27 MAART 2014. - Decreet betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1, en 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° "openbare overheid": a) het Waalse Gewest en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen; b) de O.C.M.W.'s; c) de organismen die rechtstreeks van de in a) bedoelde instellingen afhangen;d) de entiteiten die ongeacht hun vorm of aard zijn opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang en waarvan hetzij de activiteit in hoofdzaak wordt gefinancierd door de overheden of instellingen vermeld in a), b) of c), hetzij het beheer is onderworpen aan toezicht door deze overheden of instellingen, hetzij de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen;e) de verenigingen opgericht door één of verschillende overheden bedoeld in a), b), c) of d);2° "communicatie" : elke informatie-overdracht die van de openbare overheid uitgaat of die haar gericht is in het kader van haar bevoegdheden en die met name het gebruik van formulieren of elk ander document alsook de behandeling en de verspreiding van gegevens omvat.

Art. 3.Bij gebrek aan andersluidende wettelijke, decretale of reglementaire bepaling kan de rechtskundige doeltreffendheid van een communicatie niet uitsluitend betwist worden omdat ze via elektronische weg is verricht.

In afwijking van het eerste lid is een communicatie via elektronische weg aan een openbare overheid slechts toegelaten indien die overheid kenbaar heeft gemaakt dat dit communicatiemiddel is toegelaten. In dit geval kan de openbare overheid bijkomende restricties en eisen voor de communicatie via elektronische weg bepalen.

Art. 4.§ 1. Elke wettelijke of reglementaire vormeis vereist ter gelegenheid van een communicatie wordt geacht via elektronische weg vervuld te zijn wanneer de functionele kwaliteiten van die eis bewaard zijn. § 2. Er wordt met de context en het doel van de informatie waarop de vormeisen van toepassing zijn, alsook met alle omstandigheden die erop betrekking hebben, rekening gehouden.

De openbare overheid bepaalt één of meerdere procédés die voor een communicatie via elektronische weg gebruikt kunnen worden voor zover de eis objectief, doorzichtig, evenredig en niet-discriminerend is. § 3. De Regering wordt ertoe gemachtigd om de minimale functies aan te duiden die vervuld worden door elk procédé gebruikt in het kader van een communicatie via elektronische weg om in aanmerking te komen voor de in § 1 bepaalde gelijkstelling.

Art. 5.Bij gebrek aan andersluidende wettelijke, decretale of reglementaire bepaling mag niemand verplicht zijn om, via elektronische weg, een handeling te verrichten of met de openbare overheid in contact te treden.

De Regering wordt ertoe gemachtigd om de bepalingen vast te leggen die nageleefd moeten worden om ervan uit te gaan dat een openbare overheid of een gebruiker aanvaard heeft om alleen via elektronische weg te communiceren.

De openbare overheid moet hem ook de mogelijkheid geven om zich tegen elke latere communicatie via elektronische weg te verzetten.

Art. 6.Onverminderd elke andere wettelijke, decretale of reglementaire bepaling die op de communicatie toepasselijk is en die met name betrekking heeft op de openbaarheid van het bestuur of de bescherming van het privé-leven, treft elke openbare overheid in samenwerking met de informaticadiensten die onder haar ressorteren, alle technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om de vertrouwelijkheid, de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van de communicatie alsook de integriteit van haar inhoud rekening houdende met alle omstandigheden en met name met de doelstelling, de aard en de inhoud van de communicatie te waarborgen.

Art. 7.§ 1. De Regering wordt ertoe gemachtigd om elke decretale bepaling aan te passen die een beletsel vormt voor de communicaties via elektronische weg en die niet onder het besluit genomen overeenkomstig artikel 4, § 3, valt. Deze aanpassingen stemmen overeen met de regels van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten. § 2. De in § 1 bedoelde besluiten moeten uiterlijk op 31 december 2017 genomen worden.

Die besluiten zullen het voorwerp uitmaken van een bevestigingsdecreet dat zo spoedig mogelijk voorgelegd zal worden aan het Waals Parlement.

Die besluiten zullen op de in het bevestigingsdecreet bepaalde datum uitwerking hebben.

Indien ze niet bij decreet binnen vierentwintig maanden na hun goedkeuring worden bekrachtigd, worden die besluiten van rechtswege opgeheven.

Art. 8.Dit decreet treedt in werking op de datum bepaald door de Regering en uiterlijk op 1 januari 2015.

Art. 9.Het decreet van 14 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006204185 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de juridische erkenning van de elektronische formulieren van het Waalse Gewest voor de aangelegenheden die krachtens artikel 138 van de Grondwet geregeld worden sluiten betreffende de juridische erkenning van de elektronische formulieren van het Waalse Gewest voor de aangelegenheden die krachtens artikel 138 van de Grondwet geregeld worden, wordt opgeheven.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 maart 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO ___________________ (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement 1001 (2013-2014). Nrs. 1 tot 3.

Integraal verslag, plenaire zitting van 26 maart 2014.

Bespreking.

Stemming.