gepubliceerd op 06 oktober 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten
19 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het mestbeleid en van het landbouwbeleid;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten;
Gelet op Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 februari 2008;
Gelet op het advies van de Vlaamse Land- en tuinbouwraad, gegeven op 30 mei 2008;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling overwegende dat het begin van een melkjaar ingaat op 1 april van een kalenderjaar en overwegende dat in het kader van het Europese zuivelbeleid inzake zachte landing de nodige maatregelen op Vlaams niveau nog dit jaar in voege kunnen treden, vragen wij u uitzonderlijk om onze redenen van dringende noodzakelijkheid te aanvaarden;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 14° wordt het woord "melkproductie-eenheden" vervangen door het woord "melkexploitaties";2° er wordt een punt 20° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 20° samenwerkingscontract : contract ter samenstelling van een groepering of rechtspersoon, hierna melkquotaring te noemen, waarbinnen twee of meer eerder bestaande producenten verenigd worden. Die groepering of rechtspersoon, zijnde een nieuwe producent, neemt het quotum voor leveringen en rechtstreekse verkoop volledig over van een van de producenten die het samenwerkingscontract hebben ondertekend via een overname van een bedrijf. Achtereenvolgens dragen de andere producenten die betrokken zijn bij het samenwerkingscontract, hun referentiehoeveelheden voor leveringen en rechtstreekse verkoop volledig over aan deze melkquotaring, waarbij die overdrachten een cumul van referentiehoeveelheden teweegbrengt.
Een samenwerkingscontract vermeldt de volgende gegevens : a) de startdatum van de samenwerking die altijd op 1 april van een kalenderjaar valt;b) de duur van de samenwerking, minstens tot 1 april 2015 duurt;c) de procentuele inbreng van het quotum van de verschillende producenten die het samenwerkingscontract ondertekenen;d) voor het geval dat de samenwerking een einde neemt, hetzij van rechtswege, hetzij door vrijwillige ontbinding, een ontbindingsclausule. Die ontbindingsclausule wordt van kracht bij elke wijziging van de samenstelling van de leden van de groepering of van de beherende vennoten van de rechtspersoon die de melkquotaring vormen of van de beherende vennoten van de rechtspersoon of rechtspersonen die deel uitmaken van de melkquotaring of bij elke overdracht van quotum door de melkquotaring als overlater.
De melkquota die op dat ogenblik aanwezig zijn binnen die melkquotaring, worden verdeeld volgens de procentuele inbreng van het quotum, vermeld in het samenwerkingscontract.
De leden die met een samenwerkingscontract een nieuwe producent vormen : a) mogen op 1 april van het tijdvak waarin het samenwerkingscontract van kracht wordt, de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben;b) moeten landbouwers in hoofdberoep zijn en blijven, minstens tot en met 1 april 2015;c) zijn niet meer afzonderlijk bekend als landbouwer vanaf het van kracht worden van het samenwerkingscontract.»
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt : "3° de producent-overlater die zijn gehele referentiehoeveelheid heeft overgelaten, waarbij de overdracht een cumul van referentiehoeveelheden voor de producent-overnemer heeft teweeggebracht, mag gedurende negen jaar vanaf de datum van de overdracht van de referentiehoeveelheid geen (melk)producent meer zijn, noch als natuurlijk persoon, noch als beheerder of beherende vennoot, bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, noch als lid van een groepering behalve als de producent-overnemer een groepering van echtgenoten of van bloed- of aanverwanten in de eerste graad is en de producent-overlater daarvan deel uitmaakt, of als de producent-overlater lid is of was van een melkquotaring waaraan hij zijn gehele referentiehoeveelheid heeft overgelaten;"; 2° in § 2 wordt punt 6° vervangen door wat volgt : "6° de exploitaties van een producent-overlater die zijn gehele referentiehoeveelheid heeft overgelaten, waarbij de overdracht een cumul van referentiehoeveelheden voor de producent-overnemer heeft teweeggebracht, mogen niet meer uitgebaat worden voor de melkproductie gedurende minstens negen jaar vanaf de datum van de overdracht van de referentiehoeveelheid.Deze bepaling is niet van toepassing als de producent-overnemer een bloed- of aanverwant is in de eerste graad met de overlater of als de exploitaties overgedragen zijn aan een melkquotaring;".
Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° de overnemer mag alleen melk produceren op het overgenomen of het opgerichte bedrijf behalve als de overnemer lid is van een melkquotaring.Het als dusdanig overgenomen of opgerichte bedrijf moet daadwerkelijk uitgebaat worden voor de productie van melk gedurende ten minste vijf jaar vanaf de datum van de uitwerking van de overdracht van de referentiehoeveelheid en mag binnen die periode niet geheel of gedeeltelijk worden ontmanteld of verhuisd, behalve als minstens 40 % van de totale referentiehoeveelheid wordt vrijgemaakt overeenkomstig artikel 15 en behoudens gedurende de werking of na de eventuele splitsing van melkquotaringen, waarin de referentiehoeveelheden van dat overgenomen of opgerichte bedrijf zijn ingebracht;"; 2° in punt 5° wordt het woord "melkproductie-eenheden" vervangen door het woord "melkexploitaties".
Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De referentiehoeveelheden die het voorwerp uitmaken of uitgemaakt hebben van een overdracht als vermeld in artikel 5 en 13 en waarbij die overdracht een cumul van referentiehoeveelheden voor de producent-overnemer teweegbrengt of heeft teweeggebracht, worden verminderd met 90 % behalve als de overdracht plaatsvindt tussen producenten die bloed- of aanverwant in de eerste graad zijn of tussen producenten die echtgenoten van elkaar zijn of als de overdracht plaatsvindt tussen de leden die tot de melkquotaring toetreden enerzijds en de opgerichte melkquotaring anderzijds, of als de overdracht plaatsvindt in de tijdvakken 2005-2006 en 2006-2007 tussen producenten op dezelfde melkexploitatie als vermeld in artikel 13, § 2, tweede lid.
Die vermindering is evenwel niet van toepassing als de overlater minstens 40 % van zijn totale over te laten referentiehoeveelheid tijdens hetzelfde tijdvak definitief heeft vrijgemaakt overeenkomstig artikel 15, en voor zover de overnemer geen producent is als vermeld in artikel 13, § 2, tweede lid. »
Art. 5.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De referentiehoeveelheden die het voorwerp uitmaken van een overdracht als vermeld in artikelen 5 en 13, die buiten het geval van overname of oprichting van een bedrijf vallen en die niet beantwoorden aan een van de gevallen, vermeld in artikel 9, § 3, worden verminderd met 90 % van de schijven die, samengevoegd met de referentiehoeveelheid van de overnemer voor de overdracht, de referentiehoeveelheid van de overnemer na overdracht verhogen tot boven het plafond van 900 000 liter. Dat plafond wordt aan het begin van elk tijdvak verhoogd met 100.000 liter, vanaf 1 april 2009. »; 2° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De vermindering is niet van toepassing als de producent-overlater en de producent-overnemer bloed- of aanverwant zijn in de eerste graad of als het een overdracht betreft tussen echtgenoten of als de overdracht plaats vindt tussen de leden die tot de melkquotaring toetreden enerzijds en de opgerichte melkquotaring anderzijds. Als de overlater zijn referentiehoeveelheid echter binnen vijf jaar na de overname of oprichting van zijn bedrijf overlaat overeenkomstig artikel 6, 2°, is de vermindering wel van toepassing. »
Art. 6.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De overdrachten van referentiehoeveelheid, vermeld in artikel 5 tot en met 12, en de eventueel daarmee verbonden samenwerkingscontracten, worden geregistreerd hetzij ambtshalve, hetzij op aanvraag, en worden bezorgd aan de bevoegde entiteit aan de hand van een typeformulier dat beschikbaar is bij de bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, via het elektronische loket dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking gesteld wordt door de bevoegde entiteit. De overgedragen percelen moeten worden aangegeven op de kaarten van de verzamelaanvragen. »
Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 22 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° voor de vrijgemaakte referentiehoeveelheid bedraagt de vergoeding : a) 0,3075 euro per liter melk vanaf 1 april 2008;b) 0,2450 euro per liter melk vanaf 1 april 2009;c) 0,1825 euro per liter melk vanaf 1 april 2010;d) 0,1200 euro per liter melk vanaf 1 april 2011. Het bedrag van de vergoeding wordt verhoogd of verlaagd afhankelijk van het representatieve vetgehalte voor de referentiehoeveelheid voor leveringen, vermeld in artikel 2, naar rato van 0,0002 euro per 0,01 gram vet boven of onder 37 gram;"; 2° in § 2 wordt in punt 6° de woorden "800.000 liter" vervangen door de woorden "het plafond zoals vermeld in artikel 10, § 1".
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2008.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 september 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS