Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 november 2020
gepubliceerd op 21 januari 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

bron
vlaamse overheid
numac
2021020074
pub.
21/01/2021
prom.
20/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/20/2021020074/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 30/01/2001 numac 2001035050 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 27/02/2001 numac 2001035162 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2017 pub. 06/04/2017 numac 2017040148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden sluiten over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap artikel 8, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, artikel 11, vierde lid, en artikel 19/4, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2016.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 18 september 2020. - De Raad van State heeft advies 68092/3 gegeven op 21 oktober 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 30/01/2001 numac 2001035050 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 27/02/2001 numac 2001035162 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap

Artikel 1.Aan artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 30/01/2001 numac 2001035050 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 27/02/2001 numac 2001035162 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 februari 2019, worden een punt 14° tot en met 16° toegevoegd, die luiden als volgt: "14° bijstandsorganisatie: een bijstandsorganisatie als vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van bijstandsorganisaties om budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende financiering; 15° hoogdrempelige individuele bijstand: hoogdrempelige individuele bijstand als vermeld in artikel 12, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van bijstandsorganisaties om budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende financiering; 16° Zorginspectie: Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 3, § 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/03/2006 pub. 31/05/2006 numac 2006035781 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein sluiten betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein.".

Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 27/12/2018 numac 2018015561 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft diverse bepalingen over energie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 6 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt: "De toekenning van het PAB vervalt als de budgethouder niet met de besteding van het PAB is gestart op de eerste dag van de vijfde maand die volgt op de maand van de aanvangsdatum van de eerste inschaling, vermeld in paragraaf 5. De budgethouder start met het besteden van het PAB als hij een overeenkomst als vermeld in artikel 12, § 1 of § 2, heeft gesloten en die overeenkomst conform artikel 12, § 3, heeft geregistreerd."; 2° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "het team jeugdhulpregie" vervangen door de woorden "het agentschap";3° paragraaf 7 wordt opgeheven; 4° aan paragraaf 9, eerste lid, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de betrokken persoon met een handicap verblijft tijdelijk in een residentiële setting voor een observatie en behandeltraject of voor crisisopvang."; 5° in paragraaf 9 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Het PAB wordt opgeschort met ingang van de volgende dagen: 1° de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand van de aanvangsdatum, vermeld in jeugdhulpbeslissing, in de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2° ;2° de eerste dag van de vierde maand of de eerste dag die volgt op de aanvangsdatum van de plaatsing in het geval, vermeld in het eerste lid, 3° ;3° de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand waarin het tijdelijke verblijf is gestart in het geval, vermeld in het eerste lid, 4°.".

Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden het derde en het vierde lid opgeheven;2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Voor het eerste jaar van de toekenning van een PAB wordt het maximumbedrag dat is vastgesteld conform artikel 8, § 1, herrekend naar rato van de resterende dagen van het kalenderjaar."; 3° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Als de budgethouder een overeenkomst sluit als vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, of § 2, eerste lid, 1°, wordt het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, is vastgesteld, geïndexeerd conform paragraaf 1, verhoogd met 7 % van de te bewijzen kosten die worden vermeld op de kostenstaten, vermeld in artikel 11/1, § 2, eerste lid, die worden ingediend bij het agentschap en die verband houden met de overeenkomst, vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, of § 2, eerste lid, 1.°. "; 4° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.Als de budgethouder een overeenkomst sluit als vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, of § 2, eerste lid, 1°, betaalt het agentschap een tegemoetkoming voor de eindejaarspremie die is vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de toekenning van een jaarlijkse eindejaarspremie die zijn afgesloten in het paritair comité 337. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, bepaalt de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt berekend en houdt daarbij rekening met het bedrag van de eindejaarspremie dat is vastgesteld binnen het paritair comité 337 en met de middelen die daarvoor op de begroting van het agentschap zijn ingeschreven.

Het agentschap vraagt met het oog op de berekening en de betaling van de tegemoetkoming voor de eindejaarspremie, vermeld in het eerste lid, de volgende gegevens op bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid: 1° de identificatiegegevens van de budgethouders die overeenkomsten als vermeld in het eerste lid hebben gesloten; 2° de identificatiegegevens van de werknemers in kwestie en de gegevens over hun tewerkstelling.".

Art. 4.In artikel 10 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van Vlaamse Regering van 8 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Maximaal 5 % van de vergoedbare assistentie wordt aangewend voor andere kosten dan de personeelskosten, vermeld in het eerste lid.Die andere kosten hoeven niet bewezen te worden."; 2° in paragraaf 1 wordt het vierde lid opgeheven;3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Het is niet mogelijk om het PAB te combineren met bijstand die wordt verleend door een multifunctioneel centrum.

In afwijking van het eerste lid is het mogelijk om het PAB te combineren met de bijstand die wordt verleend door een multifunctioneel centrum en die bestaat uit schoolaanvullende dagopvang of schoolvervangende dagopvang. De activiteiten van de assistent mogen daarbij niet overlappen met de bijstand die wordt verleend door het multifunctioneel centrum. Het toegekende PAB wordt verminderd met het percentage dat het resultaat is van: 1° de verhouding tussen de kostprijs van volledige residentiële opvang in een internaat en de kostprijs van de bijstand die wordt verleend door een semi-internaat voor schoolgaanden, als de persoon met een handicap het PAB combineert met schoolaanvullende dagopvang in een multifunctioneel centrum;2° de verhouding tussen de kostprijs van volledige residentiële opvang in een internaat en de kostprijs van de bijstand die wordt verleend door een semi-internaat voor niet-schoolgaanden, als de persoon met een handicap het PAB combineert met schoolvervangende dagopvang in een multifunctioneel centrum. De kostprijs, vermeld in het tweede lid, is de kostprijs van het werkingsjaar 2014."; 4° er worden een paragraaf 5 en een paragraaf 6 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 5.In deze paragraaf wordt verstaan onder kortdurend: gedurende een periode van maximaal drie maanden gedurende een kalenderjaar, al dan niet aaneensluitend.

In afwijking van paragraaf 4, eerste lid, is het mogelijk om het PAB te combineren met de bijstand die bestaat uit kortdurend verblijf in een MFC, in die zin dat het PAB kan worden aangewend om de verleende bijstand te vergoeden. Die combinatie is alleen mogelijk als de bijstand, verleend door het multifunctioneel centrum, niet al wordt vergoed krachtens andere reglementeringen op het gebied van de maatschappelijke integratie van personen met een handicap.

Het PAB kan worden aangewend om kortdurende woonondersteuning, of kortdurende dagondersteuning die wordt verleend door een zorgaanbieder die door het agentschap is vergund conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, te vergoeden. § 6. Met behoud van de toepassing van paragraaf 3 is het mogelijk om het PAB te combineren met ziekenhuizen, revalidatiecentra en voorzieningen voor welzijn, tewerkstelling, beroepsopleiding of vrijetijdsbesteding die door de federale of regionale overheden gesubsidieerd worden, als het voorzieningen betreft die een soortgelijke ondersteuning bieden als de ondersteuning, vermeld in paragraaf 4, tweede lid.

Het is mogelijk om het PAB te combineren met een typemodule binnen de pleegzorg als vermeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg. De activiteiten van de assistent mogen echter niet overlappen met de bijstand die wordt verleend binnen de pleegzorg.".

Art. 5.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 november 2006, 18 juli 2008 en 6 februari 2015, wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 11/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 05/04/2012 numac 2012035394 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, wat betreft de integratie van de toekenning van persoonlijke-assistentiebudgetten in de regie van de zorg type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 29/03/2012 numac 2012035280 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 29/03/2012 numac 2012035373 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Het agentschap kent een terugvorderbaar voorschot toe dat maximaal vijf twaalfden bedraagt van het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, is vastgesteld. Het terugvorderbaar voorschot wordt niet aangerekend op het PAB van de budgethouder.

Als het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, is vastgesteld, verminderd wordt conform artikel 10, § 4, tweede lid, wordt het terugvorderbaar voorschot verminderd tot vijf twaalfden van het verminderde maximumbedrag."; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven;3° in paragraaf 3, eerste lid, en paragraaf 4 wordt het woord "werkkapitaal" telkens vervangen door de woorden "terugvorderbaar voorschot".

Art. 7.Artikel 11/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 05/04/2012 numac 2012035394 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, wat betreft de integratie van de toekenning van persoonlijke-assistentiebudgetten in de regie van de zorg type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 29/03/2012 numac 2012035280 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 29/03/2012 numac 2012035373 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015 en artikel 6 van dit besluit, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 11/1.§ 1. De budgethouders ontvangen bij de opstart van het PAB een terugvorderbaar voorschot ten bedrage van drie twaalfden van het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, is vastgesteld, nadat ze een overeenkomst als vermeld in artikel 12, § 1 of § 2, sluiten en die overeenkomst conform artikel 12, § 3, hebben geregistreerd.

