Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2013
gepubliceerd op 27 december 2013

Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten. - Addendum

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2013000831
pub.
27/12/2013
prom.
07/11/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten. - Addendum


In het Belgisch Staatsblad van 29 november 2013, derde editie, op bladzijde 94198, dient, na het verslag aan de Koning, het advies n° 53.950/2/V van de Raad van State, gegeven op 21 augustus 2013, te worden gepubliceerd.

ADVIES 53.950/2/V VAN 21 AUGUSTUS 2013 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `BETREFFENDE DE STRATEGISCHE VEILIGHEIDS- EN PREVENTIEPLANNEN EN VAN DE DISPOSITIEVEN GEMEENSCHAPSWACHTEN' Op 25 juli 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten'.

Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 21 augustus 2013.

De kamer was samengesteld uit Robert Andersen, eerste voorzitter van de Raad van State, Pierre Vandernoot en Michel Pâques, staatsraden, Yves De Cordt, assessor, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Benoît Jadot, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 21 augustus 2013.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande vormvereisten Uit artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten `betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' volgt dat in principe elk ontwerp van koninklijk besluit aanleiding moet geven tot een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren.

Luidens artikel 19/1, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, zijn de enige gevallen waarin zo een voorafgaand onderzoek niet hoeft plaats te vinden, die welke zijn bepaald bij een hiertoe vastgesteld koninklijk besluit. Bij de huidige stand van zaken zijn deze gevallen vastgesteld bij het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/11/2012 numac 2012022380 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 05/10/2012 numac 2012000592 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende toekenning van een federale dotatie aan de prezones bedoeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012000591 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 03/10/2012 numac 2012000593 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 25/09/2012 numac 2012002051 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 02/10/2012 numac 2012000590 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 2006 tot vaststelling van het model van de identificatiekaart, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid sluiten houdende uitvoering van de voornoemde bepaling van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten. Het voorliggende ontwerpbesluit valt onder geen enkel geval van vrijstelling waarin het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/11/2012 numac 2012022380 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 05/10/2012 numac 2012000592 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende toekenning van een federale dotatie aan de prezones bedoeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012000591 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 03/10/2012 numac 2012000593 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 25/09/2012 numac 2012002051 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 02/10/2012 numac 2012000590 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 2006 tot vaststelling van het model van de identificatiekaart, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid sluiten voorziet.

Er is verzuimd in het dossier dat aan de Raad van State is overgezonden enig stuk op te nemen dat aantoont dat het voorafgaand onderzoek, vereist door artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten, is gevoerd.

De gemachtigde van de minister heeft bevestigd dat dit vormvereiste niet is vervuld.

Er moet dus worden op toegezien dat dit voorafgaand vormvereiste naar behoren wordt vervuld.

Algemene opmerkingen 1. Luidens het opschrift betreft het ontwerpbesluit "de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de (lees : en de) de dispositieven Gemeenschapswachten". Terwijl uit de bepalingen van het ontwerpbesluit duidelijk blijkt dat het besluit ertoe strekt de toekenning te regelen van financiële toelagen aan de gemeenten om strategische veiligheids- en preventieplannen op te stellen en uit te voeren, bevat het besluit bijna geen enkele bepaling die specifiek betrekking heeft op de "dispositieven Gemeenschapswachten" vermeld in het opschrift.

Er is, in de bijlage bij het ontwerpbesluit, hooguit sprake van een toelage "Gemeenschapswachten dispositief Activa 346" en van een toelage "Gemeenschapswachten dispositief 90 Activa". In de bijlage wordt het bedrag van deze toelagen voor verschillende gemeenten vastgesteld. Geen enkele bepaling van het ontwerpbesluit stelt echter specifiek de regels vast volgens welke deze toelagen worden toegekend.

Het ontwerpbesluit moet bijgevolg worden aangevuld. 2. Om in het ontwerpbesluit de regels terug te vinden die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag van de financiële toelage toegekend aan de gemeenten bedoeld in artikel 2, moeten, naar het zich laat aanzien, enerzijds de bepalingen in artikel 6, dat naar de bijlage verwijst, en anderzijds de bepalingen in artikel 19, § 2, in onderling verband worden gelezen. Indien zulks inderdaad de bedoeling is, moeten de bepalingen van artikel 6 en van artikel 19, § 2, duidelijkheidshalve in een enkele bepaling worden samengebracht.

Indien dat niet zo is, moet in het ontwerpbesluit duidelijker worden verwoord wat de bedoeling is. 3. Door te bepalen dat bij de aanwending van de toelage "de regels inzake Rijkscomptabiliteit [moeten worden nageleefd]", doet artikel 8, eerste lid, niets anders dan memoreren dat regels die hoe dan ook gelden, in acht genomen moeten worden - inzonderheid de regels die worden gegeven in de artikelen 121 tot 124 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten `houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat'. Door te bepalen dat "de gemeenten (...) hun uitgaven [rechtvaardigen] en dit voor elk jaar dat zij de financiële hulp kregen toegekend", doet artikel 14 evenmin iets anders dan een regel memoreren die reeds voortvloeit uit artikel 121, derde lid, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten.

Dergelijke herhalingen zijn nutteloos. Het herinneren aan de verplichting om regels te respecteren die voortvloeien uit wetgevende bepalingen heeft ook het nadeel dat verwarring kan ontstaan over de precieze juridische aard van de betrokken regel.

Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien. 4. Artikel 10 voorziet in de mogelijkheid een uitgave te weigeren "in geval van niet-naleving van de bepalingen voorzien in het koninklijk besluit van uitvoering tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële hulp". Voor het ogenblik bepaalt een koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de steden en gemeenten die begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan sluiten de nadere regels voor de toekenning, de aanwending en de controle van de financiële hulp van de steden en gemeenten waarvoor een strategisch veiligheids- en preventieplan geldt.

Er moet echter worden opgemerkt, enerzijds, dat verschillende bepalingen van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de steden en gemeenten die begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan sluiten (1) verwijzen naar een regeling - het koninklijk besluit van 7 december 2006 `betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen' - die door het ontworpen besluit wordt opgeheven, en, anderzijds, dat het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de steden en gemeenten die begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan sluiten voornamelijk bedoeld was om slechts te worden toegepast van 2007 tot 2010 (2).

Er kan dus niet zonder meer naar dat besluit worden verwezen, althans niet zonder het te wijzigen.

Volgens de gemachtigde van de minister zou de steller van het ontwerp van plan zijn het voornoemde koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de steden en gemeenten die begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan sluiten te vervangen.

In die omstandigheden is het beter dat het ontwerpbesluit zelf de nadere regels vaststelt voor de toekenning, de aanwending en de controle van de financiële hulp van de steden en gemeenten waarvoor een strategisch veiligheids- en preventieplan geldt, veeleer dan voor deze regels naar een apart koninklijk besluit te verwijzen.

Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien. 5. De machtigingen die het ontwerpbesluit aan de minister van Binnenlandse Zaken verleent om "de eventuele modaliteiten voor de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de ontvangen toelage vast [te stellen] in geval de waargenomen resultaten uitblijven of niet toereikend zijn" (artikel 13) en om "de precieze inhoud en de voorstellingsmodaliteiten" te bepalen van de evaluatie bepaald in hoofdstuk IV (artikel 17), zijn te ruim. Overeenkomstig artikel 69, eerste lid, van de wet van 30 maart 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/1994 pub. 27/01/2015 numac 2015000029 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 30/03/1994 pub. 07/02/2012 numac 2012000056 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 30/03/1994 pub. 25/07/2011 numac 2011000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten, behoort de Koning de algemene regels vast te stellen die in deze aangelegenheden gelden. Indien nodig kunnen bijkomende regels worden vastgesteld in overeenkomsten, te sluiten tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de gemeenten, overeenkomstig artikel 69, tweede lid, van dezelfde wet.

Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien.

Bijzondere opmerkingen Dispositief Artikel 2 Luidens de toelichtingen die de gemachtigde van de minister heeft verstrekt, wordt de "welvaartsindex" jaarlijks bepaald op basis van een studie "Fiscale statistiek van de inkomens", opgemaakt door de "FOD Economie, K.M.O, Middenstand en Energie".

In de ontworpen tekst moet worden aangegeven dat daadwerkelijk van dat document moet worden uitgegaan.

Artikel 3 1. De bepaling onder 1° maakt gewag van de "kadernota integrale veiligheid". In zoverre geen enkele normatieve tekst in dat document voorziet, moet worden aangegeven hoe de adressaten van het ontwerpbesluit er kennis van kunnen nemen. 2. In de bepaling onder 2° moet worden gepreciseerd dat de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties 24 juni 2013 is gedagtekend.3. Wat de bepaling onder 3° betreft, moet in het verslag aan de Koning worden aangegeven wat moet worden verstaan onder "techno-preventieve tools". Artikel 4 Luidens de voorliggende bepaling "nemen" de gemeenten hun prioriteiten "over in hun overeenkomsten", worden "deze overeenkomsten (...) voor analyse en goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken voorgelegd" (3) en bepaalt "de Minister van Binnenlandse Zaken (...) de praktische modaliteiten voor indiening van de overeenkomsten".

Aldus geformuleerd, geeft deze bepaling niet of onvoldoende weer dat over de inhoud van de overeenkomsten moet worden onderhandeld tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de gemeenten, en dat zolang de twee partijen er niet mee hebben ingestemd een overeenkomst te sluiten, enkel gewag kan worden gemaakt van een ontwerp van overeenkomst en niet van de overeenkomst zelf.

De tekst moet dienovereenkomstig worden herzien.

Artikel 5 Luidens paragraaf 1 "kan de gemeente haar werk uitbreiden tot buiten het gemeentelijke grondgebied".

Om een beperking van het beginsel van de gemeentelijke autonomie (4), die deze bepaling meebrengt, mogelijk te maken, is een wettekst nodig.

Het ontbreekt in dezen aan een dergelijke tekst.

Paragraaf 1 moet dus worden weggelaten.

Artikel 11 De eerste zin is geformuleerd in bewoordingen die de indruk kunnen wekken dat de Staat bij het ondertekenen van de overeenkomst aan de ondertekenende gemeente een voorschot van 80 % moet storten op het totale bedrag van de toelage waarop deze gemeente recht heeft voor de periode van vier jaar waarop de overeenkomst betrekking heeft.

Uit de toelichtingen die de gemachtigde van de minister heeft verstrekt, blijkt echter dat zulks niet de bedoeling is, maar wel om "de procéder, chaque année, au versement d'une avance correspondant à 80 % du montant annuel prévu pour les communes bénéficiaires".

De tekst moet dienovereenkomstig worden herzien.

Artikel 19 De precieze strekking van paragraaf 1 komt niet duidelijk naar voren.

Indien, zoals mogelijk uit de tekst kan worden opgemaakt, deze bepaling de minister van Binnenlandse Zaken in de mogelijkheid stelt een overeenkomst die onder het ontwerpbesluit valt, te sluiten met een gemeente die niet voldoet aan de voorwaarden van de bepalingen onder 1° en 2° van artikel 2, rijst de vraag of het ontwerpbesluit aldus niet op kritiek stuit ten aanzien van de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en non-discriminatie. Hoe dan ook en onder voorbehoud van wat zo-even gesteld is, vraagt de afdeling Wetgeving zich ook af op basis van welke regels het bedrag van de toelage wordt vastgesteld waarop de gemeenten waarvoor paragraaf 1 geldt, aanspraak zouden kunnen maken.

Het ontwerp moet dienovereenkomstig worden herzien.

Artikel 20 Het koninklijk besluit van 12 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/06/2013 pub. 21/06/2013 numac 2013000417 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de verlenging 2013 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 en van de dispositieven Gemeenschapswachten sluiten waarnaar de voorliggende bepaling verwijst, heeft, luidens de formulering van het opschrift ervan, betrekking op "de verlenging 2013 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 en van de dispositieven Gemeenschapswachten". Zoals artikel 2 van dat besluit aangeeft, worden "[d]e strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 (...) vanaf 1 juli 2013 voor een periode van 6 maanden verlengd".

Gelet op het feit dat de strekking van het koninklijk besluit van 12 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/06/2013 pub. 21/06/2013 numac 2013000417 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de verlenging 2013 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 en van de dispositieven Gemeenschapswachten sluiten in de tijd is beperkt, is het de afdeling Wetgeving niet duidelijk hoe dit besluit van kracht kan "blijven", zoals de voorliggende bepaling stelt, niet alleen voor het jaar 2013 maar ook voor de vorige jaren.

De voorliggende bepaling moet dienovereenkomstig worden herzien. (1) Zie de artikelen 9 en 10 van dat besluit.(2) Zie bijvoorbeeld de artikelen 8, 14, § 1, en 26, alsook de bijlagen 1 en 5 van dat besluit.(3) In de Franse versie schrijve men "au Ministre de l'Intérieur" in plaats van "à la Ministre de l'Intérieur".(4) Dit beginsel vloeit voort uit de artikelen 41 en 162 van de Grondwet. De griffier, C. Gigot.

De eerste voorzitter, R. Andersen.

^