Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 02 april 2015
gepubliceerd op 29 april 2015

Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en verschillende maatregelen tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en tot wijziging van Boek I van het Leefmilieuwetboek

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015201976
pub.
29/04/2015
prom.
02/04/2015
ELI
eli/besluit/2015/04/02/2015201976/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2015. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en verschillende maatregelen tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en tot wijziging van Boek I van het Leefmilieuwetboek


De Waalse Regering, Gelet op Boek I van het Leefmilieuwetboek, artikel D.53, § 1 ;

Gelet op het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen, artikelen 22, 23, 31, 40, lid 3, 41, lid 2, 46, § 1, § 2, lid 1, en § 3, 47, lid 3, 48, § 4, 49, lid 2, 52, § 2, 59, § 2, 61, lid 4, 84, § 1, lid 2, en § 2, lid 1, 92, lid 1, 93, lid 2, 96, 100, 101, § 4 en § 5, en 115 ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 2014;

Gelet op het evaluatierapport waarin vastgesteld wordt dat dit besluit geen weerslag heeft op de respectievelijke toestand van mannen en vrouwen, overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 57.098/2 van de Raad van State, gegeven op 9 maart 2009 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de « Commission régionale de l'aménagement du territoire » (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening), gegeven op 7 november 2014;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de Wallonie" (Sociaal-economische Raad van Wallonië), gegeven op 24 november 2014;

Op de voordracht van de Minister van Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Begripsomschrijving

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « administratie » : de Directie Handelsvestigingen van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationele directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;2° « decreet » : het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen;3° « LOGIC » : de software die als hulpmiddel bij de besluitvorming dient;4° « Minister » : de Minister van Economie;5° « Waarnemingscentrum voor de Handel » : de instantie ingesteld bij artikel 2, § 1, van het decreet;6° « besluit » : het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 tot bepaling van de criteria die bij het onderzoek van de handelsvestigingsprojecten in overweging genomen moeten worden. § 2. Voor de toepassing van artikel 49 van het decreet wordt verstaan onder elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte, de zending : 1° hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangbewijs;2° hetzij via elke soortgelijke formule, ongeacht de gebruikte postdistributiedienst, met inbegrip van de informaticamiddelen;3° hetzij door de inbewaargeving van de akte tegen ontvangbewijs. HOOFDSTUK II - Erkenning van de ontwerpers van projecten van gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling Afdeling 1 - Erkenningsvoorwaarden

Art. 2.Om erkend te worden als ontwerper van projecten van gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling, vervult de aanvrager de volgende voorwaarden : 1° niet in een toestand van belangenconflicten verkeren die de opmaak of de onafhankelijke herziening van de gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling in gevaar kan brengen;2° beschikken over het materiaal en de technische en menselijke middelen die nodig zijn voor de opmaak of de herziening van de gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling;3° binnen zijn maatschappelijk doel beschikken over de materies betreffende de handelsvestigingen; 4° beschikken over erkende competenties of nuttige ervaring in vakken i.v.m. geografie, geomarketing, economie, ruimtelijke ordening, mobiliteit en leefmilieu; 4° beschikken over competenties voor de coördinatie van het geheel van de elementen die de gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling samenstellen of tot hun opstelling bijdragen;5° beschikken over voldoende financiële garanties om de toevertrouwde opdrachten te vervullen;6° gedekt zijn door een verzekeringspolis of zich verbinden tot het sluiten van een verzekeringspolis ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit de activiteiten waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, met inachtneming van artikel 8 van het decreet van 10 december 2009. Afdeling 2 - Erkenningsprocedure

Art. 3.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt ingediend d.m.v. het formulier waarvan het model in bijlage 1 opgenomen is.

De aanvraag wordt bij de administratie ingediend via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte. § 2.

De aanvraag bevat op zijn minst de in bijlage 1 opgenomen gegevens en, in ieder geval, een afschrift van de statuten alsook de lijst van de bestuurders of de beheerders als het om een rechtspersoon gaat.

Art. 4.Bij gebrek aan de gegevens vermeld in artikel 3, § 2, of in bijlage 1 is de aanvraag onvolledig.

De aanvraag is onontvankelijk : 1° als ze niet overeenkomstig artikel 3, § 1, ingediend wordt;2° als ze twee keer onvolledig verklaard wordt overeenkomstig artikel 5, lid 3;3° als de aanvrager de opgevraagde gegevens niet verstrekt binnen de termijn bepaald bij artikel 5.

Art. 5.De administratie stuurt haar beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden wordt via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte aan de aanvrager binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de datum waarop zij de aanvraag in ontvangst neemt.

Als de aanvraag onvolledig is, wijst de administratie de aanvrager op de ontbrekende stukken. De aanvrager beschikt over dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden werd, om de opgevraagde gegevens aan de administratie te sturen via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte.

Binnen tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende stukken, stuurt de administratie haar beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden wordt via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte. Indien de administratie een tweede maal acht dat de aanvraag onvolledig is, verklaart zij die aanvraag onontvankelijk.

Als de aanvraag onontvankelijk is, geeft de administratie de aanvrager kennis van de redenen van de onontvankelijkheid op de wijze en binnen de termijn bedoeld in lid 1 of, desgevallend, binnen de termijn bedoeld in lid 3.

Art. 6.Als de administratie haar beslissing niet op de wijze en binnen de termijnen bedoeld in artikel 5 aan de aanvrager heeft gestuurd, wordt de aanvraag als volledig en ontvankelijk beschouwd.

Art. 7.§ 1. Zodra een aanvraag volledig en ontvankelijk wordt verklaard of geacht, richt de administratie ze voor advies aan de Erkenningscommissie bedoeld in artikel 13. § 2. De Erkenningscommissie geeft advies aan de administratie binnen een termijn van veertig dagen die ingaat op de datum van ontvangst van de adviesaanvraag en maakt er een afschrift van over aan de aanvrager. § 3. De beslissing van de Minister wordt via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte aan de aanvrager gestuurd binnen vijfenzeventig dagen, met ingang op de datum van verzending van de beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden wordt of op de datum van de dag volgend op de termijn toegestaan aan de administratie om bedoelde beslissing te versturen. § 4. De erkenningsbeslissing wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 8.De erkenning duurt vijf jaar. Afdeling 3. - Intrekking van de erkenning

Art. 9.In geval van wijziging van één van de gegevens vermeld in de erkenningsbeslissing geeft de erkende persoon de administratie daar kennis van via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte.

Art. 10.De administratie stuurt een waarschuwing aan de erkende persoon als ze vaststelt dat die : 1° hetzij niet meer voldoet aan de voorschriften vermeld in artikel 3;2° hetzij een belangrijk element van de erkenningsaanvraag wijzigt. De waarschuwing bedoeld in lid 1 vermeldt de termijn waarbinnen de erkende persoon ertoe gehouden is : 1° in het geval bedoeld in lid 1, 1°, aan de voorwaarden te voldoen;2° in het geval bedoeld in lid 1, 2°, haar kennis te geven van de maatregelen die hij overweegt te treffen om gevolg te geven aan de opgeworpen bemerkingen. De waarschuwing wordt gedaan bij aangetekend schrijven via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst en waarin op zijn minst de in dit artikel bedoelde gegevens en de termijn waarbinnen de administratie een antwoord verwacht vermeld worden.

Art. 11.De administratie kan op eigen initiatief of op voorstel van de gemeente of van de Erkenningscommissie een waarschuwing richten aan de erkende ontwerper van één of meer onvoldoende, onvolledige of kwalitatief matige projecten van gemeentelijke plannen voor handelsontwikkeling. De waarschuwing is een verzoek tot aanvulling of verbetering van de kwaliteit van het gemeentelijk plan voor handelsontwikkeling en vermeldt de termijn waarbinnen de administratie een antwoord verwacht.

Art. 12.§ 1. De erkenning wordt overeenkomstig de in paragraaf 2 bedoelde procedure ingetrokken : 1° als de erkende persoon de in artikel 10, lid 2, bedoelde verplichtingen niet nakomt binnen de voorgeschreven termijn;2° als het gemeentelijk plan voor handelsontwikkeling na de waarschuwing bedoeld in artikel 11 weer eens onvoldoende, onvolledig of kwalitatief matig wordt bevonden;3° als het gemeentelijk plan voor handelsontwikkeling niet is opgemaakt of herzien overeenkomstig artikel 3. § 2. Vooraleer de erkenning wordt ingetrokken, wordt de erkende persoon via elke zending met vaste dagtekening van de verzending in kennis gesteld van : 1° de redenen die de overwogen maatregelen rechtvaardigen;2° de mogelijkheid om zijn verweermiddelen schriftelijk te doen kennen binnen een termijn van twintig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van die informatie, en dat hij in dat opzicht het recht heeft om zijn verweermiddelen mondeling voor te dragen. De Minister gaat over tot de intrekking van de erkenning.

Alvorens te beslissen tot de intrekking van de erkenning verzoekt de Minister de Erkenningscommissie om adviesverlening binnen een termijn van veertig dagen. Bij gebrek aan advies binnen de toegestane termijn wordt de procedure voortgezet. § 3. De administratie stuurt de beslissing tot intrekking aan de bestemmeling via elke zending met vaste dagtekening van de verzending en de ontvangst van de akte. De beslissing tot intrekking wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Afdeling 4. - Erkenningscommissie

Art. 13.§ 1. Er wordt een Erkenningscommissie opgericht, hierna : de Commissie.

De Commissie heeft als opdracht advies te geven over de overeenkomstig dit besluit ingediende erkenningsaanvragen en over de erkenningsintrekkingen. § 2. De zetel van de Commissie is gevestigd in Namen.

Art. 14.§ 1. De Commissie is samengesteld uit vijf gewone leden : 1° een vertegenwoordiger van de Minister;2° twee deskundigen inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw, aangewezen binnen de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening;3° twee deskundigen ter vertegenwoordiging van het Waarnemingscentrum voor de Handel, aangewezen in zijn midden. Voor elke gewoon lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. Een plaatsvervangend lid heeft slechts zitting als het gewoon lid dat het vervangt afwezig is. § 2. De gewone en plaatsvervangende leden worden door de Minister aangewezen. Elk mandaat loopt vijf jaar, met ingang op de datum van het aanwijzingsbesluit, en is hernieuwbaar. Als een mandaat voor de vervaldatum vacant is, wordt de plaatsvervanger aangewezen voor de nog te lopen duur ervan.

De functie van lid van de Commissie is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van vastgoedmakelaar betrokken bij handelsvestigingsprojecten;2° de hoedanigheid van lid van elk onderzoeksbureau betrokken bij handelsvestigingsprojecten;3° de hoedanigheid van lid van een organisatie of een representatieve vereniging van de sector betrokken bij handelsvestigingsprojecten;4° met uitzondering van de functie bedoeld in paragraaf 1, 2°, elke statutaire of contractuele band als ambtenaar of personeelslid van het Gewest. § 3. De Minister wijst de voorzitter van de Commissie aan onder de leden bedoeld in paragraaf 1, 2° en 3°. § 4. De aanwijzing als lid van de Commissie eindigt op de vervaldatum van het mandaat bedoeld in paragraaf 2 of in geval van verlies van de hoedanigheid waarin het lid is aangewezen.

Op voorstel van de voorzitter van de Commissie of van zijn plaatsvervanger en na verhoor kan elk lid van de Commissie door de Minister uit zijn functie ontzet worden in geval van kennelijk wangedrag of van ernstige tekortkoming in de nakoming van zijn verplichtingen. § 5. De reiskosten van de leden worden op hun verzoek vergoed op de wijze voorzien voor de personeelsleden van de diensten van de Regering krachtens de Ambtenarencode.

Art. 15.§ 1. De voorzitter leidt de werkzaamheden van de Commisssie. § 2. De adviezen van de Commisssie worden bij gewone meerderheid van stemmen van haar leden uitgebracht. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3. De Commissie beraadslaagt slechts op geldige wijze als de meerderheid van haar leden aanwezigis. § 4. De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar. § 5. De Commissie maakt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister. HOOFDSTUK III. - Vergunning voor een handelsvestiging Afdeling 1. - Procedure in eerste aanleg

Onderafdeling 1. - Dossier betreffende de aanvraag tot handelsvestigingsvergunning

Art. 16.De aanvraag tot handelsvestigingsvergunning bevat de gegevens bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit en de elementen vermeld in artikel 37 van het decreet.

Art. 17.Wanneer de in artikel 16 bedoelde aanvraag of papieren formaat wordt gezonden, wordt ze in drie exemplaren ingediend. Indien het project voor een handelsvestiging zich uitstrekt op het grondgebied van meerdere gemeenten, wordt het aantal exemplaren verhoogd met het aantal overige gemeenten op het grondgebied waarvan het project gevestigd is. Indien het project voor een handelsvestiging een netto handelsoppervlakte van meer dan 20 000 m2 betreft en op een afstand van minder dan twintig kilometer van en ander gewest of van meerdere andere gewesten gelegen is, wordt het aantal exemplaren verhoogd met het aantal overige betrokken gewesten.

Onderafdeling 2. - Openbaar onderzoek

Art. 18.De dag waarop de bevoegde overheid de beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk wordt verklaard stuurt of na afloop van de in artikel 33, § 1 of § 3 van het decreet bedoelde termijn, zendt ze een afschrift van de in artikel 16 bedoelde aanvraag aan de aangrenzende gemeenten.

Art. 19.Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 18.

Art. 20.Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de bevoegde overheid en de ambtenaar bevoegd voor de handelsvestigingen wanneer hij niet de bevoegde overheid is, het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek. Daarbij voegt hij, in voorkomend geval, zijn advies als het uitgebracht is.

Onderafdeling 3 - Advies en modaliteiten van het administratieve overleg betreffende de aanvragen tot handelsvestigingsvergunning

Art. 21.§ 1. Overeenkomstig artikel 40, derde lid, van het decreet zijn de adviesautoriteiten en -instanties degene bedoeld in artikel 39 van het decreet. § 2. De adviezen bedoeld in de artikelen 38 tot 40 van het decreet bevatten minstens de volgende gegevens : 1° de identificatie van de geraadpleegde instantie;2° de refertes van het project;3° de naam, voornaam en hoedanigheid van de auteur van het advies;4° de beschrijving van de effecten van het project;5° het examen van de opportuniteit van het project ten opzichte van de bevoegdheden van de geraadpleegde instantie;6° in geval van gunstig advies, de voorwaarden die behoren tot de bevoegdheid van de geraadpleegde instantie en waaronder het project voor een handelsvestiging zou moeten worden onderworpen;7° in geval van ongunstig advies, de redenen die het rechtvaardigen. § 3. Het advies van het Waarnemingscentrum voor de Handel bedoeld in artikel 39 van het decreet omvat voor elk criterium bedoeld in artikel 44, eerste lid, en elk ondercriterium bepaald in het besluit, een afzonderlijke evaluatie en concludeert met een globale evaluatie.

Art. 22.§ 1. Indien de geraadpleegde instanties wensen dat de overlegvergadering bedoeld in artikel 41 van het decreet georganiseerd wordt, stellen ze de in artikel 29 van het decreet bepaalde bevoegde overheid door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, in kennis daarvan binnen een termijn van : 1° tien dagen als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een handelsvestigingsproject met minder dan 2 500 m2 netto-handelsoppervlakte;2° dertig dagen als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een handelsvestigingsproject met een netto-handelsoppervlakte gelijk aan of hoger dan 2 500 m2. Indien de bevoegde overheid wenst dat de overlegvergadering georganiseerd wordt, stelt ze de geraadpleegde instanties overeenkomstig het eerste lid in kennis daarvan. § 2. De bevoegde overheid bepaalt de datum en de plaats van de overlegvergadering. Die vergadering wordt georganiseerd binnen een termijn van vijfentwintig dagen in de gevallen bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en vijftig dagen in de gevallen bedoeld in § 1, eerste lid, 2°. De bevoegde overheid nodigt er de geraadpleegde instantie door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent. § 3. De in § 1 en § 2 bedoelde termijnen worden berekend vanaf het moment waarop de geraadpleegde instanties overeenkomstig artikel 38 van het decreet het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en de eventuele aanvullende gegevens ontvangen. Als er meer ontvangstdata zijn, worden de termijnen vanaf de laatst komende ontvangstdatum berekend. § 4. De bevoegde overheid maakt de notulen van de overlegvergadering op en voegt het bij het dossier betreffende de aanvraag tot handelsvestigingsvergunning. Afdeling 2. - Beroep tegen een handelsvestigingsvergunning

Art. 23.Het in artikel 48 van het decreet bedoelde beroep wordt in vier exemplaren aan de Beroepscommissie overgemaakt bij haar binnen het bestuur gelegen zetel. Het beroep wordt via het formulier bedoeld in bijlage 5 ingediend.

Art. 24.Het beroep wordt door de verzoeker ingediend en bevat minstens de volgende gegevens : 1° de volledige identificatie van de verzoeker waarvan de naam, de voornaam en het adres;indien de verzoeker een rechtspersoon is, zijn benaming of firmanaam, zijn rechtsvorm en het adres van de maatschappelijke zetel alsook de naam, voornaam, adres en hoedanigheid van de persoon die gemachtigd wordt om het beroep in te dienen; 2° de volledige identificatie van de contactpersoon voor de opvolging van het dossier;3° de referenties, het voorwerp en de datum van de betwiste beslissing;4° de identificatie van het project;5° de tegen de betwiste beslissing ontwikkelde middelen;6° in voorkomend geval, een verzoek van de verzoeker om gehoord te worden door de beroepscommissie.

Art. 25.§ 1. Zodra het beroep wordt ontvangen, maakt de Beroepscommissie er een afschrift van over aan de ambtenaar bevoegd voor de handelsvestigingen, aan de verzoeker en aan het gemeentecollege van de gemeente op het grondgebied waarvan het geheel of een gedeelte van de inrichting is gelegen behalve indien ze de auteurs van het beroep zijn. § 2. Het beroep wordt meegedeeld aan het publiek volgens de modaliteiten bedoeld in artikel D.29-22, § 2, van Boek I van het Milieuwetboek behalve het vierde lid, 6°. § 3. De Beroepscommissie informeert de verzoeker over de datum, het uur en de plaats van zijn gehoor wanneer hij erom heeft verzocht gehoord te worden. § 4. De Commissie kan het advies van elke overheid dat ze nuttig acht, horen of vragen en de termijn waarin het advies wordt uitgebracht, bepalen.

De Commissie kan met name horen of de bijstand inroepen van : 1° de ambtenaar bevoegd voor de handelsvestigingen;2° het Waarnemingscentrum voor de Handel 3° de betrokken gemeente(n);4° de aanvrager. De geraadpleegde instanties versturen hun advies binnen een termijn van dertig dagen als het beroep slaat op een handelsvestigingsproject met minder dan 2 500 m2 netto-handelsoppervlakte, of van zestig dagen als het beroep een handelsvestigingsproject met een netto-handelsoppervlakte gelijk aan of hoger dan 2 500 m2 betreft, te rekenen van de datum van ontvangst van het verzoek om adviesverlening.

Art. 26.De minimale inhoud van de bij de indiening van het beroep vereiste adviezen is gelijk aan de in artikel 21 bepaalde inhoud.

Het advies van het Waarnemingscentrum voor de Handel bedoeld in artikel 48, § 4, tweede lid, van het decreet omvat voor elk criterium bedoeld in artikel 44, eerste lid, en elk ondercriterium bepaald in het besluit, een afzonderlijke evaluatie en concludeert met een globale evaluatie.

Art. 27.De Beroepscommissie stuurt haar beslissing aan de verzoeker binnen de termijn bedoeld in artikel 48, § 5, van het decreet en maakt er een afschrift over aan : 1° de bevoegde overheid in eerste instantie;2° het gemeentecollege van de gemeente op het grondgebied waarvan het geheel of een gedeelte van de inrichting is gelegen;3° de overheden die tijdens de procedure binnen de voorgeschreven termijn een advies hebben uitgebracht;4° de ambtenaar bevoegd voor de handelsvestigingen en aan de aanvrager van de handelsvestigingsvergunning behalve indien ze de auteurs van het beroep zijn. HOOFDSTUKG IV. - Geïntegreerde vergunning Afdeling 1. - Procedure in eerste aanleg

Onderafdeling 1. - Dossier betreffende de aanvraag tot geïntegreerde vergunning

Art. 28.§ 1. Naast de in bijlage 2 bij dit besluit bedoelde gegevens omvat de aanvraag tot geïntegreerde vergunning : 1° in het geval bedoeld in artikel 1, 6°, a, van het decreet : alle gegevens vereist voor de indiening van een aanvraag tot globale vergunning overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten;2° in het geval bedoeld in artikel 1, 6°, b, van het decreet : alle gegevens vereist voor de indiening van een milieuvergunningsaanvraag overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten;3° in het geval bedoeld in artikel 1, 6°, c, van het decreet : alle gegevens vereist voor de indiening van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning overeenkomstig de bepalingen van het CWATUPE of elke andere in de plaats tredende bepaling. § 2. Wanneer de in § 1 bedoelde aanvraag of papieren formaat wordt gezonden, wordt ze in vier exemplaren ingediend. Indien het project voor een handelsvestiging zich uitstrekt op het grondgebied van meerdere gemeenten, wordt het aantal exemplaren van de vergunningsaanvraag verhoogd met het aantal overige gemeenten op het grondgebied waarvan het project gevestigd is. Indien het project voor een handelsvestiging een netto handelsoppervlakte van meer dan 20 000 m2 betreft en op een afstand van minder dan twintig kilometer van en ander gewest of van meerdere andere gewesten gelegen is, wordt het aantal exemplaren verhoogd met het aantal overige betrokken gewesten.

Onderafdeling 2. - Openbaar onderzoek

Art. 29.De dag waarop de voor de handelsvestigingen bevoegde ambtenaar de beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk wordt verklaard stuurt of na afloop van de in artikel 87, § 2 of § 3 van het decreet bedoelde termijn, zendt hij een afschrift van de in artikel 28 bedoelde aanvraag aan de aangrenzende gemeenten.

Art. 30.Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 29.

Art. 31.Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de bevoegde overheid en de voor de handelsvestigingen bevoegde ambtenaar en volgens het geval de technisch en/of gemachtigd ambtenaar, het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek. Daarbij voegt hij, in voorkomend geval, zijn advies als het uitgebracht is.

Onderafdeling 3. - Advies van het Waarnemingscentrum voor de Handel en modaliteiten van het administratieve overleg betreffende de aanvragen tot geïntegreerde vergunning

Art. 32.Het advies van het Waarnemingscentrum voor de Handel bedoeld in artikel 91, derde en vierde lid, van het decreet omvat voor elk criterium bedoeld in artikel 44, eerste lid, en elk ondercriterium bepaald in het besluit, een afzonderlijke evaluatie en concludeert met een globale evaluatie.

Art. 33.§ 1. Indien de geraadpleegde administraties of overheden wensen dat de overlegvergadering bedoeld in artikel 93 van het decreet georganiseerd wordt, stellen ze de bevoegde overheid door elk middel dat een vaste datum verleent in kennis daarvan binnen een termijn van : 1° tien dagen als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een handelsvestigingsproject met minder dan 2 500 m2 netto-handelsoppervlakte;2° dertig dagen als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een handelsvestigingsproject met een netto-handelsoppervlakte gelijk aan of hoger dan 2 500 m2. Indien de bevoegde overheid wenst dat de overlegvergadering georganiseerd wordt, stelt ze de geraadpleegde instanties overeenkomstig het eerste lid in kennis daarvan. § 2. De bevoegde overheid bepaalt de datum en de plaats van de overlegvergadering. Die vergadering wordt georganiseerd binnen een termijn van vijfentwintig dagen in de gevallen bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en vijftig dagen in de gevallen bedoeld in § 1, eerste lid, 2°. De bevoegde overheid nodigt er de geraadpleegde administraties en overheden bij aangetekend schrijven. § 3. De in § 1 en § 2 bedoelde termijnen worden berekend vanaf het moment waarop de geraadpleegde administraties en overheden overeenkomstig artikel 90 van het decreet het dossier betreffende de vergunningsaanvraag en de eventuele aanvullende gegevens ontvangen.

Als er meer ontvangstdata zijn, worden de termijnen vanaf de laatst komende ontvangstdatum berekend. § 4. De bevoegde overheid maakt de notulen van de overlegvergadering op en voegt ze bij het dossier betreffende de aanvraag tot geïntegreerde vergunning en, in voorkomend geval, bij het samenvattend verslag bedoeld in artikel 95 van het decreet.

Onderafdeling 4 - Beslissing betreffende de geïntegreerde vergunning

Art. 36.De in artikel 96 van het decreet bedoelde beslissing wordt gemotiveerd ten opzichte van de in artikel 44, eerste lid, van het decreet bedoelde criteria en van de in het besluit bepaalde ondercriteria onverminderd, voor de geïntegreerde vergunning, van de relevante bepalingen van het CWATUPE en van het decreet betreffende de milieuvergunning. Afdeling 2. - Bijhouden van het register van de geïntegreerde

vergunningen

Art. 37.§ 1. Het gemeentebestuur van elke gemeente op wier grondgebied zich de inrichting bevindt maakt in haar register melding van de toegekende geïntegreerde vergunning binnen de tien dagen volgend op : 1° ofwel het nemen van de beslissing door het gemeentecollege;2° ofwel de ontvangst van de gezamenlijk getroffen beslissing van de ambtenaar handelsvestigingen, de technisch ambtenaar en/of de gemachtigde ambtenaar;3° ofwel het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 99 van het decreet als het samenvattend verslag verstuurd is overeenkomstig artikel 95 van het decreet en indien het een gunstig advies bevat van de ambtenaar handelsvestigingen, van de technisch ambtenaar en/of de gemachtigd ambtenaar. De ambtenaar handelsvestigingen maakt melding van de toegekende geïntegreerde vergunning in zijn register binnen de tien dagen volgend op : 1° ofwel de ontvangst van de gezamenlijk getroffen beslissing van de ambtenaar handelsvestigingen, de technisch ambtenaar en/of de gemachtigde ambtenaar;2° ofwel de ontvangst van de beslissing van het gemeentecollege;3° ofwel het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 99 van het decreet als het samenvattend verslag verstuurd is overeenkomstig artikel 95 van het decreet en indien het een gunstig advies bevat van de ambtenaar handelsvestigingen, van de technisch ambtenaar en/of de gemachtigd ambtenaar. § 2. Wanneer de geïntegreerde vergunning toegekend is na een beroep, maken het gemeentebestuur bedoeld in paragraaf 1 en de ambtenaar handelsvestigingen melding van de toegekende geïntegreerde vergunning in hun register binnen de tien dagen : 1° te rekenen van de ontvangst van de beslissing die de Beroepscommissie heeft verstuurd overeenkomstig artikel 101, § 5, van het decreet;2° bij gebreke van verzending van een beslissing binnen de termijn bedoeld in artikel 101, § 5, van het decreet, te rekenen van het verstrijken van de termijn toegekend aan de beroepscommissie om haar beslissing aan de eiser te versturen.

Art. 38.In de registers van de ambtenaar handelsvestigingen en van het gemeentebestuur van elke gemeente op wier grondgebied zich de inrichting bevindt worden volgende gegevens vermeld : 1° de datum van de beslissing;2° de refertes van de beslissing : naam van de gemeente, gevolgd door een dossiernummer;3° de volledige identificatie van de houder van de geïntegreerde vergunning;4° de aard van het project met nummer en benaming van de betrokken rubriek(en) en/of werken onderworpen aan de stedenbouwkundige vergunning;5° de ligging van het project, met het adres van de bedrijfszetel;6° de datum waarop de beslissing uitvoerbaar is en de geldigheidsduur van de geïntegreerde vergunning.

Art. 39.Het gemeentebestuur van elke gemeente op wier grondgebied zich de inrichting bevindt en de ambtenaar handelsvestigingen houden het register bij van de geïntegreerde vergunningen met vermelding van : 1° de beslissing tot wijziging van de bedrijfsvoorwaarden, de beslissingen tot opschorting of intrekking van de geïntegreerde vergunningen voor het deel dat in de plaats treedt van de milieuvergunning of de globale vergunning;2° de beroepen ingediend tegen de beslissingen bedoeld in artikel 36 en hun al dan niet opschortend karakter en hun beslissingen;3° de beroepen ingediend tegen de beslissingen bedoeld onder 1° ;4° de afstanden van geïntegreerde vergunningen. Afdeling 3. - Beroep tegen een geïntegreerde vergunning

Art. 40.Het beroep bedoeld in artikel 101 van het decreet wordt in viervoudig exemplaar middels een formulier waarvan het model in bijlage 5 opgenomen is, naar de beroepscommissie gestuurd, te haren zetel gelegen in de administratie.

Art. 41.Het beroep wordt door de eiser ondertekend en bevat minstens volgende informatie : 1° de volledige identificatie van de eiser, waaronder zijn naam, voornaam en adres;als de eiser een rechtspersoon is, zijn benaming of firmanaam, zijn rechtsvorm, het adres van de maatschappelijke zetel, evenals de naam, voornaam, het adres en de hoedanigheid van de persoon die mandaat heeft om het beroep in te dienen; 2° de volledige identificatie van de contactpersoon voor de opvolging van het dossier;3° de refertes, het voorwerp en de datum van de aangevochten beslissing;4° de identificatie van het project;5° het belang van de eiser bij de indiening van het beroep in de gevallen bedoeld in artikel 101, § 1, 3°, van het decreet;6° de middelen ingezet tegen de aangevochten beslissing;7° in voorkomend geval, een verzoek van de eiser om gehoord te worden door de beroepscommissie.

Art. 42.§ 1. Zodra het beroep in ontvangst is genomen, wordt een afschrift ervan overgemaakt aan de ambtenaar handelsvestigingen, aan de eiser en aan het gemeentecollege van de gemeente op wier grondgebied de inrichting geheel of gedeeltelijk gelegen is behalve in het geval waarin zij zelf het beroep hebben ingediend. § 2. Het beroep wordt ter kennis van het publiek gebracht op de wijze bedoeld in artikel D.29-22, § 2, van Boek I van het Milieuwetboek, behoudens lid 4, 6°. § 3. De beroepscommissie licht de eiser in over de datum, het uur en de plaats van de hoorzitting wanneer de eiser verzoekt om gehoord te worden.

De Commissie kan elke overheid die zij nuttig acht horen. § 4. De Commissie kan met name de bijstand vragen van : 1° de ambtenaar bevoegd voor handelsvestigingen;2° het Waarnemingscentrum voor de handel;3° de technisch ambtenaar;4° de gemachtigd ambtenaar;5° de betrokken gemeente(n);6° de aanvrager. De geraadpleegde instanties versturen hun advies binnen een termijn van dertig dagen als de aanvraag slaat op een handelsvestigingsproject met minder dan 2 500 m2 of van zestig dagen als het beroep een handelsvestigingsproject van 2 500 m2 of meer dan 2 500 m2 betreft, te rekenen van de datum van ontvangst van het verzoek om adviesverlening.

De minimuminhoud van de bij de behandeling van het beroep vereiste adviezen is dezelfde als die omschreven in artikel 21.

Het advies van het Waarnemingscentrum voor de Handel, bedoeld in artikel 101, § 4, lid 2, van het decreet omvat voor elk criterium bedoeld in artikel 44, lid 1, van het decreet en voor elk subcriterium nader bepaald in het besluit, een afzonderlijke evaluatie en besluit vervolgens met een globale evaluatie.

Art. 43.De beslissing bedoeld in artikel 101, § 5, van het decreet wordt gemotiveerd ten opzichte van de criteria bedoeld in artikel 44, lid 1, van het decreet en de subcriteria nader bepaald in het besluit, onverminderd, voor de geïntegreerde vergunning, de relevante bepalingen van het Wetboek en het decreet betreffende de milieuvergunning.

Art. 44.De beroepscommissie geeft kennis van haar beslissing aan de eiser, zoals bedoeld in artikel 10, § 5, van het decreet en richt er een afschrift van aan : 1° de in eerste aanleg bevoegde overheid;2° het gemeentecollege van de gemeenten waar een openbaar onderzoek werd gehouden;3° het Waarnemingscentrum voor de Handel, evenals aan de overheden en instanties die tijdens de procedure binnen de opgelegde termijn advies hebben uitgebracht;4° de ambtenaar handelsvestigingen en de aanvrager van de geïntegreerde vergunning, behalve indien zij zelf het beroep hebben ingediend;5° de ambtenaar belast met het toezicht zoals omschreven in artikel 1, § 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en verscheidene maatregelen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning. HOOFDSTUK V. - Stelsel van de aanmelding

Art. 45.§ 1. De aanmelding bedoeld in artikel 46 van het decreet wordt middels het formulier waarvan het model opgenomen is in bijlage 3 in drievoudig exemplaar opgemaakt. § 2. De drie exemplaren van de aanmelding worden bij elk middel dat een vaste datum verleent aan de zending aan de bevoegde overheid bepaald overeenkomstig artikel 29 van het decreet verzonden. § 3. De aanmelding is onontvankelijk : 1° als ze niet overeenkomstig paragraaf 2 is verstuurd;2° als er inlichtingen of stukken, vereist krachtens bijlage 3, ontbreken. § 4. De bevoegde overheid meldt ontvangst en geeft kennis van de ontvankelijkheid van de aanmelding binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de datum van verzending van de aanmelding. Zoniet wordt de aanmelding ontvankelijk geacht.

Het bericht van ontvangst, de beslissing betreffende de ontvankelijkheid van de aanmelding en een exemplaar van de aanmelding worden door de aanmelder bewaard op de plaats van het handelsvestigingsproject. § 5. De bevoegde overheid noteert alle in ontvangst genomen aanmeldingen in een register, evenals de datum van het bericht van ontvangst dat overeenkomstig § 4 aan de aanmelder is overgemaakt.

Art. 46.Het register bestaat uit volgende onderdelen : 1° de datum van de aanmelding;2° het refertenummer van de aanmelding;naam van de gemeente, gevolgd door een dossiernummer; 3° het type project voor een handelsvestiging;4° de kadastrale percelen waarop het handelsvestigingsproject gelegen is;5° naam en adres van de aanmelder. HOOFDSTUK VI. - Vergunning voor een project voor een tijdelijke handelsvestiging

Art. 47.§ 1. De aanvraag tot verlenging van de geldiigheidsduur van een vergunning voor een tijdelijke handelsvestiging wordt bij elk middel dat een vaste datum dertig dagen voor verstrijken ervan aan de zending verleent ingediend bij de vergunningverstrekkende overheid. § 2. De aanvraag omvat de volgende gegevens : 1° de volledige identificatie van de aanvrager, waaronder zijn naam, voornaam en adres;als de aanvrager een rechtspersoon is, zijn benaming of firmanaam, zijn rechtsvorm, het adres van de maatschappelijke zetel, evenals de naam, voornaam, het adres en de hoedanigheid van de persoon die mandaat heeft om de aanvraag in te dienen; 2° de refertes, het voorwerp en de datum van de beslissing tot toekenning van de vergunning voor een tijdelijke handelsvestiging waarvoor een verlenging van de duurtijd is aangevraagd;3° de motieven van de aanvraag tot verlenging en de duur waarop de aanvraag betrekking heeft;4° elk nieuw gegeven dat niet vermeld was in de aanvankelijke aanvraag voor een vergunning voor een handelsvestiging. § 3. Binnen een termijn van drie werkdagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag wordt er een afschrift van de aanvraag verstuurd naar de gemeente op wier grondgebied het project voor een tijdelijke handelsvestiging gelegen is of aan de voor de handelsvestiging bevoegde ambtenaar. § 4. De bevoegde overheid verstuurt haar beslissing aan de aanvrager binnen een termijn van twintig dagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag tot verlenging. De bevoegde overheid richt eveneens een afschrift van de beslissing aan de gemeente op wier grondgebied het project voor een tijdelijke handelsvestiging gelegen is of aan de voor de handelsvestiging bevoegde ambtenaar.

HOOFDSTUL VII. - Wijziging en uitbreiding

Art. 48.Overeenkomstig de artikelen 47 en 104, § 1, lid 2, van het decreet verstuurt de houder van de vergunning of de persoon die de aanmelding bedoeld in artikel 46 van het decreet heeft ingediend een afschrift van de lijst verbouwingen of uitbreidingen die in het project voor een handelsvestiging tot stand zijn gekomen jaarlijks vanaf de uitvoering van de vergunning of de indiening van de aanmelding bedoeld in artikel 46 van het decreet aan het gemeentecollege van de gemeente op wier grondgebied het project voor een handelsvestiging gelegen is of aan de gemeentecolleges van de gemeenten op wier grondgebied het project voor een handelsvestiging gelegen is en aan de ambtenaar bevoegd voor de handelsvestigingen. HOOFDSTUK VIII. - Verplichting van de houder van de vergunning

Art. 49.§ 1. Het bij artikel 61, lid 2, van het decreet vereiste advies is conform het model van de aanplakbrief opgenomen in bijlage 4. § 2. Het advies vermeldt in voorkomend geval de naam van de betrokken gemeente, het type verstrekte vergunning, de datum van aflevering van de vergunning en de datum van eventuele verlenging ervan, de verstrekkende overheid, het voorwerp van de vergunning, de vermoedelijke duur van de werf, de naam, het adres en het telefoonnummer van de aannemer of werfverantwoordelijke, evenals de uurregeling van de werf. § 3. De aanplakbrief wordt in het zwart op wit papier van formaat DIN A3 gedrukt. Hij wordt zo aangeplakt dat hij gemakkelijk te lezen is, op de grens van het goed en de aangrenzende openbare weg, evenwijdig met de openbare weg en op een hoogte van anderhalve meter, desnoods aangeplakt op een scherm of opgehangen aan een paal. De brief moet in onberispelijke staat van zicht- en leesbaarheid worden gehouden tijdens de gehele duur van de aanplakking.

Indien het een geïntegreerde vergunning betreft voor met name infrastructuurwerken, wordt het bericht minstens op twee plaatsen op de sectie van de betrokken infrastructuur aangeplakt. Als de handelingen en de werken betrekking hebben op een sectie van meer dan 100 meter lang of op verschillende secties, wordt die aanplakking al naar gelang elke honderd meter of op elke sectie vereist.

Wanneer het met name handelingen of werken betreft met betrekking tot een vloeroppervlakte van meer dan 1 000 m2, moet de inhoud van de bijlage bovendien in grote letters vermeld worden op een paneel van minstens 4m2. HOOFDSTUK IX. - Berekening van de termijnen voor vergunningen en beroepen

Art. 50.Krachtens de artikelen 49 en 104, § 1, lid 2, van het decreet worden volgende handelswijzen om een verzending en de ontvangst van een akte van een vaste dagtekening te voorzien erkend : 1° ofwel bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst;2° ofwel door elke gelijkaardige formule te gebruiken om de verzending en de ontvangst van een akte van een vaste dagtekening te voorzien, ongeacht de uitreikingsdienst die gebruikt wordt;3° ofwel door de akte in te dienen tegen ontvangstbevestiging. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 51.Bijlage V bij het reglementair deel van Boek I van het Milieuwetboek, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2010 en bij het decreet van 27 maart 2014, wordt als volgt aangevuld : « 23. het gewestelijk plan voor handelsontwikkeling, bedoeld in artikel 10, 1°, van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen; 24. het gemeentelijk plan voor handelsontwikkeling, bedoeld in artikel 10, 2°, van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen.".

Art. 52.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 22 februari 2005 tot verduidelijking van de criteria waarmede rekening moet worden gehouden bij het onderzoek van ontwerpen van handelsvestiging en de samenstelling van het sociaal-economisch dossier;2° het koninklijk besluit van 1 maart 2005 betreffende de voorafgaande verklaring bedoeld in artikel 10, § 1, van de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen;3° het koninklijk besluit van 1 maart 2005 tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vergunning van de handelsvestiging door aanplakking bedoeld bij artikel 12 van de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen.

Art. 53.Artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2014 betreffende de oprichting van het Waals interministerieel comité voor de distributie wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 9.Het Comité neemt kennis van de beroepen ingediend op grond van de wet van 13 augustus 2004. ».

Art. 54.Het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen treedt in werking op 1 juni 2015, evenals de uitvoerinsgbesluiten ervan.

Art. 56.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 2 april 2015 De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage 1 : formulier voor de aanvraag tot erkenning Adres waaraan dit formulier gericht moet worden : Waalse Overheidsdienst (SPW) Operationele directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek Departement Economische Ontwikkeling Directie Handelsvestigingen Place de la Wallonie 1 5100 Namen 1. Identificatie van de aanvrager A.Indien natuurlijke persoon : Naam en voornaam . . . . .

Geboortedatum . . . . .

Rijksregisternummer (een afschrift van de identiteitskaart bijvoegen) . . . . . . . . . . . . . . . . . - . . . . . . . . . . .

Adres Straat, laan, plaats,... (nader bepalen) Nr.Bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode Gemeente . . . . . . . . . . . . . . .

Land . . . . .

Telefoonnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Faxnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

E-Mail . . . . .

Bedrijfsnummer . . . . . (btw indien aanwezig) (BE indien aanwezig) (nummer met tien cijfers) B. Indien andere rechtspersonen dan publiekrechtelijke rechtspersonen : Benaming van het bedrijf : . . . . .

Handelsnaam . . . . .

Adres van de maatschappelijke zetel Straat, laan, plaats,... (nader bepalen) Nr. Bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode Gemeente . . . . . . . . . . . . . . .

Land . . . . .

Adres van de exploitatiezetel . . . . .

Straat, laan, plaats,... (nader bepalen) Nr. Bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode Gemeente . . . . . . . . . . . . . . .

Land . . . . .

Telefoonnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Faxnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

E-Mail . . . . .

Bedrijfsnummer . . . . . (btw indien aanwezig) (BE indien aanwezig) (nummer met tien cijfers) Lijst op naam van de bestuurders, zaakvoerders of personen met bevoegdheid om het bedrijf te binden (Een bijgewerkt afschrift van de statuten bijvoegen) Contactpersoon . . . . .

C. Indien publiekrechtelijke rechtspersoon Benaming . . . . .

Adres Straat, laan, plaats,... (nader bepalen) Nr. Bus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode Gemeente . . . . . . . . . . . . . . .

Land . . . . .

Telefoonnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Faxnr. + . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

E-Mail . . . . .

Contactpersoon . . . . . 2. Objectiviteit - onafhankelijkheid Een verklaring op erewoord indienen waaruit blijkt dat de aanvrager en, als het gaat om een rechtspersoon, de bestuurders, zaakvoerders of personen met bevoegdheid om deze rechtspersoon te binden, zich niet in een toestand bevindt(-en) waar de opdrachten niet meer vervuld kunnen worden op een objectieve en onafhankelijke manier.3. Materiaal en technischen middelen -Een nota verstrekken met de lijst van het materiaal en van de nodige technische middelen voor het goede verloop van de opdrachten waarvoor de erkenning wordt aangevraagd.4. Specifieke informatie Een nota verstrekken waaruit blijkt dat de erkenningsaanvrager over de volgende bevoegdheden beschikt : 1° de nodige bevoegdheden om het gemeentelijk plan voor handelsontwikkeling te coördineren;2° bevoegdheden inzake aardrijkskunde, geomarketing, economie, ruimtelijke ordening, mobiliteit en leefmilieu. In de nota worden ook de diploma's, kwalificaties en referenties van de aanvrager, van de medewerkers die door een arbeidscontract aan de aanvrager gebonden zijn, en van de eventuele onderaannemers, vermeld.

Handtekening van de aanvrager Ik bevestig dat alle in dit formulier vermelde gegevens juist zijn en met de huidige toestand overeenstemmen.

Datum : Naam, Voornaam, handtekening Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 betreffende de procedure en verschillende uitvoeringsbepalingen van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en houdende wijziging van Boek I van het Milieuwetboek.

Namen, 2 april 2015.

P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage 2 : formulier voor de aanvraag van een vergunning voor een handelsvestiging A. Verkregen informatie : PROFIEL : - Naam en handelsnaam van het bedrijf - Adres van het bedrijf (straat, nr., postcode, land) - Juridisch statuut - Ondernemingsnummer - Statuut van de aanvrager - Naam en voornaam van de contactpersoon - Adres van de contactpersoon (straat, nr., postcode, land) PERCEEL : - Ligging van elk perceel - Eigendomsverhouding voor elk perceel KENMERKEN VAN HET PROJECT : - Naam van het project - Type project zoals bedoeld in artikel 1, 3° van het decreet - Oppervlakte (m2) van de periodieke goederen, lichte semi-periodieke goederen stroom, zware semi-periodieke goederen - Aantal deeltijdse betrekkingen met betrekking tot de periodieke goederen, lichte semi-periodieke goederen stroom, zware semi-periodieke goederen - Aantal voltijdse betrekkingen met betrekking tot de periodieke goederen, lichte semi-periodieke goederen stroom, zware semi-periodieke goederen - Aantal parkeerplaatsen - Jaarlijks aantal bezoekers - Oppervlakte (m2) van elke cel van het project - Precieze identificatie van één enkel type uithangbord voor elke cel van het project - Type van elke functie indien aanwezig in het project (Kantoor, woning, horeca, dienst, overige) - Oppervlakte (m2) van elke functie indien aanwezig in het project VERANTWOORDING OVER DE CRITERIA VOOR DE AFLEVERING BEDOELD IN ARTIKEL 44 VAN HET DECREET EN DE BEPALINGEN GENOMEN OP GROND ERVAN : - Verantwoording van het eerste criterium Bescherming van de consument : het gemende handelskarakter bevorderen : b) het voorkomen van een risico op een onderbreking van de plaatselijke leveringen - Verantwoording van het tweede criterium Bescherming van de stedelijke omgeving nagaan of het evenwicht tussen de verschillende stedelijke functies niet gebroken wordt zodanig dat dit schade zou brengen aan de leefomgeving van de bestaande of toekomstige wijken;b) het inpassen van de handelsvestiging, rekening houdend met de grootte en de aarde van de activiteit van het verkooppunt in de plaatselijke ontwikkelingsprojecten en in de specifieke dynamiek van het stedelijk model. - Verantwoording van het derde criterium Tewerkstellingsbeleid de werkdichtheid; b) de kwaliteit en de duurzaamheid van de tewerkstelling. - Verantwoording van het vierde criterium Duurzame mobiliteit de duurzame mobiliteit; b) de bereikbaarheid zonder specifieke lasten voor de gemeenschap. B. Bijkomende informatie : 1) In voorkomend geval, de identificatie van de auteur van het onderzoek waarop het project wordt gebaseerd 2) Een voorstelling van het project 3) Een beschrijving van de globale strategie van het bedrijf waarin het project past alsook de redenen die het project rechtvaardigen 4) In geval van een herlokalisatie : de meerwaarde voor de winkel, zijn aantrekkelijkheid en zijn omgeving, de sluiting van de bestaande kleinhandelsvestiging en de nieuwe bestemming van het gebouw 5) Een historisch overzicht van het bedrijf en een beschrijving van zijn activiteit (soort verkoop, enz.) 6) Het bedrag van de investering 7) Elke cartografie in verband met de lokalisatie van het project (kadastraal plan, gewestplan, gemeentelijk plan van aanleg, enz.) 8) Elk bestaand gemeentelijk document om bedoeld project behoorlijk te evalueren (mobiliteitsplan, gemeentelijke ordening, plan voor handelsontwikkeling, enz.) 9) Elke grafische of fotografische afbeelding om de toekomstige vestiging in haar omgeving te kunnen visualiseren (grafische modellen, plannen, enz.) 10) Grondplan van de kleinhandelsvestiging en van de cellen ervan voor de bepaling van de netto handelsoppervlakte 11) Elk bijkomend document waarbij de aanvrager de rechtvaardiging van de volgende criteria nader kan bepalen of documenteren : 1 Bescherming van de consument 1° het gemengde handelskarakter bevorderen;2° het voorkomen van een risico op een onderbreking van de plaatselijke leveringen. 2 Bescherming van de stedelijke omgeving 1° nagaan of het evenwicht tussen de verschillende stedelijke functies niet gebroken wordt zodanig dat dit schade zou brengen aan de leefomgeving van de bestaande of toekomstige wijken;2° het inpassen van de handelsvestiging, rekening houdend met de grootte en de aarde van de activiteit van het verkooppunt in de plaatselijke ontwikkelingsprojecten en in de specifieke dynamiek van het stedelijk model. 3 Tewerkstellingsbeleid 1° de werkgelegenheidsdichtheid;2° de kwaliteit en de duurzaamheid van de tewerkstelling.4° Bijdrage tot een duurzamere mobiliteit 1° de duurzame mobiliteit;2° de bereikbaarheid zonder specifieke lasten voor de gemeenschap (bijvoorbeeld : de bereikbaarheid van de vestiging via het openbaar vervoer en via individuele transportmiddelen). Datum : Plaats : Handtekening van de aanvrager of van zijn gemachtigde vertegenwoordiger : Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 betreffende de procedure en verschillende uitvoeringsbepalingen van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en houdende wijziging van Boek I van het Milieuwetboek.

Namen, 2 april 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage 3 : aangifteformulier A. Verkregen informatie PROFIEL : - Naam en handelsnaam van het bedrijf - Adres van het bedrijf (straat, nr., postcode, land) - Juridisch statuut - Bedrijfsnummer - Statuut van de aanvrager - Naam en voornaam van de contactpersoon - Adres van de contactpersoon (straat, nr., postcode, land) PERCEEL : - Ligging van elk perceel - Eigendomsverhouding voor elk perceel KENMERKEN VAN HET PROJECT : - Naam van het project - Type project - Oppervlakte (m2) van de stroom, licht halve stroom, zwaar halve stroom - Aantal deeltijdse betrekkingen met betrekking tot de stroom, licht halve stroom, zwaar halve stroom - Aantal voltijdse betrekkingen met betrekking tot de stroom, licht halve stroom, zwaar halve stroom - Aantal parkeerplaatsen - Jaarlijks aantal bezoekers - Oppervlakte (m2) van elke cel van het project - Precieze identificatie van één enkel type uithangbord voor elke cel van het project - Type van elke functie indien aanwezig in het project (Kantoor, woning, horeca, dienst, overige) - Oppervlakte (m2) van elke functie indien aanwezig in het project B. Bijkomende informatie : Details in verband met de vergunning voor een handelsvestiging of de geïntegreerde vergunning Datum van de vergunning : Referentienummer van de vergunning : Bevoegde autoriteit : Adres van het gemachtigde project voor een handelsvestiging : Nummer van het kadastrale perceel : Huidige netto handelsoppervlakte van het project voor een handelsvestiging : Dit formulier wordt gebruikt als voorafgaande aangifte zoals bedoeld in artikel 46 van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen (hierna "het decreet" benoemd) voor het volgende project voor een handelsvestiging : o Een project tot uitbreiding overeenkomstig artikel 28 van het decreet (uitbreiding die niet meer dan 20 percent van de netto-handelsoppervlakte bedraagt, met maximum 300 m2).

Oppervlakte van het project tot uitbreiding : ..... m2 o Een verhuizing overeenkomstig artikel 28, tweede lid, van het decreet (verhuizing binnen een straal van 1 000 meter die niet groter is dan 400 m2).

Adres van de nieuwe vestiging : Nummer van het kadastrale perceel : Oppervlakte van het project tot uitbreiding : ..... m2 Adres van de nieuwe vestiging : Nummer van het kadastrale perceel van de nieuwe vestiging : Datum : Plaats : Handtekening van de aangever of van zijn gemachtigde vertegenwoordiger : Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 betreffende de procedure en verschillende uitvoeringsbepalingen van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en houdende wijziging van Boek I van het Milieuwetboek.

Namen, 2 april 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, DI ANTONIO

Bijlage 4 : bewijs van aanplakking Waals Gewest Gemeente van . . . . .

MEDEDELING Toepassing van artikel 61, tweede lid, van het decreet betreffende de handelsvestigingen.

Vergunning voor een handelsvestiging (1) Geïntegreerde vergunning (1) afgegeven op . . . . . te . . . . . door . . . . . verlengd op . . . . . (1) verlenging vernieuwd op . . . . . (1) VOORWERP VAN DE VERGUNNING : . . . . .

GEPLANDE DUUR VAN DE WERKEN : . . . . .

AANNEMER/VERANTWOORDELIJKE VAN DE WERF : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Telefoonnr. : . . . . .

UURROOSTER VAN DE BOUWPLAATS : . . . . . (1) Schrappen wat niet past Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 betreffende de procedure en verschillende uitvoeringsbepalingen van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en houdende wijziging van Boek I van het Milieuwetboek. Namen, 2 april 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, DI ANTONIO

Bijlage 5 : formulier voor de indiening van een beroep Aanvrager : (Naam van de persoon die de vergunning verkregen heeft of wiens vergunning geweigerd werd) . . . . .

Vergunning voor een handelsvestiging of de geïntegreerde vergunning : (de overheid vermelden die beslist heeft) . . . . .

Formulier terugsturen naar volgend adres : Waalse Overheidsdienst Place de la Wallonie 1 5100 Namen (Jambes) Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 april 2015 betreffende de procedure en verschillende uitvoeringsbepalingen van het decreet van 5 februari 2015 betreffende de handelsvestigingen en houdende wijziging van Boek I van het Milieuwetboek.

Namen, 2 april 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, DI ANTONIO

^