gepubliceerd op 22 september 2004
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de inrichting en de werking van de Commissie voor de programma's van het gespecialiseerd secundair onderwijs
23 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de inrichting en de werking van de Commissie voor de programma's van het gespecialiseerd secundair onderwijs
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inzonderheid op artikel 36, § 3bis, zoals ingevoegd bij artikel 231 van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, en artikel 62, § 2, vierde lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 mei 2004;
Gelet op het advies nr.37.272/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De Commissie voor de programma's van het gespecialiseerd secundair onderwijs zoals opgericht bij artikel 36, § 3bis, van het decreet van 24 juli 1997 wordt ingesteld bij het Algemeen bestuur van het Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene dienst Algemene zaken, Onderzoek inzake opvoeding en Netoverschrijdende sturing van het onderwijs.
Art. 2.De Commissie bedoeld bij artikel 1 wordt als volgt samengesteld : acht leden aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid het Buitengewoon Onderwijs behoort, op de voordracht van de Algemene raad voor het gespecialiseerd onderwijs, drie vertegenwoordigers van de inspectie van het gespecialiseerd secundair onderwijs en een afgevaardigde van het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek die de Commissie voorzit.
Deze leden worden aangewezen voor een periode van vier jaar.
Art. 3.De Commissie voor de programma's kan deskundigen op de vergaderingen uitnodigen.
Art. 4.De Commissie voor de programma's kan in haar midden werkgroepen inrichten en deskundigen uitnodigen om er deel aan te nemen.
Art. 5.Het lid van de Commissie voor de programma's dat het lid vervangt dat zijn ambt neerlegt, voleindigt het mandaat van zijn voorganger.
Art. 6.Het secretariaat van de Commissie voor de programma's en van de werkgroepen wordt waargenomen door de personeelsleden van de Algemene dienst Algemene Zaken, Wetenschappelijk Onderzoek en Sturing van het onderwijs of door opdrachthouders bedoeld bij artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2003 betreffende de organisatie en de werking van de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap.
Art. 7.De Commissie voor de programma's wordt bijeengeroepen door haar voorzitter, ofwel op eigen initiatief, ofwel op de aanvraag van de bevoegde Minister, ofwel op de aanvraag van minstens één derde van de leden.
De oproepingen worden gestuurd aan de leden tien werkdagen vóór de datum van de vergadering. Erin wordt de agenda vermeld.
De Commissie voor de programma's kan enkel beraadslagen over de punten van de agenda.
De Commissie voor de programma's beslist na beraadslaging geldig wat ook het aantal aanwezige leden is.
Art. 8.De notulen van de vergaderingen worden toegestuurd aan de leden van de Commissie voor de programma's, de voorzitter van de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap.
Art. 9.De Commissie voor de programma's stelt haar eigen huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring aan de bevoegde Minister voor en ter informatie aan de Sturingscommissie.
Art. 10.Wanneer de Commissie voor de programma's een advies uitbrengt over een programma dat haar voorgelegd wordt, zendt ze dat advies en het programma aan de bevoegde Minister.
Ingeval de Minister het programma goedkeurt, licht hij er de Inrichtende Macht over in binnen een termijn van één maand vanaf de datum vanontvangst van het advies.
Ingeval de Minister het programma niet goedkeurt, licht hij er de Inrichtende Macht over in binnen dezelfde termijn en vraagt hem het programma te wijzigen binnen de door hem bepaalde termijn.
Art. 11.De Regering vraagt het advies van de Commissie voor de programma's alvorens de programma's voor de vormen 1, 2, 3 en 4 van het gespecialiseerd secundair onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap te bepalen.
Art. 12.Om het jaar, tegen 30 juni, stelt de Commissie voor de programma's een activiteitenverslag op. Erin worden alle nuttige voorstellen vervat.
De Commissie voor de programma's zendt haar activiteitenverslag over aan de bevoegde Minister en aan de Sturingscommissie.
Art. 13.Wanneer ze vergaderingen van de Commissie voor de programma's of van haar werkgroepen bijwonen, worden de leden geacht als zijnde in dienstactiviteit, voorzover deze administratieve toestand op ze van toepassing is.
De leden van de Commissie voor de programma's en de deskundigen genieten de terugbetaling van hun verplaatsings- en verblijfkosten op dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004.
Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheid het Buitengewoon Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 juni 2004.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE