Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 april 2004
gepubliceerd op 04 juni 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van het integrale milieujaarverslag

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035658
pub.
04/06/2004
prom.
02/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/02/2004035658/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van het integrale milieujaarverslag


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 35octies, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992 en gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996, 8 juli 1997 en 6 februari 2004;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 17, § 2 en § 3, gewijzigd bij decreet van 6 februari 2004;

Gelet op het decreet van 24 januari 1984 houdende de maatregelen inzake het grondwaterbeheer, inzonderheid op artikel 9 en artikel 28sexies, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996, vervangen bij het decreet van 22 december 1999 en gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2004;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, inzonderheid op artikel 3.5.1, ingevoegd bij het decreet van 19 april 1995 en artikel 3.5.3, ingevoegd bij decreet van 6 februari 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 houdende vaststelling van de modaliteiten voor aangifte van de opgepompte of gewonnen hoeveelheden grondwater door de maatschappijen die instaan voor de openbare drinkwatervoorziening ten behoeve van de bepaling van de heffing;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;

Gelet op de Beschikking van de Commissie van 17 juli 2000 inzake de totstandbrenging van een Europees emissieregister van verontreinigende stoffen (EPER) overeenkomstig artikel 15 (« Toegang tot informatie en deelneming publiek aan de vergunningsprocedure ») van de Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC);

Overwegende dat, om de bestaande wetgeving in overeenstemming te brengen met de Beschikking van de Commissie van 17 juli 2000 inzake de totstandbrenging van een Europees emissieregister van verontreinigende stoffen (EPER), een aantal bijkomende verontreinigende stoffen moeten opgenomen worden in de lijst met stoffen waarvoor een rapporteringsplicht geldt indien een bepaalde drempelwaarde wordt overschreden en voor bepaalde stoffen tevens een aanpassing van drempelwaarde moet gebeuren;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hoofdstuk IVbis van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 mei 2003;

Gelet op het advies van de minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 15 juni 2003.

Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 november 2003;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen gegeven op 18 september 2003;

Gelet op het advies van de Sociaal-economische Raad van Vlaanderen gegeven op 10 september 2003;

Gelet op advies 36.549/3 van de Raad van State gegeven op 10 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de administratie : de dienst die door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, wordt aangewezen om het integrale milieujaarverslag te beheren;2° een integraal milieujaarverslag : het verslag waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.Het model is opgesteld als een formulier dat minstens voor een of meer van de onderstaande activiteiten moet worden gebruikt : a) voor het indienen van het milieujaarverslag in de zin van artikel 3.5.1 van het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid; b) voor de melding van de productie van bedrijfsafvalstoffen, in de zin van artikel 17, § 2 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;c) voor de aangifte van de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de heffing op de waterverontreiniging in de zin van artikel 35octies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;d) voor de aangifte van de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de heffing op de winning van grondwater in de zin van artikel 28sexies van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer; 3° de milieujaarverslagplichtige : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die onderworpen is aan een van onderstaande verplichtingen : a) een milieujaarverslag opstellen op grond van artikel 3.5.1 van het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, b) de productie van bedrijfsafvalstoffen melden op grond van artikel 17,§ 2, van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, c) een aangifte indienen op grond van artikel 35octies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging met uitzondering van de land- en tuinbouwbedrijven als bedoeld in de rubrieken 28a tot en met 28e van bijlage 1 bij deze wet;d) een aangifte indienen op grond van artikel 28sexies van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer met uitzondering van de land- en tuinbouwbedrijven als bedoeld in de rubrieken 28a tot en met 28e van de bijlage bij de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;4° titel II van het VLAREM : het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;5° het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 : het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 tot vaststelling van de modaliteiten voor aangifte van de opgepompte of gewonnen hoeveelheden grondwater door de maatschappijen die instaan voor de openbare drinkwatervoorziening ten behoeve van de bepaling van de heffing;6° het Vlarea-besluit : het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;7° het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 : het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hoofdstuk IVbis van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Vóór 31 januari van het kalenderjaar waarin de plicht een integraal milieujaarverslag op te stellen en mee te delen moet worden nageleefd, stuurt de administratie elke milieujaarverslagplichtige die ze kent een formulier voor de opstelling van een integraal milieujaarverslag. Dat formulier is evenwel beperkt tot die delen van het integrale milieujaarverslag die door de betrokken milieujaarverslagplichtige moeten worden ingevuld, gelet op diens administratiefrechtelijke toestand zoals die bij de administratie bekend is.

Het feit dat de milieujaarverslagplichtige in voorkomend geval geen, of slechts een of meer delen ontvangt van het formulier voor de opstelling van een integrale milieujaarverslag belet niet dat hij bij het voldoen aan zijn verplichtingen moet nagaan of hij, gelet op zijn desgevallend gewijzigde reële toestand, alsnog in mindere of meerdere mate aan de integrale milieujaarverslagplicht moet voldoen. De milieujaarverslagplichtige meldt voor 15 februari alle relevante wijzigingen in zijn toestand aan de administratie en vult in voorkomend geval de nodige bijkomende delen van het formulier in. Het formulier dat aan de milieujaarverslagplichtige wordt toegestuurd, of een begeleidende brief, maakt uitdrukkelijk melding van deze verplichting.

Als een milieujaarverslagplichtige in het vorige kalenderjaar zijn integraal milieujaarverslag reeds elektronisch aan de overheid overmaakte, volstaat het dat de administratie hem, al dan niet langs elektronische weg en in ieder geval vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip, herinnert aan de verplichting om volledig en tijdig aan zijn milieujaarverslagplicht te voldoen.

Art. 3.§ 1. De milieujaarverslagplichtige stuurt het volledig ingevulde, gedateerde en ondertekende integrale milieujaarverslag, of in voorkomend geval de relevante delen ervan, aangetekend aan de administratie, of maakt het elektronisch over aan de overheid. Hij doet dit voor 15 maart van elk kalenderjaar waarin de plicht een integraal milieujaarverslag op te stellen en mee te delen moet worden nageleefd.

Het integrale milieujaarverslag wordt ondertekend door de milieujaarverslagplichtige natuurlijke persoon of door het daartoe bevoegde orgaan van de milieujaarverslagplichtige rechtspersoon.

Wanneer de milieujaarverslagplichtige door of krachtens artikel 3.2.1. van het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid een milieucoördinator moest aanstellen, ondertekent ook de milieucoördinator het integraal milieujaarverslag.

In voorkomend geval kan de milieucoördinator voorbehoud maken bij de inhoud van het integrale milieujaarverslag.

Bij elektronische verzending bevat het integrale milieujaarverslag een geavanceerde elektronische handtekening, overeenkomstig artikel 2, 2° en 4, § 4, van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. De Vlaamse regering kan ook voorzien in een alternatieve regeling op voorwaarde dat ze een gelijkwaardige bescherming biedt. § 2. Op het moment dat de milieujaarverslagplichtige het integrale milieujaarverslag aan de administratie verstuurt, bezorgt hij - in voorkomend geval - tevens een afschrift aan : 1° de milieucoördinator;2° het hoofd van de dienst voor preventie en bescherming op het werk;3° de werkende en de plaatsvervangende leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk, tenzij het huishoudelijk reglement van het comité dit anders bepaalt;4° de effectieve leden van de ondernemingsraad, tenzij het huishoudelijk reglement van de raad de informatieverstrekking op een andere, meer efficiënte wijze waarborgt;5° de vakbondsafvaardiging, wanneer de bedoelde dienst en de ondernemingsraad niet bestaan. In voorkomend geval bezorgt hij hen tevens de documenten, bedoeld in artikel 4.1.8.3, § 2 van titel II van het VLAREM.

Art. 4.Bij ontvangst van een integraal milieujaarverslag stuurt de administratie de relevante delen ervan door aan de betrokken administratieve diensten : 1° de afdeling Milieuvergunningen van de administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, ter uitvoering van titel II van het VLAREM;2° de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, ter uitvoering van titel II van het VLAREM en van het Vlarea-besluit;3° de Vlaamse Milieumaatschappij ter uitvoering van titel II van het VLAREM en van de besluiten van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 en 28 juni 2002;4° de afdeling Water van de administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, ter uitvoering van de besluiten van de Vlaamse regering van respectievelijk 18 maart 1997 en 28 juni 2002 voor wat betreft de gegevens inzake de opgepompte en gewonnen hoeveelheid grondwater. Als de administratie het integrale milieujaarverslag elektronisch ontving of het op een korte termijn elektronisch beschikbaar kan stellen, volstaat het dat zij de informatie via elektronische weg aan bovengenoemde diensten beschikbaar stelt.

De minister, bevoegd voor het leefmilieu, kan extra diensten aanwijzen die delen van het integrale milieujaarverslag moeten ontvangen. HOOFDSTUK III. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen Afdeling I. - Titel II van het VLAREM

Art. 5.Artikel 4.1.8.1 van titel II van het VLAREM, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt gewijzigd als volgt : 1° In § 1, tweede lid, 2° worden de woorden "vermeld in rubriek 4 van bijlage 4.1.8 van dit besluit" vervangen door de woorden "vermeld in punt 9 van deel II van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag". 2° Er wordt een § 6 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 6.Het milieujaarverslag wordt ingediend door middel van de delen I en II van het Integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag. »

Art. 6.Artikel 4.1.8.2 van titel II van het VLAREM, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1 De exploitanten van de categorieën van inrichtingen, bedoeld in artikel 4.1.8.1, zijn gehouden jaarlijks in het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop het jaarverslag betrekking heeft, het milieujaarverslag te sturen naar de administratie, overeenkomstig artikel 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag en voor de datum die daarin wordt bepaald. De bijlagen bij dat jaarverslag, bedoeld in § 2 van artikel 4.1.8.3, hoeven niet te worden bijgevoegd. »; 2° § 2 wordt opgeheven.3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : "§ 3.Inrichtingen die nieuw in bedrijf worden genomen, dienen het eerste jaarverslag in in het jaar dat volgt op het eerste volledige kalenderjaar van bedrijvigheid.

Art. 7.Artikel 4.1.8.3 van titel II van het VLAREM, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt gewijzigd als volgt : 1° In § 1, 1° worden de woorden "in bijlage 4.1.8. gevoegd bij dit besluit", vervangen door de woorden "in delen I en II van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag. 2° § 1, 2°, 3° en 4° worden opgeheven.

Art. 8.Artikel 4.1.8.4. van titel II van het VLAREM wordt opgeheven.

Art. 9.Bijlage 4.1.8 bij titel II van het VLAREM wordt opgeheven.

Art. 10.Artikel 5.53.4.7. van titel II van het VLAREM wordt vervangen als volgt : « De exploitant van een grondwaterwinning, waarvan het vergunde volume meer dan 30.000 m3 per jaar bedraagt, deelt elk jaar de resultaten mee van de analyses van het grondwater en van de peilmetingen van het voorgaande kalenderjaar. Hij doet dit overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voor de datum die daarin wordt bepaald, en door middel van de delen I en IV van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is toegevoegd als bijlage I bij het bedoelde besluit. » Afdeling II. - Het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997

Art. 11.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 worden de woorden "op het formulier waarvan het model is vastgesteld in bijlage I bij dit besluit" vervangen door de woorden "door middel van de delen I, III en IV van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag. De aangifte gebeurt overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van tot invoering van het integrale milieujaarverslag en voor de datum die daarin wordt bepaald. »

Art. 12.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 wordt opgeheven.

Art. 13.Bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 maart 1997 wordt opgeheven. Afdeling III. - Het Vlarea-besluit

Art. 14.In artikel 6.3.1.1, § 2 van het Vlarea-besluit worden de woorden "en schrijft de betrokkenen individueel aan, beide" opgeheven.

Art. 15.Artikel 6.3.1.2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 6.3.1.2. § 1. De producenten van bedrijfsafvalstoffen, die zijn opgenomen in de selectie, bedoeld artikel 6.3.1.1, § 1, evenals de producenten van bedrijfsafvalstoffen die in de lijst van hinderlijke inrichtingen in bijlage 1 van Titel I van het VLAREM zijn opgenomen met het merkteken X in kolom 4 of met het merkteken J in kolom 7, brengen verslag uit over de in het vorige kalenderjaar geproduceerde afvalstoffen. § 2. De verslaggeving heeft betrekking op alle bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van de met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die door of in opdracht van de gemeente werden ingezameld of opgehaald.

De verslaggeving bevat jaartotalen uit het afvalstoffenregister, bedoeld in art. 6.2.1. Voor bedrijfsafvalstoffen die in aard, samenstelling, verwerkingswijze, overbrenger of verwerker verschillen, moeten per exploitatiezetel afzonderlijke totalen worden ingevuld. »

Art. 16.Artikel 6.3.1.3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 6.3.1.3. De verslaggeving gebeurt overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voor de datum die daarin wordt bepaald, en door middel van deel I en II, sub 11 van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het bedoelde besluit. » Afdeling IV. - Het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002

Art. 17.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1, eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "De aangifte, bedoeld in artikel 35octies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreinigingen, zoals laatst gewijzigd bij decreet van 8 juli 1997, wordt gedaan overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voor de datum die daarin wordt bepaald, en door middel van de delen I en III van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het bedoelde besluit. »; 2° In § 3, eerste lid worden de woorden "moet gebeuren samen met de aangifte door middel van het formulier, waarvan het model is vastgesteld in bijlage I gevoegd bij dit besluit, dat naar de Vlaamse Milieumaatschappij gestuurd moet worden" vervangen door de woorden "moet gebeuren via de aangifte overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voor de datum die daarin wordt bepaald, en door middel van de delen I en III van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het bedoelde besluit.» 3° In § 4, eerste lid worden de woorden "gebeurt op een formulier, waarvan het model is vastgesteld in bijlage I, gevoegd bij dit besluit, dat naar de Vlaamse Milieumaatschappij moet worden gestuurd" vervangen door de woorden "gebeurt overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voor de datum die daarin wordt bepaald, en door middel van de delen I, III en IV van het integrale milieujaarverslag, waarvan het model is gevoegd als bijlage I bij het bedoelde besluit.»

Art. 18.Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 wordt opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 19.De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu kan de bijlage bij dit besluit, houdende het integrale milieujaarverslag, bij ministerieel besluit wijzigen, voor zover dit nodig is om aan Internationaalrechtelijke en Europeesrechtelijke verplichtingen te voldoen.

Art. 20.Een formulier voor de opstelling van een integraal milieujaarverslag wordt voor de eerste maal door de administratie verstuurd, overeenkomstig artikel 2, aan elke milieujaarverslagplichtige die ze kent vóór 31 januari 2005.

De milieujaarverslagplichtige maakt voor de eerste maal het integrale milieujaarverslag over aan de administratie, overeenkomstig artikel 3, vóór 15 maart 2005.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

Bijlage I : Model integraal milieujaarverslag Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag.

Brussel, 2 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

^