gepubliceerd op 02 april 2021
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende het pensioenplan in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
7 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende het pensioenplan in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende het pensioenplan in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 maart 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020 Pensioenplan in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 2020 onder het nummer 159776/CO/140)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk : 1) op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die behoren tot het Paritair Subcomité voor de verhuizing;2) op de werklieden en werksters die worden tewerkgesteld door de in 1) bedoelde werkgevers.
Art. 2.De bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt bijlage 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 betreffende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel in de subsector voor de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, registratienummer 102472.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst neemt een aanvang op datum 25 juni 2020 en is van onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd door elk van de contracterende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende het pensioenplan in de subsector voor verhuisonderne-mingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Sectoraal sociaal aanvullend pensioenstelsel in uitvoering van de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP), titel II, hoofdstuk II, sectie II Sectie 1. Bijzondere voorwaarden van het reglement dat de pensioentoezegging uitvoert 1. Definities, doel en voorwerp van het reglement dat het sectorale pensioenstelsel uitvoert 1.1. Definities Sectorale collectieve arbeidsovereenkomst In onderstaande teksten wordt naar elk punt van de nummering verwezen met het woordje "artikel" of in het meervoud "artikelen".
In onderstaande tekst verwijst de "sectorale collectieve arbeidsovereenkomst" naar de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende het sociaal sectoraal pensioenstelsel, te beginnen met : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010, geregistreerd onder nummer 102472/CO/140 die onderhavig sociaal sectoraal pensioenstelsel opricht; - en vervolgens iedere andere en toekomstig algemeen bindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in hetzelfde Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek die betrekking hebben op onderhavig sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Inrichter De inrichter is het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten", dat opgericht werd bij koninklijk besluit van 24 juni 1971, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1971.
Pensioeninstelling Op de inwerkingstellingsdatum van deze pensioentoezegging heeft de inrichter als pensioeninstelling de naamloze vennootschap "Integrale", met maatschappelijke zetel te 4000 Luik, Place Saint-Jacques 11/101, toegelaten onder het codenummer 1530, ondernemingsnummer KBO 0221518504, aangeduid.
Uittreding - Regel van de 4 trimesters en onthaalstructuur In afwijking van artikel 1.1. van de algemene voorwaarden wordt niet als een uittreding beschouwd de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, wanneer de werknemer binnen een termijn van 4 opeenvolgende kwartalen volgend op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een onderneming die onder het toepassingsgebied van onderhavig sectoraal pensioenstelsel valt.
De andere beschikkingen van artikel 1 van de algemene voorwaarden, met betrekking tot de uittreding, blijven van toepassing.
In afwijking van artikel 11, c. van de algemene voorwaarden, is de overdracht van de verworven reserve naar de onthaalstructuur niet van toepassing.
Onderneming Elke werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsector voor de verhuisonderne-mingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten voor zover deze werkgever niet vrijgesteld is van deelname aan de sectorale pensioentoezegging conform artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010. 1.2. Doel en voorwerp van de groepsverzekering Het doel van de pensioentoezegging is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake de pensioenen en ter verhoging ervan : - aan de aangeslotene zelf, van een kapitaal dat kan omgezet worden in een levenslange pensioenrente indien hij in leven is op de einddatum; - aan de begunstigden voorzien door onderhavig reglement, van een kapitaal dat kan omgezet worden in een levenslange overlevingsrente in geval van overlijden van de aangeslotene voor de einddatum.
De pensioentoezegging is van het type vaste bijdragen zonder rendementsverplichting van de inrichter, doch zonder afbreuk te doen van het minimaal rendement voorzien in de WAP. Aan onderhavig pensioenreglement zijn onafscheidelijk verbonden : - het solidariteitsreglement waarvan de bijzondere voorwaarden beschreven worden in sectie 2; en - het financieel reglement beschreven in sectie 3.
De stopzetting van het pensioenreglement, wat ook de reden is, heeft onmiddellijk als gevolg de stopzetting van het solidariteitsreglement en van het financieel reglement. 1.3. Ingangsdatum Vanaf 1 januari 2016 wordt het reglement van 19 december 2013 aangepast en wordt de groepsverzekering bepaald door onderhavig reglement.
De verworven rechten van de aangeslotenen die de sector verlieten voor de inwerkingtreding van het huidige reglement en/of hun rechthebbenden blijven bepaald door het voorgaande reglement. 2. Aansluiting Elke werknemer met een arbeidsovereenkomst van arbeider die op 1 januari 2016 tewerkgesteld is in de onderneming zoals gedefinieerd in artikel 1, of na 1 januari 2016 tewerkgesteld zal worden, wordt verplicht aangesloten bij de groepsverzekering. Worden evenwel niet aangesloten bij dit stelsel : - Studenten-arbeiders die conform het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders niet onderworpen zijn aan de gewone sociale bijdragen maar alleen aan de solidariteitsbijdragen; - Arbeiders tewerkgesteld met IBO-contracten, leerlingen en leercontracten; - Leerlingen - werknemersgetal "035" - en leerlingen aangegeven onder het werknemersgetal "015" vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar oud worden; - Deeltijds leerplichtigen - werknemerskengetal "027"; - Arbeiders die, hoewel gepensioneerd, een beroepsactiviteit blijven uitoefenen.
Elke werknemer in dienst en die aan de aansluitingsvoorwaarden voldeed bij de aanvangsdatum van onderhavig reglement, blijft aangesloten.
Onder "arbeiders" wordt bedoeld : de arbeiders en arbeidsters. 3. Uitkeringen De prestaties "leven" en "overlijden" worden voor elke aangeslotene gefinancierd door een pensioenbijdrage die ten laste is van de onderneming. Zij spijst een individueel contract onderschreven bij de pensioeninstelling ten voordele van de aangeslotene. 4. Pensioenbijdragen 4.1. Pensioenbijdragen De bijdragen worden geïnd via de RSZ die ze overmaakt aan de inrichter. De bijdragen worden vervolgens door de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt voor het beheer en de financiering van de pensioenprestaties.
Deze pensioenbijdrage is gelijk aan een percentage van het referentieloon zoals gedefinieerd in het financieel reglement (sectie 3). Dit percentage wordt vastgesteld in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en wordt ook bepaald in het financieel reglement (sectie 3) opgenomen als bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020. 4.2. Gemeenschappelijke beschikkingen De taksen en eventuele sociale bijdragen zijn ten laste van de onderneming en komen bovenop de hierboven vermelde bijdragen. 5. Einddatum De einddatum wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de aangeslotene. 5.1. Verdaging van de einddatum Indien de aangeslotene het wettelijk pensioen later opneemt en in dienst blijft na de einddatum, blijft de pensioentoezegging van toepassing en wordt de einddatum die gebruikt wordt voor het pensioenverzekeringscontract telkens met vijf jaar verlengd. In dit geval kan de aangeslotene de betaling van het kapitaal bekomen bij in leven zijn op de effectieve einddatum van zijn contract. 5.2. Vervroegde uitkering De artikelen 8.2. en 8.3. van de algemene voorwaarden zijn niet van toepassing : zolang de aangeslotene in dienst is van een onderneming zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement, kan hij zijn contract niet afkopen. 6. Verzekeringstechniek De verzekeringstechniek die gebruikt wordt om de uitkeringen in geval van leven op einddatum te financieren, is van het type "Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de Reserve bij overlijden voor de einddatum" (UKMR), met opeenvolgende koopsommen. 7. Diverse bepalingen 7.1. Informatieplicht De tekst van het reglement van de groepsverzekering is beschikbaar op de website van de pensioeninstelling (www.integrale.be) rubriek "Sectoren/PC140". 7.2. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves In afwijking van artikel 10 van de algemene voorwaarden en met betrekking tot de periode voorafgaand aan 1 januari 2019, moeten de werknemers gedurende minstens vier opeenvolgende kwartalen, te rekenen vanaf de eerste dag van het kwartaal tijdens hetwelke zij worden aangesloten, voldaan hebben aan de aansluitingsvoorwaarden zoals bepaald in artikel 2 alvorens zij aanspraak kunnen maken op verworven reserves en prestaties zoals bedoeld in artikel 17 van de WAP. Vanaf 1 januari 2019 zijn de bepalingen van de algemene voorwaarden van toepassing.
Indien het bedrag van de opgebouwde reserves kleiner zou zijn dan het bedrag van de verworven reserves dat voortvloeit uit de toepassing van de WAP, moet de inrichter de ontbrekende reserves bijstorten zoals voorzien in de voorwaarden beschreven in artikel 24, § 2 van de WAP. Indien de inrichter geen gevolg geeft aan deze verplichting, zal de aangeslotene zich tegen deze laatste kunnen keren. De pensioeninstelling kan in geen geval verplicht worden om dit tekort aan te zuiveren in de plaats van de inrichter.
In afwijking van alinea 2 van artikel 11, e. van de algemene voorwaarden, blijft het bedrag van de verworven reserves op de datum van uittreding bij de pensioeninstelling, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient te worden gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid van de arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, verbonden zijn aan de index der consumptieprijzen.
In dat geval is de pensioeninstelling vrijgesteld van zijn informatieplicht ten aanzien van de aangeslotene. 8. Algemene voorwaarden De algemene voorwaarden van het reglement dat het sectorale pensioenstelsel uitvoert versie - Sectoren_2020.1 - zijn van toepassing.
De bijzondere voorwaarden van het pensioenreglement hebben voorrang op de algemene voorwaarden in de mate dat ze ervan afwijken.
Sectie 2. Bijzondere voorwaarden van het reglement dat de solidariteitstoezegging uitvoert 1. Definities, doel en voorwerp van het reglement dat de solidariteitstoezegging uitvoert 1.1. Definities Solidariteitsorganisme Op de inwerkingstellingsdatum van deze solidariteitstoezegging, heeft de inrichter als solidariteitsinstelling de naamloze vennootschap "Integrale", met maatschappelijke zetel te 4000 Luik, Place Saint-Jacques 11/101, toegelaten onder het codenummer 1530, KBO-nummer 0221518504, aangeduid.
Solidariteitstoezegging De solidariteitstoezegging dient beschouwd te worden als een aanvulling op de pensioentoezegging behalve met betrekking tot de arbeiders (M/V) die tewerkgesteld zijn bij ondernemingen die vrijgesteld zijn van de pensioentoezegging conform artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 en volgende, en die derhalve alleen bij de solidariteitstoezegging zijn aangesloten.
Onderhavig reglement is onlosmakelijk verbonden met het pensioenreglement (sectie 1) en het financieel reglement (sectie 3).
De opheffing van het pensioenreglement heeft automatisch de opheffing van onderstaand solidariteitsreglement als gevolg. 1.2. Doel en voorwerp van de solidariteitstoezegging Het doel van de solidariteitstoezegging is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake de pensioenen en ter verhoging ervan, van een solidariteitsprestatie ten voordele van de aangeslotene die aan de toekenningsvoorwaarden voldoet volgens de voorwaarden beschreven in artikel 3 van onderhavig solidariteitsreglement. 1.3. Ingangsdatum Onderhavig solidariteitsreglement vangt op hetzelfde moment aan als het pensioenreglement. 2. Aansluiting De personeelsleden van de onderneming die aangesloten zijn volgens de voorwaarden van het pensioenreglement, zijn automatisch aangesloten aan onderhavig solidariteitsreglement. De aansluiting is eveneens verplicht voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn bij een onderneming die conform artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2010 vrijgesteld is van deelname aan de pensioentoezegging. 3. Solidariteitsuitkeringen In uitvoering van artikel 43, § 1 van de WAP, dat in werking gesteld werd door het solidariteitsbesluit, heeft onderhavig solidariteitsreglement tot doel om volgende solidariteitsprestaties toe te kennen : - In geval van overlijden vanaf de inwerkingtreding van het solidariteitsreglement van een aangeslotene bij het sectorale pensioenreglement tijdens de beroepsloopbaan, en behalve wettelijk voorziene uitsluitingen, een aanvullende uitkering in rente voor zover de werknemer op het ogenblik van het overlijden nog steeds in dienst is van een onderneming zoals gedefinieerd in sectie 1 van het pensioenreglement.Deze rente is gelijk aan het bedrag dat bekomen wordt door de omzetting van een kapitaal van 1 239 EUR of 2 478 EUR ingeval het overlijden te wijten is aan een ongeval, volgens de modaliteiten bepaald in artikel 28 van de WAP. Indien de aldus bekomen rente echter lager is dan 500 EUR, geïndexeerd conform de modaliteiten beschreven in artikel 28, § 2 van de WAP, wordt in plaats van de rente het kapitaal van 1 239 EUR of 2 478 EUR eenmalig uitbetaald; - Voor een aangesloten werknemer van de solidariteitsregeling die eveneens aangesloten is bij het sectorale pensioenstelsel, de voortzetting van de werkgeversbijdragen voorzien in het reglement voor onderhavig pensioenstelsel op basis van een fictief dagloon berekend uitgaande van het bruto-uurloon van de functiecategorie "drager-beginneling" tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid of tijdens vergoede periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongeval of beroepsziekte, beginnend vanaf de inwerkingtreding van het solidariteitsreglement; - Voor een werknemer onderworpen aan het reglement van de solidariteitsregeling die niet aangesloten is bij het sectorale pensioenstelsel, het spijzen van een levensverzekeringscontract afgesloten door de inrichter bij de pensioeninstelling, met bijdragen berekend op basis van een fictief dagloon berekend uitgaande van het bruto-uurloon van de functiecategorie "drager-beginneling" tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid of tijdens vergoede periodes van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongeval of beroepsziekte, beginnend vanaf de inwerkingtreding van het solidariteitsreglement, en bijdragevoeten zoals voorzien in de pensioentoezegging; - Indien de werknemer vervolgens toetreedt tot een onderneming zoals bepaald in sectie 1 van het reglement, worden de pensioenbijdragen op hetzelfde contract gestort. 4. Financiering 4.1. Bijdragen De solidariteitsprestaties worden voor elke aangeslotene gefinancierd door een bijdrage ten laste van de onderneming. Deze bijdrage wordt gedefinieerd in het financieel reglement (sectie 3) geannexeerd aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020.
De bijdragen worden geïnd via de RSZ die ze overmaakt aan de inrichter. De bijdragen worden vervolgens door de inrichter aan de solidariteitsinstelling overgemaakt voor het beheer en de financiering van de solidariteitsprestaties.
De solidariteitsbijdragen met betrekking tot de solidariteitstoezegging zijn betaalbaar op hetzelfde moment en op dezelfde wijze als de pensioenbijdragen.
De solidariteitsbijdragen met betrekking tot de solidariteitstoezegging spijzen het solidariteitsfonds van de inrichter. De werking van dit solidariteitsfonds is beschreven in artikel 6 van onderhavig solidariteitsreglement.
De solidariteitsinstelling die deze bijdragen ontvangt, onderschrijft een middelenverbintenis. De solidariteitstoezegging wordt gefinancierd rekening houdend met de verplichtingen voorzien in het financieel besluit.
De solidariteitsinstelling zal tenslotte, op basis van de gegevens ontvangen via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ), de stortingen op de individuele contracten van de werknemers plaatsen. De solidariteitsinstelling kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor foutieve of onjuiste informatie. 4.2. Behoud van de verbintenis In geval van tekort, zoals omschreven in artikel 6 van het financieel besluit, legt de solidariteitsinstelling binnen de drie maanden een herstelplan voor aan de FSMA. In geval van mislukking van dit plan, zal de inrichter beslissen om hetzij de solidariteitsprestaties aan te passen, hetzij de solidariteitsbijdragen te verhogen, of een combinatie van beiden, hetzij de liquidatie van het solidariteitsfonds.
In dit laatste geval zijn de modaliteiten zoals beschreven in artikel 20 van de algemene voorwaarden van toepassing. 5. Einddatum De einddatum van onderhavig solidariteitsreglement wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste verjaardag van de aangeslotene. In geval van verdaging van de einddatum of in geval van vervroegde uitkering zijn de modaliteiten beschreven in artikel 5.1. en 5.2. van de bijzondere voorwaarden eveneens van toepassing voor dit solidariteitsreglement. 6. Solidariteitsfonds Het solidariteitsfonds waaruit de solidariteitsprestaties geput worden, is een stelsel van collectieve reserve dat beheerd wordt overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen, alsook in het financiële reglement (sectie 3). Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen.
Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van dit solidariteitsreglement, kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het solidariteitsfonds.
Het solidariteitsfonds en de solidariteitsprestaties worden beheerd in overeenstemming met de bepalingen van de ter zake geldende wetgeving (solidariteitsbesluit en financieringsbesluit). Daartoe zal de solidariteitsinstelling de rekeningen van het solidariteitsfonds afzonderlijk van de andere activiteiten beheren.
De inkomsten van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de solidariteitsbijdragen, gestort in uitvoering van dit solidariteitsreglement; - eventuele andere sommen gestort door de inrichter of op vraag van deze laatste, door de ondernemingen; - de financiële opbrengsten van het solidariteitsfonds.
De uitgaven van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de uitkering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties; - de kosten voor het beheer van de solidariteitstoezegging; - de voorzieningen voor lopende prestaties, voor risico-schommelingen en de veroudering.
De solidariteitsinstelling stelt op het einde van ieder boekjaar een resultatenrekening op, evenals een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds en zendt deze stukken binnen de maand na goedkeuring aan de FSMA. In geval van stopzetting van de solidariteitstoezegging, kunnen de overblijvende tegoeden van het solidariteitsfonds na aftrek van de voorzieningen voor lopende solidariteitsprestaties en voor te voorziene kosten gelinkt aan de opheffing van het solidariteitsfonds, nooit gestort worden aan de inrichter of aan de ondernemingen.
Zij worden als uitzonderlijk bijdrage aangewend op de pensioencontracten ten voordele van de aangeslotenen die op het moment van de stopzetting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel nog steeds beantwoorden aan de aansluitingsvoorwaarden.
Deze uitzonderlijke bijdrage zal voor elke aangeslotene proportioneel berekend worden naar rata van de uitsluitend verworven reserves in dit sectoraal pensioenplan, eventueel aangevuld met bedragen ten belope van de minimale garantie in toepassing van artikel 24, § 2 van de WAP, waarop hij recht heeft volgens het pensioenreglement.
In het geval dat er geen overschot is, maar dat de resterende tegoeden voldoende zijn voor de betaling van de solidariteitsprestaties van het huidige reglement, zullen deze uitgevoerd worden, zelfs indien er niet meer voldoende tegoeden overblijven om de toekomstige kosten te dekken.
Indien de overblijvende tegoeden niet voldoende zijn om de prestaties van dit reglement uit te voeren, worden deze laatste pro rata beperkt.
In de twee laatste gevallen zal de inrichter de overblijvende kost of de totale kost gelinkt aan de opheffing van dit solidariteitsfonds, ten laste nemen. 7. Diverse bepalingen 7.1. Gegevens die moeten meegedeeld worden door de inrichter De inrichter van het sectoraal pensioenplan deelt aan de solidariteitsinstelling de gegevens mee die nodig zijn voor het beheer van de solidariteitstoezegging volgens de modaliteiten voorzien in het financieel reglement (sectie 3). 7.2. Informatieplicht De tekst van het solidariteitsreglement is beschikbaar op de website van het solidariteitsorganisme (www.integrale.be), rubriek "Sectoren/PC140". 7.3. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves De solidariteitstoezegging gaat op geen enkel moment verworven rechten creëren, noch verworven reserves of verworven prestaties. 8. Algemene voorwaarden De algemene voorwaarden van het reglement dat het sectoraal pensioenstelsel van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek uitvoert - versie Sectoren 2020.1 - zijn van toepassing.
De bijzondere voorwaarden van het solidariteitsreglement hebben voorrang op de algemene voorwaarden in de mate dat ze ervan afwijken.
Sectie 3. Financieel reglement en technische aspecten met betrekking tot het sociaal sectoraal plan van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek 1. Doel Onderhavig financieel reglement bepaalt de regels en voorwaarden van financiering van het sociaal sectoraal plan (luiken pensioen en solidariteit) van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek vanaf 1 januari 2016, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020. Onderhavig financieel reglement is onlosmakelijk verbonden met het pensioenreglement en het solidariteitsreglement opgenomen als bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020. De ontbinding van het pensioenreglement heeft automatisch als gevolg de ontbinding van deze andere reglementen. 2. Ingangsdatum Onderhavig financieel reglement neemt op hetzelfde moment aanvang als het pensioenreglement opgenomen als bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020. 3. Bijdragen 3.1. Inning en doorstorten van de bijdragen aan de pensioen- en solidariteitsinstelling De inrichter krijgt op regelmatige basis de overeengekomen bijdragen via de RSZ, conform de bepalingen van de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het sociaal sectoraal plan.
Het totaal van deze bijdragen, verminderd met de beheerskosten voor de inrichter gelijk aan 4,5 pct., wordt op het einde van elk burgerlijk kwartaal doorgestort aan de pensioen- en solidariteitsinstelling.
Deze gelden worden als voorschot in de financieringsfondsen van de inrichter, beheerd door de pensioeninstelling, gestort. 3.2 Toekenning van de bijdragen op de contracten - Pensioenopbouw De pensioeninstelling stort het pensioenvoorschot in het overeenkomstig financieringsfonds pensioen na afhouding van haar eigen beheerskosten van 0,5 pct., berekend op de door de inrichter geïnde bijdragen voor de aftrek van zijn eigen beheerskosten van 4,5 pct..
Elke 7de maand na het verlopen van een kwartaal, gaat de pensioeninstelling de respectievelijke bijdragen conform de gegevens van de KSZ uit het financieringsfonds putten voor het betreffende kwartaal, op basis van de gegevensstroom ontvangen via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ). Deze premies worden op de individuele contracten van de aangeslotenen gezet.
Praktisch voorbeeld : - Per 1 oktober 2016 worden de premies voor het 1ste kwartaal 2016 uit het financieringsfonds geput en op de contracten gezet; - Per 1 januari 2017 worden de premies voor het 2de kwartaal 2016 uit het financieringsfonds geput en op de contracten gezet; - Per 1 april 2017 worden de premies voor het 3de kwartaal 2016 uit het financieringsfonds geput en op de contracten gezet; - Per 1 juli 2017 worden de premies voor het 4de kwartaal 2016 uit het financieringsfonds geput en op de contracten gezet; - enz.
Eens de bijdragen op de contracten toegekend zijn, kunnen deze niet meer gewijzigd worden. Eventuele regularisaties die betrekking hebben op wijzigingen voor periodes die reeds op contract gezet zijn, zullen in min of in meer opgenomen worden in de eerstvolgende gegevensstroom van de KSZ. Er wordt geen rekening meer gehouden met regularisaties in min voor uitgetreden aangeslotenen die al geïnformeerd zijn over hun verworven rechten of voor overleden of gepensioneerde aangeslotenen voor wie de uitkering al gebeurde. 3.3 Toekenning bijdragen op de contracten - Solidariteitsluik De solidariteitsinstelling stort het solidariteitsvoorschot in het overeenkomstige financieringsfonds na afhouding van haar eigen beheerskosten van 0,5 pct. berekend op de door de inrichter geïnde bijdragen voor de aftrek van haar eigen beheerskosten van 4,5 pct..
Jaarlijks worden op 31 juli van het lopende jaar de bijdragen berekend op basis van de via de KSZ ontvangen gegevens en met betrekking op het voorgaande burgerlijk jaar geput uit het financieringsfonds. Deze dienen om de solidariteitsprestaties te verzekeren, zoals beschreven in het solidariteitsreglement (sectie 2) en dit voor het voorbije jaar.
Deze bedragen vormen pensioenbijdragen die aangewend worden voor de aangeslotenen van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, op de pensioencontracten van dit stelsel. 3.4. Overzicht van de bijdragen 1ste kwartaal 2016 : Bijdrage voor de pensioentoezegging : 0,60 pct. * S Bijdrage voor de solidariteitstoezegging : 0,026 pct. * S 2de kwartaal 2016 : Bijdrage voor de pensioentoezegging : 1,10 pct. * S Bijdrage voor de solidariteitstoezegging : 0,048 pct. * S Vanaf 1 juli 2016 : Bijdrage voor de pensioentoezegging : 0,85 pct. * S Bijdrage voor de solidariteitstoezegging : 0,037 pct. * S S is het referentieloon, zoals beschreven in artikel 3.5. hierna. 3.5. Referentieloon Het bruto loon onderworpen aan de RSZ-afhoudingen zoals opgenomen in de multifunctionele aangifte (DmfA) en berekend aan 108 pct. 4. Diverse bepalingen 4.1. Ontbrekende gegevens bij pensionering of overlijden Om de berekening en de uitkering van de verschuldigde prestaties te bespoedigen zal de pensioeninstelling de loongegevens die op het ogenblik van de opname van het pensioenkapitaal of van het overlijden van de aangeslotenen ontbreken, bepalen op basis van de volgende regel : - loonbedrag betreffende de ontbrekende periode = (n/365) x het meest recente volledige jaarloon voortvloeiend uit de gegevensstroom van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid waarbij - n = het aantal dagen tussen het einde van de laatste periode waarvoor loongegevens werden meegedeeld en de datum van het overlijden of de opname van het pensioenkapitaal.
De bijdrage die op de individuele rekening moet worden gestort, wordt berekend conform artikel 3 van het onderhavige reglement. 4.2. Informatie De tekst van het financiële reglement is beschikbaar op de website van de pensioen- en solidariteitsorganisme (www.integrale.be), rubriek "Sectoren/PC140". 5. Algemene voorwaarden De algemene voorwaarden van het reglement dat het sectoraal pensioenstelsel van PC 140.05 uitvoert - versie Sectoren 2020.1 - zijn van toepassing.
De bijzondere voorwaarden van het financieel reglement hebben voorrang op de algemene voorwaarden in de mate dat ze ervan afwijken.
Algemene voorwaarden van het reglement dat het sectoraal pensioenstelsel van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek uitvoert Versie sectoren 2020.1 1. Definities Einddatum De pensioenleeftijd zoals vermeld in de bijzondere voorwaarden van het reglement. Voor pensioentoezeggingen ingevoerd vanaf 1 januari 2016 kan deze eindleeftijd niet lager zijn dan de wettelijke pensioenleeftijd in voege op het moment van de invoering. Voor de bestaande pensioentoezeggingen op 1 januari 2016 kan de eindleeftijd voor de personen die in dienst treden vanaf 1 januari 2019 niet lager zijn dan de wettelijke pensioenleeftijd die in voege is op het moment van hun indiensttreding.
Wettelijke pensioenleeftijd De pensioenleeftijd zoals bepaald in artikel 3, § 1, 27° van de WAP, te weten de pensioenleeftijd volgens artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen. Deze leeftijd is momenteel vastgesteld op 65 jaar voor de pensioenen die effectief en voor de eerste keer aanvangen ten laatste op 1 januari 2025, 66 jaar voor de pensioenen die effectief en voor de eerste keer aanvangen niet eerder dan 1 februari 2025 en niet later dan 1 januari 2030, 67 jaar voor de pensioenen die effectief en voor de eerste keer aanvangen ten vroegste op 1 februari 2030.
Aangeslotene De persoon behorend tot de categorie die in het sectoraal reglement omschreven is, die bij het sectorpensioen aansluit, en op wiens hoofd het risico op het optreden van het verzekerde voorval rust.
Op 1 januari 2019 gebeurt de aansluiting bij een pensioenstelsel onmiddellijk voor alle werknemers die onder het stelsel vallen, niettegenstaande iedere tegenovergestelde bijzondere voorwaarde.
De werknemer die, hoewel gepensioneerd, een beroepsactiviteit uitoefent en beantwoordt aan de categorie bepaald in het sectoraal reglement, wordt niet aangesloten.
Slapende aangeslotene of slaper De aangeslotene die uitgetreden is in toepassing van artikel 11 van deze algemene voorwaarden.
Groepsverzekering De collectieve verzekering die het sectorale pensioenstelsel, ingevoerd door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, uitvoert.
Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van de buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van de buitenwettelijke voordelen aan de loontrekkende werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor loontrekkende werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.
Solidariteitsbesluit Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels.
Financieringsbesluit Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging.
Toezichthouders Iedere publieke instelling die belast is met het toezicht op de Belgische financiële sector (inclusief deze van de verzekeringen).
Begunstigde De persoon in wiens voordeel de verzekeringsprestatie is bedongen.
Beheersovereenkomst Het contract gesloten tussen de inrichter en Integrale waardoor het financiële en administratieve beheer en de dekking van de risico's van het sectorale pensioenstelsel aan Integrale toevertrouwd worden.
Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen De inrichter verbindt zich ertoe om periodiek een vaste bijdrage te betalen aan de pensioeninstelling ter financiering van het aanvullend pensioen. Deze bijdrage is ten laste van de inrichter.
Solidariteitstoezegging De toezegging van de inrichter om een solidariteitsprestatie te voorzien voor zijn aangeslotenen en/of rechthebbenden en dit ter uitvoering van de sectorale arbeidsovereenkomst.
Minimum rendementsgarantie De minimum rendementsgarantie ten laste van de inrichter krachtens artikel 24 van de WAP. Onderneming De technische bedrijfseenheid zoals omschreven in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven die aangesloten is bij het sectorale pensioenstelsel.
Pensioeninstelling Integrale n.v., verzekeringsonderneming belast met het uitvoeren van het sectorale pensioenstelsel, met hoofdzetel te 4000 Luik, place Saint-Jacques 11, bus 101, toegelaten onder het administratief codenummer 1530 om levensverzekeringen te beheren (koninklijk besluit van 10 november 1997).
Solidariteitsorganisme De verzekeringsonderneming die beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in artikel 10, § 1, 4° van de WAP en die aangeduid werd door de inrichter voor de uitvoering van de solidariteitstoezegging.
Indien de solidariteitsinstelling niet op paritaire wijze wordt beheerd, wordt een toezichtscomité opgericht conform artikel 47, 2de alinea van de WAP die haar samenstelling en opdrachten bepaalt.
Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen (afgekort "WAP'') De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
Horizontale methode De methode vastgelegd in artikel 24, § 4 van de WAP, waarbij in geval van een wijziging van de gegarandeerde minimum rentevoet overeenkomstig artikel 24, § 3 van de WAP, de oude rentevoet wordt toegepast tot aan de eerste van de gebeurtenissen bedoeld in artikel 24, § 1 en § 2, 1ste lid van de WAP op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement voor de wijziging en de nieuwe rentevoet wordt toegepast tot de vroegste van de bovengenoemde gebeurtenissen met betrekking tot de op grond van de verordening verschuldigde bijdragen vanaf de datum van de wijziging.
Verticale methode De methode vastgelegd in artikel 24, § 4 van de WAP waarbij in geval van een wijziging van de gegarandeerde minimum rentevoet overeenkomstig artikel 24, § 3 van de WAP de oude rentevoet wordt toegepast tot op het moment van de wijziging op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement voor de wijziging en de nieuwe rentevoet wordt toegepast op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement vanaf de wijziging en op het bedrag resulterend uit de kapitalisatie tegen de oude rentevoet van de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement tot aan de wijziging.
Pensionering Het effectief ingaan van het wettelijk pensioen in het stelsel van loontrekkende werknemers.
Inrichter De rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die de uitvoering van het sectorale pensioenstelsel aan Integrale toevertrouwt.
Verworven prestaties De prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig het pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserves bij Integrale laat.
Premie De vergoeding die Integrale vraagt als tegenprestatie van haar verbintenissen.
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen eenmalige premieplannen en terugkerende premieplannen.
Voor eenmalige premieplannen, zijn de tariefregels deze die in voege zijn op het moment van het storten van de koopsom. Indien de tariefregels wijzigen, zullen de gewijzigde bepalingen van toepassing zijn op elke premie die vanaf deze wijziging gestort wordt.
Voor de plannen met recurrente premies blijven de tariefregels die van toepassing zijn op het moment van de storting van de premies van toepassing op de toekomstige premies ten belope van de laatst gestorte premie vóór de wijziging van deze regels.
Reductie van een contract De vermindering van de actuele waarde van de verzekerde prestaties ten gevolge van het stopzetten van de betaling van de premies.
Reglement Het pensioenreglement waarin de rechten en verplichtingen van de inrichter, van de onderneming, van de aangeslotenen en van hun rechthebbenden, evenals de aansluitingsvoorwaarden en de regels inzake de uitvoering van het sectorale pensioenstelsel worden bepaald.
De bijzondere voorwaarden hebben voorrang op de algemene voorwaarden in de mate dat ze ervan afwijken.
De bijzondere voorwaarden mogen echter niet afwijken van de bepalingen van de algemene voorwaarden die principes overnemen die door de wet opgelegd zijn. Indien een bepaling van de bijzondere voorwaarden tegenstrijdig met de wet zou zijn, dan heeft de overeenstemmende bepaling van de algemene voorwaarden voorrang.
Verworven reserves De reserves waarop de aangeslotene recht heeft op een bepaald moment, overeenkomstig het pensioenreglement.
Wiskundige reserves De wiskundige reserves stemmen overeen met de huidige waarde van de toekomstige prestaties verminderd met de huidige waarde van de toekomstige premies.
Uittreding 1) Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering.Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van hetzelfde sectoraal pensioenstelsel valt; 2) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel voldoet zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering;3) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever, of in geval van overdracht van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe onderneming van de werknemer niet meer ressorteert onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst waarbij het pensioenstelsel ingevoerd wordt. RSZ De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het organisme voor de financiering van de sociale Zekerheid.
KSZ De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, openbare instelling van sociale zekerheid, opgericht bij de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. 2. Aanvang van de groepsverzekering en van het individuele contract van de aangeslotene 2.1. Aanvang van de groepsverzekering De groepsverzekering neemt een aanvang vanaf de datum die voorzien is in de overeenkomst tussen de inrichter en Integrale, voor zover deze overeenkomst en het reglement door beide partijen ondertekend werden.
De inrichter kan de overeenkomst opzeggen met een aangetekende brief of via een gewone brief met ontvangstbewijs, binnen een termijn van 30 dagen na de ondertekening ervan. In dat geval betaalt Integrale de betaalde premies terug, na afhouding van de premies die nodig waren om het overlijdensrisico van de aangeslotenen te verzekeren tijdens de verstreken termijn. 2.2. Aanvang van het individuele contract van de aangeslotene Het individuele contract van de aangeslotene treedt in werking na de aanvang van de groepsverzekering, vanaf het ogenblik waarop voldaan wordt aan de in het reglement vastgestelde aansluitingsvoorwaarden en dat Integrale alle informatie die nodig is voor het dekken van de risico's, ontvangen heeft.
Per aangeslotene wordt slechts één individueel contract onderschreven in uitvoering van het sectorale pensioenstelsel, en dit tijdens zijn hele loopbaan, behalve : - indien hij tegelijkertijd in dienst is bij meerdere ondernemingen die het sectorale pensioenstelsel door Integrale laten uitvoeren; - indien hij een reserve overdraagt zoals bepaald in artikel 12. 3. Onbetwistbaarheid van de groepsverzekering en van het individuele contract Integrale dekt de aangeslotene op basis van de gegevens die door de inrichter, de onderneming of de aangeslotene zelf overgemaakt werden, waarbij allen verantwoordelijk zijn voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen. Vanaf de inwerkingtreding van het individuele contract is dit laatste onbetwistbaar, tenzij de inrichter, de onderneming of de aangeslotene gegevens opzettelijk verzwegen of onjuist meedeelden. In dat geval heeft Integrale het recht om het contract te vernietigen en om de premies die betaald werden tot op het ogenblik waarop kennis gekregen werd van het opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen van de gegevens, te behouden.
Wanneer de geboortedatum en/of het geslacht onnauwkeurig meegedeeld werden, kunnen de uitkeringen aangepast worden in functie van de leeftijd en/of het geslacht die/dat in aanmerking hadden moeten genomen worden. 4. Omvang van de groepsverzekering en medische formaliteiten 4.1. Territoriale uitgestrektheid De groepsverzekering is van kracht over heel de wereld. 4.2. Medische formaliteiten Er zijn geen medische formaliteiten. 4.3. Uitgesloten risico's Uitkeringen bij overlijden vóór de einddatum wordt niet uitbetaald indien het overlijden het gevolg is van een zelfmoord van de aangeslotene gedurende het jaar dat volgt op de aanvang van het individuele contract.
In dat geval wordt niet het verzekerde kapitaal, maar wel de wiskundige reserve eventueel beperkt tot het verzekerd kapitaal bij overlijden vóór de einddatum, uitgekeerd aan de begunstigde(n).
Indien een begunstigde het overlijden van de aangeslotene opzettelijk of mede door zijn toedoen veroorzaakt, behalve in de gevallen die bij wet zijn toegestaan, dan wordt het kapitaal bij overlijden vóór de einddatum uitgekeerd aan een andere begunstigde, volgens de volgorde die in artikel 6 voorzien is. 5. Tarieven en minimum rendementsgarantie 5.1. Tarieven van Integrale Integrale past voor al haar aangeslotenen, inclusief de slapers, de tarieven toe die voorgelegd werden aan haar actuariële functie en die meegedeeld werden aan de toezichthouders.
In geval van aanpassing van de tarieven zal elke nieuwe aansluiting, elke aanpassing van de verzekerde waarden, elke wijziging van kapitalen of renten en elke nieuw gevestigde rente berekend worden aan het nieuwe tarief.
De waarborg die gegeven wordt door Integrale is beperkt tot de waarborg die voortvloeit uit de toepassing van haar tarieven. 5.2. Minimum rendementsgarantie ten laste van de inrichter Voor de pensioenplannen die ingevoerd werden na de 1 januari 2016 vermelden de bijzondere voorwaarden van het reglement of de horizontale dan wel de verticale methode wordt gehanteerd inzake het minimum gegarandeerde rendement zoals bepaald in artikel 24 van de WAP. Indien deze specificatie in de specifieke voorwaarden ontbreekt, is de horizontale methode van toepassing indien de pensioenregeling volledig wordt beheerd door Integrale of door meerdere pensioeninstellingen die tot het einde van de pensioenregeling een resultaat garanderen dat wordt bepaald op basis van de betaalde bijdragen. In alle andere gevallen wordt de verticale methode toegepast.
Voor pensioenregelingen die vóór 1 januari 2016 zijn ingesteld, is de horizontale methode van toepassing indien de bedrijfspensioenregeling volledig wordt beheerd door Integrale of meerdere pensioeninstellingen die tot het einde van de pensioenregeling een resultaat garanderen dat is bepaald op basis van de betaalde premies. In alle andere gevallen is de verticale methode van toepassing.
De toegepaste methode kan slechts wijzigen in de gevallen voorzien door artikel 24, § 4 van de WAP. Het minimum gegarandeerde rendement moet berekend worden bij de uittreding van de aangeslotene, zijn pensionering of wanneer de uitkeringen bij leven verschuldigd zijn conform de overgangsmaatregelen van de WAP of in geval van stopzetting van het pensioenstelsel. 6. De begunstigden van de groepsverzekering 6.1. De begunstigde van de verzekerde prestatie in geval van leven De prestatie leven wordt aan de aangeslotene gestort indien hij in leven is op het moment waarop de wet en het reglement het uitkeren van deze prestatie toelaten.
Op het moment van de pensionering informeert Integrale de aangeslotene over de prestatie die verschuldigd is, over de mogelijke betalingswijzen, met inbegrip van het recht op een omvorming in rente, en over de nodige gegevens voor de uitbetaling. 6.2. De begunstigde van het verzekerde bedrag in geval van overlijden vóór de einddatum Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum wordt, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de bijzondere voorwaarden, de prestatie overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde : 1. De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt, of de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek;2. Bij ontstentenis de wettelijke, geadopteerde of natuurlijke erkende kinderen van de aangeslotene, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen;3. Bij ontstentenis de door de aangeslotene schriftelijk aangeduide perso(o)n(en);4. Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotene;bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; 5. Bij ontstentenis de broers en zussen van de aangeslotene, bij plaatsvervulling hun kinderen. De verdeling tussen de broers of zussen gebeurt onder hen in gelijke delen, indien zij allen dezelfde ouders hebben; indien zij niet dezelfde ouders hebben, wordt hetgeen zij erven in twee gelijke delen verdeeld tussen de vaderlijke en de moederlijke lijn van de overledene; volle broers en zussen erven in beide lijnen, halve broers en zussen van moederszijde en die van vaderszijde, ieder slechts in hun lijn; zijn er enkel broers en zussen van één zijde, dan erven dezen alles; 6. Bij ontstentenis het financieringsfonds Voor de toepassing van dit artikel worden de echtgenoten geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij niet dezelfde woonplaats hebben. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen kan de hiervoor beschreven volgorde door de aangeslotene gewijzigd worden door middel van een schriftelijk bijvoegsel dat gedateerd en ondertekend wordt door de aangeslotene en Integrale.
De toepassing van de hiervoor bedoelde wettelijke bepalingen wordt door Integrale niet gecontroleerd. Alle gevolgen van het niet respecteren van deze bepalingen worden gedragen door de aangeslotene en zijn patrimonium.
Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt de prestatie overlijden in gelijke delen onder hen verdeeld, tenzij het document van aanduiding van begunstigde de grootte van de delen bepaalt.
Onder de "prestatie overlijden" wordt verstaan : het kapitaaloverlijden of, in geval van een overlevingsrente, het kapitaal dat de rente samenstelt.
In geval de aangeslotene en een begunstigde overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt de prestatie overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de begunstigde(n).
Wanneer de begunstiging aanvaard wordt, dan kunnen de rechten die uit de groepsverzekering voortvloeien ten aanzien van de aangeslotene slechts worden uitgeoefend mits het akkoord van de begunstigde die aanvaardde. Een dergelijke aanvaarding kan slechts worden opgeheven mits het akkoord van de begunstigde die aanvaardde. De aanvaarding of opheffing wordt vastgelegd in een bijvoegsel dat gedateerd en ondertekend wordt door de aangeslotene, de betrokken begunstigde en Integrale.
De inrichter aanvaardt in ieder geval de door de aangeslotene gevraagde wijziging van de volgorde, aanvaarding of opheffing van begunstiging.
Wanneer een prestatie overlijden verschuldigd is, informeert Integrale de begunstigden over de prestatie die verschuldigd is, over de mogelijke betalingswijzen, met inbegrip van het recht op een omvorming in rente, en over de nodige gegevens voor de uitbetaling. 7. Verlenging van de einddatum De aangeslotene geniet van het pensioenstelsel zolang hij in dienst is bij de onderneming en voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden, zelfs wanneer hij de einddatum bereikt.In dat geval wordt de einddatum verlengd in overeenstemming met de bijzondere voorwaarden en dit aan het tarief dat op dat moment van toepassing is.
De einddatum wordt eveneens op dezelfde manier verlengd voor de aangeslotenen die, nadat ze uitgetreden zijn, hun verworven reserves in het pensioenstelsel van de onderneming bij Integrale gelaten hebben en die de einddatum bereiken vóór ze de prestatie bij leven ontvangen binnen de voorwaarden vastgelegd door de WAP en het reglement.
De einddatum wordt eveneens verlengd voor de aangeslotenen die, nadat ze uitgetreden zijn, hun verworven reserves in een onthaalstructuur bij Integrale gelaten hebben en die de einddatum bereiken vóór ze de prestatie bij leven ontvangen binnen de voorwaarden vastgelegd door de WAP en het reglement. Deze verlenging zal gebeuren aan het tarief dat op dat moment van toepassing is, in pure kapitalisatie. 8. Vereffening van de uitkeringen 8.1. Vereffening van de uitkeringen ter gelegenheid van de pensionering van de aangeslotene De uitkeringen bij leven worden aan de aangeslotene uitgekeerd op het moment van zijn pensionering.
Deze uitkeringen worden berekend op de datum van pensionering van het lid en worden uiterlijk 30 dagen na de mededeling door het lid aan Integrale van de voor de betaling benodigde gegevens uitbetaald. In ieder geval kan de vereffening niet plaatsvinden voor de pensionering. 8.2. Vereffening van de uitkeringen in geval van leven wanneer de pensionering wordt uitgesteld In afwijking van artikel 8.1., wanneer de pensionering later plaatsvindt dan de datum waarop de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om zijn pensioen op te nemen (vervroegd of niet), kunnen de uitkeringen leven, op vraag van de aangeslotene, vereffend worden vanaf die datum op voorwaarde dat de bijzondere voorwaarden het voorzien. De aangeslotene kan slechts één enkele afkoop vragen.
De aangeslotene dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij Integrale.
De uitkeringen leven worden berekend op de datum waarop de vereffening plaatsvindt. Deze bewerking zal aanleiding geven tot het bepalen van de resterende uitkeringen bij leven en bij overlijden in toepassing van de formule van de pensioentoezegging. Het eventueel saldo van de uitkeringen bij leven zal vereffend worden op het moment van de pensionering van de aangeslotene, overeenkomstig artikel 8.1. 8.3. Vereffening de uitkeringen in geval van leven in de andere gevallen die door de WAP toegestaan worden Wat betreft de pensioenstelsels die van kracht zijn voor 1 januari 2016 kunnen de uitkeringen bij leven vereffend worden vanaf de leeftijd bepaald in artikelen 63/2 en 63/3 van de WAP wanneer de voorwaarden voorzien in deze artikels vervuld zijn. Hiervoor moet gekeken worden naar de bijzondere voorwaarden die van toepassing waren vóór 1 januari 2016.
De aangeslotene kan slechts één enkele afkoop vragen.
Indien deze vereffening mogelijk is, dient de aangeslotene hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij Integrale.
De uitkeringen leven worden berekend op de datum waarop de vereffening plaatsvindt. Het eventueel saldo van de uitkeringen bij leven zal vereffend worden op het moment van de pensionering van de aangeslotene, overeenkomstig artikel 8.1. 8.4. Vereffening in geval van overlijden De uitkering bij overlijden wordt vereffend aan de begunstigde(n) overeenkomstig artikel 6.2. van deze algemene voorwaarden.
De uitkering overlijden is niet verschuldigd wanneer de aangeslotene overleden is na de pensionering, behalve wanneer het contract uitgekeerd wordt in de vorm van een rente en er een overdraagbaarheid van de rente gevraagd werd in toepassing van artikel 8.5.
De uitkering overlijden wordt berekend op de datum van overlijden. 8.5. Omvorming van het kapitaal in rente in uitvoering van artikel 28 van de WAP Onder voorbehoud van de bijzondere voorwaarden van het reglement wordt de aangeslotene of de begunstigde(n) verondersteld te kiezen voor de uitkering van de verzekerde voordelen in de vorm van een kapitaal.
De begunstigde(n) kan (kunnen) vragen om het kapitaal dat aan hem(n) toekomt om te vormen in een lijfrente op voorwaarde dat het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan hoger is dan 500 EUR. Het bedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen.
De keuze voor een vereffening als lijfrente moet door de begunstigde schriftelijk meegedeeld worden aan Integrale, gedateerd en ondertekend door de begunstigde, ten laatste een maand voor de datum waarop de uitkering aanvangt.
Onder voorbehoud van de bijzondere voorwaarden van het pensioenreglement gaat het om een lijfrente die enkel aan hem of haar betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van overlijden van de begunstigde voor maximum 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of op de wettelijke samenwonende partner. De rente wordt geïndexeerd met maximum 2 pct. per jaar. Integrale zal bij de omzetting in een rente de tarieven gebruiken die van kracht zijn op dat ogenblik, rekening houdend met de leeftijd van de begunstigde, het eventuele overdraagbaarheids- en indexeringspercentage.
De begunstigde mag andere overdraagbaarheids- en indexeringsparameters kiezen.
De rentes zijn betaalbaar in maandelijkse fracties, aan het einde van elke maand, tot en met de laatste vervaldag voor het overlijden van de begunstigde. 8.6. Renten gevestigd in het kader van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van extralegale voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders De rentes zijn betaalbaar in maandelijkse fracties, aan het einde van elke maand, tot en met de laatste vervaldag voor het overlijden van de begunstigde.
Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 300 EUR en 750 EUR, dan wordt ze betaald in vier gelijke trimestriële delen, op het einde van ieder trimester.
Iedere rente waarvan het jaarbedrag 299,99 EUR niet overschrijdt, wordt steeds in kapitaal uitbetaald. Daardoor wordt Integrale van iedere verplichting ontheven.
De bedragen vermeld in de twee voorgaande alinea's worden gekoppeld aan de spilindex 103,14 (basis 96) op 1 januari 2000. Zij worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd in functie van de spilindex die bereikt wordt in de voorgaande maand december door het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindex der consumptieprijzen van de laatste 4 maanden. 9. Formaliteiten die moeten vervuld worden bij de vereffening van de contracten Bij vereffening van het contract of in geval van afkoop, moeten de volgende documenten aan Integrale overgemaakt worden : In geval de aangeslotene in leven is : - een vereffeningsformulier van de voordelen, opgesteld door Integrale, volledig ingevuld en ondertekend door de aangeslotene of zijn wettelijke vertegenwoordiger; - het bewijs van zijn pensionering in het stelsel van de loontrekkende werknemers of, in voorkomend geval, het bewijs dat de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om met (eventueel vervroegd) pensioen te gaan.
In geval van overlijden van de aangeslotene : - een door Integrale opgesteld vereffeningsformulier, volledig ingevuld en ondertekend door de begunstigde(n) of zijn (hun) wettelijke vertegenwoordiger(s); - een uittreksel uit de overlijdensakte van de aangeslotene; - op vraag van Integrale, een akte van bekendheid waaruit het recht van de begunstigde blijkt, tenzij die met naam in het individuele contract werd aangeduid.
In alle gevallen geldt het vereffeningsformulier als kwijting voor het gedeelte van het kapitaal dat aan iedere begunstigde toekomt.
Integrale kan ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde te verifiëren. 10. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves 10.1. Verworven reserves De verworven reserves dienen op elk ogenblik minstens gelijk te zijn aan de minimale verworven reserves; deze laatsten zijn gelijk aan het bedrag dat zich op de individuele rekeningen van de aangeslotene bevindt.
Voor de werknemers die reeds in dienst zijn op 1 januari 2019 wordt iedere voorwaarde voor het verwerven van pensioenrechten als automatisch vervuld beschouwd.
Alle werknemers die in dienst treden vanaf 1 januari 2019 verwerven onmiddellijk pensioenrechten. 10.2. Afkoop Zolang een deelnemer in dienst is van de onderneming die behoort tot de sector waarop deze verordening van toepassing is, kan hij de vereffening van verworven reserves niet verkrijgen, behalve in de gevallen die in de bijzondere voorwaarden van het pensioenreglement zijn vastgesteld.
Op het ogenblik van de uittreding van de aangeslotene wordt het recht tot afkoop afgestaan aan de aangeslotene.
In ieder geval en zonder afbreuk te doen aan de overgangsbepalingen van de WAP kan de vereffening niet plaatsvinden voor de pensionering van de aangeslotene of, indien de bijzondere voorwaarden van het reglement dit voorzien, op vraag van de aangeslotene wanneer deze laatste voldoet aan de voorwaarden om zijn (al dan niet vervroegd) pensioen op te nemen.
Behalve wanneer een kortere termijn is voorzien in de bijzondere voorwaarden van het pensioenreglement moet de aangeslotene in geval van afkoop voor de pensionering ten laatste 90 dagen voor de door hem gekozen leeftijd (en vanaf dewelke de afkoop wettelijk toegestaan is) een schriftelijke, gedateerde en ondertekende aanvraag indienen bij Integrale. 10.3. Voorschotten, inpandgevingen en toewijzingen van de afkoopwaarde voor de wedersamenstelling van een hypothecair krediet Voorschotten op het contract, inpandgevingen en toewijzingen van de afkoopwaarde voor de wedersamenstelling van een hypothecair krediet zijn niet toegelaten. 11. De uittreding van de aangeslotene Bij de uittreding heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden : a.hetzij de verworven reserves zonder wijziging van de pensioentoezegging laten bij Integrale en op het einde van het contract of bij overlijden een kapitaal of een rente ontvangen; b. hetzij de verworven reserves laten bij Integrale zonder wijziging van de pensioentoezegging maar met een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves.In dit geval wordt het contract omgevormd tot een verzekeringsformule van het type "U.K.M.R., Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de Reserve", die in geval van overlijden voor de vereffening van de uitkeringen leven, de terugbetaling voorziet van de opgebouwde reserves berekend op de dag van overlijden. Ten einde rekening te houden met deze dekking overlijden worden de verworven reserves bijgevolg berekend op basis van de technische rentevoet maar zonder sterftetafels en worden de verworven prestaties herrekend in functie van de verworven reserves.
De artikelen 5, 6.2., 8.4. en 9 zijn van toepassing op deze dekking overlijden; c. hetzij de verworven reserve overdragen naar een onthaalstructuur die speciaal hiervoor opgericht werd bij Integrale in uitvoering van dit reglement dat erop van toepassing is en vragen om ze te gebruiken voor een andere verzekeringscombinatie waarbij het contract zal blijven delen in de resultaten van Integrale : - een gemengde kapitaalsverzekering 10/10, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan het kapitaal bij overlijden; - een gemengde kapitaalsverzekering 10/15, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan 1,5 maal het kapitaal bij overlijden; - een gemengde kapitaalsverzekering 10/20, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan 2 maal het kapitaal bij overlijden; - een verzekering van het type "U.K.M.T., Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de premies", die voorziet in de terugbetaling van het bedrag van de overgedragen reserve in geval van overlijden vóór de reglementaire leeftijd, waarbij het saldo wordt gebruikt om een kapitaalsom op te bouwen in geval van leven op de reglementaire leeftijd; - een verzekering van het type "U.K.M.R., Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de Reserve", die in geval van overlijden vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd voorziet in de terugbetaling van de opgebouwde reserve, waarbij het saldo wordt gebruikt voor de opbouw van een kapitaal in geval van leven op de pensioengerechtigde leeftijd; d. hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe onderneming waarmee hij een arbeidsovereenkomst sloot, indien hij bij de pensioentoezegging van die nieuwe onderneming aangesloten wordt;e. hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioeninstelling die de totaliteit van haar winsten onder de aangeslotenen verdeelt in verhouding tot hun respectievelijke reserves, en die de kosten beperkt ingevolge de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders. De hierboven vermelde mogelijkheden worden voorgesteld ongeacht het bedrag van de verworven reserves.
Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij Integrale, zonder wijziging van de pensioenbelofte (cfr. punt a. hiervoor). De aangeslotene kan er echter te allen tijde voor kiezen om zijn verworven reserves over te dragen in overeenstemming met de opties b. en d. zoals hierboven beschreven.
Na het verstrijken van de termijn van 30 dagen kan de aangeslotene : - binnen de 11 maanden die volgen, kiezen voor de mogelijkheid voorzien in punt b. van het artikel hierboven. In dit geval moet hij een schriftelijke, gedateerde en gehandtekende aanvraag aan Integrale sturen; - op elk moment de overdracht van zijn verworven reserves, zoals wettelijk bepaald en berekend, naar een onthaalstructuur of naar een pensioeninstelling zoals vermeld in punt d. en e. van het artikel hierboven vragen.
Wanneer de aangeslotene op het moment van de uittreding geen overlijdensdekking meer heeft zoals voorzien in de bijzondere voorwaarden geniet de aangeslotene van een minimum overlijdensdekking gelijk aan de wiskundige reserves berekend op de dag van de uittreding, en dit tot aan de eerste van volgende gebeurtenissen : - de datum van de keuze van de aangeslotene wat betreft de toekenning van zijn verworven reserves, zoals voorzien in het punt hierboven; - 90 dagen na de datum van uittreding.
De artikelen 5, 6.2., 8.4. en 9 zijn van toepassing op deze overlijdensdekking. 12. Overdracht van reserves van een andere pensioeninstelling Onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn op het voorgaande artikel, kan de aangeslotene op ieder ogenblik de reserves, verworven in een pensioeninstelling in het kader van een voorgaande beroepsactiviteit, overdragen naar een bij Integrale opgerichte onthaalstructuur. De tarieven van toepassing voor deze onthaalstructuur zijn de gangbare tarieven bij Integrale op het moment van de overdracht.
Deze reserve kan, afhankelijk van de keuze van de geïnteresseerde, gebruikt worden voor één van de volgende verzekeringscombinaties : - een gemengde kapitaalsverzekering 10/10, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan het kapitaal bij overlijden; - een gemengde kapitaalsverzekering 10/15, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan 1,5 maal het kapitaal bij overlijden; - een gemengde kapitaalsverzekering 10/20, waarbij het kapitaal bij leven op de einddatum gelijk is aan 2 maal het kapitaal bij overlijden; - een verzekering "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de premies" (U.K.M.T.) of "Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de Reserve in geval van overlijden vóór de einddatum" (U.K.M.R.) waarbij het kapitaal bij overlijden voor de einddatum gelijk is aan de opgebouwde reserve, en het saldo gebruikt wordt voor de vestiging van een kapitaal bij in leven zijn op de einddatum. 13. Verplichtingen van de betrokken partijen 13.1. Verplichtingen van de onderneming Bij elke aansluiting moet de onderneming de volgende gegevens aan Integrale overmaken : - naam, voornaam, geboortedatum, burgerlijke staat, adres van de aangeslotene; - de datum van indiensttreding; - het rijksregisternummer; - de referentiejaarwedde; - indien er een keuzemogelijkheid bestaat, de keuze van de overlijdensdekking; - eventueel, de aanduiding van de begunstigde bij overlijden in overeenstemming met het pensioenreglement.
Integrale dekt de nieuwe aangeslotene op basis van deze gegevens.
Ieder jaar deelt de onderneming aan Integrale alle nodige gegevens mee voor de herziening van de contracten.
Iedere wijziging van de situatie van een aangeslotene die invloed kan hebben op de berekening van de prestaties en de verzekeringspremies, moet door de onderneming onmiddellijk aan Integrale meegedeeld worden, zodat de contracten kunnen aangepast worden. Zonder een dergelijk bericht blijft de aangeslotene gedekt op basis van de toestand bij de laatste aanpassing van zijn contract.
De onderneming is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen die verstrekt werden aan Integrale.
Wanneer de onderneming haar adres wijzigt, moet ze Integrale daarvan zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte brengen. Zolang dergelijke adreswijziging niet gemeld is, houdt Integrale enkel rekening met het laatst gekende adres.
De verzekeringspremies zijn door de onderneming betaald volgens de termijnen en modaliteiten voorzien in de bijzondere voorwaarden van het reglement. 13.2. Verplichtingen van de aangeslotene Door zijn aansluiting onderwerpt de aangeslotene zich aan de bijzondere en de algemene voorwaarden van de groepsverzekering die het sectorale pensioenstelsel uitvoert. 13.3. Verplichtingen van Integrale Ieder jaar brengt Integrale elke aangeslotene die niet uitgetreden is, door middel van een pensioenfiche, op de hoogte van de informatie zoals bepaald in artikel 26, § 1 en § 4 van de WAP. Integrale stelt jaarlijks via de inrichter een verslag over het beheer van de pensioentoezegging ter beschikking van de ondernemingen die dit op eenvoudige vraag overmaken van de aangeslotenen, overeenkomstig de WAP. Daarenboven komt Integrale al haar communicatieverplichtingen na zoals voorzien door de WAP. 13.4. Verplichtingen van de inrichter Behalve indien de bijzondere voorwaarden iets anders voorzien, verbindt de inrichter zich ertoe om de tekst van de reglementen mee te delen aan de aangeslotene, op eenvoudige vraag van deze laatste.
De inrichter kan sommige van zijn verplichtingen laten uitvoeren door Integrale. In dat geval wordt er hiertoe een overeenkomst afgesloten tussen de inrichter en Integrale.
De inrichter verbindt zich ertoe om Integrale onmiddellijk in te lichten over elke nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst die rechtstreeks of onrechtstreeks het sectorale pensioenstelsel kan beïnvloeden. 13.5. Uitwisseling van informatie Alle mededelingen en het overmaken van gegevens hebben slechts gevolg als zij schriftelijk of op elektronische wijze aan Integrale overgemaakt zijn. 14. Fiscale bepalingen 14.1. Toepasselijke wetgeving Wanneer de onderneming gevestigd is in België en de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats in België hebben, is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing, zowel op de premies als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan zouden fiscale en/of sociale lasten verschuldigd kunnen zijn op basis van een buitenlandse wetgeving in uitvoering van de internationale verdragen die terzake gelden. 14.2. Belastingvoordeel Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van de groepsverzekering, vormen de patronale bijdragen aftrekbare beroepskosten en geven de persoonlijke bijdragen recht op een belastingvermindering binnen de grenzen en aan de voorwaarden bepaald door de wet.
Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente : - van de verzekerde uitkeringen naar aanleiding van pensionering, verzekerd door dit reglement, winstverdelingen inbegrepen; - van de wettelijke pensioenen; - van de andere extra legale uitkeringen van dezelfde aard waarop de aangeslotene recht heeft, met uitzondering van deze van een individuele levensverzekering die hij ten persoonlijke titel onderschreven heeft, mag evenwel 80 pct. van de laatste normale bruto bezoldiging niet overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een beroepswerkzaamheid. 14.3. Fiscale lasten Alle belastingen of taksen die thans of in de toekomst van toepassing zijn op de contracten en op alle sommen die om één of andere reden omwille van deze contracten verschuldigd zijn, kunnen door Integrale ten laste gelegd worden van de inrichter, de onderneming, de aangeslotene of de begunstigde. 15. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Integrale verbindt zich ertoe om als verwerkingsverantwoordelijke de persoonsgegevens op zorgvuldige en transparante wijze, met respect voor de desbetreffende wetgeving en de verklaring inzake bescherming van persoonlijke gegevens (beschikbaar op de website www.integrale.be, rubriek "Privé leven") te beschermen en te verwerken.
De functionaris voor gegevensverwerking of Data Protection Officer (DPO) staat in voor het beantwoorden van alle vragen van de betrokken personen over de bescherming van de persoonsgegevens, om hen toe te staan hun rechten uit te oefenen of om een kopie van de verklaring met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens te ontvangen.
Data Protection Officer Integrale nv Place Saint-Jacques 11/101 4000 Luik dataprotection@integrale.be Alle klachten inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer kunnen ingediend worden bij de Gegevensbeschermingsautoriteit : Gegevensbeschermingsautoriteit Drukpersstraat 35 1000 Brussel Tel. : +32 (0)22744800 16. Beëindiging van de overeenkomst De overeenkomst waarin het beheer van het sectorale pensioenstelsel aan Integrale toevertrouwd wordt, kan opgezegd worden in geval van niet-betaling van de premies, in geval van gemeenschappelijk akkoord tussen de inrichter en Integrale of door beslissing van één der partijen.De opzegging moet gebeuren door middel van een aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs vanwege de partij waaraan de beslissing tot opzeg betekend wordt.
De betaling van de premies zal stopgezet worden en de uitkeringen worden in verhouding verminderd. De rechten van de aangeslotenen zullen berekend worden zoals bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene.
Integrale deelt de opzegging van de overeenkomst en de gevolgen hiervan schriftelijk mee aan de aangeslotenen. 17. Wijziging van de groepsverzekering De inrichter kan mits in acht name van de informatieprocedures opgelegd door de WAP, dit reglement wijzigen of de bijdragen verminderen, onderbreken of schorsen. Iedere wijziging aan het reglement moet het voorwerp uitmaken van een collectieve arbeidsovereenkomst.
Wijzigingen aan de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst kunnen met terugwerkende kracht van maximum 1 jaar gebeuren en mogen niet tot gevolg hebben dat de totaliteit of een gedeelte van de premies teruggestort wordt aan de onderneming of de inrichter, noch dat de verworven reserve die voor iedere aangeslotene voorzien was op het ogenblik van de aanpassing, zou verminderen.
In geval van een wijziging van de pensioentoezegging ten gevolge van een aanpassing van de actualisatieregels, moeten de verworven reserves met betrekking tot de dienstjaren vóór deze wijziging minstens gelijk zijn aan deze die berekend werden op basis van actualisatieregels van toepassing vóór de wijziging.
De wijziging van de pensioenverplichting wordt vastgelegd in een aan de collectieve arbeidsovereenkomst gehecht reglement dat op de datum van ondertekening van de collectieve arbeidsovereenkomst in werking treedt. 18. Overdracht van de pensioentoezegging De wiskundige reserves kunnen overgedragen worden naar een andere pensioeninstelling die het pensioenstelsel zal uitvoeren. Het financieringsfonds wordt met de reserves mee overgedragen, tenzij de inrichter beslist om de tegoeden te verdelen over de contracten van de aangeslotenen. In dat geval worden de tegoeden proportioneel verdeeld in verhouding tot de individuele reserves van de aangeslotenen.
Er wordt geen enkele inhouding verricht op de over te dragen verworven reserves met inbegrip van de verworven winstverdelingen. Er wordt enkel een wachttijd voorzien tussen de aanvraag van overdracht van de reserves en de daadwerkelijke overdracht. Deze vaste wachttijd bedraagt : - 0 maanden voor een bedrag tot 1,5 miljoen EUR; - 3 maanden voor het gedeelte tussen 1,5 miljoen EUR en 2,5 miljoen EUR; - 6 maanden voor het gedeelte tussen 2,5 miljoen EUR en 6 miljoen EUR; - 9 maanden voor het gedeelte tussen 6 miljoen EUR en 12 miljoen EUR. Indien het bedrag van de over te dragen reserves meer bedraagt dan 12 miljoen EUR, worden de modaliteiten van de overdracht vastgelegd in een akkoord tussen de inrichter en Integrale. Er kan een uittredings- en liquidatievergoeding ten laste gelegd worden van de inrichter.
Deze houdt rekening met de samenstelling van de dekkingswaarden van de wiskundige reserves, en per categorie ervan met het verschil tussen het marktrendement op het ogenblik van de overdracht en het rendement van die waarden in functie van hun beleggingsduur, evenals met de aan de overdracht verbonden kosten.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de index die van kracht was tijdens de voorgaande maand december ten opzichte van het indexcijfer van kracht in december 2000.
De feitelijke overdracht wordt onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de toezichthouders die zich hiertegen kunnen verzetten indien het financiële evenwicht van Integrale zou bedreigd worden. 19. Storting van de premies en de gevolgen bij niet-betaling De premies kunnen op twee verschillende manieren ontvangen worden door de pensioeninstelling : - hetzij via de inrichter; - hetzij rechtstreeks van de ondernemingen aangesloten bij het sectorale pensioenplan.
De manier van ontvangst van de premies wordt beschreven in de bijzondere voorwaarden van het reglement dat de pensioentoezegging uitvoert.
Indien de Inrichter (of de onderneming in geval van directe inning) verzuimt om de premies te storten die hij verschuldigd is op basis van het pensioenreglement, zal de pensioeninstelling iedere aangeslotene informeren over deze niet-betaling en dit ten laatste 3 maanden na de deadline.
Na deze termijn van 3 maanden en indien de premies onbetaald blijven, zal de pensioeninstelling overgaan tot het premievrij zetten van de individuele contracten. 20. Het financieringsfonds Samen met het sectorale pensioenstelsel wordt er een financieringsfonds opgericht. 20.1. Inkomsten van het financieringsfonds Het fonds kan worden gefinancierd door : - de bijdragen die door de inrichter of Integrale geïnd worden; - niet-uitgekeerde kapitalen overlijden; - eventuele stortingen van de inrichter of van de ondernemingen om op basis van een financieringsplan verwachte toekomstige lasten te financieren; - de technische rentevoet en de winstverdeling die Integrale toekent. 20.2. Bestemming van het financieringsfonds Het financieringsfonds kan gebruikt worden : - om de prestaties in uitvoering van het reglement te financieren; - om een aanvulling van de uitkeringen te financieren; - om achterstallige patronale bijdragen te betalen; - om de lopende renten te verhogen. 20.3 Eigendom en beheer van het financierings-fonds Het fonds dient enkel voor de financiering van het sectorale pensioenstelsel en de tegoeden van het fonds mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden, noch aan de inrichter noch aan de onderneming.
Het fonds is in handen van en wordt beheerd door Integrale. Het krijgt hetzelfde globaal rendement (pro rata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt. 20.4. Vereffening van het financieringsfonds Wanneer de groepsverzekering wordt stopgezet, wordt het financieringsfonds verdeeld rekening houdend met de bepalingen van het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen. 21. Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van extralegale voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders De bepalingen voorzien in het voormelde koninklijk besluit van 14 november 2003 zijn van toepassing op deze algemene voorwaarden.22. Verdeling van het resultaat van Integrale Behalve indien de bijzondere voorwaarden het anders voorzien, delen de contracten in het resultaat in overeenstemming met de bepalingen van het voormelde koninklijk besluit van 14 november 2003. 22.1. Uitkering bij leven Jaarlijks op 1 juli verdeelt Integrale de voorziening voor winstdeling en ristorno's onder de aangeslotenen en de renteniers.
Aan iedere aangeslotene en rentenier wordt een gedeelte van deze voorziening uitgekeerd in verhouding tot het aandeel van de op hun contract opgebouwde wiskundige reserve in het totaal bedrag van de wiskundige reserves. 22.2. Uitkering bij overlijden Jaarlijks stelt Integrale in functie van het resultaat vast met welk percentage de voorziene prestaties in geval van overlijden verhoogd zullen worden. 22.3. Toekenningsvoorwaarden De uitkering van de winstverdeling is in elk geval voorwaardelijk : deze hangt inderdaad af van het eventueel verwezenlijken van winst door Integrale en vervolgens van de goedkeuring van deze toekenning door de Algemene Vergadering en door de Nationale Bank van België. 23. Diverse bepalingen 23.1. Geschillen en toepasselijk recht Het reglement van de groepsverzekering en de ermee verband houdende contracten is het Belgisch recht van toepassing.
Voor de geschillen tussen de partijen in verband met de uitvoering van dit reglement zijn de Belgische rechtbanken bevoegd.
De eventuele nietigheid van een bepaling van het groepsverzekeringsreglement en/of van de contracten die hiermee verbonden zijn leidt niet tot de nietigheid van de andere bepalingen. 23.2. Klachten Voor elke vraag kan de organisator, de vennootschap, de aangeslotene en/of de begunstigde(n) in eerste instantie contact opnemen met de gebruikelijke contactpersoon voor het administratief beheer van zijn dossier.
Onverminderd de mogelijkheid tot een gerechtelijke actie, kunnen alle klachten schriftelijk terecht bij de dienst "Solutions" van Integrale.
Integrale nv - Dienst Solutions - Klachtenbeheer Fax : +32 4 232 44 51 E-mail : solutions@integrale.be Per brief : Integrale, Place Saint-Jacques 11/101, B-4000 Luik Indien de door Integrale voorgestelde oplossing geen voldoening geeft, kan/kunnen de inrichter, de onderneming, de aangeslotene en/of de begunstigde(n) de klacht voorleggen aan de Ombudsman van de Verzekeringen (info@ombudsman.as), Meeûssquare 35 B-1000 Brussel, www.ombudsman.as.
De procedures in artikel 276 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen die de mogelijkheid bieden klachten in te dienen over verzekeringsondernemingen en de in Boek XVI van het Wetboek economisch recht bedoelde buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures kunnen eveneens ingediend worden door de verzekeringnemer en de andere belanghebbenden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE