Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 mei 2009
gepubliceerd op 14 juli 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer

bron
vlaamse overheid
numac
2009035665
pub.
14/07/2009
prom.
15/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/15/2009035665/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, artikel 4, 5, 6, § 2, laatste lid, en artikel 33;

Gelet op het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen, artikel 22, laatste lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 maart 2009;

Gelet op het advies 11/2009 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 29 april 2009;

Gelet op advies 46.257/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 18 juli 2008 : het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer;2° de toezichtcommissie : de Vlaamse toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, vermeld in artikel 10 van het decreet van 18 juli 2008;3° het MAGDA-samenwerkingsverband : het orgaan, vermeld in artikel 5 van het decreet van 18 juli 2008;4° de beheersinstantie : de instantie, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 18 juli 2008;5° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het reguleringsmanagement, de administratieve vereenvoudiging en het e-government, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie.6° de DAB ICT : de dienst met Afzonderlijk Beheer ICT, vermeld in artikel 79 van het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008;7° CORVE : de entiteit binnen de DAB ICT die in het bijzonder belast is met e-government;8° GDI-decreet : het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen;9° geografische gegevensbron : gegevensbron als vermeld in artikel 3, 5°, van het GDI-decreet;10° authentieke geografische gegevensbron : geografische gegevensbron als vermeld in artikel 22 van het GDI-decreet. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de erkenning van authentieke gegevensbronnen

Art. 2.§ 1. Een gegevensbron wordt na advies van het MAGDA-samenwerkingsverband door de Vlaamse Regering als een authentieke gegevensbron erkend. Als de gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.

De gegevensbron wordt als authentieke gegevensbron erkend als ze voldoende garanties biedt voor : 1° de kwaliteit van de gegevens, in het bijzonder de volledigheid, de juistheid, de actualiteit, de garanties voor de kwaliteitsborging van de gegevens, de kwaliteitsbewaking naar de afnemers toe, de opspoorbaarheid van de wijzigingen in de gegevens en de bewaring van de historiek van de toegang tot de gegevens;2° de bruikbaarheid van de gegevensbron, in het bijzonder de ontsluitbaarheid en de openbaarheid;3° de operationaliteit van de gegevensbron, in het bijzonder de beschikbaarheid;4° de veiligheid van de gegevensbron op fysiek, technisch en organisatorisch niveau. Het MAGDA-samenwerkingsverband bepaalt in welke mate de gegevensbron in kwestie aan de bovenvermelde garanties moet voldoen. § 2. In afwijking van paragraaf 1 worden geografische gegevensbronnen door de Vlaamse Regering als authentieke geografische gegevensbronnen erkend overeenkomstig artikel 22 van het GDI-decreet.

Een geografische gegevensbron die informatie van geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen als vermeld in artikel 18, § 2, van het GDI-decreet, bevat, wordt met behoud van de toepassing van artikel 22, eerste lid, van het GDI-decreet door de Vlaamse Regering als een authentieke geografische gegevensbron erkend na advies van de toezichtcommissie en als ze voldoende garanties biedt voor veiligheid op fysiek, technisch en organisatorisch niveau.

Art. 3.Per gegevensbron die in aanmerking komt om als een authentieke gegevensbron of als een authentieke geografische gegevensbron te worden erkend, wijst de Vlaamse Regering tevens de beheersinstantie aan die verantwoordelijk is voor : 1° het respecteren van de bepalingen, vermeld in artikel 2;2° het verzorgen van de samenwerking met de gebruikers van de gegevensbron in kwestie;3° het opzetten van de gepaste organisatorische structuren om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;4° het invoeren van de gepaste processen om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;5° het opzetten van de juiste infrastructuur om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;6° het aanwijzen van een meldingspunt dat meldingen van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens, vermeld in artikel 6, § 2, laatste lid, van het decreet van 18 juli 2008, registreert en onderzoekt. Indien uit dat onderzoek blijkt dat de melding gegrond is, wordt het gegeven in kwestie verbeterd of aangevuld. Het meldingspunt bezorgt aan degene die een onnauwkeurig, onvolledig of onjuist gegeven heeft gemeld, het resultaat van het onderzoek.

De beheersinstantie kan een of meer van de bovenvermelde taken uitbesteden. De eventuele uitbesteding gebeurt op verzoek, onder controle en verantwoordelijkheid van de beheersinstantie. De onderaannemer moet zich er formeel toe verbinden de bepalingen van artikel 16, § 1, 1°, van de privacywet, het decreet van 18 juli 2008 en zijn uitvoeringsbesluiten te respecteren en neemt daartoe de nodige maatregelen die hij meedeelt aan de beheersinstantie waarvoor hij als onderaannemer optreedt.

Art. 4.Bij ernstige aanwijzingen dat een gegevensbron die door de Vlaamse Regering als authentieke gegevensbron is erkend, niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, stelt de Vlaamse Regering een onderzoek in. Als het onderzoek aantoont dat de gegevensbron niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, kan de Vlaamse Regering, na advies van het MAGDA-samenwerkingsverband, de erkenning als authentieke gegevensbron intrekken of aanvullende voorwaarden stellen aan de beheersinstantie van de authentieke gegevensbron in kwestie. Als de gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.

In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering, na advies van de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het GDI-decreet, de erkenning als authentieke geografische gegevensbron intrekken of aanvullende voorwaarden stellen aan de beheersinstantie van de authentieke geografische gegevensbron in kwestie als het onderzoek aantoont dat een authentieke geografische gegevensbron niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3 van dit besluit. Als de geografische gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen. HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de door de entiteiten van de Vlaamse administratie te raadplegen authentieke gegevensbronnen, beheerd door een externe overheid

Art. 5.De entiteiten van de Vlaamse administratie raadplegen de gegevens in de volgende authentieke gegevensbronnen die door een externe overheid worden beheerd : 1° de in het Rijksregister opgenomen gegevens, vermeld in artikel 3 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;2° de gegevens, opgenomen in de gegevensbanken van de Kruispuntbank en in de sociale gegevensbanken, vermeld in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;3° de in de Kruispuntbank van Ondernemingen opgenomen gegevens, vermeld in artikel 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. HOOFDSTUK IV. - Aanwijzing van entiteiten om tussenbeide te komen bij de mededeling uit authentieke gegevensbronnen of om een ondersteunend gebruikers- en toegangsbeheer te verwezenlijken

Art. 6.CORVE is een entiteit als vermeld in artikel 4, § 3, van het decreet van 18 juli 2008, die tussenbeide komt bij de mededeling uit authentieke gegevensbronnen, met uitzondering van authentieke geografische gegevensbronnen.

Art. 7.De DAB ICT is een entiteit die belast wordt met de verwezenlijking van een ondersteunend gebruikers- en toegangsbeheer als vermeld in artikel 4, § 3, van het decreet van 18 juli 2008. HOOFDSTUK V. - MAGDA-platform

Art. 8.Gegevens kunnen uitgewisseld worden tussen de verschillende entiteiten van de Vlaamse administratie onderling, tussen instanties onderling en tussen de instanties en de externe overheden via een centraal gegevensuitwisselingsplatform, bestaande uit generieke ICT-diensten en -infrastructuur, hierna het MAGDA-platform te noemen.

Het MAGDA-platform maakt de gegevensuitwisseling tussen de verschillende gegevensbronnen, beheerd door instanties of externe overheden, op een generieke manier mogelijk.

CORVE wordt belast met het beheer van het MAGDA-platform.

In het bijzonder vervult CORVE de volgende functies : 1° het opnemen van de dienstenintegratorfunctie, meer in het bijzonder het samenvoegen van gegevens van verschillende gegevensbronnen, eventueel met toepassing van een bepaalde logica op die gegevens, om een volledige of gedeeltelijke set van gegevens of informatie aan de afnemer te bezorgen;2° het vervullen van een routerfunctie, meer in het bijzonder het doorgeven van gegevens, afkomstig van een of meer gegevensbronnen, aan een of meer afnemers;3° het tijdelijk opslaan van gegevens om ze te kunnen filteren en selecteren, om de performantie van de gegevens te verhogen en de terbeschikkingstelling ervan verder te verzekeren;4° het anonimiseren en coderen van gegevens, meer in het bijzonder het vervullen van de functie van intermediaire organisatie als vermeld in het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;5° het bijhouden van repertoria van personen en ondernemingen overeenkomstig de privacywet, zoals een verwijzingsrepertorium dat per natuurlijke persoon en per onderneming aangeeft welke types van gegevens op welke plaats door welke verantwoordelijke worden opgeslagen, dat verwijst naar de gegevensbank waar die informatie kan worden geraadpleegd, of dat per natuurlijke persoon of onderneming aangeeft welke soorten gegevens ter beschikking worden gesteld aan welke instanties of externe overheden voor welke periode, met vermelding van het doel waarvoor de instantie of externe overheid die gegevens nodig heeft en een autorisatierepertorium dat bepaalt wie onder welke voorwaarden toegang krijgt tot welke gegevens;6° het verzorgen van de samenwerking met de andere authentieke gegevensbronnen. Hoofdstuk VI. - Het MAGDA-samenwerkingsverband

Art. 9.§ 1. Het MAGDA-samenwerkingsverband ondersteunt, door strategisch overleg en samenwerking, de instanties, vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet van 18 juli 2008, bij de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008, alsmede bij de uitbouw en exploitatie van een gestructureerd communicatie- en beheersysteem van maximale gegevensdeling tussen de administraties. § 2. Het MAGDA-samenwerkingsverband is samengesteld uit : 1° een stemgerechtigde vertegenwoordiger per beleidsdomein als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, op voorstel van de beleidsraden van de respectieve beleidsdomeinen.Op verzoek van de beleidsraden van de respectieve beleidsdomeinen kunnen aanvullende vertegenwoordigers per beleidsdomein met raadgevende stem in het MAGDA-samenwerkingsverband worden opgenomen; 2° twee stemgerechtigde vertegenwoordigers van de lokale en provinciale besturen, waarvan één op voorstel van de Vereniging van Vlaamse Provincies en één op voorstel van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;3° een stemgerechtigde vertegenwoordiger per entiteit die door de Vlaamse Regering of de decreetgever is aangewezen om tussenbeide te komen bij de mededeling van gegevens uit authentieke gegevensbronnen als vermeld in artikel 4, § 3, van het decreet van 18 juli 2008, op voorstel van de minister;4° een stemgerechtigde vertegenwoordiger per entiteit die door de Vlaamse Regering is aangewezen om een ondersteunend gebruikers- en toegangsbeheer te verwezenlijken als vermeld in artikel 4, § 3, van het decreet van 18 juli 2008, op voorstel van de minister. De Vlaamse Regering stelt de leden, de plaatsvervangende leden en de voorzitter van het MAGDA-samenwerkingsverband aan.

Het secretariaat van het samenwerkingsverband wordt verzorgd binnen het Departement Bestuurszaken van de Vlaamse overheid. § 3. Het MAGDA-samenwerkingsverband beraadslaagt uit eigen beweging of op verzoek van de Vlaamse Regering of van een lid van de Vlaamse Regering over de materies, vermeld in artikel 5 van het decreet van 18 juli 2008. Het verstrekt eveneens aan de Vlaamse Regering het advies, vermeld in artikel 2.

De leden van het MAGDA-samenwerkingsverband streven consensus na. Als geen consensus wordt bereikt, geeft het MAGDA-samenwerkingsverband in het advies de verschillende standpunten weer. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 10.Het decreet van 18 juli 2008 treedt in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 8, 11, 20, 21, 25, 26, 27, 29, 30 en 31.

Artikel 8 en 11 van het decreet van 18 juli 2008 treden in werking op datum van de aanstelling van de leden van de toezichtcommissie en uiterlijk op 1 januari 2010.

Artikel 20, 21, 25, 26, 27, 29, 30 en 31 treden in werking op datum van de aanstelling van de leden van de kamer van de toezichtcommissie die specifiek toeziet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen en uiterlijk op 1 januari 2010.

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2, 3 en 4 die in werking treden op datum van de aanstelling van de leden van de toezichtcommissie en uiterlijk op 1 januari 2010.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het reguleringsmanagement, de administratieve vereenvoudiging en het e-government, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^