergelegd in het archief van de Zwitserse Bondsraad en waarvan een gewaarmerkt afschrift langs diplomatieke weg zal worden toegezonden aan elk der overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie van de Burgerlijke stand.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
AANVULLEND PROTOCOL bij de overeenkomst inzake de internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, ondertekend te Istanbul op 4 september 1958, en bijlage, gedaan te Patras op 6 september 1989 De Staten die dit Protocol hebben ondertekend, leden van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand en Partijen bij de Overeenkomst van 4 september 1958 inzake internationale uitwisseling op het gebied van de burgerlijke stand, In aanmerking nemende de ontwikkelingen met betrekking tot de internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, en geleid door de wens de op grond van artikel 1 van de Overeenkomst van 4 september 1958 vereiste kennisgevingen hiermee in overeenstemming te brengen.
Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1. 1. Voor de toezending van gegevens inzake de akten bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst van 4 september 1958 kunnen de Staten gebruik maken hetzij van de in artikel 2 van die Overeenkomst bedoelde formulieren, hetzij van de modellen van de meertalige uittreksels van de op 27 september 1956 te Parijs en op 8 september 1976 te Wenen ondertekende Overeenkomsten, hetzij van een ander hiertoe door de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand ontworpen model.2. Wanneer de kennisgevingen per post worden verzonden, dient dit in een gesloten envelop te geschieden. Art. 2. 1. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de formulieren bedoeld in artikel 2 van de Overeenkomst van 4 september 1958, moeten daaraan worden toegevoegd de in de bijlage van dit Protocol opgenomen Engelse, Spaanse, Griekse en Portugese vertalingen van de modellen van kennisgeving.2. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de modellen van de meertalige uittreksels van de op 27 september 1956 te Parijs en de op 8 september 1976 te Wenen ondertekende Overeenkomsten, dient, in de talen waarin de vaste aanduidingen van het uittreksel zijn gesteld, de volgende vermelding te worden aangebracht : « Dit uittreksel uit de huwelijksakte/overlijdensakte wordt toegezonden bij wijze van kennisgeving als bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst van 4 september 1958 inzake internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand ».Deze vermelding kan rechtstreeks op het gebruikte meertalige uittreksel worden gesteld, dan wel op een begeleidende notitie dat aan het desbetreffende uittreksel is gehecht.
Art. 3.
Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad.
Art. 4. 1. Dit Protocol treedt inwerking op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin de tweede akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding is nedergelegd.2. Ten aanzien van de Staat die het Protocol bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt of toetreedt na de inwerkingtreding ervan, wordt het Protocol van kracht op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin deze Staat zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding heeft nedergelegd. Art. 5.
Iedere Staat die de Overeenkomst van 4 september 1958 heeft bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, of die daartoe is toegetreden, kan tot dit Protocol toetreden. De akte van toetreding dient te worden nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad.
Art. 6.
Met betrekking tot de territoriale werking van dit Protocol zijn de bepalingen van artikel 7 van de Overeenkomst van 4 september 1958 van overeenkomstige toepassing.
Art. 7. 1. Dit Protocol blijft voor onbepaalde tijd van kracht.2. Voor de Staat die de Overeenkomst van 4 september 1958 opzegt, houdt dit Protocol tegelijk met de Overeenkomst op van kracht te zijn. Art. 8. 1. De Zwitserse Bondsraad stelt de Staten die lid zijn van de Internationale Commissie voor de burgerlijke stand in kennis van : a) de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;b) iedere datum van inwerkingtreding van het Protocol;c) iedere verklaring betreffende de territoriale uitbreiding van het Protocol of de intrekking van die verklaring, met de datum waarop zij van kracht wordt.2. De Zwitserse Bondsraad doet de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand mededeling van iedere kennisgeving gedaan overeenkomstig het eerste lid.3. Zodra dit Protocol inwerking is getreden, wordt door de Zwitserse Bondsraad een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift gezonden aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor registratie en publicatie, overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Patras, de 6e september 1989 in een enkel exemplaar in de Franse taal, dat zal worden nedergelegd in de archieven van de Zwitserse Bondsraad en waarvan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift langs diplomatieke weg zal worden gezonden aan elk der Lid-Staten van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.
Eveneens zal een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift worden toegezonden aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Vienne : 8 septembre 1976 - Wenen : 8 september 1976 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld