Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 februari 2024
gepubliceerd op 30 mei 2024

Decreet betreffende de bedrijfsveiligheid van de stuwdammen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024004962
pub.
30/05/2024
prom.
22/02/2024
ELI
eli/decreet/2024/02/22/2024004962/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2024. - Decreet betreffende de bedrijfsveiligheid van de stuwdammen (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen


Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: 1° Minister: de Minister bevoegd voor infrastructuren;2° "CBGB": het Belgisch Comité voor de Grote Stuwdammen, opgericht bij het ministerieel besluit van 5 februari 1929 tot oprichting van een Belgisch Comité voor de Grote Stuwdammen;3° IGBC: het Internationaal Comité voor Grote Dammen, opgericht in 1928 als niet-gouvernementele organisatie;4° stuwdammen: constructies die infrastructuur en uitrusting omvatten die ontworpen zijn om een waterlichaam op te hogen of water op te slaan voor één doel of in combinatie met andere doeleinden, zoals rivierregulering, overstromingsbeheer of ondersteuning bij laagwater, opwekking van hydro-elektrische energie, opslag van een waterreserve voor drinkwatervoorziening, brandbestrijding of vrijetijdsactiviteiten op waterlichamen;5° de stuwmeerreserve: het nuttige reservevolume tussen het momentane meerpeil en het maximale meerpeil dat niet mag worden overschreden. Deze capaciteit komt overeen met het beschikbare volume dat de stuwdam vormt om als buffer te dienen tijdens een overstroming; 6° de eigenaar van de grond: de persoon die eigenaar is van de grond of het geografische gebied waarop de stuwdam en de reserve ervan zijn gebouwd;7° de exploitant van de stuwdam : elke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke persoon die door middel van een eenzijdige rechtshandeling, een overeenkomst of een concessiecontract of een beheerscontract, het beheer uitoefent over de structuur, de uitrusting ervan en het niveau van de waterreserve die door de stuwdam wordt vastgehouden, om de veiligheid van de structuur te verzekeren of om een al dan niet lucratieve economische activiteit toe te laten, uit het gebruik of de transformatie van water uit het meer van een stuwdam;8° de exploitant van andere waterinnamepijpen en andere installaties : iedere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke persoon, niet zijnde de exploitant van de stuwdam, die door middel van een overeenkomst of een concessieovereenkomst of een beheersovereenkomst eigenaar of exploitant is van een installatie voor de opwekking van hydro-elektrische energie of van een installatie voor de onttrekking van water die zich, althans gedeeltelijk, binnen het stuwmeerlichaam bevindt, of deelneemt aan de hydraulische teruggave, met het oog op de productie van drinkwater of enig ander gebruik;9° de externe keuringsinstelling voor stuwdammen: de overeenkomstig artikel 11, tweede lid, erkende onderneming;10° externe controle van stuwdammen: alle opdrachten voorzien in dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, uitgevoerd onder toezicht van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse veiligheidsautoriteit voor stuwdammen, met als doel na te gaan of de risico's verbonden aan de exploitatie van stuwdammen doeltreffend en met voldoende zorg en toewijding worden beheerd, teneinde de veiligheid van de werknemers en de bevolking te garanderen; 11° onderneming: de onderneming zoals bedoeld in artikel I.1., 1°, van het Wetboek van economisch recht; 12° TRD: het technisch referentiedossier, het brondossier voor de werkzaamheden, opgesteld door de exploitant en voorgelegd aan de externe keuringsinstelling of, in voorkomend geval, opgesteld door de externe keuringsinstelling op basis van de door de exploitant verstrekte informatie.Alle documenten met betrekking tot het bouwwerk zijn hierin samengebracht, zodat een zo volledig mogelijke kennis wordt verkregen van de precieze configuratie, de funderingen, de bijgebouwen, de hydrologische, geomorfologische en geologische omgeving, de werking en de gebeurtenissen die zich sinds de ingebruikname hebben voorgedaan; 13° het monitoringsverslag: het verslag opgesteld door de exploitant van het stuwmeer of de exploitant van andere waterinnamepijpen en andere installaties, dat alle interne controledocumenten bevat die door de exploitant zijn opgesteld en dat de resultaten bevat van controles van de uitrusting van het stuwmeer, visuele controles en metingen sinds het vorige monitoringsverslag werd opgesteld;14° auscultatierapport: het periodieke samenvattende document dat continu of periodiek door de externe controle-instantie wordt opgesteld en dat de resultaten van de metingen en de globale of gedeeltelijke gedragsanalyse van de stuwdam weergeeft.Het is gebaseerd op de analyse van metingen door instrumentatie die specifiek is voor elk stuwmeer; 15° het inspectierapport: een gedetailleerd document dat bij elke periodieke inspectie van de stuwdam door de externe inspectie-instelling wordt opgesteld, met inbegrip van de resultaten van de visuele inspectie van de toestand van de structuren, meet- en behandelingsapparatuur;16° de uitzonderlijke situatie: de situatie waarin de gemeentelijke, provinciale of federale fase respectievelijk afgekondigd wordt door de bevoegde overheid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202639 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 128 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en tot uitvoering van artikel 24, tweede lid van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 06/06/2019 numac 2019012875 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 3, tweede lid, van de wet van 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van studieperioden voor de berekening van het pensioen type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019041155 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen sluiten betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;17° intern noodplan (INP): de situatie waarin de gemeentelijke, provinciale of federale fase respectievelijk afgekondigd wordt door de bevoegde overheid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202639 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 128 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en tot uitvoering van artikel 24, tweede lid van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 06/06/2019 numac 2019012875 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 3, tweede lid, van de wet van 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van studieperioden voor de berekening van het pensioen type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019041155 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen sluiten de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;18° stresstest: een oefening waarbij een of meer redelijkerwijs te voorziene risicosituaties worden gesimuleerd om te bestuderen en te beoordelen in hoeverre de stuwdam bestand is tegen dergelijke situaties.De stresstest wordt gebruikt om de feitelijke veiligheidstoestand van de stuwdam te bepalen en geeft een algemeen beeld van de situatie, zodat kan worden besloten of er corrigerende of wijzigende maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de stuwdam voldoende veilig is; 19° het stroomgebied: de geografische zone waarin het water van één riviersysteem wordt verzameld.Het wordt stroomopwaarts begrensd door de kruinlijn en stroomafwaarts door het uitlaatpunt; 20° afvoer: het terugvoeren van een grotere of kleinere hoeveelheid water [m3] naar de stroomafwaarts gelegen rivier, binnen een bepaald debietbereik [m3/s], als reactie op vereisten voor overstromingsbeheer of vereisten in verband met de veiligheid van de stuwdam ;21° turbining: het geforceerd terugvoeren van een hoeveelheid water van de stuwdam naar de rivier stroomafwaarts om elektriciteit op te wekken of om het waterpeil te handhaven of te verlagen;22° onderhoud: alle activiteiten die bedoeld zijn om een goed in een bepaalde staat of bedrijfsomstandigheden te houden of te herstellen om een vereiste functie uit te voeren;23° gewoon onderhoud: regelmatig, preventief onderhoud door het controleren van structuren of hun uitrusting, of correctief onderhoud door het oplossen van problemen en het vervangen van defecte onderdelen;24° buitengewoon onderhoud: de geplande vervanging van structuren, delen van structuren, uitrustingen of subeenheden, wanneer deze het einde van hun levensduur naderen of hebben bereikt, of na een gewenste upgrade om de functionaliteit te verbeteren of de werking te optimaliseren;25° technische voorschriften: technische specificaties met betrekking tot bedrijfsveiligheid, vastgesteld door de Regering, waarin de beginselen van processen, controles en conformiteitsbeoordelingsprocedures enz.zijn verwoord, evenals andere eisen die worden opgelegd ter bescherming van eigendommen, personen of het milieu; 26° technische richtlijnen: dringende technische specificaties in verband met de bedrijfsveiligheid, vastgesteld door de Minister;27° non-conformiteit: het in gebreke zijn met, de niet-uitvoering van of de niet-naleving van de vereisten van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, of met dan wel van de technische regels en richtlijnen inzake veiligheid, of de aanbevelingen van de externe keuringsinstelling;28° het alarmplan: het door de stuwdamexploitant opgestelde document waarin de regels voor het beheer van de alarmniveaus (specifieke gevarenniveaus voor stuwdammen) en de communicatie- en interventieketen worden gedefinieerd en vastgelegd;29° CORTEX : het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht van de Waalse Overheidsdienst Secretariaat-Generaal ; 30° de Directie Hydrologisch Beheer: de dienst bedoeld in artikel D.54 van het Waterwetboek. Afdeling 2. - Toepassingsgebied


Art. 2.§ 1. Dit decreet legt de regels voor bedrijfsveiligheid vast die moeten worden toegepast door exploitanten van stuwdammen of door exploitanten van andere waterinlaatpijpen en andere installaties, afhankelijk van de infrastructuur die zij beheren. Het is van toepassing op de hieronder beschreven stuwdammen en hun uitrustingen: 1° Klasse A: een stuwdam die voldoet aan de formule : H ? 20 en (H2 x V0,5) ? 1500;2° Klasse B: een stuwdam die geen deel uitmaakt van Klasse A en die voldoet aan de formule : H ? 10 en (H2 x V0,5) ? 200 In de formules waarnaar in lid 1 wordt verwezen is: H = de hoogte van de constructie, uitgedrukt in meters vanaf het laagste punt van de fundering tot aan de top; V = het referentievolume uitgedrukt in miljoenen kubieke meter. § 2. De Regering is gemachtigd om een lijst van stuwdammen op te stellen en voor elke stuwdam specifieke maatregelen te nemen om de vereisten inzake bedrijfsveiligheid aan te passen aan bijzondere omstandigheden. § 3. De Regering is gemachtigd om bouwwerken met kenmerken die gelijkwaardig zijn aan die van een stuwdam van klasse B of hoger, geheel of gedeeltelijk aan dit decreet te onderwerpen, teneinde de vereisten inzake bedrijfsveiligheid aan te passen aan specifieke omstandigheden. § 4. De Regering stelt een lijst op van de stroomgebieden voor de stuwdammen die onder dit decreet vallen.

HOOFDSTUK 2. - Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen en externe keuringsinstelling Afdeling 1. - Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen


Art. 3.§ 1. De Regering is de Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen. § 2. De Regering in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen : 1° is verantwoordelijk voor de naleving van alle aspecten van de bedrijfsveiligheid van de stuwdammen en neemt de nodige maatregelen om de naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan te verzekeren, met inbegrip van de regels en technische richtlijnen bedoeld in artikel 4;2° zendt jaarlijks langs elektronische weg aan het Waals Parlement een verslag over de stand van zaken met betrekking tot de veiligheid van de stuwdammen in het Waals Gewest;3° zendt een afschrift van het verslag bedoeld in 2° aan het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX).

Art. 4.De technische regels voor de bedrijfsveiligheid van stuwdammen worden aangenomen door de Regering, na advies van het in artikel 19 bedoelde sectorcomité.

De technische richtlijnen voor de bedrijfsveiligheid van stuwdammen worden vastgesteld door de Minister.

De in de leden 1 en 2 bedoelde technische voorschriftenrichtlijnen worden na overleg met de betrokken exploitanten vastgesteld, rekening houdend met de verschillende functies van de stuwmeren.

Art. 5.De Regering, in haar hoedanigheid van Waalse autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, beoordeelt de correcte uitvoering van de opdrachten van de externe keuringsinstelling die haar bij dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten is toevertrouwd. Zij gaat na of de externe keuringsinstelling voldoet aan de voorwaarde van onafhankelijkheid van de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties.

Het toezicht op de in lid 1 bedoelde externe keuringsopdrachten kan worden uitgeoefend door middel van audits in de gebouwen van de externe keuringsinstelling. Het horen van specialisten die deelnemen aan een externe keuringsopdracht vormt ook een controlemiddel voor de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen.

Art. 6.§ 1. De Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, gaat na of de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties rekening houdt met de aanbevelingen in de rapporten van de externe keuringsinstelling om de constructie in overeenstemming te brengen met de voorschriften. § 2. In geval van een ernstige tekortkoming vaardigt de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, bevelen uit aan de betrokken exploitant van de stuwdam of andere waterinlaatpijpen en andere installaties, gepaard gaande met een termijn voor naleving. Het niet voldoen aan de in artikel 4 bedoelde technische voorschriften of richtlijnen of aan de aanbevelingen van de externe keuringsinstelling, die direct of indirect van invloed zijn op de bedrijfsveiligheid van het bouwwerk, alsmede het herhaaldelijk niet voldoen aan de bij of krachtens dit decreet opgelegde verplichtingen, wordt beschouwd als een ernstige tekortkoming. § 3. In geval van niet-naleving van de in paragraaf 2 bedoelde bevelen is de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, bevoegd om de toepassing te bevelen van maatregelen om de betrokken stuwdam en de uitrusting ervan in een veilige toestand te brengen en de voorwaarden te bepalen waaronder deze maatregelen kunnen worden opgeheven.

Art. 7.De erkenningsaanvragen en de aanvragen tot instemming met de erkenningen verkregen in een lidstaat van de Europese Unie met het oog op de uitvoering van externe keuringsopdrachten van stuwdammen worden behandeld overeenkomstig de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure.

Art. 8.De Regering zorgt ervoor dat de exploitant van de stuwdam, of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties, een procedure of besluitvormingsmechanisme instelt met betrekking tot het anticiperend beheer en de afvoer van water uit stuwdammen in geval van meteorologische of hydraulische waarschuwingen, vroegtijdige waarschuwingen of overstromingswaarschuwingen of in geval van risico's die inherent zijn aan de infrastructuur van het bouwwerk, zoals bepaald in artikel 16, 21°.

Art. 9.De Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, zorgt, in samenwerking met het in artikel 19 bedoelde sectorcomité, voor de voortdurende verbetering van het algemene niveau van veiligheidsbeheer van stuwdammen en hun infrastructuur. Afdeling 2. - Externe keuringsinstelling


Art. 10.De periodieke externe keuring van stuwdammen van klasse A en B wordt door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties, of gezamenlijk, toevertrouwd aan erkende, gespecialiseerde en onafhankelijke externe keuringsbedrijven. De kosten van externe keuringen worden gedragen door de exploitanten.

De Regering bepaalt: 1° de technische voorwaarden en vaardigheden op basis waarvan de ondernemingen worden erkend;2° de regels voor de afgifte en de geldigheidsduur van de verleende erkenning;3° de voorwaarden en nadere regels voor de instemming met erkenningen verkregen in een lidstaat van de Europese Unie, met het oog op het uitvoeren van externe keuringsopdrachten van stuwdammen in het Waals Gewest;4° de procedures voor het controleren, weigeren of intrekken van de erkenning, evenals de beroepsprocedures.

Art. 11.De externe keuringsinstelling : 1° onafhankelijk zijn van de exploitant van de stuwdam of van de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties;2° aantonen dat zij een expertise bezit op het gebied van stuwdammen en in civiele techniek, geotechniek, elektromechanica en risicoanalyse.Deze expertise is meer dan tien jaar oud en kan in België of in het buitenland zijn verworven; 3° gedurende ten minste tien jaar in België of in het buitenland geheel of gedeeltelijk taken hebben uitgevoerd die vergelijkbaar zijn met deze bedoeld in artikel 13, § 2;4° over een snelle inzetbaarheid beschikken en lokale expertise verwerven;5° over de specialisten beschikken die nodig zijn om, gedurende de contractuele periode van de externe keuringsopdracht, alle diensten uit te voeren waarin de externe keuringsopdracht voorziet en in staat is om de continuïteit van deze opdracht te verzekeren in geval van tijdelijke of permanente onbeschikbaarheid van één van de specialisten die aan de externe keuringsopdracht zijn toegewezen. Met betrekking tot het eerste lid, 1°, behoren de beheerder van de stuwdam of de beheerder van andere waterinnamepijpen en andere installaties en de externe keuringsinstelling ofwel tot verschillende vennootschappen ofwel tot dezelfde vennootschap of groep van vennootschappen, in welk geval de vennootschap of groep van vennootschappen waartoe de externe keuringsinstelling en de beheerder behoren, een specifieke en volledig onafhankelijke gezagslijn heeft.

In het laatste geval moet de externe keuringsinstelling een onderneming zijn die ook soortgelijke opdrachten uitvoert voor andere vennootschappen dan die welke deel uitmaken van de groep waartoe zij behoort.

Art. 12.In het kader van de audits bedoeld in artikel 5, lid 2, beantwoordt de keuringsinstelling de verschillende verzoeken van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen.

Art. 13.§ 1. De externe keuringsinstelling gaat na of de technische bedrijfsveiligheidsmaatregelen die door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinnamepijpen en andere installaties zijn getroffen, voldoen aan de voorschriften en technische veiligheidsrichtlijnen die in dit decreten de uitvoeringsbesluiten zijn vastgelegd. § 2. De externe keuringsinstelling : 1° controleert, analyseert en interpreteert de gegevens die door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties worden genomen en doorgegeven;2° analyseert de auscultatiegegevens die door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatleidingen en andere installaties worden verstrekt, om ze te vergelijken met eerdere gegevens teneinde abnormale afwijkingen in de gegevenswaarden op te sporen, afwijkingen in de apparatuur of meetketens te detecteren en zo periodiek waarschuwingen te geven;3° controleert de monitoringrapporten voor stuwdammen: a) voor klasse A: driemaandelijks;b) voor klasse B: jaarlijks;4° stelt toezichtsrapporten op basis van de gegevens bedoeld in 2° op, als volgt: a) voor klasse A: jaarlijks.Deze gegevens worden door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties uiterlijk elke maand doorgegeven; b) klasse B: om de drie jaar.Deze gegevens worden door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties uiterlijk elk kwartaal doorgegeven; 5° stelt na elk visueel inspectiebezoek een gedetailleerd en gedocumenteerd bezoekverslag op en bezorgt het aan de exploitant: a) voor klasse A: jaarlijks;b) klasse B: om de vijf jaar 6° gaat na of het TRD, opgesteld door de exploitant van de stuwdam of door de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties, volledig is en periodiek wordt bijgewerkt, ten minste om de vijf jaar;7° staat indien nodig de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinnamepijpen en andere installaties bij in het actualiseren van het TRD;8° controleert om de vijf jaar het interne noodplan van de exploitant van de stuwdam en de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere faciliteiten.Daartoe voert ze periodieke analyses uit van de verschillende scenario's op basis van veiligheidsrisicoanalyses en technische ontwikkelingen. Deze analyses van de bestudeerde crisissituaties omvatten met name: hydrologische crises, stroomuitval, geologische en seismische problemen, vervuiling, kwaadwillige handelingen, terrorisme, cyberaanvallen, gewapende conflicten, gedeeltelijke of volledige uitval van de stuwdam van het reservoir.

Zij kan stresstestaudits uitvoeren. De resultaten van deze analyses worden doorgegeven aan de betrokken exploitant en aan de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen; 9° valideert de bijgewerkte versies van de veiligheidsbeoordeling van stuwdammen: a) klasse B: om de tien jaar;b) klasse B: om de vijftien jaar. Met betrekking tot paragraaf 1, 9°, moet de veiligheidsbeoordeling voor de bouw, de verbouwing of de exploitatie van een stuwdam aantonen dat er geen verhoogd risico is voor de openbare veiligheid in geval van overstroming. § 3. Na elke controle stuurt de externe keuringsinstelling de exploitant van het stuwmeer of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties een lijst met de bevindingen van niet-conformiteit, samen met de aanbevelingen die moeten worden opgevolgd om de constructie conform te maken.

De externe keuringsinstelling stelt ook een jaarlijks samenvattend verslag op over de veiligheidsconformiteit van de werking van elke constructie. De externe keuringsinstelling stuurt het rapport elektronisch naar de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen.

HOOFDSTUK 3. - De exploitant

Art. 14.De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties is verantwoordelijk voor de werking en interne controle van de infrastructuur die hij beheert.

De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties zorgt er, in functie van de infrastructuur die hij beheert, voor: 1° dat hij een beheersplan voor het bouwwerk heeft en bijhoudt, op een voldoende voorzichtige en zorgvuldige manier, om de bedrijfsrisico's voor de bevolking en het milieu stroomafwaarts van het bouwwerk te beperken;2° dat de stijging van het waterpeil in een noodsituatie beperkt of voorkomen door onmiddellijke turbinering of zelfs waterafvoer.

Art. 15.De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties is verantwoordelijk voor de veiligheid van de infrastructuur die hij beheert. Binnen dit kader neemt hij alle noodzakelijke veiligheids- en controlemaatregelen die voortvloeien uit het voorgeschrevene van dit decreet, de uitvoeringsbesluiten en de aanbevelingen van de externe keuringsinstelling.

De exploitatie van de stuwdam of de exploitatie van andere waterinlaatpijpen en andere installaties is onderworpen aan controle door de externe keuringsinstelling bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 2.

Hiertoe maakt de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere faciliteiten gebruik van de diensten van een erkende externe keuringsinstelling voor de infrastructuren die hij beheert.

Art. 16.De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties zorgt er, in functie van de infrastructuur die hij beheert, voor: 1° dat hij regelmatig en voortdurend de controles, metingen, functionele controles en onderzoeken uitvoert die nodig zijn om de toestand en het gedrag van de stuwdam te beoordelen en de resultaten onverwijld laten evalueren;2° dat hij voorziet in een permanent operationeel, bewakings- en opvolgingsmechanisme voor stuwdammen, zoals omschreven, in de technische regelgeving.In het geval van een crisis zorgt dit permanentiemechanisme voor continue opvolging buiten de werkuren; 3° dat hij kennis neemt van de lijst van non-conformiteiten vermeld in het verslag van de externe keuringsinstelling en dat hij, in overleg met laatstgenoemde, een lijst opstelt van verbeteringen die moeten worden aangebracht om conformiteit te bereiken.Hij stelt ook een plan met corrigerende maatregelen op, rekening houdend met de aanbevelingen van de externe keuringsinstelling, en legt dit jaarlijks voor aan de Regering in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen; 4° dat hij het plan met corrigerende maatregelen bedoeld in 3° binnen een redelijke termijn uitvoert;5° dat hij de veiligheidsmaatregelen en -bevelendoor uitvoert, door de Regering bevolen in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen;6° dat hij het gewone en buitengewone onderhoud ontwerpt en uitvoert, schade herstelt binnen de kortst mogelijke tijd, afhankelijk van het kritieke karakter van de uitrustingen, en veiligheidsgebreken verhelpt die verband houden met de structurele integriteit van het bouwwerk;7° dat hij het bouwwerk uitrust of omvormt om de risico's verbonden aan eventuele veiligheidsgebreken te beheersen;8° dat hij de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, en de externe keuringsinstelling vrije toegang verleent tot de sites, de bouwwerken en de uitrustingen;9° dat hij de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, en de externe keuringsinstelling informeert over de installatie, de wijziging en de gebruiksregels van de toezichts- en meettoestellen;10° dat hij toezicht en nazicht houdt op de correcte werking van sensoren en meetinstrumenten;11° dat hij interne visuele inspecties uitvoert die het eerste niveau van interne controle vormen.Op basis van deze inspecties wordt een rapport opgesteld en naar de externe keuringsinstelling gestuurd; 12° dat hij het TRD opstelt en bijwerkt, waarbij alle technische informatie van de ontwerpfase tot de renovatiefase wordt verzameld;13° dat hij periodiek de toezichtrapporten opstelt en deze overmaakt aan de externe keuringsinstelling, zoals bedoeld in artikel 13, § 2, 3° ;14° dat hij de automatisch en handmatig gemeten auscultatiewaarden verzamelt en deze regelmatig naar de externe keuringsinstelling communiceert ;15° dat hij de periodieke visuele controles die vereist zijn voor het door de externe keuringsinstelling op te stellen keuringsverslag, vermeld in artikel 13, § 2, 5°, vergezelt;16° dat hij tijdens de bezoeken ter plaatse bedoeld in 15° de nodige middelen ter beschikking stelt van de externe keuringsinstelling, alsook de verschillende documenten die gebruikt worden bij de veilige exploitatie van de stuwdam; 17° dat hij meewerkt aan de opmaak van beheersplannen voor overstromingsrisico's, in het Frans afgekort met PGRI, zoals bedoeld in artikel D.53-3 van het Milieuwetboek dat diverse bepalingen over het waterbeleid inhoudt; 18° dat hij de interne noodplannen opstelt op basis van de verschillende scenario's.Deze verschillende scenario's worden bepaald aan de hand van een veiligheidsrisicoanalyse, waarbij de bestudeerde crisissituaties worden vastgesteld en periodiek worden herzien; 19° dat hij gecombineerde oefeningen organiseert en uitvoert om de coherentie en efficiëntie van hun respectieve interne noodplannen te testen;20° dat hij, indien nodig, de tussenkomst van de Regering vraagt, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen.Laatstgenoemde kan de Directie Hydrologisch beheer of het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX) tussenbeide laten komen; 21° dat hij een procedure of besluitvormingsmechanisme instelt met betrekking tot het anticiperend beheer en de afvoer van water uit stuwdammen, zoals bepaald in artikel 14, tweede lid, 2°, in overleg met de Directie Hydrologisch Beheer en het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX);22° dat hij, in geval van een crisis of noodsituatie, onmiddellijk Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX) en de Directie Hydrologisch Beheer waarschuwt.

Art. 17.De exploitant van de stuwdam : 1° ontwikkelt, updatet en gebruikt een dynamisch beheersinstrument dat gebaseerd is op een wiskundig model waarmee de hoeveelheid water die de structuur binnenstroomt, kan worden geschat in functie van de meteorologische gegevens en voorspellingen en de afstromingsverschijnselen die eigen zijn aan het stroomopwaarts gelegen stroomgebied van de betrokken stuwdam;2° werkt mee aan de modellering van de impact van waterafvoer uit stuwdammen, ontwikkeld door de stroomafwaartse rivierbeheerder;3° stelt een model op van het effect van het gedeeltelijk of volledig falen van de stuwdam, dat als basis zal dienen voor de veiligheidsrisicoanalyse bedoeld in artikel 13, § 2, 8°, en voor het opstellen van de BNIP's bedoeld in 5°, a).De resultaten van deze modellering worden doorgegeven aan de externe keuringsinstelling en aan de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen; 4° bevat een alarmplan, met opschaling naar verschillende alarmniveaus, met regels die voor elk niveau moeten worden nageleefd, zoals gedefinieerd door technische voorschriften;5° neemt deel, op verzoek van de bevoegde overheen inzake noodplanning en crisisbeheer krachtens het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202639 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 128 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en tot uitvoering van artikel 24, tweede lid van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 06/06/2019 numac 2019012875 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 3, tweede lid, van de wet van 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van studieperioden voor de berekening van het pensioen type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019041155 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen sluiten betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen, aan;a) het opstellen van bijzondere nood- en interventieplannen, afgekort tot BNIP's;algemene nood- en interventieplan, ANIP's; en het schuil- en evacuatieplan in het kader van nood- en interventieplannen, NIP's, door de technische gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de correcte uitvoering ervan, evenals informatie over de risico's in verband met de werking van de stuwdammen; b) het organiseren en uitvoeren van oefeningen om de onder a) bedoelde nood- en interventieplannen te testen.

Art. 18.Zolang de stuwdam water, slib en andere materialen die door het opgehoopte water worden meegevoerd, kan ophopen of vasthouden, beheert de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties deze op doeltreffende en voldoende voorzichtige en zorgvuldige wijze, zodat de veiligheid van de constructie en de uitrustingen ervan, eigendommen, personen of het milieu wordt gegarandeerd, en blijft hij onderworpen aan de verplichtingen die hem door bij dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgelegd. Als er geen exploitant is, is de landeigenaar verantwoordelijk voor de naleving van deze verplichtingen.

HOOFDSTUK 4. - Raadplegingen Sectie 1. - Sectorcomité

Art. 19.Het Belgisch Comité voor de Grote Stuwdammen treedt op als sectorcomité voor zaken die onder dit decreet vallen.

De doelstellingen van het in lid 1 bedoelde sectorcomité zijn : 1° advies uitbrengen over elke vraag met betrekking tot de technische regels;2° op verzoek van de Minister, advies uitbrengen over elke aangelegenheid die verband houdt met technische richtlijnen;3° op eigen initiatief of op verzoek van de Minister of zijn afgevaardigde voorstellen doen over aangelegenheden die verband houden met de veilige exploitatie van stuwdammen;4° de Minister of zijn afgevaardigde, of de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, toe te laten de vertegenwoordigers van de exploitanten van stuwdammen of andere waterinlaatpijpen en andere installaties te informeren over elke aangelegenheid die van belang kan zijn voor het beheer van stuwdammen en hierover overleg te plegen;5° de vertegenwoordigers van de exploitanten van stuwdammen of andere waterinnamepijpen en andere installaties toe te laten om aan de Minister, of zijn afgevaardigde, of aan de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen voor te leggen: a) de problemen van de sector die ze vertegenwoordigen en om over deze problemen te overleggen;b) voorstellen voor voortdurende verbetering van het algemene veiligheidsbeheer van stuwdammen en hun infrastructuur. Afdeling 2. - Raadgevend comité voor het stroomgebied


Art. 20.Voor elk betrokken stroomgebied wordt een raadgevend comité opgericht, dat een orgaan is voor dialoog tussen de exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinnamepijpen en andere installaties, de overheidsinstanties en de betrokken bevolking.

Elk raadgevend comité formuleert, op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, aanbevelingen over de lokale manieren om de strategische richtlijnen voor de veiligheid van stuwdammen die vooraf door de Regering werden bepaald, om te zetten, rekening houdend met de context, de evolutie van het klimaat, de exploitatiebeperkingen, het budget en over elke andere kwestie in verband met het gebruik van de stuwdam.

Elk raadgevend comité kan ook, op verzoek van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, advies uitbrengen over de reguleringsprincipes en de huidige of toekomstige ontwikkelingen, evenals over het beheer van specifieke gebeurtenissen van de voorbije periode, zoals voorgesteld door de exploitanten. Het advies wordt uitgebracht in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van de deelnemers is opgenomen.

Het wordt binnen drie dagen na de vergadering verzonden.

Elk raadgevend comité voor het stroomgebied komt minstens één keer per jaar samen, op initiatief van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen. Deze vergaderingen geven geen aanleiding tot een vergoeding of een voordeel in natura, onder welke vorm ook.

Art. 21.§ 1. Elke raadgevend comité voor een stroomgebied bestaat uit de volgende leden: 1° een vertegenwoordiger van de Regering in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen : 2° vertegenwoordigers van de exploitanten;3° een vertegenwoordiger van de waterloopbeheerder stroomafwaarts van de exploitant of exploitanten van de andere stuwdammen in het stroomgebied;4° een vertegenwoordiger van het riviercontract verantwoordelijk voor het stroomgebied;5° een vertegenwoordiger van het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX);6° een vertegenwoordiger van de Directie Hydrologisch Beheer (DGH, Franse afkorting). § 2. Voor de vergaderingen van het in paragraaf 1 bedoelde raadgevend comité worden opgeroepen: 1° de gouverneur van elke provincie gelegen in het stroomgebied;2° de burgemeester en een lid van de gemeenteraad van elke gemeente binnen het stroomgebied;3° een vertegenwoordiger van elke betrokken noodzone en van de Civiele Bescherming;4° een vertegenwoordiger van de lokale bevolking van elke gemeente gelegen binnen de perimeter van het stroomgebied, aangewezen door de Minister, op voordracht van de gemeenteraad. § 3. Ten hoogste twee derde van de leden van het in paragraaf 1 bedoelde raadgevend comité is van hetzelfde geslacht. § 4. Op verzoek van een van zijn leden kan het raadgevend comité besluiten deskundigen of vertegenwoordigers van verenigingen uit te nodigen. § 5. Het raadgevend comité wordt door de Minister of diens afgevaardigde voorgezeten.

Art. 22.Het raadgevend comité neemt tijdens zijn eerste vergadering een huishoudelijk reglement aan.

Het reglement bevat o.a. : 1° de modaliteiten voor het bijeenroepen van vergaderingen en de uitoefening van het secretariaat;2° de modaliteiten voor de opstelling en de kennisgeving van de agenda;3° de modaliteiten betreffende het verloop van de vergaderingen;4° de modaliteiten inzake besluitvorming;5° de periodiciteit van de vergaderingen. De notulen van elke vergadering van het begeleidingscomité worden door het secretariaat van het raadgevend comité opgesteld.

HOOFDSTUK 5. - Veiligheid van de infrastructuur en van de bevolking Afdeling 1. - Exploitatie


Art. 23.§ 1. Stuwdammen en installaties voor de productie van hydro-elektrische energie of installaties voor de onttrekking van water, die zich, althans gedeeltelijk, binnen deze laatste bevinden of deelnemen aan de hydraulische restitutie, voor de zuivering van drinkwater of voor enig ander gebruik, worden geëxploiteerd in overeenstemming met de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, met inbegrip van de technische regels en richtlijnen bedoeld in artikel 4, en met de stand van wetenschap en techniek zoals bevorderd door het Internationaal Comité voor Grote Dammen, zodat hun veiligheid verzekerd blijft in alle voorzienbare gevallen van belasting en exploitatie. § 2. Het reservoir moet geleegd kunnen worden voor inspectie en onderhoud en het niveau moet verlaagd kunnen worden in geval van nood.

Daarom zijn de stuwdammen van klasse A en B uitgerust met ten minste één aftapvoorziening. § 3. De evacuatiecapaciteit van de veiligheidsvoorzieningen is gegarandeerd en hun totale of gedeeltelijke onbeschikbaarheid, in geval van interventie of onderhoud, is beperkt tot een redelijke periode na een voorafgaande risicoanalyse. § 4. Een veranderende opstuwingsreserve voor stuwdammen is het hele jaar door gegarandeerd, afhankelijk van de tijd van het jaar, de voorspellingen en de meteorologische en hydrologische gegevens.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de vaststelling van de evoluerende opstuwingsreserve, na advies van het in artikel 20 bedoelde raadgevend comité voor het Stroomgebied. Zij stelt de lijst op van stuwdammen bedoeld in lid 1.

Sectie 2. - Risicocommunicatie

Art. 24.De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties deelt de laatste versie van zijn interne noodplan elektronisch mee aan het Centrum voor Risicocoördinatie en Expertiseoverdracht (CORTEX), aan de provinciegouverneurs, burgemeesters, hulpverleningszones en politiezones op het grondgebied waarvan de stuwdam gelegen is, alsook aan de autoriteiten op het grondgebied waarvan een gebeurtenis in verband met de stuwdam waarschijnlijk gevolgen zou kunnen hebben.

Binnen twee jaar na de volledige vernieuwing van de gemeente- en provincieraden nodigt de exploitant de in lid 1 genoemde autoriteiten uit voor een informatiebijeenkomst waarop het interne noodplan wordt uiteengezet en toegelicht.

Art. 25.De Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, zet een verplicht rapporteringssysteem op om het verzamelen van informatie over gebeurtenissen te vergemakkelijken.

Gebeurtenissen in verband met de exploitatie, de technische toestand, het onderhoud en de herstelling van infrastructuur die een aanzienlijk risico voor de veiligheid van de infrastructuur zouden kunnen vormen, worden gemeld via het in lid 1 bedoelde systeem van verplichte melding van voorvallen.

De exploitant van de stuwdam of de exploitant van andere waterinlaatpijpen en andere installaties stelt deze rapporten op, deelt ze mee en voert indien nodig de nodige corrigerende of preventieve maatregelen uit. Hij implementeert ook een procedure voor het analyseren van de verzamelde gebeurtenissen.

De rapportering wordt zodanig verwerkt dat wordt voorkomen dat de informatie voor andere dan veiligheidsdoeleinden wordt gebruikt en dat de identiteit van de melder en van de in de meldingen vermelde personen op passende wijze vertrouwelijk wordt behandeld.

HOOFDSTUK 6. - Controle. Afdeling 1. - Controle door de Waalse Autoriteit voor de veiligheid

van stuwdammen

Art. 26.§ 1. De overheid oefent globale controle uit op de bedrijfsveiligheid van stuwdammen door middel van een systeem voor het analyseren van de naleving van voorschriften door exploitanten met betrekking tot hun invloed op de veiligheid. § 2. De niveaus van niet-naleving worden door de overheid als volgt ingedeeld: 1° niveau 1: wanneer de niet-naleving significant is en de veiligheid ernstig vermindert of een onmiddellijke bedreiging vormt voor de veiligheid van de stuwdammen of hun infrastructuur;2° niveau 2: wanneer de niet-naleving ernstig is en de veiligheid ernstig vermindert of een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid van de stuwdammen of hun infrastructuur;3° niveau 3: wanneer de niet-naleving opvallend is en de veiligheid ernstig vermindert of een bedreiging vormt voor de veiligheid van de stuwdammen of hun infrastructuur en een versterkt toezicht vereist. § 3. De Regering kan geldboetes opleggen van minimaal 500 euro en maximum 2.500 euro. Ze zijn van toepassing op exploitanten die in gebreke blijven, afhankelijk van de aard en het repetitieve karakter van de bevindingen van niet-naleving of het ontoereikende niveau van uitvoering van de vereiste corrigerende maatregelen.

De in lid 1 bedoelde bedragen kunnen door de Regering worden geïndexeerd. Laatstgenoemde bepaalt de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf. Afdeling 2. - Verplichting tot samenwerking van de exploitant.


Art. 27.Voor de voltooiing van de opdrachten van de Regering, in haar hoedanigheid van Waalse Autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen, moet de exploitant van de stuwdam of andere waterinlaatpijpen en andere installaties: 1° de nodige informatie en documenten bezorgen;2° op eenvoudig verzoek toegang verlenen tot de installaties;3° bezoeken aan de installaties begeleiden en vergemakkelijken. HOOFDSTUK 7. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 28.§ 1. De door de Regering aangeduide dienst van de Waalse Overheidsdienst verwerkt de persoonsgegevens die nodig zijn voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Deze gegevens omvatten de volgende informatie: 1° de waarschuwingen of bevelen opgesteld krachtens dit decreet;2° de geldboetes opgelegd krachtens dit decreet;3° het verzamelen en verwerken van informatie over gebeurtenissen die zijn opgetekend in de rapporten bedoeld in artikel 25. § 2. De in lid 1 bedoelde persoonsgegevens worden alleen beschikbaar gesteld aan door de Regering aangewezen personeelsleden. Deze gegevens mogen alleen voor de volgende doeleinden worden gebruikt: 1° voldoen aan de goede uitvoering van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten;2° zorgen voor de goede uitvoering van de vermelde administratieve sancties en strafrechtelijke procedures;3° als hulpmiddel om de daders te identificeren;4° voor statistische doeleinden;5° voor andere doeleinden bepaald door de Regering na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit. § 3. Onverminderd paragraaf 7 worden verwijzingen naar de in paragraaf 1 bedoelde gegevens, of naar administratieve sancties of overtredingen, alsmede de desbetreffende punten, automatisch gewist vijf jaar nadat de zaak is geseponeerd of de administratieve of gerechtelijke beslissingen ten uitvoer zijn gelegd. § 4. De verantwoordelijke voor de verwerking neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens volledig worden bewaard.

De personen die uit hoofde van de bepalingen van dit decreet persoonsgegevens ontvangen, nemen maatregelen om de vertrouwelijkheid van deze gegevens en het gebruik ervan uitsluitend voor de bij of krachtens dit decreet vastgestelde doeleinden of ter nakoming van hun wettelijke verplichtingen te waarborgen. § 5. De voor de verwerking verantwoordelijke informeert de houder van de in paragraaf 1 bedoelde gegevens. Deze informatie bevat: 1° de identiteit en het adres van de verantwoordelijke voor de verwerking en zijn vertegenwoordiger in het Waals Gewest;2° de wettelijke of reglementaire grondslag van de gegevensverzameling;3° de bestemde persoon en de doeleinden waarvoor de verzamelde gegevens worden gebruikt;4° de persoonsgegevens van de betrokken persoon;5° de mogelijkheden om een zaak aanhangig te maken bij de Gegevensbeschermingsautoriteit en haar adres;6° het bestaan van het recht op toegang tot de gegevens, op verbetering van die gegevens, alsmede de nadere regelen voor de uitoefening van deze rechten;7° de duur van de verwerking en de opslag van de gegevens § 6.De Regering bepaalt de procedures voor het opstellen van het centrale register. Zij kan, na het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit te hebben ingewonnen, de daarin op te nemen informatie nader omschrijven, andere dan de in paragraaf 1 bedoelde informatie omschrijven, alsmede de bewaartermijn ervan of de andere personen die toegang tot die gegevens kunnen hebben om de goede werking ervan te waarborgen. § 7. Eenieder die zich toegang verschaft tot de gegevens in het bestand of deze gebruikt, met uitzondering van personen die daartoe overeenkomstig dit artikel zijn gemachtigd, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar en een geldboete van 100 tot 50.000 euro, of met slechts één van deze straffen.

HOOFDSTUK 8. - Overgangsbepaling

Art. 29.Stuwdammen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet zijn gebouwd, in bedrijf zijn genomen of opnieuw in bedrijf zijn genomen, mogen in bedrijf blijven op voorwaarde dat de exploitanten uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet hun interne noodplan en de interne en externe keuringen waarin dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan voorzien, hebben ingevoerd.

HOOFDSTUK 9. - Wijzigingsbepaling

Art. 30.In artikel 1, § 3, van het decreet van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/10/2015 pub. 09/11/2015 numac 2015205078 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende oprichting van begrotingsfondsen inzake wegen en waterwegen sluiten houdende oprichting van begrotingsfondsen inzake wegen en waterwegen worden een 5° en een 6° ingevoegd, luidend als volgt: "5° de betaling voor studies uitgevoerd op verzoek van de Waalse autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen bedoeld in het decreet betreffende de veilige exploitatie van stuwdammen, in het kader van hun opdrachten; 6° de financiering van de werking van de Waalse autoriteit voor de veiligheid van stuwdammen bedoeld in het decreet betreffende de bedrijfsveiligheid van stuwdammen ". HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepaling

Art. 31.26. De Regering bepaalt de datum voor de inwerkingtreding van de bepalingen van dit decreet. De Regering kan voor elke bepaling verschillende inwerkingtredingsdata vastleggen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 22 februari 2024.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Tewerkstelling, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2023-2024. Stukken van het Waals Parlement 1571 (2023-2024) Nrs. 1, 1ter tot 9.

Volledig verslag, openbare zitting van 21 februari 2024.

Bespreking.

Stemming.


^