Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 juli 2023
gepubliceerd op 26 juli 2023

Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2023043851
pub.
26/07/2023
prom.
21/07/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State


VERSLAG AAN DE KONING Sire, I. Algemene opmerkingen Dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt die bepalingen van de diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die dienen te worden gewijzigd in navolging van de inhoudelijke hervorming van de afdelingen Wetgeving en de afdeling Bestuursrechtspraak, zoals bepaald bij wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten, en de uitbreiding van het personeelskader, zoals bepaald bij wet van 6 september 2022 tot wijziging van artikel 69 van de wetten op de Raad van State.

II. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Bij artikel 2, § 1, 3°, van de algemene procedureregeling is het inzonderheid vereist dat het verzoekschrift tot nietigverklaring een uiteenzetting van de middelen bevat. In de vaste rechtspraak wordt het middel gedefinieerd als de vermelding van de rechtsregel waarvan de schending aangevoerd wordt en van de wijze waarop die regel overtreden zou zijn, waarbij dat vereiste overigens beoordeeld moet worden zonder verregaand formalisme. Er wordt voorgesteld om die definitie op te nemen in het besluit zodat alle rechtzoekenden, en in het bijzonder diegenen die zich verdedigen zonder de hulp van een advocaat, duidelijk kunnen weten wat van hen verwacht wordt. Zodoende wordt de voorzienbaarheid van het recht versterkt.

Al vele jaren worden de procedurestukken almaar omvangrijker. Heel wat verzoekschriften tellen meer dan 50 pagina's. In plaats van een maximumaantal pagina's per procedurestuk vast te stellen, zoals dat al gebruikelijk is bij sommige rechtscolleges, lijkt het gepaster om aan de verzoeker te vragen om zelf zijn bezwaar samen te vatten wanneer zijn middel een belangrijke uiteenzetting behoeft. Een groot aantal raadslieden gaat al zo te werk, waardoor de magistraten (auditeurs en staatsraden) kostbare tijd kunnen winnen en zich kunnen concentreren op de beslechting van het geschil. Het beschikken over een duidelijke en eenduidige uiteenzetting van de middelen komt de procedure op tegenspraak ten goede aangezien de verwerende partij, die op die argumenten moet antwoorden binnen een beperkte termijn, bij machte moet zijn een nuttige verdediging te voeren.

De ontstentenis, in het verzoekschrift, van de samenvatting van een grief waarin een belangrijke uiteenzetting vervat ligt, geeft op zich geen aanleiding tot de onontvankelijkheid van het middel. Die ontstentenis heeft als enig mogelijk gevolg voor de verzoeker dat de draagwijdte van zijn grief niet correct samengevat en dus begrepen wordt in het verslag van de auditeur en in het arrest.

Er zal een vademecum worden uitgewerkt om de partijen te helpen hun procedurestukken op te stellen.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State vraagt zich in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023 af wat dient te worden verstaan onder "de inhoud van het middel". Zoals duidelijk aangegeven in het eerste lid van de ontworpen bepaling gaat het om rechtsregels waarvan de schending aangevoerd wordt, alsook de wijze waarop die regels overtreden zouden zijn. De inhoud van het middel omvat dus twee aspecten die het voorwerp uitmaken van de samenvatting.

De termen "in voorkomend geval" laten de auditeur de mogelijkheid in zijn verslag en in het besluit de samenvatting van het middel en de grieven te herhalen of het middel over te nemen, zoals uiteengezet door de verzoeker indien er geen enkele samenvatting werd gemaakt.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State vreest eveneens dat indien de samenvatting onvolledig is, er alleen wordt geantwoord op de elementen waarmee in de samenvatting rekening is gehouden, wat een eventuele onevenredige aantasting van het recht tot toegang tot de rechter zou kunnen vormen. Deze wijziging heeft geen enkele weerslag op de controle van de wettigheid uitgeoefend door de Raad van State.

Het gaat er voor de verzoekende partij louter om haar middel samen te vatten en de integratie ervan in het verslag van de auditeur of in het arrest te faciliteren.

Zoals uitgelegd, voorziet het ontworpen artikel 2 in een algemene regel met betrekking tot de wijze waarop een middel moet worden uiteengezet, waardoor het niet nodig is die te herhalen voor de andere procedurehandelingen. Artikel 2, § 1, tweede tot vierde lid, van het algemeen procedurereglement, zoals aangevuld door artikel 1 van dit koninklijk besluit, is dan ook vanzelfsprekend mutatis mutandis van toepassing op de memorie van wederantwoord en de laatste memorie van de verzoekende partij. Met deze laatste verduidelijking wordt gevolg gegeven aan overweging 8 van de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023.

Artikel 2 Als het antwoord op de middelen van het verzoekschrift een verdere uiteenzetting behoeft, moet de memorie van antwoord een samenvatting bevatten van de argumenten van de verwerende partij.

Die nieuwe vereiste is de tegenhanger van de wijziging die aangebracht is in artikel 2, § 1, van de algemene procedureregeling. Net zoals in het kader van het verzoekschrift tot nietigverklaring geeft de niet-naleving van dat vereiste door de verwerende partij geen aanleiding tot de onontvankelijkheid van haar argumenten.

Artikelen 3, 4 en 8 De wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op de zogenaamde hakbijlprocedures. De gecoördineerde wetten op de Raad van State bepalen de gevolgen in geval de partijen niet binnen de termijn de procedurestukken hebben voorgelegd of niet tijdig de rolrechten hebben betaald. De eis om bij hun vraag te worden gehoord een schriftelijke verantwoording te geven dient een dubbel doel. Ten eerste worden zinloze zittingen hierdoor vermeden. De praktijk leert dat een betrokken partij vaak vraagt om te worden gehoord, maar toch niet op de zitting verschijnt. Ten tweede wordt hierdoor uitstel van de zitting vermeden. De schriftelijke verantwoording (eventueel gestaafd met stukken) stelt de tegenpartij, het auditoraat en de kamer beter in staat om de zitting voor te bereiden. Dit vermindert de kans dat de zaak dient te worden uitgesteld. Aangezien de ontworpen bepaling niet voorziet in een sanctie in geval van het niet meedelen van deze schriftelijke verantwoording, is het aan de staatsraad om te beoordelen of het niet meedelen ervan gevolgen heeft voor het tegensprekelijk debat of de rechten van de verdediging van de andere partijen, alsook voor het dubbel onderzoek. In ieder geval kan hij beslissen om de debatten te heropenen om de auditeur en de andere partijen in staat te stellen te reageren op de mondeling uiteengezette argumenten. Zodra door een partij een zitting wordt aangevraagd, zal deze plaatsvinden, ongeacht of er al dan niet een schriftelijke verantwoording werd ingediend. Met deze laatste verduidelijking wordt gevolg gegeven aan de opmerking hierover van de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023.

Bovendien worden de artikelen 11/2 en 11/3 aldus gewijzigd dat verwezen wordt naar de nieuwe tekst van artikel 17 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Wat betreft overweging 10 van het advies van de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023, kan worden toegelicht dat de overige wijzigingen aan de procedurebesluiten die het nieuwe artikel 17 van de gecoördineerde wetten, vervangen door artikel 5 van de wijzigings wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten, met zich mee zal brengen, het voorwerp zullen uitmaken van een afzonderlijk koninklijk besluit.

Artikel 5 Wanneer blijkt dat het bestreden besluit is ingetrokken of de verzoekende partij afstand van het geding heeft gedaan, heeft een auditoraatsverslag weinig nut. De auditeur-verslaggever kan ervoor opteren om geen verslag in te dienen en dit zo aan de griffie mee te delen. De Kamer behoudt evenwel de mogelijkheid om de debatten te heropenen.

Dit artikel vindt zijn rechtsgrond in het gewijzigde artikel 30, § 1, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Artikel 6 Het gebeurt dat de Raad van State bepaalde stukken van het administratief dossier dat via elektronische weg bezorgd is, niet kan afdrukken of gebruiken. Het kan daarbij met name gaan om stedenbouwkundige plannen waarvoor specifieke printers nodig zijn of om omvangrijke documenten in verband met overheidsopdrachten die bij uiterst dringende noodzakelijkheid onderzocht moeten worden.

Ter wille van een snellere en efficiëntere rechtsbedeling wordt er uitdrukkelijk in voorzien dat de auditeur aan de verwerende partij kan vragen hem een niet-elektronische versie van het administratief dossier of bepaalde stukken ervan te bezorgen.

De verwerende partij is verplicht om op dat verzoek in te gaan voor zoverre zij zelf beschikt over een "papieren versie" van de stukken in kwestie. Indien dat niet het geval is, zal zij alles in het werk stellen om een papieren versie van de desbetreffende stukken te verkrijgen.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State heeft de vraag gesteld of er een sanctie is voorzien in het geval de verwerende partij niet zou meewerken. Zoals opgemerkt door de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023, is artikel 12, derde lid, tweede zin, van het algemeen procedurereglement in voorkomend geval van toepassing.

Artikel 7, 1° (Wijziging van artikel 14, tweede lid, van het algemeen procedurereglement) De partijen hebben, momenteel, de neiging om hun procedurestukken, geheel of gedeeltelijk, terug over te nemen in hun laatste memorie.

Het onderzoek daarvan neemt vaak veel tijd in beslag terwijl die laatste memorie in werkelijkheid geen nieuwe elementen bevat.

De ontworpen bepaling strekt er dan ook toe de partijen ertoe aan te zetten om de inhoud van hun laatste memorie te beperken tot wat strikt noodzakelijk is voor de voortzetting van de debatten. Er wordt dus in voorzien dat zij louter en op synthetische wijze reageren op het door de auditeur-verslaggever uitgevoerde onderzoek of op de in de laatste memorie van de andere partijen uiteengezette argumenten.

Vanzelfsprekend weerhoudt die wijziging de partijen er niet van om, in hun laatste memorie, gewag te maken van nieuwe elementen die invloed kunnen hebben op de oplossing van de zaak of om in dat stadium van de procedure te vragen dat: - de gevolgen van de bestreden handeling of het bestreden reglement, met toepassing van artikel 14ter van de gecoördineerde wetten, behouden blijven, - een beslissing genomen wordt binnen een bepaalde termijn of dat zij niet genomen wordt, met toepassing van artikel 36, § 1, eerste lid, eerste zin, of derde lid, van de gecoördineerde wetten, - in de motivering van het arrest, met toepassing van artikel 35/1 van de gecoördineerde wetten, wordt gepreciseerd welke maatregelen moeten genomen worden om de onwettigheid te verhelpen die geleid heeft tot de nietigverklaring, - de toestemming gegeven wordt om een beslissing tot herstel te nemen met toepassing van artikel 38, § 1, van de gecoördineerde wetten.

Die gevallen komen echter niet veel voor (of zullen niet veel voorkomen) zodat de voorgestelde wijziging het mogelijk zal maken tijd te winnen bij het onderzoek van de laatste memories of sneller en efficiënter in te schatten of, in voorkomend geval, een beroep dient te worden gedaan op de procedure zonder terechtzitting met toepassing van artikel 26, § 2, van de algemene procedureregeling.

Artikel 7, 2° (Wijziging van artikel 14, derde lid, van het algemeen procedurereglement) Als voor het eerst in de laatste memorie of na een verslag korte debatten een verzoek tot instandhouding van de gevolgen wordt geformuleerd overeenkomstig artikel 14ter RvS-wet, kon de datum van terechtzitting pas worden vastgesteld nadat een aanvullend verslag door de auditeur is neergelegd. Met de voorliggende wijziging wordt de vaststelling van de terechtzitting niet vertraagd en worden de plichtplegingen verbonden aan een aanvullend verslag in het geschreven advies tot een minimum herleid.

Artikel 7, 3° en 4° (Invoeging in artikel 14 van het algemeen procedurereglement van een lid tussen het tweede en derde lid evenals een technische aanpassing van het laatste lid als gevolg van deze invoeging) Wat de mogelijkheid betreft voor de andere partijen dan de verwerende partij om hun opmerkingen te geven met betrekking tot de toepassing van artikel 38 van de gecoördineerde wetten, wordt gehandeld zoals met betrekking tot een verzoek tot handhaving van de gevolgen bij een vernietiging. Zie ook in dat verband de voorgestelde wijzigingen aan artikel 93 van het algemeen procedurereglement.

Artikelen 9 en 10 Bij die bepalingen worden technische wijzigingen aangebracht in de artikelen 25/1 en 25/3 van de algemene procedureregeling teneinde rekening te houden met het feit dat een vordering tot schadevergoeding tot herstel geformuleerd kan worden ten gevolge van een arrest waarbij het herstel van een onwettigheid door een beslissing tot herstel vastgesteld is.

Artikel 11 De bepaling strekt tot opheffing, in artikel 34, 5° van het algemeen procedurereglement, van de vermelding dat de arresten uitgesproken worden in openbare terechtzitting.

Die opheffing is een louter technische wijziging die voortvloeit uit de opheffing van die vermelding in artikel 28 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en geeft gevolg aan de opmerking in dit verband van de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023.

Artikelen 12 en 13 (Tussenkomst) Met de voorliggende wijziging wordt de regeling inzake het nemen van een voorlopige beschikking waarbij uitspraak wordt gedaan over de ontvankelijkheid van de tussenkomst, om vervolgens de tussenkomende partij een termijn te verlenen voor de indiening van een memorie, achterwege gelaten. De belanghebbenden die wensen tussen te komen in een annulatieprocedure, zetten hun zienswijze meteen uiteen in het verzoekschrift tot tussenkomst en het arrest doet uitspraak over de ontvankelijkheid van de tussenkomst. Belanghebbende partijen hoeven op die manier niet langer een beschikking over de tussenkomst af te wachten om hun zienswijze uiteen te zetten.

Om de gelijke behandeling met de verzoekende en de verwerende partij te verzekeren en omdat niet meer is voorzien in een memorie na het verzoekschrift tot tussenkomst, wordt de termijn voor de indiening van een verzoekschrift tot tussenkomst gebracht op 60 dagen na de ontvangst van de zending bedoeld in artikel 6, § 4, of de bekendmaking van het bericht bedoeld in artikel 3quater van de algemene procedureregeling.

Als het verzoekschrift tot tussenkomst een verdere uiteenzetting behoeft, moet het een samenvatting bevatten van de argumenten van de tussenkomende partij. Dat nieuwe vereiste is de tegenhanger van de wijziging die aangebracht is in artikel 2, § 1, van de algemene procedureregeling. Net zoals in het kader van het verzoekschrift tot nietigverklaring geeft de niet-naleving van dat vereiste door de tussenkomende partij geen aanleiding tot de onontvankelijkheid van haar argumenten.

Overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van het algemeen procedurereglement maakt de hoofdgriffier, behoudens indien de tussenkomst werd toegelaten in de procedure in kort geding, na de ontvangst van het verzoekschrift tot tussenkomst, aan de schuldenaar een overschrijvingsformulier over met het oog op de betaling van het aan de tussenkomst verbonden rolrecht.

Overeenkomstig artikel 71, vierde lid, van het algemeen procedurereglement beschikt de tussenkomende partij over dertig dagen om de rechten te betalen. Indien zou blijken dat de rolrechten niet tijdig zijn betaald, wordt de proceshandeling geacht niet te zijn verricht. Overeenkomstig het gewijzigde artikel 71, vierde lid, van het algemeen procedurereglement, geeft de tussenkomende partij een schriftelijke verantwoording bij haar vraag om te worden gehoord.

Artikelen 14 tot 16 (Beslissing tot herstel) 1. In een nieuw hoofdstuk "De beslissing tot herstel" bepaalt het besluit het toepassingsgebied van en de nadere procedureregels met betrekking tot het procedé van de beslissing tot herstel waarin het nieuw ontworpen artikel 38 van de RvS-wet voorziet.2. Ter uitvoering van dit nieuwe artikel 38, § 10, van RvS-wet wordt in artikel 65/1 van het besluit voorgeschreven op welke geschillen het procedé van de beslissing tot herstel van toepassing is.Zoals in de memorie van toelichting bij het nieuwe artikel 38 van de RvS-wet uiteengezet werd, is de toepassing van het procedé van aard de werklast voor de Raad van State danig te verzwaren en de totale doorlooptermijn van een annulatieberoep te doen toenemen met vele maanden. Om te vermijden dat daardoor het engagement van de Raad van State om die doorlooptijd wat de annulatiegeschillen betreft in beginsel terug te brengen tot maximaal 18 maanden onbereikbaar wordt, en om hem toe te laten met de toepassing van de nieuwe regeling praktijk en expertise op te doen, wordt de invoering van de regeling in eerste instantie beperkt tot de categorieën van geschillen opgesomd in artikel 65/1 van het besluit. Het gaat om geschillen die van een bijzonder belang zijn voor maatschappelijk gewichtige projecten op regionaal niveau.

Het ligt in de bedoeling de toepassing van de regeling na verloop van een paar jaar te evalueren, waarna, bij gunstige evaluatie, kan worden overwogen om het toepassingsgebied uit te breiden. Bij de invoering van de mogelijkheid om het behoud te vorderen van de gevolgen van een vernietigde beslissing (artikel 14ter van de RvS-wet) is op een vergelijkbare wijze tewerk gegaan. Die mogelijkheid werd in een eerste fase voorbehouden aan alleen de vernietigde reglementen en later, na evaluatie, alsnog uitgebreid tot de vernietigde individuele akten. 3. Gelet op het nieuwe artikel 38, § 2, tweede lid, van de RvS-wet kan de termijn die in het tussenarrest wordt bepaald voor het nemen en ter kennis brengen van de beslissing tot herstel, worden verlengd op gemotiveerd verzoek van de verwerende partij.Artikel 65/2, § 1, van het besluit schrijft voor dat die beslissing door de kamervoorzitter wordt genomen. 4. Artikel 65/2, § 2, van het besluit regelt het verdere verloop van de procedure nadat door de verwerende partij tijdig een beslissing tot herstel is genomen en ter kennis gebracht: - bij de beslissing tot herstel die de verwerende partij aan de Raad van State bezorgt, voegt zij het administratief dossier toe; - de andere partijen krijgen dertig dagen voor het formuleren van schriftelijke opmerkingen over de wijze en de wettigheid van het herstel; - de verwerende partij beschikt over dertig dagen om op die opmerkingen te antwoorden; - het auditoraat stelt een verslag over het herstel op, waarna een zittingsdag wordt bepaald door de kamervoorzitter. 5. Is, aldus het nieuwe artikel 38, § 9, van de RvS-wet, de afdeling bestuursrechtspraak niet binnen de gestelde termijn van een beslissing tot herstel op de hoogte gesteld, dan wordt de bestreden akte of het bestreden reglement, indien niet ingetrokken, bij arrest nietigverklaard.Artikel 65/2, § 3, van het besluit regelt het verloop van de procedure in dat geval: - op verzoek van het auditoraat wordt aan de partijen meegedeeld dat de kamer uitspraak zal doen over de nietigverklaring van de bestreden beslissing tenzij een partij binnen vijftien dagen vraagt, met een schriftelijke verantwoording, om te worden gehoord; - vraagt niemand om te worden gehoord, dan wordt de bestreden beslissing, indien niet ingetrokken, nietigverklaard; - vraagt een partij om te worden gehoord, dan heeft op korte termijn een zitting plaats, waarna onverwijld uitspraak wordt gedaan.

Artikel 17 (Wijziging van artikel 84 van het algemeen procedurereglement) Luidens artikel 5 van koninklijk besluit nr. 5 van 21 april 2020 met betrekking tot de verlenging van de termijnen van de rechtspleging voor de Raad van State en de schriftelijke behandeling van de zaken dienden, gedurende de in artikel 1 bedoelde periode, alle kennisgevingen en mededelingen door de Raad van State op elektronische wijze verzonden te worden, behalve wat de particulieren betreft die geen gebruik konden maken van elektronische procedures.

Ook al is aan de bedoelde periode een einde gekomen op 18 mei 2021, na afloop van de eerste golf van het coronavirus, is gebleken dat e-mail een veel praktischer en moderner communicatiemiddel is dan een gewone brief, voor zowel advocaten, als particulieren die hun eigen verdediging voeren.

Om die reden voorziet het ontwerp in het uitbreiden van de mogelijkheid om van e-mail gebruik te maken telkens wanneer de ontvangst ervan geen termijn doet ingaan, wat overigens grotendeels overeenkomt met de huidige manier van werken.

Artikel 18 (Wijziging van artikel 85bis van het algemeen procedurereglement) In twee arresten van de Raad van State is geoordeeld dat het verbod om voor het eerst in een laatste memorie of in een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging na het verslag van de auditeur gebruik te maken van de elektronische procesvoering, strijdig is met het recht op een eerlijk proces (arrest 245.895 van 24 oktober 2019 en arrest 246.521 van 23 december 2019).

Dat verbod wordt bijgevolg opgeheven.

Werken met faxberichten is bovendien een werkwijze die intussen achterhaald is en steeds minder gebruikt wordt. E-mails zijn dan ook een veel beter alternatief communicatiemiddel wanneer een informaticasysteem niet werkt en het niet mogelijk is om gebruik te maken van de normale elektronische procesvoering.

Artikel 19 (Wijziging van artikel 91 van het algemeen procedurereglement) Bij deze bepaling worden de voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen, gelijk aan of korter dan dertig dagen, verhoogd met vijftien dagen, wanneer deze, ten gevolge van de berekening uitgevoerd met toepassing van artikel 88 van het algemeen procedurereglement, ingaan en vervallen tussen 1 juli en 31 augustus.

Met deze wijziging wordt tegemoetgekomen aan de vraag van de verschillende balies. Die stellen vast dat de griffie van de Raad van State, tijdens juli en augustus, met andere woorden tijdens het gerechtelijk reces, kennisgevingen uitvoert met betrekking tot niet-dringende procedures. Het niet antwoorden binnen de voorgeschreven termijnen leidt evenwel, naargelang van het geval, tot het vermoeden van verlies van belang, afstand of instemming. Ten gevolge van het ontworpen lid zullen de rechtzoekenden en hun advocaten, tijdens het gerechtelijk reces wanneer er meer afwezigen zijn, dus automatisch kunnen beschikken over een aanvullende termijn van vijftien dagen om te reageren op de kennisgevingen van de Raad van State. De rechten van de rechtzoekende worden aldus versterkt zonder dat dit leidt tot een werkelijke verlenging van de totale duur van de procedure.

Artikel 91 wordt dus, ten gevolge van de ontworpen wijziging, de bepaling waarbij de voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen gemoduleerd kunnen worden door ze in te korten (eerste lid) of te verlengen (ontworpen tweede lid). De invoeging in dat artikel zal ook een automatische toepassing mogelijk maken van de verlenging van de voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen, gelijk aan of korter dan dertig dagen, zoals bedoeld in: - het koninklijk besluit van 2 april 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten0 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het bevel en de dwangsom, aangezien bij artikel 18 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten7 tot bepaling van de gemeenrechtelijke procedureregels die toepasselijk zijn op de rechtsplegingen voor de Raad van State waarin met volle rechtsmacht uitspraak wordt gedaan, aangezien bij artikel 7 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 28 oktober 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten2 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State, in geval van beroep als bedoeld bij artikel 37/4 van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, aangezien bij artikel 11 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 15 juli 1956Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten4 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State in geval van beroep als bedoeld bij artikel 76bis van de gemeentekieswet, aangezien bij artikel 11 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, aangezien bij artikel 8, § 7, van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt ; - het koninklijk besluit van 22 december 1988Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten3 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State in geval van beroep als bedoeld bij artikel 25ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en bij artikel 68bis van de gemeentekieswet, aangezien bij artikel 8 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt ; - het koninklijk besluit van 31 augustus 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2005 pub. 13/10/2005 numac 2005000598 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de bijzondere regels inzake de termijn en de procedure voor de behandeling van de aanvragen ingediend overeenkomstig artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen sluiten tot regeling van de bijzondere regels inzake de termijn en de procedure voor de behandeling van de aanvragen ingediend overeenkomstig artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, aangezien bij artikel 25 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, aangezien bij artikel 3, § 7, van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2007 pub. 23/03/2007 numac 2007000270 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State, in geval van beroep voorzien door de artikelen 18quater en 21ter van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus type koninklijk besluit prom. 08/03/2007 pub. 20/07/2011 numac 2011000460 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State, in geval van beroep voorzien door de artikelen 18quater en 21ter van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling Administratie van de Raad van State, in geval van beroep voorzien door de artikelen 18quater en 21ter van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, aangezien bij artikel 12 van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt; - het koninklijk besluit van 15 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/05/2003 pub. 10/06/2003 numac 2003003319 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot regeling van de versnelde procedure in geval van beroep bij de Raad van State tegen sommige beslissingen van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen sluiten tot regeling van de versnelde procedure in geval van beroep bij de Raad van State tegen sommige beslissingen van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en de Nationale Bank van België, aangezien bij artikel 3, § 7, van dat besluit inzonderheid artikel 91 van de algemene procedureregeling toepasselijk gemaakt wordt.

Artikel 20 (Wijziging van artikel 92 van het algemeen procedurereglement) Artikel 85bis, § 13, vijfde lid, van de algemene procedureregeling voorziet alleen voor arresten uitdrukkelijk in een elektronische handtekening. Evenwel worden thans ook veel andere stukken, waaronder de verslagen van de auditeur, elektronisch ondertekend. Met de wijziging die bij dit artikel in de regelgeving aangebracht wordt, wordt die ontwikkeling alleen maar bevestigd.

Artikel 21 (Wijzigingen van artikel 93 van het algemeen procedurereglement) De wijzigingen die bij artikel 20, 1° en 2°, aangebracht worden in artikel 93 van de algemene procedureregeling, zijn dezelfde als die welke bij artikel 7, 2° en 3°, aangebracht worden in artikel 14 van de algemene procedureregeling.

Daarom wordt verwezen naar de bespreking van artikel 7, 2° en 3°.

Artikel 22 (Wijziging van artikel 16 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State) Aan de vordering tot schorsing ingesteld volgens de procedure van de uiterst dringende noodzakelijkheid wordt hetzelfde vereiste verbonden als voor de vordering tot nietigverklaring.

Als het middel een verdere uiteenzetting behoeft, bevat het verzoekschrift bijgevolg een samenvatting van de aangevoerde grief. De inhoud van het middel en, in voorkomend geval, die samenvatting worden bovendien onverkort overgenomen in het verslag van de auditeur en in het arrest.

In verband met dat vereiste, zie ook de bespreking van artikel 1.

Artikel 23 (Wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State) Deze wijziging is louter technisch. Vanwege de toevoeging van een lid in artikel 91 van de procedureregeling om bepaalde voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen te verlengen, dient erin voorzien te worden dat alleen het toekomstige eerste lid van artikel 91 (dat overeenstemt met het huidige artikel 91) toepasselijk zal zijn op de procedure in kort geding.

Artikelen 24 en 25 (Wijziging van de artikelen 18 en 19 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State) Momenteel is de schriftelijke procedure niet van toepassing op de cassatieberoepen.

De praktijk wijst evenwel uit dat heel vaak de partijen naar de terechtzittingen komen en daar louter naar hun procedurestukken verwijzen.

Daarom wordt voorgesteld om de schriftelijke procedure toepasselijk te maken.

De voorgestelde tekst - artikel 18, § 2 - is in zeer grote mate geïnspireerd op artikel 26, § 2, van de algemene procedureregeling.

Er zijn ook aanpassingen voorzien in artikel 18, § 1 om het verzoek van de verzoekende partij tot voortzetting van de procedure teneinde te worden gehoord te vervangen door een gewoon verzoek tot voortzetting van de procedure. Daarbij werd rekening gehouden met de opmerkingen in het advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023.

Artikel 26 (Wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State) Om, voor alle procedures, de verlenging met vijftien dagen van de voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen, gelijk aan of korter dan dertig dagen, te uniformiseren, dient artikel 46 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State gewijzigd te worden. Naar het voorbeeld van het nieuwe artikel 91, tweede lid, van de algemene procedureregeling zal het voornoemde artikel 46, ten gevolge van de ontworpen wijziging de bepaling worden waarbij de voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen gemoduleerd kunnen worden door ze in te korten (eerste lid) of te verlengen (ontworpen tweede lid).

Artikelen 27 en 28 Die bepalingen strekken tot opheffing, in de artikelen 47 en 48, van de vermelding dat de cassatiearresten uitgesproken worden in openbare terechtzitting.

Die opheffing is een louter technische wijziging die voortvloeit uit de opheffing van die vermelding in artikel 28 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Artikel 29 (Inwerkingtreding) Als gevolg van de opmerking van de Algemene Vergadering van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in diens advies nr. 73.646/AV van 30 juni 2023, wordt voorzien in een afzonderlijke inwerkingtreding van de artikelen 3, 1° en 4, 1° van het ontwerp. Terecht merkte de afdeling Wetgeving op dat, aangezien artikel 5 van de wijzigings wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten dat strekt tot vervanging van artikel 17 van de gecoördineerde wetten, conform artikel 28, tweede lid, van de wijzigings wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten in werking treedt op 1 januari 2025, tenzij de Koning een vroegere datum van inwerkingtreding bepaalt, de inwerkingtreding van de artikelen 3, 1° en 4, 1° van het ontwerp hiermee in overeenstemming diende te worden gebracht. Deze artikelen zijn immers onlosmakelijk verbonden met het voormelde artikel 5 van de wijzigings wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten, waardoor de verwijzing naar de inwerkingtreding van artikel 5 van de wijzigings wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten gerechtvaardigd is.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 73.646/AV van 30 juni 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State' Op 16 mei 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot vijfenveertig dagen (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State'.

Het ontwerp is door de algemene vergadering onderzocht op 20 juni 2023. De algemene vergadering was samengesteld uit Wilfried VAN VAERENBERGH, eerste voorzitter van de Raad van State, Marnix VAN DAMME, Pierre VANDERNOOT, Martine BAGUET en Jeroen VAN NIEUWENHOVE, kamervoorzitters, Luc CAMBIER, Bernard BLERO, Wouter PAS, Koen MUYLLE, Patrick RONVAUX, Christine HOREVOETS en Inge VOS, staatsraden, Jan VELAERS en Christian BEHRENDT, assessoren, en Gregory DELANNAY, hoofdgriffier. Het verslag is uitgebracht door Pauline LAGASSE, Katrien DIDDEN en Arne CARTON, auditeurs.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Patrick RONVAUX en Inge VOS. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 30 juni 2023. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot het aanbrengen van diverse wijzigingen in het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 `tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State' (hierna: "het algemeen procedurereglement";artikelen 1 tot 20 van het ontwerp), het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 `tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State' (artikelen 21 en 22) en het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten `tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State' (artikelen 23 tot 27).Die wijzigingen houden in hoofdzaak verband met de op 27 april 2023 door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen wet `tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973' (hierna: "de wijzigingswet").(1) Het te nemen besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van het aan te nemen besluit in het Belgisch Staatsblad (artikel 28, eerste lid, van het ontwerp). 3.1. Voor het ontwerp wordt rechtsgrond geboden door artikel 30, § 1, eerste lid, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973 (hierna: "de gecoördineerde wetten") dat de Koning machtigt om de rechtspleging te bepalen die in de bij de artikelen 11, 11bis, 12, 13, 14, 14ter, 16, 17, 30/1, 36 en 38 bedoelde gevallen voor de afdeling Bestuursrechtspraak dient te worden gevolgd, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met uitzondering van de hierna volgende bepalingen. 3.2. De artikelen 8, 3°, en 18 van het ontwerp vinden bijkomend rechtsgrond in artikel 21, eerste lid, van de gecoördineerde wetten, op grond waarvan de termijnen waarbinnen de partijen hun memories, hun administratief dossier of de door de afdeling Bestuursrechtspraak gevraagde stukken of inlichtingen moeten toesturen, worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

Artikel 20 van het ontwerp, dat artikel 93 van het algemeen procedurereglement wijzigt, vindt bijkomend rechtsgrond in artikel 30, § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wetten naar luid waarvan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bijzondere procedureregels kan vaststellen voor de behandeling van de verzoekschriften die doelloos zijn, of die enkel korte debatten met zich meebrengen. 3.3. De wijzigingen die door artikel 3 van het ontwerp worden aangebracht aan artikel 11/2 van het algemeen procedurereglement, dat de versnelde procedure tot nietigverklaring na schorsing regelt, vinden rechtsgrond in artikel 17, § 6, van de gecoördineerde wetten.(2) De wijziging die door artikel 5 van het ontwerp wordt aangebracht aan artikel 14quinquies, tweede lid, van het algemeen procedurereglement, dat de versnelde procedure tot nietigverklaring na het ontbreken van een verzoek tot voorzetting regelt, vindt rechtsgrond in artikel 30, § 3 van de gecoördineerde wetten.

Voor artikel 6 van het ontwerp, dat een nieuw artikel 11/5 invoegt in het algemeen procedurereglement met bijzondere procedureregels ingeval van afstand van het geding door de verzoekende partij of de intrekking van de bestreden akte of het bestreden reglement, zal rechtsgrond worden geboden door het vierde lid van artikel 30, § 1, van de gecoördineerde wetten, dat in deze wetten zal worden ingevoegd door de wijzigingswet.(3) Voor artikel 14 van het ontwerp, dat artikel 65/1 van het algemeen procedurereglement herstelt en de geschillen bepaalt waarop artikel 38 van de gecoördineerde wetten, zoals het door de wijzigingswet zal worden ingevoegd, van toepassing is, zal rechtsgrond worden geboden door artikel 38, § 10, van de gecoördineerde wetten, zoals ingevoegd door de wijzigingswet.(4) ONDERZOEK VAN DE TEKST AANHEF 4. Rekening houdend met de opmerkingen betreffende de rechtsgrond van het ontwerp, dient het eerste lid van de aanhef te worden vervangen door wat volgt: "Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 17, § 6, vervangen bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten, artikel 21, eerste lid, vervangen bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten, artikel 30, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, en vierde lid, ingevoegd bij de wet van xx [datum wijzigingswet], artikel 30, § 2, eerste lid, laatst gewijzigd bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten en 30, § 3, vervangen bij de wet van 15 september 2006, en artikel 38, § 10, ingevoegd bij de wet van xx [datum wijzigingswet];" Artikel 1 5. In de Nederlandse tekst van het ontworpen artikel 2, § 1, tweede lid, van het algemeen procedurereglement schrijve men "Het middel bestaat uit" in de plaats van "Het middel bestaat in".6. Zoals voorgesteld door de gemachtigde, is het raadzaam om met het oog op een uniforme terminologie de tweede zin van het ontworpen artikel 2, § 1, derde lid, van het algemeen procedurereglement als volgt te formuleren: "De ontstentenis van de samenvatting van de grief kan niet leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het middel". Ook in het ontworpen artikel 2, § 1, vierde lid, van het algemeen procedurereglement dient om dezelfde reden te worden verwezen naar "de samenvatting van de grief". 7.1. Het ontworpen artikel 2, § 1, vierde lid, van het algemeen procedurereglement voorziet erin dat de bewoordingen van het middel, en in voorkomend geval, de samenvatting ervan, ongewijzigd worden overgenomen in het verslag van de auditeur en in het arrest.

Gevraagd om deze bepaling en de bedoeling ervan te verduidelijken, verklaarde de gemachtigde: "Comme le souligne le rapport au Roi, cette modification a pour principal objet de faciliter le travail des auditeurs et des conseillers qui consacrent souvent de longs moments à résumer les moyens de la partie requérante. Les écrits de procédure n'opèrent parfois pas une distinction entre le moyen lui-même et les développements qui l'accompagnent quant au grief soulevé de sorte qu'il n'est pas toujours évident de déterminer la portée réelle du moyen. L'idée est donc que la partie requérante synthétise elle-même les développements qu'elle consacre à ses moyens. Si elle ne le fait pas, elle prend le risque que l'auditeur et le conseil abordent son moyen en ne tenant pas compte de certains éléments qu'elle n'a peut-être pas mis suffisamment en évidence. L'auditeur et le conseiller ne seront pas obligés de reproduire systématiquement le résumé puisque la disposition en projet précise bien `le cas échéant', seul l'énoncé du moyen devant être repris dans le rapport et l'arrêt.

Il n'est en effet pas utile de reproduire dans le rapport, une synthèse, si l'énoncé du moyen est suffisant. (...)" Het ontworpen artikel 2, § 1, vierde lid, van het algemeen procedurereglement is onduidelijk geformuleerd.

Zo zou vooreerst duidelijk gemaakt moeten worden wat dient te worden begrepen onder de "bewoordingen van het middel" en of hiermee louter de overname van de aangehaalde geschonden normen wordt bedoeld dan wel of het werkelijk de bedoeling is om telkens de integrale uiteenzetting van het middel weer te geven in het verslag van de auditeur en het arrest.

Ook de bewoordingen "in voorkomend geval" zijn onduidelijk. Zo zou duidelijk gemaakt moeten worden of het gaat om een mogelijkheid dan wel om een verplichting tot overname van de samenvatting in het verslag van de auditeur en het arrest en of deze samenvatting bijvoorbeeld kan worden aangevuld indien zij gebrekkig is. 7.2. Uit het ontworpen artikel 2, § 1, derde lid, van het algemeen procedurereglement volgt dat de ontstentenis van de samenvatting van de grief niet kan leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het middel.

In het verslag aan de Koning wordt hierover het volgende opgemerkt: "De ontstentenis, in het verzoekschrift, van de samenvatting van een grief waarin een belangrijke uiteenzetting vervat ligt, geeft op zich geen aanleiding tot de onontvankelijkheid van het middel. Die ontstentenis heeft als enig mogelijk gevolg voor de verzoeker dat de draagwijdte van zijn grief niet correct samengevat en dus begrepen wordt in het verslag van de auditeur en in het arrest." In de mate dat het de bedoeling zou zijn om enkel de samenvatting ongewijzigd op te nemen in het verslag van de auditeur en het arrest en dat het middel uitsluitend in het licht van de overgelegde samenvatting zou worden onderzocht, valt op te merken dat het voor zich spreekt dat de aanwezigheid van een samenvatting, die onvolmaakt kan zijn omdat zij niet alle argumenten van de verzoekende partij afdoende weergeeft, niet tot gevolg mag hebben dat op onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan het recht op toegang tot de rechter.(5) 8. Gevraagd of het niet raadzaam zou zijn om tevens rekening te houden met de hypothese dat nieuwe middelen van openbare orde of waarvan de verzoeker slechts kennis heeft kunnen nemen na raadpleging van het administratief dossier, voor het eerst zouden kunnen worden ontwikkeld in de memorie van wederantwoord of in de laatste memorie van de verzoekende partij en, bijgevolg, te voorzien in een vergelijkbare regeling als deze voorzien in het ontworpen 2, § 1, derde en vierde lid, van het algemeen procedurereglement, verklaarde de gemachtigde: "Dès lors que l'article 2 en projet prévoit une règle générale sur la manière de présenter un moyen, il n'apparait pas nécessaire de répéter celle-ci dans les autres actes de procédure...

Le rapport au Roi sera complété par cette observation." Hiermee kan worden ingestemd.

Artikel 3, 1° en 4, 1° 9. In paragraaf 1, eerste lid, eerste zin, en in paragraaf 2 van artikel 11/2 van het algemeen procedurereglement (artikel 3, 1° van het ontwerp) moet een verwijzing worden opgenomen naar artikel 17, § 9, en niet naar artikel 17, § 8, van de gecoördineerde wetten. In paragraaf 1, eerste lid, en in paragraaf 2 van artikel 11/3 van het algemeen procedurereglement (artikel 4, 1° van het ontwerp) moet een verwijzing worden opgenomen naar artikel 17, § 10, en niet naar artikel 17, § 9.(6) 10. De inwerkingtreding van het door de wijzigingswet te vervangen artikel 17 van de gecoördineerde wetten noodzaakt voorts nog tot wijziging van andere bepalingen van het algemeen procedurereglement(7), evenals van andere regelgeving met betrekking tot de Raad van State.(8) Artikelen 4, 5 en 6 11. Aan de gemachtigde werd gevraagd of er een rechtsgevolg verbonden is aan het ontbreken van een schriftelijke verantwoording voor het verzoek om te worden gehoord, zoals opgelegd door deze artikelen.(9) De gemachtigde antwoordde: "Comme le relève le rapport au Roi, cette modification est prévue pour renforcer le débat contradictoire et mieux respecter les droits de la défense des parties. Lorsqu'une audition était réclamée par une partie, elle n'était jamais tenue d'indiquer les arguments qu'elle comptait faire valoir pour justifier le non-respect d'un délai qui lui était imposé pour déposer un écrit de procédure. Ceci a souvent eu pour conséquence que les autres parties n'avaient pas la possibilité de réagir de manière efficace aux arguments qui leur étaient opposés et que l'auditeur devait donner également un avis à brûle-pourpoint sans pouvoir davantage investiguer les arguments de cette partie, ce qui entrainait des remises d'audience.

Dès lors que la disposition en projet ne prévoit pas de sanction en cas de non-communication de cette justification écrite, il reviendra au conseiller d'Etat d'apprécier si cette non-communication a eu des conséquences sur le débat contradictoire ou sur les droits de la défense des autres parties ainsi que sur le double examen. En tout état de cause, il pourra décider de rouvrir les débats pour permettre à l'auditeur et aux autres parties de réagir aux arguments développés oralement ...Dès lors qu'une audience a été réclamée par une partie, elle aura lieu peu importe qu'une justification écrite soit déposée ou pas.

Cette dernière précision quant à la tenue d'une audience sera inscrite dans le rapport au Roi." Het past het verslag aan de Koning aan te vullen zoals gesuggereerd door de gemachtigde.

Artikel 5 12. Aangezien artikel 5 van het ontwerp strekt tot de wijziging van artikelen van het algemeen procedurereglement die volgen na andere artikelen die door de artikelen 6 tot 8 van het ontwerp worden ingevoegd of gewijzigd, dient deze bepaling te worden vernummerd en verder in de tekst te worden opgenomen. Artikel 6 13. De bedoeling van de verwijzingen naar de toepasselijkheid van artikel 13 in het ontworpen artikel 11/5 van het algemeen procedurereglement is niet duidelijk.Hierover om toelichting gevraagd, verklaarde de gemachtigde: "En cas de désistement ou de retrait de l'acte attaqué, un rapport de l'auditeur ne devra plus être nécessairement établi. Cependant, il y a des cas de figure où le retrait d'un acte administratif peut susciter des doutes, soit parce que la partie adverse elle-même n'est pas claire quant à ses intentions, soit parce que le retrait n'est pas toujours définitif, étant lui-même susceptible de faire l'objet d'un recours de la part du bénéficiaire de l'acte attaqué retiré. Dans ces hypothèses et pour préserver le double examen, il pourra être utile de mettre en oeuvre d'autres dispositions du règlement général de procédure et de solliciter un rapport dans le chef de l'auditeur. Par ailleurs, un désistement d'instance peut aussi susciter des doutes lorsque la partie requérante n'est pas claire quant à ses intentions ou si son désistement intervient à la suite de pressions qu'elle a subies.

Pour éviter toute confusion, la référence à l'article 13 du règlement général de procédure sera omise." Er wordt akte van genomen dat de verwijzingen naar artikel 13 zullen worden weggelaten.

Artikel 7 14. Het verslag aan de Koning bij artikel 7 van het ontwerp verduidelijkt dat "de verwerende partij verplicht [is] om op dat verzoek [om een niet-elektronische versie van het geheel of een deel van het administratief dossier te bezorgen] in te gaan voor zoverre zij zelf beschikt over een `papieren versie' van de stukken in kwestie." Dit houdt in dat de verwerende partij die alleen over een elektronische versie van het administratief dossier of een bepaald stuk ervan beschikt, niet gehouden is om de betrokken stukken uit te printen.

Dit blijkt als dusdanig niet uit de tekst van het ontwerp. Indien dit strookt met de bedoeling van de stellers van het ontwerp, verdient het met het oog op de rechtszekerheid aanbeveling om deze bedoeling op een meer expliciete wijze tot uitdrukking te brengen in de tekst van het ontwerp. 15. Gevraagd welke gevolgen de stellers van het ontwerp willen verbinden aan het gebrek aan antwoord vanwege de verwerende partij op het verzoek van de auditeur om van bepaalde documenten een papieren versie te bezorgen en of artikel 12, derde lid, tweede zin, van het algemeen procedurereglement in voorkomend geval van toepassing is, verklaarde de gemachtigde: "Oui, l'article 12, alinéa 3, est bien d'application si la partie adverse ne collabore pas." Met het oog op de rechtszekerheid is het raadzaam om het verslag aan de Koning aan te vullen met deze verduidelijking.

Artikel 8 16. In de Nederlandse tekst van artikel 8, 1°, van het ontwerp moet - zoals in de Franse tekst - worden verwezen naar het tweede lid (niet: eerste lid) van artikel 14 van het algemeen procedurereglement. 17. Artikel 8, 1°, van het ontwerp beoogt artikel 14, tweede lid, van het algemeen procedurereglement aan te vullen met de volgende zin: "Behalve wanneer nieuwe elementen meegedeeld moeten worden, en met uitzondering van de verzoeken geformuleerd met toepassing van de artikelen 14ter, 35/1, 36, § 1, eerste lid, eerste zin of derde lid, en 38, § 1, van de gecoördineerde wetten, wordt in de laatste memories louter op synthetische wijze gereageerd op de argumenten uiteengezet in het verslag van de auditeur of in de laatste memorie van de andere partijen." Zoals de ontworpen bepaling is geformuleerd, betreft de verwijzing naar "de verzoeken geformuleerd met toepassing van de artikelen 14ter, 35/1, 36, § 1, eerste lid, eerste zin of derde lid, en 38, § 1, van de gecoördineerde wetten" een limitatieve lijst van uitzonderingen. In het verslag aan de Koning wordt echter opgemerkt dat de ontworpen bepaling de partijen niet belet om in dat stadium van de procedure "bijvoorbeeld" te vragen dat toepassing wordt gemaakt van één van de voormelde artikelen. Indien het de bedoeling is van de stellers van het ontwerp dat het gaat om een limitatieve lijst van uitzonderingen, dient het verslag aan de Koning in overeenstemming te worden gebracht met de tekst van het ontwerp. Hiertoe volstaat het om het woord "bijvoorbeeld" in het verslag aan de Koning weg te laten.

Artikel 14 18. Het ontworpen artikel 65/1 van het algemeen procedurereglement geeft uitvoering aan artikel 38, § 10, van de gecoördineerde wetten, zoals het door de wijzigingswet zal worden ingevoegd.De verkeerde verwijzing naar paragraaf 1 van die wettelijke bepaling moet dus worden gecorrigeerd. 19. In de Franse tekst van het ontworpen artikel 65/1, § 1, 2°, van het algemeen procedurereglement dient de verwijzing naar "section II" te worden vervangen door een verwijzing naar "section 2". Artikel 21 20. Zoals ook bevestigd werd door de gemachtigde, dient in het ontworpen artikel 16, § 1, tweede lid, ook een verwijzing te worden toegevoegd naar artikel 16, § 1, eerste lid, 6°, van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1. Artikel 23 21. De gemachtigde bevestigde dat in de ontworpen wijziging van artikel 18 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten de mogelijkheid ontbreekt voor de verzoekende partij om, bij ontstentenis van een verzoek tot voortzetting van de procedure, te vragen om te worden gehoord en legde tevens een tekstvoorstel voor om dit euvel te verhelpen: "A l'article 18 de l'arrêté royal du 30 novembre 2006 déterminant la procédure en cassation devant le Conseil d'Etat, modifié par l'arrêté royal du 25 décembre 2017, les modifications suivantes sont apportées : 1° [modification identique à celle proposée dans le projet d'arrêté ] ;2° dans le paragraphe 1er, l'alinéa 2 est remplacé par l'alinéa suivant : `Si la partie requérante ne demande pas la poursuite de la procédure, le greffier en chef, à la demande du membre de l'auditorat désigné, notifie à la partie requérante que la chambre va statuer en décrétant le désistement d'instance, à moins que dans un délai de quinze jours la partie requérante ne demande à être entendue' ;3° dans le paragraphe 1er, l'alinéa 3 est remplacé par les alinéas suivants : `Si la partie requérante ne demande pas à être entendue, la chambre décrète le désistement d'instance. Si la partie requérante demande à être entendue, elle joint une justification écrite à sa demande. Le président ou le conseiller désigné convoque les parties à comparaître à bref délai. Entendu les parties et le membre de l'auditorat désigné en son avis, la chambre statue sans délai sur le désistement d'instance ;

Pour les autres modifications prévues au 4° et 5°, elles sont maintenues." Met dit tekstvoorstel kan worden ingestemd, met dien verstande dat het aanbeveling verdient om de verwijzing in artikel 18, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten naar artikel 21, zevende lid, van de gecoördineerde wetten te behouden.

Artikel 27 22. In artikel 28, eerste lid van de gecoördineerde wetten (waarvan de tekst voorlopig nog luidt: "Elk arrest is met redenen omkleed;het wordt uitgesproken in openbare terechtzitting.") wordt door artikel 9 van de wijzigingswet de voorwaarde van de uitspraak in openbare terechtzitting weggelaten.

In het licht hiervan dient niet enkel in artikel 48, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten punt 3° te worden opgeheven, maar dringt zich ook een wijziging op van de analoge bepaling in artikel 34, 5°, van het algemeen procedurereglement. In die laatstvermelde bepaling zou de vereiste vermelding van de uitspraak in openbare terechtzitting moeten worden weggelaten. Daartoe zal nog een nieuwe bepaling in hoofdstuk I van het ontwerp moeten worden ingevoegd.

Artikel 28 23. De aandacht van de stellers van het ontwerp wordt erop gevestigd dat de inwerkingtreding van het ontworpen besluit dient te worden afgestemd op de inwerkingtreding van de wijzigingswet.In dit verband wordt opgemerkt dat een discrepantie bestaat tussen de regeling voor de inwerkingtreding van de wijzigingswet, met name in beginsel de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan (artikel 28, eerste lid, van de wijzigingswet) en de datum van inwerkingtreding van het ontwerp, met name de eerste dag van de tweede maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad (artikel 28, eerste lid, van het ontwerp). 24. Tussen het eerste en het tweede lid van artikel 28 van het ontwerp dient een lid te worden toegevoegd dat, in afwijking van het eerste lid, de inwerkingtreding regelt van de artikelen 3, 1°, en 4, 1°, van het ontwerp.Aangezien artikel 5 van de wijzigingswet, dat strekt tot vervanging van artikel 17 van de gecoördineerde wetten, conform artikel 28, tweede lid, van de wijzigingswet in werking treedt op 1 januari 2025, tenzij de Koning een vroegere datum van inwerkingtreding bepaalt, dient de inwerkingtreding van de artikelen 3, 1° en 4, 1° van het ontwerp hiermee in overeenstemming te worden gebracht.(10) DE HOOFDGRIFFIER DE EERSTE VOORZITTER Gregory DELANNAY Wilfried VAN VAERENBERGH _______ Nota's * Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat de termijn van dertig dagen verlengd wordt tot vijfenveertig dagen in het geval waarin het advies gegeven wordt door de algemene vergadering met toepassing van artikel 85. (1) Parl.St. Kamer 2022-23, nr. 3220/12, waar wordt verwezen naar de tekst zoals die is aangenomen door de parlementaire commissie (Parl.St. Kamer 2022-23, nr. 3220/10). Deze wet is vooralsnog niet bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. (2) Vanaf 1 januari 2025 of een vroegere datum van inwerkingtreding die door de Koning wordt bepaald, zullen deze bepalingen rechtsgrond vinden in artikel 17, § 9, van de gecoördineerde wetten.(3) Zie artikel 10 van de wijzigingswet, dat in werking zal treden op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van 10 dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van de aangenomen wet in het Belgisch Staatsblad (artikel 28 wijzigingswet).(4) Zie artikel 12 van de wijzigingswet, dat eveneens in werking zal treden op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van 10 dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van de aangenomen wet in het Belgisch Staatsblad (artikel 28 wijzigingswet).(5) In dit verband past het om de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in herinnering te brengen waarin geoordeeld wordt dat de toegang tot de rechter kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden.Die voorwaarden mogen echter niet ertoe leiden dat de toegang tot de rechter dermate wordt beperkt dat afbreuk wordt gedaan aan de essentie zelf ervan. Dat zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen wettig doel nastreven en indien er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel. De verenigbaarheid van een dergelijke beperking met het recht op toegang tot de rechter hangt af van de bijzonderheden van de in het geding zijnde procedure en wordt beoordeeld in het licht van het proces in zijn geheel (EHRM, 24 februari 2009, L'Erablière t. België, § 36; EHRM, 18 oktober 2016, Miessen t. België, § 64; EHRM 17 juli 2018, Vermeulen t. België, § 58). De regels mogen de rechtzoekenden niet verhinderen de beschikbare rechtsmiddelen te doen gelden. Het recht op toegang tot een rechter wordt immers aangetast wanneer de reglementering ervan niet langer de doelstellingen van de rechtszekerheid en de goede rechtsbedeling dient en een soort van hinderpaal vormt die de rechtzoekende verhindert zijn geschil ten gronde door het bevoegde rechtscollege beslecht te zien. (EHRM, 18 oktober 2016, Miessen t. België, § 66; GwH 13 februari 2020, nr. 24/2020, B.3.4; GwH 11 april 2023, nr. 59/2023, B.7.3). (6) Aangezien artikel 5 van de wijzigingswet, dat strekt tot vervanging van artikel 17 van de gecoördineerde wetten, conform artikel 28, tweede lid, van de wijzigingswet in werking treedt op 1 januari 2025, tenzij de Koning een vroegere datum van inwerkingtreding bepaalt, kunnen artikel 3, 1° en 4, 1° van het ontwerp slechts op die datum in werking treden en dient hiertoe artikel 28 van het ontwerp te worden aangevuld (zie verder opmerking 24).(7) Meer bepaald een wijziging van artikel 70, § 1, tweede lid, en 70, § 2, tweede lid, van het algemeen procedurereglement (er moet in die bepalingen telkens worden verwezen naar artikel 17, §§ 9 en 10), evenals van artikel 14septies van het algemeen procedurereglement (er moet in die bepaling verwezen worden naar artikel 17, § 1, vierde lid, van de gecoördineerde wetten).Hiertoe zou een nieuwe wijzigingsbepaling in hoofdstuk I van het ontwerp kunnen worden ingevoegd. (8) Zie onder meer artikel 8, eerste lid, 6°, artikel 13, § 1, eerste lid, artikel 16, § 1, 8°, artikel 24 en artikel 41 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1.(9) In dit verband is het nuttig om het arrest van het Grondwettelijk Hof nr.24/2020 van 13 februari 2020 in herinnering te brengen, waarin het Hof in antwoord op een prejudiciële vraag gesteld door de Raad van State oordeelde dat artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten (verkorte procedure gebrek aan belang bij gebrek aan tijdig ingediende memorie van wederantwoord) artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, niet schendt. Het Hof overwoog daarbij onder meer : "B.5.2. Het recht om te worden gehoord biedt de verzoekende partijen de gelegenheid om toe te lichten waarom zij de opgelegde termijn niet hebben nageleefd. De verzoekende partijen kunnen door het bestaan van toeval of overmacht aan te tonen, ontsnappen aan de sanctie van niet-ontvankelijkheid van hun beroep. Het staat aan de Raad van State om, in het licht van de toelichting van de verzoekende partijen, erover te waken dat hij die rechtvaardigingsgronden niet op overdreven formalistische wijze interpreteert." (10) Hetzelfde geldt wat betreft eventuele nieuwe wijzigingsbepalingen die nog zouden worden toegevoegd aan het ontwerp om verwijzingen naar artikel 17 van de gecoördineerde wetten in het algemeen procedurereglement of andere regelgeving in overeenstemming te brengen met de tekst van artikel 17 van de gecoördineerde wetten zoals deze zal worden vervangen door artikel 5 van de wijzigingswet. 21 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 17, § 6, vervangen bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten, artikel 21, eerste lid, vervangen bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten, artikel 30, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten, artikel 30, § 2, eerste lid, laatst gewijzigd bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten en 30, § 3, vervangen bij de wet van 15 september 2006, en artikel 38, § 10, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten;

Gelet op het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 september 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris bevoegd voor Begroting, d.d. 9 november 2022;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies nr. 73.646/AV van de Raad van State, gegeven op 30 juni 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Artikel 1.Artikel 2, § 1, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, wordt aangevuld met drie leden, luidende: "Het middel bestaat uit de vermelding van de rechtsregel waarvan de schending aangevoerd wordt en van de wijze waarop die rechtsregel concreet overtreden zou zijn.

Als voor het middel een verdere uiteenzetting nodig is, bevat het verzoekschrift een samenvatting van de aangevoerde grief. De ontstentenis van de samenvatting van de grief kan niet leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het middel.

De bewoording van het middel en, in voorkomend geval, de samenvatting van de grief worden ongewijzigd overgenomen in het verslag van de auditeur en in het arrest.".

Art. 2.Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Als voor het antwoord op de middelen een verdere uiteenzetting nodig is, bevat de memorie van antwoord een samenvatting van de argumenten van de verwerende partij.".

Art. 3.In artikel 11/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, eerste zin, en in paragraaf 2, wordt de verwijzing naar " § 6" vervangen door de verwijzing naar " § 9"; 2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin: "Zij voegen een schriftelijke verantwoording bij hun vraag om te worden gehoord.".

Art. 4.In artikel 11/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, en in paragraaf 2, wordt de verwijzing naar " § 7" vervangen door de verwijzing naar " § 10"; 2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin: "Zij voegt een schriftelijke verantwoording bij haar vraag om te worden gehoord.".

Art. 5.In titel I, hoofdstuk II, van hetzelfde besluit wordt een sectie I/2 ingevoegd die een artikel 11/5 bevat, luidende: "SECTIE I/2. Bijzondere procedureregels ingeval van afstand van het geding door de verzoekende partij of de intrekking, door de verwerende partij, van de bestreden akte of het bestreden reglement.

Art.11/5. Wanneer de verzoekende partij afstand doet van het geding, en er volgens de auditeur-verslaggever geen redenen zijn die zich verzetten tegen deze afstand, kan hij het dossier toezenden aan de griffie met de vermelding dat hij geen verslag zal indienen over het beroep tot nietigverklaring.

Wanneer de verwerende partij de bestreden akte of het bestreden reglement intrekt, en er volgens de auditeur-verslaggever geen redenen zijn die zich verzetten tegen de verwerping van het beroep, kan hij het dossier toezenden aan de griffie met de vermelding dat hij geen verslag zal indienen over het beroep tot nietigverklaring.".

Art. 6.Artikel 12, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, wordt aangevuld met de volgende zin: "Wanneer de verwerende partij gebruikmaakt van de procedure bedoeld in artikel 85bis, bezorgt zij een niet-elektronische versie van het administratief dossier of van bepaalde stukken ervan wanneer de auditeur haar daartoe verzoekt.".

Art. 7.In artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Behalve wanneer nieuwe elementen meegedeeld moeten worden, en met uitzondering van de verzoeken geformuleerd met toepassing van de artikelen 14ter, 35/1, 36, § 1, eerste lid, eerste zin of derde lid, en 38, § 1, van de gecoördineerde wetten, wordt in de laatste memories louter op synthetische wijze gereageerd op de argumenten uiteengezet in het verslag van de auditeur of in de laatste memorie van de andere partijen."; 2° in het derde lid worden de twee laatste zinnen, die aanvangen met de woorden "Het aangewezen lid van het auditoraat" en eindigen met het woord "gevoegd" vervangen als volgt: "Het aangewezen lid van het auditoraat stelt met betrekking tot dit onderwerp een geschreven advies op dat ten minste zeven werkdagen voor de terechtzitting aan de partijen en de kamer waarbij de zaak aanhangig is, wordt meegedeeld."; 3° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Het verzoek van de verwerende partij om met toepassing van artikel 38, § 1, van de gecoördineerde wetten in de gelegenheid te worden gesteld een beslissing tot herstel te nemen, wordt uiterlijk in de laatste memorie geformuleerd.Wanneer het verzoek voor de eerste keer in een laatste memorie wordt gedaan, kunnen de andere partijen hun schriftelijke opmerkingen doen gelden binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving van deze laatste memorie. Het aangewezen lid van het auditoraat stelt met betrekking tot dit onderwerp een geschreven advies op dat ten minste zeven werkdagen voor de terechtzitting aan de partijen en de kamer waarbij de zaak aanhangig is, wordt meegedeeld."; 4° in het laatste lid worden de woorden "en derde" vervangen door de woorden "tot het vierde".

Art. 8.De artikelen 14bis, § 1, eerste lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1991 en vervangen bij het koninklijk besluit van 26 juni 2000, 14quater, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1991, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 juni 2000 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, 14quinquies, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, en 71, vierde lid, hersteld bij het koninklijk besluit van 30 januari 2014 en vervangen bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, van hetzelfde besluit, worden aangevuld met de volgende zin: "Zij voegt een schriftelijke verantwoording bij haar vraag om te worden gehoord.".

Art. 9.In artikel 25/1, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten7 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, worden de woorden "of het herstel ervan door een beslissing tot herstel" ingevoegd tussen de woorden "onwettigheid" en "werd".

Art. 10.In artikel 25/3, § 4, eerste lid, eerste zin, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten7 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, worden de woorden "of het herstel ervan door een beslissing tot herstel" ingevoegd tussen de woorden "onwettigheid" en "werd".

Art. 11.In artikel 34, 5°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 juli 1956 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, worden de woorden "in openbare terechtzitting" opgeheven.

Art. 12.In artikel 52 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "dertig" vervangen door het woord "zestig"; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Als voor het verzoekschrift tot tussenkomst een verdere uiteenzetting nodig is, bevat het een samenvatting van de argumenten van de tussenkomende partij.".

Art. 13.In artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, worden het eerste en het tweede lid opgeheven.

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk VII van titel VI, opgeheven bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, hersteld als volgt: "HOOFDSTUK VII. De beslissing tot herstel".

Art. 15.In hoofdstuk VII, hersteld bij artikel 13, wordt artikel 65/1, opgeheven bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, hersteld als volgt: "

Art. 65/1.Ter uitvoering van artikel 38, § 10, van de gecoördineerde wetten worden specifiek aangewezen, de geschillen: 1° inzake de akten en reglementen genomen met toepassing van het decreet van het Vlaamse Gewest van 25 april 2014 `betreffende complexe projecten';2° inzake de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, titel II, hoofdstuk II, afdeling 2;3° inzake de besluiten van de Waalse Regering tot herziening van een gewestplan als bedoeld in boek II, titel II van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; 4° inzake de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van een gewestelijk bestemmingsplan als bedoeld in titel II, hoofdstuk III, van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.".

Art. 16.In hoofdstuk VII, hersteld bij artikel 13, wordt een artikel 65/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 65/2.§ 1. De kamervoorzitter beslist over de verlenging van de termijn waarbinnen de in artikel 38 van de gecoördineerde wetten bedoelde beslissing tot herstel kan worden genomen. § 2. De verwerende partij voegt aan de beslissing tot herstel die zij aan de afdeling bestuursrechtspraak bezorgt, het betrokken administratief dossier toe.

De hoofdgriffier brengt de beslissing tot herstel ter kennis van de andere partijen en stelt hen in kennis van de neerlegging van het administratief dossier ter griffie. Zij beschikken over dertig dagen om schriftelijk hun opmerkingen te geven over de wijze en de wettigheid van het herstel van het gebrek dat in het tussenarrest werd vastgesteld.

De verwerende partij beschikt over dertig dagen om op de schriftelijke opmerkingen te antwoorden, te rekenen van de kennisgeving ervan door de hoofdgriffier.

Het aangewezen lid van het auditoraat stelt over het herstel in de beslissing tot herstel een verslag op, waarna de kamervoorzitter een zittingsdag bepaalt. § 3. Indien de afdeling bestuursrechtspraak niet binnen de gestelde termijn van een beslissing tot herstel in kennis is gesteld, brengt de hoofdgriffier op verzoek van het aangewezen lid van het auditoraat de partijen ter kennis dat de kamer uitspraak doet over de nietigverklaring van de bestreden akte of het bestreden reglement, tenzij een van die partijen binnen een termijn van vijftien dagen vraagt om te worden gehoord. Zij voegt een schriftelijke verantwoording bij haar vraag om te worden gehoord.

Indien geen enkele partij vraagt om te worden gehoord, verklaart de kamer de bestreden akte of het bestreden reglement nietig.

Indien een partij vraagt om te worden gehoord, roept de voorzitter of de aangewezen staatsraad de partijen op om op korte termijn te verschijnen.

Na de partijen en het advies van het aangewezen lid van het auditoraat te hebben gehoord, doet de kamer onverwijld uitspraak over het beroep tot nietigverklaring.".

Art. 17.In artikel 84, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juli 1987 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, worden de woorden "of per elektronisch bericht" ingevoegd tussen de woorden "bij gewone brief" en de woorden "worden gedaan wanneer".

Art. 18.In artikel 85bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "voor de processtukken die neergelegd worden voordat het dossier aan een lid van het auditoraat wordt bezorgd met het oog op het opmaken van het verslag" opgeheven;2° in paragraaf 14, derde lid, wordt het woord "faxbericht" vervangen door de woorden "elektronisch bericht".

Art. 19.Artikel 91 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1991, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen, gelijk aan of korter dan dertig dagen, worden verhoogd met vijftien dagen wanneer ze, ten gevolge van de berekening uitgevoerd met toepassing van artikel 88, ingaan en verstrijken tussen 1 juli en 31 augustus."

Art. 20.Artikel 92 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, wordt hersteld als volgt: "

Art. 92.De arresten, beschikkingen, processen-verbaal, verslagen en andere stukken van de Raad van State worden ondertekend met een handgeschreven of elektronische handtekening.".

Art. 21.In artikel 93 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de twee laatste zinnen, die aanvangen met de woorden "Het aangewezen lid van het auditoraat" en eindigen met het woord "gevoegd" vervangen als volgt: "Het aangewezen lid van het auditoraat stelt met betrekking tot dit onderwerp een geschreven advies op dat ten minste zeven werkdagen voor de terechtzitting aan de partijen en de kamer waarbij de zaak aanhangig is, wordt meegedeeld."; 2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Wanneer het aangewezen lid van het auditoraat, in zijn verslag tot de nietigverklaring besluit, kan de verwerende partij binnen vijftien dagen na de kennisgeving van dit verslag vragen om met toepassing van artikel 38, § 1, van de gecoördineerde wetten in de gelegenheid te worden gesteld een beslissing tot herstel te nemen.Deze aanvraag wordt ter kennis van de andere partijen gebracht, die hun schriftelijke opmerkingen kunnen doen gelden binnen een termijn van vijftien dagen. Het aangewezen lid van het auditoraat stelt met betrekking tot dit onderwerp een geschreven advies op dat ten minste zeven werkdagen voor de terechtzitting aan de partijen en de kamer waarbij de zaak aanhangig is, wordt meegedeeld.". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State

Art. 22.In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten1 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten6, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "In het geval bedoeld in het eerste lid, 5° en 6°, zijn de bepalingen vervat in artikel 2, § 1, tweede tot vierde lid, van de algemene procedureregeling van toepassing.".

Art. 23.In artikel 42, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201162 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor vuurvaste producten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007200854 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de waarborg van de brugpensioenvergoeding type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201207 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de Vlaamse socio-culturele sector type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 18/05/2007 numac 2007201138 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 11/05/2007 numac 2007201196 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007014166 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Waver van algemeen nut wordt verklaard sluiten, worden de woorden ",eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "en 91" en "van het algemene procedurereglement". HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State

Art. 24.In artikel 18 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "teneinde te worden gehoord" opgeheven; 2° in paragraaf 1, wordt het tweede lid vervangen door het volgende lid: "Indien de verzoekende partij niet vraagt om de voortzetting van de procedure, stelt de hoofdgriffier, op verzoek van het aangewezen lid van het auditoraat, de verzoekende partij ervan in kennis dat de kamer de afstand van geding zal uitspreken, tenzij de verzoekende partij binnen een termijn van vijftien dagen verzoekt om te worden gehoord."; 3° in paragraaf 1, wordt het derde lid vervangen door de volgende leden: "Indien de verzoekende partij niet verzoekt te worden gehoord, spreekt de kamer de afstand van geding uit. Indien de verzoekende partij verzoekt te worden gehoord, voegt zij een schriftelijke verantwoording bij haar vraag om te worden gehoord. De voorzitter of de aangewezen staatsraad roept de partijen op om op korte termijn te verschijnen. Na partijen en het in zijn advies aangewezen lid van het auditoraat te hebben gehoord, doet de kamer onverwijld uitspraak over de afstand van geding."; 4° in paragraaf 2 worden de woorden "of wanneer de verzoekende partij vraagt dat de procedure wordt voortgezet" ingevoegd na de woorden "Wanneer de auditeur niet concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is of moet worden verworpen";5° paragraaf 2 wordt aangevuld met de volgende leden, luidende: "De kamervoorzitter of de staatsraad die hij aanwijst kan, behoudens bezwaar van de auditeur, in die beschikking aan de partijen voorstellen dat de zaak niet op een terechtzitting wordt behandeld, tenzij een van de partijen binnen een termijn van acht dagen om een behandeling op een terechtzitting verzoekt.Behoudens zulk verzoek wordt het debat gesloten en wordt de zaak in beraad genomen op de in die beschikking vastgestelde datum. Als binnen de gestelde termijn ten minste één van de partijen daarom verzoekt, worden de partijen op de terechtzitting gehoord. Een partij die geen verzoek daartoe indient, wordt verondersteld akkoord te gaan met het voorstel.

De beschikking maakt melding van dit artikel en wijst uitdrukkelijk op de gevolgen bij stilzitten van de partijen.

De kamervoorzitter of de staatsraad die hij aanwijst, beslist ambtshalve, op verzoek van de auditeur of van één van de partijen dat de zaak toch ter terechtzitting wordt opgeroepen wanneer een nieuw en ter zake dienend gegeven een tegensprekelijk mondeling debat verantwoordt .".

Art. 25.Artikel 19, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Hij kan in de beschikking tot vaststelling van de rechtsdag aan de partijen voorstellen dat de zaak niet behandeld wordt op een terechtzitting, overeenkomstig de procedure vastgelegd in artikel 18, § 2, tweede tot vierde lid.".

Art. 26.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "De voor de proceshandelingen voorgeschreven termijnen, gelijk aan of korter dan dertig dagen, worden verhoogd met vijftien dagen wanneer ze, ten gevolge van de berekening uitgevoerd met toepassing van artikel 43, ingaan en verstrijken tussen 1 juli en 31 augustus.".

Art. 27.In artikel 47 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 28.In artikel 48, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 3° opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikelen 3, 1°, en 4, 1°.

De artikelen 3, 1° en 4, 1° treden in werking op dezelfde dag als artikel 5 van de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 24/07/2023 numac 2023043802 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Dit besluit is enkel van toepassing op de beroepen en vorderingen die bij de Raad van State worden ingediend vanaf de datum bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van de artikelen 3, 1° en 4, 1°.

De artikelen 3, 1° en 4, 1° zijn enkel van toepassing op de beroepen en vorderingen die bij de Raad van State worden ingediend vanaf de datum bedoeld in het tweede lid.

Art. 30.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juli 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^