Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 juli 1997
gepubliceerd op 29 augustus 1997

Decreet betreffende de "Conseil supérieur de l'audiovisuel" en de private diensten voor klankradio-omroep (1)

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1997029297
pub.
29/08/1997
prom.
24/07/1997
ELI
eli/decreet/1997/07/24/1997029297/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JULI 1997. Decreet betreffende de "Conseil supérieur de l'audiovisuel" (Hoge Raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap van België) en de private diensten voor klankradio-omroep (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. De Hoge Raad voor de audiovisuele sector HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen Afdeling 1. De Raad

Artikel 1.Er wordt een "Conseil supérieur de l'audiovisuel de la Communauté française de Belgique" (Hoge Raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap van België), hierna genoemd "de Raad", opgericht.

Art. 2.De Raad is samengesteld uit drie colleges : 1° het college voor advies, 2° het college voor vergunning en controle, 3° het college voor reclame.

Art. 3.1. De Regering benoemt, voor een vernieuwbaar mandaat van vijf jaar, een voorzitter, een eerste, een tweede en een derde ondervoorzitter, met inachtneming van artikel 9 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.

Op de voordracht van de Regering, kunnen de voorzitter en ondervoorzitters door de Raad van de Franse Gemeenschap worden ontslagen.

Op de voordracht van de Regering, kunnen de leden van het college voor vergunning en controle door de Raad van de Franse Gemeenschap worden ontslagen. De leden van de beide andere colleges kunnen door de Regering worden ontslagen.

De redenen voor het ontslag zijn de volgende : 1° toepassing van artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek;2° niet-naleving van de regels betreffende de onverenigbaarheden bedoeld bij het decreet en vastgesteld door de voltallige vergadering, nadat het verweer van de betrokkenen werd gehoord;3° niet-nakoming van de verplichtingen bedoeld bij artikel 13, 2, of van de verplichting bedoeld bij arti-kel 16, 3.2. De onverenigbaarheden die toepasselijk zijn op de leden van het College voor vergunning en controle zijn toepasselijk op de voorzitter en de ondervoorzitters.3. De Regering vervangt de voorzitter of de ondervoorzitters bij ambtsneerlegging vóór het einde van hun mandaat.De plaatsvervanger voleindigt het mandaat van zijn voorganger. 4. De voorzitter en de ondervoorzitters van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector leggen de eed af in handen van de Minister-Voorzitter van de Regering van de Franse Gemeenschap.De andere leden leggen de eed af in handen van de voorzitter van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector. De tekst van de eed is deze die bepaald is in het decreet van 20 juli 1831 betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende Monarchie.

Art. 4.De voorzitter van de Raad zit van rechtswege alle colleges voor. De ondervoorzitters zijn stemgerechtigd bij alle vergaderingen van de colleges. Bij verhindering van de voorzitter, wordt deze vervangen door een van de ondervoorzitters. Het huishoudelijk reglement van het college stelt de nadere regels voor die vervanging vast..

Art. 5.Elk college wordt door de voorzitter of zijn plaatsvervanger bijeengeroepen. Elk college stelt de agenda vast op de voordracht van de voorzitter.

De colleges beraadslagen en beslissen alleen geldig wanneer de helft van de leden aanwezig zijn. Het college voor vergunning en controle beraadslaagt en beslist echter alleen geldig wanneer zes van zijn leden aanwezig zijn. De beslissingen worden bij meerderheid van de aanwezige leden genomen.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 6.1. De Raad wordt voor een voltallige vergadering door het bureau of op verzoek van de minister tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort, bijeengeroepen. Die vergadering wordt ten minste een keer per jaar bijeengeroepen, om het activiteitenverslag goed te keuren. Dit bevat onder meer een speciaal rapport over het beleid inzake sancties.

Nadat het activiteitenverslag werd goedgekeurd, wordt het aan de Regering overgezonden, die het onmiddellijk aan de Raad van de Franse Gemeenschap doorstuurt. 2. De Raad vergadert ook voltallig om de onverenigbaarheden bij de voorzitter, ondervoorzitters of de leden vast te stellen. De voorzitter, de ondervoorzitter die of het lid dat inbreuk maakt op de regels inzake onverenigbaarheden bedoeld in de artikelen 15, 2, 16, 2, en 17, 2, beschikt over een termijn van een maand om de omstreden mandaten of ambten neer te leggen.

Zo niet, dan wordt hij, een maand en een dag nadat de Raad de onverenigbaarheid heeft vastgesteld, van rechtswege uit zijn mandaat ontzet. 3. De Raad vergadert ook voltallig om, ingevolge bijeenroeping door het bureau of op aanvraag van de minister tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort, elke code te bespreken die door een van de colleges werd opgesteld alsook de adviezen betreffende de bescherming van de kinderen en adolescenten. Afdeling 2. Het bureau

Art. 7.Het bureau is samengesteld uit de voorzitter en de drie ondervoorzitters van de Raad.

Art. 8.Het bureau wordt door zijn voorzitter of diens plaatsvervanger bijeengeroepen. De oproepingsbrief bevat de agenda.

Het beraadslaagt en beslist geldig bij meerderheid, wanneer drie van zijn leden aanwezig zijn. Ten hoogste twee leden kunnen echter hun stemming schriftelijk delegeren aan een ander lid van het bureau. Een lid mag niet over meer dan een delegatie beschikken.

Bij staking van stemmen, beslist de stem van de voorzitter.

De secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de secretaris van de Raad wonen de vergaderingen van het Bureau met adviserende stem bij.

Art. 9.Het bureau coördineert de werkzaamheden van de Raad, zorgt ervoor dat de adviezen van de verschillende colleges coherent zijn, dat de adviezen in overeenstemming zijn met het intern, Europees of internationaal recht, en lost de conflicten van alle aard op die tussen de colleges ontstaan.

Wanneer een aanvraag om advies over een zelfde onderwerp aan verschillende colleges wordt voorgelegd, moet het bureau de volgorde bepalen waarin hun adviezen moeten worden uitgebracht.

Wanneer de colleges verschillende adviezen hebben, kan het bureau, op eigen initiatief of op aanvraag van één van de colleges, een bijkomend advies van de voltallige vergadering vragen.

Het bureau neemt alle contacten op met de internationale, federale, Gemeenschaps- en Gewestoverheden, die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn opdrachten.

Art. 10.1. Het bureau kan aan de Regering alle aanbevelingen mededelen die nuttig zijn voor de vervulling van de opdrachten van de Raad.

Het kan van de diensten van de Regering alle inlichtingen of verslagen vragen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de opdrachten van de Raad en de colleges.

Het bureau kan eveneens een beroep doen op buitendiensten of op deskundigen, om de Raad en de colleges bij de uitoefening van hun opdrachten bij te staan. 2. De Regering brengt het bureau van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector op de hoogte van het gevolg dat zij geeft aan zijn adviezen. Het bureau verwittigt daar elk van de betrokken colleges van. Afdeling 3. Het secretariaat

Art. 11.1. De secretaris van de Raad organiseert de werkzaamheden van de Raad en van de colleges.

Hij is verantwoordelijk voor de medewerking met de betrokken administraties voor de dossiers die aan de Raad en aan de colleges worden voorgelegd. Hij neemt het secretariaat waar van de vergaderingen van de Raad, de colleges en het bureau. 2. De secretaris van de Raad ontvangt de klachten die aan de Hoge Raad voor de audiovisuele sector worden gericht.Ten minste om de drie maand brengt hij bij het bureau verslag uit over de gegevens die hem aldus ter kennis worden gebracht. 3. Het secretariaat van de Raad staat onder leiding van de secretaris, onder het gezag van de voorzitter.De secretaris wordt bijgestaan door de leden van het secretariaat.

De Regering stelt de personeelsformatie en het statuut van het secretariaat van de Raad vast. 4. De secretaris geeft, onder zijn verantwoordelijkheid, ten minste drie keer per jaar, een informatieblad uit dat bestemd is voor het publiek en waarin zijn activiteiten en adviezen worden opgegeven.

Art. 12.De onverenigbaarheden die toepasselijk zijn op de leden van het College voor vergunning en controle zijn toepasselijk op de leden van het secretariaat.

De leden van het secretariaat zijn verplicht de beroepscodes na te leven die in de huishoudelijke reglementen van de Raad uitgevaardigd zijn. Afdeling 4. Dienst en werking

Art. 13.1. De Raad stelt bij een voltallige vergadering zijn huishoudelijk reglement vast. 2. Elk college stelt eveneens zijn huishoudelijk reglement vast, dat inzonderheid de werkingsregels uitvaardigt, alsook de beroepscode en, zo nodig, de regels betreffende de vermelding van de minderheidsstandpunten, alsmede de regels betreffende de publiciteit van de adviezen. Het huishoudelijk reglement bepaalt eveneens de procedure die te volgen is door een college dat het ontslag van één van zijn leden aan de Regering voorlegt.

Het huishoudelijk reglement kan ook de bijeenroepingswijzen en -termijnen en de wijzen van beraadslagen en beslissen van de colleges bepalen, wanneer het aanwezigheidsquorum en het quorum voor de beraadslaging en beslissing bedoeld in artikel 5 niet bereikt zijn.

Het huishoudelijk reglement moet ten minste bepalen dat de colleges voor een nieuwe vergadering kunnen worden bijeengeroepen binnen een minimumtermijn van vijf werkdagen. 3. Het bureau stelt zijn huishoudelijk reglement vast, dat inzonderheid de aan zijn leden toegestane delegaties regelt.4. De huishoudelijke reglementen worden door de Regering goedgekeurd.

Art. 14.De voorzitter, de ondervoorzitters, de leden van de colleges en de leden van het secretariaat zijn tot geheimhouding verplicht voor de feiten, daden en inlichtingen waarvan zij kennis hebben kunnen nemen naar aanleiding van de uitoefening van hun ambt, onder voorbehoud van wat nodig is voor het opstellen van de akten en verslagen die moeten worden bekendgemaakt.

Artikel 458 van het Strafwetboek over het beroepsgeheim is van toepassing. HOOFDSTUK II. Samenstelling van de colleges Afdeling 1. Het College voor advies

Art. 15.1. Naast de voorzitter en de ondervoorzitters, is het College voor advies samengesteld uit twintig leden die door de Regering worden aangesteld met inachtneming van artikel 9 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt. Voor elk lid wordt een plaatsvervanger benoemd, die afkomstig is uit dezelfde socio-professionele categorie. Het mandaat van de leden duurt vier jaar en is vernieuwbaar. Het lid dat ophoudt zijn ambt uit te oefenen voor het einde van zijn mandaat wordt door zijn plaatsvervanger vervangen. Deze voleindigt het lopende mandaat.

Telkens als hij verhinderd is, verzoekt de titularis zijn plaatsvervanger om zitting te houden. De voorzitter stelt het ontslag van een lid van ambtswege vast nadat het zes keer opeenvolgend afwezig is geweest.

Twee gemachtigden van de Regering en de secretaris-generaal van het ministerie van de Franse Gemeenschap, of diens gemachtigde, alsook drie afgevaardigden van de Raad voor opvoeding tot de media, wonen de werkzaamheden van het College voor advies met adviserende stem bij.

De leden en hun plaatsvervanger worden gekozen uit de personen die behoren of hebben behoord tot een van de volgende socio-professionele categorieën : 1° de beroepen uit de audiovisuele sector in het algemeen en de beroepsverenigingen uit die sector;2° de filmsector;3° de vennootschappen met auteursrechten en naburige rechten;4° de producers en uitgevers van audiovisuele programma's;5° de private radio's;6° de lokale en communautaire televisies;7° de RTBF;8° de private televisies van de Franse Gemeenschap;9° de betaaltelevisies van de Franse Gemeenschap;10° de teledistributiemaatschappijen;11° de consumentenorganisaties, met inbegrip van de televisie-kijkers en de radio-luisteraars;12° de operateurs van elke dienst bedoeld in artikel 19 quater van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector;13° de representatieve werknemersorganisaties van voornoemde sectoren die aangesloten zijn bij een vakorganisatie die zitting heeft in de Nationale Arbeidsraad;14° het boekwezen;15° de persuitgeversmaatschappijen;16° de beroepsjournalisten erkend met toepassing van de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist. Elk van de hierboven vermelde socio-professionele categorieën telt ten minste een lid. 2. De hoedanigheid van lid van het College voor advies is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van lid van een regering;2° de hoedanigheid van lid van een wetgevende vergadering op Europees, federaal, Gemeenschaps- en Gewestniveau;3° het behoren tot een instelling die de democratische beginselen niet naleeft die inzonderheid vervat zijn in het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;4° de hoedanigheid van lid van een ander college van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector, met uitzondering van de voorzitter en ondervoorzitters.3. Gedurende vier jaar, wonen de uittredende voorzitter en ondervoorzitters de vergaderingen van het College met adviserende stem bij.De onverenigbaarheden bedoeld in 2 van dit artikel zijn op hen toepasselijk. Afdeling 2. Het College voor vergunning en controle

Art. 16.1. Naast de voorzitter en de ondervoorzitters van de Raad, is het College voor vergunning en controle samengesteld uit vijf leden.

Hun mandaat duurt vier jaar en is vernieuwbaar. Drie worden door de Raad van de Franse Gemeenschap aangesteld, de anderen door de Regering. De leden worden aangesteld met inachtneming van artikel 9 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.

De leden van het College voor vergunning en controle worden gekozen uit de personen die erkend zijn voor hun bevoegdheid in de audiovisuele sector en de communicatie-sector.

De Regering vervolledigt het College nadat de leden werden aangewezen door de Raad van de Franse Gemeenschap.

De voorzitter stelt het ontslag van ambtswege van een lid vast, nadat dit lid zes keer opeenvolgend afwezig is geweest.

De secretaris-generaal van het ministerie van de Franse Gemeenschap woont de werkzaamheden van het College met adviserende stem bij. 2. De hoedanigheid van lid is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van lid van een regering, een ministerieel kabinet of van parlementsattaché;2° de hoedanigheid van lid van een wetgevende vergadering op Europees, federaal, Gemeenschaps- en Gewestniveau;3° de hoedanigheid van provinciegouverneur, arrondissementscommissaris, lid van een bestendige deputatie of provincieraadslid;4° de hoedanigheid van titularis van een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een OCMW;5° de uitoefening van elk ambt dat een conflict betreffende persoonlijke of functionele belangen kan doen ontstaan, wegens : a) de hoedanigheid van lid van de raden van bestuur van instellingen en maatschappijen van private of openbare diensten voor klank- of televisie-omroep of audiovisuele diensten, b) het bezit van een vergunning betreffende een dienst voor audiovisuele communicatie, c) de uitoefening van een ambt of het bezit van aandelen in een maatschappij of elke organisatie die een activiteit uitoefent die een rechtstreekse concurrentie uitmaakt met maatschappijen of organisaties van de audiovisuele sector;6° het behoren tot een instelling die de democratische beginselen niet naleeft die inzonderheid vervat zijn in het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;7° met de hoedanigheid van lid van een ander college van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector, de voorzitter en ondervoorzitters uitgezonderd.3. Wanneer het betrokken lid weet dat zijn persoon de oorzaak van wraking kan zijn of van het mogelijk ontstaan van een belangenconflict in verband met het onderwerp waarover het College voor vergunning en controle zal beraadslagen en beslissen, neemt het geen deel aan de debatten en de beraadslaging.De niet-naleving van die regel wordt beschouwd als een overtreding van de beroepscode bedoeld in artikel 13, 2. Afdeling 3. Het College voor reclame

Art. 17.1. Naast de voorzitter en de ondervoorzitters, is het College voor reclame samengesteld uit veertien leden die door de Regering worden aangesteld met inachtneming van artikel 9 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.

Voor elk lid wordt een plaatsvervanger benoemd, die afkomstig is uit dezelfde socio-professionele categorie. Het mandaat van de leden duurt vier jaar en is vernieuwbaar. Het lid dat ophoudt zijn ambt uit te oefenen vóór het einde van zijn mandaat wordt door zijn plaatsvervanger vervangen. Deze voleindigt het lopende mandaat.

Telkens als de titularis verhinderd is, verzoekt hij zijn plaatsvervanger om zitting te houden. De voorzitter stelt het ontslag van een lid van ambtswege vast, nadat het lid zes keer opeenvolgend afwezig is geweest. Twee gemachtigden van de Regering en de secretaris-generaal van het ministerie van de Franse Gemeenschap, of diens gemachtigde, wonen de werkzaamheden van het College voor reclame met adviserende stem bij.

De leden en hun plaatsvervanger worden gekozen uit de personen die behoren of hebben behoord tot een van de volgende socio-professionele categorieën : 1° de beroepen van de audiovisuele sector;2° de beroepen inzake reclame;3° de consumentenverenigingen;4° de verenigingen voor permanente opvoeding of de jeugdverenigingen;5° de reclame-adverteerders. Elk van de hierboven vermelde socio-professionele categorieën telt ten minste een lid. 2. De hoedanigheid van lid van het College voor reclame is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van lid van een regering, een ministerieel kabinet of van parlementsattaché;2° de hoedanigheid van lid van een wetgevende vergadering op Europees, federaal, Gemeenschaps- en Gewestniveau;3° het behoren tot een instelling die de democratische beginselen niet naleeft die inzonderheid vervat zijn in het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;4° de hoedanigheid van lid van een ander college van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector, de voorzitter en ondervoorzitters uitgezonderd.3. Gedurende vier jaar wonen de uittredende voorzitter en ondervoorzitters de werkzaamheden van het College voor reclame met adviserende stem bij.De in paragraaf 2 van dit artikel bedoelde onverenigbaarheden zijn toepasselijk. HOOFDSTUK III. Opdrachten en bevoegdheden van de Colleges waaruit de Raad bestaat Afdeling 1. Het College voor advies

Art. 18.Het College voor advies heeft als opdracht : 1° op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of van de Raad van de Franse Gemeenschap, advies uit te brengen over elke vraag in verband met de audiovisuele sector die niet tot de bevoegdheid van een ander college behoort;2° op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of de Raad van de Franse Gemeenschap, advies uit te brengen over de wijzigingen in decreten en verordeningen die volgens het College noodzakelijk zullen zijn als gevolg van de technologiche, economische, sociale en culturele evolutie van de activiteiten van de audiovisuele sector, alsook van het Europees en internationaal recht;3° op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of de Raad van de Franse Gemeenschap, advies uit te brengen over de naleving van de democratische regels betreffende de rechten en fundamentele vrijheden die door de Grondwet worden gewaarborgd, inzonderheid het niet-discriminatie-beginsel;4° op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of de Raad van de Franse Gemeenschap, advies uit te brengen over de bescherming van kinderen en adolescenten bij de programmatie van uitzendingen van een dienst voor audiovisuele radio-omroep.

Art. 19.Het College brengt advies uit binnen drie maanden vanaf de aanvraag van de Regering of de Raad van de Franse Gemeenschap.

De Regering of de Raad van de Franse Gemeenschap kunnen het College om advies vragen volgens de procedure voor dringende gevallen. In dit geval wordt het advies binnen de maand uitgebracht.

Art. 20.Op verzoek van het secretariaat, kan het College voor advies alle inlichtingen vorderen die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn opdrachten. Afdeling 2. Het College voor vergunning en controle

Art. 21.1. Het College voor vergunning en controle heeft inzonderheid als opdracht : 1° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke verlening van vergunning of vernieuwing van vergunning van een private dienst voor klankradio-omroep door de Regering;2° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke verlening van vergunning of vernieuwing van vergunning van een private televisie van de Franse Gemeenschap van België door de Regering;3° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke verlening van vergunning of vernieuwing van vergunning door de Regering voor de ontwikkeling en de exploitatie van de diensten bedoeld in artikel 19 quater van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector;4° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke verlening van vergunning of vernieuwing van vergunning van betaaltelevisie-instellingen van de Franse Gemeenschap van België door de Regering;5° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke verlening van vergunning of vernieuwing van vergunning van lokale en communautaire televisies door de Regering;6° een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit te brengen over elke erkenning, vergunning of elke gelijkaardige akte verleend met toepassing van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector of van dit decreet;7° elk jaar advies uit te brengen over de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit het beheerscontract van de RTBF in verband met de uitzendingen inzake informatie, cultuur, wetenschap of permanente opvoeding, ontspanning, sport, films en televisiefilms, uitzendingen bestemd voor de jeugd, dienstuitzendingen, overgedragen uitzendingen, uitzendingen tijdens de verkiezingscampagnes, uitzendingen van commerciële aard, alsook inzake bevordering van de verspreiding van Europese werken en franstalige werken;8° elk jaar advies uit te brengen over de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten die werden gesloten met private betaaltelevisies van de Franse Gemeenschap;9° elk jaar advies uit te brengen over de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de lijsten van voorwaarden die de private diensten voor klankradio-omroep hebben aanvaard.10° elk jaar advies uit te brengen over de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomsten die werden gesloten met de audiovisuele dienstenmaatschappijen;11° elke overtreding van wetten, decreten en verordeningen in de audiovisuele sector vast te stellen alsook elke verbreking van een verplichting die in een overeenkomst bepaald is.2. Door toedoen van de secretaris-generaal van het ministerie van de Franse Gemeenschap, kan de Regering elke tekortkoming die een overtreding uitmaakt, voor het College voor vergunning en controle brengen.3. Het College brengt de in 1, 2° tot 6°, bedoelde adviezen uit binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van de aanvraag van de Regering en binnen de in artikel 40 bedoelde termijn voor de in 1, 1° bedoelde aanvragen.De Regering kan het College om advies vragen volgens de procedure van de dringende noodzakelijkheid. In dit geval, wordt het advies binnen één maand uitgebracht.

Wordt het advies niet binnen de in deze paragraaf bepaalde termijnen uitgebracht, dan wordt het geacht gunstig te zijn.

Art. 22.1. Wanneer het College een overtreding van wetten, decreten en verordeningen in de audiovisuele sector vaststelt of een verbreking van een verplichting die voortvloeit uit een overeenkomst tussen de Franse Gemeenschap en operateurs bedoeld bij het decreet van 17 juli 1987, of de niet-vervulling van één van de voorwaarden die bedoeld zijn bij dit decreet, kan het, met inachtneming van de procedure bedoeld in artikel 23, ten aanzien van de houder van een erkenning, een vergunning of elke gelijkaardige akte bedoeld in het reeds vermelde decreet, één van de volgende sancties uitspreken : 1° de intrekking van de vergunning of van elke gelijkaardige akte;2° de schorsing van de vergunning of van elke gelijkaardige akte voor een maximumduur van zes maanden;3° de schorsing van de uitzending van het betwiste programma of de betwiste dienst;4° de uitzending, in het betwiste programma of de betwiste dienst, onder de door het College voor vergunning en controle vast te stellen voorwaarden, van een mededeling die vermeldt dat dit college een overtreding heeft vastgesteld en waarin deze overtreding wordt beschreven;5° een geldboete waarvan het bedrag niet lager dan tienduizend frank mag zijn noch 3 % hoger dan de jaarlijkse omzet, belasting niet inbegrepen, waarbij het maximum vijftig miljoen is. In geval van herhaling binnen een termijn van vijf jaar, wordt dat bedrag opgevoerd tot 5 % van de jaarlijkse omzet, belasting niet inbegrepen, waarbij het maximumbedrag niet boven vijfenzeventig miljoen frank mag liggen.

De geldboete-sanctie mag op bijkomstige wijze naast de sancties bedoeld in 1°, 2°, 3° en 4° van deze paragraaf worden opgelegd.

De akte houdende intrekking van de vergunning wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. 2. De Regering stelt binnen haar diensten één of meer ambtenaren aan die worden belast met de invordering van de aldus verschuldigde geldboeten, door middel van een dwangbevel dat zij bevoegd zijn op te stellen.Dat dwangbevel is uitvoerbaar binnen acht dagen na de kennisgeving ervan aan de geldboeteschuldige. Het wordt door een gerechtsdeurwaarder uitgevoerd in de vormen bepaald in het Gerechtelijk Wetboek.

De uitvoering van het dwangbevel kan alleen door een met redenen omkleed verzet met dagvaarding voor het gerecht worden opgeschort. Op straffe van verval, wordt dat verzet aangetekend bij een exploot dat betekend wordt aan het kabinet van de minister-voorzitter van de Franse Gemeenschap binnen de maand na de kennisgeving van het dwangbevel.

De vordering wordt gebracht voor de rechtbank in het rechtsgebied waarvan de woonplaats of de maatschappelijke zetel van de geldboeteschuldige gelegen is. 3. Bij ernstig en moeilijk herstelbaar nadeel, kan het College de uitzending van een programma of een dienst opschorten voor een periode die niet langer dan drie dagen mag zijn.

Art. 23.1. Zodra een overtreding van wetten, decreten en verordeningen in de audiovisuele sector of een verbreking van een verplichting die bepaald was in een overeenkomst of in een lijst van voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 22, 1, ter kennis van de Raad wordt gebracht, zorgt de secretaris voor het onderzoek van het dossier. Hij brengt verslag bij het bureau uiterlijk drie dagen vóór de vergadering van het College uit. 2. Het College deelt zijn grieven en het verslag mede aan de houder van de vergunning of van elke gelijkaardige akte.Deze beschikt over een termijn van één maand om inzage van het dossier te krijgen en zijn schriftelijke opmerkingen voor te leggen. 3. De overtreder wordt verzocht te verschijnen op de datum die door de voorzitter wordt bepaald en bij een ter post aangetekend schrijven wordt medegedeeld.Hij kan zich door een raadsman laten vertegenwoordigen. Het College kan iedere persoon horen die er nuttig kan bijdragen informatie te verstrekken. 4. Het College neemt een met redenen omklede beslissing binnen zestig dagen nadat de overtreder werd gehoord.Die wordt bij een ter post aangetekend schrijven medegedeeld.

Het College kan bij verstek beslissen. 5. Wanneer een beslissing bij verstek is uitgesproken, kan de titularis verzet aantekenen bij een ter post aangetekend schrijven binnen veertien dagen na de datum van kennisgeving van de beslissing die door het College werd getroffen. Een nieuwe datum om te verschijnen wordt bepaald. Verschijnt de overtreder opnieuw niet, dan mag hij geen verzet meer aantekenen. 6. De debatten van het College zijn openbaar.Bij een met redenen omklede beslissing of op eigen initiatief of op aanvraag van de betrokkenen, kan het College bevelen dat de debatten achter gesloten deuren zullen plaatsvinden.

Art. 24.Met het oog op de vervulling van de opdrachten die aan het College voor vergunning en controle toevertrouwd zijn, kan dit College de secretaris verzoeken om : 1° Zonder zich te moeten verplaatsen, zowel bij de administraties als bij de natuurlijke of rechtspersonen die een vergunning hebben gekregen voor radio-omroepdiensten bedoeld bij dit decreet of die houder zijn van een gelijkaardige akte, alle inlichtingen in te winnen om zich te vergewissen van de nakoming van de verplichtingen die aan de houders van een vergunning opgelegd zijn;2° Bij dezelfde natuurlijke of rechtspersonen onderzoeken uit te voeren volgens door de Regering nader te bepalen regels. De Regering kan uit zijn diensten beëdigde ambtenaren aanstellen die bevoegd zijn om processen-verbaal op te maken die gelden totdat het tegendeel bewezen is. Deze ambtenaren leggen de eed af, overeenkomstig artikel 572 van het Gerechtelijk Wetboek. 3° De instellingen voor radio-omroepdiensten die houder zijn van een vergunning of van elke gelijkaardige akte bedoeld bij dit decreet zijn ertoe gehouden, om de vervulling van de opdrachten die toevertrouwd zijn aan het College voor vergunning en controle mogelijk te maken, hun programma's integraal op te nemen en die te bewaren gedurende een periode van twee maanden vanaf de datum waarop ze worden uitgezonden. Afdeling 3. Het College voor reclame

Art. 25.1. Het College voor reclame heeft als opdracht : 1° Een code voor ethiek inzake reclame op te stellen en, op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of van de Raad van de Franse Gemeenschap, advies uit te brengen over elke niet-naleving ervan.2° Op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering, advies uit te brengen over elke vraag in verband met de inhoud van de reclame en met de reclame-boodschappen die worden uitgezonden door de diensten voor audiovisuele radio-omroep.3° De opdrachten uit te voeren die aan dit College toevertrouwd zijn krachtens de artikelen 61 en volgende van het decreet van 25 juli 1996, inzonderheid de zendtijd voor televisie-reclame vast te stellen, alsook het gemiddelde jaarlijkse kijkcijfer en de marktaandelen van de televisie-instellingen die in het Frans taalgebied uitzenden.4° Aan het College voor vergunning en controle verslag uit te brengen over de aanwijzingen van overtreding van wetten, decreten en verordeningen inzake de reclame die wordt uitgezonden door de radio's en televisies van de Franse Gemeenschap en door de diensten bedoeld in artikel 19 quater van het decreet van 17 juli 1987.2. Wanneer de adviezen door de Regering worden aangevraagd, brengt het College deze uit binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van de aanvraag. De Regering kan het College om advies vragen volgens de procedure van de dringende noodzakelijkheid. In dit geval wordt het advies binnen een maand uitgebracht.

Art. 26.Met het oog op de vervulling van de opdrachten die aan het College voor reclame toevertrouwd zijn, kan dit College de secretaris verzoeken om : 1° Zonder zich te moeten verplaatsen, zowel bij de administr aties als bij de natuurlijke of rechtspersonen die reclame uitzenden, alle inlichtingen in te winnen die noodzakelijk zijn om zich te vergewissen van de nakoming van de verplichtingen die aan de houders van een vergunning of van elke gelijkaardige akte inzake reclame opgelegd zijn;2° Bij dezelfde natuurlijke of rechtspersonen onderzoeken uit te voeren volgens door de Regering nader te bepalen regels. De Regering kan uit zijn diensten beëdigde ambtenaren aanstellen die bevoegd zijn om processen-verbaal op te maken die gelden totdat het tegendeel bewezen is. Deze ambtenaren leggen de eed af, overeenkomstig artikel 572 van het Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK IV

Art. 27.De Regering stelt het statuut van de voorzitter en de ondervoorzitters vast. De Regering kan aan de leden van de Raad een vergoeding toekennen waarvan zij het bedrag alsook de nadere regels voor de aanrekening en de uitbetaling ervan vaststelt.

TITEL II. De private diensten voor klankradio-omroep HOOFDSTUK I. Definities

Art. 28.In deze titel wordt verstaan onder : 1° de minister : het Lid van de Regering tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort;2° de aanvrager : de rechtspersoon die een aanvraag om vergunning heeft ingediend voor de oprichting van een private dienst voor klankradio-omroep;3° de frequentie : een frequentie (aantal trillingen per tijdseenheid) in frequentiemodulatie, lange, middelbare of korte golven;4° het effectief uitgestraald vermogen : het produkt van de vermenigvuldiging van het aan het uiteinde van de antenne geleverd vermogen met de winst van de antenne ten opzichte van een halvegolfdipool in een gegeven richting.5° de antennehoogte : de hoogte van de antenne boven de grond;6° het net : de private dienst voor klankradio-omroep die hetzelfde programma uitzendt, met eventueel lokale of regionale ontkoppelingen, op een frequentienet dat zich uitstrekt over het geheel of een deel van het Frans taalgebied of van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad of van beide;7° de onafhankelijke radio : de private dienst voor klankradio-omroep die een lokale verspreiding heeft over het grondgebied van het geheel of een deel van één of meer gemeenten gelegen in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;8° het frequentienet : de groep frequenties die globaal aan één net wordt toegewezen;9° de dienstzone : de zone waarbinnen de gemiddelde waarde van de veldsterkte van een zendtoestel, bepaald overeenkomstig de aanbevelingen van het Internationaal Consultatief Comité voor radioverbindingen, hoger ligt dan de waarde van de bruikbare veldsterkte van dat zendtoestel.10° de schoolradio : de radio die wordt georganiseerd door een door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde inrichting voor lager of secundair onderwijs.11° de heruitzendingsfrequentie : de frequentie die zich binnen de dienstzone van een zendtoestel bevindt en die de dienstzone van dat zendtoestel moet verbeteren.12° DAB-blok : bandbreedte van 1,5 MHz, waardoor het digitaal multiplexeren van verschillende klank- en gegevensprogramma's mogelijk wordt gemaakt;13° deel van een DAB-blok : deel van de digitale capaciteit van het DAB-blok dat de uitzending van een klank- of gegevensprogramma mogelijk maakt. HOOFDSTUK II. Algemene beginselen Afdeling 1. Vergunning voor het aanleggen en het doen werken

Art. 29.Na openbare offerteaanvraag, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, en na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, kan de Regering de vergunning verlenen om private diensten voor klankradio-omroep, hierna genoemd "radio's", aan te leggen en te doen werken, volgens de procedure en de nadere regels bepaald in deze titel.

Na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, kan de Regering bij de offerteaanvraag andere nadere regels opleggen.

De Regering wijst een frequentienet aan elk net toe.

Zij wijst een frequentie aan elke onafhankelijke radio toe.

Na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, kan zij de dienstzone van de zendtoestellen van de netten en de onafhankelijke radio's vervolledigen met een heruitzendingsfrequentie zonder ontkoppeling.

De uitzending van de programma's van de radio's die titularis zijn van een vergunning moet voorafgegaan en gevolgd worden door een herkenningsmelodie waardoor de radio geïdentificeerd kan worden en de opstellingsplaats van de zender alsook de gebruikte frequentie(s) kunnen worden gecontroleerd. Die herkenningsmelodie moet bij regelmatige tussenpozen worden uitgezonden gedurende de uitzending van de programma's.

Art. 30.De vergunning wordt verleend voor een periode van negen jaar die begint op de datum vermeld in de vergunningstitel. Ze kan worden vernieuwd.

Een frequentie die vrijgegeven is overeenkomstig artikel 37, 4, kan worden toegewezen voor een periode die gelijk is aan de duur van de oorspronkelijke vergunning die nog tot het einde moet lopen.

Met het oog op de harmonizering van de vervaltermijnen van het geheel van de vergunningen, kan de Regering, zo nodig, een duur bepalen die korter is dan negen jaar, na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle.

De titularis moet het programma waarvoor hij de vergunning heeft gekregen, uitzenden binnen drie maanden na de afgifte van de vergunningstitel.

De aanvraag om vernieuwing moet door de titularis zes maanden vóór het einde van de vergunningsperiode worden ingediend, samen met de documenten vermeld in artikel 35. Afdeling 2. Vergunningstitel

Art. 31.1. Een vergunningstitel wordt aan de vergunninghouder afgegeven. Deze levert het bewijs dat hij de vergunning heeft gekregen om een radio aan te leggen en te doen werken.

De door de Minister ondertekende vergunningstitel wordt door het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap afgeleverd, op een formulier waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld. 2. Wanneer frequenties ter beschikking worden gesteld in het kader van een franchise-contract of van elk gelijkaardig contract, moet een als eensluidend verklaard afschrift van de vergunningstitel te allen tijde kunnen worden overgelegd door elke uitbater-franchisenemer van de vergunninghouder.3. De vergunningstitel vermeldt : 1° de benaming van de radio;2° de identiteit van de titularis;3° het adres van de maatschappelijke zetel van de titularis;4° de toegewezen frequentie(s);5° in voorkomend geval, de lijst van de frequenties die ter beschikking worden gesteld in het kader van een franchise-contract of in het kader van elk gelijkaardig contract, en de identiteit van de derde(n)-franchisenemer(s);6° in voorkomend geval, het adres van de maatschappelijke zetel van de franchisenemers of van de titularissen van gelijkaardige contracten;7° de ligging in breedtegraad en in lengtegraad van de opstellingsplaats(en) van de antenne(s);8° de maximumwaarde van het effectief uitgestraald vermogen en de opgelegde verminderingen;9° de hoogte van de antenne(s) boven de grond;10° de datum van het begin van de geldigheidsduur van de vergunning;11° de vergunning van de titularis om een beroep te doen op het informatie-programma dat door derden wordt opgemaakt.4. Bij de vergunningstitel wordt een technische beschrijving gevoegd die geen deel uitmaakt van de vergunningstitel.Deze vermeldt : 1° het adres van de exploitatiezetel en van de studio's;2° het vermogen aan de uitgang van het/de zendtoestel(len);3° het type en de karakteristieken van de antenne(s), met inbegrip van de richting, de winst, het richtingsdiagram alsook een nauwkeurige beschrijving van de antenne(s)(aantal dipolen en/of aantal en aard van de elementen);4° het type en de lengte van de gebruikte kabel;5° het type van elke uitrusting die tussen het zendtoestel en de antenne wordt ingeschakeld;6° het verlies aan globaal vermogen in de voedingsuitrusting van de antenne. De bij deze bepaling bedoelde technische beschrijving wordt door de secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap samen met de vergunningstitel ondertekend en afgeleverd.

De secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap deelt zonder verwijl elke beslissing mede betreffende een aanvraag om wijziging van de elementen die in die technische beschrijving opgenomen zijn. 5. De vergunningstitel moet kunnen worden overgelegd op elk verzoek van de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie of van de ambtenaren die door de Regering worden aangesteld uit haar diensten bedoeld in artikel 24.6. De vergunninghouder moet elk jaar, voor 30 juni, aan het College voor vergunning en controle en aan de minister de volgende gegevens mededelen : 1° een verslag over de activiteiten van het afgelopen jaar, met inbegrip van een rooster van de uitgezonden programma's, een nota over het programmatiebeleid en een verslag over de uitvoering van de lijst van voorwaarden;2° de jaarbalans en de jaarrekening van de maatschappij die op 31 december van elk jaar worden vastgesteld of de jaarrekening van de vereniging zonder winstoogmerk;3° de lijst van de uitbaters-franchisenemers, in voorkomend geval, alsook hun balans en resultatenrekening.7. Er wordt een register van vergunningen gehouden bij het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.De vergunningstitels worden in het Belgisch Staasblad bekendgemaakt.

Art. 32.Er zijn twee categorieën van radio's : 1° de netten;2° de onafhankelijke radio's. Elke radio behoort tot één enkele categorie.

Een radio mag geen programma uitzenden op een andere frequentie dan deze die de Regering hem heeft toegewezen.

De overdracht van frequenties, van een frequentienet of van een vergunning is verboden.

De radio's die de vergunning hebben gekregen ter uitvoering van deze titel mogen reclame uitzenden. Afdeling 3. Intrekking van de vergunning

Art. 33.Het College voor vergunning en controle beslist ofwel dat de vergunning of de toegewezen frequentie moeten worden ingetrokken, ofwel dat deze geschorst moeten worden voor een periode die niet korter dan drie maanden mag zijn, wanneer het één van de volgende overtredingen vaststelt : 1° overdracht van de vergunningstitel;2° overdracht van één of meer frequenties die aan de vergunninghouder werden toegewezen, onverminderd echter de kosteloze terbeschikkingstelling van een of meer frequenties voor een derde in het kader van een franchise-contract of van elk gelijkaardig contract;3° geen uitzending van programma's door de titularis, drie maanden nadat de vergunningstitel afgeleverd werd, behalve door overmacht;4° onderbreking van de uitzending van het programma gedurende meer dan drie maanden, behalve door overmacht;5° wijziging van het type van de programmatie die de radio eigen is en waarvoor de vergunning werd verleend;6° uitzending van het programma door de titularis op een andere frequentie dan deze die hem werd toegewezen;7° uitzending van programma's in overtreding met de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden en bij de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;8° vrijwillige of gerechtelijke ontbinding van de vergunninghouder. HOOFDSTUK III. Aanvraag om vergunning Afdeling 1. Ontvankelijkheid van de aanvraag om vergunning

Art. 34.1. De aanvraag om vergunning om een net aan te leggen en te doen werken is alleen ontvankelijk indien de aanvrager : 1° opgericht is in de vorm van een handelsvennootschap waarvan het kapitaal uitsluitend bestaat uit aandelen op naam waarvan de "Radio-Télévision belge de la Communauté française" geen enkele mag bezitten;2° als maatschappelijk doel de exploitatie van een radio heeft, met inbegrip van de bijbehorende activiteiten zoals de commercialisering van afgeleide produkten;3° niet rechtstreeks of onrechtstreeks door een andere radio van de Franse Gemeenschap of een regie voor reclame gecontroleerd wordt;4° onafhankelijk is van de regeringen, een politieke partij of een representatieve werknemers- of werkgeversorganisatie;5° zijn maatschappelijke zetel in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad heeft;6° een financieel plan voorlegt dat aantoont dat de vennootschap de effectieve capaciteit heeft om het projekt inzake klankradio-omroep gedurende de vergunningsduur economisch leefbaar te maken.2. De aanvraag om vergunning om een onafhankelijke radio aan te leggen en te doen werken is alleen ontvankelijk indien de aanvrager : 1° opgericht is in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of van een handelsvennootschap waarvan het kapitaal uitsluitend bestaat uit aandelen op naam waarvan de "Radio-Télévision belge de la Communauté française" geen enkele mag bezitten;2° als maatschappelijk doel de exploitatie van een radio heeft, met inbegrip van de bijbehorende activiteiten zoals de commercialisering van afgeleide produkten;3° niet rechtstreeks of onrechtstreeks door een andere radio van de Franse Gemeenschap of een regie voor reclame gecontroleerd wordt;4° onafhankelijk is van de regeringen, een politieke partij of een representatieve werknemers- of werkgevers-organisatie;5° zijn maatschappelijke zetel in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad heeft;6° een financieel plan voorlegt dat aantoont dat de vennootschap de effectieve capaciteit heeft om het projekt inzake klankradio-omroep gedurende de vergunningsduur economisch leefbaar te maken. Afdeling 2. Vorm van de aanvraag om vergunning

Art. 35.1. In antwoord op de in artikel 38 bedoelde openbare offerteaanvraag en binnen de termijn die door dat artikel bepaald is, wordt de aanvraag om vergunning bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs bij het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap ingediend.

De aanvrager vermeldt de categorie van de radio waarvoor hij een aanvraag om vergunning indient en de frequentie of het frequentienet waarvan hij de toewijzing aanvraagt. 2. Voor de netten moet de aanvraag samen worden ingediend met : 1° een voor eensluidend verklaard afschrift van de statuten van de vennootschap die in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn;2° de lijst van de aandeelhouders, met vermelding van de omvang van hun deelneming;3° de lijst van de bestuurders en bewindhebbers;4° een radiofonisch projekt waarbij wordt bepaald op welke wijze de programmatie zal worden opgemaakt;5° het bewijs dat journalisten tewerkgesteld zijn of het bewijs van de verbintenis journalisten tewerk te stellen zodra de vergunning zal zijn verleend;6° een financieel plan;7° de verbintenis tot naleving van de wetgeving over het auteursrecht en de naburige rechten;8° de lijst van de franchisenemers of kandidaat-franchisenemers van het net met als bijlage de belangrijkste voorwaarden van de franchise-contracten of gelijkaardige contracten die met deze personen werden gesloten of moeten worden gesloten;9° de verbintenis tot nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit het contract dat zij eventueel met franchisenemers hebben gesloten.3. Voor de onafhankelijke radio's moet de aanvraag samen ingediend worden met : 1° een voor eensluidend verklaard afschrift van de statuten van de vereniging of van de vennootschap die in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn;2° de lijst van de leden of van de aandeelhouders, met vermelding van de omvang van hun deelneming;3° de lijst van de bestuurders en bewindhebbers;4° een radiofonisch projekt waarbij wordt bepaald op welke wijze de programmatie zal worden opgemaakt en of een beroep kan worden gedaan op de informatie-programma's die door een derde worden opgemaakt;5° een financieel plan;6° de verbintenis tot naleving van de wetgeving over het auteursrecht en de naburige rechten.4. Het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap kan elk stuk vorderen dat nodig is voor het opmaken van het dossier. Het zendt aan het College voor vergunning en controle, binnen twee maanden na de ontvangst van de aanvraag, de aanvragen over die beantwoorden aan de criteria opgesomd in artikel 37 en in dit artikel. HOOFDSTUK IV. Lijst van de toewijsbare frequenties, voorwaarden voor afgifte en gebruik

Art. 36.Na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, stelt de Regering de lijst van de frequentienetten en de toewijsbare frequenties vast.

Om zijn advies te kunnen uitbrengen, zal het College voor vergunning en controle twee technische operateurs raadplegen.

Art. 37.1. De Regering wijst de frequenties en frequentienetten toe met inachtneming van de gemeenschaps-, federale en internationale normen terzake en na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle.De toewijzing van de frequentie brengt het gebruik mede van alle technische karakteristieken die ermee gepaard gaan.

De technische basis voor de toewijzing van de frequenties wordt gevormd door de adviezen van het Internationaal Consultatief Comité voor radioverbindingen.

De uitzendingen van de radio's worden in hun respectieve dienstzones beschermd tegen de storingen die door andere radio's, met inbegrip van buitenlandse radio's en de radio's van de "Radio-Télévision belge de la Communauté française", worden veroorzaakt, volgens de gemeenschaps-, federale en internationale normen. 2. De Regering mag niet aan een zelfde net twee frequenties toewijzen, indien ten minste vijftig percent van de dienstzone van een van beide zendtoestellen gemeenschappelijk is met de dienstzone van het tweede zendtoestel.3. De toewijzing van frequenties bij wijze van voorlopige maatregel is verboden.4. De door hun titularissen vrijgegeven frequenties of de nieuwe frequenties waarover de Franse Gemeenschap beschikt, kunnen, door middel van een offerteaanvraag, worden toegewezen volgens de procedure bepaald in de hoofdstukken V en VI van deze titel. HOOFDSTUK V. Procedure voor de verlening van de vergunning en de toewijzing van de frequenties Afdeling 1. De offerteaanvraag en de minimuminhoud van de lijst van

voorwaarden

Art. 38.1. De offerteaanvraag betreffende de verlening van de vergunningen omvat de lijst van de toewijsbare frequenties, de geografische ligging, de hoogte van de antenne boven de grond, de maximumwaarde van het effectief uitgestraald vermogen en de opgelegde verminderingen. 2. De lijst van voorwaarden van de offerteaanvraag betreffende de verlening van vergunningen aan netten, bepaalt in ieder geval, onverminderd de bepalingen opgesomd in de artikelen 34 en 35 : 1° wat de informatie betreft : a) de verplichting een objectieve informatie te leveren en een huishoudelijk reglement vast te stellen betreffende de objectiviteit bij de verwerking van de informatie;b) de verplichting de informatie te doen verwerken door beroepsjournalisten die bij een arbeidsovereenkomst voltijds tewerkgesteld zijn en erkend zijn overeenkomstig de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning of de bescherming van de titel van beroepsjournalist, of de voorwaarden vervullen om die titel te verkrijgen, en die voldoende talrijk zijn voor het radiofonisch projekt van de aanvrager.Het College voor vergunning en controle brengt op dat punt precies een met redenen omkleed advies uit. c) de verplichting de cultuur te bevorderen, inzonderheid door de voornaamste culturele en socio-culturele activiteiten van de dienstzone van het programma kosteloos voor te stellen;d) de vooruitzichten tot ontwikkeling van een medewerking met de schrijvende pers;2° wat het programma betreft : a) de verplichting ten minste zeventig percent eigen productie aan te bieden, behalve afwijking verleend door de Regering na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle;b) de verplichting in Franse taal uit te zenden, behalve afwijking verleend door de Regering na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle;c) de verplichting ten minste dertig percent muziek uit te zenden op Franse teksten waarvan vijftien percent muziekwerken van componisten, uitvoerende kunstenaars en producers van de Franse Gemeenschap van België zijn;d) het verbod woorden of programma's uit te zenden die strijdig zijn met de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en met de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;3° wat de tewerkstelling betreft : de verplichting een tewerkstellingsplan voor te stellen betreffende het administratief, kunst-, technisch en commercieel personeel en de journalisten;4° wat de technische aspecten betreft : a) de verplichting een programma uit te zenden dat beantwoordt aan de toepasselijke technische normen;b) de verplichting het technisch onderhoud te doen waarnemen door ten minste één geschoold technicus;5° wat de steun voor creatie op radio betreft : de verplichting jaarlijks in het Steunfonds voor creatie op radio bij te dragen, ten belope van ten minste 1,5 percent van de bruto-bedragen van de reclame, geldverkeer, lasten en belasting op de toegevoegde waarde niet inbegrepen, die door de adverteerders worden betaald aan de radio en, in voorkomend geval, aan zijn franchisenemers, of aan zijn regie voor reclame, en, in voorkomend geval, aan de regies voor reclame van zijn franchisenemers, voor de uitzending van hun reclame-boodschappen.Voor het eerste exploitatiejaar, stelt de Regering een provisioneel bedrag vast op grond van het financieel plan dat door de radio werd voorgesteld bij de indiening van de aanvraag. 3. De lijst van voorwaarden van de offerteaanvraag betreffende de toekenning van de vergunningen en frequenties aan de onafhankelijke radio's bepaalt in ieder geval, onverminderd de bepalingen van de arti-kelen 34 en 35 : 1° wat de programma's betreft : a) de verplichting ten minste zeventig percent eigen produktie aan te bieden en het verbod een programma uit te zenden dat door een net of een andere onafhankelijke radio of door de RTBF of elke buitenlandse radio van openbare dienst wordt uitgezonden, alsook het verbod, onverminderd artikel 41, een deel uit te zenden van een programma dat door een net wordt uitgezonden of een deel van een programma dat overeenstemt met ten hoogste dertig percent van de productie, uitgezonden door meer dan twee andere onafhankelijke radio's, behoudens afwijking verleend door de Regering na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle;b) de verplichting de cultuur te bevorderen, inzonderheid door de voornaamste culturele en socio-culturele activiteiten van de dienstzone van het programma kosteloos voor te stellen;c) de verplichting in Franse taal uit te zenden, behalve afwijking verleend door de Regering na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle;d) de verplichting ten minste vijfentwintig percent muziek uit te zenden op Franse teksten waarvan vijftien percent muziekwerken van componisten, uitvoerende kunstenaars en producers van de Franse Gemeenschap van België zijn;e) het verbod woorden of programma's uit te zenden die strijdig zijn met de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en met de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;f) in voorkomend geval, de verplichting een objectieve informatie te leveren en een huishoudelijk reglement vast te stellen betreffende de objectiviteit bij de verwerking van de informatie.2° wat de tewerkstelling betreft : de verplichting, in voorkomend geval, een tewerkstellingsplan voor te stellen betreffende het administratief, kunst-, technisch en commercieel personeel;3° wat de technische aspecten betreft : a) de verplichting een programma uit te zenden dat beantwoordt aan de toepasselijke technische normen;b) de verplichting het technisch onderhoud te doen waarnemen door ten minste één geschoold technicus. Afdeling 2. Rangschikking

Art. 39.1. De aanvragers die op de offerteaanvraag antwoorden, dienen een dossier in met de nauwkeurige vermelding van de wijze waarop zij de verplichtingen zullen nakomen die vervat zijn in de lijst van voorwaarden die bij de offerteaanvraag gevoegd is.

Wanneer er verschillende aanvragen om vergunning en toewijzing zijn voor identieke frequenties of een zelfde frequentienet, stelt het College voor vergunning en controle een rangschikking vast op grond van de criteria die vermeld zijn in de 2 en 3 van artikel 38 en in de lijst van voorwaarden en op grond van de wijze waarop de aanvrager zich ertoe verplicht aan die criteria te voldoen, alsook op grond van de financiële plannen bedoeld in artikel 35, 2, 6°, en 3, 5°. 2. Bij de vaststelling van die rangschikking, zorgt het College ervoor de verscheidenheid in het radio-landschap te waarborgen alsook een evenwicht tussen de verschillende types van radio's, via het muziek-, cultuur- en informatie-aanbod, en voorrang te verlenen aan de onafhankelijke radio's die zich met cultuur bezighouden. Het College houdt rekening met de originaliteit en het vernieuwend karakter van elke aanvraag en met de omvang van de gedecentraliseerde productie in de Franse Gemeenschap. Het zorgt er ook voor dat het gehele radio-landschap de vragen en wensen van alle sociale categorieën, leeftijdsklassen of ander doelpubliek van de Franse Gemeenschap kan vervullen. Het houdt ook rekening met de ervaring die werd opgedaan door de radio's en door hun eventuele franchisenemers alsook met hun lokale of regionale ligging. HOOFDSTUK VI. Beslissing houdende verlening van de vergunning en toewijzing van de frequentie of het frequentienet

Art. 40.Het College voor vergunning en controle bepaalt, in zijn advies, de toewijzing van een frequentie voor elke onafhankelijke radio en een frequentienet voor elk net.

Het College voor vergunning en controle brengt zijn advies uit over de verlening van de vergunning en over de toewijzing van de frequenties en de frequentienetten, binnen de drie maanden na de indiening van de aanvraag om vergunning overeenkomstig artikel 35, 4.

De Regering beslist, binnen de maand na het uitbrengen van het advies, over de verlening van de vergunning en over de toewijzing van de frequenties of van de frequentienetten. HOOFDSTUK VII. Bijzondere bepalingen Afdeling 1. Uitzending van programma's van derden

Art. 41.Met de toestemming van het College voor vergunning en controle, kan een onafhankelijke radio een beroep doen op informatie-programma's die door derden worden opgemaakt.

Deze moeten aan de voorwaarden bedoeld in artikel 38, 2, 1° a en b, voldoen. Afdeling 2. Schoolradio's

Art. 42.In afwijking van de artikelen 34 tot 39 en na advies van de Raad voor opvoeding tot de media, kunnen de inrichtingen voor lager en secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden ingericht of gesubsidieerd, de vergunning van de Regering krijgen om een radio te organiseren.

De schoolradio's bezitten de volgende karakteristieken : 1° het effectief uitgestraald vermogen is beperkt tot 10 Watt;2° de antennehoogte mag niet hoger zijn dan 15 meter;3° de duur van de uitzendingen mag niet langer zijn dan 8 uur per dag. De inrichtingen voor onderwijs mogen alleen een vergunning krijgen om een schoolradio te organiseren voor zover de uitzendingen geen storingen voor andere radio's veroorzaken.

De vergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste twee schooljaren die loopt vanaf het eerste schooljaarbegin dat volgt op de verlening van de vergunning. Zij is vernieuwbaar voor dezelfde titularis.

De schoolradio's mogen geen boodschappen van reclame-aard uitzenden.

De schoolradio's zijn vrijgesteld van de betaling van het jaarlijks recht. Afdeling 3. Blokken voor digitale klankradio-omroep (afgekort

"DAB-blokken")

Art. 43.De blokken of delen van blokken voor digitale klankradio-omroep (afgekort "DAB") worden toegekend aan de radio's volgens dezelfde nadere regels en dezelfde criteria als de frequenties of frequentienetten.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitzending en stelt de technische operateur aan voor de uitzending van de DAB-blokken na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle. Afdeling 4. Jaarlijks recht

Art. 44.1. Ter bezoldiging van de concessie door de Franse Gemeenschap van het gebruik van haar frequenties en van de diensten die gepaard gaan met het beheer van dat gebruik, is een jaarlijks recht door elke radio verschuldigd. 2. Voor de netten die het gehele Frans taalgebied en het gehele tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad bedienen, is het recht gelijk aan 2 miljoen Belgische frank per jaar, jaarlijks geïndexeerd op 1 januari en voor de eerste keer op 1 januari 1999 volgens het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen. Voor de andere netten of de onafhankelijke radio's, bedraagt het recht, per frequentie, 50 000 BF per jaar, jaarlijks aangepast op 1 januari en voor de eerste keer op 1 januari 1999, volgens het algemeen cijfer van de consumptieprijzen. Indien de jaarlijkse bruto-inkomsten uit de reclame echter lager zijn dan 2 miljoen BEF, bedraagt het recht, per frequentie, 24 000 BF per jaar, waarbij dit bedrag jaarlijks aangepast wordt zoals hierboven bepaald. Afdeling 5. Technische modaliteiten

Art. 45.Het effectief uitgestraald vermogen, de antennehoogte en de opstellingsplaats van de antenne die met elke toegewezen frequentie overeenstemt, worden door de Regering, na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, bepaald naar aanleiding van de bekendmaking van de in artikel 38 bedoelde offerteaanvraag en worden toegekend naar aanleiding van de verlening van de vergunning en de toewijzing van de frequenties of frequentienetten.

Elke aanvraag om wijziging van de opstellingsplaats of van de frequentie of om verhoging van het effectief uitgestraald vermogen of van de antenne, moet worden ingediend bij het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en moet de vergunning van de Regering krijgen na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle.

Voor elke aanvraag, moet de aanvrager een rekengeld betalen ten bedrage van vijfduizend frank, jaarlijks indexeerbaar volgens het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen.

De Regering kan het bedrag van het rekengeld wijzigen, na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle.

Art. 46.De Regering kan de minimale technische normen bepalen waaraan het materieel dat gebruikt wordt voor de radio-omroep moet voldoen. Afdeling 6. Wijziging van de technische karakteristieken van de

vergunning

Art. 47.1. Na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, behalve in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid, kan de minister een effectief uitgestraald vermogen opleggen dat lager is dan of een antennehoogte opleggen die kleiner is dan de grenzen die door de Regering werden bepaald naar aanleiding van de verlening van de vergunning, telkens wanneer het aangewezen is : 1° een doeltreffende bescherming te verzekeren van de radioverbindingen van de luchtvaart, namelijk in de nabijheid van de vliegvelden en van de luchtwegen;2° storingen te vermijden tussen verschillende radio's die houder zijn van een vergunning en openbare radio's binnen de Franse Gemeenschap. Het advies van het College voor vergunning en controle is niet vereist in geval van dringende maatregel waarvan de duur korter is dan vijftien kalenderdagen. 2. Die wijziging, alsook elke andere wijziging die toegelaten wordt krachtens artikel 45, lid 2, of elke wijziging in het algemeen die aangebracht wordt aan de bestanddelen die vermeld staan in de vergunningstitel of zijn bijlage, wordt opgenomen in een aanhangsel. Dit wordt door het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap aan de titularis van de betrokken frequentie medegedeeld bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs alsook, volgens elke gepaste procedure, aan het College voor vergunning en controle en aan de diensten van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. HOOFDSTUK VIII. Uitzenden van boodschappen van algemeen nut

Art. 48.Op verzoek van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest, de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of van de minister van Binnenlandse Zaken van de Federale Regering, zijn de radio's ertoe verplicht dringende boodschappen van algemeen nut uit te zenden in geval van vliegramp, kernongeval, aardbeving, ernstige vervuiling of ermee gelijkgestelde grote gebeurtenis.

TITEL III. Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 49.De artikelen 29, 29 bis, 38 en 30 tot 37 van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, het besluit van de Executieve van 24 december 1991 betreffende de erkenning van de private radio's en het besluit van de Executieve van 6 januari 1992 betreffende de vaststelling inzake private radio's van geografische zones binnen de Franse Gemeenschap, worden opgeheven.

Art. 50.1. Elke private radio die erkend is met toepassing van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector is ertoe verplicht zich te schikken naar de bepalingen van dit decreet vanaf de datum van inwerkingtreding ervan.

Dat decreet blijft echter van toepassing zolang de Regering geen beslissing heeft getroffen overeenkomstig dit decreet. 2. Na eensluidend advies van het College voor vergunning en controle, neemt de Regering een beslissing over de eerste offerteaanvragen en lijsten van voorwaarden bedoeld in artikel 38 en maakt die bekend binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 51.Dit decreet treedt in werking op de door de Regering vast te stellen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 24 juli 1997.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J-Cl. VAN CAUWENBERGHE Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^