gepubliceerd op 04 november 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen
30 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 september 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden, werkgelegenheid en inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 12 november 2009 onder het nummer 95600/CO/129) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Dit protocolakkoord wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996).
Art. 2.Het is eveneens gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 3.Dit protocolakkoord is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton (PC 129). HOOFDSTUK III. - Koopkracht
Art. 4.De sociale partners onderschrijven het interprofessioneel akkoord.
Ze leggen de onderhandelingsenveloppe voor 2009-2010 vast op maximaal 250 EUR per werknemer op kruissnelheid (bovenop de toepassing van het loonindexeringsmechanisme en de baremieke verhogingen).
In 2009 mag maximaal 125 EUR per werknemer toegekend worden, hetzij aan te rekenen op dit bedrag, hetzij éénmalig.
De ondernemingen kunnen vrij onderhandelen over de praktische modaliteiten ervan. HOOFDSTUK IV. - Indexmechanisme
Art. 5.De sectorale sociale partners spreken af dat een nieuw systeem van loonindexering zal worden toegepast vanaf 1 januari 2009, waarbij de link loon-inflatie niet in het gedrang komt. De lonen worden om de 6 maanden aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex van de 6 laatste maanden.
Concreet zal de indexatie van januari (jaar x) gelijk zijn aan de verhouding van de afgevlakte gezondheidsindex van december (jaar x-1) en deze van juni (jaar x-1); de indexatie van juli (jaar x) zal gelijk zijn aan de verhouding van de afgevlakte gezondheidsindex van juni (jaar x) en deze van december (jaar x-1).
Art. 6.Op 1 juli 2009 zal, als overgangsmaatregel, een indexatie toegepast worden die overeenkomt met de verhouding van de viermaandelijkse afgevlakte gezondheidsindex van juni 2009 tot de bovenlimiet van 111,25 waaraan de lonen voor februari 2009 gelinkt waren.
Art. 7.Bij elke toegepaste indexatie wordt bepaald of de volgende indexatie vier of zes maand later plaatsvindt, afhankelijk van de gemiddelde jaarlijkse inflatie, die of 5 pct. bedraagt of overschrijdt of lager blijft.
Deze gemiddelde jaarlijkse inflatie is gelijk aan de som van de 12 laatste afgevlakte gezonheidsindexen, gedeeld door 12 en zal maandelijks medegedeeld worden.
Voorbeeld 1 Eind december (jaar x-1) is de gemiddelde jaarlijkse inflatie groter of gelijk aan 5 pct. : dan wordt de eerstvolgende indexatie na deze van januari (jaar x) vier maand later toegepast, namelijk in 1 mei (jaar x), berekend op basis van de verhouding van de afgevlakte gezondheidsindex van april (jaar x) en de afgevlakte gezondheidsindex van december (jaar x-1).
Voorbeeld 2 Eind maart (jaar x) wordt de gemiddelde jaarlijkse inflatie kleiner dan 5 pct. : dan wordt de eerstvolgende indexatie die volgt op die van april (jaar x), zes maand later betaald, namelijk op 1 oktober (jaar x).
Art. 8.De partijen spreken af de negatieve effecten van een eventuele deflatie te neutraliseren. Dit om geen lonen te moeten verlagen.
De eerstvolgende positieve indexatie zal berekend worden op basis van de verhouding tussen : - de afgevlakte gezondheidsindex van de maand voordien; - en de afgevlakte gezondheidsindex van de maand die aan deze geneutraliseerde periode voorafgaat. HOOFDSTUK V. - Tewerkstelling
Art. 9.De sociale partners verbinden zich ertoe alle mogelijke maatregelen te onderzoeken en uit te putten alvorens over te gaan tot ontslagen om economische of financiële redenen. HOOFDSTUK VI. - Verlenging van de opzegtermijn
Art. 10.Aan de Koning zal worden gevraagd het koninklijk besluit van 3 december 2007, artikel 3 (Belgisch Staatsblad van 14 december 2007) tot vaststelling van de opzegtermijnen voor arbeiders aan te vullen als volgt : Wanneer de opzeg gegeven wordt door de werkgever, wordt de opzegtermijn die in acht moet worden genomen om een einde te stellen aan de arbeidsovereenkomst voor arbeiders van onbepaalde duur vastgesteld op : - 112 dagen als het gaat om arbeiders die tussen de 20 en 25 jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - 126 dagen als het gaat om arbeiders die tussen de 25 en 30 jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - 140 dagen als het gaat om arbeiders die tussen de 30 en 35 jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - 154 dagen als het gaat om arbeiders die 35 jaar anciënniteit tellen in de onderneming.
Deze verlengde opzegtermijnen treden in voege op dezelfde datum als het aangepaste koninklijk besluit. HOOFDSTUK VII. - Syndicale premie
Art. 11.De syndicale premie wordt opgetrokken van 128 EUR tot 131 EUR in 2009 en tot 135 EUR in 2010. HOOFDSTUK VIII. - Carenzdag
Art. 12.Vanaf 1 januari 2010 zal een tweede carenzdag worden betaald. HOOFDSTUK IX. - Vorming
Art. 13.Naast de verlenging van de 0,45 pct. inspanning op de brutolonen voor de permanente vorming zal vanaf 2009 de deelnamegraad aan vorming verhoogd worden met 5 pct. op jaarbasis. HOOFDSTUK X. - Tewerkstelling van andersvaliden
Art. 14.De sociale partners verbinden zich ertoe de mogelijkheden te onderzoeken tot herinschakeling van arbeiders die slachtoffer werden van een arbeidsongeval.
De ondertekenende partijen bevelen het gebruik aan van de regionale subsidies voor aangepaste werkposten (AIWPH en VOP) bij de aanwerving van andersvaliden, teneinde de tewerkstelling van mindervaliden aan te moedigen, daar waar dit mogelijk blijkt. HOOFDSTUK XI. - Brugpensioen
Art. 15.Alle sectorale overeenkomsten betreffende het brugpensioen zullen verlengd worden tot 31 december 2010.
Het betreft de volgende conventionele brugpensioenen : - het brugpensioen vanaf 58 jaar : in 2009 mits een professionele loopbaan van 35 jaar voor de arbeiders en van 30 jaar voor de arbeidsters; in 2010 na een loopbaan van 37 jaar voor de arbeiders en van 33 jaar voor de arbeidsters; - het brugpensioen vanaf 56 jaar met 33 jaar an-ciënniteit en 20 jaar in een arbeidsregime met nachtprestaties; - het brugpensioen vanaf 56 jaar met 40 jaar anciënniteit (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december 2007); - het halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar mits modaliteiten op bedrijfsvlak, rekening houdend met de federale maatregelen inzake het tijdskrediet. HOOFDSTUK XII. - Verlenging van bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten
Art. 16.De artikels 9, 10, 11, 12 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de sector van 30 mei 2007 (koninklijk besluit van 1 maart 2009 - Belgisch Staatsblad van 26 maart 2009) worden voor twee jaar verlengd en als volt aangepast, namelijk : 16. a.De sociale partners bekrachtigen het principe dat een bruggepensioneerde of de begunstigde van het artikel 15, c. van het akkoord 2005-2006, die het werk zou hervatten, de aanvullende werkgeversbijdrage zal behouden. 16. b.Voor de werknemers die vóór hun brugpensioen in een regeling van tijdskrediet gegaan zijn, zal het brugpensioen berekend worden op het voltijds reëel referteloon van de onderneming. Dat betekent dat hun aanvullende vergoeding zal berekend worden zoals voor iemand die voltijds zou gewerkt hebben tot aan zijn brugpensioenleeftijd. 16. c.Werkzekerheid, tijdelijke arbeid, uitzendarbeid en onderaanneming.
Rekening houdend met de moeilijke economische situatie van de sector zullen de sociale partners ijveren voor werkzekerheid, de beperking van tijdelijke contracten, uitzendarbeid en onderaanneming, evenals de beperking van de overuren met bijkomende tewerkstelling. 16. d.Startbanen De ondertekenende partijen gaan akkoord om een positief advies te geven aan de Minister van Werk inzake een sectorale afwijking voor de startbanen tot en met 31 december 2010. Op basis van de vigerende wetgeving is dit mogelijk, gelet op de blijvende verbintenis van de werkgevers om een bijzondere bijdrage van 0,15 pct. op de brutolonen aan 108 pct. te storten voor de risicogroepen.
De werkgevers verbinden zich ertoe om een bijzondere inspanning te leveren voor de opleiding van jongeren.
Het aanvraagdossier, gericht aan de Minister van Werk, moet de elementen bevatten die voorzien zijn in de wetgeving en zal vergezeld worden van het positief advies van het paritair comité.
De werkgevers verbinden er zich eveneens toe om, bij toepassing van de door de Minister van Werk eventueel toegekende afwijking, de aan de Minister overgemaakte sectorale argumentatie ter informatie te bezorgen aan de leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis het comité voor preventie en welzijn op het werk of de vakbondsafvaardiging.
Indien de vakbondsorganisaties niet akkoord gaan met de sectorale argumentatie kunnen zij een verzoek tot verzoening indienen bij de voorzitter van het paritair comité.
Om het paritair comité toe te laten een evaluatie te maken in de loop van de maand juli 2010 zal alle informatie ook overgemaakt worden aan de voorzitter van dit paritair comité.
De sociale partners vragen evenwel dat de ondernemingen, binnen de ondernemingsraad, de werknemers beter informeert betreffende de motieven voor deze sectorafwijking. 16. e.Tijdskrediet Gelet op de moeilijke economische situatie in de sector gaan de ondertekenende partijen akkoord dat werknemers die tijdskrediet opnemen niet vervangen worden. De vervanging op ondernemingsvlak kan het onderwerp uitmaken van een ondernemingsakkoord, vooral rekening houdend met de werkdruk. De partijen bevelen aan om het werk zo optimaal mogelijk te organiseren om de werkdruk te verlagen. 16. f.Vormingsinspanningen voor risicogroepen De sector verbindt er zich verder toe 0,15 pct. van de bruto loonmassa te reserveren voor de risicogroepen en daarbinnen een bijzondere inspanning te leveren voor de opleiding van jongeren. 16. g.De vormingsdossiers dienen aan de ondernemingsraad te worden voorgelegd. Het betreft hier alle initiatieven inzake vorming. De leden van de ondernemingsraad kunnen opmerkingen formuleren die, bij het ter financiering indienen van deze vormingsdossiers bij het fonds voor bestaanszekerheid, zullen gevoegd. 16. h.Flexibiliteit en arbeidsuur De partijen gaan akkoord om, inzake de afwijking van de arbeidsduur bij geplande werkonderbreking van 12 uur de procedure voorzien in artikel 5 van de wet van 17 maart 1987 positief te adviseren en toe te passen op basis van individuele aanvragen van de ondernemingen. 16. i.De eindejaarspremie bedraagt 8,33 pct. van de brutolonen. 16. j.De berekening van de aanvullende vergoeding bij brugpensioen gebeurt op basis van een referteloon van het inkomen van een gezin met één inkomen. Dit geldt niet voor de brugpensioenen ingevoerd in ondernemingen in herstructurering of in ondernemingen in moeilijkheden. 16. k.De bestaande regeling van 1972 betreffende het vervroegd vertrek (collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 1972) blijft behouden : inzake deze regeling wordt een vergoeding van 6 weken loon per jaar toegekend, verhoogd met 8,33 pct. eindejaarspremie. Meer gunstige regelingen die vandaag bestaan in ondernemingen blijven behouden. 16. l.De werkgevers komen voor 80 pct. tussen in de vervoerskosten, namelijk de heenrit op basis van het openbaar vervoer of de treinkaart, en dit vanaf de eerste kilometer, ongeacht het vervoermiddel. Voor de dag-, week- en maandbedragen verwijzen we naar de bijlage. 16. m.De indirecte premies (huwelijk, vertrek, overlijden) blijven ongewijzigd : - de huwelijkspremie : 13,99 EUR per dienstjaar, tot een maximum van 69,94 EUR; - de vertrek- en overlijdenspremie : tot maximum 466,29 EUR. De andere vergoedingen voor bestaanszekerheid : - bij ziekte : 1,30 EUR per dag, vanaf de 61ste dag 2,59 EUR; - bij ongeval : 1,30 EUR per dag; - bij dodelijk arbeidsongeval : 259,05 EUR per kind; - bij tijdelijke werkloosheid : 4,54 EUR per dag. 16. n.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, berekend op jaarbasis, bedraagt 37 uur. 16. o.De sociale partners verbinden zich ertoe in een werkgroep de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten van de sector te bundelen en deze zo nodig te actualiseren of te toileteren. 16. p.De werkzaamheden van de werkgroep milieu worden verdergezet.
Art. 17.Tewerkstellingsondersteuning vanuit Gewesten of Gemeenschappen De ondertekenende partijen zijn akkoord om eventuele tewerkstellingsmaatregelen te onderschrijven, die vanuit de Gewesten en/of Gemeenschappen zouden ingevoerd worden.
Art. 18.Sociale vrede De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen te verdedigen op sectoraal vlak tijdens de duur van dit akkoord. Ze verbinden zich er ook toe de sociale vrede te handhaven in de ondernemingen voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van deze collectieve overeenkomst. HOOFDSTUK XIII. - Slotbepalingen
Art. 19.Dit protocolakkoord wordt afgesloten voor een periode van twee jaar, ingaande op 1 januari 2009 en eindigend op 31 december 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen
Km
Per week/Par semaine
Per maand/Par mois
1
5,73 EUR
19,07 EUR
2
6,40 EUR
21,33 EUR
3
7,07 EUR
23,20 EUR
4
7,60 EUR
25,33 EUR
5
8,27 EUR
27,20 EUR
6
8,80 EUR
29,07 EUR
7
9,20 EUR
30,93 EUR
8
9,73 EUR
32,53 EUR
9
10,27 EUR
34,67 EUR
10
10,80 EUR
36,00 EUR
11
11,47 EUR
38,67 EUR
12
12,00 EUR
40,00 EUR
13
12,53 EUR
41,33 EUR
14
13,07 EUR
44,00 EUR
15
13,60 EUR
45,33 EUR
16
14,27 EUR
47,33 EUR
17
14,80 EUR
49,33 EUR
18
15,33 EUR
50,67 EUR
19
16,00 EUR
53,33 EUR
20
16,53 EUR
54,67 EUR
21
17,07 EUR
56,67 EUR
22
17,60 EUR
58,67 EUR
23
18,27 EUR
60,67 EUR
24
18,80 EUR
62,00 EUR
25
19,20 EUR
64,67 EUR
26
20,00 EUR
66,00 EUR
27
20,40 EUR
68,00 EUR
28
20,80 EUR
70,67 EUR
29
21,60 EUR
72,00 EUR
30
22,00 EUR
73,33 EUR
31-33
22,93 EUR
77,33 EUR
34-36
24,80 EUR
82,67 EUR
37-39
26,27 EUR
88,00EUR
40-42
28,00 EUR
93,33 EUR
43-45
29,60 EUR
98,67 EUR
46-48
31,47 EUR
104,00 EUR
49-51
32,93 EUR
110,67 EUR
52-54
34,00 EUR
114,67 EUR
55-57
35,33 EUR
117,33 EUR
58-60
36,67 EUR
121,33 EUR
61-65
38,00 EUR
125,33 EUR
66-70
40,00 EUR
132,00 EUR
71-75
41,33 EUR
138,67 EUR
76-80
44,00 EUR
144,00 EUR
81-85
45,33 EUR
150,67 EUR
86-90
47,33 EUR
157,33 EUR
91-95
49,33 EUR
162,67 EUR
96-101
50,67 EUR
169,33 EUR
101-105
52,67 EUR
176,00 EUR
106-110
54,67 EUR
182,67 EUR
111-115
56,67 EUR
188,66 EUR
116-120
58,67 EUR
194,67 EUR
121-125
60,00 EUR
266,00 EUR
126-130
62,00 EUR
206,67 EUR
131-135
64,00 EUR
213,33 EUR
136-140
65,33 EUR
220,00 EUR
141-145
68,66 EUR
225,33 EUR
146-150
70,67 EUR
233,33 EUR
151-155
70,67 EUR
237,33 EUR
156-160
73,33 EUR
242,67 EUR
161-165
74,67 EUR
249,33 EUR
166-170
76,00 EUR
254,67 EUR
171-175
78,67 EUR
261,33 EUR
176-180
80,00 EUR
268,00 EUR
181-185
82,67 EUR
272,66 EUR
186-190
84,00 EUR
278,67 EUR
191-195
85,33 EUR
285,33 EUR
196-200
88, 00 EUR
290,67 EUR
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET