gepubliceerd op 13 maart 2002
Wet tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen
5 MAART 2002. - Wet tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° werknemers : de personen die, krachtens een overeenkomst, arbeidsprestaties verrichten tegen loon en onder het gezag van een ander persoon;2° ter beschikking gestelde werknemers : de onder 1° genoemde personen die een arbeidsprestatie verrichten in België en die hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België;3° werkgevers : de natuurlijke of rechtspersonen die de onder 2° genoemde werknemers tewerkstellen Art.3. § 1. Deze wet is van toepassing op de werkgevers en op de ter beschikking gestelde werknemers. § 2. De Koning kan de toepassing van deze wet geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot andere personen die arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van een ander persoon.
Art. 4.Deze wet is niet van toepassing op het varend personeel van de koopvaardij en op hun werkgevers. HOOFDSTUK II. - Toepasselijke regels in geval van terbeschikkingstelling van werknemers in België
Art. 5.§ 1. De werkgever die in België een ter beschikking gestelde werknemer tewerkstelt, is ertoe gehouden, voor de arbeidsprestaties die er worden verricht, de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden na te leven die bepaald worden door wettelijke, bestuursrechtelijke of conventionele bepalingen die strafrechtelijk beteugeld worden.
Onder loonvoorwaarden wordt verstaan de lonen, voordelen en vergoedingen die verschuldigd zijn krachtens door de Koning overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, met uitzondering van de bijdragen aan aanvullende bedrijfspensioenregelingen. De toeslagen die rechtstreeks verbonden zijn aan de terbeschikkingstelling worden beschouwd als deel uitmakend van de loonvoorwaarden, voor zover deze niet uitgekeerd worden als vergoeding van daadwerkelijk in verband met de terbeschikkingstelling gemaakte onkosten, zoals reiskosten, verblijfskosten en kosten voor voeding. § 2. De Koning kan andere bepalingen betreffende de arbeids-, loons- en tewerkstellingsvoorwaarden vaststellen dan die welke onder § 1, eerste lid bedoeld worden, voor zover het gaat om bepalingen van openbare orde.
Art. 6.§ 1. In geval van werkzaamheden met het oog op de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, die noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van het geleverde goed en uitgevoerd worden door gekwalificeerde en/of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, is artikel 5 niet van toepassing, voor wat de loonvoorwaarden en de reglementering inzake jaarlijkse vakantie betreft, wanneer de duur van de bedoelde werken niet meer dan acht dagen bedraagt. § 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing op de door de Koning bepaalde activiteiten in de bouwsector.
Art. 7.De bepalingen van deze wet vormen geen beletsel voor de toepassing van arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden die gunstiger zijn voor de ter beschikking gestelde werknemers.
Art. 8.De werkgever die voldoet aan de voorwaarden bedoeld bij artikel 6ter, § 2, van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten is, gedurende de door de Koning krachtens die paragraaf bepaalde periode, niet gehouden tot het opstellen van : 1° het arbeidsreglement bedoeld bij artikel 4 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen;2° de afrekening bedoeld bij artikel 15 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;3° het geschrift bedoeld bij artikel 123 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 4° het geschrift bedoeld bij artikel 119.4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 5° de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling door de Koning bepaald krachtens artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voor zover de werkgever niet onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheidsregelingen. Onder dezelfde voorwaarden is hij er niet toe gehouden de bepalingen opgenomen onder Titel II, Hoofdstuk IV, afdeling 2, van de programmawet van 22 december 1989 na te leven. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen
Art. 9.In het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten wordt een Hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidend als volgt : « Hoofdstuk IIbis. Bijzondere reglementering voor werkgevers die in België werknemers ter beschikking stellen.
Art. 6ter.§ 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder werkgevers verstaan de werkgevers, in de zin van artikel 1 van dit besluit, die op het Belgisch grondgebied werknemers in de zin van artikel 1 tewerkstellen die hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België. § 2. De werkgevers worden, gedurende een door de Koning bepaalde periode, vrijgesteld van het opstellen en bijhouden van de sociale documenten bepaald bij of krachtens hoofdstuk II van dit besluit voor zover : 1° zij, voorafgaand aan de tewerkstelling van de in § 1 bedoelde werknemers, een verklaring van terbeschikkingstelling, opgesteld overeenkomstig artikel 6quater, overzenden aan de door de Koning aangewezen ambtenaren, volgens de nadere regelen die Hij bepaalt, 2° en zij, gedurende de in § 1 bedoelde tewerkstellingsperiode, een afschrift van de documenten welke door de wetgeving van het land waar de werkgever gevestigd is voorzien zijn en welke vergelijkbaar zijn met de individuele rekening bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit of met de afrekening bedoeld bij artikel 15 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, ter beschikking houden van diezelfde ambtenaren.
Art. 6quater.De Koning bepaalt de gegevens die in de verklaring van terbeschikkingstelling bedoeld in artikel 6ter, § 2, 1°, moeten worden opgenomen.
Art. 6quinquies.§ 1. De Koning bepaalt de plaats waar de afschriften van de in artikel 6ter, § 2, 2°, bedoelde vergelijkbare documenten bewaard moeten worden gedurende de tewerkstellingsperiode bedoeld in artikel 6ter, § 1, alsook de overige nadere regelen inzake het bijhouden van deze documenten. Na afloop van de tewerkstellingsperiode bedoeld in artikel 6ter, § 1, zijn de werkgevers ertoe gehouden de afschriften van de in artikel 6ter, § 2, 2°, bedoelde vergelijkbare documenten over te zenden aan de door de Koning aangewezen ambtenaren volgens de door Hem bepaalde nadere regelen. § 2. Wanneer de werkgevers de in artikel 6ter, § 2, 2°, bedoelde vergelijkbare documenten niet bijhouden overeenkomstig dat artikel en overeenkomstig § 1 van dit artikel, zijn zij ertoe gehouden de individuele rekening bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit en de afrekening bedoeld in artikel 15 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers op te stellen en bij te houden.
Art. 6sexies.Na afloop van de door de Koning krachtens artikel 6ter, § 2, bepaalde periode zijn de werkgevers verplicht de bij of krachtens hoofdstuk II bepaalde sociale documenten op te stellen en bij te houden. » HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding
Art. 10.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar de parlementaire werkzaamheden. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken : Doc 50 1444 - 2001/2002 : 001 : Wetsontwerp. - 002 : Verslag. - 003 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal verslag : 5 en 6 december 2001.
Senaat.
Stukken : 2 - 977 - 2001/2002 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat . - Nr. 2 : Amendementen. - Nr. 3 : Verslag namens de commissie. - Nr. 4 : Tekst verbeterd door de commissie. - Nr. 5 : Amendementen ingediend na de goedkeuring van het verslag. - Nr. 6 : Beslissing om niet te amenderen.
Handelingen van de Senaat : 28 februari 2002.