gepubliceerd op 25 augustus 2006
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen
22 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 352, § 2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juli 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 juli 2006;
Gelet op het protocol nr. 7 van 4 augustus 2006 van het sectorcomité XII;
Gelet op het protocol nr. 94 van 17 augustus 2006 van het sectorcomité IV;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen bepaalt dat personeelsleden van het Federaal Planbureau met ingang van 1 september 2006 overgedragen dienen te worden naar de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling;
Gelet op het advies nr. 41.181/1 van de Raad van State, gegeven op 8 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van Onze Minister van Leefmilieu en van Onze Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en op het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° het « Bureau : » het Federaal Planbureau; 2 de « Onthaaldienst : » de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, opgericht bij koninklijk besluit van 23 mei 2001, zoals het gewijzigd werd; 3° de « Dienst : » de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling, opgericht bij koninklijk besluit van 25 februari 2002, zoals het gewijzigd werd.
Art. 2.De vijf personeelsleden, aangeworven bij arbeidsovereenkomst door het Bureau om de vertegenwoordiger van het Bureau, bedoeld in artikel 16 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling bij te staan bij het waarnemen van het secretariaat van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, worden overgedragen van het Bureau naar de Onthaaldienst.
Conform artikel 3, 3°, van voormeld koninklijk besluit van 25 februari 2002 worden zij door de Onthaaldienst ter beschikking gesteld van de Dienst.
Art. 3.§ 1. Voor 15 augustus 2006 worden de personeelsleden, bedoeld in artikel 2, per dienstorder ingelicht over de lijst van de vacante functies. Het dienstorder gaat uit van de Voorzitter van de Dienst.
Binnen de tien werkdagen delen ze schriftelijk hun volgorde van voorkeur mee aan de Voorzitter van de Dienst. § 2. Rekening houdend met de voorkeuren en de kwalificaties van de personeelsleden, bedoeld in artikel 2, voorziet de voorzitter van de Dienst in de verdeling van de functies.
Art. 4.§ 1. De in artikel 2 bedoelde overdrachten vormen geen benoemingen. § 2. De personeelsleden, bedoeld in artikel 2, worden overgedragen door een ministerieel besluit genomen door de Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling. § 3. De personeelsleden, bedoeld in artikel 2, behouden de hoedanigheid, de geldelijke anciënniteit en de weddenschaal die hen door het Bureau werd toegekend. Onverminderd de bepalingen van het tweede lid van deze paragraaf behouden zij ook de toelagen, de vergoedingen, de premies en de andere voordelen, waarvan zij bij het Bureau het genot hadden overeenkomstig de reglementering krachtens dewelke deze verleend werden.
Zij behouden de voordelen die verbonden zijn aan hun functie slechts in zoverre de voorwaarden voor de toekenning ervan behouden blijven.
Art. 5.Uitgezonderd artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 12 augustus 2006, treedt dit besluit in werking op 1 september 2006.
Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Ambtenarenzaken, Onze Minister van Leefmilieu en Onze Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, op 22 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Vice-Eerste Minister en de Minister van Begroting, afwezig : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de Minister van Volksgezondheid, afwezig : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling, Mevr. E. VAN WEERT