Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2009
gepubliceerd op 13 maart 2009

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 2009, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers waarvan de ondernemingen bedoeld worden in artikel 2, 3°, a), van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012062
pub.
13/03/2009
prom.
01/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/01/2009012062/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 2009, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers waarvan de ondernemingen bedoeld worden in artikel 2, 3°, a), van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, artikel 58, § 1, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2006;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, bedoeld in artikel 28, § 1, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, gegeven op 15 januari 2009;

Gelet op het advies nr. 1.666 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 4 februari 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3,§ 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdragen voor het jaar 2009 verschuldigd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dringend moet worden bekendgemaakt om de ontvangstorganismen voor de sociale zekerheid toe te laten de bijdragen vanaf het eerste trimester van 2009 te innen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De werkgevers waarvan de ondernemingen bedoeld worden in artikel 2, 3°, a), van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, zijn vanaf 1 januari 2009 tot 31 december 2009 een bijdrage verschuldigd waarvan het bedrag bepaald wordt bij dit besluit. § 2. De bijdragen bedoeld bij § 1 worden berekend op basis van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. § 3. De bijdragen bepaald in § 1 bij dit besluit worden respectievelijk aangegeven en betaald aan de instellingen bedoeld bij artikel 60 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen volgens dezelfde modaliteiten en binnen dezelfde termijnen als de sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 2.§ 1. Voor de werkgevers die gedurende het kalenderjaar 2008 gemiddeld ten minste twintig werknemers hebben tewerkgesteld, is de bijdragevoet bepaald op 0,10 %. § 2. Voor de werkgevers die gedurende het kalenderjaar 2008 gemiddeld minder dan twintig werknemers hebben tewerkgesteld, is de bijdragevoet bepaald op 0,09 %. § 3. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de werkgevers bedoeld bij artikel 3, voor wat betreft de werknemers bedoeld bij dit laatste artikel.

Art. 3.Voor de werknemers die in onderstaande tabel voorkomen en voor wat betreft de werknemers die in deze tabel voorkomen, worden de bijdragevoeten als volgt vastgesteld :

Bijdrageplichtige werkgevers -

Betrokken werknemers -

Bijdragevoet - per werknemer

1° Werkgevers die onder volgende paritaire comités ressorteren zonder onderscheid wat het aantal tijdens het kalenderjaar 2008 tewerkgestelde werknemers betreft :


a) Paritair subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der Haven van Antwerpen" genaamd; - de werklieden tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd : - de andere werklieden :

0,09 % nihil

b) Paritair subcomité voor de haven van Brussel en Vilvoorde; Idem a)

idem

c) Paritair subcomité voor de haven van Gent; Idem a)

idem

d) Paritair subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort; Idem a)

idem

e) Paritair subcomité voor de haven van Zeebrugge-Brugge; Idem a)

idem

f) Paritair comité voor de zeevisserij; - het varend personeel

0,09 %

2° Werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren. - de uitzendkrachten :

nihil

3° Werkgevers die ressorteren onder het Paritair subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen die gedurende het kalenderjaar 2008 hebben tewerkgesteld : a) gemiddeld ten minste twintig werknemers : b) gemiddeld minder dan twintig werknemers :


- al de werklieden : - al de werklieden :


0,03 % nihil

4° Werkgevers die onder het Paritair comité voor de diamantnijverheid en -handel ressorteren. - al de werklieden :

nihil


Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 1 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2002. Wet van 3 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005.

Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.

Wet van 11 juli 2006, Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2006.

Wet van 27 december 2006, Belgisch Staatsblad van 28 december 2006.

^