gepubliceerd op 04 juni 2014
Decreet betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren
27 MAART 2014. - Decreet betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt de visserij, met uitzondering van die welke beoefend wordt op de watervlakken, waar de vissen die er leven, zich niet vrij kunnen bewegen tussen deze watervlakken en de waterlopen In afwijking van het eerste lid is dit decreet ook van toepassing op watervlakken en andere uitzonderingen die deel uitmaken van het openbaar domein aangewezen door de Regering, na advies van de Raad, waar het zich vrij kunnen bewegen van de vis tussen deze watervlakken en de waterlopen in het verleden verzekerd was maar heden niet meer het geval is.
Dit decreet draagt bij tot de verbetering van de aquatische milieus en de bescherming van het vispatrimonium, alsook de aanmoediging en de bevordering van de visserij met het oog op een duurzame ontwikkeling.
Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "coördinerende hengelvereniging" : vereniging zonder winstoogmerk waarvan het maatschappelijk doel hoofdzakelijk betrekking heeft op de coördinatie van de erkende hengelfederaties overeenkomstig artikel 15, alsook op de toekenning aan deze federatie van een administratieve, technische en logistieke steun op het niveau van de voorbereiding en uitvoering van de visserij- en hengelbeheersplannen van de onderstroomgebieden bedoeld in artikel 27;2° "vangst" : vis of rivierkreeft die door een visser wordt gevist;3° "Waterwetboek" : boek II van het Milieuwetboek;4° "hengelwedstrijd" : wedstrijd georganiseerd, hetzij door een sportinstantie van de "Fédération sportive des Pêcheurs francophones de Belgique" (Sportfederatie van de Franstalige vissers van België), hetzij door een erkende hengelfederatie of een hengelvereniging;5° "Raad" : "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), zoals ingesteld bij artikel 24;6° "omgeving van de vis" : geografisch verspreidingsgebied waarin het bestand van de vissoort die het meest representatief is voor het niet antropogene natuurlijk leefmilieu en het meest gevoelig is voor de kwaliteit van het milieu het geheel van zijn levenscyclus kan uitvoeren;7° "waterlopen" : de waterwegen alsook elke rivier en beek die al dan niet ingedeeld zijn als niet-bevaarbare waterlopen in de zin van artikel D.2, 20°, van het Waterwetboek; 8° "uitzetting van vis" : de introductie van vissen en rivierkreeften in de waterlopen die aan dit decreet zijn onderworpen;9° "directeur-generaal" : de directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;10° "Fonds" : "Fonds piscicole et halieutique de Wallonie" (Waals visserij- en hengelfonds) zoals ingesteld bij artikel 18;11° "hengel" : elk snoer dat van een roede voorzien is, ongeacht het gebruikte aas;12° "waterlichaam" : oppervlaktewaterlichaam zoals omschreven in artikel D.2, 58, van het Waterwetboek; 13° "Minister" : de Minister bevoegd voor visserij;14° "visbaan" : een geheel van lineaire oevers van waterlopen in eenzelfde Waals onderstroomgebied waar het visrecht aan eenzelfde visrechthouder toebehoort;15° "vissen" : handeling van een visser om een vis of rivierkreeft te vangen of trachten te vangen;16° "visser" : de persoon houder van het visverlof bedoeld in artikel 8 of vrijgesteld van dit verlof die in water onderworpen aan dit decreet vist;17° "onttrekking" : de vis of rivierkreeft gevangen door een visser die niet onmiddellijk levend vrijgelaten wordt op de plaats waar hij door een visser gevist werd;18° "waalse onderstroomgebied" : het gedeelte van een Waals onderstroomgebied bedoeld in artikel D.7 van het Waterwetboek; 19° "visrechthouder" : de persoon die het visrecht bezit op een water dat aan dit decreet onderworpen is;20° "waterwegen" : de waterlopen en stuwdammen bedoeld in artikel D. 2, 89, van het Waterwetboek. HOOFDSTUK II. - Visrecht
Art. 3.Het visrecht behoort in de waterwegen tot het Waals Gewest.
Art. 4.In alle andere waterlopen dan de waterwegen hebben de oevereigenaars het visrecht, ieder van zijn kant en tot in het midden van de waterloop. HOOFDSTUK III. - Uitoefening van het visrecht Afdeling 1. - Uitoefening en concessie van het visrecht
Art. 5.Niemand mag vissen zonder de toelating van diegene aan wie het visrecht toebehoort.
Art. 6.In de waterwegen laat het Waals Gewest de uitoefening van het visrecht toe aan elke visser. Voor de uitoefening van dit recht mag de visser gebruik maken van de oever over een breedte van 1.50 m maximum berekend vanaf de boord die de waterloop bespoelt in zijn hoogst bereikte peil zonder te overstromen.
Art. 7.§ 1. De publiekrechtelijke rechtspersonen die houder zijn van een visrecht in de andere waterlopen dan de waterwegen, organiseren de uitoefening van dat recht zelf, ofwel door het over te dragen aan de erkende hengelfederatie van het onderstroomgebied of aan een hengelvereniging die ermee instemt. § 2. De Regering kan, na advies van de Raad, een afwijking van de verplichting bedoeld in paragraaf 1 toekennen aan een publiekrechtelijke rechtspersoon wegens redenen in verband met het natuurbehoud, de openbare veiligheid, de openbare hygiëne, de bescherming van de gezondheid of het wetenschappelijk onderzoek. § 3. De erkende hengelfederatie die overeenkomstig artikel 17 haar erkenning verliest, verliest automatisch, zonder voorafgaande kennisgeving en zonder uitbetaling van vergoedingen, het visrecht dat overeenkomstig dit artikel overgedragen is. Hetzelfde geldt voor de hengelvereniging die haar hoedanigheid van lid van de erkende hengelfederatie verliest. Afdeling 2. - Visverlof
Art. 8.§ 1. Niemand mag vissen zonder houder te zijn van een regelmatig visverlof en het in zijn bezit te hebben op het ogenblik dat hij vist. § 2. In afwijking van paragraaf 1, kan de Regering, na advies van de Raad, het vissen zonder verlof toelaten in het kader van hengelwedstrijden, om de visvangst te bevorderen of ook nog om wetenschappelijke, pedagogische en sanitaire redenen of voor het natuurbehoud.
De Regering bepaalt de voorwaarden voor de vrijstelling van het visverlof bedoeld in het eerste lid.
Art. 9.De Regering kan, na advies van de Raad, verschillende soorten visverloven bepalen in functie van de soorten vissen en rivierkreeften, van het aantal gebruikte hengels, van de wijzen van vissen en van de gebruikte vistuigen, de uren, de dagen of de periodes tijdens welke het verlof mag gebruikt worden, alsook in functie van de leeftijd van de visser.
Zij bepaalt de toekenningsvoorwaarden en, in voorkomend geval, de voorwaarden inzake weigering of intrekking van de visverloven, hun prijs, alsook de modaliteiten voor hun aflevering.
Bij de aflevering van het verlof moet de visser zich bij een erkende hengelfederatie van zijn keuze laten inschrijven. Deze inschrijving is gratis en geeft niet aanleiding tot een verplichting om zich aan te sluiten bij een federatie of één van de hengelvereniging die ermee instemt. Afdeling 3. - Modaliteiten voor de uitoefening van het vissen
Art. 10.§ 1. De Regering bepaalt, na advies van de Raad, hetzij overal, hetzij in bepaalde waterlopen, of in bepaalde gedeelten van waterlopen : 1° de soorten vissen of rivierkreeften waarvoor het vissen het hele jaar verboden is;2° de openingsperiodes van de visvangst voor de andere soorten vissen en rivierkreeften;3° de uren tijdens welke de visvangst verboden is in functie van de soorten vissen en rivierkreeften;4° de wijzen van vissen en de vistuigen en -toestellen die verboden zijn;5° de gebruiksvoorwaarden, de afmetingen evenals de wijze van keuring van de geoorloofde vistuigen;6° de lokazen en aas waarvan het gebruik verboden is;7° voor bepaalde soorten, de maten beneden welke de vissen en rivierkreeften, na de vangst, onmiddellijk in het water teruggeworpen moeten worden op de plaats van de vangst;8° voor bepaalde soorten, het maximum aantal vissen en rivierkreeften die het voorwerp mogen uitmaken van een onttrekking;9° in voorkomend geval, voor de soorten vissen en rivierkreeften die niet het voorwerp mogen uitmaken van een onttrekking wanneer hun vangst toegelaten is;10° in voorkomend geval, de periodes tijdens welke de aankoop, de verkoop, het houden of het vervoer voor verkoop verboden zijn of gereglementeerd zijn op het gezamenlijke Waalse grondgebied of op een gedeelte ervan, voor sommige soorten vissen en rivierkreeften of voor sommige specimens van deze soorten vissen of rivierkreeften;11° de na te leven voorwaarden voor de organisatie van hengelwedstrijden. § 2. De Regering kan, na advies van de Raad, afwijken van de bepalingen vastgelegd overeenkomstig paragraaf 1 om de uitvoering van een visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door haar overeenkomstig artikel 27 toe te laten. § 3. In de andere wateren onderworpen aan dit decreet dan de waterlopen is de visvangst verboden buiten de periode vanaf de eerste zaterdag van juni tot 30 september inbegrepen op visbanen waarvan de visrechthouder weigert om de verplichtingen te vervullen die opgelegd zijn door het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27 of zich verzet tegen de uitvoering van de acties bedoeld in dit plan.
Overeenkomstig artikel 28, 8°, kan de Regering bovendien, na advies van de Raad, voor de visbanen van de visrechthouders bedoeld in het eerste lid, bepalingen vastleggen die strenger zijn dan de bepalingen die zij aangenomen heeft overeenkomstig paragraaf 1. § 4. De Regering kan, na advies van de Raad, voor een maximumduur van drie jaar afwijken van de bepalingen vastgelegd overeenkomstig paragraaf 1 om de volgende redenen : 1° met het oog op proefnemingen of om pedagogische doeleinden;2° in het belang van de visbestanden en de bestanden van rivierkreeft;3° om redenen van openbare veiligheid, openbare hygiëne en bescherming van de gezondheid;4° met het oog op wetenschappelijk onderzoek;5° de organisatie van sportieve hengelevenementen van gewestelijk belang.
Art. 11.De schippers en watersportbeoefenaars op de waterwegen mogen in hun schepen generlei vistuig hebben, met uitzondering van een hengel en een schepnetje, behalve als ze kunnen bewijzen dat dit vistuig bestemd is voor visvangst in wateren waarop dit decreet niet van toepassing is of voor een andere activiteit dan visvangst.
Art. 12.Het is verboden buiten zijn woning voorzien te zijn van verboden vistuigen of -toestellen overeenkomstig artikel 10, § 1, 4°, tenzij bewezen wordt dat die tuigen of toestellen bestemd zijn voor de visvangst in wateren waarop dit decreet niet van toepassing is voor een andere activiteit dan visvangst.
Art. 13.Niemand mag rechtstreeks of onrechtstreeks stoffen werpen in de wateren die aan dit decreet onderworpen zijn met de bedoeling om de vissen of rivierkreeften te bedwelmen, te verdoven of te vernielen.
De Regering kan, na advies van de Raad, tijdelijk afwijken van de bepalingen vastgelegd overeenkomstig het eerste lid om redenen van bescherming van de biodiversiteit, openbare veiligheid, openbare hygiëne en bescherming van de gezondheid, strijd tegen de ziektes van de vissen of rivierkreeften of wetenschappelijk onderzoek.
Art. 14.§ 1. Het is verboden vis uit te storten in de wateren waarop dit decreet van toepassing is, zonder voorafgaande machtiging.
De Regering bepaalt, na advies van de Raad, de voorwaarden voor het afleveren van de uitzettingsmachtigingen.
Er mag geen uitzettingsmachtiging worden toegekend als de geplande uitzetting in strijd is met de maatregelen vastgelegd terzake in het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27. § 2. In de andere wateren onderworpen aan dit decreet dan de waterlopen mag geen enkele uitzettingsmachtiging worden toegekend aan een visrechthouder die weigert om de verplichtingen te vervullen die opgelegd zijn door het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27 of zich verzet tegen de uitvoering van de acties bedoeld in dit plan. HOOFDSTUK IV. - Organisatie van de visserij Afdeling 1. - Erkende hengelfederaties
Art. 15.De Regering erkent de hengelfederatie die aan de volgende criteria voldoet : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° in hoofdorde als maatschappelijk doel hebben, de verdediging van de belangen, de informatie en de opleiding van de vissers, de bescherming van de aquatische milieus en hun vispatrimonium, de bevordering van de visserij en de steun van de hengelverenigingen, in één van de Waalse onderstroomgebieden;3° openstaan voor de toetreding van elke hengelvereniging gelegen in een onderstroomgebied dat aan de volgende voorwaarden voldoet : a) opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, of opgericht zijn als feitelijke vereniging;b) in hoofdorde als maatschappelijk doel hebben, de verdediging, de informatie en de opleiding van de vissers, de bescherming van de aquatische milieus en hun vispatrimonium en de bevordering van de visserij;c) openstaan voor de toetreding van elke visser die zich ertoe verbindt het huishoudelijk reglement van de vereniging na te leven en dit ook doet;d) onder zijn vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2, 7°, van de voornoemde wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, geen personen tellen die het voorwerp uitmaken van een strafrechtelijke veroordeling die nog uitwerking heeft, opgelegd sinds minder dan vijf jaar door een gerechtelijke beslissing dat in kracht van gewijsde is gegaan voor overtredingen gepleegd tegen dit decreet of onder de gelding van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud en de jachtwet van 28 februari 1882;e) jaarlijks volgens de modaliteiten bepaald door de Regering, de grenzen en oppervlakten van de visbanen waarvan zij visrechthouder is in het onderstroomgebied aan de erkende hengelvereniging overmaken;f) deelnemen aan de uitvoering van het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27;d) onder zijn vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2, 7°, van de voornoemde wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, geen personen tellen die het voorwerp uitmaken van een strafrechtelijke veroordeling die nog uitwerking heeft, opgelegd sinds minder dan vijf jaar door een gerechtelijke beslissing dat in kracht van gewijsde is gegaan voor overtredingen gepleegd tegen dit decreet of onder de gelding van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud en de jachtwet van 28 februari 1882;5° zorgen voor een billijke vertegenwoordiging van elke aangeslotene hengelvereniging in haar algemene vergadering;6° jaarlijks, volgens de modaliteiten vastgelegd door de Regering, de volgende informatie overmaken : a) de lijst met de verenigingen die lid zijn van de federatie, de naam en de gegevens van een vertegenwoordiger voor elke vereniging, alsook de informatie bedoeld in 3°, e);b) de grenzen en oppervlakten van de visbanen waarvan de federatie zelf visrechthouder is in het onderstroomgebied;7° deelnemen aan de uitvoering van het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27. De Regering kan, na advies van de Raad, de lijst aanvullen van de criteria waaraan de federaties moeten voldoen om erkend te worden.
De Regering legt, na advies van de Raad, de vorm en de inhoud vast van de erkenningsaanvraag, alsook de erkenningsprocedure.
De Regering kan, na advies van de raad, maar één hengelfederatie per onderstroomgebied erkennen.
Art. 16.§ 1. De erkende hengelvereniging steunt en coördineert de acties van de hengelverenigingen die ze verenigt en die betrekking hebben op de bescherming en de valorisatie van het vispatrimonium en de aquatische milieus, de bevordering van de visserij, alsook de opvoeding en de sensibilisering van het publiek op dit vlak. De erkende hengelvereniging baat de visrechten uit waarvan zij houder is.
Ze neemt deel aan de uitvoering van het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied overeenkomstig artikel 29, § 2.
Ze draagt bij tot de uitvoering van dit plan, o.a. door de hengelverenigingen die ze verenigt te helpen om de acties bedoeld in het plan uit te voeren, nadat hij door de Regering is aangenomen overeenkomstig artikel 27. § 2. De erkende hengelfederatie vertegenwoordigt de hengelverenigingen die zij verenigt binnen het beheerscomité van het Fonds zoals ingesteld bij artikel 18 en vraagt, voor zichzelf en voor de verenigingen die zij verenigt, de financiële hulp van het Fonds voor elke actie die daarvoor in aanmerking komt, met inbegrip van de acties die zij of één van de verenigingen op de waterwegen gaat voeren.
Ze zorgt voor de samenhang van de acties die in aanmerking zouden komen voor de financiële hulp van het Fonds, met name t.o.v. het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27. § 3. De erkende hengelvereniging sluit de hengelverenigingen uit die de statuten van de federatie niet naleven, die de bepalingen van dit decreet schenden of die niet meer voldoen aan de voorwaarden bepaald bij artikel 15, eerste lid, 3°
Art. 17.Bij een met redenen omklede beslissing kan de Regering de erkenning van de erkende hengelfederatie intrekken in de volgende gevallen : 1° ze voldoet niet meer aan de voorwaarden bepaald bij artikel 15;2° ze stelt daden die strijdig zijn met het visserij- en hengelbeheersplan van het onderstroomgebied;3° ze blijft in gebreke om artikel 16, § 3 toe te passen;4° ze leeft de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten niet na betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. De Regering kan, na advies van de Raad, de gevallen van erkeningsintrekking uitbreiden.
Zij bepaalt, na advies van de Raad, de procedure tot intrekking van de erkenning, voorzien van de mogelijkheid voor de vertegenwoordigers van de hengelfederatie om gehoord te worden vóór de aanneming van de beslissing. Afdeling 2. - Waals visserij- en hengelfonds
Art. 18.Er wordt een instelling van algemeen nut opgericht, met name "Fonds piscicole et halieutique de Wallonie" (Waalse Visserij- en hengelfonds).
Dit fonds heeft de rechtspersoonlijkheid en is gerangschikt in categorie A zoals vastgesteld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 19.Het Fonds wordt gestijfd door de ontvangsten van de verkoop van de visverloven. Het kan legaten, giften of schenkingen ontvangen en in aanmerking komen voor Europese financieringen.
Het Fonds kan ook gestijfd worden door subsidies ten laste van de begroting van het Waalse Gewest.
Art. 20.§ 1. Het Fonds bevordert en vergemakkelijkt de visserij in de wateren waarop dit decreet van toepassing is door bij te dragen tot de financiering en organisatie van : 1° bij voorrang, acties voor het onderhoud, de inrichting of het herstel van het aquatisch milieu, de biodiversiteit en de plaatsen waar het vissen toegelaten is;2° uitzettingsacties;3° bestrijdingsacties tegen de vervuiling en allerlei beschadigingen;4° acties ter bevordering van de visserij met het oog op een duurzame ontwikkeling;5° acties voor de sensibilisering en de opvoeding inzake visserij, vispatrimonium en aquatische milieus;6° de werking van de erkende hengelfederaties en de coördinerende hengelvereniging. In het onderstroomgebied financiert het Fonds o.a. de acties die aansluiten op het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aangenomen door de Regering overeenkomstig artikel 27 en, onder deze acties, de acties voor het onderhoud, de inrichting of het herstel van het aquatisch milieu, de biodiversiteit en de plaatsen waar het vissen toegelaten is.
De financiële middelen van het Fonds mogen evenwel niet besteed worden aan de tenuitvoerlegging van de verplichtingen van de beheerders van de waterlopen, behoudens andersluidend advies van het Beheerscomité bedoeld in artikel 22. § 2. De toegekende bedragen worden door het Fonds teruggevorderd wanneer deze bedragen niet overeenkomstig hun oorspronkelijke bestemming worden gebruikt.
De Regering bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten van deze invordering.
Art. 21.De bevoegdheid voor het beheer van het Fonds wordt waargenomen door de Regering of diens afgevaardigde.
Art. 22.§ 1. De Regering of diens afgevaardigde wordt bijgestaan door een beheerscomité samengesteld uit zesentwintig gewone leden aangewezen door de Regering op voordracht van de Minister, als volgt : 1° acht leden afkomstig van de administratie van de Waalse Overheidsdienst, namelijk : a) de directeur of diens afgevaardigde;b) twee leden van het Departement Natuur en Bossen;c) een lid van het Departement Landelijke Aangelegenheden en Waterlopen;d) een lid van het Departement Leefmilieu en Water;e) een lid van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu;f) een lid van het Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen;g) een lid van het Directoraat-generaal Begroting, Logistiek en Informatie- en Communicatietechnologieën;2° zestien leden die de vissers vertegenwoordigen, hetzij de voorzitter van elke erkende hengelfederatie en een afgevaardigde van de coördinerende hengelvereniging;3° een lid ter vertegenwoordiging van de wetenschappelijke milieus die rechtstreeks verbonden zijn met de visserij en de bescherming van de aquatische milieus en van de milieus die ermee verbonden zijn;4° een lid dat de aquacultuur beoefent ter vertegenwoordiging van het College van producenten zoals omschreven in het Waalse Landbouwwetboek. Een plaatsvervangend lid wordt voor elk gewoon lid aangewezen.
De leden bedoeld in het eerste lid, 1°, b) tot g), worden aangewezen op voordracht van hun Departement of Directoraat-generaal.
De leden die de coördinerende hengelvereniging vertegenwoordigen, worden aangewezen op voordracht van hun vereniging.
De leden bedoeld in het eerste lid, 3°, worden aangewezen na een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Het lid bedoeld in het eerste lid, 4°, wordt aangewezen op voordracht van het College van producenten zoals omschreven in het Waalse Landbouwwetboek.
De mandaten van de leden van het Beheerscomité duren vijf jaar. De mandaten zijn hernieuwbaar.
In geval van overlijden of ontslag van een lid vóór het verstrijken van zijn mandaat voorziet de Regering in zijn vervanging om het mandaat te voleindigen.
Het Beheerscomité wordt door de Minister of diens afgevaardigde voorgezeten.
Het Comité vergadert minstens twee keer per jaar. De Regering of diens afgevaardigde kan zich op de vergaderingen van het Beheerscomité laten vertegenwoordigen.
De Regering bepaalt het huishoudelijk reglement van het Beheerscomité. § 2. Behalve de opdracht die hem door artikel 27 wordt toevertrouwd, is het Beheerscomité o.a. belast met : 1° een advies verlenen aan de Regering of diens afgevaardigde over het voorstel van jaarlijks budget van het Fonds dat aan de goedkeuring van het Waals Parlement moet worden onderworpen;2° het onderzoek en het ter goedkeuring van de Regering of diens afgevaardigde voorleggen, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, van de acties onderworpen aan de financiering van het Fonds, die met de doelstellingen van het Fonds en, in voorkomend geval, van het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied moeten overeenstemmen. § 3. Met uitzondering van de reis- en verblijfkosten gemaakt in de uitoefening van hun mandaat en terugbetaald volgens de regels en het barema dat van kracht is voor het personeel van de Waalse Overheidsdienst, is de uitoefening van een mandaat door een lid van het Beheerscomité gratis.
Art. 23.§ 1. Het reglement betreffende de boekhouding van het fonds wordt door de Regering opgesteld. Het kan afwijken van de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 april 1954 houdende algemeen reglement op de begroting en de comptabiliteit van de bij de wet van 16 maart 1954 bedoelde instellingen van openbaar nut of deze aanvullen. Zij bepaalt met name de opstellings- en uitvoeringswijze van de begroting en de beleggingsmodaliteiten en -voorwaarden van het fonds. § 2. De volgende entiteiten en personen komen in aanmerking voor een subsidie van het Fonds : 1° de krachtens artikel 15 erkende hengelfederaties en de verenigingen die lid zijn van deze federaties;2° de krachtens artikel 31 erkende vissersscholen;3° de verenigingen die opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, waarvan het maatschappelijk doel gelijkwaardig is aan dat van de erkende hengelfederaties, zoals bedoeld in artikel 15, 2°;4° de publiekrechtelijke rechtspersonen. De Regering kan, na advies van de Raad, de lijst bedoeld in het eerste lid aanvullen. Afdeling 3. - "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge
Visraad)
Art. 24.Er wordt een "Conseil supérieur wallon de la pêche" opgericht waarvan de werkingsmodaliteiten worden bepaald door de Regering, onverminderd de regels van artikel 2, paragraaf 1, van het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 18/12/2008 numac 2008204571 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie.
Art. 25.De Raad is belast met de opdrachten die hem bij of krachtens dit decreet worden toegekend. Hij moet bovendien aan de Regering of aan de Minister een advies verlenen over de algemene vraagstukken die betrekking hebben op de visserij. Hij neemt van ambtswege kennis van deze vraagstukken of op verzoek van de Regering of de Minister
Art. 26.§ 1. De Raad bestaat uit 22 leden, aangewezen door de Regering op voordracht van de Minister, onder wie : 1° vijftien leden, die verplicht houder zijn van een in het Waalse Gewest afgegeven visverlof, ter vertegenwoordiging van de verschillende onderstroomgebieden en vissersverenigingen, alsook de volgende vismethoden : a) vissen met aas (5 leden);b) vissen op forel (4 leden);c) vliegvissen (2 leden);d) vissen op karper (2 leden);e) vissen op roofdieren (2 leden);2° een lid ter vertegenwoordiging van het wedstrijdvissen, dat verplicht houder is van een in het Waalse Gewest afgegeven visverlof en een lid van een vissersvereniging;3° een lid ter vertegenwoordiging van de Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud;4° twee leden ter vertegenwoordiging van de verenigingen van viskwekers;5° twee leden ter vertegenwoordiging van de wetenschappelijke milieus die rechtstreeks verbonden zijn met het vissen en de visbiologie;6° een lid ter vertegenwoordiging van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de Wallonie" (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest). § 2. Na een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, wijst de Regering de verenigingen bedoeld in paragraaf 1, 1°, 2° en 4° aan, onder de verenigingen die het meest representatief zijn.
De verenigingen aangewezen door de Regering leggen een dubbele lijst van gewone en plaatsvervangende kandidaten voor, waaronder de Regering de leden van de Raad benoemt. § 3. De Regering wijst één of verschillende personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst aan die de vergaderingen van de Raad met raadgevende stem bijwonen.
De overheden bevoegd inzake toerisme die onder de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap en van de Duitstalige Gemeenschap vallen, kunnen elk een vertegenwoordiger afvaardigen om de vergaderingen van de Raad met raadgevende stem bij te wonen. § 4. De voorzitter en de ondervoorzitter van de Raad, gekozen onder de leden bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°, worden door de Regering aangewezen. § 5. Het secretariaat wordt waargenomen door de « Conseil économique et social de Wallonie » (Sociaal-economische raad van Wallonië). HOOFDSTUK V. - Visserij- en hengelbeheersplannen van onderstroomgebied
Art. 27.De Regering neemt voor elk Waals onderstroomgebied een visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied aan, na advies van het Beheerscomité van het Fonds en daarna van de Raad.
Het beheersplan is van toepassing op elke visser die al dan niet lid is van een hengelfederatie of -vereniging, in het betrokken onderstroomgebied.
De Regering of diens afgevaardigde bepaalt de methodologie voor de uitwerking van het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied.
De Regering kan het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied dat zij heeft aangenomen, aanpassen of wijzigen volgens de modaliteiten die zij bepaalt.
Art. 28.Het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied bevat : 1° de bepaling en ligging van de verschillende visomgevingen die in het onderstroomgebied aanwezig zijn;2° een algemene diagnose van de staat van de waterlichamen van het onderstroomgebied wat hun biologische, fysisch-chemische, chemische en hydromorfologische kwaliteit betreft;3° een diagnose inzake visserij die betrekking heeft op de visbestanden en de werking van de verschillende visomgevingen wat betreft het leven van vissen; 4° een hengeldiagnose die o.a. betrekking heeft op de adequatie tussen het aanbod en de vraag inzake visserij op de schaal van het onderstroomgebied of visomgeving; 5° een globale evaluatie van de verschillende visomgevingen die gegrond is op de voornoemde diagnoses om de nadruk te leggen op de vastgestelde storingen en hun oorsprong;6° de voorgestelde oriëntatie van visbeheer; 7° een algemeen actieprogramma, per visomgeving of visbaan, op basis o.a. van de gegevens van de diagnose, van de vastgestelde storingen en van de weerhouden oriëntatie van visbeheer. Het programma identificeert de acties die onontbeerlijk, prioritair en wenselijk worden geacht. Het programma bepaalt, voor de acties die onontbeerlijk worden geacht, de verplichtingen die worden opgelegd aan de visrechthouders die dit recht op de betrokken visbanen uitoefenen, alsook de uitvoeringstermijnen; 8° de lijst van de reglementaire maatregelen die overeenkomstig artikel 10, §§ 2 en 3 worden aangenomen, alsook de aanbevolen beperkingen inzake uitzetting, waarmee rekening moet worden gehouden op het niveau van de aflevering van de machtigingen bedoeld in artikel 14. De Regering kan, na advies van het Beheerscomité van het Fonds en daarna van de Raad, de inhoud van de visserij- en hengelbeheersplannen van onderstroomgebied bepalen en aanvullen.
De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder een visrechthouder geacht is de verplichtingen i.v.m. het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied niet te vervullen of zich te verzetten tegen de uitvoering van de acties bedoeld in dit plan.
Art. 29.§ 1. Het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied wordt opgesteld door een projectontwerper aangewezen volgens de modaliteiten bepaald door de Regering, na advies van de Raad. § 2. Er wordt een projectcomité aangewezen om de projectontwerper te begeleiden met het vervullen van zijn opdracht.
Het bestaat uit : 1° vijf leden afgevaardigd door de erkende hengelvereniging van het betrokken onderstroomgebied en een lid afgevaardigd door elke erkende hengelvereniging van de naburige onderstroomgebieden;2° twee leden van de Waalse Overheidsdienst;3° een lid ter vertegenwoordiging van de wetenschappelijke milieus die rechtstreeks verbonden zijn met de visserij en de bescherming van de aquatische milieus;4° een lid ter vertegenwoordiging van de privé-eigenaars die houder zijn van visrechten in het betrokken onderstroomgebied en niet lid zijn van een hengelvereniging die aangesloten is bij de erkende hengelfederatie van het onderstroomgebied;5° de coördinator van het riviercontract van het onderstroomgebied als dit gebied het voorwerp uitmaakt van een riviercontract;6° een lid afgevaardigd door de coördinerende hengelvereniging;7° een lid ter vertegenwoordiging van een vereniging die de bescherming van het milieu tot doel heeft;8° een lid ter vertegenwoordiging van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest). De Regering bepaalt, na advies van de Raad, de modaliteiten voor de aanwijzing van de leden van de project- en werkingscomités van deze comités.
Art. 30.Het visserij- en hengelbeheersplan van onderstroomgebied wordt aan een openbaar onderzoek onderworpen dat georganiseerd wordt volgens de modaliteiten bepaald door titel III van deel III van boek I van het Milieuwetboek. HOOFDSTUK VI. - "Vissersscholen"
Art. 31.§ 1. De Regering bepaalt, na advies van de Raad en van het Beheerscomité van het Fonds, de erkenningsvoorwaarden van de "vissersscholen" en van de opleiders waarop deze scholen beroep moeten doen, alsook de subsidiëringsvoorwaarden van deze scholen door het Fonds. § 2. Om de erkenning te krijgen als "vissersschool", moet de instelling minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk in de zin van de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° inzonderheid de uitvoering van vormings- en sensibiliseringsactiviteiten betreffende de visserij en het aquatisch milieu als maatschappelijk doel hebben; haar bedrijfszetel in het Waalse Gewest hebben; 4° onder haar leden minstens een opleider tellen die erkend is;5° over infrastructuren beschikken die de organisatie van vormings- en sensibiliseringsactiviteiten betreffende de visserij en het aquatisch milieu mogelijk maken; § 3. Om de erkenning als "opleider" te krijgen, moet de persoon minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° een opleiding met succes hebben gevolgd die door het centrale comité van het "Fonds piscicole" wordt gegeven en waarvan de inhoud en de modaliteiten inzake evaluatie van de te verwerven kennis door het comité worden bepaald 2° ten minste achttien jaar oud zijn op de datum van indiening van de erkenningsaanvraag;3° in het bezit zijn van een visverlof van het Waalse Gewest geldig voor het lopende kalenderjaar;4° niet strafrechtelijk veroordeeld zijn bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens overtredingen van dit decreet of onder de gelding van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud en van de jachtwet van 28 februari 1882 en dit, binnen de vijf jaar die voorafgaan aan het indienen van de erkenningsaanvraag;5° niet in het verleden veroordeeld zijn bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens zedenfeiten. § 4. De subsidies voor de krachtens paragraaf 2 erkende scholen is bestemd om bij te dragen tot de werkingskosten van deze scholen binnen de perken van de kredieten die beschikbaar zijn op het niveau van het Fonds, namelijk : 1° de kosten voor de aankoop van materieel of voor de leveringen die noodzakelijk zijn voor het verloop van de activiteiten;2° de huurkosten van de infrastructuren waarin de activiteiten georganiseerd worden;3° de verplaatsingskosten en de toegangsprijzen ter gelegenheid van de uitstappen die tijdens deze activiteiten worden georganiseerd;4° de kosten inzake woning, voedsel en dranken tijdens de activiteiten van meer dan één dag;5° de vergoedingen en verplaatsingsonkosten van de erkende opleiders en personen die hen bijstaan. De Regering bepaalt, na advies van het Beheerscomité van het Fonds, de toekenningsmodaliteiten van de subsidies toegekend door het Fonds aan de erkenden vissersscholen. HOOFDSTUK VII. - Financiële hulp toegekend aan de erkende hengelfederaties voor de informatie van de vissers i.v.m. de visserij- en hengelbeheersplannen van onderstroomgebied
Art. 32.De Regering kan, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie toekennen aan de erkende hengelfederaties voor de informatie van de vissers die zich bij hen geregistreerd hebben i.v.m. het opmaken en uitvoeren van de visserij- en hengelbeheersplannen van onderstroomgebied.
Zij bepaalt de voorwaarden voor de aanvraag en de toekenning van deze subsidies. HOOFDSTUK VIII. - Sancties
Art. 33.Onverminderd artikel D. 154, van Boek I van het Milieuwetboek, wordt er een overtreding van derde categorie in de zin van artikel D. 151 van dit Boek begaan door de overtreder van de bepalingen van de artikelen 10, 13 en 14 van dit decreet of van de besluiten genomen overeenkomstig deze artikelen.
Er wordt een overtreding van vierde categorie in de zin van artikel D.151 van Boek I van het Milieuwetboek begaan door de overtreder van de bepalingen van de artikelen 5, 6, 8, § 1, 11 en 12, van dit decreet of van de overeenkomstig deze artikelen genomen besluiten.
Art. 34.Onverminderd artikel D. 152 van Boek I van het Milieuwetboek, kunnen de straffen die krachtens artikel 33 worden opgelopen op het dubbele van het maximum gebracht worden : 1° indien de overtreding begaan werd buiten de toegestane uren voor het vissen;2° indien de overtreding in bende of in vereniging is begaan;3° indien de overtreding in een natuurreservaat bedoeld in artikel 6 van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud is begaan. In deze gevallen, mag de minimale strafboete in elk geval niet lager zijn dan het drievoudige van het minimum bedoeld voor een overtreding van derde categorie in de zin van artikel D. 151 van Boek I van het Milieuwetboek.
Art. 35.§ 1. Wanneer een strafrechtelijke veroordeling tot strafbaarstelling van de overtreding van de artikelen 10, 11 en 12 van dit decreet of van zijn uitvoeringsbesluiten wordt uitgesproken, kan de rechter de verbeurdverklaring uitspreken van de voorwerpen die gediend hebben om de overtreding te begaan.
Onverminderd artikel D. 154, van Boek I van het Milieuwetboek, wordt er een overtreding van vierde categorie in de zin van artikel D. 151 van dit Boek begaan door degene die zich verzet tegen de overhandiging van de voorwerpen die gediend hebben om de overtreding te begaan, wanneer de Rechter de verbeurdverklaring van deze voorwerpen overeenkomstig het eerste lid uitspreekt. § 2. De schuldigen moeten deze voorwerpen aan de personeelsleden overhandigen die overeenkomstig artikel D.140, van Boek I van het Milieuwetboek belast zijn met het toezien op de naleving van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten die krachtens dit decreet genomen worden.
De vissen en rivierkreeften die op een illegale manier worden gevist, moeten onmiddellijk weer in het water geworpen worden.
Art. 36.De publieke vordering en de burgerlijke vordering volgende uit een overtreding van dit decreet en van de besluiten ter uitvoering daarvan genomen, verjaren na verloop van drie jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding gepleegd is.
Art. 37.De vervolgingen worden ambtshalve ingesteld.
Indien het uitsluitend gaat over een overtreding van artikel 5, dan geschieden de vervolgingen slechts op klacht van de visrechthouder. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen Afdeling I. - Overgangsbepalingen
Art. 38.Het vermogen, de rechten en plichten van het Visserijfonds ingesteld bij artikel 36 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, vervangen bij het decreet van 6 mei 1999, worden van ambtswege aan het Fonds overgedragen. Afdeling 2. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Onderafdeling 1. - Wijziging in boek I van het Milieuwetboek
Art. 39.Artikel D. 53 van Boek I van het Milieuwetboek, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2008 pub. 12/09/2008 numac 2008203215 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Boswetboek sluiten en bij het decreet van 4 februari 2010, wordt aangevuld als volgt : " § 8. De visserij- en hengelbeheersplannen van onderstroomgebied bedoeld in artikel 27 van het decreet van ... betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren worden onderworpen aan een milieueffectevaluatie overeenkomstig de artikelen D.49 tot D.61 van dit boek.".