Als het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, is vastgesteld, verminderd wordt conform artikel 10, § 4, tweede lid, wordt het terugvorderbaar voorschot verminderd tot drie twaalfden van het verminderde maximumbedrag.

Het terugvorderbaar voorschot wordt niet aangerekend op het PAB. Het terugvorderbaar voorschot wordt bij de beëindiging van de toekenning van het PAB aan het agentschap terugbetaald. § 2. De budgethouders delen de kosten die ze maken in het kader van de besteding van het PAB mee aan het agentschap met een kostenstaat. Het agentschap stelt een model van kostenstaat ter beschikking. Nadat het agentschap die kostenstaat heeft ontvangen, betaalt het de kosten, vermeld op de kostenstaat, als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 is voldaan en als voor de kosten, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, een overeenkomst als vermeld in artikel 12, § 1 of § 2, is geregistreerd conform artikel 12, § 3.

Het agentschap betaalt de bedragen, vermeld op de kostenstaten, tot het maximumbedrag per kalenderjaar, dat is vastgesteld conform artikel 8, § 1, geïndexeerd conform artikel 9, § 1, en in voorkomend geval verminderd conform artikel 10, § 4, tweede lid, is opgebruikt.

De kostenstaten voor een kalenderjaar worden uiterlijk op 1 april van het volgende kalenderjaar aan het agentschap bezorgd. De kosten, die op de kostenstaten zijn vermeld, die na die datum worden ingediend, worden niet betaald.

In afwijking van het derde lid kan de budgethouder in uitzonderlijke gevallen en na akkoord van het agentschap tot maximaal twee jaar na de datum, vermeld in het derde lid, kostenstaten indienen voor bijkomende kosten.".

Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 november 2006, 8 november 2013 en 6 februari 2015, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 12.§ 1. De budgethouder is opdrachtgever van de persoonlijke assistent en sluit in die hoedanigheid een overeenkomst over de persoonlijke assistentie af. Die overeenkomst kan de vorm aannemen van een van de volgende overeenkomsten: 1° een arbeidsovereenkomst tussen de budgethouder en de persoonlijke assistent, waarbij de budgethouder als werkgever voldoet aan de fiscale en sociaal-rechtelijke verplichtingen, daarin inbegrepen de bepalingen over het minimumloon en de verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair sub comité 319.01 en de bepalingen over de eindejaarspremie zoals vastgesteld binnen het paritair comité 337; 2° een overeenkomst, waarbij wordt voorzien in de persoonlijke assistentie van de budgethouder, die de budgethouder sluit met een uitzendkantoor, een zelfstandig dienstverlener of met een voorziening of instelling, die een verklaring op erewoord aan het agentschap voorlegt, waarin staat dat de activiteiten die in het kader van die overeenkomst worden verricht, niet al door de federale, communautaire, regionale of lokale overheden worden gesubsidieerd;3° een overeenkomst over de persoonlijke assistentie die gesloten wordt met een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder;4° een overeenkomst over de persoonlijke assistentie met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking stelt. Naast de overeenkomsten, vermeld in het eerste lid, kan de budgethouder in het kader van de besteding van het PAB ook de volgende overeenkomsten sluiten: 1° een overeenkomst met een aanbieder van zorg en ondersteuning die vergund of erkend is door het agentschap over het bieden van ondersteuning als vermeld in artikel 10, § 5;2° een overeenkomst met een bijstandsorganisatie over het verlenen van hoogdrempelige individuele bijstand. § 2. Minderjarigen kunnen alleen persoonlijke assistentie verlenen in het kader van de volgende overeenkomsten: 1° een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten als vermeld in Titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.De budgethouder voldoet als werkgever aan alle fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen, daarin inbegrepen de bepalingen over het minimumloon en verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair comité 319.01 en de bepalingen over de eindejaarspremie zoals vastgesteld binnen het paritair comité 337; 2° een overeenkomst als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 4°. De overeenkomsten, vermeld in het eerste lid, komen alleen in aanmerking voor vergoeding in het kader van het PAB als de persoonlijke assistent geen bloed- of aanverwant is tot de tweede graad, noch deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder of van de persoon met een handicap voor wie het PAB is toegekend.

Vóór de ingangsdatum van een overeenkomst als vermeld in het eerste lid, 1°, de budgethouder het schriftelijke bewijs van de machtiging door een ouder of de voogd, vermeld in artikel 43 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende arbeidsovereenkomsten, aan het agentschap. De budgethouder bezorgt een machtiging door een ouder of de voogd aan het agentschap voor de ingangsdatum van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, 2°. Het agentschap stelt een model voor de machtigingen ter beschikking. § 3. De budgethouders registreren voor alle overeenkomsten die ze hebben gesloten de volgende gegevens, op de wijze die het agentschap bepaalt: 1° de identificatiegegevens van de budgethouder;2° de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die ondersteuning biedt;3° de startdatum en de duur van de overeenkomst;4° de ondersteuning, vermeld in artikel 10, § 2, of § 5, die wordt geboden of de vermelding dat de overeenkomst over hoogdrempelige individuele bijstand gaat;5° de kostprijs per prestatie-eenheid; 6° een beschrijving van de ondersteuning die wordt geboden.".

Art. 9.Artikel 13/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 16/03/2018 numac 2018030605 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke assistentiebudget aan personen met een handicap, wat betreft de combinatie met andere zorgvormen, de spoedprocedure en diverse bepalingen en houdende de regeling van de inwerkingtreding van artikel 95 tot en met 98 van het decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010168 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft verlengingsaanvragen voor groenestroomcertificaten en overige wijzigingen type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 30/01/2018 numac 2018010130 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de rationalisering van de verlofregeling sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 13/1.Aan iedere budgethouder die start met het PAB-budget, verleent het agentschap boven op het toegekende PAB-budget een aanvullende subsidie van 170 euro om een verkennend gesprek te voeren met een bijstandsorganisatie.

Het subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, wordt betaald aan de bijstandsorganisaties en wordt vanaf 1 januari 2022 jaarlijks aangepast, rekening houdend met het indexcijfer der consumptieprijzen, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1999 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna G-index te noemen, volgens de formule: (basisbedrag jaar x-1) x (G-index december jaar x-1)/G-index december jaar x-2.". Het bedrag dat wordt verkregen, wordt rekenkundig afgerond tot op de euro.).".

Art. 10.In artikel 13/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 16/03/2018 numac 2018030605 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke assistentiebudget aan personen met een handicap, wat betreft de combinatie met andere zorgvormen, de spoedprocedure en diverse bepalingen en houdende de regeling van de inwerkingtreding van artikel 95 tot en met 98 van het decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010168 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft verlengingsaanvragen voor groenestroomcertificaten en overige wijzigingen type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2017 pub. 30/01/2018 numac 2018010130 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de rationalisering van de verlofregeling sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de zinsnede ", die vergund is door het agentschap waarvan hij lid wordt" opgeheven;2° het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 11.Artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 19.Zorginspectie controleert ter plaatse of op basis van documenten of de bepalingen, vermeld in dit besluit, worden nageleefd.

De budgethouders verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht door Zorginspectie.".

Art. 12.Artikel 19bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 14/08/2008 numac 2008036004 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Kunstendecreet van 2 april 2004, gewijzigd bij de decreten van 3 juni 2005, 22 december 2006 en 20 juni 2008 sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 19bis.§ 1. Als Zorginspectie of het agentschap vaststelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10, § 1 tot en met § 3, brengt het agentschap de budgethouder daarvan op de hoogte en informeert het de budgethouder over de aard van de niet-conformiteit.

Na twee vaststellingen van niet-conformiteit als vermeld in het eerste lid, binnen een periode van drie maanden, kan het agentschap de betrokken budgethouder verwijzen naar een bijstandsorganisatie. De budgethouder sluit een overeenkomst met een bijstandsorganisatie waarin wordt voorzien in vier sessies hoogdrempelige individuele bijstand. De bijstand die wordt geboden door de bijstandsorganisatie, wordt vergoed met het PAB. De budgethouder registreert de overeenkomst conform artikel 12, § 3.

De bijstandsorganisatie informeert het agentschap over de bijstand die is verleend. § 2. Als de budgethouder geen overeenkomst als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, sluit of als het agentschap of Zorginspectie opnieuw twee keer vaststelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10, § 1 tot en met § 3, of artikel 12, kan het agentschap beslissen dat de budgethouder zich gedurende een periode van maximaal twee jaar laat bijstaan door een bijstandsorganisatie voor: 1° de opmaak van een overeenkomst als vermeld in artikel 12;2° de registratie van die overeenkomsten conform artikel 12, § 3;3° de opmaak en mededeling van de kostenstaten, vermeld in artikel 11/1, § 2, eerste lid. Het agentschap informeert de budgethouder over de beslissing, vermeld in het eerste lid.

De budgethouder sluit een overeenkomst met een bijstandsorganisatie over het verlenen van hoogdrempelige individuele bijstand, die wordt vergoed met het PAB. De budgethouder registreert de overeenkomst conform artikel 12, § 3. § 3. Als de budgethouder geen overeenkomst sluit als vermeld in paragraaf 2, derde lid, binnen twee maanden vanaf de datum van de beslissing van het agentschap, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, vervalt de toekenning van het PAB.".

Art. 13.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 februari 2019, worden een artikel 19ter en 19quater ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 19ter.Als Zorginspectie of het agentschap vaststelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10, § 4 tot en met § 6, brengt het agentschap de budgethouder op de hoogte van de vaststelling van de niet-toegelaten combinatie. Als de budgethouder die niet-toegelaten combinatie niet heeft beëindigd binnen drie maanden vanaf de dag na de mededeling van het agentschap over die niet-toegelaten combinatie, wordt de toekenning van het PAB stopgezet, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 8, § 9.

Art. 19quater.Om de budgethouder toe te laten de wettelijk verplichte opzegvergoedingen te betalen, kan de budgethouder, na de stopzetting van de toekenning van het PAB, conform artikel 19bis, § 3, of artikel 19ter, aanspraak maken op een bedrag dat overeenstemt met de toepasselijke opzegvergoeding voor maximaal zes maanden. De totale som die het agentschap uitbetaalt, mag niet meer bedragen dan het toegekende PAB. Met behoud van de toepassing van artikel 19bis of artikel 19ter kan het agentschap de kosten die terugbetaald zijn aan de budgethouder, terugvorderen als vastgesteld wordt dat niet is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 of in artikel 12.".

Art. 14.Artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 2. -Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2017 pub. 06/04/2017 numac 2017040148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden sluiten over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Art. 15.Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2017 pub. 06/04/2017 numac 2017040148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden sluiten over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 10.De personen met een handicap of hun wettelijke vertegenwoordiger delen aan het agentschap het bedrag van de persoonsvolgende middelen mee dat op jaarbasis wordt aangewend conform artikel 8.

Het agentschap kent bij de opstart van de aanwending van het bedrag, vermeld in het eerste lid, conform artikel 8, een terugvorderbaar voorschot toe dat drie twaalfden van het bedrag, vermeld in het eerste lid, bedraagt.

Het terugvorderbaar voorschot wordt niet aangerekend op het bedrag, vermeld in het eerste lid.

Het terugvorderbaar voorschot wordt bij de beëindiging van de aanwending conform artikel 8, aan het agentschap terugbetaald.

De personen met een handicap of hun wettelijke vertegenwoordiger delen de kosten die worden gemaakt in het kader van de besteding van het bedrag, vermeld in het eerste lid, mee aan het agentschap met een kostenstaat. Het agentschap stelt een model van kostenstaat ter beschikking. Nadat het agentschap die kostenstaat heeft ontvangen, betaalt het de kosten, vermeld op de kostenstaat, tot het bedrag, vermeld in het eerste lid, is opgebruikt.

De kostenstaten voor een kalenderjaar worden uiterlijk op 1 april van het volgende kalenderjaar aan het agentschap bezorgd. De kosten, vermeld op de kostenstaten, die na die datum worden ingediend, worden niet betaald.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 16.In dit artikel wordt verstaan onder: 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;2° besluit van 15 december 2000: het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 30/01/2001 numac 2001035050 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 27/02/2001 numac 2001035162 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap. De terugvorderbare voorschotten ten bedrage van vijf twaalfden van het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, van het besluit van 15 december 2000 is vastgesteld, of de terugvorderbare voorschotten ten bedrage van vijf twaalfden van het maximumbedrag dat is verminderd conform artikel 10, § 4, tweede lid, van het voormelde besluit, die zijn toegekend voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden met ingang van 1 januari 2021 verminderd tot drie twaalfden van het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, van het voormelde besluit, is vastgesteld, of tot drie twaalfden van het maximumbedrag dat verminderd is conform artikel 10, § 4, tweede lid, van het voormelde besluit.

De kosten, vermeld op de kostenstaten, die vanaf 1 januari 2021 worden ingediend bij het agentschap, worden in afwijking van artikel 11/1, § 2, tweede lid, van het besluit van 15 december 2000, zoals van kracht na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, niet terugbetaald tot het bedrag dat overeenstemt met twee twaalfden van het maximumbedrag dat conform artikel 8, § 1, van het voormelde besluit, is vastgesteld, of met twee twaalfden van het maximumbedrag bedrag dat verminderd is conform artikel 10, § 4, tweede lid, van het voormelde besluit, is gerecupereerd.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 3, 4°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 6 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 november 2020 De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^