Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2019
gepubliceerd op 29 november 2019

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de kinesitherapeuten

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2019015336
pub.
29/11/2019
prom.
07/11/2019
ELI
eli/besluit/2019/11/07/2019015336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de kinesitherapeuten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36nonies, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2003 pub. 29/12/2003 numac 2003003535 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2003 type wet prom. 22/12/2003 pub. 29/12/2003 numac 2003003536 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 sluiten;

Gelet op het voorstel van de Commissie kinesitherapeuten - verzekeringsinstellingen van 26 maart 2019;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 24 april 2019 ;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 29 april 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 3 juni 2019 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 september 2019;

Gelet op de voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is vereist;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De tegemoetkoming wordt toegekend aan de beroepsorganisaties die de kinesitherapeuten binnen de organen van het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering vertegenwoordigen en die voldoen aan representativiteitsvoorwaarden bepaald in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016022054 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van kinesitherapeuten moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de kinesitherapeuten in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van kinesitherapeuten moeten voldoen om als representatief te woorden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de kinesitherapeuten in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Indien twee of meer beroepsorganisaties gezamenlijk een aanvraag tot erkenning van hun representativiteit hebben ingediend wordt de tegemoetkoming hen samen toegekend indien ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 1, § 2, van voormeld koninklijk besluit.

Art. 2.§ 1. Het jaarbedrag van de tegemoetkoming bestaat voor iedere representatieve beroepsorganisatie uit twee delen : 1° een basisbedrag per representatieve beroepsorganisatie;2° een aanvullend bedrag per geldige stem uitgebracht voor een representatieve beroepsorganisatie of een representatieve groepering van beroepsorganisaties bij de laatste verkiezingen bedoeld in artikel 211, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, die voorafgaan aan het jaar waarvoor het jaarbedrag wordt toegekend. § 2. Voor het jaar 2019, wordt het basisbedrag bedoeld in § 1, 1°, vastgesteld op 101.131,01 euro per representatieve beroepsorganisatie en het aanvullende bedrag wordt vastgesteld op 29,71 euro per geldige uitgebrachte stem.

In geen geval, mogen deze gecumuleerde bedragen een bedrag van 442.448,19euro op jaarbasis overschrijden. Indien het resultaat van de toepassing van de formule bedoeld onder § 1 dit laatste bedrag overschrijdt, worden de toe te kennen bedragen aan de representatieve beroepsorganisaties proportioneel verminderd om dit bedrag niet meer te overschrijden. § 3. Voor het jaar 2020 worden de bedragen bedoeld in § 2 aangepast aan de index van de consumptieprijzen die van kracht zijn op 1 maart van het betrokken jaar. § 4. Indien één beroepsorganisatie of één groepering van organisaties erkend is als representatief, is het jaarlijkse bedrag samengesteld uit twee delen : 1° het basisbedrag ;2° een aanvullend bedrag dat volgens de volgende formule wordt berekend : 29,71 euro x aantal zorgverleners van de bedoelde sector x het percentage van de actieve geconventioneerde kinesitherapeuten .

Art. 3.De tegemoetkoming kan enkel worden aangewend voor het verrichten van personeels- en werkingsuitgaven die verband houden met de vertegenwoordiging van de representatieve beroepsorganisaties in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals vergoedingen, lonen, sociale lasten en kleine bureaukosten.

Art. 4.Het bedrag vastgesteld overeenkomstig artikel 2 wordt gefinancierd ten laste van de administratiekosten van het Instituut.

Art. 5.§ 1. Het jaarbedrag dat overeenkomstig dit besluit aan elke representatieve beroepsorganisatie wordt toegekend, wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering als volgt betaald: 1° 75 % van het bedrag vóór 31 maart van het desbetreffende jaar en wat 2019 betreft, in de maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad;2° 25 % binnen de drie maanden nadat de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening voor het desbetreffende jaar aan de administrateur-generaal van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering werd overgemaakt. § 2. Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaalt de bedragen op het bankrekeningnummer opgegeven door de representatieve beroepsorganisatie.

Art. 6.§ 1. De organisaties voeren de boekhouding overeenkomstig artikel 17, § 3, van de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen of overeenkomstig de wet van 31 maart 1898 betreffende de Beroepsvereningen. § 2. De representatieve beroepsorganisaties houden, ten behoeve van het Rekenhof, de bewijsstukken met betrekking tot de aanwending van de tegemoetkoming ter beschikking.

Art. 7.Indien uit de jaarrekening bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, blijkt dat de tegemoetkoming niet volledig werd aangewend voor de doeleinden bepaald in artikel 3, kan de Algemene raad ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering beslissen dat het bedrag bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, niet wordt betaald.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 november 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

^