Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 mei 2020
gepubliceerd op 18 mei 2020

Wet ter bestrijding van de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2020041233
pub.
18/05/2020
prom.
04/05/2020
ELI
eli/wet/2020/05/04/2020041233/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

4 MEI 2020. - Wet ter bestrijding van de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Hoofdstuk 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Hoofdstuk 2. - Wijziging van het Wetboek van strafvordering

Art. 2.In artikel 39bis, § 6, zesde lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 28 november 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2000 pub. 03/02/2001 numac 2001009035 bron ministerie van justitie Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit type wet prom. 28/11/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009048 bron ministerie van justitie Wet betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen sluiten en vervangen bij de wet van 25 december 2016, worden tussen het woord "140bis" en de woorden "of 383bis, § 1, van het Strafwetboek" de woorden ", 371/1, § 1, 2°, 371/2" ingevoegd.

Hoofdstuk 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek

Art. 3.In artikel 34quater van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 26 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009525 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank type wet prom. 26/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007009536 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019, worden in het enig lid, in de bepaling onder 3°, de woorden "de artikelen 371/1, tweede en derde lid," vervangen door de woorden "de artikelen 371/1, § 3, en 371/2".

Art. 4.In boek II, titel VII, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van hoofdstuk V, vervangen bij de wet van 1 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft sluiten, vervangen als volgt: "Voyeurisme, niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting".

Art. 5.Artikel 371/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 1 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 371/1.§ 1. Met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar wordt gestraft hij die: 1° een persoon observeert of doet observeren of van hem een beeld- of geluidsopname maakt of doet maken: - rechtstreeks of door middel van een technisch of ander hulpmiddel; - zonder de toestemming van die persoon of buiten zijn medeweten; - terwijl hij ontbloot is of een expliciete seksuele daad stelt, en; - terwijl hij zich in omstandigheden bevindt, waar hij in redelijkheid kan verwachten dat zijn persoonlijke levenssfeer niet zal worden geschonden; 2° beelden of een beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt, zonder diens toestemming of buiten diens medeweten toont, toegankelijk maakt of verspreidt, ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan. § 2. Er is sprake van de in paragraaf 1 bedoelde misdrijven zodra er begin van uitvoering is. § 3. Worden deze feiten gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, dan wordt de schuldige gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.

Is de minderjarige geen volle zestien jaar oud, dan is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar. § 4. Voor de in paragraaf 1, 2°, beoogde feiten die worden gepleegd op de persoon van een minderjarige, geldt een onweerlegbaar vermoeden van gebrek aan instemming.".

Art. 6.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 371/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 371/2.Met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van tweehonderd euro tot tienduizend euro wordt gestraft hij die feiten als bedoeld in artikel 371/1, § 1, 2°, heeft gepleegd met kwaadwillig opzet of uit winstbejag.

In de gevallen bedoeld in artikel 371/1, § 3, wordt de daarin bepaalde opsluitingsstraf toegepast en aangevuld met de geldboete bedoeld in het eerste lid.".

Art. 7.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 371/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 371/3.Wordt gestraft met geldboete van tweehonderd euro tot vijftienduizend euro, eenieder die weigert technische medewerking te verlenen: 1° aan de mondelinge of schriftelijke bevelen die de procureur des Konings uitvaardigt overeenkomstig artikel 39bis, § 6, zesde lid, van het Wetboek van strafvordering, binnen de termijnen en volgens de voorwaarden die worden aangegeven in die vorderingen; 2° aan de uitvoering van de beslissing die is vervat in de beschikking van de rechtbank van eerste aanleg, als bedoeld in artikel 584, vijfde lid, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek, binnen de termijnen en volgens de voorwaarden die in die beschikking zijn bepaald.".

Art. 8.In artikel 377 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 26 november 2011 en 1 februari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, tweede lid," vervangen door de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, § 3, eerste lid,";2° in het derde lid worden de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, eerste lid" vervangen door de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, § 1";3° in het vierde lid worden de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, derde lid," vervangen door de woorden "In de gevallen van artikel 371/1, § 3, tweede lid,". Hoofdstuk 4. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 9.In artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 31/08/2018 numac 2018013415 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt met het oog op het aanpassen van het wettelijk kader voor de strategische reserve type wet prom. 30/07/2018 pub. 23/11/2018 numac 2018032160 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende een uitreisverbod, de aflevering, ongeldigverklaring en intrekking van reisdocumenten en identiteitsdocumenten voor niet-ontvoogde minderjarigen type wet prom. 30/07/2018 pub. 31/08/2018 numac 2018013455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's met het oog op het verbeteren van de samenhang van de tekst en de overeenstemming ervan met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (1) sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vijfde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° in geval van niet-consensuele verspreiding van beelden of opnames bedoeld in de artikelen 371/1, § 1, 2°, en 371/2 van het Strafwetboek, en op verzoek van de persoon die op de beelden of de opname voorkomt of van zijn wettelijke vertegenwoordiger of van zijn rechtsopvolgers, bevelen dat de verspreider of elke als tussenpersoon optredende dienstverlener die een activiteit uitoefent als bedoeld in de artikelen XII.17 of XII.19 van het Wetboek van economisch recht, alle passende middelen aanwendt om de beelden onmiddellijk weg te halen of ontoegankelijk te maken, uiterlijk binnen zes uur na de betekening van de beschikking."; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de verzoeken bedoeld in het vijfde lid, in de bepaling onder 7°, geldt een vermoeden van volstrekte noodzakelijkheid en wordt elke verspreiding geacht niet-consensueel te zijn tot het bewijs van het tegendeel is geleverd, onverminderd artikel 371/1, § 4, van het Strafwetboek.".

Hoofdstuk 5. - Wijziging van de wet van 16 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002013438 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Art. 10.In artikel 4, eerste lid, van de wet van 16 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002013438 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, gewijzigd bij de wetten van 10 mei 2007 en 18 december 2015, wordt een bepaling onder 6° /1 ingevoegd, luidende: "6° /1. in rechte op te treden voor elk misdrijf bedoeld in de artikelen 371/1 en 371/2 van het Strafwetboek, met toestemming van het slachtoffer of van zijn rechtsopvolgers;".

Hoofdstuk 6. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten

Art. 11.In artikel 25 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2017 pub. 22/01/2018 numac 2017014398 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet wijziging van de wet van 11 februari 2013 houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar type wet prom. 21/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014397 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen type wet prom. 21/12/2017 pub. 11/01/2018 numac 2017032186 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de invoering van een beveiligingsperiode en tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis voor wat de onmiddellijke aanhouding betreft sluiten, worden in paragraaf 2, d, eerste streepje, de woorden "371/1, 372" vervangen door de woorden "371/1, 371/2, 372".

Art. 12.In artikel 26 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2017 pub. 22/01/2018 numac 2017014398 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet wijziging van de wet van 11 februari 2013 houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar type wet prom. 21/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014397 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen type wet prom. 21/12/2017 pub. 11/01/2018 numac 2017032186 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de invoering van een beveiligingsperiode en tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis voor wat de onmiddellijke aanhouding betreft sluiten, worden in paragraaf 2, d, eerste streepje, de woorden "371/1, 372" vervangen door de woorden "371/1, 371/2, 372".

Art. 13.In artikel 95/7 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009525 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank type wet prom. 26/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007009536 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016, worden in paragraaf 2, derde lid, de woorden "371/1, 372" vervangen door de woorden "371/1, 371/2, 372".

Hoofdstuk 7. - Inwerkingtreding

Art. 14.Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 juli 2020.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister belast met Gelijke Kansen, N. MUYLLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1)Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: 55 101 Integraal verslag: 16 april 2020

^