gepubliceerd op 13 december 1997
Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 171 betreffende nachtarbeid, aangenomen te Genève op 26 juni 1990 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar zevenenzeventigste zitting
3 APRIL 1997. Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 171 betreffende nachtarbeid, aangenomen te Genève op 26 juni 1990 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar zevenenzeventigste zitting (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het Verdrag nr. 171 betreffende nachtarbeid, aangenomen te Genève op 26 juni 1990 door de Internationale Arbeidsonferentie tijdens haar zevenenzeventigste zitting, zal volkomen uitwerking hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Bijlage Verdrag betreffende nachtarbeid (Verdrag nr. 171) De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau en aldaar bijeengekomen in haar zevenenzeventigste zitting op 6 juni 1990;
Gelet op de bepalingen van de internationale arbeidsverdragen en aanbevelingen ter zake van nachtarbeid van kinderen en jongeren, met name die van het Verdrag en de Aanbeveling betreffende nachtarbeid van kinderen en jeugdige personen (niet in de nijverheid werkzaam), 1946, van het Verdrag betreffende de nachtarbeid van jeugdigepersonen (werkzaamindenijverheid) (herzien), 1948, en de Aanbeveling betreffende de nachtarbeid van kinderen en jeugdige personen (werkzaam in de landbouw), 1921;
Gelet op de bepalingen van de internationale arbeidsverdragen en aanbevelingen betreffende de nachtarbeid van vrouwen, met name die van het Verdrag betreffende de nachtarbeid (vrouwen) (herzien), 1948, en het bijbehorende Protocol van 1990, van de Aanbeveling betreffende de nachtarbeid van vrouwen (landbouw), 1921, alsmede de vijfde paragraaf van de Aanbeveling betreffende de bescherming van het moederschap, 1952;
Gelet op de bepalingen van het Verdrag betreffende discriminatie (werkgelegenheid en beroepsuitoefening), 1958;
Gelet op de bepalingen van het Verdrag betreffende de bescherming van het moederschap (herzien), 1952;
Besloten hebbende tot het aannemen van bepaalde voorstellen betreffende nachtarbeid, welk onderwerp als vierde punt op de agenda van de zitting voorkomt;
Besloten hebbende dat deze voorstellen de vorm van een internationaal verdrag dienen te krijgen, Neemt heden, de zesentwintigste juni negentienhonderd negentig onderstaand verdrag aan, dat kan worden aangehaald als Verdrag betreffende nachtarbeid, 1990 : Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder : a) « nachtarbeid » : alle arbeid, verricht gedurende een tijdruimte van ten minste zeven achtereenvolgende uren, waarin begrepen de periode tussen middernacht en 5 uur 's morgens, vast te stellen door de bevoegde autoriteit na overleg met de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties of door middel van collectieve arbeidsovereenkomsten;b) « nachtarbeider » : een werknemer, wiens werk vereist dat er een aanzienlijk aantal uren, boven een bepaalde drempel, in nachtarbeid wordt gewerkt.Die drempel wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteit, na overleg met de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties of door middel van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Artikel 2 1. Dit Verdrag is van toepassing op alle werknemers, met uitzondering van hen die werkzaam zijn in de landbouw, de veeteelt, de visserij, het vervoer over zee en de binnenvaart.2. Een lid dat dit Verdrag bekrachtigt, kan, na overleg met de representatieve organisaties van de betrokken werkgevers en werknemers, bepaalde beperkte categorieën werknemers geheel of gedeeltelijk van de werkingssfeer van dit Verdrag uitsluiten, wanneer de toepassing van het Verdrag op hen specifieke problemen van bijzonder belang zou doen rijzen.3. Ieder lid dat gebruik maakt van de in het voorgaande lid geboden mogelijkheid dient in de verslagen inzake de toepassing van het Verdrag, die uit hoofde van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie moeten worden ingediend, de specifieke, aldus uitgesloten categorieën werknemers, alsmede de redenen van uitsluiting te vermelden.Ook dient het alle maatregelen aan te geven, die het heeft genomen om de bepalingen van het Verdraig geleidelijk uit te breiden tot de betrokken werknemers.
Artikel 3 1. Er dienen specifieke maatregelen, vereist door de aard van de nachtarbeid en ten minste de maatregelen bedoeld in de artikelen 4 tot en met 10 omvattend, te worden getroffen ten behoeve van de nachtarbeiders, ten einde hun gezondheid te beschermen, hun de uitoefening van hun verantwoordelijkheden jegens hun gezin en de samenleving te vergemakkelijken, hun kansen op loopbaanontwikkeling te bieden en hun passende compensatie te bieden.Zulke maatregelen dienen ook te worden genomen op het gebied van de veiligheid en de bescherming van het moederschap, ten behoeve van allen die nachtarbeid verrichten. 2. De in het eerste lid hierboven bedoelde maatregelen kunnen geleidelijk worden toegepast. Artikel 4 1. Op hun verzoek hebben werknemers het recht kosteloos hun gezondheid te laten beoordelen en advies in te winnen, omtrent de wijze waarop zij met hun werk samenhangende gezondheidsroblemen kunnen verminderen of voorkomen : a) alvorens zij hun werk als nachtarbeider beginnen;b) met geregelde tussenpozen, zolang zij nachtarbeid verrichten;c) indien zij gedurende de tewerkstelling als nachtarbeider gezondheidsproblemen krijgen, die niet aan andere factoren dan aan nachtarbeid zijn toe te schrijven.2. Tenzij wordt geconstateerd dat de betrokkene ongeschikt is voor nachtarbeid, mag het resultaat van die beoordelingen niet zonder toestemming van de betrokken werknemers aan derden worden doorgegeven noch in hun nadeel worden gebruikt. Artikel 5 Er dienen toereikende voorzieningen voor eerste hulp ter beschikking te worden gesteld aan werknemers die nachtarbeid verrichten, met inbegrip van regelingen die het mogelijk maken dat deze werknemers zo nodig snel kunnen worden gebracht naar een plaats waar een passende behandeling kan worden verschaft.
Artikel 6 1. Nachtarbeiders die om gezondheidsredenen ongeschikt worden verklaard voor nachtarbeid, dienen, zodra dit uitvoerbaar is, te worden overgeplaatst naar een soortgelijke functie waarvoor zij geschikt zijn.2. Wanneer een overplaatsing naar een dergelijke functie niet uitvoerbaar is, dienen deze werknemers dezelfde uitkering te ontvangen als andere werknemers die niet in staat zijn te werken of een betrekking te vinden.3. Een nachtarbeider die tijdelijk ongeschikt wordt verklaard voor het verrichten van nachtarbeid, dient dezelfde bescherming te ontvangen ter zake van ontslag en opzegtermijn als andere werknemers die om gezondheidsredenen zijn verhinderd te werken. Artikel 7 1. Er dienen maatregelen te worden getroffen om te verzekeren dat er een alternatief voor nachtarbeid bestaat voor vrouwelijke werknemers, die anders verplicht zouden zijn dergelijke werkzaamheden te verrichten : a) voor en na de geboorte van een kind, gedurende een tijdvak van ten minste zestien weken, waarvan er ten minste acht vallen voor de vermoedelijke datum van de bevalling;b) op vertoon van een medische verklaring waarin staat dat dit noodzakelijk is voor de gezondheid van moeder of kind, gedurende andere perioden, i) tijdens de zwangerschap; ii) gedurende een tijdvak boven de periode volgend op de geboorte van een kind zoals vastgesteld overeenkomstig letter a) hierboven, waarvan de duur wordt bepaald door de bevoegde autoriteit, na overleg met de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde maatregelen kunnen, wanneer dit mogelijk is, overplaatsing naar dagarbeid inhouden of het verstrekken van een uitkering in het kader van de sociale zekerheid of een verlenging van het zwangerschapsverlof.3. In de loop van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde perioden : a) mag een vrouwelijke werknemer niet worden ontslagen of ontslag aangezegd krijgen, behalve om gerechrvaardigde redenen die geen verband houden met haar zwangerschap of bevalling;b) dient het inkomen van de werkneemster te worden gehandhaafd op een niveau dat toereikend is voor haar eigen onderhoud en dat van haar kind, volgens een passende levensstandaard.Handhaving van het inkomen kan worden gewaarborgd door een der in het tweede lid van dit artikel bedoelde maatregelen, door andere passende maatregelen of door een combinatie van deze maatregelen; c) verliest de vrouwelijke werknemer niet de voordelen inzake rang, anciënniteit en kansen op bevordering die verbonden kunnen zijn aan haar gewone functie in nachtarbeid.4. De bepalingen van dit artikel mogen geen afbreuk doen aan de met het zwangerschapsverlof samenhangende bescherming en voordelen. Artikel 8 De aan nachtarbeiders geboden compensaties op het gebied van arbeidsduur, loon of soorgelijke voordelen moeten de erkenning van de aard van nachtarbeid weerspiegelen.
Artikel 9 Er moeten passende sociale voorzieningen worden getroffen voor nachtarbeiders en wanneer dit nodig is, voor werknemers die nachtarbeid verrichten.
Artikel 10 1. Alvorens een werkrooster in te voeren waarbij nachtarbeid is vereist, dient de werkgever de vertegenwoordigers van de betrokken werknemers te raadplegen omtrent de details van dit rooster, de wijze waarop deze nachtarbeid qua organisatie het beste kan worden aangepast aan de instelling en haar personeel, alsmede omtrent de vereiste bedrijfsgeneeskundige maatregelen en sociale voorzieningen.Bij instellingen die nachtarbeiders in dienst hebben, dient dit soort overleg regelmatig plaats te vinden. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaari onder « vertegenwoordigers van de werknemers », personen die door de nationale wetgeving of praktijk in overeenstemming met het Verdrag betreffende de vertegenwoordigers van de werknemers, 1971, als zodanig worden erkend. Artikel 11 1. De bepalingen van dit Verdrag kunnen worden toegepast door middel van wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten, scheidsrechtelijke of rechterlijke beslissingen, door een combinatie van deze middelen, of op enigerlei andere, bij de nationale omstandigheden en praktijkpassendewijze.Voorzoverdaaraan niet op andere wijze uitvoering is gegeven, dienen zij te worden toegepast door middel van wetgeving. 2. Wanneer de bepalingen van het Verdrag worden toegepast door middel van wetgeving, dient tevoren overleg te worden gepleegd met de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. Artikel 12 De formele bekrachtigingen van dit Verdrag worden medegedeeld aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau en worden door hem geregistreerd.
Artikel 13 1. Dit Verdrag is slechts verbindend voor de leden van de Internationale Arbeidsorganisatie die hun bekrachtiging door de Directeur-Generaal hebben doen registreren.2. Het treedt in werking twaalf maanden na de datum waarop de bekrachtingen van twee Leden door de Directeur-Generaal zijn geregistreerd.3. Vervolgens treedt dit Verdrag voor ieder Lid in werking twaalf maanden na de datum waarop zijn bekrachtiging is geregistreerd. Artikel 14 1. Ieder lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na afloop van een termijn van tien jaar na de datum waarop het Verdrag voor het eerst in werking is getreden, door middel van een van de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau gerichte en door deze geregistreerde verklaring De opzegging wordt eerst van kracht een jaar na de datum waarop zij is geregistreerd.2. Ieder lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd en niet binnen een jaar na afloop van de termijn van tien jaar als bedoeld in het vorige lid, gebruik maakt van de bevoegdheid tot opzegging voorzien in dit artikel, is voor een nieuwe termijn van tien jaar gebonden en kan daarna dit Verdrag opzeggen na afloop van elke termijn van tien jaar op de voorwaarden, voorzien in dit artikel. Artikel 15 1 De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau stelt alle Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie in kennis van de registratie van alle bekrachtigingen en opzeggingen, die hem door de leden van de Organisatie zijn medegedeeld. 2. Bij de kennisgeving aan de leden van de Organisatie van de registratie van de tweede hém medegedeelde bekrachtiging, vestigt de Directeur-Generaal de aandacht van de Leden van de Organisatie op de datum waarop dit Verdrag in werking treedt. Artikel 16 De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau doet aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties mededeling, ter registratie in overeenstemming met artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties, van de volledige bijzonderheden omtrent alle bekrachtigingen en opzeggingen die hij overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande artikelen heeft geregistreerd.
Artikel 17 De Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau brengt, telkens wanneer deze dit noodzakelijk acht, aan de Algemene Conferentie verslag uit over de toepassing van dit Verdrag en onderzoekt of het wenselijk is de gehele of gedeeltelijke heniening van dit Verdrag op de agenda van de Conferentie te plaatsen.
Artikel 18 1. Indien de Conferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke herziening van dit Verdrag, zal, tenzij het nieuwe verdrag anders bepaalt : a) bekrachtiging door een lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, van rechtswege onmiddellijke opzegging van dit Verdrag ten gevolge hebben, niettegenstaande het bepaalde in artikel 14 hierboven, onder voorbehoud evenwel dat het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden;b) met ingang van de datum waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden, dit Verdrag niet langer door de Leden kunnen worden bekrachtigd.2. Dit Verdrag blijft echter naar vorm en inhoud van kracht voor de Leden die het hebben bekrachtigd en die het nieuwe verdrag, houdende herziening, niet hebben bekrachtigd. Artikel 19 De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk gezaghebbend.
De voorgaande tekst is de authentieke tekst van het Verdrag naar behoren aangenomen door de Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie tijdens haar zevenenzeventigste zitting welke werd gehouden te Genève en voor gesloten werd verklaard op 27 juni 1990.
Ten blijke waarvan wij onze handtekening hebben geplaatst op 27 juni 1990.
De Voorzrtter van de Conferentie, (w.g.) JORGE TRIACA De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau, (w.g.) MICHEL HANSENNE Lijst van de gebonden Staten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld