Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2019
gepubliceerd op 18 juni 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2019041155
pub.
18/06/2019
prom.
22/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/22/2019041155/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 14, § 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 november 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 november 2018;

Gelet op het advies nr. 65.709/1 van de Raad van State, gegeven op 12 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en de Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 28, § 6, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari 1980 en 20 juli 2006, worden de woorden "30bis tweede lid" vervangen door de woorden "30bis, § 1, tweede lid en § 2, vierde en vijfde lid".

Art. 2.Artikel 30bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 1977 en vervangen bij het koninklijk besluit van 23 januari 1980 en waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. In afwijking van artikel 28, § 8, kunnen de periodes van ziekte of invaliditeit vanaf ten vroegste het kalenderkwartaal in de loop waarvan de belanghebbende de pensioenleeftijd heeft bereikt, met periodes van beroepsbezigheid worden gelijkgesteld, op voorwaarde dat het gaat om een periode van primaire ongeschiktheid die wordt vergoed op grond van artikel 26, tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit van 20 juli 1971.

In het in het eerste lid bedoelde geval is de maximale duur van de gelijkstelling beperkt tot twee opeenvolgende kalenderkwartalen.

In het in het eerste lid bedoelde geval is het derde lid van artikel 28, § 2, niet van toepassing.

Wanneer aan de in het eerste lid bedoelde vergoeding een einde wordt gesteld, dan houdt de gelijkstelling op de laatste dag van het kalenderkwartaal in de loop waarvan zich de datum bevindt waarop aan die vergoeding een einde wordt gesteld, behalve: 1° wanneer die datum de eerste dag is van een kalenderkwartaal;2° wanneer de betrokkene een beroepsbezigheid als zelfstandige heeft hernomen. In de gevallen bedoeld in 1° en 2° van het vorige lid, neemt de gelijkstelling een einde de laatste dag van het voorgaand kalenderkwartaal.".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop artikel 26, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten in werking treedt.

Art. 4.De minister bevoegd voor Pensioenen en de Minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, D. DUCARME De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE

^