Art. 40.In artikel D. 138 van hetzelfde boek, ingevoegd bij het decreet van 5 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/2008 pub. 15/10/2008 numac 2008029492 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende oprichting van de Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media en tot ontwikkeling van bijzondere initiatieven en middelen terzake in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 05/06/2008 pub. 20/06/2008 numac 2008202169 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu type decreet prom. 05/06/2008 pub. 09/09/2008 numac 2008029392 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, en de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 12 juni 2006 sluiten en gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2008, 15 juli 2008, 5 december 2008, 3 april 2009 en 22 juli 2010 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de streepjes vervangen door een opsomming die wordt aangevuld met een punt 13°, luidend als volgt : "13° het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren."; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De titels V en VI van dit deel zijn toepasselijk op de overtredingen bedoeld in artikel 102 van het Boswetboek en op de jachtwet van 28 februari 1882".
Art. 41.In artikel D.140, § 1, vijfde lid, van hetzelfde boek, ingevoegd bij het decreet van 5 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/2008 pub. 15/10/2008 numac 2008029492 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende oprichting van de Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media en tot ontwikkeling van bijzondere initiatieven en middelen terzake in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 05/06/2008 pub. 20/06/2008 numac 2008202169 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu type decreet prom. 05/06/2008 pub. 09/09/2008 numac 2008029392 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, en de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 12 juni 2006 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 22 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010027173 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende goedkeuring van het avenant van 30 april 2010 aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie type decreet prom. 22/07/2010 pub. 24/08/2010 numac 2010204389 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende oprichting van de "Conseil de la Fiscalité et des Finances de Wallonie" type decreet prom. 22/07/2010 pub. 09/08/2010 numac 2010204226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen sluiten worden de woorden "van het Boswetboek, van de jachtwet van 28 februari 1882 en van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij" vervangen door de woorden "van het Boswetboek, van de jachtwet van 28 februari 1882.".
Art. 42.Artikel D.146 van hetzelfde Boek, gewijzigd bij het decreet van 22 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010027173 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende goedkeuring van het avenant van 30 april 2010 aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie type decreet prom. 22/07/2010 pub. 24/08/2010 numac 2010204389 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende oprichting van de "Conseil de la Fiscalité et des Finances de Wallonie" type decreet prom. 22/07/2010 pub. 09/08/2010 numac 2010204226 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen sluiten, wordt aangevuld met een punt 10°, luidend als volgt : "10° de vaartuigen naar de oever laten komen om hun inhoud te controleren.".
Art. 43.In artikel D.157 van hetzelfde boek wordt paragraaf 2 aangevuld met een punt 5°, luidend als volgt : "5° het opnieuw uitzetten van vis bij overtreding van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren.".
Art. 44.In artikel D. 159 van hetzelfde boek, ingevoegd bij het decreet van 5 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/2008 pub. 15/10/2008 numac 2008029492 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende oprichting van de Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media en tot ontwikkeling van bijzondere initiatieven en middelen terzake in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 05/06/2008 pub. 20/06/2008 numac 2008202169 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu type decreet prom. 05/06/2008 pub. 09/09/2008 numac 2008029392 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, en de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 12 juni 2006 sluiten en gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2008, 19 maart 2009, 22 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, vijfde lid, worden de woorden "en de personeelsleden en boswachters wat betreft de overtredingen van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij" opgeheven en worden de woorden "wat betreft de overtredingen van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren." ingevoegd aan het einde van het lid; 2° in paragraaf 2 wordt punt 6° gewijzigd als volgt : "6° de overtredingen van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren". Onderafdeling 2. - Wijziging in het Waterwetboek
Art. 45.In artikel D.27, § 4, van het Waterwetboek, worden de woorden "het Beheerscomité, zoals ingesteld bij artikel 22 van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren, de "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), zoals ingesteld bij artikel 24 van hetzelfde decreet" ingevoegd tussen de woorden "het Comité voor watercontrole," en de woorden "alsmede van elke andere instantie waarvan zij het advies nuttig acht".
Art. 46.In artikel D.28, § 4, van het Waterwetboek, worden de woorden "het Visbeheerscomité, zoals ingesteld bij artikel 22 van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructuren, de "Conseil supérieur wallon de la Pêche" (Waalse Hoge Visraad), zoals ingesteld bij artikel 24 van hetzelfde decreet" ingevoegd tussen de woorden "het Comité voor watercontrole," en de woorden "alsmede van elke andere instantie waarvan zij het advies nuttig acht".
Onderafdeling 3. - Opheffingsbepaling
Art. 47.De wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij wordt opgeheven, met uitzondering van de artikelen 9, vierde lid, en 31. Afdeling 3. - Bepaling betreffende de inwerkingtreding
Art. 48.De Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt uiterlijk op 1 januari 2016.
Zij kan beslissen dat de inwerkingtreding van sommige bepalingen voorafgaat aan het geheel van de bepalingen van dit decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 27 maart 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed;
C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 986 (2013-2014). Nrs 1 tot 5.
Volledig verslag, plenaire vergadering van 26 maart 2014.
Bespreking Stemming.