gepubliceerd op 28 december 2017
Wet houdende de algemene uitgaven- begroting voor het begrotingsjaar 2018
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING
22 DECEMBER 2017. - Wet houdende de algemene uitgaven- begroting voor het begrotingsjaar 2018 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Art. 1-01-1 Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 1-01-2 De Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2018 wordt goedgekeurd overeenkomstig de totalen van de programma's zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde begrotingen per sectie.
Art. 1-01-3 § 1. De kredieten voor de programma's die betrekking hebben op de werkingskosten van de administraties - bestaansmiddelenprogramma's genoemd - behelzen : 1. De bezoldigingen en allerhande toelagen van het actief en ter beschikking gesteld personeel, de bezoldigin-gen of lonen van het hulppersoneel, de toelagen voor hogere en bijzondere functies, de tussenkomst in de abonnementen op het gemeenschappelijk vervoer, de vergoedingen voor arbeidsongevallen - inbegrepen de uitkering van deze vergoedingen aan leden van de familie van het slachtoffer in geval van overlijden - alsook de verminderde bezoldigingen of lonen van het tijdelijk of hulppersoneel, in dienst door werkongeval getroffen.2. Allerhande uitgaven voor sociaal dienstbetoon.3. Bestendige uitgaven voor aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten : - Erelonen van advocaten en geneesheren - Gerechtskosten inzake burgerlijke, administratieve en strafzaken - Presentiegelden, reis- en verblijfkosten van niet tot de Rijksdiensten behorende personen - Bezoldigingen van niet tot de Administratie behorende deskundigen en prestaties van derden; - Verbruiksuitgaven met betrekking tot het bezetten van de lokalen - met inbegrip van de uitgaven voor energieverbruik "stookolie, gas, benzine, elektriciteit, kolen" - en uitgaven voor onderhoud - Bureaukosten, vervoer, belastingen, retributies, publicaties van het departement, beroepsscholing, kleding en andere kleine bestuursuitgaven; - Allerhande vergoedingen aan het Rijkspersoneel voor werkelijke lasten en materiële schade, de ver-voerskosten betreffende dienstreizen en de verzekeringspremies der afgevaardigden van het departement die zich naar het buitenland begeven. 4. Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica.5. Uitgaven voor uitzonderlijke aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten, waaronder werken en leveringen voor de inrichting van nieuwe lokalen en de verhuiskosten.6. Huur van onroerende goederen en daarmee verband houdende belastingen van de verschillende diensten van het departement, betaald zonder de tussenkomst van de Regie der Gebouwen.7. Andere uitgaven met betrekking tot de werking van de diensten waarvan de gedetailleerde omschrijving in de bestaansmiddelenprogramma's wordt weergegeven.8. Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen : machines, meubilair, materieel en vervoermid-delen te land.9. Investeringsuitgaven inzake de informatica. § 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen "11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel " en "11.00.04 - Ander dan statutair personeel " alsook de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen. § 3. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05, 11.40.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onderen uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99. § 4. In afwijking van paragraaf 3 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.40.01 en 21.60.02 worden herverdeeld. § 5. In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en onverminderd de bepalingen van de §§ 2 tot 4 en 6 tot 8, mag de bevoegde voorzitter van het directiecomité, mits het akkoord van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties herverdelen. De voorgestelde verhogingen mogen echter een maximumbedrag van 50 000 EUR per basisallocatie niet overschrijden. Wanneer eenzelfde basisallocatie het voorwerp is van opeenvolgende verhogingen worden de bedragen samengeteld voor de toepassing van deze bepaling.
Deze afwijking is ook van toepassing op de Ministerie van Landsverdediging, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen aan de voorzitter van het directiecomité deze voor de chef defensie is, en aan de Federale Politie, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen is aan de commissaris-generaal.
Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen. § 6. 1°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, en van paragraaf 2 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van allerhande basisallocaties « 11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel » en « 11.00.04 - Ander dan statutair personeel » evenals de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99 van de secties 16 en 17 van de begroting herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01 op volgende wijze : - Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01; - Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01. 2°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003, en van paragraaf 3 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 1100.05, 1140.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de niet specifieke werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74 van de secties 02, 05, 14, 16 en 17 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01, op volgende wijze : - Bovenvermelde kredieten van sectie 02 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 1 van het programma 30/6 van sectie 01 - Bovenvermelde kredieten van sectie 06 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 9 van het programma 30/6 van sectie 01 - Bovenvermelde kredieten van sectie 14 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 2 van het programma 30/6 van sectie 01 - Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01 - Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01 Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99. 3°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003 mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 19.55 21 61.41.03 en 19.55 22 41.40.02 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van activiteit 5 van programma 30/6 van sectie 01 en mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 46.60 11 33.00.01 en 46.61 12.11.23 herverdeeld worden met de overeenkomstige kredieten van activiteit 4 van het programma 30/6 van sectie 01. 4°. De vereffeningskredieten van de basisallocaties van deze paragraaf mogen mutatis mutandis eveneens herverdeeld worden onder dezelfde voorwaarden. § 7. In afwijking van artikel 52 van dezelfde wet van 22 mei en van de paragrafen 2 en 3 van dit artikel, worden herverdelingen enkel toegestaan in sectie 01 van de begroting binnen de grenzen van de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van elke activiteit van het programma 30/6. Deze afwijking geldt niet voor de activiteiten 6,7 en 8 van het voormelde programma 30/6, die onderling herverdeeld mogen worden. § 8. 1°. De paragrafen 2 en 3 zijn niet van toepassing op de basisallocaties van de volgende programma's : 12.62.9, 13.54.5, 13.54.9, 25.54.6, 25.54.7, 25.54.8, 32.21.6, 32.46.7, 32.49.4 en 44.55.2. 2°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003, kunnen de vereffeningskredieten van de basisallocaties van de programma's opgenomen onder punt 1° hierboven slechts worden herverdeeld binnen elk van deze programma's.
Art. 1-01-4 Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Staat optreden.
Art. 1-01-5 In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel.
HOOFDSTUK 2. - Bijzondere bepalingen der departementen Sectie 01. - Dotaties en Activiteiten van de Koninklijke Familie Art. 2.01.1 Binnen de perken van de kredieten van de betrokken basisallocatie kan de volgende toelage worden toegekend : PROGRAMMA 30/6 - ACTIVITEITEN VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE Toelage aan de VZW "Stichting Prins Laurent".
Art. 2.01.2 De Eerste minister wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 1 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijk Familie uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.3 De minister bevoegd voor de Buitenlandse Zaken wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 2 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijk Familie uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.4 De minister bevoegd voor Landsverdediging wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 3 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijke Familie uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.5 De minister bevoegd voor het detachement veiligheid van het Koninklijke Paleis wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteiten 6 tot en met 8 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijke Familie uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.6 § 1. De minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 5 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijke Familie, uitgaven vast te leggen en te vereffenen. § 2. In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om de uitbreiding van de beveiligingsinstallatie van het kasteel te Ciergnon te realiseren.
Art. 2.01.7 De minister bevoegd voor wetenschapsbeleid wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 4 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijk Familie, uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.8 De minister bevoegd voor de Informatie- en Communicatietechnologie wordt gemachtigd ten laste van de kredieten van de activiteit 9 van het programma 30/6 - Activiteiten van de Koninklijke Familie uitgaven vast te leggen en te vereffenen.
Art. 2.01.9 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de vastleggingskredieten van de programma's van afdelingen 35 en 36 herverdeeld worden onder elkaar.
Sectie 02. - FOD Kanselarij van de Eerste Minister Art. 2.02.1 In afwijking van art. 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 250.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtige van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister.
Door middel van deze voorschotten mag de rekenplichtige schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 1.000 EUR. Art. 2.02.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, kunnen de volgende toelagen en bijdragen worden toegekend : PROGRAMMA 21/01 : BEHEERSORGANEN Toelage aan de VZW "gemeenschappelijke Sociale dienst bij de horizontale Federale Overheidsdiensten en de Regie der Gebouwen" op de basisallocaties 02 21 01 41 60 05 en 02 33 01 41 60 05.
PROGRAMMA 31/1 - EXTERNE COMMUNICATIE 1. Toelage aan het Internationaal Perscentrum "Résidence Palace";2. Allerhande toelagen in het kader van de informatie- en communicatieopdrachten goedgekeurd door de Ministerraad. PROGRAMMA 32/3 - SOCIALE TUSSENKOMSTEN Vakbondspremies.
PROGRAMMA 33/1 - FEDERAAL INSTITUUT VOOR DUURZAME ONTWIKKELING - Toelagen aan Transitienetwerk Middenveld en Associations 21 als erkende koepel- of netwerkorganisatie overeenkomstig artikel 19/4 § 2 van het hoofdstuk V/2 van de wet van 05 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling. - Toelagen aan organisaties (verenigingen en/of organisaties met een vennootschapsstatuut) in het kader van concrete projecten en initiatieven met betrekking tot het bevorderen, in praktijk brengen of ondersteunen van een duurzame ontwikkeling. De projecten en initiatieven kunnen enkel via een daartoe bestemde aanvraagformulier aan het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling worden bezorgd, die een het project of initiatief evalueert in overeenstemming met de vooropgestelde voorwaarden, die voorafgaandelijk op de website van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling worden gepubliceerd. - Toelagen aan organisaties (verenigingen en/of organisaties met een vennootschapsstatuut) die kaderen in een specifieke projectoproep. De modaliteiten van de projectoproep en de voorwaarden waaraan de organisatie en de projecten dienen te beantwoorden worden voorafgaandelijke op de website van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling gepubliceerd. - Toelagen aan internationale instellingen en organisaties om het internationale proces inzake duurzame ontwikkeling te bevorderen. - Toelagen aan Gemeenten en andere lokale overheden om goede praktijken inzake duurzame ontwikkeling te bevorderen. - Toelagen aan de lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot duurzame ontwikkeling.
PROGRAMMA 36/1 - ZETELBELEID Bijdragen aan de SHAPE in uitvoering van het Garrison Support Arrangement" (GSA), dat werd afgesloten tussen België en SHAPE en goedgekeurd door de ministerraad van 12 maart 2014.
Bijdragen van België aan internationale organismen in het kader van het Zetelbeleid.
Art. 2.02.3 De eerste minister is gemachtigd om, in het belang van de Schatkist en mits naleving van de wetgeving op de overheidsopdrachten, ruilovereenkomsten af te sluiten teneinde de vernieuwing van de uitrustingen van de ICT Shared Services te bevorderen.
Art. 2.02.4 Binnen de perken van de kredieten ingeschreven in het programma 21/1 "ICT -Netwerk" mogen - naast de recurrente werkingskosten en de investeringen - ook allerhande uitgaven vereffend worden die verband houden met gepresteerde diensten en met de installatie en het onderhoud van software en hardware bij de diverse diensten-gebruikers die aangesloten zijn op het netwerk van de ICT. Art. 2.02.5 De Algemene Directie Externe Communicatie wordt gemachtigd uitgaven te verrichten voor de informatie- en communicatieopdrachten uitgevoerd ten behoeve van de federale en programmotorische overheidsdiensten.
Daartoe int de Algemene Directie Externe Communicatie voorschotten, via het IPC, van de betrokken FOD's en POD's, voorafgaand aan de betaling van deze uitgaven.
Art. 2.02.6 In afwijking van art. 18, § 1, 2° op van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd Koninklijke Muntschouwburg, inzonderheid gewijzigd bij het Koninklijke besluit nr. 545 van 31 maart 1987 betreffende de Koninklijke Muntschouwburg, wordt de toelage 2018 aan de Koninklijke Muntschouwburg (BA 31.20.4140.21) voor 75% gestort in de loop van het eerste trimester.
Het saldo wordt telkens in 3 gelijke schijven overgemaakt voor de maanden oktober, november en december.
Indien in de loop van 2018 een bijkomende toelage toegekend wordt, mag deze onmiddellijk gestort worden in een enkele schijf van 100%.
Art. 2.02.7 Bij toepassing van art.18 van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België, wordt de dotatie 2018 aan het Nationaal Orkest van België (BA31.20.41.40.22) voor 75% gestort in de loop van het eerste trimester.
Het saldo wordt telkens in 3 gelijke schijven overgemaakt voor de maanden oktober, november en december.
Indien in de loop van 2018 een bijkomende toelage toegekend wordt, mag deze onmiddellijk gestort worden in een enkele schijf van 100%.
Art. 2.02.8 In uitvoering van artikel 13, 3° van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en in uitvoering van artikel 34 van de beheersovereenkomst tussen de Belgische staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden "Paleis voor Schone Kunsten" voor de periode 2016-2019, goedgekeurd bij KB van 26/05/2016 (B.S. van 17/06/2016) wordt de toelage 2018 voor de naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden "Paleis voor Schone Kunsten" (BA 31.20.4140.25) voor 75% gestort in de loop van het eerste trimester.
Het saldo wordt telkens in 3 gelijke schijven overgemaakt voor de maanden oktober, november en december.
Indien in de loop van 2018 een bijkomende toelage toegekend wordt, mag deze onmiddellijk gestort worden in een enkele schijf van 100%.
Art. 2.02.9 De Staatsdienst met afzonderlijk beheer "Residence Palace - Internationaal Perscentrum - Brussel" (IPC) wordt gemachtigd om de financiering over te nemen van de opdrachten ten laste van het afgeschaft organiek begrotingsfonds 02-1, met name de gedeeltelijke of volledige financiering van informatie- en communicatiecampagnes ontwikkeld door de Algemene directie Externe Communicatie.
Te dien einde ontvangt de Algemene Directie via het IPC de voorschotten, diverse opbrengsten, met uitzondering van ontvangsten uit sponsoring, terugbetalingen in het kader van de in het vorig lid bedoelde opdrachten.
Sectie 06. - FOD Beleid en Ondersteuning Art. 2.06.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 50 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de FOD Beleid en Ondersteuning.
Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen alle dienstkosten tot 5 500 EUR betalen, alsmede, ongeacht hun bedrag, de verbruikskosten van water, gas, elektriciteit, telefoon, stookolie en brandstof voor autovoertuigen, alsook de vergoedingen en toelagen van alle aard welke op de begroting toegekend worden.
Mogen, ongeacht het bedrag, met deze voorschotten worden betaald : 1) de uitgaven van sociale aard;2) de kosten voor zendingen in het buitenland en voor frankering van de briefwisseling, alsmede de voorschotten op deze kosten. Aan de rekenplichtigen belast met de betaling van zendingskosten in het buitenland wordt toelating gegeven om de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren belast met een opdracht in het buitenland.
Art. 2.06.2 De provisionele kredieten ingeschreven op basisallocatie 06.90.10.0100.01 - 06.90.10.0100.10 mogen, na het akkoord van de minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit.
In afwijking van artikel 91, tweede lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële staatstussenkomst ten gunste van de instellingen van openbaar nut verhogen.
Art. 2.06.3 De provisionele kredieten ingeschreven op basisallocatie 06.40.22.0100.02 mogen, na het akkoord van de minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit.
In afwijking van artikel 91, tweede lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële staatstussenkomst ten gunste van deze instellingen van openbaar nut verhogen Art. 2.06.4 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/0 - LEIDING EN BEHEER 1° Toelage aan de vzw "Sociale dienst van horizontale FOD en de Regie van gebouwen" de basisallocatie 06.40.01.4160.05. 2° Bijdrage aan het Internationaal Instituut voor Bestuurswetenschappen op basisallocatie 06.40.01.3300.01. 3° Bijdrage aan het Europees Instituut voor Bestuurskunde te Maastricht op basisallocatie 06.40.01.3300.01.
PROGRAMMA 40/2 - REKRUTERING EN ONTWIKKELING 1° Subsidies ter bevordering van of voor het bestuderen van het openbaar ambt in het algemeen, ter verbetering van de personeelscultuur en voor het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid bij de federale Staat kunnen toegekend worden op de basisallocatie 06.40.22.3300.20. 2° Tegemoetkoming voor vormingsactiviteiten georganiseerd door de representatieve vakorganisaties op basisallocatie 06.40.22.3300.21, volgens de modaliteiten bepaald door het koninklijk besluit van 24 maart 2003 betreffende de toekenning van een toelage aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en haar personeel.
PROGRAMMA 40/3 - DIGITALE TRANSFORMATIE 1° Toelagen in het kader van een samenwerking tussen de FOD Beleid en Ondersteuning en nationale en internationale organisaties voor ICT-projecten ten voordele van de burger en die van algemeen belang zijn op basisallocatie 06.40.31.3540.01. 2° Toelage de-radicalisering vzw MolenGeek.3° Toelagen de-radicalisering Digital Belgium Skills Fund. 4° Toelagen in het kader van een samenwerking tussen FOD Beleid en Ondersteuning en vzw's en organisaties i.v.m. ICT-projecten ten voordele van de burger en die van algemeen belang zijn.
De kredieten van de basisallocatie 06.40.32.01000.01 mogen getransfereerd worden, door middel van een herverdeling van basisallocaties, naar specifieke basisallocaties die per herverdeling opgericht mogen worden binnen hetzelfde programma, ten einde de uitgaven van het project met betrekking tot het onderwerp "Digital Belgium skills funds" te dekken.
PROGRAMMA 50/0 - FINANCIERING VAN HET INTERFEDERAAL KORPS Toelage aan de vzw "Sociale dienst van horizontale FOD en de Regie van gebouwen" op de basisallocatie 06.50.11.4160.05.
Art. 2.06.5 § 1. In afwijking van artikel 20, 2° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, worden de verplichtingen vastgelegd ten laste van de kredieten van de secties 03, 04 en 05 en niet-gesoldeerd op 31 december 2017 overgedragen naar sectie 06.
Zij kunnen worden vereffend ten laste van de overeenstemmende basisallocaties van sectie 06.
De Koning bepaalt de overeenstemming tussen de basisallocaties van de secties 03, 04 en 05 en die van sectie 06. § 2. De verplichtingen ten laste van de administratieve diensten met beheersautonomie Selor en FED+ en Empreva, niet-gesoldeerd op 31 december 2017, worden overgedragen naar sectie 06.
Zij kunnen worden vereffend ten laste van de vereffeningskredieten van het programma 40/2 in functie van hun economische aard. § 3. Een overzicht van de verrichtingen bedoeld in de §§ 1 en 2 zal elk kwartaal worden voorgelegd aan het Rekenhof.
Art. 2.06.6 Aangezien de FOD Beleid en Ondersteuning de bevoegdheden van de opgeheven thesaurierekening 25.87.01.51.11 B "Empreva" overneemt mogen de reserves die beschikbaar zijn op 31/12./2017 aangewend worden om volgende uitgaven te dekken, namelijk o de geplande informatisering van de processen te financieren o Het project burn-out op te starten Te dien einde worden deze reserves gestort op de thesaurierekening 06.87.01.51.11B en worden daar beheerd door de FOD Beleid en Ondersteuning. Aan het Rekenhof zal gedurende het begrotingsjaar trimestrieel een duidelijk overzicht voorgelegd worden van de benutting van deze middelen.
Art. 2.06.7 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van "Europese projecten" worden geboekt op de rekening 06.86.160443C8 van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
De beschikbare middelen en openstaande verplichtingen van de rekening 05.86.6160143C8 worden overgedragen naar de bovenvermelde rekening.
Art. 2.06.8 Het eventueel op het eind van het vorig jaar beschikbaar saldo van de provisionele voorschotten gestort door de FOD BOSA aan de Regie der gebouwen mag vanaf 1 januari van het betrokken begrotingsjaar aangewend worden voor de verrekening van de door de FOD BOSA verschuldigde bedragen voor het betrokken begrotingsjaar.
Sectie 07. - Onafhankelijke organen Art. 2.07.1 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 41/1 - DOTATIES Toelagen aan publieke organisaties in het kader van de diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen.
Sectie 12. - FOD Justitie Art. 2.12.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat mogen aan de volgende rekenplichtigen voorschotten worden toegestaan tot een maximumbedrag van 250 000 EUR. Door middel van deze voorschotten mogen alle schuldvorderingen aangaande werkingskosten en vergoedingen van alle aard, worden betaald binnen het hierna aangegeven kader : 1. schuldvordering met een waarde kleiner als bepaald door de Koning voor wat de opdrachten gesloten met een aanvaarde factuur betreft : o de rekenplichtige van de Stafdienst Begroting en Beheerscontrole. Aan de rekenplichtige van de Stafdienst Begroting en Beheerscontrole wordt bovendien machtiging gegeven om aan de ambtenaren op zending naar het buitenland, de nodige voorschotten te verlenen. 2. ongeacht het bedrag van de schuldvordering : o de rekenplichtige van de Sociale Dienst met het oog op de uitbetaling van hulpgelden en toelagen met sociaal karakter, alsmede van toelagen ten gunste van de cultuur- en sportkringen opgericht onder het personeel van de FOD Justitie; o de rekenplichtige van de Veiligheid van de Staat voor de betaling van confidentiële uitgaven.
Hij legt de jaarlijkse rekening van zijn verrichtingen aan het Rekenhof voor.
Art. 2.12.2 Voor de betaling van de staten van honoraria van gerechtelijke deskundigen en gerechtsdeurwaarders en alle andere gerechtskosten, met inbegrip van de schuldvorderingen met betrekking tot de internationale gerechtelijke samenwerking, en dit ongeacht hun bedrag, zal door de Minister van Justitie een provisie ter beschikking worden gesteld aan de griffiers bij de Hoven en de Rechtbanken.
Art. 2.12.3 De terugvordering van de voorschotten onder de vorm van lening toegekend aan de personeelsleden, kan, in voorkomend geval, worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 23, 4°, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
Art. 2.12.4 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/3 - STUDIES EN DOCUMENTATIE 1) Toelagen aan publicaties en aan wetenschappelijke instellingen;2) Toelage aan de vzw "Geschillencommissie reizen";3) Toelage aan de Kinderrechten Coalitie Vlaanderen en aan de Coordination des ONG pour les droits de l'enfant;4) Toelage aan de VZW "Verzoeningscommissie - bouw". PROGRAMMA 51/3 - MEDISCHE EN PARAMEDISCHE ZORGEN AAN GEDETINEERDEN Toelagen aan organismen belast met de therapeutische begeleiding van de daders van seksuele misdrijven.
PROGRAMMA 55/0 - BESTAANSMIDDELEN Deelneming van België in de werkingskosten van internationale instellingen.
PROGRAMMA 56/2 - FINANCIERING ALTERNATIEVE STRAFFEN EN MAATREGELEN Toelagen in het kader van de begeleiding van alternatieve straffen en gerechtelijke maatregelen.
Toelagen in het kader van de begeleiding van alternatieve straffen en gerechtelijke maatregelen op vlak van verkeer.
PROGRAMMA 58/1 - DIENST VOOGDIJ MINDERJARIGE VREEMDELINGEN Toelagen aan openbare instellingen en verenigingen belast met de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
PROGRAMMA 58/2 - INTERNATIONALE SAMENWERKING Aandeel van België in de werkingskosten van de Internationale Organisatie voor de Criminele Politie te Lyon (I.O.C.P.).
Deelneming van België in de werkingskosten van internationale instellingen.
PROGRAMMA 58/5 - DIVERSITEIT, INTERCULTURALITEIT EN GELIJKHEID VAN KANSEN Toelage aan de gespecialiseerde opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel.
Toelagen aan private en publieke organisaties in het kader van de diversiteit, de interculturaliteit en de gelijkheid van kansen.
PROGRAMMA 59/2 - ISLAMITISCHE EREDIENST Toelage voor de erkenning van de islamitische eredienst.
PROGRAMMA 59/3 - BOEDDHISME Toelage aan de vzw Boeddhistische Unie van België voor de erkenning van het Boeddhisme.
PROGRAMMA 62/7 - NATIONALE COMMISSIE VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND Federale bijdrage in de financiering van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind in uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 19 september 2005.
Art. 2.12.5 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de minister van Justitie er toe gemachtigd met de instellingen van de Europese Unie, overeenkomsten af te sluiten voor realisering van Europese projecten, gefinancierd door de Europese Unie. Deze projecten beogen op Europees vlak de betere werking en integratie van justitie.
Art. 2.12.6 In afwijking van artikel 20, 2° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, kunnen verplichtingen die zijn ontstaan of aangegaan voor 1 januari van het begrotingsjaar ten laste van kredieten op basisallocaties 12-51-02-12.11.01, 12-51-31-12.11.01, 12-51-32-12.11.31, 12-56-02-12.11.01 en 12-56-03-12.11.40 worden vastgelegd en vereffend ten laste van de kredieten van het lopende begrotingsjaar.
Art. 2.12.7 In afwijking van artikel 62, § 2, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van het Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders (programma 12-62-4), tot beloop van een bedrag van 22 549 KEUR, van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd.
Art. 2.12.8 In afwijking van artikel 62, § 2, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van het Fonds van de Kansspelcommissie (programma 12-62-5), tot beloop van een bedrag van 4 130 KEUR, van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd.
Sectie 13. - FOD Binnenlandse Zaken Art. 2.13.1 § 1. In afwijking van artikel 135 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt het maximumbedrag van de geldvoorschotten die aan de voorschotrekenplichtigen van de diensten en instellingen van wie de uitgaven in de onderhavige sectie zijn ingeschreven, bepaald op maximum 5 000 EUR. Door middel van deze voorschotten mogen de voorschotrekenplichtigen alle dringende uitgaven doen tot en met 500 EUR per uitgave (incl. btw). § 2. In afwijking van § 1 mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 15 000 EUR verleend worden voor alle uitgaven van het programma 55 voor de kosten van repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. De beperking van 500 EUR per uitgave geldt niet voor deze kosten. § 3. Indien de voorschotrekenplichtigen voormelde maximumbedragen aan geldvoorschotten overschrijdt, moet hij/zij de reeds ontvangen voorschotten verantwoorden, alvorens een nieuw voorschot kan verkregen worden.
Art. 2.13.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/4 - FINANCIERING VAN DE GEMEENTEN, GEWESTEN EN ANDERE INSTELLINGEN 1° Toelagen voor de financiering van de taalpremies, ten gunste van : a) het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de Brusselse agglomeratie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, evenals de instellingen van openbaar nut die van deze instellingen afhangen;b) de plaatselijke diensten in de zin van artikel 9 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken die gelegen zijn in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;c) de ziekenhuizen die afhangen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.2° Opvang asielzoekers : Toelagen aan organisaties en gemeenten die een bijdrage leveren tot ondersteuning en spreiding van vluchtelingen. Toelagen aan organisaties voor de individuele evaluatie van de specifieke noden van kwetsbare personen en aanpassing van hun huisvesting.
Toelagen aan organisaties die steun verlenen aan initiatieven voor psychologische bijstand (individuele ten laste name, preventiehulpmiddelen, informatie en vorming).
Toelagen aan organisaties die als doel hebben het verblijf in de opvangcentra tot een nuttige periode te maken waarin eenieder zich vaardigheden kan eigen maken die overbrengbaar zijn (bij voorbeeld, basisstudies, alfabetisering, het leren van een nationale taal, scholingsprogramma's, ... enz.) onafhankelijk van de afloop van de asielprocedure.
Toelagen aan organisaties voor de individuele inlichtingen betreffende de rechten en plichten van de asielzoekers, waaronder het recht tot sociale hulp en de condities voor opvang, de juridische procedure en bijstand, het institutioneel stelsel, de levensomstandigheden in België en de hulp bij terugkeer.
Toelagen aan organisaties die de opdrachten van een sociaal vertaalbureau vervullen.
Toelagen aan organisaties voor de ontwikkeling van het lokale beleid inzake communicatie en de bevordering van algemene communicatiemiddelen met betrekking tot de opvang van asielzoekers.
Toelagen aan organisaties die programma's of projecten in het kader van vrijwillige terugkeer uitvoeren.
PROGRAMMA 51/1 - BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA 1° Toelagen aan hen die daden van moed hebben verricht en daarbij het slachtoffer van hun offervaardigheid zijn geworden of aan rechthebbenden van helden die door hun moedige daad het leven verloren hebben of aan de klaarblijkelijke gevolgen ervan bezweken zijn, ook voor vergoedingen voor begrafeniskosten.2° Toelage aan de Vereniging tot Bevordering van Brussel als tussenkomst in de kosten voor inrichting van feestelijkheden in de Warande ter gelegenheid van het jaarlijks Nationaal Feest. PROGRAMMA 51/9 - BEVOLKINGEN VERKIEZINGEN Toelagen in het kader van de ontwikkeling van toepassingen voor de elektronische identiteitskaart.
PROGRAMMA 54/0 - BESTAANS- MIDDELENPROGRAMMA 1° Toelage aan een opleidingsraad voor de brandweerdiensten.2° Bijdrage in de kosten van voorlichting, documentatie en public relations inzake civiele veiligheid. PROGRAMMA 54/2 - OPERATIES VAN DE CIVIELE VEILIGHEID; UITRUSTING EN OPLEIDING VOOR DE CIVIELE BESCHERMING EN DE BRANDWEER-DIENSTEN 1° Bijdragen ten voordele van de brandweerdiensten in de kosten van informatiecampagnes voor brandvoorkoming, steun aan lokale initiatieven.2° Toelagen aan de Hoge Raad voor de opleiding voor de openbare brandweerdiensten, de Programmeringscommissie, de Commissie voor gelijkstelling en vrijstelling, het Redactiecomité, de Nederlandstalige Supraprovinciale Opleidingsraad en de Frans- en Duitstalige Supraprovinciale Opleidingsraad. PROGRAMMA 54/8 - FINANCIERING HULPVERLENINGSZONES EN BRANDWEERDIENSTEN 1° Toelage aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan de hulpverleningszones voor het aankopen van bijzonder materieel voor de brandweerdiensten.2° Toelagen aan de Brandweervereniging Vlaanderen, de "Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, ailes francophone et germanophone", de Nationale Kas voor onderlinge hulp der brandweermannen, de Vlaamse Vereniging Brandweervrijwilligers en aan de Association des Pompiers Volontaires Francophones et Germanophones de Belgique.3° Bijdragen in de financiering van de cursussen georganiseerd door de provinciale opleidingscentra voor de leden van de brandweerdiensten.4° Bijdragen in de financiering van de opgelopen uitgaven voor het organiseren van opleidingen door de provinciale opleidingscentra voor de leden van de brandweerdiensten.5° Toelagen aan de hulverleningszones voor hun werking.6° Toelagen aan de hulpverleningszones met het oog op het financieren van de hervorming, de aanschaf van bijzonder materieel en uitrustingsvoorwerpen en het verzekeren van de aanwerving van brandweermannen.7° Toelagen aan de brandweerdienst van Brussel hoofdstad voor de aanschaf van bijzonder materieel en uitrustingsvoorwerpen.8° Toelage aan de hulpverleningszone Hainaut-centre in het kader van Fire Fighting/ SHAPE.9° Tussenkomst ten voordele van SHAPE naar aanleiding van een nieuwe Garrison Support Arrangement" (GSA), dat werd afgesloten tussen België en SHAPE en goedgekeurd door de ministerraad van 12 maart 2014. PROGRAMMA 55/2 - PROJECTEN IN HET KADER VAN HET VREEMDELINGENBELEID 1° Subsidies aan derden voor het uitvoeren van projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid op basis van de variabele kredieten van de Dienst Vreemdelingenzaken ( activiteit 1 van programma 2 van organisatie afdeling 55) en van haar eigen middelen (activiteit 2 van programma 2 van organisatieafdeling 55).2° Subsidies aan derden voor het uitvoeren van acties en initiatieven voor de preventie van illegale immigratie in bepaalde landen (activiteit 3 van programma 2 van organisatieafdeling 55).3° Subsidies aan derden voor het uitvoeren van acties en initiatieven ter organisatie van de opvang van personen die asiel aanvragen in België en in afwachting zijn van hun inschrijving bij de Dienst Vreemdelingenzaken; PROGRAMMA 56/0 - BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Toelagen voor het stimuleren van projecten uitgaande van de voetbalwereld rond veiligheid bij voetbalwedstrijden.
PROGRAMMA 56/1 - ALGEMENE ADMINISTRATIEVE POLITIE - OPLEIDING, PREVENTIE EN UITRUSTING 1° Betoelaging van Belgische universiteiten of andere instellingen, betrokken bij de studie of beheersing van de criminaliteit, van publieke of private initiatieven inzake criminaliteitspreventie, inzonderheid voetbalvandalisme, geïntegreerde initiatieven van lokale criminaliteit en onderzoek naar het voorkomen van bepaalde criminele feno-menen.2° Bijdrage in de kosten van laboratoria belast met onderzoekingen betreffende brandvoorkoming.3° Betoelaging van de provinciale gouvernementen om hun informatie- en coördinatieopdracht tussen de diensten en besturen die bevoegdheid zijn op het gebied van veiligheid uit te voeren. PROGRAMMA 56/7 - EUROPESE TOPONTMOETINGEN TE BRUSSEL Toelagen aan de politiezones en de gemeenten in verband met de veiligheid voor de organisatie van Europese Topontmoetingen.
PROGRAMMA 56/8 - LOKALE INTEGRALE VEILIGHEID 1° Subsidies voor de lokale overheden in het kader van de gesubsidieerde Actieplannen en maatregelen gemeenschapswachten.2° Subsidies voor het lokaal veiligheids -en preventiebeleid. PROGRAMMA 63/1 - NIET-GEMIGREERDE HULPCENTRA 100 Terugbetaling van de personeelskosten van het hulpcentrum 100/112 van de Brusselse Agglomeratie.
PROGRAMMA 63/2 - N.V. ASTRID 1° Toelage aan de NV ASTRID ter dekking van de werkingskosten van de gemeenschappelijke infrastructuur.2° Toelage aan de NV ASTRID ter dekking van de investeringskosten van de gemeenschappelijke infrastructuur. Art. 2.13.3 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen er voor het departement herverdelingen van basisallocaties gebeuren tussen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 56.10.34.41.01 en 40.70.34.41.01 (schadevergoedingen).
Art. 2.13.4 De voor orde verrichte ontvangsten ingevolge de organisatie van de kinderopvang tijdens de schoolvakanties worden geboekt op de rekening 13.83.03.14.87C. Ze mogen aangewend worden om de uitgaven voortvloeiend uit deze activiteit te dekken.
Art. 2.13.5 De voor orde verrichte ontvangsten ingevolge de verkoop van dranken en warme maaltijden in de cafetaria worden geboekt op de rekening 13.83.03.40.16B. Ze mogen aangewend worden om de uitgaven voortvloeiend uit deze activiteit te dekken.
Art. 2.13.6 Het organiek begrotingsfonds "Fonds in het kader van het migratiebeleid" beschikt over een vastleggingsmachtiging van 4 006 000 EUR. Vóór de tiende van elke maand, legt de controleur van de vastleggingen aan het Rekenhof een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordingsstukken voor, die enerzijds het bedrag vermeldt van de vastleggingen die tijdens de afgelopen maand geviseerd worden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de vastleggingen die geviseerd werden sinds het begin van het jaar.
Art. 2.13.7 § 1. De vastleggingsmachtiging met betrekking tot het fonds 13-15 "Federaal Europees fonds voor Asiel en Migratie en Interne Veiligheid - Programmatie 2014-2020" van het programma 13-71-1, bedraagt 23 908 000 EUR. § 2. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, wordt het fonds 13-15 "Federaal Europees fonds voor Asiel en Migratie en Interne Veiligheid - Programmatie 2014-2020" van het programma 13-71-1, gemachtigd een debettoestand in vereffening te vertonen welke het bedrag van 13 727 000 EUR niet mag overschrijden.
Art. 2.13.8 In afwijking van artikel 52, eerste alinea, 2° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en in afwijking van artikel 1-01-3 § 2 van deze wet, zijn de vastleggings -en vereffeningskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen (basisallocaties 11xxxx) alsook de basisallocaties 12.21.48 en 12.11.99 van organisatieafdeling 72 enkel onderling herverdeelbaar en niet met de andere basisallocaties betreffende het personeel van de sectie 13 - Binnenlandse Zaken.
Art. 2.13.9 Overeenkomstig artikel 7, § 2bis, 2°, eerste lid, a) van de wet van 21 januari 1987 ter stijving van het fonds voor risico's van zware ongevallen en van het fonds voor preventie van zware ongevallen en in afwijking van artikel 62, § 2, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat worden de beschikbare middelen van het Fonds voor risico's van zware ongevallen" voorzien in de begroting van de FOD Binnenlandse Zaken, tot beloop van een bedrag van 2 miljoen EUR, van bestemming veranderd en bij het "Fonds voor de preventie van zware ongevallen" voorzien in de begroting van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg toegevoegd.
Art. 2.13.10 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de verkiezingen die door de provincies worden geïnd en die toegewezen worden aan de rekeningen 13.83.02.06.76C, 13.83.02.14.84C, 13.83.02.13.83C, 13.83.02.17.87C, 13.83.02.15.85C, 13.83.02.18.88C, 13.83.02.20.90C, 13.83.02.19.89C, 13.83.02.16.86C en 13.83.02.21.91C (1 per provincie), mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.11 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de Wapenwet van 6 juni 2006 die door de provincies worden geïnd en moeten doorgestort worden aan de gemeenten waar de vergunningsplichtige woonachtig is, worden toegewezen aan de rekeningen 13.83.03.09.82C, 13.83.03.02.75C, 13.83.03.03.76C, 13.83.03.04.77C, 13.83.03.05.78C, 13.83.03.06.79C, 13.83.03.07.80C, 13.83.03.08.81C, 13.83.03.10.83C, 13.83.03.11.84C, 13.83.03.12.85C (1 per provincie).
Art. 2.13.12 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de rampenschade in uitvoering van de wet van 17 juli 1976 die moeten worden doorgestort aan de Nationale Kas van de Rampenschade worden geboekt op de rekening 13.80.04.00.49C. Art. 2.13.13 De voor orde verrichte ontvangsten ingevolge de organisatie van seminaries en studiedagen in het kader van het Veiligheids-en Preventiebeleid worden geboekt op de rekening 13.83.02.10.80C. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.14 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de gemeenschapswachten worden geboekt op de rekening 13.83.03.21.94C. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.15 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het Argo-programma worden geboekt op de rekening 13.83.02.08.78C. Ze mogen aangewend worden om alle projectuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.16 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de dienstverlening door de Noodplanambtenaren aan de gemeenten worden geboekt op de rekening 13.83.03.41.17B. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.17 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het Hoger Instituut voor de Noodplanning worden geboekt op de rekening 13.83.02.02.72C. Ze mogen aangewend worden om de kosten voor het uitvoeren van de taken van dit instituut te dekken, zoals opgenomen in art. 2 van het KB van 5 december 2011.
Art. 2.13.18 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de coördinatie en de supralokale acties in de domeinen bedoeld in art. 69 van de wet van 30 maart 1994 worden geboekt op de rekening 13.83.03.23.96C. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.19 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het Europees mechanisme voor internationale noodhulpverlening worden geboekt op de rekening 13.83.03.18.91C. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.13.20 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het Europees project EUCPN met betrekking tot de strijd tegen en de preventie van criminaliteit worden geboekt op de rekening 13.83.03.15.88C. Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken Art. 2.13.21 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het EUCPN werkingsfonds, bestaande uit de overdracht van het fonds dat beheerd wordt door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid in Nederland alsook vrijwillige donaties van de EU-lidstaten worden geboekt op de rekening 13.83.03.25.98C. Ze mogen aangewend worden om alle uitgaven in het kader van de uitvoering van het werkfonds EUCPN te dekken.
Art. 2.13.22 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de Europese subsidies alsook door derden toegekende financiering mbt het organiek fonds AMIF-ISF (programma 13.71.1) die doorgestort moeten worden naar het Vlaams gewest worden op de rekening 13.83.03.42.18 B geboekt.
Art. 2.13.23 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de Europese subsidies alsook door derden toegekende financiering mbt het organiek fonds AMIF-ISF (programma 13.71.1) die doorgestort moeten worden naar het Waals gewest worden op de rekening 13.83.03.43.19B geboekt.
Deze ontvangsten mogen aangewend worden om doorstortingen aan het Waals gewest te dekken.
Art. 2.13.24 In afwijking van artikel 62, § 2, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van het Fonds voor de risico's van nucleaire ongevallen (programma 50/70) tot beloop van een bedrag van 167 000 EUR van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd.
Sectie 14. - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Art. 2.14.1 De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven, in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gedelegeerde samenwerking, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners.
De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art. 2.14.2 In afwijking van artikel 1-01-03, § 2 van de huidige wet, mogen de bedragen van de basisallocaties 21.01.11.00.03, 21.01.11.00.04, 21.01.12.21.48 42.01.11.00.13, 42.01.11.00.14, 42.01.11.00.15en 42.02.12.21.48 van de sectie 14 onderling herverdeeld worden.
Art. 2.14.3 § 1. In het kader van het Europees project Galileo, is het Departement gemachtigd om de bedragen ontvangen van de Europese Commissie voor de installatie en uitrusting van een antenne in Tokyo te affecteren aan het organiek Fonds 14-42-1. § 2.De ontvangsten waarvan sprake in § 1 worden ingeschreven op Titel I, Sectie II, Hoofdstuk 14 § 1, artikel 3910.01 van de Rijksmiddelenbegroting en geaffecteerd aan de basisallocaties 14.42.12.1211.10 en 14.42.12.8717.01 van de Algemene Uitgavenbegroting. § 3. De uitgaven van het project Galileo ten laste genomen van het Fonds 14-42-1 worden geprefinancieerd door de Europese Commissie.
Art. 2.14.4 De kredieten opgenomen in het programma 42/0 (B.A. 42.03.03.10.01) zijn bestemd voor de samenstelling van bestendige werkingsfondsen die de betaling verzekeren van uitgaven in verband met de werkings- en investeringskosten van de Belgische diplomatieke en consulaire posten en van de vaste vertegenwoordigingen bij de internationale organismen.
De uitgaven vereffend op die voorschotten worden geregulariseerd op de daartoe bestemde begrotingskredieten. De Schatkist wordt eveneens gemachtigd die buitenlandse werkingsfondsen voor hetzelfde doel en mits naleving van dezelfde budgettaire regulari-satieprocedure weer samen te stellen.
Art. 2.14.5 De overheidsopdrachten voor studies die voorafgaand aan bepaalde werken (basisallocatie 42.11.12.11.12) en de werken (basisallocaties 42.04.72.00.01 en 42.11.72.00.01) in het buitenland gegund worden en die onder de Europese drempels blijven, kunnen gegund worden via een onderhandelingsprocedure voor zover de nodige bekendmaking gedaan wordt om een afdoende concurrentie te verzekeren en waarbij de gelijkheid der inschrijvers, de essentiële bepalingen van het algemeen lastenboek en de basisprincipes van de wetgeving gerespecteerd worden.
Art. 2.14.6 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen en bijdragen worden toegekend : PROGRAMMA 40/3 - CONFERENTIES, SEMINARIES EN ANDERE MANIFESTATIES Deelnemingen in de werkingskosten van conferenties en andere manifestaties georganiseerd door internationale organismen.
PROGRAMMA 40/5 - VERTEGENWOORDIGING IN HET BUITENLAND Toelagen bestemd ter bevordering van het imago van België op het gebied van de internationale en commerciële betrekkingen.
PROGRAMMA 40/7 - INTERNATIONALE SAMENWERKING 1) Toelagen aan organismen of verenigingen die activiteiten hebben met een internationaal karakter.2) Toelage aan het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen.3) Toelage aan de Stichting Europalia.4) Toelage aan het Europacollege (Brugge).5) Toelage aan het Europees Universitair Instituut (Firenze). PROGRAMMA 51/1 - BILATERALE BETREKKINGEN 1) Toelagen m.b.t. verrichtingen in het raam van de politiek van bilaterale actieprogramma's. 2) Toelage aan de Stichting Anna Lindh voor de bevordering van de dialoog tussen culturen.3) Toelage aan Eurodistrict.4) Toelage aan de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) West-Vlaanderen/Vlaanderen - Duinkerke (Opaalkust). PROGRAMMA 51/2 - ECONOMISCHE EXPANSIE 1) Toelagen ter steun aan het economisch netwerk in het buitenland.2) Steun aan de export. PROGRAMMA 53/1 - MULTILATERALE BETREKKINGEN Bijdragen van België aan internationale organismen.
PROGRAMMA 53/3 - SAMENWERKING Uitgaven met betrekking tot de opleiding in Belgïe en in het buitenland van onderhorigen buiten de Europese Unie.
PROGRAMMA 53/4 - HUMANITAIRE HULP Optreden en initiatieven inzake vredesopbouw.
PROGRAMMA 54/0 - BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA 1) Toelagen aan in internationale initiatieven in verband met de evaluatie van ontwikkelings-samenwerking.2) Toelagen aan initiatieven van derden voor voorbereiding en opvolging van ontwikkelings-samenwerking en voor organisatie van vergaderingen en evenementen. PROGRAMMA 54/1 - ONDERSTEUNING VAN HET ONTWIKKELINGSBELEID VAN OVERHEDEN IN PARTNERLANDEN 1) Junior programma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.2) Verlichting van de schulden van de lage-inkomenslanden.3) Toelagen aan de Mekong River Commission, aan de East African Community, aan de West-afrikaanse Ontwikkelingsbank (BOAD), aan de Communauté Economique des Pays des Grands Lac (CEPGL), aan ECOWAS en aan andere regionale organisaties of initiatieven, met in begrip van regionale programma's van internationale (partner)-organisaties, van de OESO en de EU evenals regionale programma's van andere lidstaten van de EU.4) Toelagen aan partnerschapsprojecten met de gouvernementele samenwerking.5) Toelagen voor maatschappijopbouw en goed bestuur.6) Toelagen voor de activiteiten van het vroegere Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid, opgericht bij wet en aan de aanvullende programma's bij het vroegere Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid.7) Toelagen voor samenwerking via andere donoren en voor gedelegeerde samenwerking. PROGRAMMA 54/2 - EEN GEORGANISEERDE CIVIELE MAATSCHAPPIJ DIE ZICH INZET VOOR DE DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELSTELLINGEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN ALS IN BELGIE 1) Toelagen aan de niet-gouvernementele organisaties voor de financiering van de uitvoering, het beheer en de evaluatie van de NGO-programma's, met uitzondering van activiteiten inzake preventie, noodhulp en hulp voor rehabilitatie, voedselhulp en de conflictpreventie die ten laste van de aangepaste basisallocaties betoelaagd zullen worden.2) Toelagen aan de "Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand" (VVOB) en aan de "Association pour la Promotion de l'Education et de la Formation à l'Etranger" (APEFE).3) Betoelaging van samenwerkingsacties van gedecentraliseerde besturen.4) Betoelaging van syndicale initiatieven van het Instituut voor Internationale Arbeidersvorming (IIAV), het Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut (ISVI) en de Beweging voor Internationale Solidariteit (BIS).5) Betoelaging van Africalia.6) Toelagen in het raam van de samenwerking met lokale organisaties van de civiele maatschappij.7) Toelagen ter ondersteuning van pedagogische activiteiten in Centraal Afrika.8) Toelagen aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.9) Betoelaging van sociale en culturele hulp aan studenten en stagiairs uit lage-inkomenslanden.10) Terugbetaling van de kosten voor geneeskundige zorgen verleend in Europa aan de Belgische en Luxemburgse missionarissen van Afrika.11) Betoelaging van sensibilisering door derden en van Kleur Bekennen. PROGRAMMA 54/3 - EFFECTIEF MULTILATERALISME 1) Toelagen aan de internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking, met inbegrip van de onderzoeksprogramma's inzake landbouw en van de ontwikkelingsbanken.2) Verplichte bijdragen aan en deelnemingen in ontwikkelingsbanken met inbegrip van schuldverlichtingsoperaties ten gunste van de lage inkomenslanden.3) Verplichte bijdragen aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), aan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor Opvoeding, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), aan de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).4) Verplichte bijdragen aan de missie van de Verenigde Naties in Congo en aan het Internationaal Tribunaal voor Rwanda en aan het Residueel Mechanisme 5) Toelagen voor de aanwerving van multilateraal samenwerkingspersoneel. PROGRAMMA 54/4 - FINANCING FOR DEVELOPMENT, ONDERNEMERSCHAP, WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE 1) Toelagen aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.2) Toelagen aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde.8) Toelagen aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad, de Académie de recherche et d'enseignement supérieur en de universitaire instellingen voor de financiering van beurzen, opleidingskosten, institutionele samenwerking, eigen-initiatiefprojecten, noord-acties en gemeenschappelijke acties.4) Diverse toelagen bestemd voor de bevordering van de handel en van de private sector in de lage-inkomenslanden 5) Diverse toelagen bestemd voor de bevordering van de samenwerking met de privésector voor de realisatie van de ontwikkelingsdoelstellingen.6) Toelagen aan internationale kenniscentra 7) Toelagen in het kader van innovatieve financieringsmechanismen PROGRAMMA 54/5 - HUMANITAIRE PROGRAMMA'S 1) Toelagen aan humanitaire programma's 2) Bijdragen tot de algemene middelen van de humanitaire internationale organisaties en aan humanitaire en voedselfondsen.3) Toelagen aan humanitaire projecten. Voor wat betreft de toelagen en bijdragen toegekend, - enerzijds, binnen het programma 53/4 - Humanitaire Hulp -, in het kader van vredesopbouw, - en anderzijds, binnen het programma 54/5 - Humanitaire programma's, in het kader van humanitaire programma's en projecten, is de afstand van goederen of diensten ten kosteloze titel toegestaan.
De wetgeving en reglementering inzake overheidsopdrachten zijn van toepassing op de opdrachten die aangegaan worden met het oog op de aanschaf van de goederen of diensten die het voorwerp uitmaken van deze afstand.
PROGRAMMA 54/6 - INTERNATIONALE FINANCIERING VAN HET KLIMAATBELEID 1) Bijdragen aan de Global Environment Facility, aan het Multilateraal Fonds tot uitvoering van het Protocol van Montreal, aan het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, aan het Protocol van Kyoto, aan het Verdrag inzake de biologische diversiteit, aan het Secretariaat van het Verdrag ter Bestrijding van de Desertificatie, aan het « Least Developed Countries Fund », aan specifieke mechanismen die de inspanningen van de ontwikkelingslanden in hun strijd tegen ontbossing ondersteunen en aan andere initiatieven in het raam van de financiering van de strijd tegen de klimaatverandering.2) Toelagen voor samenwerking via andere donoren en voor gedelegeerde samenwerking. PROGRAMMA 55/1 - EUROPESE BETREKKINGEN Toelagen ten gunste van de Europese integratie.
Art. 2.14.7 De volgende uitgaven gedaan buiten het kader van het koninklijk besluit van 28 februari 2003 tot oprichting van een coördinatieraad voor de noodbijstand in het buitenland bij catastrofe of calamiteit en van een ondersteunende permanente dient B-FAST (Belgian First Aid and Support Team) mogen op de basisallocatie 40.41.12.11.10 aangerekend worden : - de kosten die voortvloeien uit de jaarlijkse UNDAC (United Nations Disaster Assessment and Coordination) opleiding ten behoeve van één kandidaat uit een partnerland van de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking; - de kosten die voortvloeien uit ondersteuning aan UNDAC opleidingen in Afrika, voornamelijk in West-Afrika.
Art. 2.14.8 Het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 53/5 (B.A. 51.01.00.01) - Provisioneel krediet bestemd voor de looncompensatie van militairen, van leden van de federale politie, van vertegenwoordigers van de magistratuur en van personeelsleden van Justitie, van Buitenlandse Zaken, van Financiën en andere overheidsdiensten belast met zendingen in het buitenland of de planning en voorbereiding van zendingen in het kader van civiel crisisbeheer en de terugbetalingen aan de oorspronkelijke departementen van vergoedingen en werkings- en ontplooiingskosten aan militairen, aan leden van de Federale Politie, aan vertegenwoordigers van de magistratuur en aan personeelsleden van Justitie, van Buitenlandse Zaken, van Financiën en andere overheidsdiensten belast met zendingen in het buitenland of de planning en voorbereiding van zendingen in het kader van civiel crisisbeheer - mag, op voorstel van de Minister van Buitenlandse Zaken en van de Minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma's van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit.
Art. 2.14.9 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 100 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de Beleidsorganen van de organisatie-afdelingen 01 en 02.
Door middel van deze voorschotten mag de rekenplichtige schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 5 500 EUR. Art. 2.14.10 Toelagen die, in het kader van een meerjarig programma, toegekend worden aan een indirecte actor, dienen gerechtvaardigd te worden op de datum voorzien in de desbetreffende besluiten of overeenkomsten. Het niet-gebruikte saldo van een dergelijke toelage kan in mindering gebracht worden van de toelage die wordt toegestaan aan dezelfde indirecte actor, ten laste van het huidig begrotingsjaar.
Het goedgekeurde actieplan of jaarprogramma van het nieuwe begrotingsjaar zal dan ook gefinancierd worden met nieuwe, vast te leggen middelen en met middelen waarover de indirecte actor nog beschikt ingevolge niet uitgevoerde bestedingen van de toelage.
Dit artikel is van toepassing op volgende basisallocaties : 54.16.35.60.49, 54.17.35.60.51, 54.17.35.60.52, 54.20.35.60.70, 54.20.35.60.72, 54.22.41.30.37, 54.24.45.25.53, 54.25.45.24.53, 54.26.35.60.64, 54.41.41.30.38, 54.41.45.25.39, 54.41.45.24.01, 54.41.45.25.01 en 54.61.35.60.01 De tweede paragraaf van dit artikel is eveneens van toepassing op de basisallocaties 54.28.12.11.20, 54.28.33.00.30 en 54.44.35.60.45.
Art. 2.14.11 Toelagen aan projecten en programma's van internationale organisaties dienen in de regel gerechtvaardigd te worden volgens de modaliteiten voorzien in de desbetreffende besluiten en overeenkomsten. De tijdens vorige begrotingsjaren toegekende toelagen en niet-gebruikte saldi kunnen evenwel geheroriënteerd worden, mits het verstrekken van de nodige verantwoordingen en mits het akkoord van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking of, voor wat betreft de basisallocatie 53.41.35.40.02 - Vredesopbouw, de Minister van Buitenlandse Zaken. De goedgekeurde wijzigingen worden op regelmatige tijdstippen aan het Rekenhof en aan de Minister van Begroting meegedeeld.
Art. 2.14.12 In 2018 kan de Staat nieuwe uitvoeringsovereenkomsten voor samenwerkingsportefeuilles met Enabel aangaan voor een maximum bedrag van 250 000 000 EUR. Het uitstaande bedrag van de bestaande uitvoeringsovereenkomsten, overgenomen van BTC, en van de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met Enabel mag maximaal 750 000 000 EUR bedragen.
De samenwerkingsinterventies van de ENABEL worden verwezenlijkt en gefinancieerd door de middelen beschikbaar op de basisallocatie 54.10.54.52.02.
Elke verbintenis aangegaan krachtens dit artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures inzake administratieve en begrotingscontrole en het niet overschrijden van de plafonds toetst.
Art. 2.14.13 Het departement Buitenlandse Zaken is in het kader van de consulaire bijstand aan residerende of reizende Belgen in het buitenland geautoriseerd om ten uitzonderlijke titel geldvoorschotten ten bedrage van een individueel maximum van 1 500 EUR af te houden van de rekening van de consulaire ontvangsten van de diplomatieke posten van de eurozone onder volgende voorwaarden : - de betrokkene diplomatieke post beschikt niet over een werkingsfonds, - de fondsen nodig voor de bijstand kunnen niet ter beschikking gesteld worden door het hoofdbestuur binnen een redelijke termijn, - elke interventie moet voorafgaandelijk gemachtigd worden door de bevoegde diensten van de Directie-Generaal Consulaire Zaken die eveneens zal overgaan tot de invordering en de transmissie aan de post van de gegevens betreffende de imputatie van de uitgaven binnen de limieten van zijn begrotingsmiddelen, - het totaal van de consulaire ontvangsten zal in de oorspronkelijk staat worden teruggebracht en gestort worden aan de Schatkist binnen een termijn van maximum drie maanden.
Art. 2.14.14 § 1. Voor het jaar 2018 wordt machtiging verleend om een programma voor leningen aan vreemde Staten te onderhandelen ten belope van 47 000 000 EUR. Rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden wordt het leningsprogramma goedgekeurd door de Ministerraad. Het vermeldt de prioritair te realiseren leningen evenals de prioritaire vervangingsleningen, in de vorm van een meerjarenprogramma.
De vervangingsleningen kunnen te allen tijde in de plaats treden van initieel te realiseren leningen die geschrapt worden. § 2. De leningen aan vreemde Staten worden door de controleur van de vastleggingen vastgelegd vóór de notificatie van het leningsakkoord, op het ogenblik dat de Minister van Financiën door de ondertekening van een volmacht of van het leningsakkoord zelf, zijn goedkeuring geeft over de toe te kennen lening.
Art. 2.14.15 In 2018 kan de Minister dewelke Buitenlandse Handel onder zijn bevoegdheden heeft beloften van financiële interventies ondertekenen in het kader van de steun aan het export waarvan sprake is op basisallocatie 51.21.31.12.01 voor een maximum bedrag van 70 000 000 EUR. Het encours van deze beloften mag de 180.000.000 EUR niet overschrijden.
Elke belofte tot interventie aangegaan op grond van het huidig artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures met betrekking tot de administratieve en budgettaire controle en de naleving van de plafonds verifiëert.
Art. 2.14.16 § 1. In afwijking van artikel 1-01-03, § 3, van de huidige wet, mag de overschrijding van het vastleggingskrediet op de basisallocatie 14.21.0.1.12.11.10, als gevolg van de aanrekening van ongunstige wisselkoersverschillen geregulariseerd worden via een herverdeling tussen het genoemd krediet en deze van de basisallocaties met economische code 3540 of 3560 die de oorzaak zijn van de overschrijding.
Deze regularisatie wordt op jaarbasis uitgevoerd ten laatste 31 januari van het jaar dat volgt op deze waarin de overschrijding zich voordeed. § 2. De gunstige wisselkoersverschillen zijn het voorwerp van negatieve aanrekeningen op de vastleggings- en vereffeningskredieten op de basisallocatie 14.21.0.1.12.11.10.
Art. 2.14.17 De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gemeenschappelijke evaluaties van de ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd onder de leiding van België, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners.
De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaandelijk advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art. 2.14.18 De schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan indien de verrichtingen in verband met de rekening geopend op naam van B.I.T.D. (Bureau International des tarifs douaniers), een debettoestand van deze rekening veroorzaken.
Sectie 16. - Ministerie van Landsverdediging Art. 2.16.1.
In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten worden toegekend, teneinde aangegane opdrachten door het Belgian Military Supply Office (BMSO) gelegen te Washington uit te voeren.
Voorschotten mogen eveneens uitgegeven worden aan de rekenplichtige der voorschotten van het Ministerie van Landsverdediging als aan personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging.
Deze voorschotten worden overgeschreven door de Minister van Financiën of door zijn aangestelde op rekening van de begunstigden. In geval van dringendheid of indien de omstandigheden het vereisen worden deze voorschotten betaald door de rekenplichtige der voorschotten van het Ministerie van Landsverdediging die de nodige fondsen van de Minister van Financiën of zijn aangestelde krijgt.
Het totaal aan voormelde voorschotten in voorgaande leden mag het bedrag van 27 miljoen euro niet overschrijden.
Art. 2.16.2 In afwijking van artikel 117 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat en in afwijking van artikel 151 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt de Minister van Defensie gemachtigd om, zowel in het kader van de technische samenwerking en de dringende hulpverlening aan derde landen, als van de onderlinge hulpverlening bepaald door artikel 3 van het Noord-Atlantisch Verdrag, kosteloos over te gaan tot dienstverleningen en/of afstand van materieel en/of goederen uit de voorraden van de Krijgsmacht aan de landen waaraan een bijstand wordt verleend.
Art. 2.16.3 De Minister van Defensie is ertoe gemachtigd provisionele voorschotten uit te betalen op : a) de schadeloosstelling ten laste van de Staat ingevolge schade geleden door leden van het personeel of door derden;b) de uitgaven in verband met de kosten voor verpleging in burgerinstellingen, met behandeling van lange duur en met de leveringen van farmaceutische producten door de burgerofficina's;c) de kosten voor het gebruik van vreemde installaties. Art. 2.16.4 De verplichtingen voortvloeiende uit aankooporders, gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington voor het begin van het budgettaire jaar en die niet konden afgesloten worden voor deze datum mogen gedurende het budgettaire jaar afgesloten worden en dit binnen de beperkingen van het saldo van de sommen die reeds vastgelegd werden uit hoofde van deze aankooporders.
De sommen die vastgelegd worden in uitvoering van aankooporders gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington, worden aangerekend ten laste van vastleggingskredieten geopend voor het jaar van het aankooporder, wat ook het jaar mag zijn waarin de verplichtingen voortvloeiend uit de aankooporders aangegaan worden.
De fondsen bekomen door middel van ordonnantiën via kredietopening gedaan in het verleden mogen gebruikt worden om uitgaven te betalen, die voortvloeien uit contracten gerealiseerd door BMSO. Het overschot aan fondsen wordt aan de Schatkist teruggestort zodra de betrokken rekenplichtige de beheersrekening, houdende eindafrekening van de contracten waarvoor deze fondsen werden toegekend, aan het Rekenhof heeft voorgelegd.
De Minister van Defensie is gemachtigd de uitstaande tegoeden met betrekking tot de lopende opdrachten en uitwisselingsovereenkomsten gesloten met de instellingen van het NATO Support Agency aan te wenden voor de vernietiging of demilitarisatie bij voormelde instellingen van grote hoeveelheden overtollig en onverkoopbaar materieel en munitie.
Art. 2.16.5 Enkel de Minister van Defensie is bevoegd om beslissingen te nemen ter beslechting van de geschillen gerezen bij de keuring van de leveringen als gevolg van de overeenkomsten gesloten door het Ministerie van Landsverdediging : a) in de Verenigde Staten van Amerika, in Canada, met het NATO Support Agency en zijn ondergeschikte afdelingen;b) met de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland ingevolge het akkoord betreffende de bevoorrading in onderdelen voor het wapensysteem LEOPARD en de ervan afgeleide versies. Art. 2.16.6 Wat de overeenkomsten betreft die het voorwerp zijn van vereffeningen voor rekening van de NAVO-infrastructuur, dienen de inschrijvingen of offertes, al naargelang van het type van de overeenkomst, vergeleken te worden zonder rekening te houden met de belasting op de toegevoegde waarde en de douanerechten toegepast in de landen van de Europese Unie.
Art. 2.16.7 Binnen de perken van de kredieten ingeschreven op de basisallocatie 16 50 72 415001, mag een subsidie toegekend worden aan de Koninklijke Militaire School voor de financiering van sommige exploitatie uitgaven met betrekking tot de uitvoering van het programma wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie.
Binnen de perken van de kredieten, ingeschreven op de betrokken basisallocaties onder het activiteitenprogramma 50/9, zal een bijdrage uitgekeerd worden aan volgende organismen : CARTOGRAFISCHE STEUN Nationaal Geografisch Instituut NATIONALE ERKENNING V.Z.W. "Luchtkadetten van België Koninklijke Nationale Unie der Reserveofficieren van België Koninklijke Nationale Vereniging van de Reserveonderofficieren van België V.Z.W. "Tank Museum" V.Z.W. "Brussels Air Museum Fund" V.Z.W. "De Vrienden van de Sectie Marine van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis V.Z.W. "De Vrienden van de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen" V.Z.W. "Belgian Air Force Royal Symphonic Band Association" V.Z.W. "Koninklijk Marine Kadettenkorps-België" SOCIALE HULP, HUISVESTING en CULTUUR Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (CDSCA) van het Ministerie van Landsverdediging) HERINNERING EN MILITAIR ERFGOED Het War Heritage Institute Art. 2.16.8 De Schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan in verband met de betalings- en terugbetalingsverrichtingen van bezoldigingen voor rekening van andere departementen of diensten, van buitenlandse of internationale instellingen, of van andere derden.
Deze voorschotten worden ingeschreven op de in dit kader in het boekhoudplan van het Ministerie van Landsverdediging opgenomen rekeningen.
De gecumuleerde debetstand van deze rekeningen mag het bedrag van 55 miljoen euro niet overschrijden.
Art. 2.16.9 De voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van verdragen of internationale of nationale akkoorden zullen geboekt worden op de daarvoor geopende rekeningen in het kader van het boekhoudplan van het Ministerie van Landsverdediging.
Het gecumuleerde saldo van deze rekeningen mag niet langer dan zes maand een debetstand vertonen. In het geval het gecumuleerde saldo een debetstand vertoont, mag dit saldo het bedrag van 10 miljoen euro niet overschrijden.
De wetgeving inzake overheidsopdrachten alsook de daarbij horende delegaties zijn van toepassing op de uitgavenverrichtingen.
Tevens worden deze verrichtingen onderworpen aan het aan de juridische vastlegging voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art. 2.16.10 De Minister van Defensie is gemachtigd ten belope van 100 000 EUR de ontvangsten aan te wenden die voortvloeien uit de interesttegoeden opgebracht door uitstaande voorschotten bij de "Federal Reserve Bank of New York" in het kader van de overheidsopdrachten nopens de levering van de vliegtuigen, logistieke steun, grondinstallaties en bijkomende kosten voor het geheel van de F-16 vloot.
De Minister van Defensie is gemachtigd om het saldo van de bedragen overgemaakt aan het Steunagentschap van de NAVO of aan de haar ondergeschikte instellingen in uitvoering van beëindigde opdrachten of akkoorden betreffende prestaties van logistieke aard aan te wenden bij het NATO Support Agency of bovenvermelde instellingen in het kader van lopende opdrachten of akkoorden.
Art. 2.16.11 De Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (CDSCA) van het Ministerie van Landsverdediging) wordt gemachtigd de opdrachten die voorzien zijn in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 januari 1978 zoals gewijzigd, tot vaststelling van de taak en tot regeling van de organisatie en de werkwijze van dit organisme te verzekeren ten gunste van de personeelsleden van de Federale Politie.
De personeelsleden van Landsverdediging, die in toepassing van artikel 11, § 2 van de Wet van 10 april 1973 zoals gewijzigd, houdende oprichting van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging (CDSCA), ter beschikking zijn gesteld van CDSCA, blijven ten laste van de begroting van Landsverdediging.
Art. 2.16.12 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Defensie gemachtigd om de aan de Federale Politie geleverde prestaties, met uitzondering van deze die betrekking hebben op het personeel dat permanent ter beschikking wordt gesteld van deze laatste, te valoriseren en de van de Federale Politie ontvangen prestaties te vergoeden, op basis van de veroorzaakte supplementaire kosten.
Met uitzondering van de occasionele prestaties maakt de financiële dekking van de prestaties waarvan het volume a priori gekend is, het voorwerp uit van een ter beschikking stellen van kredieten waarvan het bedrag wordt bepaald door een raming van de te realiseren prestaties en de afrekening van de vroeger werkelijk geleverde prestaties.
Art. 2.16.13 De Minister van Defensie is gemachtigd om, met vreemde landen overeenkomsten te sluiten tot wederzijdse dienstverlening, in het kader van een internationale integratie van de Krijgsmacht of ter voorziening in dringende behoeften.
De financiële regeling van deze wederzijdse operaties kan bij wijze van verrekening geschieden hetzij op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd, hetzij na verloop van een overeengekomen termijn, hetzij in onderling overleg tussen de betrokken partijen. Het eventuele saldo zal worden aangerekend ofwel op de Algemene Uitgaven Begroting, ofwel op de Middelenbegroting ten bate van het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium.
De Minister van Defensie is ten slotte gemachtigd, om, inzake materieel, waren, wapens en munitie, met andere departementen, Belgische of buitenlandse bedrijven en derde landen overeenkomsten van wederzijdse overdracht, ruil en lening te sluiten mits op die wijze de vernieuwing van de voor de Krijgsmacht bruikbare voorraden te bevorderen.
Art. 2.16.14 De Minister van Defensie of de door hem gedelegeerde ordonnateur wordt gemachtigd om de onroerende goederen of andere vermogens-bestanddelen bestemd om terug te geven ten gevolge van de herstructurering, die rechtens eigendom zijn van de Bondsrepubliek Duitsland of van een Land en die aan een krijgsmacht of aan een civiele dienst voor gebruik ter beschikking zijn gesteld, geheel of gedeeltelijk terug te geven, en om de financiële weerslag van deze teruggave te bepalen na onderhandelingen met de Staat van verblijf.
De netto financiële tegenwaarde van deze overdrachten bepaald volgens artikel 52 van de Aanvullende Overeenkomst bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, met betrekking tot de in de Bondsrepubliek Duitsland gestationeerde buitenlandse krijgsmachten en het Protocol van ondertekening bij deze Aanvullende Overeenkomst, ondertekend op 3 augustus 1959 te Bonn, en goedgekeurd bij de wet van 6 mei 1963, zal het voorwerp zijn van een globale afrekening op het einde van de afstand van alle betrokken onroerende goederen of andere vermogensbestanddelen.
Tussentijdse betalingen vanwege de Duitse Bondsrepubliek mogen geschieden.
Het gebeurlijk saldo en/of de tussentijdse betalingen zal/zullen, na afrekening met de hiervoor vermelde organismen, worden aangerekend ofwel op de begroting van de betrokken departementen of instellingen van openbaar nut, ofwel op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium.
Art. 2.16.15 De tijdens de operaties in het buitenland te verwezenlijken uitgaven met een hoogdringend karakter mogen geschieden in het kader van opdrachten die via de onderhandelingsprocedure mogen worden gegund. De beginselen van de wetgeving op de overheidsopdrachten zullen toegepast worden voor het afsluiten van voornoemde opdrachten, tenzij de plaatselijke omstandigheden dit niet toelaten.
Art. 2.16.16 De Minister van Defensie wordt gemachtigd om, mits akkoord van de Minister van Begroting, en door middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, binnen de perken van de kredieten van de Sectie 16 - Landsverdediging, herverdelingen te verrichten ten voordele van het programma 16 50 5, "Inzet", ten einde het hoofd te bieden aan de specifieke noden verbonden aan de humanitaire en vredesondersteunende operaties.
Deze kredietherverdelingen zullen zonder verwijl meegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof.
Art. 2.16.17 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Defensie er toe gemachtigd met andere publieke instanties overeenkomsten af te sluiten voor het leveren van wederzijdse prestaties. De financiële regeling ervan zal bij wijze van verrekening geschieden, hetzij op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd, hetzij na verloop van een overeengekomen termijn, hetzij in onderling overleg tussen de betrokken partijen. Het gebeurlijk saldo zal ofwel in natura gecompenseerd worden ofwel worden aangerekend op de begroting van Landsverdediging (Algemene Uitgavenbegroting), of op de Middelenbegroting ten bate van begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium.
Art. 2.16.18 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Defensie ertoe gemachtigd de vanaf 2002 gerealiseerde ontvangsten te gebruiken voorvloeiend uit de verkoop van houtkappingen op de domeinen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwd onroerend patrimonium, geïnd en aangerekend op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium.
Art. 2.16.19 In afwijking van artikel 117 van de wet van 22 mei houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en voor zover deze verrichtingen in relatie staan met de uitvoering van een verkoopcontract van F-16 vliegtuigen, afgesloten uitgaande van een onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001, wordt de Minister van Defensie gemachtigd : - niet overbodig materieel te verkopen dat deel uitmaakt van het aan zijn beheer toevertrouwde patrimonium; - uitgaven te verrichten voor rekening van de koper van deze vliegtuigen, voor zover deze uitgaven betrekking hebben op de logistieke steun van deze of op de verstrekking van bepaalde diensten die er op betrekking hebben; - om een prefinanciering toe te staan aan de koper van deze vliegtuigen.
De verkopen bedoeld in alinea 1, eerste streep en de verbintenissen aan de oorsprong van de uitgaven in alinea 1, tweede streep, worden afgesloten nadat ze voor advies aan de Inspectie van Financiën werden voorgelegd en mits het voorafgaand akkoord van de Minister van Begroting, in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
De uitgaven vermeld in alinea 1, tweede streep alsook de ontvangsten die voortvloeien uit de terugbetaling van deze, zijn gelijk gesteld met de verrichtingen voor orde in de zin van artikel 2.16.9 van de huidige wet.
Art. 2.16.20 De voor 1 januari 2015 vastgelegde uitgaven ten laste van het begrotingsfonds 16.2 voor het wedergebruik van de ontvangsten die voortvloeien uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren en munitie die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium, mogen, ongeacht de economische code van de verrichtingen, ten laste van dit fonds vereffend worden.
Art. 2.16.21 Op het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium, dat een begrotingsfonds vormt in de zin van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, wordt een debetpositie in vastlegging van 10 000 duizend euro en een debetpositie in vereffening van 5 000 duizend euro toegelaten.
Art. 2.16.22 In afwijking van artikel 62, § 2, tweede lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, kan de betaling van prestaties die door het Ministerie van Landsverdediging ten voordele van andere federale overheidsinstanties worden geleverd, gebeuren op de kredieten van de algemene uitgavenbegroting, ten bate van het begrotingsfonds 16.4 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit prestaties tegen betaling, de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren of munitie en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Defensie toevertrouwde patrimonium.
Sectie 17. - Federale politie en geïntegreerde werking Art. 2.17.1 De minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken is ertoe gemachtigd om de schadeloosstelling ten laste van de Staat ingevolge schade geleden door leden van het personeel of door derden, provisionele voorschotten te vereffenen en te laten betalen.
Art. 2.17.2 De kosten voor verpleging in het buitenland alsook voor de uitvoering van tijdelijke opdrachten of van een vaste dienst, zoals bedoeld in artikel XI.IV.13, 4°, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten mogen worden betaald. Desgevallend mag dit onder de vorm van provisionele voorschotten.
De voorschotten voor de uitvoering van tijdelijke opdrachten worden echter beperkt tot 75 % van het geschatte bedrag van de vergoedingen die wegens de uitvoering van de dienstverplaatsing uitgekeerd zullen moeten worden.
Art. 2.17.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocatie, kan de volgende toelage toegekend worden : PROGRAMMA 90/1 - DOTATIES EN TOELAGEN - aan de VZW "Sociale Dienst van de geïntegreerde politie" - 0479.741.709 : aandeel ten laste genomen van de begroting als bijdrage in de uitgaven die voor het beheer van de HORECA-diensten binnen de federale politie vereist zijn. - aan de lokale politiezones ter financiering van het eindeloopbaanstelsel lokale politie. De voorwaarden en de modaliteiten voor de toekenning van deze subsidie worden door een koninklijk besluit vastgesteld. - aan de lokale politoezones ter financiering van de opleiding tot de graad van inspecteur van politie voor agenten van politie ten gevolge van de eerste hiertoe georganiseerde sociale promotie.
PROGRAMMA 90/2 - GEINTEGREERDE WERKING - Belgische Politiesportbond VZW - 0419.215.687.
Art. 2.17.4 De verrichtingen in verband met de budgettaire rekeningen met nummeringen 1787075074B8 11118, 11128, 11208, 11318, 11328, 11408 en 12118, elke keer gevolgd door code 0030000 of 0040000 (voormalige rekening 87.07.50.74.B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde"), mogen een debetstand van deze rekeningen veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan een totaal van 3 000 000 EUR. Art. 2.17.5 In afwijking van de bepalingen van de artikelen 60 en 61 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting, mogen de ter beschikking van een verbindingsofficier gestelde voorwerpen die buiten dienst worden gesteld, door hem via de onderhandelingsprocedure en volgens de in elk land geldende regels worden verkocht.
Op dezelfde wijze mag ook worden gehandeld met het materieel en de goederen die in voorraad zijn op het ogenblik dat een vertegenwoordiging van de federale politie in het buitenland definitief wordt opgeheven, tenzij de betrokken voorraden, kosteloos of mits gelijkwaardige compensatie door de ontvangende partij, kunnen worden afgestaan aan de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelings-samenwerking.
In de gevallen waarin tot verkoop ter plaatse wordt overgegaan, zal de opbrengst ervan gestort worden op de Middelenbegroting.
Indien evenwel het materieel kan worden overgelaten aan de leverancier van nieuwe gelijkaardige goederen, mag er compensatie worden doorgevoerd tussen de waarde van de afgestane goederen en het voor de nieuwe goederen gefactureerde bedrag.
Art. 2.17.6 De verrichtingen in verband met de budgettaire rekening met nummering 1787075175B8 gevolgd door de code POL 88 0750000 (voormalige rekening 87.07.51.75.B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde"), mogen een debetstand van deze rekeningen veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan 1 200 000 EUR. Art. 2.17.7 In afwijking van artikel 1-01-3 § 2 van deze wet mogen de vastleggingskredieten van de in voornoemde paragraaf bedoelde basisallocaties met betrekking tot de personeelskosten, eveneens herverdeeld worden naar de basisallocatie 11.00.13 - vergoeding van de openbare vervoermaatschappijen voor ontoereikend bezoldigde prestaties - van de sectie 17 - federale politie en geïntegreerde werking alsook naar dezelfde basisallocatie die ingeschreven is in sectie 01 - programma-activiteit 68.
Art. 2.17.8 Voor het begrotingsjaar 2018 beschikt het organieke budgettaire fonds 17-4 bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) over een vastleggingsmachtiging van 3 676 000 EUR. In afwijking van artikel 62, § 2, alinea 4, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, tijdens het begrotingsjaar 2018 wordt een debettoestand in vereffening op hetzelfde organieke begrotingsfonds gemachtigd dat 1 473 000 EUR niet mag overtreffen.
Art. 2.17.9 Met het oog op een administratieve vereenvoudiging bij de opvolging van de uitvoering van de begroting van de federale politie, eveneens bij het beheer en de uitbetaling van bepaalde bezoldigingen aan leden van het operationeel korps betrokken bij de fondsenescortes of de escortes ter zee, of de tewerkstelling binnen de zones van het gedetacheerde personeel of van het interventie korps of nog in het raam van de door de Europese Unie gefinancierde projecten die tot het begrotingsfonds 17/4 "buitengrenzen- en terugkeerfonds" behoren, krijgt de federale politie de toelating om inschrijvingswijzigingen in de budgettaire boekhouding uit te voeren of laten uitvoeren tussen de gesplitste kredieten waar de hierbovenvermelde uitgaven initieel aangerekend zijn en de variabele kredieten die aan de begrotingsfondsen verbonden zijn waarnaar de ontvangsten die uit die escortes, acties of tewerkstelling voortvloeien gestort worden.
Art. 2.17.10 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale Staat, mogen opeenvolgende voorschotten worden toegekend aan de daarvoor aangewezen rekenplichtige van de voorschotten van de federale politie. Deze voorschotten mogen een jaarlijks totaal van maximum 2.735.000 EUR niet overschrijden.
Door middel van deze voorschotten mag de rekenplichtige van de voorschotten voorschotten toekennen aan : - verbindingsofficieren in het buitenland om hen toe te laten het hoofd te kunnen bieden aan de schuldvorderingen in verband met hun werkings- en investeringskosten. Geen van de toegekende voorschotten mag hoger zijn dan 9/12 van het bedrag van de jaarlijkse werkings- en investeringsbegroting van de verbindingsofficier aan wie deze toegekend wordt; - de onderrekenplichtige van de Directie van de speciale eenheden om deze toe te laten dringende en onverwachte uitgaven te verrichten.
Elke van deze voorschotten wordt echter beperkt tot 10 000 EUR. De rekenplichtige mag betaalmiddelen ter beschikking stellen, alsook middelen via overschrijving toekennen aan de directies, diensten of leden van de federale politie bedoeld in alinea 2.
De functies aan wie betaalmiddelen ter beschikking gesteld werden, moeten hun uitgaven trimestrieel verantwoorden met bewijsstukken die in de beheersrekening van de rekenplichtige opgenomen moeten worden.
De trimesters die in dit lid bedoeld worden stemmen overeen met de trimesters van een kalenderjaar.
Geen enkel nieuw voorschot mag door de rekenplichtige van de voorschotten toegekend worden zolang de trimestriële verantwoording met betrekking tot het voorgaande trimester waarin de aanvraag werd ingediend, niet door hem ontvangen en goedgekeurd werd.
De rekenplichtige rekent de door middel van de voorschotten uitgevoerde uitgaven aan op het gepaste vastleggings- en vereffeningskrediet.
Het eventuele saldo van deze voorschotten op 31 december 2018 mag worden gebruikt voor de behoeften van 2019. Dit zal hoe dan ook afgetrokken worden van het totale jaarlijkse maximum bedrag dat in 2019 toegekend zou worden.
Art. 2.17.11 In afwijking van het artikel 52, eerste lid 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten betreffende de inkomstenoverdrachten, schadevergoedingen en gerechtskosten "32.00.01 - verschuldigd aan bedrijven", "33.00.08 - verschuldigd aan vzw's", "34.41.01 - verschuldigd aan gezinnen", "41.40.01 - verschuldigd aan OAI" en "42.90.01 - verschuldigd aan de sociale zekerheid" binnen de sectie 17 van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar worden herverdeeld.
Art. 2.17.12 Met het oog op een administratieve vereenvoudiging bij de opvolging van de uitvoering van de begroting van de federale politie, eveneens bij het beheer en de uitbetaling van bepaalde bezoldigingen in het raam van de door de Europese Unie gefinancierde projecten die tot het begrotingsfonds van de sectie 13 OA 71 "Federaal Europees fonds voor asiel en migratie (AMF) en interne veiligheid (ISF) - programmatie 2014-2020" behoren, krijgt de federale politie de toelating om inschrijvingswijzigingen in de budgettaire boekhouding uit te voeren of laten uitvoeren tussen de gesplitste kredieten van de sectie 17 waar de hierbovenvermelde uitgaven initieel aangerekend zijn en de variabele kredieten die aan het hierbovenvermelde begrotingsfonds van de sectie 13 verbonden zijn.
De minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken brengt zonder verwijl het Rekenhof op de hoogte van de inschrijvingswijzigingen.
Art. 2.17.13 In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 17.90.21.110003 (bezoligingen en allerhande toelagen - aspiranten) en 17.90.12.416006 (subsidie aan lokale politiezones ter financiering van de opleiding tot de graad van inspecteur van politie voor agenten van politie) onder elkaar herverdeeld worden.
Art. 2.17.14 In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, en in afwijking van artikel 1-01-3, §§ 2 en 3 van de huidige wet, kunnen de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties van activiteitenprogramma's 90-23 en 90-33 enkel onder elkaar worden herverdeeld, binnen elk van deze activiteiten.
Sectie 18. - Financiën Art. 2.18.1 § 1. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen aan de rekenplichtigen van de Stafdienst Begroting en Beheers-controle geldvoorschotten worden toegestaan tot een maximumbedrag van 100 000 EUR. Deze rekenplichtigen mogen hiermee alle dienstkosten betalen tot en met 5 500 EUR (zonder btw).
Art. 2.18.2 De minister van Financiën kan leningen en hulp verstrekken aan personeelsleden in actieve dienst, aan gewezen personeelsleden, aan de rechthebbenden van de personeelsleden van Financiën en aan hun familieleden. Hij kan toelagen verlenen aan de verenigingen van personeelsleden.
Art. 2.18.3 Binnen de perken van de betrokken kredieten kunnen aan nationale en internationale instellingen facultatieve toelagen en vrijwillige bijdragen worden toegekend : Programma 40/0 - Beheersorganen 1. Subsidies aan de vzw Koninklijke Harmonie van Financiën 2.Bijdragen van België in de financiering van programma's van de OESO inzake fiscaliteit en openbare financiën 3. Jaarlijkse bijdrage van België aan IOTA (Intra-European Organisation of Tax Administrations) 4.Toelagen en bijdragen aan nationale en internationale instellingen voor gezamenlijke initiatieven op fiscaal gebied 5. Aandeel van België in de werkings-kosten van internationale organismen. Art. 2.18.4 In afwijking van artikel 1-01-3, §§ 2 en 3 van deze wet, mogen de in deze paragraaf bedoelde vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de personeelsuitgaven en de werkingskosten van de sectie 18 - FOD Financiën, eveneens herverdeeld worden naar volgende basisallocaties : - "40.03.34.41.40 - Schadevergoedingen aan derden", - "53.03.53.20.02 - Voorschotten alimentatievorderingen".
Art. 2.18.5 Het eventueel op het eind van het vorig jaar beschikbaar saldo van provisionele voorschotten gestort door de FOD Financiën aan de Regie der gebouwen, mag vanaf 1 januari van het betrokken begrotingsjaar aangewend wenden voor de verrekening van de door de FOD Fin verschuldigde bedragen voor het betrokken jaar.
Sectie 19. - Regie der Gebouwen Art. 2.19.1 In afwijking van artikels 19 en 20 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om uitgaven te verrichten voor het uitvoeren van gewone en buitengewone onderhouds-werken, studies en diverse andere werken in welbepaalde gebouwen die geen eigendom zijn van de Staat, indien deze uitgaven door contracten, conventies of andere overeenkomsten expliciet ten laste van de Regie der Gebouwen gelegd worden.
Art. 2.19.2 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om de kosten te dragen van de huisvesting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsprodukten en van de Autonome Mededingingsautoriteit.
Bovendien wordt de Regie der Gebouwen ook gemachtigd om de kosten te dragen van de huisvesting van de andere Instellingen van Openbare Nut die behoren tot sector 1311 van de openbare entiteiten wanneer die hierom verzoeken.
Art. 2.19.3 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om haar medewerking te verlenen aan het uitvoeren van een technisch onderzoek en het opstellen van een jaarlijks rapport betreffende de algemene staat en de conformiteit met de geldende (Franse) wetgeving en reglementering van het gerenoveerde gebouw "Huis van de Belgische en Luxemburgse studenten" te Parijs (Stichting Biermans-Lapôtre). De kosten die daarmee gepaard gaan zijn ten laste van de programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid.
Art. 2.19.4 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om uitgaven ten laste te nemen voor bepaalde bezettingslasten van de beleidsorganen van de ministers en staatssecretarissen. De minister van Begroting en de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen bepalen in gezamenlijk overleg de richtlijnen voor de verdeling en het gebruik van het krediet dat daarvoor voorzien wordt.
Art. 2.19.5 In afwijking van art. 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 250 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen in de hoofdzetel en de buitendiensten van de Regie der Gebouwen.
De rekenplichtigen mogen deze geldvoorschotten aanwenden voor de betaling van bepaalde uitgaven die betrekking hebben op aangenomen facturen (of documenten die daarvoor kunnen doorgaan, zoals schuldvorderingsverklaringen of betalingsaanvragen), van ten hoogste 5 500 EUR (exclusief btw) per uitgave, betaalbaar in één keer en die in geen enkel verband staan met een overeenkomst voor werken, diensten en leveringen hoger dan voormelde som.
De instructie op de geldvoorschotten, goedgekeurd op 27/08/2007 door de Directeur-generaal van de Regie der Gebouwen, bepaalt de aard van de uitgaven die betaald kunnen worden met geldvoorschotten.
Art. 2.19.6 Binnen de perken van het krediet ingeschreven op artikel 4160_00_001 van de begroting van de Regie der Gebouwen, kan een toelage worden toegekend aan de v.z.w. "Sociale Dienst van van de horizontale Federale Overheidsdiensten en de Regie der Gebouwen ".
Sectie 23. - FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Art. 2.23.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, mogen voorschotten worden verleend tot een maximum bedrag van 10 000 EUR aan de rekenplichtige van het Departement - Beheersorganen - met het oog op de uitbetaling - eventueel door middel van voorschotten - van de schuldvorderingen die 5 500 EUR exclusief btw niet overschrijden, en van de uitgaven van uitzonderlijke en dringende aard, ongeacht het bedrag.
In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, mogen voorschotten worden verleend tot een maximum bedrag van 10 000 EUR aan de rekenplichtige van de Beleidscel van de Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel - met het oog op de uitbetaling - eventueel door middel van voorschotten - van de schuldvorderingen die 5 500 EUR exclusief btw niet overschrijden, en van de uitgaven van uitzonderlijke en dringende aard, ongeacht het bedrag.
In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, mogen voorschotten worden verleend tot een maximum bedrag van 10 000 EUR aan de rekenplichtige van de Beleidscel van de Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de Minister belast met Buitenlandse Handel - met het oog op de uitbetaling - eventueel door middel van voorschotten - van de schuldvorderingen die 5 500 EUR exclusief btw niet overschrijden, en van de uitgaven van uitzonderlijke en dringende aard, ongeacht het bedrag.
Art. 2.23.2 Binnen de perken van de desbetreffende basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/0 - DIENSTEN VAN DE VOORZITTER - BESTAANSMIDDELEN - Toelage aan de Personeelsvereniging van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - Individuele tegemoetkomingen aan het personeel;
PROGRAMMA 52/1 - ACTIES TEN GUNSTE VAN DE SOCIALE, MORELE EN INTELLECTUELE PROMOTIE VAN DE WERKNEMERS - Allerlei uitgaven in verband met de toekenning van de prijzen van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk; - Dotatie aan het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid; - Toelage aan de representatieve werknemersorganisaties bedoeld bij artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
PROGRAMMA 56/1 - INTERNATIONALE SAMENWERKING - Deelneming in de uitvoering van initiatieven betreffende de bilaterale sociale samenwerking opgezet door de Internationale Arbeidsorganisatie of met een derde land; - Toelagen aan internationale organisaties (I.A.B., Raad van Europa, Europese organisaties...), aan erkende of geaggregeerde niet-gouvernementele organisaties, aan Belgische onderzoeksinstituten;
Art. 2.23.3 Tot een door de Minister van Werk vastgesteld bedrag kunnen de betrokken sociale partners een terugbetaling bekomen van de theoretische en praktische vormingen die ze organiseren in het kader van de bilaterale sociale samenwerking.
Art. 2.23.4 De terugvordering van de voorschotten onder de vorm van leningen toegekend aan de personeelsleden, kan, in voorkomend geval, worden uitgevoerd overeenkomstig het artikel 23, 4°, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
Sectie 24. - FOD Sociale Zekerheid Art. 2.24.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximum bedrag van 5 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van het departement, met het oog op de uitbetaling van de schuldvorderingen aangaande alle dienstkosten alsmede de vergoedingen en toelagen van alle aard die 1 000 EUR niet overschrijden.
Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 1 000 EUR bedragen.
De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortspruitend uit regelingen met vreemde landen, mag eveneens per geldvoorschot gebeuren, welke ook het bedrag ervan zij.
Art. 2.24.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/6 De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW "Sociale Dienst van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu".
PROGRAMMA 21/5 - ICT Toelage aan het Secretariaat-Generaal van de Benelux.
PROGRAMMA 55/2 - GEHANDICAPTEN Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of door andere activiteiten van sociale aard bijdragen aan de integratie van personen met een handicap (onderzoek, studiedagen, diverse tussenkomsten, informatie en propaganda met betrekking tot het gehandicaptenbeleid...) PROGRAMMA 57/2 - STATEN-GENERAAL VAN HET GEZIN Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of andere activiteiten van sociale aard actief zijn op het gebied van gezinsbeleid.
PROGRAMME 57/3 - INTERNATIONALE BETREKKINGEN Toelagen aan de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en aan de IVSZ (Internationale Vereniging voor Sociale Zekerheid).
PROGRAMMA 58/1 - STUDIEEN VOOR HET SOCIAAL BELEID Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of andere activiteiten van sociale aard deelnemen aan de bevordering van de sociale zekerheid (studies, onderzoeken, studiedagen, diverse initiatieven, informatie en propaganda betreffende de verschillende takken van de sociale zekerheid...) Toelagen aan de openbare instelling van sociale zekerheid (OISZ) en aan de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid in uitvoering van artikel 2.04.3 van deze wet.
PROGRAMMA 58/4 - DOTATIES EN TOELAGEN Toelage aan de VZW SIGeDIS voor het beheer van de gegevensbank : "Opbouw aanvullende pensioenen".
Art. 2.24.3 In afwijking van artikel 61, eerste lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mag de basisallocatie 55 31 34.31.06 « betaling van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap bij toepassing van de wet van 27 februari 1987 » een debetstand in vastlegging en in vereffening vertonen.
Art. 2.24.4 De uitgaven voor de sociale bijstandsuitkering "Tegemoetkoming hulp aan Bejaarden (THAB)" die de FOD Sociale Zekerheid buiten begroting zal verrichten voor rekening van de Gemeenschappen worden beperkt ten belope van de door de overeenstemmende Gemeenschap gestorte bedragen.
Sectie 25. - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Art. 2.25.1 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst zullen mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW "Sociale Dienst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de FOD Sociale Zekerheid".
PROGRAMMA 21/0 - DIENSTEN VAN DE VOORZITTER Toelagen, lidmaatschapsbijdragen of deelname aan de werkingskosten van internationale organisaties binnen het domein van de volksgezondheid.
Toelagen aan organisaties die hun zetel in België hebben en die met internationale organisaties binnen het domein van de volksgezondheid werken.
Toelagen voor vergaderingen in België van experten van internationale organisaties over onderwerpen van volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, als rechtstreekse financiering.
PROGRAMMA 40/0 - SOCIALE DIENST Toelage voor Sport en Cultuur.
PROGRAMMA 51/3 - ACUTE, CHRONISCHE EN OUDERENZORG Toelagen als vergoeding aan levende donoren.
PROGRAMMA 51/4 - PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG Toelagen aan pilootproject "liaison alcohol, en detectie en interventie bij alcoholproblemen bij patiënten in spoedgevallendiensten in ziekenhuizen".
Toelage aan pilootproject nazorg alcoholafhankelijkheid en -misbruik met inbegrip van nieuw model van kwaliteitsmetingen.
Toelage aan een project ter bevordering van de toegang tot, door internationale conventies gecontroleerde, verdovende middelen.
Toelagen ter ondersteuning van de implementatie van de clinical guideline met betrekking tot mineure depressie.
Toelagen voor initiatieven ter ondersteuning van de implementatie van het samenwerkingsprotocol eerste en tweede lijn majeure depressie.
Toelagen voor het organiseren van navormingsprogramma's voor artsen inzake de behandeling van patiënten met vervangingsmiddelen.
Toelagen aan beroepsverenigingen van sociaal werkers in ziekenhuizen.
Toelagen aan pilootproject drughulpverleningspro gramma in drie penitentiaire instellingen.
PROGRAMMA 51/6 - TOELAGEN AAN ORGANISATIES - Toelagen aan diverse organisaties i.v.m. de omkadering en ondersteuning van de burger als patiënt. - Toelagen aan vzw's Medisch Falen. - Toelagen aan de verenigingen "LEIF" en "EOL" die de ondersteuning van geneesheren tot doel hebben en die ertoe bijdragen de bevolking te informeren omtrent de wettelijke bepalingen inzake euthanasie.
PROGRAMMA 52/1 - BASISGEZONDHEIDSZORG Toelagen aan de scholen van volksgezondheid van de universiteiten, aan de universitaire departementen voor huisartsgeneeskunde, aan de departementen verpleegkunde van de hogescholen of universiteiten en aan elk vereniging van professionelen voor hun werk inzake : o Bijdragen aan een betere organisatie van de verschillende gezondheidszorgbeoefenaars, o Werken aan de verbetering van hun bevoegdheden, o Ontwikkelen van beleid dat bijdraagt aan een verhoogde efficiëntie, o Ontwikkelen van synergiën en complementariteiten tussen deze beoefenaars binnen een netwerk dat de 3 lijnen omvat alsook de sociale sector.
Toelagen voor de modernisering van de medische praktijk en de multidisciplinaire samenwerking rekening houdend met de evolutie van de zorgsector, de demografische evolutie en informatietechnologieën alsook van de nationale en de internationale context.
Toelagen aan universitaire of interuniversitaire centra van huisartsgeneeskunde voor de opleiding en de wetenschappelijke omkadering van stage meesters.
Toelagen voor het aanmoedigen van initiatieven genomen in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande volksgezondheid.
Toelagen om de gegevensverzameling inzake kanker te verbeteren.
Toelagen voor het stimuleren van de bekendheid en het toepassen van Evidence Based Practice binnen de diverse zorgdisciplines in België.
Toelage aan de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België voor de toekenning van vijfjaarlijkse prijzen der geneeskundige wetenschappen.
Toelage aan de internationale vereniging zonder winstoogmerk European Healthcare Fraud and Corruption Network PROGRAMMA 52/2 - CRISISBEHEER Toelage aan het Rode Kruis België/Vlaanderen.
Toelagen scholen hulpverleners-ambulanciers Toelage aan het Antigifcentrum PROGRAMMA 54/0 - BESTAANSMIDDELEN Verplichte bijdragen (toelagen) in toepassing van art. 39 van het Samenwerkingsakkoord van 18/06/2003 tussen de Federale Overheid en de Gewesten aan verschillende internationale organisaties.
Betaling door de Staat van verschuldigde bedragen als gevolg van veroordelingen of vergoedingen voor op bevel geslachte of afgemaakte dieren voor ziekten die vallen onder hoofdstuk III van de dierengezondheidswet 24 maart 1987, in het bijzonder de maatregelen en de vergoedingen bedoeld in toepassing van artikel 8 van deze wet, bij soorten waarvoor geen bestaand Fonds voorhanden is, worden opgenomen uit de interdepartementale provisie.
Toelagen als aandeel in de werkingskosten aan de internationale organisatie OESO - programma pesticiden - waarin DG4 een vertegenwoordiging heeft.
Toelagen aan diverse organisaties voor de omkadering en/of ondersteuning van initiatieven van de burger in het kader van het federaal beleid "Dier, Plant en Voeding".
PROGRAMMA 54/1 - SANITAIR BELEID Toelagen als aandeel in de werkingskosten van de internationale organisaties O.I.E - EPPO en FAO waarbinnen DG4 een vertegenwoordiging heeft.
PROGRAMMA 54/3 - VOEDING EN ANDERE CONSUMPTIEPRODUCTEN Toelagen aan de VZW "NUBEL" voor de ontwikkeling van een wetenschappelijke databank betreffende de nutritionele samenstelling van de voedingsmiddelen op de Belgische markt.
Toelagen aan CIRIHA (Centrum voor informatie en onderzoek omtrent voedselintolerantie en hygiëne).
Toelagen voor studies noodzakelijk voor het uitvoeren van Directieven en Reglementen van de Europese Unie PROGRAMMA 55/1 - MULTILATERALE EN STRATEGISCHE ZAKEN Toelagen als deelname aan de werkings- en uitvoeringskosten van of bijdragen aan internationale organisaties met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu op het gebied van de lucht- en waterverontreiniging, de verzuring, de klimaatwijziging, scheikundige producten, biocides nanotechnologieën, kwik, biotechnologie, biodiversiteit, bioveiligheid, walvisvangst, Antarctica ea. in uitvoering van door België ondertekende verdragen of protocollen. (OESO, SAICM, UNEP, UN ECE, International Whaling Commission, Secretariat of the Antarctic Treaty, CCAMLAR....) Deelname in de werkingskosten van of bijdragen aan Europese en internationale organisaties in uitvoering van verbintenissen, verdragen of protocollen ivm het leefmilieu : EU REDD+ facilities ea Toelage aan CITES (Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (UNEP/CITES) Toelage als deelname aan OESO/IUCN/UNESCO/CBI/ CEEWeb/UNEP projecten en VN bioprospection activiteiten oa.
Toelage als deelname aan het OSCE project en toelagen voor capacity building projecten.
Toelagen voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen aangaande de strijd tegen de vervuiling en de veiligheid bij de risico-industrieën.
Toelagen met betrekking tot de toegang tot informatie, inspraak van de burger tot besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (BEE).
Toelagen aan nationale en internationale verenigingen/organisaties m.b.t. het leefmilieu. (Natuurpunt, Natagora, Greenpeace Belgium, vzw Forum des Juges de l'UE pour l'Environnement, Poseco, ea).
Toelagen voor initiatieven m.b.t colloquia en bewustmakingscampagnes, in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande de sensibilisering van de problemen omtrent het leefmilieu, (CITES inbegrepen) voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen/organisaties + structurele financiering van het NGO-platform bestaande uit de 4 Belgische NGO-koepels voor het leefmilieu, als contactpunt voor hun leden op het vlak van de coördinatie van het federaal, internationaal en Europees milieubeleid (BBL/BRAL/I.E.B/I.E.W).
Toelagen voor sensibilisatie m.b.t. biodiversiteit (CITES inbegrepen), duurzame produkten en het luik leefmilieu van duurzame ontwikkeling Internationale netwerken IUCN World Conservation Union, Earth Negociations Buletin oa.
Toelagen aan intersyndicale netwerken milieu en tewerkstelling (Arbeid en Milieu, Rise CEPAG FGTB, RISE FED CSC, Internationale Polaire Stichting).
Toelagen aan verenigingen/organisaties publieke sector (KBIN).
Toelagen voor vergaderingen in België van experten van internationale organisaties over onderwerpen van volksgezondheid en leefmilieu, als rechtstreekse financiering (CITES inbegrepen).
Toelage als bijdrage tot de Conventie inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren.
Toelage als bijdrage aan het ABS protocol van Nagoya en aan het protocol van Nagoya/Kuala Lumpur over de aansprakelijkheid bij het protocol van Cartagena.
Werkings- en investeringstoelagen voor milieuvriendelijke projecten.
Toelagen aan universiteiten.
PROGRAMMA 55/2 - KLIMAATWIJZIGING (KYOTO) Toelagen voor de financiering van verenigingen en organisaties (onder meer toelage voor de Climate Action Network Europe v.z.w., Carbon Watch vzw, toelagen voor lokale informatie avonden ...).
Toelage aan de vzw sociale dienst Toelagen voor de werking van internationale organisaties (o.m. bijdrage aan het "UNFCCC Trust Fund for Supplementary Activities" en het "UNFCCC Trust Fund for Participation", voor de activiteiten georganiseerd door het Secretariaat van het VN Raamverdrag inzake Klimaatverandering, m.i.v. de aansluiting van het Nationale Register op het International Transaction Log (ITL Fee) /UNFCC, bijdrage aan het OECD CCXG Global Forum, bijdrage aan NDC Technical Dialogues UNDP/UNFCCC, bijdrage aan OSS Observatoire du Sahel et du Sahara, o.a.
Toelagen voor de werking van internationale samenwerkingsverbanden, partnerschappen en netwerken (o.m. Climate Justice Dialogue, Center for Clean Air Policy, MRV partnerschip) Toelagen voor deelname aan OESO activiteiten/projecten Toelagen voor publieke instellingen Toelagen bedoeld om vergaderingen in België van internationale experten m.b.t. het Klimaatbeleid rechtstreeks te financieren.
Werkings- en investeringstoelagen voor milieuvriendelijke en energiebesparende projecten en projecten m.b.t. hernieuwbare energiebronnen PROGRAMMA 55/4 - FEDERALE RAAD DUURZAME ONTWIKKELING - Toekenning door de FRDO van persprijzen in verband met duurzame ontwikkeling PROGRAMMA 55/5 - MARIENE MILIEU Toelagen als deelname aan de werkings- en uitvoeringskosten van of bijdragen aan internationale organisaties met het oog op de bescherming van het marien milieu in uitvoering van door België ondertekende verdragen of protocollen (e.a. OSPAR Commission, RAMSAR, ASCOBANS, BONN Agreement, Convention de la Meuse, Convention de l'Escaut, AEWA, UN Regular process).
Toelagen aan nationale en internationale verenigingen/organisaties met betrekking tot de bescherming van het marien milieu en het bestrijden van de verontreiniging van de Noordzee.
Toelagen voor initiatieven met betrekking tot colloquia en bewustmakingscampagnes, in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande de sensibilisering van de problemen omtrent het marien milieu, voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen/organisaties.
Toelagen aan verenigingen/organisaties publieke sector.
Toelagen voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen met het oog op de bescherming van het mariene milieu en/of met betrekking tot de totstandkoming van mariene beschermde gebieden.
Toelagen m.b.t. het organiseren van sensibiliseringsacties in het kader van "energieproductie in de zee en de impact ervan op het marien milieu".
Toelagen bedoeld om vergaderingen in België van experten van internationale organisaties met betrekking tot het beleid marien milieu rechtstreeks te financieren.
Toelagen voor capacity building projecten.
Toelage als deelname aan VN activiteiten.
Toelagen voor deelname aan projecten IUCN en bijdragen aan de organisatie mbt internationale vergaderingen buitenland.
PROGRAMMA 55/8 - FONDS LEEFMILIEU Toelagen verenigingen/organisaties - steun/ subsidies in verband met het actieplan "zeehond" en andere projecten in verband met het mariene milieu/de mariene biodiversiteit.
PROGRAMMA 55/9 - FONDS KLIMAATRESPONSABILISERING Inkomensoverdrachten aan de gewesten PROGRAMMA 56/1 - NATIONAAL RESEARCH Toelagen voor het beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek en internationale uitwisseling van gegevens inzake recente ontwikkelingen en problemen op het vlak van profylaxis, hygiëne, levensmiddelenhygiëne en farmacie.
PROGRAMMA 56/2 - HOGE GEZONDHEIDSRAAD EN BETOELAAGD CONTRACTUEEL ONDERZOEK Toekenning van prijzen door de Hoge Gezondheidsraad Nationale Toelage aan het Fonds voor geneeskundig wetenschappelijk onderzoek.
Toelagen voor wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan EU-instellingen.
Toelagen voor wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen.
Toelagen voor wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan VZW's.
Toelagen voor wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan wetenschappelijke instellingen binnen de FOD VVVL. Toelagen voor wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan het vrij gesubsidieerd onderwijs.
Toelagen aan wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan publiekrechtelijke instellingen, publiekrechtelijk universiteiten, universiteiten van de Gemeenschappen en hun VZW's.
Toelagen aan wetenschappelijk onderzoek betreffende voedselveiligheid en gezondheidsbeleid aan regionale wetenschappelijke instellingen.
PROGRAMMA 56/3 - WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID (WIV) Toelagen voor de organisatie van "Biosafety-House" (BCH).
Toelagen in het kader van het toezicht van ziektes zoals de ziekte van Creutzfelt-Jakob de mazelen en poliomyelitis Art. 2.25.2 Het provisioneel krediet voorzien op BA 25.52.21.0100.01 (3 463 keur in vastleggings- en vereffeningskredieten) zal kunnen verdeeld worden in de loop van het jaar 2018 over de meest aangewezen budgettaire adressen van de FOD Binnenlandse Zaken en van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, voor de financiering van de uitgaven van het project 1733, via koninklijk besluit op initiatief van de Minister van Volksgezondheid.
Art. 2.25.3 In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, kan de Voorzitter van het Directiecomité, na gunstig advies van de Inspectie van Financiën en het akkoord van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds, en ongeacht het bedrag, herverdelen tussen de basisallocaties : 25.56.23.3510.01 25.56.23.3540.01 25.56.23.4130.01 25.56.23.4430.01 25.56.23.4500.02 25.56.23.4524.02 25.56.23.4525.02 25.56.23.4526.02 25.56.23.4500.01 25.56.23.4534.01 25.56.23.4535.01 Art. 2.25.4 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van "Europese projecten" worden geboekt op de rekening 25.87.02.40.49. B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.5 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het Vesalius Document and Information Center (VDIC) worden geboekt op de rekening 87.02.39.48 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.6 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van "Personeel Expert" worden geboekt op de rekening 87.09.70.03 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.7 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van gezondheidsinspectie haven van Antwerpen worden geboekt op de rekening 87.02.20.29 C van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.8 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de bijdragen aan het secretariaat van de Hoge Gezondheidsraad worden geboekt op de rekening 87.01.03.09 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.9 De voor orde verrichte ontvangsten ten gunste van het Rode Kruis België vanuit de verzekeringssector, worden geboekt op de rekening 87.59.52.89.B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om de uitgaven te dekken van het Rode Kruis België zoals voorzien in de wet van 7 augustus 1974 en diens uitvoeringsbesluiten.
Art. 2.25.10 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van REACH worden geboekt op de rekening 87.01.51.57 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.11 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de samenwerking met de Gemeenschappen inzake gezondheid worden geboekt op de rekening 87.02.28.37 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.12 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de retributies leefmilieu worden geboekt op de rekening 87.02.32.41 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.13 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het samenwerkingsakkoord milieu-gezondheid worden geboekt op de rekening 87.02.35.44 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.14 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de administratieve boetes tabak worden geboekt op de rekening 87.02.41.50 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.15 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van goed geneesmiddelengebruik worden geboekt op de rekening 87.02.43.52 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.16 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van EFSA (European Food Safety Authority) worden geboekt op de rekening 87.02.46.55 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.17 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van de Nationale Klimaatcommissie worden geboekt op de rekening 87.02.47.56 B van de sectie "Thesaurieverrichtingen voor orde".
Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art. 2.25.18 In afwijking van artikel 62, § 3 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de boekhouding van de federale Staat, worden de volgende begrotingsfondsen, opgenomen in de tabel gevoegd bij de wet van 27 december 1990 tot oprichting van de begrotingsfondsen : - 25-6 : Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten; ingeschreven in de begroting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) (parastatale A).
Art. 2.25.19 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en in afwijking van de paragrafen 2, 3 en 4 van artikel 1-01-3 van onderhavige wet, mogen de vastleggingskredieten van de programma's 56/3, 56/4 en 56/5 onderling en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat mogen de vereffeningskredieten van de programma's 56/3, 56/4 en 56/5 onderling en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.
Sectie 32. - FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Art. 2.32.1 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, mogen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/1 - DIENSTVERLENING VOOR ALLE DEPARTEMENTEN Allerhande uitgaven voor maatschappelijk dienstbetoon, andere dan de aankoop van vermogensgoederen.
PROGRAMMA 21/4 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Tussenkomst in de publicatiekosten van verslagen en studies, evenals in de organisatiekosten van congressen en colloquia. 2) Subsidie aan het Vast Bureau van de Vaste Internationale Commissie (V.I.C.) ter beproeving van de draagbare vuurwapens. 3) Dotatie aan het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). PROGRAMMA 21/5 - COMMUNICATIE Economische manifestaties (koninklijk besluit van 9 april 1962) zowel in België als in het buitenland (deelnemingen, verschillende tegemoetkomingen, aankoop of huur van materieel).
PROGRAMME 41/1 Dotatie aan de Belgische Mededingingsautoriteit PROGRAMMA 42/3 - FINANCIERING VAN HET NUCLEAIR PASSIEF 1) Financiering van het openbaar organisme N.I.R.A.S. 2) Dotatie aan het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.) voor de financiering van het sociaal passief. 3) Dotaties aan de N.I.R.A.S. voor het Fonds voor de Financiering van het nucleair passief.
PROGRAMMA 42/4 - SOCIAAL ENERGIEBELEID Sociaal stookoliefonds PROGRAMMA 42/5 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Subsidie aan het Interuniversitair Instituut voor Kernwetenschappen (I.I.K.W.). 2) Subsidie aan onderzoek fusie.3) Bijdrage van België aan de R.& D.-programma's op het gebied van de Energie. 4) Lasten opgelegd aan de Belgische Staat krachtens zijn deelneming aan de gemeenschappelijke onderneming "Joint European Torus".5) Economische steun aan de Oost-Europese landen. 6) Bijdrage van België aan het Europees Centrum voor Kernonderzoek (E.C.K.O.) te Genève. 7) Subsidie aan het Instituut voor Radio-elementen (I.R.E.). 8) Subsidie voor investeringen aan het Instituut voor Radio-elementen (I.R.E.). 9) Subsidie aan het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.). 10) Subsidie voor buitengewone investeringen te verrichten door het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.). 11) Subsidie voor bijzondere werkingskosten aan het Instituut voor Radio-elementen (I.R.E.). 12) Subsidie aan het Internationaal Energieagentschap (IEA). 13) Tussenkomst colloquia 14) Halden project 15) IRENA 16) SCK - Myrrha 17) Bijkomende subsidie aan het I.R.E. voor de uitvoering van nieuwe studies, investeringen en projecten. 18) Toelage aan het International Energy Forum 19) Toelage voor de fysische bescherming van de SCK 20) Toelage voor de fysische bescherming van het IRE 21) NEA groep - radio isotopen 22) Dotatie aan het IRE voor de verwerking van het verrijkt uranium PROGRAMMA 42/8 - BIJDRAGE VAN BELGI" AAN DE ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT DE GEZAMENLIJKE ONDERNEMING VOOR ITER EN ANDERE FUSIE-ACTIVITEITEN 1) Toelage aan AGORIA voor de contactcel 2) Directe bijdrage aan de Gezamenlijke Onder-neming ITER 3) Toelage aan de KMS (onderzoeksactiviteiten) 4) Toelage aan de KMS (prototypes) 5) Bijdrage Euratom/Japan PROGRAMMA 42/9 - ENERGIETRANSITIE Toelagen in kader van de oproep tot projecten PROGRAMMA 43/0 - BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Toelage aan de Governmental Advisory Commitee (GAC). PROGRAMMA 43/3 - BESCHERMING INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT 1) Bijdrage van België aan de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom te Genève. 2) EOB : octrooionderzoeksrapporten 3) Subsidie aan UPOV 4) Subsidie eengemaakt octrooigerecht (UPC) PROGRAMMA 43/4 Retributie consessie kranten et tijschriften PROGRAMMA 44/6 - TOELAGE AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Subsidie aan de v.z.w. Belgian Bioindustries Association (B.B.A.). 2) ICSG Group 3) Bijdrage GFSEC PROGRAMMA 44/7 - DISTRIBUTIE EN TENTOONSTELLINGEN 1) Subsidie aan het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen te Parijs 2) Dotatie aan de ADBA voor de Internationale tentoonstellingen PROGRAMMA 45/1 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN EN DIVERSE UITGAVEN 1) Toelagen aan verenigingen houden zich bezig met de bescherming en de bevordering van de KMO's en de Zelfstandigen PROGRAMMA 46/4 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Subsidie aan internationale metrologische instellingen (IOWM, IBMG, EMRP).2) Subsidie aan internationale verenigingen actief op het gebied van certificatie en accreditatie (EA, IAF, ILAC, WELMEC, EURAMET). 3) Subsidie aan de Internationale Vereniging voor Koeltechniek (I.V.K.).
PROGRAMMA 46/5 - NORMALISATIE 1) Subsidie prenormatieve onderzoeken.2) Specifieke acties van de Collectieve Centra ten gunste van de kleine en middelgrote ondernemingen. 3) Subsidie aan het Bureau voor Normalisatie (N.B.N.).
PROGRAMMA 48/4 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN EN ECONOMISCHE MANIFESTATIES 1) Subsidie aan het Internationaal Instituut voor de Statistiek te Den Haag.2) Subsidie aan de Belgische Vereniging voor Demografie.3) Subsidie aan de Belgische Vereniging voor Statistiek.4) XBRL. PROGRAMMA 49/0 - BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA 1) Bel - IDB.2) Toelage aan patiëntenverenigingen 3) Toelage voor de ondersteuning van de geschillenregeling van de consumenten PROGRAMMA 49/1 - BESCHERMING VAN HET CONSUMENTENRECHT 1) Subsidie aan de VZW Belgische Vereniging voor Onderzoek en Expertise voor de Consumentenorganisaties (BV-OECO) 2) Toelagen aan verenigingen in het kader van de bescherming en voorlichting van de consumenten. 3) Subsidie aan de v.z.w. "Geschillencommissie Reizen". 4) Subsidie Consumentenombudsdienst PROGRAMMA 49/3 - TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Bijdrage aan het Europees Verbruikerscentrum (Euroloket).2) Kredietobservatorium 3) Toelage aan Prosafe (Best practice Market Surveillance). Sectie 33. - FOD Mobiliteit en Vervoer Art. 2.33.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat kunnen de rekenplichtigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer voorschotten aanvragen die worden gevalideerd door de ordonnateur, leidinggevende van de Dienst of door zijn gemachtigde en worden toegekend door de functioneel bevoegde minister ten einde de hieronder vermelde uitgaven te betalen.
De rekenplichtige beschikt hiertoe over een specifieke financiële rekening die op zijn naam is geopend en waarop de centraliserende rekenplichtige het bedrag van het voorschot overschrijft vanuit de financiële uitgavenrekening van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Deze overschrijving is een louter financiële verrichting.
Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor kleine uitgaven mag toegekend worden, bedraagt 5 000 EUR. Een aanvullend voorschot voor kleine uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 2 500 EUR of minder bedraagt.
Het bedrag van een kleine uitgave mag niet hoger zijn dan 500 EUR btw inbegrepen.
De rekenplichtige kan aan ambtenaren geldmiddelen ter beschikking stellen voor kleine uitgaven ofwel in speciën, ofwel via elektronische portemonnee, ofwel via een debetkaart.
Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor uitgaven in het kader van een zending in het buitenland mag toegekend worden bedraagt 25.000 EUR. Een aanvullend voorschot voor deze uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 10 000 EUR of minder bedraagt.
De rekenplichtige kan aan ambtenaren op zending in het buitenland geldmiddelen ter beschikking stellen voor uitgaven, ofwel in speciën tot een bedrag van 500 EUR, ofwel via een debetkaart ofwel via overschrijving.
De ambtenaar aan wie geldmiddelen ter beschikking worden gesteld door de rekenplichtige, moet zijn uitgaven verantwoorden met bewijsstukken tot staving van de uitgaven opgenomen in de beheersrekening van de rekenplichtige. Hij dient het saldo van het verkregen voorschot en de verantwoorde uitgaven zonder verwijl over te maken aan de bevoegde rekenplichtige.
De rekenplichtige rekent de door middel van het voorschot uitgevoerde uitgaven aan op het gepaste vastleggings- en vereffeningkrediet.
Indien een voorschot of een gedeelte ervan niet langer nodig is voor de voortzetting van de dienst, stort de rekenplichtige het saldo zonder verwijl terug op de financiële ontvangstrekening van de centraliserende rekenplichtige.
De ordonnateur, leidinggevende van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de regelmatige opvolging van de voorschotaanvragen en van de aanwending ervan door de rekenplichtigen.
De rekenplichtigen en hun plaatsvervangers worden aangesteld door de bevoegde minister of zijn gemachtigde. Het aanstellingsbesluit wijst het nummer van de financiële rekening aan waarop de rekenplichtige zijn voorschot zal ontvangen en stelt de datum vast vanaf dewelke de rekenplichtige het beheer opneemt volgens de door de functionele minister gestelde regels.
Art. 2.33.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/0 - BESTAANSMIDDELEN Toelage aan de VZW Sociale Dienst van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
PROGRAMMA 21/1 - STUDIES EN ACTIES INZAKE MOBILITEIT EN VERVOER Toelagen inzake Mobiliteit en Vervoer.
PROGRAMMA 41/5 - OVERHEIDSBEDRIJVEN 1) Toelagen voorzien ter uitvoering van het beheerscontract gesloten tussen de Staat en bpost;2) Bijdrage van de Staat aan Belgacom tot dekking van de sociale voordelen toegekend in het kader van het plan PTS. PROGRAMMA 51/1 - SPOORWEGVERVOER 1) Toelagen voorzien ter uitvoering van de beheerscontracten gesloten tussen de Staat en de NV's van publiek recht Infrabel en NMBS;2) Belgische bijdrage in de uitgaven van het Centraal Bureau voor het Internationaal Vervoer per Spoorweg te Bern;3) Bijdrage tot dekking van kosten van NV van publiek recht HR Rail. PROGRAMMA 51/8 - INTERMODALITEIT Toelagen in verband met de promotie van gecombineerd en verspreid vervoer.
PROGRAMMA 52/1 - BIJDRAGEN AAN INTERNATIONALE ORGANISATIES 1) Aandeel van België in de exploitatiekosten van de meteorologische en veiligheidstations in de Noordatlantische oceaan;2) Belgische bijdragen aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), de Europese Commissie voor de Burgerluchtvaart (ECAC), FABEC (Functional Airspace Block Europe Central), het aandeel van België in de werkingskosten van ABIS. PROGRAMMA 52/2 - BELGOCONTROL Vergoeding van de kosten voor plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening op de Belgische luchthavens.
PROGRAMMA 53/2 - BIJDRAGEN AAN INTERNATIONALE ORGANISATIES 1) Memorandum van overeenstemming van Parijs houdende controle van de schepen door de havenstaat;2) Internationale Maritieme Organisatie (IMO);3) Patrouillediensten voor de waarneming van ijsbergen in de Noord-Atlantische Oceaan PROGRAMMA 55/2 - TOELAGEN SAMENWERKINGSAKKOORD Toelagen ter financiering van de initiatieven voorzien in het Samenwerkingsakkoord dd.15.09.1993 gesloten tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals het werd aangevuld door de opeenvolgende bijakten.
PROGRAMMA 56/7 - BIVV Subsidie aan de Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk (CVBA-VSO) VIAS Instituut.
PROGRAMMA 57/0 - PERMANENTE CEL BELAST MET HET BEHEER VAN DE AFZONDERLIJKE PERSONEELSFORMATIE VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Toelage aan de VZW Sociale Dienst van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Art. 2.33.3 De middelen van de rekening "sanering", komend van de rekening "sanering van de binnenvaart" van de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart, kunnen gebruikt worden, ten belope van het bedrag dat op de rekening beschikbaar is, voor de financiering van projecten ten voordele van de Belgische binnenvaart, conform het samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de verordening van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren.
De middelen van het Fonds voor de Binnenvaart, zoals bedoeld in art. 3, 1e lid van de Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren, met inbegrip van de latere wijzigingen, alsmede elke latere verordening ter vervanging van de voormelde die dezelfde materie behandelt, kunnen gebruikt worden voor het uitvoeren van maatregelen die op Europees vlak worden getroffen in overeenstemming met de bepalingen van de Verordening 718/1999. De middelen worden aangewend conform het samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de verordening van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren.
Art. 2.33.4 In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van de hierna vermelde organieke fondsen gedeeltelijk van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd : - deze van het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel (programma 55/2) ten belope van een bedrag van 143 000 EUR; - deze van het Fonds betreffende de werking van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (programma 22/5) ten belope van een bedrag van 215 000 EUR; - deze van het Fonds betreffende de werking van de veiligheidsinstantie van het spoor (programma 22/6) ten belope van een bedrag van 511 000 EUR; - deze van het Fonds betreffende de werking van het Onderzoeksorgaan van de Spoorwegongevallen (programma 22/1) ten belope van een bedrag van 37 000 EUR. Art. 2.33.5 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de vastleggingskredieten op volgende basisallocaties onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden : BA 33 22 40 11.00.16 en AB 33 22 40 12.21.48 Art. 2.33.6 In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat kan het hierna vermelde fonds in 2018 een maximale debetpositie vertonen : het fonds betreffende de werking van de Federale Onderzoeksinstantie voor Scheepvaartongevallen : 250.000 EUR. Sectie 44. - POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie Art. 2.44.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximum bedrag van 20 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van het departement, met het oog op de uitbetaling van de schuldvorderingen aangaande alle dienstkosten alsmede de vergoedingen en toelagen van alle aard die 1 000 EUR niet overschrijden.
Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 1 000 EUR bedragen.
De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortspruitend uit regelingen met vreemde landen, mag eveneens per geldvoorschot gebeuren, welke ook het bedrag ervan zij.
Art. 2.44.2 De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst zullen mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW "Sociale Dienst van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu".
Art. 2.44.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 55/1 - BESTAANSZEKERHEID Toelagen aan openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) met het oog op onderlinge samenwerking bij de uitvoering van hun opdrachten.
Toelagen aan OCMW's ter bevordering van de sociale, culturele en sportieve participatie van hun cliënten.
Toelagen aan OCMW's voor de kosten van maat-regelen, genomen in het kader van de strijd tegen de digitale kloof.
Toelagen aan OCMW's voor het toekennen van installatiepremies aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen maar geen aanspraak kunnen maken op het leefloon.
Toelagen aan OCMW's voor het verstrekken van beleidsmatig belangrijke gegevens in verband met het recht op maatschappelijke integratie en de financiële sociale steun.
Toelagen aan OCMW's voor de kosten die zij hebben bij het voorschieten van een huurwaarborg.
Toelagen aan verenigingen van OCMW's voor het bijstaan van de OCMW's bij het uitvoeren van hun opdrachten.
Toelagen ter aanmoediging van studiedagen, onderzoek, informatieverspreiding of integratieprojecten in verband met armoedebestrijding.
Toelagen aan de Platformen "Kinderen eerst" om OCWM's en verenigingen ertoe aan te zetten om een proactieve manier kinderarmoede te bestrijden.
Toelagen ter ondersteuning van initiatieven van sociale integratie van groepen in de samenleving die omwille van financiële, familiale of maatschappelijke omstandigheden niet volwaardig aan de samenleving deelnemen.
Toelagen aan particuliere organisaties voor de steun die zij verlenen aan bijzondere doelgroepen zoals gerepatrieerde Belgen en daklozen.
Toelagen aan het Steunpunt Armoedebestrijding, aan OCMW's, aan VZW's voor projecten in het kader van de strijd tegen de armoede.
Toelagen aan lokale machten, aan VZW's en aan OCMW's ter ondersteuning van projecten gericht op de maatschappelijke integratie en de sociale cohesie.
Toekenning van de jaarlijkse Prijs van de Armoedebestrijding aan een natuurlijk of rechtspersoon (een OCMW, een VZW, een privé-onderneming, ...).
PROGRAMMA 55/5 - GROOTSTEDENBELEID Toelagen aan lokale besturen in het kader van lokale initiatieven inzake sociale integratie, veiligheid, werkgelegenheid, de strijd tegen armoede en de verbetering van de levensomstandigheden.
Toelagen aan verenigingen in het kader van stadsontwikkeling en sociale cohesie.
Toelagen aan OCMW's voor de extra werklast die de begeleiding van geregulariseerden met zich meebrengt.
Bijdragen aan Europese samenwerkingsverbanden.
Toelagen aan lokale overheden voor projecten in het kader van de stadspreventie met het oog op de strijd tegen onveiligheid.
Art. 2.44.4 De in de voorgaande jaren aan de OCMW's teveel uitgekeerde bedragen in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, en de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, kunnen voor het begrotingsjaar 2018 verrekend worden als voorschotten voor het lopende jaar.
Art. 2.44.5 Het beschikbare saldo van de vorige jaren in het kader van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, en van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, mag worden gebruikt om de uitgaven inherent aan het lopende begrotingsjaar te dekken.
Het beschikbare saldo van de vorige jaren in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, mag worden gebruikt om de uitgaven inherent aan het lopende begrotingsjaar te dekken.
Art. 2.44.6 § 1. Een vastleggingsmachtiging wordt verleend met betrekking tot de hierna vermelde organieke fonds en tot beloop van het vermelde bedrag : Fonds voor Europese Steun aan de Meest behoeftigen (56/6) : 10 814 000 EUR. Elke vastlegging aan te gaan krachtens dit artikel wordt onderworpen aan het visum van de controleur van de vastleggingen. § 2. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt volgend organiek fonds gemachtigd een debetpositie in vereffening te vertonen, die de vermelde bedrag niet mag overschrijden : Fonds voor Europese Steun aan de Meest Behoeftigen (programma 56/6, activiteiten 1 en 2) : 10 064 000 EUR. Art. 2.44.7 § 1. In afwijking van artikel 52, lid 1, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en in afwijking van artikel 1-01-3 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocatie 44.55.1.1.41.40.01 "Steunpunt Armoedebestrijding" herverdeeld worden naar de vastleggingskredieten van de basisallocaties onder programma 57/1. § 2. In afwijking van artikel 52, lid 1, 2° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en in afwijking van artikel 1-01-3 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds, van de basisallocaties van het programma 57/1 niet herverdeeld worden vanuit dit programma naar andere programma's van deze sectie.
Art. 2.44.8 De verrichtingen, waarbij de POD Maatschappelijke Integratie en armoedebestrijding in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 23 augustus 2014 tot uitvoering van artikel 54 § 1, tiende lid van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten als technische en administratieve operator optreedt, worden aangerekend op balansrekeningen 447340, 447341, 447342, 447346.
Ten einde de controle op de beschikbaarheid van de middelen te waarborgen in uitvoering van het vermelde Koninklijk Besluit kunnen volgende tussenrekeningen gebruikt worden : 4487012632, 4487012733, 4487012834 en 4487013238.
Sectie 46. - POD Wetenschapsbeleid Art. 2.46.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat mogen voorschotten verleend worden tot een maximumbedrag van 5.500 EUR aan de rekenplichtigen van de POD Wetenschapsbeleid en aan de rekenplichtigen van de instellingen die ervan afhangen.
Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen van de POD schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 5.500 EUR. Het eventuele saldo van deze voorschotten op 31 december 2018 mag gebruikt worden voor de uitgaven van het jaar 2019.
Art. 2.46.2 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen opeenvolgende voorschotten van ten hoogste 2.500 EUR toegestaan worden aan de rekenplichtige die belast is met de vereffening van de hulpgelden en toelagen van sociale aard.
Art. 2.46.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, kunnen de volgende toelagen toegekend worden : PROGRAMMA 21/0 - LEIDING EN BEHEER Toelage aan de sociale dienst van de POD Wetenschapsbeleid.
PROGRAMMA 60/1 - ONDERZOEK EN ONTWIKKELING OP NATIONAAL VLAK 1. Financiering van de programma's regeringsinitiatieven voor 0&0 op nationaal vlak.2. Financiering van de interuniversitaire attractiepolen.3. Financiering van studies, onderzoek en opdrachten voor derden.4. Financiering van het beheer, van de werking en van het onderhoud, alsook van wetenschappelijke projecten verbonden aan de Belgische basis in Antarctica.5. Toelagen aan de Academia Belgica te Rome en aan het Belgisch Historisch Instituut te Rome.6. Toelage aan het patrimonium van de Academie voor Overzeese Wetenschappen.7. Toelage aan de nationale Commissies die onder de gezamenlijke auspiciën geplaatst zijn van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België en de Academie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique.8. Toelage bestemd voor de aanwerving van bijkomende onderzoekers in de universiteiten en de federale wetenschappelijke instellingen in het kader van de maatregelen voor de ondersteuning van het onderzoeksbeleid dat deel uitmaakt van het meerjarenplan voor de werkgelegenheid.9. Dekken van de O & O-uitgaven van de vliegtuigen in het kader van Airbus.10. Financiering van de wetenschappelijke ondersteuning van het federale drugsbeleid.11. Financiering van het programma voor de terugkeer van het Belgisch wetenschappelijke kunnen.12. Toelage aan het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) voor het project MYRRHA. PROGRAMMA 60/2 - ONDERZOEK EN ONTWIKKELING OP INTERNATIONAAL VLAK 1. Financiering van de programma's regeringsinitiatieven voor 0 & 0 op internationaal vlak.2. Belgische deelname aan de activiteiten van het Europees Ruimtevaart Agentschap.3. Belgische deelname aan de bilaterale of multilaterale ruimtevaartprojecten (buiten ESA).4. Bijdrage aan het "Centre de tests en essais optiques du Centre Spatial de Liège » (CSL) 5.Toelagen aan de intergouvernementele organisaties voor onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. 6. Toelagen aan de internationale organisaties, groeperingen en centra voor onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening.7. Toelage aan de vzw "The Royal Academies of Sciences and the Arts of Belgium" voor het financieren van de bijdragen aan onder andere de hieronder vermelde internationale organisaties en de internationale comités die verbonden zijn aan de Koninklijke Academie van België en de "Académie royale de Belgique" en de nationale commissies die eraan verbonden zijn : 8.Toelage aan het Eureka-Secretariaat 9. Toelage aan het Instituut von Karman. PROGRAMMA 60/3 - FEDERALE WETENSCHAPPELIJKE INSTELLINGEN EN DAARMEE GELIJKGESTELDE INRICHTINGEN 1. Financiering van de O & O-acties van de federale wetenschappelijke instellingen.2. Steunmaatregelen ten voordele van de federale wetenschappelijke instellingen - bijkomende dotatie.3. Toelage aan het Internationaal studiecentrum voor het behoud en de restauratie van cultuurgoederen (ICCROM).4. Toelage aan het Koninklijk Filmarchief. PROGRAMMA 60/4 - ONDERWIJS-VORMING; EDUCATIEVE ACTIVITEITEN 1. Toelage aan de Stichting Biermans-Lapôtre (Parijs).2. Toelagen aan de Universitaire Stichting.3. Toelage aan de "Belgian-American Educational Foundation". PROGRAMMA 61/1 - GEMEENSCHAPPELIJKE CULTURELE ACTIVITEITEN 1. Toelage aan de Federatie van de Vrienden van de Belgische Musea en andere verenigingen voor culturele ondersteuning. 2. Toelage aan de concertverenigingen die voldoen aan de criteria vastgesteld door het K.B. van 20 januari 1956 tot regeling van de toelagen aan de concertverenigingen. 3. Toelage aan de Muziekkapel "Koningin Elisabeth".4. Internationale wedstrijd Koningin Elisabeth - Prijs van de Regering.5. Kosten met betrekking tot de promotie van de muziek.6. Financiering van de bibliotheek van het Koninklijk Muziekconservatorium.7. Toelage aan de "Fundation Europalia International". PROGRAMMA 61/2 - BUITENLANDSE BETREKKINGEN 1. Toelagen aan internationale instellingen voor de Jeugd.2. Belgische bijdrage aan de financiering van de "Commission for Educational Exchanges USA, Belgium, Luxemburg".3. Toelage aan het Secretariaat Internationale Federatie der verenigingen "Jeugd en Muziek". Art. 2.46.4 De vastleggingskredieten, bestemd voor de hierna vermelde uitgaven, vereisen een voorafgaande goedkeuring van de Ministerraad : - regeringsinitiatieven voor 0&0 op nationaal vlak (programma 60/1); - dekken van de O & O-uitgaven van de vliegtuigen van de Airbus-groep (programma 60/1); - Belgische deelname aan de bilaterale of multilaterale ruimtevaartprojecten buiten ESA (programma 60/2).
Art. 2.46.5 De minister van Wetenschapsbeleid is, overeenkomstig de eenparige verbintenissen van de lidstaten van het Europees Ruimtevaartagentschap, gemachtigd af te zien van het invorderen van de nationale rechten en belastingen die toepasselijk zijn op de prijs van werken en leveringen uitgevoerd in België voor die organisatie en waarvan de betaling in nationale munt of in euro ten laste van zijn begroting werd voorgeschoten; hij is eveneens gemachtigd aan die organisatie, ter aanvulling van de Belgische bijdrage, het bedrag terug te betalen van de nationale rechten en belastingen die voornoemd Agentschap eventueel voor dergelijke werken of leveringen heeft betaald in nationale munt of in euro.
Art. 2.46.6 In afwijking van artikel 52, eerste lid. 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en van artikel 1-01-3 § 2 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 21.01.11.00.03 en 21.01.11.00.04 door middel van herverdelingen van basisallocaties, overgedragen worden naar de basisallocatie 21.01.11.00.10 Art. 2.46.7 In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2013 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, volstaat het gunstig advies van de Inspectie van Financiën opdat de bevoegde minister, of zijn gedelegeerde, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de volgende basisallocaties onder en uitsluitend onder elkaar zouden kunnen herverdelen : - Basisallocatie 60.11.45.00.51 met de basisallocaties 46.60.11.41.30.51,46.60.11.12.11.17 en 60.11.12.11.18; - Basisallocatie 60.21.45.00.57 met de basisallocaties 60.21.41.30.57 en 60.21.12.11.19; - Basisallocatie 60.22.45.00.21 met de basisallocaties 60.22.41.30.21 en 60.22.12.11.21.
Sectie 51. - Rijksschuld Art. 2.51.1 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en van artikel 1-01-3, § 3 van deze wet, mogen op verzoek van de minister van Financiën en met akkoord van de minister van Begroting, alle vastleggingskredieten ingeschreven op deze sectie van de begroting onderling herverdeeld worden.
Art. 2.51.2 In afwijking van de artikels 19, § 1 en 20, § 1 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, 1. wordt de Minister van Financiën ertoe gemachtigd om : § 1 de intrestontvangsten die voortkomen uit de beheersverrichtingen van de overheidsschuld, afgesloten met een looptijd van ten hoogste één jaar, alsook de intrestontvangsten die voortkomen uit negatieve marktrentevoeten, in mindering te brengen van de intrestkredieten van de sectie "Rijksschuld" van de Algemene Uitgavenbegroting. § 2 de kapitaalontvangsten of -uitgaven die afkomstig zijn van afgeleide financiële producten, verbonden met de vervaldagen van terugbetalingen van leningen, respectievelijk in mindering te brengen of ten laste te leggen van de aflossingskredieten van de sectie "Rijksschuld" van de Algemene Uitgavenbegroting. § 3 de kapitaalontvangsten of -uitgaven die afkomstig zijn van afgeleide financiële producten, verbonden met de uitgiften van leningen, respectievelijk toe te voegen aan of in mindering te brengen van de ontvangsten van titel III - opbrengst van leningen - van de Middelenbegroting; § 4 in het geval van opties op de rentevoet van het type "collar", de premies met betrekking tot de aankoop van "cap" opties in mindering te brengen van de premies met betrekking tot de verkoop van "floor" opties wanneer de aankoop en de verkoop gelijktijdig gebeuren en de aankoop- en verkooppremies elkaar op het ogenblik van de transactie wederzijds opheffen en geen aanleiding geven tot een betaling. 2. Worden de uitgaven, die geboekt worden op de sectie "Rijksschuld" van de Algemene Uitgavenbegroting, gelijktijdig ten laste gelegd van de vastleggingskredieten en van de vereffeningskredieten van het begrotingsjaar waarin deze uitgaven worden vereffend.3. Worden niet ten laste van de begroting gelegd : - de bedragen in hoofdsom van de uitgiften en terugbetalingen van leningen, die worden uitgegeven met een looptijd van ten hoogste één jaar; - de bedragen in hoofdsom van de financiële beheersverrichtingen bedoeld in artikel 9, § 3 van de Middelenbegroting, die worden aangegaan met een looptijd van ten hoogste één jaar; - de bedragen in hoofdsom van de kredieten met een looptijd van ten hoogste één jaar, die worden toegekend door de Schatkist.
Sectie 52. - Financiering van de Europese Unie Art. 2.52.1 De minister van Financiën kan voorschotten toestaan voor de dringende betalingen, die voortvloeien uit de verplichtingen van België op het Europees vlak, en die verricht worden door de diensten van de Thesaurie belast met de Europese en internationale financiële vragen.
HOOFDSTUK 3. - Raming van de middelen van de organieke begrotingsfondsen Art. 3-01-1 De middelen van de organieke begrotingsfondsen worden geraamd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel.
HOOFDSTUK 4. - Terugbetalings- en toewijzingsfondsen Art. 4-01-1 De verrichtingen op de terugbetalings- en toewijzingsfondsen tijdens het begrotingsjaar 2018 worden geraamd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel.
Art. 4-01-2 De wijze van beschikking over het tegoed van elk der fondsen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabellen, wordt aangeduid naast het nummer van het artikel dat betrekking heeft op elk dezer : - de fondsen en rekeningen waarop door tussen-komst van de minister van Financiën wordt beschikt, worden aangeduid door de letter B; - de fondsen en rekeningen waarop rechtstreeks wordt beschikt door de rekenplichtigen die de ontvangsten hebben gedaan, worden door de letter C aangeduid.
HOOFDSTUK 5. - Administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie Art. 5-01-1 De begrotingen van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het begrotingsjaar 2018 worden goedgekeurd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabellen.
Art. 5-01-2 De wijze van betaling van de uitgaven van elk van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie vermeld in de bij deze wet gevoegde tabellen, wordt aangeduid naast het nummer van het artikel dat betrekking heeft op elk van hen : - de diensten waarvan de uitgaven gedaan worden door tussenkomst van de minister van Financiën worden aangeduid door de letter B; - de diensten waarvan de uitgaven rechtstreeks worden gedaan door de rekenplichtigen die de ontvangsten hebben gedaan, worden door de letter C aangeduid.
Art. 5-01-3 Artikel 19, § 3, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat is in het begrotingsjaar 2018 niet van toepassing voor de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie.
HOOFDSTUK 6. - Administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer Art. 6-01-1 De begrotingen van de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer van het begrotingsjaar 2018 worden goedgekeurd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabellen.
Art. 6-01-2 Artikel 19, § 3, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat is in het begrotingsjaar 2018 niet van toepassing voor de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer.
Kondingen deze wet af, beleven dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Begroting, S. WILMES Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS. _______ Nota (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54-2690- 2017/2018 Integraal verslag : 13 en 14 december 2017
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld