Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 november 2006
gepubliceerd op 29 november 2006

Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het eerste bijvoegsel bij het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. Holding

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014264
pub.
29/11/2006
prom.
16/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/16/2006014264/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het eerste bijvoegsel bij het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. Holding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, gewijzigd door de Koninklijke besluiten van 14 januari 1927 en 15 januari 1954, de wetten van 2 augustus 1955, 1 augustus 1960, 4 juli 1962, 21 april 1965, 10 oktober 1967 en 24 juni 1970, het koninklijk besluit nr. 89 van 11 november 1967, het koninklijk besluit nr. 452 van 28 augustus 1988, de programmawet van 30 december 1988, de wet van 21 maart 1991 en het koninklijk besluit van 18 oktober 2004;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 3 tot 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 2005 houdende goedkeuring van het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. Holding;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven naar aanleiding van de beraadslaging op de Ministerraad van 20 juli 2006;

Gelet op het advies van de Nationale paritaire Commissie, gegeven op 23 augustus 2006;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken en van Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het als bijlage bij dit besluit gevoegde bijvoegsel bij het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. Holding wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

Bijlage bij het koninklijk besluit - N.M.B.S. Holding Eerste bijvoegsel bij het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. Holding Het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de N.M.B.S. Holding, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 5 juli 2005, wordt gewijzigd door de volgende bepalingen: 1. In artikel 26, 2e regel, moet er in de Nederlandse tekst staan " de uitrusting van de stations " in plaats van " de uitrusting van het geheel van de parkeerterreinen ".2. Alinea 3 van artikel 28 wordt vervangen door de volgende bepaling: " Een overzichtstabel bij dit plan is opgenomen in bijlage 10 ".3. Artikel 37, 2° wordt aangevuld met de volgende bepaling: " De 24 hiervoor bedoelde stations zijn opgenomen in bijlage 2bis ".4. Artikel 43 wordt vervangen door de volgende bepaling: « Art.43 43.1 Voor de uitvoering van de in het plan 2004-2007 geplande investeringen, bedoeld in artikel 28, ontvangt de N.M.B.S. Holding een toelage die ten laste is van de Rijksbegroting. 43.2 De Staat waarborgt een investeringstoelage, waarvan het globale bedrag voor de drie naamloze vennootschappen van publiek recht het volgende is: 2005 :814.897 duizend euro * waarvan 561.798 duizend euro voor Infrabel * waarvan 119.200 duizend euro voor de N.M.B.S. Holding * waarvan 133.899 duizend euro voor de N.M.B.S. 2006 : 927.579 duizend euro * waarvan 603.493 duizend euro voor Infrabel * waarvan 163.129 duizend euro voor de N.M.B.S. Holding * waarvan 160.957 duizend euro voor de N.M.B.S. 2007 : 962.862 duizend euro * waarvan 610.987 duizend euro voor Infrabel * waarvan 114.395 duizend euro voor de N.M.B.S. Holding * waarvan 237.480 duizend euro voor de N.M.B.S. 2008 : 998.222 duizend euro 2009 : 1.033.656 duizend euro 2010 : 1.069.168 duizend euro 2011 : 1.097.756 duizend euro 2012 : 1.133.425 duizend euro De voorschotten die in 2005 en in 2006 werden gestort aan de N.M.B.S. Holding en, via deze laatste, aan Infrabel en aan de N.M.B.S., worden in mindering gebracht van de bedragen die de Staat verschuldigd is aan de drie naamloze vennootschappen van publiek recht. 43.3 De tussen de Gewesten conform de wet van 22 maart 2002 houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001, overeengekomen verdeelsleutel, wordt op die globale bedragen toegepast. 43.4 Van de aan de N.M.B.S. Holding verschuldigde bedragen voor de dienstjaren 2006 en 2007, wordt een som van 7 mio euro per jaar besteed aan de financiering van de verbetering van het parkeeraanbod voor de reizigers.

Op de bedragen van de globale toelage van de drie vennootschappen van de N.M.B.S.-groep voor de jaren 2008 tot 2010 wordt, vóór enige verdeling, een som afgehouden van 7 mio euro per jaar ten gunste van de N.M.B.S. Holding voor de financiering van de verbetering van het parkeeraanbod voor de reizigers. 43.5 Op de bedragen van de globale investeringstoelage van de drie vennootschappen van de N.M.B.S.-groep worden de sommen afgehouden van 25 mio euro in 2008, 50 mio euro in 2009, 75 mio euro in 2010, 100 mio euro in 2011 en 125 mio euro in 2012. Die sommen worden besteed aan: 1°) de financiering van de gedelokaliseerde infrastructuurwerken voor de modernisering van de as Brussel-Luxemburg (lijnen 161 en 162); 2°) de financiering van de door Infrabel verschuldigde huurgelden in het kader van het project voor de Liefkenshoekspoorverbinding; 3°) de terugbetaling aan de N.M.B.S. Holding van de kosten betreffende de prefinanciering van de vijf infrastructuurprojecten die het onderwerp waren van een akkoord in het Overlegcomité Staat - Gewesten van 07 december 2005, met name: spoorweginstallaties in de Haven van Zeebrugge; spoorweginstallaties in de Haven van Brussel; station Gosselies; parking te Louvain-La-Neuve; verbetering van de verbinding Brussel - Luxemburg (gelokaliseerde werken).

Vanaf 2013 wordt er verder elk jaar een maximumbedrag van 125 mio euro afgehouden van de globale investeringstoelage van de drie vennootschappen van de N.M.B.S.-groep om te worden besteed aan de investeringen van het voorgaande punt tot de volledige voltooiing van het project 1°) hiervoor, voor de betaling van de verschuldigde huurgelden van het project 2°) hiervoor en voor de volledige terugbetaling van het kapitaal en de interesten van de geprefinancierde projecten van 3)° hiervoor. Zodra het kapitaal en de interesten van de geprefinancierde projecten van 3°) hiervoor volledig zijn terugbetaald, wordt die afhouding begrensd tot het bedrag dat vereist is voor de projecten 1°) en 2°) hiervoor.

De beschikbaarheidsvergoeding die door Infrabel verschuldigd is in het kader van de overeenkomst van publiek-private samenwerking voor het project Liefkenshoekspoorverbinding, zal gefinancierd worden door een bijzondere investeringstoelage via een afzonderlijk te creëren basisallocatie. De jaarlijkse kredieten op deze basisallocatie zullen vastgesteld worden in functie van de financiële verbintenissen opgenomen in het betreffende contract, en in mindering worden gebracht van de investeringstoelage van de drie NV's van publiek recht hierboven vermeld, zoals hierboven uiteengezet.

De interestlasten en kapitaalsaflossingen in het kader van de vijf infrastructuurprojecten bedoeld in paragraaf 1,3°, zullen gefinancierd worden door een bijzondere investeringstoelage via een afzonderlijk te creëren basisallocatie. De jaarlijkse kredieten op deze basisallocatie zullen vastgesteld worden in functie van de financiële verbintenissen opgenomen in de betreffende contracten, en in mindering gebracht van de investeringstoelage van de drie NV's van publiek recht hierboven vermeld, zoals hierboven uiteengezet.

Alle projecten waarin de Gewesten tussenkomen zullen zonder uitstel gerealiseerd worden, met inachtname van het principe van gelijktijdigheid zoals bepaald door het Overlegcomité op 7 december 2005, en rekening houdend met de stand van de voorbereiding van de verschillende betrokken projecten. 43.6 De procedure voor de herziening van de verdeling van de globale toelage tussen de drie naamloze vennootschappen van publiek recht valt onder de procedure, beschreven in artikel 29, betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse investeringsprogramma en de aanpassing ervan. Ze geeft aanleiding tot een eventuele regularisatie van de betaling tussen de drie vennootschappen. De bewijzen van die overdrachten worden medegedeeld aan het DGVL. Tegen 31 maart 2007 moet de N.M.B.S. Holding bij de Minister van Overheidsbedrijven en de Minister van Mobiliteit, met de goedkeuring van de N.M.B.S. en Infrabel, een voorstel indienen voor de verdeling van de voornoemde globale kredieten voor ieder jaar van 2008 tot 2012. 43.7 Alle in dit artikel vermelde bedragen zijn uitgedrukt in euro's 2005 en worden geïndexeerd volgens het principe dat is beschreven in bijlage 6 punt II. " 5. Een artikel 44bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd: « Art.44bis. - In het kader van de financiering van het financieringssaldo voor de verwezenlijking van de HST ten belope van 268.500 duizend euro, waarborgt de Staat de betaling van de interestlasten en de kapitaalsaflossingen overeenkomstig het contract tussen de Staat en de N.M.B.S. Holding, getekend op 9 oktober 2006 " Het tijdschema van de lasten staat in bijlage 11 " 6. De laatste zin van de derde alinea van artikel 45 wordt vervangen door : « De middelen van het GEN-Fonds dienen eveneens om het aandeel van de Staat te dekken in de werkingskosten van het Permanent secretariaat van het GEN ( artikel 11, 5° alinea van de Overeenkomst GEN van 4 april 2003) en in de studiekosten (artikels 13 en 28 van dezelfde Overeenkomst).Het aandeel van de Staat in het Permanent Secretariaat mag maximaal de kost van één voltijds equivalent personeelslid van rang A vertegenwoordigen, vermeerderd met de gangbare werkingskost.

Het aandeel van de Staat in de studiekosten en projecten bedoeld in artikel 13 zal maximaal 1.500.000 euro bedragen over de volledige periode van 2006 tot en met 2010. " 7. In alinea 2 van artikel 45, worden de woorden " worden overgemaakt" vervangen door de woorden " zullen worden overgemaakt" 8.In alinea 6 van artikel 45, worden de woorden " die haar door de Staat zijn toevertrouwd " vervangen door de woorden " die haar zullen zijn overgemaakt " 8bis. De eerste alinea van het artikel 45 wordt vervangen door : « De Staat zal het GEN Fonds geleidelijk blijven aanvullen totdat het bedrag van 1.612 miljoen euro (euros 2001) bereikt is. De berekeningswijze en het tijdspad van de verdere stortingen zullen in september 2006 in overleg vastgesteld worden. " 9. Artikel 46 wordt vervangen door de volgende bepaling: « Art.46. - GEN-investeringen De bedoelde investeringen, ten laste van de N.M.B.S. Holding, zijn de inrichting van de stations buiten de perrons, onderdoorgangen en voetbruggen (gebouwen, parkings, fietsenstallingen, omgeving,...) die zich, binnen de GEN-perimeter, bevinden op de drie lijnen die op vier sporen zullen worden gebracht (L50A, L124 en L161) alsook op de L36 (baanvak Leuven - Brussel-Noord).

Ten laste van de in artikel 45 voorziene financiering wordt aan de N.M.B.S. Holding een maximumbedrag ter beschikking gesteld van: * 2.300 duizend euro in 2005 * 5.900 duizend euro in 2006 * 3.700 duizend euro in 2007.

Die bedragen, uitgedrukt in euro's 2005, kunnen worden herzien in het kader van de onder artikel 29 beschreven procedure betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse investeringsprogramma en de aanpassing ervan.

Tegen 31 maart 2007 moet de N.M.B.S. Holding bij de Minister van Overheidsbedrijven, met de goedkeuring van de N.M.B.S. en Infrabel, een voorstel indienen voor de toekenning van de kredieten aan elk van de drie vennootschappen voor ieder jaar van 2008 tot 2012. 10. Artikel 48 wordt vervangen door de volgende bepaling: « Art.48. - De N.M.B.S. Holding ontvangt, ten laste van de Rijksbegroting, een jaarlijkse exploitatietoelage van 165.030 duizend euro 2005 die bijdraagt tot het dekken van de kosten bij de uitvoering van de volgende van haar opdrachten van openbare dienst: - veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het spoorwegdomein; - beheer van de stations en aanhorigheden (parkings inbegrepen); - behoud van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie; - vervullen van de in artikelen 34 en 35 opgesomde behoeften van de Natie; - opdrachten die in de artikelen 2 en 9 beschreven zijn.

Vanaf 2006, zal deze exploitatietoelage worden verhoogd met 7,2 miljoen euro 2005 ter compensatie van de gemaakte kosten bij het vervullen van de veiligheidsopdrachten die de N.M.B.S. Holding uitvoert met het personeel dat ze speciaal heeft moeten aanwerven en opleiden. Vanaf het dienstjaar 2007 zullen de rekeningen van de N.M.B.S. Holding de reële kost van die veiligheidsopdrachten afzonderlijk kunnen weergeven.

Deze toelage wordt evenwel verminderd ten belope van, enerzijds, 23,78% van de kosten bedoeld in de artikelen 52 en 66 betreffende het personeel van de Technische Steundienst voor Spoorvervoer tot het einde van zijn activiteiten in 2005 en, anderzijds, van 23,78% van het geheel van de kosten van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen, voor een maximaal effectief van 25 voltijdse equivalenten, zoals beschreven in bijlage 12. De werkingskosten van DVIS mogen niet hoger zijn dan 35.000 euro 2005 per voltijds equivalent.. Het DGVL zal de taken van de DVIS en zijn behoeften nader bepalen in overleg met de N.M.B.S. Holding. De compensatie op de toelage van de N.M.B.S. Holding zal, op deze wijze, beter worden afgebakend in het kader van het volgende beheerscontract.

Vanaf 2006 wordt deze exploitatietoelage tevens verhoogd met 10 miljoen euro 2006, bestemd voor o.a. de opleiding van het rijdend personeel. De N.M.B.S. Holding zal een jaarlijks verslag opstellen over het gebruik van dit bedrag en over de evolutie van de behoeften.

Vanaf het laatste kwartaal 2006 wordt deze exploitatietoelage tevens verhoogd met 3,8 miljoen euro 2006 op jaarbasis, voor de helft bestemd voor de veiligheid en voor de helft voor de opleiding van het rijdend personeel.

De exploitatietoelage wordt geïndexeerd overeenkomstig bijlage 6 punt I. Het in de eerste paragraaf voorziene bedrag werd vastgesteld op basis van de toekomstige ontvangsten en uitgaven van de N.M.B.S. Holding zoals opgenomen in het geconsolideerd ondernemingsplan 2006-2007 van de N.M.B.S.-Groep dat aan de Minister van Overheidsbedrijven werd overgemaakt op 9 februari 2006. Deze omvatten meer bepaald de diensten verleend in toepassing van artikel 4 van het huidige beheerscontract.

De N.M.B.S. Holding engageert zich om deze contracten verder te blijven beheren in overeenstemming met het vermelde artikel. 11. Alinea 4 van artikel 49 wordt vervangen door de volgende bepaling: Voor de jaren 2006 tot 2010 is de raming van dit bedrag in euro's 2005 voor de drie overheidsbedrijven van de groep als volgt: 2006 : 4.404 duizend euro 2007 : 13.592 duizend euro 2008 : 13.592 duizend euro 2009 : 36.445 duizend euro 2010 : 50.760 duizend euro. " Van die globale bedragen, en vóór enige verdeling, wordt een som van 4.404 duizend euro 2005 jaarlijks gereserveerd ten gunste van de N.M.B.S. om het rollend materieel te financieren. " 12. In alinea 6 van artikel 49 worden de woorden " 31 december 2005 " vervangen door de woorden " 31 oktober 2006 ". 13. Artikel 50 wordt vervangen door de volgende bepaling: « Uit hoofde van de bijdrage tot de kosten voor arbeidsongevallen stort de Staat aan de N.M.B.S. Holding een som die berekend is conform de gemeenschappelijke regels voor de normalisering van de rekeningen van de spoorwegen die voortvloeien uit de verordening (EEG) 1192/69 van 26 juni 1969 van de Raad van de EEG en zoals ze golden op het ogenblik dat de vroegere N.M.B.S. bij de autonome overheidsbedrijven werd ingedeeld.

Verder blijft de Staat de pensioenlasten van N.M.B.S. Holding compenseren voor de jaren 2005 en 2006 overeenkomstig de gemeenschappelijke regels voor de normalisering van de rekeningen van de spoorwegen die voortvloeien uit de verordening (EEG) 1192/69 van 26 juni 1969 van de Raad van de EEG en zoals ze golden op het moment dat de vroegere N.M.B.S. bij de autonome overheidsbedrijven werd ingedeeld.

In afwachting van de overdracht met ingang van 1 januari 2007 van de verplichtingen van de N.M.B.S. Holding bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 december 2005 betreffende de overdracht van de pensioenverplichtingen van de N.M.B.S. Holding door de Belgische Staat, zal de Staat, voor het boekjaar 2006, de pensioenuitgaven die niet gecompenseerd worden in toepassing van de voornoemde Verordening (EEG) nr. 1192/69, te zijnen laste nemen, in het kader van de financiering van de lasten van het Pensioenfonds van de N.M.B.S. Holding van toepassing op 31 december 2005. Deze overname ging gepaard met een compensatie.

Vanaf het dienstjaar 2007 draagt de Staat rechtstreeks de pensioenlasten met betrekking tot het statutair personeel van de N.M.B.S. Holding en hun rechthebbenden, in toepassing van het voornoemde koninklijk besluit. " 14. Artikel 54 wordt aangevuld met de volgende bepaling: « De storting van de schijf van december is beperkt tot 75 %, waarbij het saldo wordt gestort door de Staat, overeenkomstig de bepalingen van artikel 60." 15. Artikel 57 wordt vervangen door de volgende bepaling: « Art.57. - Pensioenlasten en arbeidsongevallen De in artikel 50 voorziene toelage voor de dienstjaren 2005 en 2006 betreffende de normalisatie van de pensioenlasten en de lasten verbonden aan arbeidsongevallen wordt integraal aan de N.M.B.S. Holding gestort overeenkomstig het tijdschema in artikel 56.

Vanaf het dienstjaar 2007 wordt de toelage betreffende de normalisatie van de lasten verbonden aan de arbeidsongevallen integraal gestort aan de N.M.B.S. Holding op basis van een rechtvaardiging rekening houdend met het algemene stelsel dat van toepassing is op de andere ondernemingen. De betaling gebeurt binnen zestig dagen vanaf de goedkeuring van de jaarrekeningen door de Algemene Aandeelhoudersvergadering van de N.M.B.S. Holding. " 16. Artikel 64 wordt aangevuld met de volgende bepalingen: « De N.M.B.S. Holding onderschrijft de gemeenschappelijke doelstelling om tegen 30 juni 2009 en voor de latere dienstjaren, ten opzichte van 30 juni 2008, de geconsolideerde netto financiële schuld van de N.M.B.S.-groep te stabiliseren volgens de in 2008 geldende boekhoudnormen, buiten de impact van de HST-financiering (saldo van de vordering van Infrabel met betrekking tot de bijdrage van Nederland en het saldo van HST-Fin + de HST-lening 282,5 mio), buiten de impact van de alternatieve prefinancieringen zoals beslist door het Overlegcomité van 11 oktober 2005 en van 7 december 2005 alsook buiten de impact van elke eventuele schuld die op de balans van Infrabel of van de Holding zou moeten worden geboekt ingevolge de toepassing van de IFRS-normen wat de publiek-private samenwerkingsoperaties betreft voor de projecten Diabolo en Liefkenshoekspoorverbinding. Deze doelstelling kadert in de naleving van het geconsolideerd ondernemingsplan 2006-2007 van de N.M.B.S.-groep, dat aan de Minister van Overheidsbedrijven werd overgemaakt op 9 februari 2006. " De laatste zin van artikel 64 wordt geschrapt. 17. Artikel 69 wordt aangevuld met de volgende bepalingen: « De N.M.B.S. Holding verleent vrije toegang tot haar domein aan de degelijk gemandateerde leden van de dienst Regulering van het Spoorvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal, in het kader van hun opdracht voor regulering van het spoorvervoer, overeenkomstig de veiligheidsconsignes. " 18. Een artikel 71bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd: « Art.71bis. - In het geval dat de Staat gehouden zou zijn tot een gedeeltelijke of volledige terugbetaling van een door de Europese Commissie gestorte subsidie ten gunste van de N.M.B.S. Holding, gaat deze laatste zelf over tot de terugbetaling en tot de uitvoering van enige andere beschikking die daaraan zou verbonden zijn. » 19. Een bijlage 2bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd: BIJLAGE 2bis LIJST VAN DE STATIONS DIE IN TE RICHTEN ZIJN VOLGENS HET CONCEPT VAN VOLLEDIGE TOEGANKELIJKHEID - Aalst - Antwerpen-Centraal - Brussel-Centraal - Brussel-Luxemburg - Brussel-Zuid - Brussel-Nationaal-Luchthaven - Brussel-Noord - Brugge - Charleroi-Sud - Etterbeek - Gent-Dampoort - Gent-St.-Pieters - Halle - Leuven - Liège-Guillemins - Lokeren - Louvain-la-Neuve - Mons - Namur - Oostende - Roeselare - Sint-Niklaas - Torhout - Verviers-Central 20. Een bijlage 10, luidend als volgt, wordt ingevoegd: BIJLAGE 10 GEHARMONISEERD GEMEENSCHAPPELIJK INVESTERINGSPLAN 2005-2007 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 21.Een bijlage 11, luidend als volgt, wordt ingevoegd : BIJLAGE 11 Tijdschema van de lasten met betrekking tot het financieringssaldo van de verwezenlijking van de HST Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Jaarlijks betaalbaar op 30 juni 22. Een bijlage 12, luidend als volgt, wordt ingevoegd : BIJLAGE 12 Het kader van DVIS in voltijdse equivalenten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^