Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2007
gepubliceerd op 14 december 2007

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012373
pub.
14/12/2007
prom.
03/12/2007
ELI
eli/besluit/2007/12/03/2007012373/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton (PC 129) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton van 21 mei 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er, in het belang van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton ressorteren, aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen zonder uitstel te wijzigen om economische en sociale redenen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de te respecteren opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : - vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; zesenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen tien jaren en minder dan vijftien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - vierentachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.§ 1. In geval van opzegging om economische of technische redenen binnen een herstructureringplan gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 2. Deze opzeggingstermijnen gelden op voorwaarde dat zij worden bevestigd in een op ondernemingsvlak gesloten collectieve arbeidsovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1)Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978.

Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^