gepubliceerd op 27 juli 1999
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden
20 JULI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden (II)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37, 96 en 104 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 11 september 1962 betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen en de daaraan verbonden technologie, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1968, 6 juli 1978, 2 januari 1991 en 3 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 1999 houdende benoeming van de Regeringsleden;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om onverwijld te voorzien in de organisatie van de regeringswerkzaamheden;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Zijn bevoegd voor het verlenen en het verlengen van de uitvoervergunningen, met uitzondering van deze die het voorwerp uitmaken van een Europese regelgeving inzake vergunningen en contingenten : - de Minister van Buitenlandse Zaken, voor het Waalse Gewest; - de Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, voor het Vlaamse Gewest; - de Minister van Buitenlandse Zaken, of de Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, naar gelang van de taal waarin het dossier werd ingediend.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 3 juli 1995 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 juli 1999.
Art. 4.Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT