Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 november 2021
gepubliceerd op 27 november 2021

Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2021043241
pub.
27/11/2021
prom.
27/11/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, artikelen 4, § 1, eerste lid, 5, § 1 en 6;

Gelet op de wet van 10 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/11/2021 pub. 11/11/2021 numac 2021022416 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie sluiten tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;

Gelet op het overleg van 25 november 2021 bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie;

Gelet op het overleg van 26 november 2021 binnen het Overlegcomité;

Gelet op de vrijstelling van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 1°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2021;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 26 november 2021;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 27 november 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het niet mogelijk is te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf werkdagen (desgevallend verlengd tot acht werkdagen indien de adviesaanvraag wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering, hetgeen in de praktijk een termijn van ongeveer twee weken impliceert), onder meer omwille van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die sterk evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 26 november 2021; dat de voorwaarden bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie zijn vervuld en dat de epidemische noodsituatie zodoende werd afgekondigd; dat de maatregelen in dit koninklijk besluit moeten worden genomen teneinde het hoofd te bieden aan de ongunstige epidemiologische context die blijft verslechteren; dat de maatregelen die werden beslist tijdens voormeld Overlegcomité één samenhangend geheel vormen; dat de meeste maatregelen reeds in werking treden op 27 november 2021;

Overwegende het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, artikel 2, dat het recht op leven beschermt;

Overwegende het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, artikel 191, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende artikel 6, 1. c) en e) van de Verordening (EU) Nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

Overwegende de Grondwet, artikel 23;

Overwegende de Aanbeveling (EU) Nr. 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de Aanbeveling (EU) Nr. 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;

Overwegende de Verordening (EU) Nr. 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19 vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren;

Overwegende de Verordening (EU) Nr. 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Overwegende de wet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/10/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010439 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano (1) sluiten houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3;

Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;

Overwegende de wet van 8 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021030911 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen;

Overwegende de wet van 20 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/06/2021 pub. 23/06/2021 numac 2021042381 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Overwegende de wet van 20 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2021 pub. 23/07/2021 numac 2021032013 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF, en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende het koninklijk besluit van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003014034 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 september 1998 houdende havenstaatcontrole en wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement type koninklijk besluit prom. 31/01/2003 pub. 04/02/2003 numac 2003000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de toekenning van een federale toelage ten behoeve van de boventallige politiezones sluiten tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten0 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die onder meer aangaf dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 29 april 2021, die aangaf dat individuele en collectieve gezondheidsmaatregelen dominante factoren blijven bij het bepalen van het verloop van de pandemie; dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat vaccins alleen de pandemie niet zullen beëindigen; dat in de context van de pandemie het een combinatie van vaccins en krachtige gezondheidsmaatregelen is die ons de duidelijkste weg naar het normale biedt;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 1 juli 2021, waarin wordt benadrukt dat door het bestaan van nieuwe varianten - in het bijzonder de verontrustende Delta-variant -, de nog steeds ontoereikende vaccinatiegraad, en de toename van het aantal reizen, een risico bestaat op een nieuwe besmettingsgolf in de Europese regio; dat derhalve een beroep wordt gedaan op de verantwoordelijkheid van burgers, vakantiegangers en reizigers, met name wat betreft de noodzaak zich te laten vaccineren;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 30 augustus 2021, waarin wordt benadrukt dat door het bestaan van de meer besmettelijke Delta-variant, de versoepelingen in de gezondheidsmaatregelen, en de toename van het aantal reizen, er sprake is van een stijging in het aantal besmettingen; dat dit gepaard gaat met een toenemende druk op de ziekenhuizen en een toename in het aantal sterfgevallen; dat het bijgevolg van belang is standvastig te zijn in het hanteren van verschillende beschermingsmaatregelen, waaronder vaccinaties en mondmaskers;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 4 november 2021 dat Europa zich opnieuw in het epicentrum van de pandemie bevindt, en dat de waargenomen toename van het aantal gevallen afhankelijk van de regio kan worden verklaard door de ontoereikende vaccinatiegraad en de versoepeling van de sanitaire en sociale maatregelen;

Overwegende de publicatie van de WHO Europa van 25 november 2021 volgens dewelke sanitaire en sociale maatregelen toelaten dat het gewone leven zich kan verderzetten terwijl het coronavirus COVID-19 gecontroleerd wordt en dat uitgebreide en schadelijke lockdowns vermeden worden; dat meer en meer studies de impact aantonen van een scala aan preventieve maatregelen zoals regelmatig de handen wassen, fysieke afstand bewaren, het dragen van mondmaskers en ventilatie, en dat elk van deze maatregelen op zichzelf belangrijk is, maar dat wanneer deze gecombineerd worden met andere maatregelen, inclusief vaccinatie, hun impact vermenigvuldigd wordt;

Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

Overwegende de epidemiologische update van de RAG van 24 november 2021;

Overwegende de adviezen van de Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19 (GEMS) van 20 en 24 oktober 2021 en van 14 en 25 november 2021, waarvan ook deskundigen deel uitmaken in de zin van artikel 4, § 1, eerste lid van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie; dat in deze adviezen wordt uiteengezet welke maatregelen moeten worden genomen en waarom; dat het noodzakelijk, geschikt en proportioneel karakter van de maatregelen genomen in dit koninklijk besluit uit deze adviezen blijkt; dat de essentiële elementen van deze adviezen op hoofdlijnen worden hernomen in de hierna volgende overwegingen;

Overwegende het geconsolideerde advies opgesteld door het Commissariaat COVID-19 op 25 oktober 2021, op basis van het advies van de RAG van 20 oktober 2021 dat werd besproken in de RMG, en op basis van de adviezen van de GEMS van 20 en 24 oktober 2021;

Overwegende het advies van de minister van Volksgezondheid gegeven op 27 oktober 2021;

Overwegende het advies van het Commissariaat COVID-19 van 11 november 2021 inzake de al dan niet aanwezigheid van een epidemische noodsituatie volgens de criteria van de Pandemiewet;

Overwegende het epidemiologisch bulletin van Sciensano van 27 november 2021;

Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe vastgestelde besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen aanzienlijk gestegen is tot 17 151 bevestigde positieve gevallen op 23 november 2021;

Overwegende dat op 26 november 2021 in totaal 3494 patiënten getroffen door COVID-19 worden behandeld in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 682 patiënten worden behandeld op de diensten van de intensieve zorg;

Overwegende dat de incidentie op 23 november 2021 over een periode van 14 dagen 1775 op 100.000 inwoners bedraagt; dat het reproductiegetal op basis van de nieuwe hospitalisaties 1,105 bedraagt;

Overwegende dat de toenemende druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg noopte tot een opschaling sinds 19 november 2021 naar fase 1B van het ziekenhuisnoodplan;

Overwegende dat de lange duur van de pandemie ook een impact heeft op het aantal beschikbare bedden op de diensten van de intensieve zorg door een gebrek aan zorgpersoneel; dat 10% van de capaciteit van de diensten van de intensieve zorg niet gebruikt kan worden wegens uitval van het zorgpersoneel;

Overwegende dat de situatie in het gezondheidszorgsysteem verder is verslechterd, niet alleen in de ziekenhuizen, maar ook in termen van draagkracht in de eerste lijn, met name wat betreft de huisartsen en testcentra, evenals de contactopvolging; dat er opnieuw uitstel van zorg is, zowel in de eerste lijn als in de ziekenhuiszorg;

Overwegende dat de vaccinatiegraad van de totale bevolking op 25 november 2021 75,3 % bedraagt en dat 11,8 % van de bevolking die in aanmerking komt om te worden gevaccineerd noch geheel noch gedeeltelijk werd gevaccineerd;

Overwegende dat, gezien deze cijfers en de laatste geconsolideerde data, de epidemische situatie op het gehele Belgische grondgebied de laatste dagen aanzienlijk is verslechterd; dat het aantal nieuwe besmettingen nu immers van dezelfde omvang is als tijdens de piek van de tweede golf, en dat het virus zeer snel circuleert; dat het zeer waarschijnlijk is dat de circulatie van het virus nog omvangrijker zal zijn dan bij de vorige golven;

Overwegende dat bijkomende maatregelen nodig zijn om de bevolking te beschermen en de druk op het gezondheidszorgsysteem, met inbegrip van de eerstelijnszorg, te verminderen;

Overwegende dat het alarmniveau momenteel, voor het land en voor alle regio's en provincies, niveau 5 bedraagt, hetgeen volgens de indicatoren het hoogst mogelijke niveau is; dat derhalve dringende maatregelen (met een "afkoelingsperiode" van ten minste drie tot vier weken) nodig zijn om het alarmniveau te verlagen, gelet op de sanitaire noodsituatie;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid dat het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft; dat het coronavirus COVID-19 wordt overgedragen van mens op mens via de lucht; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat dit besluit drie soorten maatregelen bevat; dat het respectievelijk gaat om sterke aanbevelingen zonder strafrechtelijke sancties, minimumvoorschriften die op verschillende plaatsen of in verschillende activiteitensectoren moeten worden nageleefd (of preventieve maatregelen die op elke betrokken onderneming, vereniging of dienst zijn afgestemd) en bepaalde dwingende, maar noodzakelijke maatregelen in een beperkt aantal domeinen;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven, bijvoorbeeld voor wat betreft een bijzondere aandacht voor hygiëne bij niezen en hoesten, handhygiëne en het desinfecteren van gebruikt materiaal;

Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de regels van social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen; dat de regels van social distancing in het bijzonder betrekking hebben op het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen personen;

Overwegende dat sterk wordt aanbevolen om de sociale contacten maximaal te beperken;

Overwegende dat in de huidige epidemische omstandigheden en ondanks het feit dat het belangrijk is voor werknemers om een band te behouden met hun werkomgeving, telethuiswerk het onder meer mogelijk maakt om het aantal contacten te beperken, alsook om het aantal personen in het openbaar vervoer tijdens de spitsuren te verminderen en om op die manier te vermijden dat ze niet in de mogelijkheid zijn om de regels van de social distancing na te leven; dat, gezien de verslechtering van de epidemische situatie, de mogelijkheid om twee terugkeerdagen per week te organiseren op de arbeidsplaats, met één week moet worden uitgesteld, om toe te laten dat de situatie zich stabiliseert en om de curves te doen kantelen;

Overwegende dat het dragen van een mondmasker een belangrijke rol speelt om de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan en voor de bescherming van de gezondheid van personen in bepaalde inrichtingen en in het kader van bepaalde risicovolle activiteiten; dat het dragen van een mondmasker derhalve verplicht is in bepaalde inrichtingen en in het kader van bepaalde activiteiten; dat het dragen van mondmaskers bovendien sterk aanbevolen wordt voor alle situaties waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, behoudens uitdrukkelijk voorziene uitzonderingen;

Overwegende dat het om dezelfde redenen noodzakelijk is om de gezondheidsmaatregelen in de inrichtingen van de horecasector te verstrengen; dat bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten een maximum van zes personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld; dat een huishouden dat groter is dan zes personen evenwel een tafel mag delen, ongeacht de grootte van dat huishouden; dat deze beperkingen nodig zijn om het aantal nauwe contacten tussen een groot aantal personen binnen de inrichtingen van de horecasector te vermijden; dat deze personen eveneens zoveel mogelijk aan tafel moeten blijven zitten en verplaatsingen in de inrichting zo veel mogelijk te beperken om onnodig contact tussen de verschillende tafelgezelschappen te vermijden;

Overwegende dat de professionele uitoefening van horeca-activiteiten dient te worden gestaakt om 23 uur aangezien na dit uur, de regels van social distancing en de mondmaskerplicht gevoelig zijn voor een verminderde toepassing omwille van het festieve karakter van de activiteiten die gebruikelijk plaatsvinden in de betrokken inrichtingen tijdens de nacht; dat deze activiteiten ten vroegste hernomen kunnen worden om 5 uur; dat evenwel een uitzondering wordt voorzien voor huwelijksfeesten en uitvaarten gelet op het groot maatschappelijk belang daarvan;

Overwegende dat door deze maatregelen kan worden vermeden dat de inrichtingen van de horecasector opnieuw zouden moeten worden gesloten; dat de toegang tot deze inrichtingen bovendien dient te worden georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 op basis van het decreet dat of de ordonnantie die in dat verband werd aangenomen, en dit zowel in geval van private bijeenkomsten als in geval van publiek toegankelijke evenementen ;

Overwegende dat, voor de toepassing van dit besluit, onder "huishouden" moet worden begrepen de personen die onder hetzelfde dak wonen; dat hiermee ook wordt gedoeld op de nieuwe gezinsvormen, zoals nieuw samengestelde gezinnen of andere situaties waarbij de betrokkenen strikt genomen niet onafgebroken onder hetzelfde dak wonen;

Overwegende dat de regels specifiek voor huishoudens steeds moeten worden toegepast rekening houdende met het recht op eerbiediging van het privéleven; dat bijvoorbeeld niet wordt verwacht van de verantwoordelijken of het personeel bij de professionele uitoefening van horeca-activiteiten dat zij nagaan of zij inderdaad leden van hetzelfde huishouden zijn;

Overwegende dat om doeltreffend te zijn, het verbod op de professionele uitoefening van horeca-activiteiten tussen 23 uur en 5 uur gepaard moet gaan met een gelijkaardige maatregel wat betreft de nachtwinkel; dat deze beperking van nachtelijke activiteiten in de horeca immers teniet zou kunnen worden gedaan door personen die hun feestelijke activiteiten verderzetten onder meer op de openbare weg; dat deze maatregel bovendien toelaat om een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen de horecasector en de nachtwinkels te vermijden;

Overwegende dat bepaalde bijeenkomsten, zowel binnen als buiten, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid en aan een aantal beperkingen dienen te worden onderworpen om het fundamentele recht op leven en gezondheid van de bevolking te vrijwaren; dat buitenactiviteiten nog steeds de voorkeur krijgen; dat in het andere geval, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht en geventileerd;

Overwegende dat door de verslechtering van de epidemische situatie, private bijeenkomsten binnen verboden worden, met uitzondering van onder meer de huwelijksfeesten en koffietafels in het kader van uitvaarten; dat de regels die van toepassing zijn op de professionele uitoefening van horeca-activiteiten in voorkomend geval moeten worden nageleefd, behalve voor wat betreft het einduur; dat dansen met mondmasker toegelaten is;

Overwegende dat, vanaf 50 personen binnen of 100 personen buiten, de toegang tot de private bijeenkomsten die buiten plaatsvinden, alsook de private bijeenkomsten thuis of in het kader van een huwelijk of uitvaart dient te worden georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 zodra dit het toelaat; dat er evenwel een uitzondering geldt voor de bijeenkomsten die thuis én zonder professionele horeca-activiteiten plaatsvinden;

Overwegende dat het verbod op private bijeenkomsten die binnen plaatsvinden, niet van toepassing is in de private woonst of in een klein toeristisch logies; dat het gebruik van zelftesten in dat geval ten zeerste aanbevolen wordt; dat de regels van toepassing op de professionele uitoefening van horeca-activiteiten niet moeten worden nageleefd wanneer een beroep wordt gedaan op dienstverlening aan huis, behalve voor wat betreft het einduur; dat bij huwelijksfeesten en uitvaarten evenwel nooit een einduur geldt;

Overwegende dat tijdens evenementen met een staand publiek niet kan worden uitgesloten dat het publiek zich regelmatig verplaatst en beweegt; dat dit het moeilijk maakt om de regels van social distancing na te leven; dat om deze reden evenementen in binnenruimtes waar men recht staat, niet in alle veiligheid kunnen doorgaan; dat de evenementen die binnen plaatsvinden met een staand publiek daarom moeten worden verboden; dat om dezelfde redenen discotheken en dancings gesloten worden;

Overwegende dat het mogelijk is voor de organisatoren van evenementen met een publiek van minstens 50 personen binnen en van minstens 100 personen buiten om de toegang te organiseren overeenkomstig het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, onverminderd enerzijds de mogelijkheid voor de deelstaten, burgemeesters en gouverneurs om de toepassing ervan in dit kader te verplichten, en om deze minimumaantallen te verlagen, en anderzijds de mogelijkheid voor de organisator van een publiek toegankelijk evenement met een kleiner publiek om vrijwillig een beroep te doen op voormeld samenwerkingsakkoord, op voorwaarde dat hij de bezoekers daarvan voorafgaand informeert; dat de toepassing van dit samenwerkingsakkoord het mogelijk maakt dat het beoogde evenement enerzijds veiliger kan plaatsvinden en anderzijds dat een publiek van bepaalde omvang kan worden samengebracht precies vanwege de strikte toegangsvoorwaarden;

Overwegende dat de organisatoren van evenementen die buiten plaatsvinden verantwoordelijk zijn voor de crowd control; dat aan de lokale overheden wordt gevraagd om de naleving van de geldende maatregelen voor evenementen strikt te controleren; dat als deze maatregelen niet gerespecteerd kunnen worden, deze evenementen geen doorgang kunnen vinden;

Overwegende dat sportactiviteiten bijdragen tot de mentale en fysieke gezondheid van het individu; dat deze derhalve nog kunnen worden beoefend, ook indien het een private bijeenkomst betreft; dat het echter sterk aan te bevelen is dat groepen en contactsporten zo vaak mogelijk in de open lucht worden beoefend;

Overwegende dat ook kinderen, voor wat betreft het maximum aantal toegelaten personen bij bijeenkomsten, steeds worden meegeteld, tenzij uitdrukkelijk anders wordt gesteld;

Overwegende dat de van kracht zijnde beperkingen, gezien de ongunstige gezondheidssituatie, noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de situatie verder zou verslechteren;

Overwegende dat bij het nemen van de huidige maatregelen in het bijzonder rekening werd gehouden met de impact van de toepassing van deze maatregelen op kwetsbare personen en groepen die, omwille van hun gezondheidstoestand of hun persoonlijke of professionele situatie, zijn blootgesteld aan een grotere moeilijkheid om de sanitaire maatregelen na te leven of te ondergaan; dat bijvoorbeeld een uitzondering wordt voorzien op de mondmaskerplicht voor wat betreft personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker of een gelaatsscherm te dragen omwille van medische redenen of een beperking;

Overwegende dat uit de meest recente prospectieve modellering blijkt dat, indien het reproductiegetal ten laatste op 1 december duurzaam zou dalen, het hoogtepunt inzake ziekenhuisbelasting van de vierde golf verwacht zou worden in de eerste helft van december tot midden december met een belasting van de ICU-diensten tussen 700 en 1050 COVID-patiënten, wat een verslechtering inhoudt ten opzichte van de eerdere modellen; dat dit de continuïteit van de normale dienstverlening en de reguliere niet-COVID-zorg nu reeds onder druk zet; dat uit het model blijkt dat er een verhoogd risico bestaat dat de bezetting van bedden op de diensten van de intensieve zorg nog ten minste een maand boven de 500 COVID-patiënten zal blijven en dat bovendien uit de eerdere golven kan worden afgeleid dat een normalisering van de situatie in de ziekenhuizen meerdere weken vraagt; dat de gezondheidssituatie evenwel het onderwerp uitmaakt van een continue evaluatie in functie waarvan nieuwe beslissingen kunnen worden genomen;

Overwegende dat de situatie in België, in vergelijking met de andere Europese landen, negatief evolueert op het vlak van besmettingen, hospitalisaties en overlijdens; dat een overbelasting van het gezondheidssysteem dient te worden vermeden, dat het onderwijs en de economische activiteiten zo normaal mogelijk moeten kunnen verlopen en dat het mentaal welzijn van de burgers maximaal moet worden gevrijwaard;

Overwegende dat bijkomende maatregelen nodig zijn om de bevolking te beschermen en de vaccinatiecampagne verder te zetten; dat, gezien de huidige epidemische situatie, aangescherpte maatregelen adequaat, noodzakelijk en evenredig zijn; dat de gezondheidssituatie regelmatig wordt geëvalueerd; dat dit betekent dat strengere maatregelen nooit worden uitgesloten;

Overwegende dat, in het licht van alle bovenstaande elementen, het geheel van de maatregelen van bestuurlijke politie waarin dit besluit voorziet, noodzakelijk is om het recht op leven en gezondheid van de bevolking te beschermen en om de verspreiding van het COVID-19 coronavirus tegen te gaan, en naar behoren in verhouding staat tot die doelstelling en tot de evolutie van de epidemiologische situatie in België, Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de COVID-19 coronavirus pandemie te voorkomen of te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 6°, opgeheven bij koninklijk besluit van 19 november 2021, wordt hersteld als volgt: "6° "huishouden": personen die onder hetzelfde dak wonen;"; 2° in de bepaling onder 18° worden de woorden "kerstmarkten, winterdorpen en sportieve wedstrijden" vervangen door de woorden "kerstmarkten en winterdorpen"; 3° er wordt een bepaling onder 25° toegevoegd luidende: "25° "klein toeristisch logies": een vakantiewoning die maximaal 15 personen kan herbergen.".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het vierde lid aangevuld met een zesde streepje, luidende: "de operationele diensten van de civiele veiligheid bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid;"; 2° in paragraaf 1 wordt het vierde lid aangevuld met een zevende streepje, luidende: "de penitentiaire inrichtingen, de rechterlijke orde en de inlichtingendiensten."; 3° in paragraaf 1bis, tweede lid, worden de woorden "12 december" telkens vervangen door de woorden "19 december";4° in paragraaf 1bis, tweede lid, worden de woorden "13 december" telkens vervangen door de woorden "20 december".

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende: "

Art. 3bis.In het kader van de toepassing van de maatregelen voorgeschreven door dit besluit en voor zover de operationele behoeften het vereisen, worden de afwijkingen van de bepalingen betreffende de organisatie van de arbeids- en rusttijden voorgeschreven door Deel VI, Titel I van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten toegelaten voor de geldigheidsperiode van dit besluit.".

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende: "

Art. 4bis.De nachtwinkels dienen te worden gesloten voor het publiek tussen 23.00 uur en 5.00 uur.".

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° tot 10°, luidende: " 6° de professionele uitoefening van horeca-activiteiten is verboden tussen 23.00 uur en 5.00 uur, behalve voor wat betreft de private bijeenkomsten in het kader van een huwelijk of uitvaart; 7° maaltijden en dranken kunnen tussen 23.00 uur en 5.00 uur niet worden aangeboden om af te halen en te leveren; 8° een maximum van zes personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld;9° enkel zitplaatsen aan tafel of aan de toog zijn toegestaan; 10° elke persoon moet aan de eigen tafel of aan de toog blijven zitten, behalve voor het uitoefenen van cafésporten en kansspelen en om zich naar de bar of een buffet te verplaatsen."; 2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende: "In afwijking van het eerste lid, 8°, mag een huishouden een tafel delen, ongeacht de grootte van dat huishouden. Het eerste lid is niet van toepassing in geval van dienstverlening aan huis, met uitzondering van de bepaling onder 6°. ".

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. De discotheken en dancings zijn gesloten voor het publiek.".

Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Private bijeenkomsten mogen enkel buiten worden georganiseerd.

In afwijking van het eerste lid, mogen de volgende private bijeenkomsten binnen worden georganiseerd: 1° de private bijeenkomsten die thuis of in een klein toeristisch logies plaatsvinden;2° de private bijeenkomsten die plaatsvinden in het kader van een huwelijk of een uitvaart;3° sportieve activiteiten. Vanaf 50 personen binnen of 100 personen buiten dient de toegang tot de private bijeenkomsten bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, 1° en 2°, te worden georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 zodra dit het toelaat, met uitzondering van de bijeenkomsten die thuis plaatsvinden tijdens dewelke geen enkele horeca-activiteit professioneel wordt uitgeoefend. De organisator dient de aanwezigen daarvan voorafgaand te informeren."; 2° paragrafen 2, 3 en 4 worden vervangen als volgt: " § 2.Onder voorbehoud van paragraaf 5, mogen evenementen, culturele en andere voorstellingen, sporttrainingen en congressen binnen enkel worden georganiseerd voor een zittend publiek van maximum 50 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 20 en het toepasselijke protocol.

Evenementen, met inbegrip van kerstmarkten en winterdorpen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen mogen buiten worden georganiseerd voor een zittend of staand publiek van maximum 100 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 20 en het toepasselijke protocol. De organisator neemt de passende maatregelen zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elk gezelschap.

Deze paragraaf is niet van toepassing indien de toegang op basis van een lokaal politiebesluit of lokale politieverordening, een decreet of een ordonnantie verplicht dient te worden georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021. § 3. Onder voorbehoud van paragraaf 5, mogen massa-evenementen en proef- en pilootprojecten binnen enkel worden georganiseerd voor een zittend publiek van minimum 50 personen, en van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.

Massa-evenementen en proef- en pilootprojecten mogen buiten worden georganiseerd voor een zittend of staand publiek van minimum 100 personen, en van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.

De aankomstzone tot het massa-evenement wordt zodanig georganiseerd dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd.

De minimumaantallen bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen worden gewijzigd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.

In afwijking van het eerste en tweede lid, kan een massa-evenement met een publiek van minder dan 50 personen binnen of minder dan 100 personen buiten eveneens worden georganiseerd met toepassing van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, mits de organisator de bezoekers daarvan voorafgaand informeert. § 4. De handelsbeurzen zijn toegelaten met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 4 en in het toepasselijke protocol.

De organisator neemt de passende maatregelen zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elk gezelschap.

Dit artikel is niet van toepassing indien de toegang wordt georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 op basis van een decreet of een ordonnantie."; 3° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd, luidende: " § 5.De aanwezigheid van publiek is verboden tijdens professionele en niet-professionele sportieve wedstrijden die binnen worden georganiseerd.

In afwijking van het eerste lid, kan elke deelnemer tot en met 17 jaar vergezeld worden door twee meerderjarige personen.

De aanwezigheid van publiek tijdens professionele en niet-professionele sportieve wedstrijden die buiten worden georganiseerd is enkel toegelaten met naleving van de regels voorzien in §§ 2 en 3.".

Art. 8.In artikel 22, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt: "13° de private bijeenkomsten bedoeld in artikel 12, § 1, eerste en tweede lid met meer dan 50 personen binnen of meer dan 100 personen buiten;"; 2° in het tweede lid, 14°, worden de woorden "artikel 12, §§ 2 en 3" vervangen door de woorden "artikel 12, §§ 2, 3 en 5"; 3° het tweede lid wordt aangevuld met de bepaling onder 16° luidende: "16° de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons."; 4° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 27 november 2021 om 11.00 uur 's morgens, met uitzondering van artikel 7, 2° en 3° die inwerking treden op 29 november 2021 om 7.00 uur `s morgens.

Art. 10.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 november 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^