gepubliceerd op 17 april 2018
Wet met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen
30 MAART 2018 . - Wet met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - Maatregel met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector HOOFDSTUK 1. - Autonome bepalingen
Art. 2.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° "pensioenregeling van de overheidssector": één van de pensioenregelingen als bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen;2° "pensioen van de overheidssector": een pensioen in de pensioenregeling van de overheidssector waarbij de vaste benoeming als voorwaarde geldt om dit pensioen te bekomen;3° "werkgever": de overheid of de overheidsinstelling waarvan de personeelsleden en de gewezen personeelsleden met een vaste benoeming een pensioen van de overheidssector genieten;4° "personeelslid": de persoon in dienst van een in 3° bedoelde werkgever.
Art. 3.§ 1. Indien een vastbenoemd personeelslid vóór zijn vaste benoeming diensten bij een werkgever heeft gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid, worden deze diensten voor de toekenning en de berekening van het pensioen van de overheidssector in aanmerking genomen voor zover het personeelslid, tijdens de diensten die het als niet vastbenoemde heeft verstrekt: 1° door zijn werkgever werd bezoldigd hetzij ten laste van de Schatkist, hetzij uit dezelfde financieringsbron als de vastbenoemde personeelsleden;2° en een graad bekleedde waarin een vaste benoeming mogelijk was overeenkomstig het op dat ogenblik bij zijn werkgever toepasselijke statuut. Voor de toepassing van het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht, wordt de verhouding die de omvang van de prestaties van de in het eerste lid bedoelde diensten uitdrukt, beperkt tot de verhouding die de omvang van de prestaties uitdrukt van de diensten die na de in het eerste lid bedoelde diensten werden volbracht in een ambt waarin het personeelslid een vaste benoeming heeft bekomen en waarvan de omvang van de prestaties het grootst is. § 2. Onverminderd de toepassing van artikel 4, zijn de bepalingen voorzien in § 1 niet van toepassing op personen waarvan de eerste vaste benoeming plaatsvond na 30 november 2017. § 3. Indien diensten als niet-vastbenoemd personeelslid in aanmerking worden genomen voor de toekenning en de berekening van een pensioen van de overheidssector worden de voordelen die tot doel hebben een wettelijk pensioen aan te vullen en die opgebouwd werden voor die diensten in mindering gebracht van de pensioenverhoging die voortvloeit uit de in aanmerkingneming van die diensten voor het pensioen van de overheidssector.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gedeelte van de aanvullende voordelen dat overeenstemt met premies waarvan de last door het personeelslid gedragen werd.
Art. 4.De diensten gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs worden in aanmerking genomen voor de toekenning en de berekening van een pensioen van de overheidssector voor zover zij gevolgd worden door een vaste benoeming en zij beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 3, § 1. HOOFDSTUK 2. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art. 5.In artikel 46, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015, worden de woorden "op voorwaarde dat zij ten minste vijf pensioenaanspraakverlenende dienstjaren tellen, met uitsluiting van de bonificaties wegens studies en van de periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen" opgeheven.
Art. 6.Artikel 160 van de nieuwe gemeentewet is niet van toepassing op de personen waarvan de eerste vaste benoeming gebeurde na 30 november 2017.
Art. 7.In artikel 10 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014203606 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot oprichting van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014003246 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden sluiten, worden de punten 13 en 14 opgeheven.
Art. 8.Artikel 26 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014203606 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot oprichting van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014003246 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden sluiten, wordt opgeheven.
Art. 9.In artikel 28 van dezelfde wet, worden de woorden ", 12), 13) en 14)" vervangen door "en 12)". HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 10.Deze titel treedt in werking op 1 mei 2018, met uitzondering van artikel 5, dat op 1 mei 2019 in werking treedt, en de artikelen 7 tot 9, die op 31 december 2016 uitwerking hebben.
TITEL 3. - Wijzigingen aan de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale besturen binnen het gesolidariseerd Pensioenfonds HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 11.In artikel 3 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016, wordt 7) als volgt vervangen: "7) "de pensioeninstelling": een pensioeninstelling zoals bedoeld in boek II en III van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 07/08/2015 numac 2015000406 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening."
Art. 12.In artikel 20 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014203606 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot oprichting van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014003246 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden sluiten, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° / het derde lid wordt aangevuld als volgt: "waarvan 50 percent van de kost voor de werkgever wordt afgetrokken voor het beschouwde kalenderjaar van het pensioenstelsel zonder dat deze vermindering evenwel tot een negatief resultaat kan leiden.Met respect voor het financieel evenwicht van het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, mag de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad het percentage van de kost voor de werkgever dat in mindering gebracht mag worden, naar boven aanpassen zonder dat dit percentage lager dan 50 % mag zijn." 2° / Tussen het derde en het vierde lid, worden de volgende leden ingevoegd: "De bijdrage bedoeld in artikel 38, § 3ter van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en betaald voor het beschouwde kalenderjaar is inbegrepen in de kost voor de werkgever zoals bedoeld in het derde lid." De aan de werkgevers toegekende verminderingen van de responsabiliseringsbijdrage voor de kost van het pensioenstelsel worden ten laste gelegd van de geresponsabiliseerde werkgevers die geen recht hebben op deze vermindering in verhouding tot het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die elk van deze laatste werkgevers verschuldigd zijn. Deze tenlastelegging mag evenwel niet tot gevolg hebben dat de laatstgenoemde werkgevers voor een kalenderjaar een hoger bedrag aan basispensioenpensioenbijdragen en responsabiliseringsbijdrage verschuldigd zijn dan de uitgaven inzake pensioenen die het gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen gedurende het beschouwde jaar heeft gedragen voor de gewezen personeelsleden van desbetreffende werkgever en hun rechthebbenden.
Met pensioenstelsel zoals bedoeld in het derde lid, wordt een pensioenstelsel bedoeld, ingevoerd door de werkgever krachtens de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid ten gunste van de niet-vastbenoemde personeelsleden dat voldoet aan de volgende kenmerken: - De aansluitingsdatum stemt overeen met de datum van indiensttreding of met de datum van de invoering van het pensioenstelsel of met de datum van de wijziging van het pensioenstelsel die de aansluitingsleeftijd schrapt indien deze gelegen is na de datum van indiensttreding; - Het pensioenreglement voorziet niet in een uitstel in de tijd voorzien van het verworven karakter van de rechten opgebouwd in het kader van het aanvullend pensioenstelsel; - Het pensioenstelsel wordt ingevoerd voor een onbepaalde duur; - Indien het een pensioentoezegging betreft van het type vaste bijdragen, voorziet het in de storting op de individuele rekening van een bijdrage op jaarbasis voor de opbouw van een rustpensioenprestatie ten belope van minstens 2 % vanaf 1 januari 2020 en 3 % vanaf 1 januari 2021 van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar; - Indien het een pensioentoezegging betreft van het type vaste prestaties, stemt de aanvullende rustpensioenprestatie voortvloeiend uit de pensioentoezegging uitgedrukt in rente minstens overeen met 4 % vanaf 1 januari 2020 en 6 % vanaf 1 januari 2021 van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar; - Indien het een pensioentoezegging betreft zoals bedoeld in artikel 21 van de voormelde wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten, stemt de rustpensioenprestatie van de pensioentoezegging overeen met de kapitalisatie volgens de rentevoet vastgesteld in het pensioenreglement van een bedrag toegekend op jaarbasis van minstens 2 % vanaf 1 januari 2020 en 3 % vanaf 1 januari 2021 van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar Om te kunnen genieten van de vermindering bedoeld in het derde lid, moet de werkgever tegen 30 april aan de FPD een attest bezorgen afgeleverd door de pensioeninstelling die het pensioenstelsel beheert van de conformiteit van het pensioenstelsel met de voorwaarden vastgesteld in het zesde en achtste lid en het bewijs van de gemaakte kosten voor het pensioenstelsel tijdens het beschouwde kalenderjaar.
Onverminderd de bepalingen in het vierde lid mag de kost voor de werkgever die in aanmerking wordt genomen voor de vermindering bedoeld in het derde lid, niet overschrijden: - indien het gaat om een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen, de storting op de individuele rekening van een bijdrage op jaarbasis voor de opbouw van een rustpensioenprestatie die overeenstemt met 6 % van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar; - indien het gaat om een pensioentoezegging van het type vaste prestaties, de kost die betrekking heeft op een rustpensioenprestatie uitgedrukt in een rente die overeenstemt met 12 % van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar; - indien het gaat om een pensioentoezegging als bedoeld in artikel 21 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, de kost die betrekking heeft op een rustpensioenprestatie die overeenstemt met een kapitalisatie volgens een vastgestelde rentevoet van een toegekend bedrag op jaarbasis van 6 % van de verloning die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen voor het beschouwde jaar."
Art. 13.In artikel 32 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "een voorzorginstelling.De voorzorginstelling" vervangen door de woorden "een pensioeninstelling.
De pensioeninstelling"; 2° in het tweede lid, worden de woorden "een voorzorginstelling" vervangen door de woorden "een pensioeninstelling". HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding
Art. 14.Artikel 12 treedt in werking op 1 januari 2020. De in artikel 12 voorziene vermindering wordt voor de eerste maal toegepast op de aanvullende werkgeversbijdragen inzake pensioenen die berekend worden voor het jaar 2019.
TITEL 4. - Wijzigingen aan de aanvullende pensioenreglementering wat betreft de pensioentoezeggingen van de publieke sector HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
Art. 15.In artikel 3 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 maart 2016, wordt paragraaf 1 aangevuld met de punten 28° tot 30° luidende: "28° publieke pensioentoezegging: een pensioentoezegging ingesteld door een openbare werkgever. 29° publiek pensioenstelsel: een collectieve publieke pensioentoezegging.30° openbare werkgever: een werkgever die niet onderworpen is aan de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.De verschillende exploitatiezetels van eenzelfde openbare werkgever worden, ongeacht hun geografische lokalisatie, als één en dezelfde openbare werkgever beschouwd."
Art. 16.Artikel 3, § 2, van dezelfde wet wordt opgeheven
Art. 17.Onder titel II van dezelfde wet, wordt een hoofdstuk IX/1 met het opschrift "Publieke pensioentoezeggingen" ingevoegd.
Art. 18.In het hoofdstuk IX/1, ingevoegd door artikel 17, wordt een artikel 48/1 ingevoegd luidende: "
Art. 48/1.De publieke pensioentoezeggingen worden onderworpen aan de bepalingen van deze titel tenzij de bepalingen van dit hoofdstuk hier uitdrukkelijk van afwijken.".
Art. 19.In het hoofdstuk IX/1, ingevoegd door artikel 17, wordt een artikel 48/2 ingevoegd dat luidt als volgt: "art. 48/2. § 1. Voor de toepassing van deze titel en zijn uitvoeringsbesluiten op de publieke pensioentoezeggingen wordt verstaan onder: 1° onderneming en werkgever: een openbare werk -gever;2° pensioentoezegging: een publieke pensioentoezegging;3° pensioenstelsel: een publiek pensioenstelsel;4° ondernemingsraad: de volgende organen: a) Voor de contractuele personeelsleden van de federale Staat, van de openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen die ervan afhangen en de diensten van de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus: het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten bedoeld in artikel 18, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel waarvan de afvaardiging van de overheid uitsluitend samengesteld wordt door de vertegenwoordigers van de federale overheid;deze bestaat ten minste uit de minister van Pensioenen, de minister van Ambtenarenzaken, de minister van Begroting en de minister of de ministers functioneel bevoegd voor de betrokkene contractuele personeelsleden of hun behoorlijk gemachtigde afgevaardigden; b) Voor de contractuele personeels leden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met inbegrip van de openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen die ervan afhangen: het sectorcomité XV bedoeld in bijlage I van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984;c) Voor de contractuele personeelsleden van de Vlaamse ministeries, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitsluiting van het contractuele personeel van het onderwijs: het sectorcomité XVIII bedoeld in bijlage I van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984;d) Voor de contractuele personeelsleden van het Waals Gewest met inbegrip van de openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen die ervan afhangen: het sector comité XVI bedoeld in bijlage I van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984;e) Voor de contractuele personeelsleden van de Franse Gemeenschap met inbegrip van de openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen die ervan afhangen, met uitsluiting van het contractuele personeel van het onderwijs: het sectorcomité XVII bedoeld in bijlage I van het voornoemde koninklijk besluit van 28 septembre 1984;f) Voor de contractuele personeelsleden van de Duitstalige gemeenschap met inbegrip van de openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen die ervan afhangen, met uitsluiting van het contractuele personeel van het onderwijs: het sectorcomité XIX bedoeld in bijlage I van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984;g) Voor de contractuele personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten: de bijzondere comités bedoeld in artikel 20, § 1, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984.Als de publieke pensioentoezegging gemeenschappelijk aan verschillende openbare provinciale en/of plaatselijke werkgevers is: de bevoegde onderafdeling van het comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten bedoeld in artikel 17, § 2bis, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984; h) Voor de contractuele personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven: het paritair comité bedoeld in artikel 30 van deze wet en de Nationale Paritaire Commissie bedoeld in artikel 115 van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen.i) Voor de contractuele personeelsleden van de instellingen van de publieke sector die behoren tot de federale gezondheidssectoren: de basisoverlegcomités.Indien de publieke pensioentoezegging gemeenschappelijk is aan verschillende gezondheidsinrichtingen en -diensten: na voorafgaand advies van het Beheerscomité van het Fonds Sociale Maribel bedoeld in artikel 35 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten bedoeld in artikel 18, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel waarvan de afvaardiging van de overheid exclusief is samengesteld uit vertegenwoordigers van de federale overheid; deze is ten minste samengesteld uit de minister van Sociale Zaken, de minister van Pensioenen, de minister van Ambtenarenzaken en de minister van Begroting.
Indien het gaat om een publieke pensioentoezegging gemeenschappelijk aan verschillende van de voornoemde openbare werkgevers: de gemeenschappelijke vergadering van de voornoemde onderhandelingscomités bevoegd voor elke van deze openbare werkgevers. 5° collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 7: een protocol van akkoord van het of de bevoegde onderhandelingscomités krachtens 4° ;6° voorafgaand advies als bedoeld in artikel 39: een protocol van het of de krachtens 4° bevoegde onderhandelingscomités; 7° voor de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven: het paritair comité "comité overheidsbedrijven" bedoeld in artikel 31 van voormelde wet.".
Art. 20.In het hoofdstuk IX/1, ingevoegd door artikel 17, wordt een artikel 48/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 48/3.In geval van vaste benoeming van de aangeslotene, is er sprake van een uittreding in de zin van artikel 3, § 1, 11°, b), 2.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 33/1, wordt de toepassing van de bepalingen van de artikelen 24, 29, 30, 31, 32 en 33 uitgesteld tot op het einde van de vaste benoeming anders dan door overlijden of pensionering of tot op de datum van de overdracht wanneer de vastbenoemde aangeslotene wordt overgedragen naar een andere openbare werkgever.
Indien het een multi-inrichterspensioenstelsel betreft en de vastbenoemde aangeslotene overgaat naar een andere openbare werkgever die deelneemt aan het multi-inrichterspensioenstelsel, wordt de toepassing van de bepalingen van de artikelen 24, 29, 30, 31, 32 en 33 uitgesteld, op voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname van de rechten en verplichtingen regelt, tot op het einde van de vaste benoeming anders dan door overlijden of pensionering of de datum van de overgang wanneer de vastbenoemde aangeslotene wordt overgedragen naar een andere openbare werkgever die niet deelneemt aan het multi-inrichterspensioenstelsel.
In afwijking van het tweede en derde lid kan de werknemer opteren voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, § 1, eerste lid, 3°, c.". HOOFDSTUK 2. - Wijziging aan de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 07/08/2015 numac 2015000406 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening
Art. 21.In artikel 134 van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 07/08/2015 numac 2015000406 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenen, worden de woorden "aan de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen" telkens vervangen door "aan het Boek III, titel 3, hoofdstuk 2 van het Wetboek van economisch recht".
Art. 22.Artikel 136 van dezelfde wet wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. In afwijking van § 1 zijn de bepalingen van deze wet van toepassing op de in artikel 135, 1°, bedoelde pensioenregelingen die vanaf 1 mei 2018 worden ingevoerd door een openbaar bestuur.
De in het eerste lid bedoelde pensioenregelingen die niet ten laatste op 31 december 2018 als zodanig zijn geregistreerd in de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen opgericht door artikel 306 van de programmawet (I) van 27 december 2006, worden onweerlegbaar vermoed te zijn ingevoerd vanaf 1 mei 2018.
In afwijking van § 1 zijn de bepalingen van deze wet eveneens van toepassing op de in artikel 135, 1°, bedoelde pensioenregelingen die vóór 1 mei 2018 werden ingevoerd door een openbaar bestuur en die op die datum al werden beheerd door een pensioeninstelling bedoeld in artikel 3, § 1." HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 23.Titel IV treedt in werking op 1 mei 2018 TITEL 5. - Wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen HOOFDSTUK 1. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art. 24.In artikel 20 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014203606 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot oprichting van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014003246 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het voorlaatste lid wordt opgeheven; 2° het laatste lid wordt vervangen als volgt: "In geval van thesaurietekort binnen het gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, worden de interesten verbonden aan de aangegane financiering om het thesaurietekort op te vangen verdeeld tussen de geresponsabiliseerde werkgevers.".
Art. 25.Artikel 21 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 21.§ 1. Het bedrag van de verschuldigde aanvullende werkgeversbijdragen voor individuele responsabilisering wordt aan het provinciaal of plaatselijk bestuur of de lokale politiezone meegedeeld in de loop van de maand september van het volgende kalenderjaar. § 2. Het bedrag van deze aanvullende werkgeversbijdragen wordt betaald onder de vorm van maandelijkse termijnen. § 3. Tot een door de Koning te bepalen datum zijn de werkgevers die voor het tweede jaar voorafgaand aan het lopende kalenderjaar een aanvullende bijdrage voor individuele responsabilisering verschuldigd waren, ertoe gehouden om in de maanden januari tot en met oktober tien gelijke maandelijkse termijnen te betalen, ten laatste de 10e van de maand die volgt op het versturen van de factuur, waarvan het bedrag gelijk is aan één twaalfde van een door de Koning te bepalen percentage van het bedrag van de verschuldigde responsabiliseringsbijdrage voor het tweede jaar voorafgaand aan het lopende kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid zijn de werkgevers die voor het jaar 2016 een aanvullende bijdrage voor individuele responsabilisering verschuldigd waren, ertoe gehouden om in de maanden juni tot en met oktober 2018 vijf gelijke maandelijkse termijnen te betalen, ten laatste de 10de van de maand die volgt op het versturen van de factuur, waarvan het bedrag gelijk is aan één twaalfde van een door de Koning te bepalen percentage van het bedrag van de voor het jaar 2016 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage. § 4. Vanaf een door de Koning te bepalen datum zijn de in § 3 bedoelde werkgevers er tevens toe gehouden om in elke kalendermaand een aanvullende termijn te betalen, ten laatste de 10e van de maand die volgt op het versturen van de factuur, waarvan het bedrag gelijk is aan één twaalfde van een door de Koning te bepalen percentage van het bedrag van de verschuldigde responsabiliseringsbijdrage voor het tweede jaar voorafgaand aan het lopende kalenderjaar. § 5. Het bedrag van elk van de twee in de maanden november en december te betalen termijnen is gelijk aan de helft van het verschil tussen enerzijds het bedrag van de verschuldigde responsabiliseringsbijdrage voor het vorige kalenderjaar en anderzijds de som van de in § 3 bedoelde maandelijkse termijnen en de in § 4 bedoelde, tijdens het vorige kalenderjaar betaalde aanvullende maandelijkse termijnen.".
Art. 26.Artikel 27 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 20 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2017020021 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 2012 tot uitvoering van artikel 123 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type wet prom. 20/12/2016 pub. 03/01/2017 numac 2016024303 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw type wet prom. 20/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016206258 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid sluiten, wordt hersteld als volgt: "Art. 27 De in artikel 21 bedoelde bijdragen worden gelijkgesteld met een socialezekerheidsbijdrage, inzonderheid wat betreft de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalingen, het toezicht, de aanwijzing van de rechter bevoegd in geval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de instelling belast met de inning en de invordering van de bijdragen." HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding
Art. 27.Deze titel treedt in werking op 1 mei 2018.
TITEL 6. - Bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen Afdeling I0 -- Wijziging van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de
algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers
Art. 28.In artikel 24 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2017020021 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 2012 tot uitvoering van artikel 123 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type wet prom. 20/12/2016 pub. 03/01/2017 numac 2016024303 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw type wet prom. 20/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016206258 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid sluiten, wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, luidende: " § 2ter. In afwijking van de bepalingen van § 1 en onverminderd § 2bis, wordt een bijkomend gedeelte van de geglobaliseerde geldmiddelen, bedoeld in artikel 22, § 2, a), toegewezen aan de Federale Pensioendienst voor de financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden die aangesloten zijn bij het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.
Dit bedrag wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het groeipercentage van de gemiddelde gezondheidsindex van het jaar.". Afdeling II. -- Wijziging van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot
vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen
Art. 29.In artikel 13, 1), van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2017020021 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 2012 tot uitvoering van artikel 123 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type wet prom. 20/12/2016 pub. 03/01/2017 numac 2016024303 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw type wet prom. 20/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016206258 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid sluiten, wordt tussen het eerste en het tweede streepje volgend streepje ingevoegd: "- het bedrag gestort in uitvoering van artikel 24, § 2ter, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers;". HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding
Art. 30.Deze titel treedt in werking op 1 mei 2018.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 30 maart 2018.
FILIP Van Koningswege : De minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 0221 - 54-2718 Integraal verslag : 29 maart 2018