gepubliceerd op 06 maart 2018
Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied
1 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U is voorgelegd, heeft tot doel het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, vastgelegd bij
koninklijk besluit van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
17/10/2003
pub.
20/11/2003
numac
2003000828
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied
type
koninklijk besluit
prom.
17/10/2003
pub.
02/06/2009
numac
2009000345
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. - Duitse vertaling
sluiten, te verduidelijken en te actualiseren. De thans van kracht zijnde tekst zal worden opgeheven en vervangen door dit ontwerp.
Dit ontwerp is het resultaat van de werkzaamheden van een redactieteam bestaande uit de vertegenwoordigers van het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR), het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en zijn filiaal Bel-V. Bij de totstandkoming werd rekening gehouden met onder meer de conclusies van noodplanoefeningen, de resultaten van verbeterprojecten en van werkgroepen in het kader van de actualisering van het nucleair noodplan (lokale overheden, federale departementen, gewestelijke crisiscentra,...), nationale adviezen (de Wetenschappelijke Raad van het FANC, de Hoge Gezondheidsraad) en internationale adviezen en richtlijnen (HERCA-WENRA, Basic Safety Standards (Europese Unie), GSR 7 (het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA)). Tot slot dienden ook reële noodsituaties, zoals het incident in het nationaal Instituut voor Radio-elementen in Fleurus (2008) en de kernramp in Fukushima (2011), als basis voor het ontwerp van dit nieuwe noodplan.
Bij de definitieve totstandkoming van het plan werden de volgende instanties geconsulteerd: de nucleaire uitbaters, de leden van de evaluatie- en de meetcel, de deskundigen op het niveau van de betrokken federale departementen, de vertegenwoordigers van de gefedereerde entiteiten en gewestelijke crisiscentra, alle provinciegouverneurs en de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie, de burgemeesters met een nucleaire site op hun grondgebied, de afdelingen van de verenigingen van steden en gemeenten, de Hoge Gezondheidsraad, de Europese Commissie, Greenpeace, MONA en STORA (organisaties bestaande uit vertegenwoordigers van de socio-economische gemeenschap in de respectievelijke gemeenten Mol en Dessel) en de parlementaire Subcommissie Nucleaire Veiligheid.
Het voorgelegde ontwerp bouwt verder op de fundamenten van het noodplan dat werd vastgelegd bij koninklijk besluit van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 20/11/2003 numac 2003000828 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 02/06/2009 numac 2009000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. - Duitse vertaling sluiten, maar bevat toch een aantal aanzienlijke vernieuwingen, waarvan de belangrijkste worden besproken in wat volgt.
Het nieuwe noodplan heeft ten eerste een volledig nieuwe structuur.
Bovendien werd het overgrote deel van de tekst herschreven, en werden de expliciete verwijzingen naar artikels uit reglementaire teksten verwijderd ten behoeve van de leesbaarheid.
Vervolgens werd het toepassingsveld van het noodplan geactualiseerd en gespecificeerd. Het nieuwe plan verduidelijkt dat het onder meer van toepassing is op Belgische nucleaire installaties klasse I in uitbating, aangrenzende nucleaire centrales op minder dan 100 km, terrorisme en kwaadwillige acties, alsook op transport van nucleaire brandstoffen of van afval van gebruikte brandstoffen. Andere radiologische noodsituaties worden eerst op gemeentelijk of provinciaal niveau beheerd, met een mogelijkheid tot federale ondersteuning of opschaling naar federaal beheer.
De noodsituatie wordt voortaan ook opgedeeld in drie fasen: de noodfase, de overgangsfase en de nazorgfase, overeenkomstig de internationale aanbevelingen ter zake. Waar het voorgaande noodplan niet specifiek verwees naar de afkondiging van de federale fase van het crisisbeheer, bepaalt het nieuwe plan dat de federale fase wordt afgekondigd door de Minister van Binnenlandse Zaken op advies van het federaal coördinatiecomité.
Verder werd de classificatie van de noodsituaties aangepast aan deze van het IAEA: alert (N0), facility emergency (N1), site area emergency (N1, N2), general emergency (N2, N3), general emergency reflex mode (NR). In dit kader werd ook de meldings- en notificatieplicht van de uitbaters gespecificeerd en geharmoniseerd. Zo worden onder andere zowel bij een melding (alert) als bij een notificatie (andere noodklassen) het CGCCR, de betrokken gouverneur(s) en burgemeester(s) op de hoogte gebracht, doch enkel notificaties leiden - ongeacht het niveau - tot de activering van het noodplan en tot de onmiddellijke alarmering en mobilisering van de crisiscellen op federaal niveau, alsook de crisiscellen op lokaal niveau binnen de noodplanningszone.
De andere gouverneurs en de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie, de federale departementen, de gewestelijke crisiscentra, de buurlanden en de internationale instanties (EU en IAEA) worden gealarmeerd door het CGCCR, op aangeven van de voorzitter van het federaal coördinatiecomité, en in functie van de situatie kunnen de eraan verbonden crisisstructuren worden gemobiliseerd of in stand-by worden geplaatst.
Een andere vernieuwing betreft de introductie van het concept "geïntegreerd crisisbeheer". Deze term wijst enerzijds op de nauwe samenwerking op en tussen de verschillende bestuurlijke niveaus bij de vier cyclische processen die tijdens het crisisbeheer aan bod komen (de beeldvorming en het voorbereiden, nemen en opvolgen van beslissingen), en anderzijds op de verschillende factoren die tijdens deze processen in aanmerking moeten worden genomen (radiologisch-technisch, socio-economisch, operationeel, communicatie, en de internationale context).
Op federaal niveau wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen coördinatie en beleid. De coördinerende rol wordt uitgeoefend door het federaal coördinatiecomité: een gecentraliseerde deskundigenomgeving die het crisisbeheer aanstuurt m.b.t. de processen van beeldvorming en van voorbereiding en opvolging van beslissingen over beschermingsmaatregelen. Dit comité wordt voorgezeten door de Directeur-generaal van het CGCCR of zijn vertegenwoordiger. Het nemen van de beslissingen omtrent beschermingsmaatregelen t.a.v. de bevolking en de voedselketen, alsook omtrent elke andere maatregel in het kader van het algemeen belang, gebeurt door de federale beleidscel, bestaande uit de bevoegde ministers of hun vertegenwoordigers, op advies van het federaal coördinatiecomité.
Niettemin kunnen de betrokken gouverneurs, de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie, en/of de betrokken burgemeesters - in het kader van het geïntegreerd crisisbeheer en in de mate dat dit noodzakelijk zou blijken - eveneens bepaalde maatregelen nemen, mits voorafgaand overleg met het federaal coördinatiecomité.
De socio-economische cel, ingevoerd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 20/11/2003 numac 2003000828 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 02/06/2009 numac 2009000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. - Duitse vertaling sluiten, wordt afgeschaft. Op het moment van een noodsituatie is het immers zeer moeilijk, en bovendien niet prioritair, om de socio-economische aspecten van die noodsituatie uitvoerig in te schatten, gelet op mogelijke dringende maatregelen voor de bescherming van de bevolking. Ter vervanging richt het nieuwe noodplan evenwel een socio-economische component op binnen het federaal coördinatiecomité, bestaande uit de vertegenwoordigers van de federale departementale crisiscellen en van de gefedereerde entiteiten of de gewestelijke crisiscentra. Het zijn deze structuren die de impact van de situatie en van de genomen maatregelen op de betrokken socio-economische sectoren zullen opvolgen, onder meer aan de hand van vooraf uitgevoerde kwetsbaarheidsanalyses. Zij ondersteunen bovendien de lokale overheden bij het verwerken van de socio-economische gevolgen binnen de zones waar de beschermingsmaatregelen van toepassing zijn.
Vervolgens worden ook de rol van en de interactie tussen de verschillende crisisstructuren op federaal, regionaal en lokaal niveau uitvoeriger beschreven.
Op internationaal vlak wordt de samenwerking met buurlanden op diverse domeinen gerealiseerd door middel van overleg tussen homologe structuren in de respectieve landen. In het kader van bijstand uit het buitenland wordt bovendien ook het concept host nation support geïntroduceerd.
Binnen de hoofdstukken wordt daarenboven verwezen naar de voorbereidingen in verband met specifieke bepalingen die noodzakelijk zijn om het plan operationeel te maken. Het plan is immers een kaderplan, dat de leidende principes bevat en dient te worden aangevuld met operationele procedures en plannen, informatieverstrekking en opleiding, en noodplanoefeningen. Zo dient de provinciegouverneur die zich binnen een noodplanningszone rond de nucleaire installaties bevindt, een bijzonder nood- en interventieplan op te stellen. Indien de noodplanningszone meerdere provincies omvat, moeten er zonale plannen worden uitgewerkt. Verder wordt ook op algemene wijze beschreven hoe de organisatie van die voorbereidingen dient te worden gestructureerd en gecoördineerd. In dit kader wordt in de schoot van het CGCCR ook een multidisciplinair expertisecentrum opgericht voor chemische, biologische, radiologische en nucleaire risico's (CBRN), onder meer ter operationalisering van het bijgevoegde noodplan.
In een apart hoofdstuk wordt, binnen een "cataloog van maatregelen", op gedetailleerde wijze ingegaan op verschillende beschermingsmaatregelen die aan bod kunnen komen in het kader van crisisbeheer, met aandacht voor de fase van het crisisbeheer waarbinnen ze van toepassing zijn. Deze beschermingsmaatregelen, die beperkingen kunnen inhouden van grondrechten, kunnen worden opgelegd door de overheden van de algemene of de bijzondere bestuurlijke politie.
Inzake zonering wordt ten slotte - naast het concept van de noodplanningszone - het concept "extensiezone" geïntroduceerd, met het oog op de mogelijke uitbreiding van de directe beschermingsmaatregelen voor de bevolking tot 100 km voor de inname van jodium en de schuilmaatregel, en tot 20 km voor de evacuatie. Daarnaast wordt de noodplanningszone voor schuilen - momenteel voorzien op 10 km rond de kerncentrales - uitgebreid tot 20 km, en daardoor geharmoniseerd met de zone voor predistributie van jodiumtabletten. Tot slot worden de leidende principes voor de indeling van de zones in blokken opgenomen, met het oog op de operationalisering van de (theoretische) concepten "noodplanningszone" en "extensiezone".
De Raad van State is van mening dat er geen rechtsgrond voorhanden is om alle actoren, vermeld in punt 5.1.2. van het noodplan, te belasten met het uitwerken van de aanvullende procedures, plannen of analyses.
Deze opmerking betreft vooral de volgende actoren: "iedere andere openbare of private dienst, instantie of instelling". Deze bepaling is volgens de Raad van State te ruim en kan niet op een bestaande rechtsgrond worden gesteund. Om deze reden werd de vermelding van deze actoren weggelaten uit de opsomming in punt 5.1.2. Voor de overige actoren kan wel degelijk een rechtsgrond worden gevonden in artikel 8, 1° en 4° van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid. De Raad van State maakte een tweede opmerking dat het vereiste wettelijke kader niet voorhanden zou zijn, om de Koning toe te laten verregaande maatregelen zoals evacuatie en herhuisvesting te reglementeren. Het is echter van belang op te merken dat het nucleair noodplan in zijn inleiding het volgende vermeldt: "Dit plan doet echter geen afbreuk aan de uitvoering van de dagelijkse wettelijke en reglementaire opdrachten van de betrokken departementen, diensten en instellingen - met inbegrip van de lokale overheden (gouverneurs en burgemeesters). Bij afkondiging van dit plan moeten zij dus eveneens de nodige maatregelen nemen om de opdrachten uit te voeren die hen in dit plan worden toevertrouwd." Het nationaal noodplan is een hulpmiddel voor de beslissing die strekt tot de organisatie van de coördinatie van de bevoegdheden, nodig voor de voorbereiding en het beheer van een noodsituatie en voor de nazorg. Het verzamelt de richtinggevende principes, aanbevolen door de internationale instellingen en gedeeld door de actoren die crisissen voorbereiden en beheren. Zo worden de geïdentificeerde aspecten van wat een nucleaire noodsituatie zou kunnen zijn, op een methodische manier georganiseerd, onverminderd de bestaande regelgevingen en de eigen wettelijke bevoegdheden van de verschillende administratieve overheden die zouden deelnemen aan het beheer van een nucleaire noodsituatie. In voorkomend geval zullen de toepasselijke normen tijdens een noodsituatie uiteraard worden toegepast, onder meer (artikel 182 van) de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid en (de artikelen 4, 11 en 27 van) de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.
Tot slot stelt de vraag zich, volgens de Raad van State, of er in artikel 2 van het ontwerp niet beter ook uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van de hoge ambtenaar bedoeld in artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen. Aangezien het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zich in geen enkele noodplanningszone rond een nucleaire installatie bevindt, en om elke verwarring te vermijden, werd beslist om de hoge ambtenaar niet te vermelden in artikel 2.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON
1 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, artikelen 3, 6 en 22;
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1;
Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikelen 8 en 9, § 2 en § 5, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 20/11/2003 numac 2003000828 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 02/06/2009 numac 2009000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied;
Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 24 november 2016;
Gelet op het antwoord van het Directoraat-generaal Energie, gegeven op 5 juli 2017;
Gelet op het artikel 8, § 2, 1° van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen inzake nationale veiligheid en openbare orde betreft;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 oktober 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 10 november 2017;
Gelet op advies 62.592/3 van de Raad van State, gegeven op 3 januari 2018, en advies 62.833/3 van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad van 15 januari 2016 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 en de Verordeningen (Euratom) nr. 944/89 en (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie;
Overwegende de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
Overwegende het koninklijk besluit van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003000087 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen sluiten tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
Overwegende het koninklijk besluit van 16 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006000192 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen sluiten betreffende de nood- en interventieplannen;
Overwegende dat de huidige nationale en internationale context radiologische risico's inhoudt waartegen de bevolking beschermd moet kunnen worden; dat het derhalve vereist is dat wij zonder verwijl zouden beschikken over een adequaat noodplan dat conform de evoluties terzake en de internationale aanbevelingen en richtlijnen is, onder meer gelet op de ongerustheid en de perceptie bij een deel van de bevolking, alsook in onze buurlanden, omtrent het radiologisch risico;
Overwegende dat voormelde context de actualisatie en de verduidelijking van het noodplan door alle betrokken departementen, onder coördinatie van de Minister van Binnenlandse Zaken vereist, alsook een behoorlijke informatie aan de bevolking;
Overwegende dat vermeld noodplan moet kunnen worden geactiveerd van zodra de omstandigheden van een noodsituatie die daarin worden omschreven, verenigd zijn op nationaal vlak;
Overwegende dat daartoe de betrokken actoren vanaf het bestaan van vermeld plan zich bewust dienen te zijn van hun rol en dienen te waken over de operationalisering ervan;
Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Onderhavig besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom, en van Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad van 8 juli 2014 houdende wijziging van Richtlijn 2009/71/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties.
Art. 2.Het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, gevoegd bij dit besluit, wordt vastgesteld.
Art. 3.De provinciegouverneur wiens grondgebied zich binnen een noodplanningszone, zoals bepaald in het bijgevoegd nucleair en radiologisch noodplan, rond de nucleaire installaties bevindt, is ermee belast een bijzonder nood- en interventieplan uit te werken voor het radiologisch risico.
Indien de noodplanningszone, zoals bepaald in het bijgevoegd nucleair en radiologisch noodplan, het grondgebied van meerdere provincies omvat, dienen de betrokken gouverneurs bijzondere zonale nood- en interventieplannen op te stellen.
De overige actoren, die door punt 5.1.2 van het bijgevoegd nucleair en radiologisch noodplan aangewezen worden als verantwoordelijken, moeten aanvullende procedures, plannen of analyses opstellen, overeenkomstig voormeld punt 5.1.2.
De bijzondere nood- en interventieplannen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, moeten ter kennis worden gebracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, binnen het jaar volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 20/11/2003 numac 2003000828 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied type koninklijk besluit prom. 17/10/2003 pub. 02/06/2009 numac 2009000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, wordt opgeheven.
Art. 5.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 1 maart 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON