gepubliceerd op 29 maart 2012
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen
17 FEBRUARI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder, artikel 1, eerste lid;
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, artikel 3, tweede lid en artikel 20, eerste lid, vervangen bij het decreet van 22 december 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2011;
Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 29 september 2011;
Gelet op het advies van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 7 september 2011;
Gelet op het advies nr. 50.796/3 van de Raad van State, gegeven op 17 januari 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van titel I van het VLAREM
Artikel 1.In rubriek 32.1 van bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 06/10/2008 numac 2008203554 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 21/11/2008 numac 2008204070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 05/12/2008 numac 2008204315 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid - bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie sluiten, worden de eerste drie kolommen vervangen door wat volgt :
« 32.1. Inrichtingen met muziekactiviteiten :
1° feestzalen en lokalen waar muziek geproduceerd wordt en het geluidsniveau van muziek in de inrichting > 85 dB(A)LAeq,15min en <= 95 dB(A)LAeq,15min; 3
2° feestzalen, lokalen en schouwspelzalen waar muziek geproduceerd wordt en het geluidsniveau van muziek in de inrichting > 95 dB(A)LAeq,15min en <= 100 dB(A)LAeq,60min. 2
Vallen niet onder deze indelingsrubriek : inrichtingen met muziekactiviteiten die beschikken over een toelating als vermeld in artikel 5.32.2.2.bis, § 1, 4°, 5.32.3.10, § 4 en artikel 6.7.3, § 3 van titel II van het VLAREM.
Art. 2.In rubriek 32.2. van bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 06/10/2008 numac 2008203554 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 21/11/2008 numac 2008204070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang type besluit van de vlaamse regering prom. 19/09/2008 pub. 05/12/2008 numac 2008204315 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid - bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie sluiten, worden de eerste drie kolommen vervangen door wat volgt :
« 32.2. Andere schouwspelzalen dan die welke, vermeld in rubriek 32.1.2°
1° Bioscopen
3
2° Schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan die welke, vermeld in 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte
3
3° Zalen voor gemotoriseerde sportmanifestaties met gebruik van verbrandingsmotoren (indoor-karting e.d.) ».
2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van titel II van het VLAREM
Art. 5.In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift van subtitel « Definities geluid (hoofdstukken 2.2 en 4.5) » wordt vervangen door « Definities geluid (hoofdstukken 2.2, 4.5, 5.32 en 6.7) »; 2° aan de subtitel « Definities geluid (hoofdstukken 2.2 en 4.5) », subtitel « Algemeen », worden de volgende definities toegevoegd : « - « A-gewogen maximaal geluidsdrukniveau gemeten met de trage tijdsweging LAmax,slow » : het maximaal A-gewogen niveau van de geluidsdruk, gemeten met de trage (1sec) tijdswegingkarakteristiek S; - « geluidsbegrenzer » : een toestel dat ontworpen is om elke overschrijding van een vooraf ingesteld maximaal geluidsniveau te corrigeren, hetzij door een volledige stopzetting van de muziekproductie, hetzij door het geleidelijk aftoppen van het geluidsniveau; -« muziek » : alle vormen van muziekemissie, elektronisch versterkt en voortkomend uit blijvende of tijdelijke geluidsbronnen; - « muziekactiviteit » : elke activiteit, al dan niet ingedeeld, waarbij muziek wordt geproduceerd; - « bijzondere gelegenheid » : zoals kermis, carnaval, muziekfestival, fuif, schoolfeest, jaarfeest van een vereniging, huwelijksfeest, jubileumviering en andere bijzondere feesten en festiviteiten. »; 3° in de subtitel « Definities ontspanningsinrichtingen (Hoofdstuk 5.32) » wordt de subtitel « Lokalen met dansgelegenheid (Afdeling 5.32.2) » opgeheven.
Art. 6.In deel 5, hoofdstuk 5.32, van hetzelfde besluit, wordt het opschrift van afdeling 5.32.2 vervangen door wat volgt : « Afdeling 5.32.2. -Inrichtingen met muziekactiviteiten ».
Art. 6/1.Aan artikel 5.32.2.1 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid is voor de schouwspelzalen enkel artikel 5.32.2.2bis van toepassing. ».
Art. 7.In artikel 5.32.2.2, § 1, van hetzelfde besluit, wordt de zin « De bepalingen van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen zijn niet van toepassing op de inrichtingen bedoeld in rubriek 32 van de indelingslijst. » opgeheven.
Art. 8.In deel 5, hoofdstuk 5.32, afdeling 5.32.2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt een artikel 5.32.2.2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 5.32.2.2bis. Maximaal geluidsniveau in de inrichting § 1. Muziekactiviteiten met een maximaal geluidsniveau > 85 dB(A)LAeq,15min en <= 95 dB(A) LAeq,15min : 1° het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden.Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht; 2° het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis; 3° op initiatief en op kosten van de exploitant wordt ofwel LAeq,15min, ofwel LAmax,slow continu gemeten door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon.
De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt.
De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis; 4° In afwijking van punt 1° mag het maximaal geluidsniveau LAeq,15min 95 dB(A) overschreden worden, op voorwaarde dat : a) de muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt;en b) het college, vermeld in a), de muziekactiviteit toelaat.Die toelating kan evenwel alleen gegeven worden indien de muziekactiviteit : 1) doorgaat tussen 12u en 0u en maximaal 3u duurt;per dag kan maximaal 1 periode van 3 u. toegelaten worden; of 2) gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid en doorgaat in een feestzaal of lokaal waarin cumulatief aan de volgende criteria wordt voldaan : - maximaal 12 gelegenheden per jaar; - maximaal 2 gelegenheden per maand; - de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (in geval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden twee kalenderdagen geteld).
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in het voorgaande lid, toelaat zijn de bepalingen, vermeld in paragraaf 2, van toepassing met uitzondering van de verplichting tot het opmaken van een geluidsplan.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit toelaat overeenkomstig punt b), 2) zijn de bepalingen vermeld in hoofdstuk 4.5 niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt, kan beperkende maatregelen opleggen, bijvoorbeeld voor het maximaal toegelaten geluidsniveau of voor de duur van de muziekactiviteit. § 2. Muziekactiviteiten met een maximaal geluidsniveau > 95 dB(A)LAeq,15min en <= 100 dB(A)LAeq,60min : 1° het maximaal geluidsniveau mag LAeq,60min 100 dB(A) niet overschrijden.Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAeq,15min 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht; 2° het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis; 3° op initiatief en op kosten van de exploitant wordt LAeq,60min continu gemeten en geregistreerd door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau wordt gemeten ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon.
De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand.
De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo wordt afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis. 4° de exploitant neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade : a) het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik;en b) het opmaken van een geluidsplan om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren in geval van permanente geluidsinstallaties die tot de inrichting behoren.Het geluidsplan moet tenminste de volgende gegevens bevatten : 1) de optimale opstelling en keuze van de luidsprekers rekening houdend met een zo efficiënt mogelijke verdeling van het geluid;2) de meetplaats;3) het geluidsniveau ter hoogte van de meetplaats en ten minste vier andere beoordelingsplaatsen;4) de plaats waar het geluidsniveau geregeld wordt;5) de plattegrond op schaal van de volledige ruimte die toegankelijk is voor het publiek. Het geluidsplan wordt opgemaakt door een milieudeskundige die erkend is in de discipline geluid en trillingen. Dat plan maakt in voorkomend geval deel uit van het akoestische onderzoek, vermeld in artikel 5.32.2.3, § 1. Het geluidsplan is aanwezig in de inrichting en ligt ter inzage van de toezichthoudende overheid. § 3. Muziekactiviteiten met een geluidsniveau in de inrichting > 100dB(A)LAeq,60min zijn verboden. ».
Art. 8/2.In artikel 5.32.2.3, van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, eerste zin, worden de woorden « als vermeld in rubriek 32.1.2° van de indelingslijst » toegevoegd; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « als vermeld in rubriek 32.1.2° van de indelingslijst » ingevoegd tussen de woorden « Naleving van de bepalingen voor geluid door bestaande inrichtingen : » en de woorden « in dit geval blijven de algemene voorwaarden »; 3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het tweede lid vervangen door : « Voor de toepassing van deze bepalingen wordt onder bestaande inrichting verstaan : - inrichtingen die op 31 december 2012 niet ingedeeld waren en waarvoor de stedenbouwkundige vergunning werd verleend vóór 1 juli 2012; - ingedeelde inrichtingen waarvoor de stedenbouwkundige vergunning is verleend vóór 1 januari 1999 en die op 31 december 2012 reeds in uitbating of gebruik waren of zijn; - of inrichtingen die op 31 december 2012 in de derde klasse ingedeeld waren en reeds in uitbating of gebruik waren of zijn en waarvoor vóór 1 september 2012 een milieuvergunningsaanvraag werd ingediend; ».
Art. 9.In artikel 5.32.3.1, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5.32.3.10 is eveneens van toepassing op polyvalente zalen en op feestzalen met een speelruimte vermeld in rubriek 32.2.2° van de indelingslijst. »; 2° er wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : « De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op schouwspelzalen, vermeld in rubriek 32.1.2° van de indelingslijst ».
Art. 10.Aan deel 5, hoofdstuk 5.32, afdeling 5.32.3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt een artikel 5.32.3.10 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 5.32.3.10. Maximaal geluidsniveau in de inrichting § 1. Het maximaal geluidsniveau in inrichtingen vermeld in rubriek 32.2.2° van de indelingslijst mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht; § 2. Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis. § 3. Op initiatief en op kosten van de exploitant wordt ofwel LAeq,15min ofwel LAmax,slow continu gemeten door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon.
De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt.
De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis; § 4. Paragraaf 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op de inrichtingen, vermeld in rubriek 32.2.2° van de indelingslijst, op voorwaarde dat : 1° de muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt;en 2° het college, vermeld in punt 1°, de muziekactiviteit toelaat.Die toelating kan evenwel alleen gegeven worden indien het geluidsniveau in de inrichting LAeq,60min <= 100 dB(A) en de muziekactiviteit : a) doorgaat tussen 12 u.en 0 u. en maximaal 3 u. duurt; per dag kan maximaal 1 periode van 3 u. toegelaten worden; of b) gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid en doorgaat in een schouwspelzaal waarin cumulatief aan de volgende criteria wordt voldaan : 1) maximaal 12 gelegenheden per jaar;2) maximaal 2 gelegenheden per maand;3) de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (ingeval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden twee kalenderdagen geteld). Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit toelaat, zijn de bepalingen, vermeld in artikel 5.32.2.2bis, § 2, van toepassing met uitzondering van de verplichting tot het opmaken van een geluidsplan.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit toelaat overeenkomstig punt 2°, b), zijn de bepalingen vermeld in hoofdstuk 4.5 niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt, kan beperkende maatregelen opleggen, bijvoorbeeld voor het maximaal toegelaten geluidsniveau of voor de duur van de muziekactiviteit. § 4. Muziekactiviteiten met een geluidsniveau in de inrichting > 100 dB(A)LAeq,60min zijn verboden. ».
Art. 11.Artikel 6.7.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt vervangen door wat volgt : « Art. 6.7.1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op activiteiten waarbij muziek geproduceerd wordt en die plaatsvinden in een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare inrichting als vermeld in rubriek 32.1 of 32.2 en op private inrichtingen. ».
Art. 12.Artikel 6.7.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt vervangen door wat volgt : « Art. 6.7.2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° openbare inrichtingen : alle inrichtingen, alsook hun aanhorigheden, die, al dan niet tegen betaling, voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang voor bepaalde categorieën van personen beperkt, zoals privéclubs, winkels, restaurants, drankgelegenheden, sportmanifestaties, fitnessclubs;2° private inrichtingen : woningen en hun aanhorigheden en tuinen, en in het algemeen, alle plaatsen welke niet voor het publiek toegankelijk zijn;3° buurt : alle gebouwen of lokalen die in de onmiddellijke omgeving liggen en waarin zich personen bevinden.».
Art. 13.Artikel 6.7.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt vervangen door wat volgt : « Art. 6.7.3. § 1. In de inrichtingen vermeld in artikel 6.7.1 mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) en LAmax,slow 92 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau gemeten als LAmax,slow 92 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. § 2. Het geluidsniveau geldt op gelijk welke plaats in de inrichting waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden. § 3. Paragraaf 1 en 2 zijn niet van toepassing op private inrichtingen. Deze paragrafen zijn evenmin van toepassing op andere activiteiten, vermeld in artikel 6.7.1, op voorwaarde dat : 1° de muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt;en 2° het college, vermeld in punt 1°, de muziekactiviteit toelaat.Die toelating kan evenwel alleen gegeven worden indien het geluidsniveau in de inrichting LAeq,60min <= 100 dB(A) en de muziekactiviteit gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid. Indien de muziekactiviteit doorgaat in een feestzaal, lokaal of schouwspelzaal moet cumulatief aan de volgende criteria wordt voldaan : a) maximaal 12 gelegenheden per jaar;b) maximaal 2 gelegenheden per maand;c) de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (ingeval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden 2 kalenderdagen geteld). Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat met een geluidsniveau van > 85 dB(A) LAeq,15min en <= 95 dB(A) LAeq,15min, zijn de bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis, § 1, 1°, 2° en 3°, van toepassing.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat met een geluidsniveau van > 95 dB(A) LAeq,15min en <= 100 dB(A) LAeq,60min, zijn de bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis, § 2, van toepassing met uitzondering van de verplichting tot het opmaken van een geluidsplan.
Muziekactiviteiten met een geluidsniveau in de inrichting > 100 dB(A)LAeq,60min zijn verboden.
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt, kan beperkende maatregelen opleggen, bijvoorbeeld voor het maximaal toegelaten geluidsniveau of voor de duur van de muziekactiviteit.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat overeenkomstig punt 2, zijn de bepalingen vermeld in artikel 6.7.4 niet van toepassing. ».
Art. 14.Aan hoofdstuk 6.7 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/1999 pub. 31/03/1999 numac 1999035150 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne sluiten, wordt een artikel 6.7.4 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 6.7.4. § 1. De muziekactiviteiten, vermeld in artikel 6.7.1, moeten zo ingericht zijn dat de LAmax,slow gemeten in de buurt : 1° niet hoger is dan 5 dB(A) boven de LA95,5min, indien deze lager is dan 30 dB(A);2° niet hoger is dan 35 dB (A) indien de LA95,5min ligt tussen 30 en 35 dB(A);3° niet hoger is dan de LA95,5min indien die hoger is dan 35 dB (A). LA95,5min wordt gemeten bij uitschakeling van alle muziekbronnen. § 2. De bepalingen van paragraaf 1 zijn niet van toepassing op de muziekactiviteiten, vermeld in artikel 6.7.1, op voorwaarde dat het college van burgemeester en schepenen toelating heeft verleend overeenkomstig artikel 6.7.3, § 3. § 3. De metingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen voor binnenshuis, vermeld in artikelen 2 en 3 van bijlage 4.5.1. ».
Art. 15.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2011, wordt een bijlage 5.32.2.2bis ingevoegd, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen
Art. 16/1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, wordt vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Muziek : alle vormen van muziekemissie elektronisch versterkt en voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen;2. Openbare inrichtingen : bioscopen en theaters waar films worden vertoond;3. Buurt : alle in de onmiddellijke omgeving gelegen lokalen of gebouwen, waarin zich personen bevinden;4. Achtergrondgeluidsniveau : minimum geluidsniveau, gemeten over een periode van vijf minuten, bij uitschakeling van de onder 1 vermelde geluidsbronnen in de onder 2 vermelde inrichtingen.».
Art.16/2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en private inrichtingen » worden opgeheven;2° het woord « achtergrondsgeluidsniveau » wordt vervangen door het woord « achtergrondgeluidsniveau ». HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 17.De exploitant van een inrichting waarvan de exploitatie is vergund, deelt vóór 1 september 2012 per aangetekende brief aan de vergunningverlenende overheid mee in welke klasse de muziekactiviteiten vanaf 1 januari 2013 zullen ingedeeld zijn.
Art. 18.Met uitzondering van artikel 17, treden de bepalingen van dit besluit in werking op 1 januari 2013.
Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 februari 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Mevr. J. SCHAUVLIEGE
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen Bijlage 5.32.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne. « Bijlage 5.32.2.2bis Meet- en registratiemethode voor het meten van het geluidsniveau van muziek in inrichtingen
Art. 1.Meetplaats Tenzij anders bepaald in de milieuvergunning, voldoet de meetplaats aan de volgende voorwaarden : 1° de meetplaats bevindt zich op een hoogte tussen 1,5 en 3 meter boven de vloer en op ten minste 0,5 meter van het plafond en de wanden;2° de meetplaats bevindt zich ter hoogte van de mengtafel, voor zover de mengtafel zich tussen het publiek en centraal tussen de belangrijkste luidsprekers bevindt;3° indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in 2°, bevindt de meetplaats zich tussen het publiek en centraal tussen de belangrijkste luidsprekers;4° de meetplaats is toegankelijk voor de toezichthoudende overheid.
Art. 2.Eisen waaraan de meetketen moet voldoen De meetketen moet bestaan uit apparatuur die ten minste voldoet aan volgende voorwaarden : 1° de meet- en registratieapparatuur voldoet aan de eisen gesteld voor klasse 2-meetinstrumenten in de NBN-normen (NBN EN 60651 (1996) of recenter);2° de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat die niet kan gemanipuleerd worden door derden.Dit geldt ook voor de meetmicrofoon; 3° de meetmicrofoon van de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat hij niet afgeschermd wordt voor het geluid waaraan de bezoekers worden blootgesteld;4° de meet- en registratieapparatuur moet zo uitgerust zijn dat gedurende de volledige activiteit kan gemeten worden;5° de meet- en registratieapparatuur kan te allen tijde gecontroleerd worden door de toezichthoudende overheid; Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen.
Brussel, 17 februari 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Mevr. J. SCHAUVLIEGE