GRONDWETTELIJK HOF

Uittreksel uit arrest nr. 80/2022 van 9 juni 2022 Rolnummer 7752 In zake : de vordering tot schorsing van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten « betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie », ingesteld door Ivar Hermans en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, rechter T. Detienne, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 februari 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 februari 2022, is een vordering tot schorsing ingesteld van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten « betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2021, tweede editie) door Ivar Hermans, D.D., Liliana Carlisi, Hugo Cornelis, Veerle Mattheussen, Bart Keppens, Sebastien Calebout, Ruth Reynders, Leon Vervecken, Thierry De Mees, Dirk Landuyt, Sofie Van Remoortel, Etienne Opsteyn, Tim Reynders, Koen Terryn, Petra Cops, Ivo Goossens, Joseph Cassimons, Gunter Knapen, Monique Janssen, Claudia Congedo, Gert Gabriëls, Birgit Goris, Ilse Lemmens, Christel Lemmens, Lawrence Blyden, Jimmy Wenmeekers, C.G., Michiel Vanoppen, Tamara Buvens, Inge Ketels, Koen Alen, Gerlinda Van Kogelenberg, Christiaan Van Mieghem, Antoinette Bos, Sarah Janssen, Tinneke De Keersmaecker, Wouter Van Betten, Walter Ospitalieri, Mirke Van Der Gucht en Luciana Colladet.

Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens de vernietiging van dezelfde wet.

Op 23 februari 2022 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Detienne, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de schorsing van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten « betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie » (hierna : de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten).

B.2. Met de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten beoogt de wetgever in « een geheel van regels van bijzondere bestuurlijke politie te voorzien, specifiek voor epidemische noodsituaties », dat « kan worden gehanteerd voor (voor zover nog nodig) de COVID-19 pandemie alsook voor eventuele toekomstige epidemische situaties » (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC 55-1951/001, p. 4).

Artikel 3, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten bepaalt dat de Koning de epidemische noodsituatie, zoals gedefinieerd in artikel 2, 3°, van dezelfde wet, afkondigt voor een bepaalde duur die strikt noodzakelijk is en in geen geval langer mag zijn dan drie maanden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de minister bevoegd voor Volksgezondheid en na een risicoanalyse. Na het verstrijken van die periode kan de Koning de instandhouding van de epidemische noodsituatie afkondigen, telkens voor een periode van maximaal drie maanden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na een nieuw advies en een nieuwe risicoanalyse.

Krachtens artikel 4, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten neemt de Koning, wanneer Hij de epidemische noodsituatie heeft afgekondigd of in stand gehouden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen van de epidemische noodsituatie voor de volksgezondheid te voorkomen of te beperken.

B.3. Krachtens artikel 21, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof moet een vordering tot schorsing worden ingesteld binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking van de bestreden norm.

De wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2021, tweede editie.

Daaruit volgt dat 20 november 2021 de laatste dag was van de termijn om een verzoekschrift tot schorsing van die wet in te dienen en dat het verzoekschrift, dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 februari 2022 ter post aangetekende brief, buiten de termijn is ingediend.

B.4. In hun memorie met verantwoording voeren de verzoekende partijen overmacht aan. Zij zijn van mening dat de in het voormelde artikel 21, tweede lid, bedoelde termijn te dezen pas een aanvang kon nemen bij de bekendmaking van het besluit waarbij de Koning, overeenkomstig artikel 4, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten, maatregelen van bestuurlijke politie afkondigt die een impact hebben op hun persoonlijke situatie.

Voordien zouden de verzoekende partijen niet de werkelijke draagwijdte van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten hebben kunnen inschatten en zouden zij niet hebben kunnen weten dat zij als gevolg van die wet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel zouden ondergaan. De verzoekende partijen verwijzen in het bijzonder naar artikel 5 van het koninklijk besluit van 27 november 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/11/2021 pub. 27/11/2021 numac 2021043241 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken type koninklijk besluit prom. 27/11/2021 pub. 22/02/2022 numac 2022030272 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken. - Duitse vertaling sluiten « houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042995 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken sluiten houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken », waarbij tussen 23.00 uur en 5.00 uur de professionele uitoefening van horeca-activiteiten en het aanbieden van maaltijden en dranken voor afhaling of levering werden verboden. Aangezien dat koninklijk besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 november 2021, zou de vordering tot schorsing tijdig zijn ingediend.

B.5. Die redenering kan niet worden gevolgd. Er kan niet worden aangenomen dat er een geval van overmacht bestaat dat het mogelijk maakt de termijn voor het instellen van een vordering tot schorsing te verlengen, telkens wanneer het gevreesde nadeel op het ogenblik van de inwerkingtreding van de bestreden norm nog geen werkelijkheid is geworden. Zulks zou de rechtszekerheid immers aanzienlijk schaden, terwijl de bijzondere wetgever, door de termijn voor het instellen van de vordering tot schorsing tot drie maanden te verminderen, klaarblijkelijk de rechtsonzekerheid die inherent is aan de mogelijkheid tot schorsing van normen met wetgevende waarde heeft willen beperken. Het Hof kan bovendien een wetskrachtige norm schorsen op voorwaarde dat de onmiddellijke uitvoering ervan « een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen » (artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten), zodat de verzoekende partijen het bestaan moeten aantonen van een risico van een nadeel, en niet van een nadeel dat reeds werkelijkheid is geworden of waarvan het zeker is dat het werkelijkheid zal worden bij de inwerkingtreding van de bestreden bepaling.

De door de verzoekende partijen aangevoerde overmacht is bijgevolg geen onvoorziene, toevallige of uitzonderlijke gebeurtenis die hun heeft belet hun vordering in te stellen binnen de door de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten opgelegde termijn.

B.6. Overigens blijkt uit de uiteenzetting van de verzoekende partijen dat het moeilijk te herstellen ernstig nadeel dat zij beweren te ondervinden, niet het gevolg is van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten, maar wel van de concrete maatregelen van bestuurlijke politie die de Koning heeft uitgevaardigd met toepassing van artikel 4, § 1, van die wet.

Die maatregelen, zoals vastgesteld in het meermaals gewijzigde koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042995 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken sluiten « houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken », konden worden bestreden bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, in voorkomend geval met een vordering tot schorsing of een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid. Die maatregelen werden inmiddels overigens opgeheven bij de wet van 11 maart 2022 « tot opheffing van de instandhouding van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie ».

B.7. De vordering tot schorsing is klaarblijkelijk niet ontvankelijk.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt de vordering tot schorsing.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 9 juni 2022.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen