Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 december 2013
gepubliceerd op 31 december 2013

Ministerieel besluit tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2014-2017

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2013000853
pub.
31/12/2013
prom.
24/12/2013
ELI
eli/besluit/2013/12/24/2013000853/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 DECEMBER 2013. - Ministerieel besluit tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2014-2017


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapwachten, Besluit : TITEL I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder : 1° Administratie : de Algemene Directie Veiligheid en Preventie.2° Gemeente : stad of gemeente die over een plan beschikt.3° Lokaal adviseur : lid van de Administratie belast met het ondersteunen en het opvolgen van de lokale besturen bij de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van hun integraal en geïntegreerd veiligheids- en preventiebeleid.4° plan : strategisch veiligheids- en preventieplan.5° onveiligheidsgevoel : evaluatie door het individu van de persoonlijke risico's die hij loopt en de angst dat hijzelf, of één van zijn naasten, het slachtoffer zal worden van een gewelddaad; algemene bezorgdheid met betrekking tot de gevolgen van de criminaliteit op de samenleving. 6° geïntegreerde en integrale aanpak : benadering die beoogt een fenomeen, een problematiek in zijn totaliteit aan te snijden en dit via verschillende coherente en op elkaar afgestemde instrumenten en maatregelen zowel gericht op preventie, als op repressie en nazorg.7° SWOT-analyse : instrument dat de werkzaamheden en prestaties van een dienst, een fenomeen in kaart brengt om het vervolgens te verbeteren en dit aan de hand van vier dimensies : sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen.8° gewelddadige radicaliseringsproces : proces, waarbij een individu of een groep van individuen op dusdanige wijze wordt beïnvloed, dat dit individu of deze groep van individuen mentaal gevormd wordt of bereid is tot het plegen van terroristische handelingen;9° extremisme : racistische, xenofobe, anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtsstaat;10° sociale overlast : factoren van het stadsleven waarvan de openbare uiting leidt tot een onveiligheidsgevoel en zich vertaalt in milieubederf en een achteruitgang van het sociaal weefsel.Het betreft de inbreuken op de burgerlijke wellevendheid voorzien door de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; 11° vastlegging : handeling waarbij de gemeente een verplichting jegens haar doet ontstaan of constateert die tot een begrotingslast, een schuld of uitgave ten laste van het gemeentebudget leidt. De uitgevoerde vastlegging vervult de goedkeuring en vermindert de beschikbare kredieten om vast te leggen. De betalingen die eventueel gebeuren in de loop van latere boekjaren zijn het gevolg van de vastlegging die een vervulling blijft van het boekjaar waarin deze is tussengekomen.. 12° saldo : verschil tussen het bedrag van het toegekende jaarlijks krediet en het bedrag dat gerechtvaardigd en toegekend wordt na financiële controle. 13°. bestemming : onder « bestemmingsbeginsel » moet worden verstaan het feit dat de toegekende kredieten verdeeld worden in categorieën van uitgaven, te weten in personeelskosten, administratiekosten, reiskosten, uitrustings- en opleidingskosten en investeringen. 14° in aanmerking komende uitgaven : vastgestelde uitgaven of voorziene uitgaven door middel van overeenkomst of afwijkend schriftelijk akkoord.15° opportune uitgave : een uitgave wordt als « opportuun » beschouwd zodra er een rechtstreeks verband bestaat tussen één of meerdere operationele doelstellingen van het plan.16° bewijsdocumenten : facturen die uitgaan van externe leveranciers, bestelbons die van de gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen, interne facturen en andere documenten gepreciseerd in de bijlage 3 waarin de praktische modaliteiten voor de verantwoording van de uitgaven staan.17° betalingsbewijs : kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document, of ieder ander document vermeld in de bijlage 3 dat bewijs levert dat de uitgaven betaald werden. TITEL II. - Projectoproep en prioriteiten HOOFDSTUK I. - Indieningsmodaliteiten & Inhoud

Art. 2.De plannen worden afgesloten van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017 en de periode tot indiening is vastgelegd tot en met 31 maart 2014.

Art. 3.Op straffe van niet-ontvankelijkheid, dienen de gemeenten de volgende documenten in : 1° de lokale veiligheidsdiagnostiek;2° het modelplan;3° de beslissing van de Gemeenteraad.

Art. 4.De gemeenten respecteren de specifieke indieningsprocedures zoals uitgewerkt door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

Art. 5.De gemeente dient zijn lokale veiligheidsdiagnostiek in, volgens een vaste structuur waarin volgende elementen worden opgenomen : de inleiding (voorstelling van de gemeente, partners, SWOT-analyse, leden van het redactiecomité); de analyse (methode van inzamelen gegevens, periode van de verzamelde gegevens, de gegevens); de conclusies (lijst vastgestelde fenomenen, gekozen prioriteiten, motivatie voor elke gekozen prioriteit) en de bijlagen.

Art. 6.Op basis van haar Lokale Veiligheidsdiagnostiek stelt de gemeente een volledige lijst op van fenomenen die aanwezig zijn op hun territorium, kiest de prioriteiten die ze wenst te ontwikkelen in het kader van haar plan en motiveert haar keuze.

Art. 7.In het kader van hun algemene doelstellingen zoals beoogd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven van Gemeenschapswachten en behoudens beperkende bepalingen voorgeschreven door de artikelen 8 en 9 van het huidig besluit, moeten deze plannen één of meerdere van de volgende fenomenen (en/of onveiligheidsgevoelens voorkomen), aan het licht brengen en verminderen met betrekking tot : - de inbreuken op de burgerlijke wellevendheid voorzien door de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; - Geweld (geweld tegenover kinderen (hieronder verstaat men gewelddadige jeugdcriminaliteit en het geweld in de schoolomgeving), seksuele delinquentie, partnergeweld, geweld tegenover oudere personen, geweld tegen holebi's en transgenders, intrafamiliaal geweld, eergerelateerd geweld en de gedwongen huwelijken, geweld tegenover de representatieve overheidsfuncties, geweld in het openbaar vervoer, geweld tijdens evenementen en publieke gebeurtenissen, geweld gepleegd door stadsbendes, etc...); - de criminaliteit tegen goederen (inbraak, afpersing, diefstal met geweld, gewapende diefstal, diefstal van en in auto's, gauwdiefstal, diefstal door middel van list, fietsdiefstal, winkeldiefstal); - racisme, discriminatie en extremisme; - de gewelddadige radicalisering (Detectie, toezicht, opvolging en strijd tegen gewelddadige radicalisering en gewelddadige radicale groepen of verenigingen; strijd tegen terrorisme (en de financiering ervan)); - de georganiseerde misdaad (de aanpak van de criminele organisaties, de aanpak van rondtrekkende dadergroepen, de georganieerde misdaad met betrekking tot de mensenhandel, de georganiseerde misdaad met betrekking tot de illegale wapenhandel, de drugshandel enz.); - De inbreuken, misdrijven en misdaad inzake drugs of drugsgerelateerd (de productie en handel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs, de publieke overlast te wijten aan het drugsgebruik, enz.); - de cybercriminaliteit en de andere vormen van misbruik van informatie en technologie (informaticacriminaliteit, cyberhate, stalking via het internet, radicalisme via het internet, criminaliteit via internet, identiteitsfraude, enz.). - De veiligheid op de weg. - de financiële, economische, fiscale, sociale fraude en corruptie (fiscale, sociale en economische fraude, corruptie, namaark en afvalfraude, het witwassen, enz.);

Art. 8.De preventie, de opsporing en de beperking van de openbare overlast verbonden aan drugsgebruik en/of het bijhorende onveiligheidsgevoel liggen niet in de lijn van een filosofie van primaire preventie en ook niet binnen een medisch-therapeutische benaderingswijze, zoals beschreven in de Ministeriële omzendbrief PREV 30.

Art. 9.De preventie, opsporing en beperking van de gewelddadige radicalisering en/of het bijhorende onveiligheidsgevoel moeten in de lijn liggen van de krachtlijnen van het federaal plan ter voorkoming van gewelddadige radicalisering.

Art. 10.§ 1. Voor de fenomenen vermeld in art. 7, passen de strategische doelstellingen ontwikkeld door de gemeenten in het kader van de volgende mogelijkheden : 1° verminderen van het risicogedrag.2° inwerken op de criminogene omstandigheden en omgeving.3° potentiële daders van overtredingen ontraden.4° de resocialisatie van druggebruikers bevorderen.5° de resocialisatie van probleemjongeren bevorderen.6° een geïntegreerde en integrale aanpak bevorderen.7° de sociale controle bevorderen.8° de negatieve gevolgen gelinkt aan slachtofferschap doen afnemen.9° buurtinformatienetwerken ontwikkelen § 2.Voor de coördinatie van het plan, moeten volgende strategische doelstellingen integraal vermeld worden : 1° een goede administratieve, logistieke en financiële werking van het plan en opvolging met de subsidiërende autoriteiten verzekeren.2° een samenwerkingsverband tussen de verschillende lokale preventie-acties en een afstemming met de zonale politionele preventie verzekeren.3° een permanent evaluatieproces van het plan verzekeren.4° verzekeren van informatie naar de bevolking.

Art. 11.De operationele doelstellingen zijn specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdsgebonden.

Art. 12.Het voorgelegde plan moet leiden tot aantoonbare kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en moet opgesplitst worden in indicatoren.

Art. 13.De indicatoren en de verwachte resultaten van het plan hebben hoofdzakelijk betrekking op de operationele doelstellingen. HOOFDSTUK II. - Uitvoering

Art. 14.De Algemene Directie Veiligheid en Preventie verbindt er zich toe om de lokale overheden te ondersteunen en te begeleiden in de uitvoering van hun plan, met name door het organiseren van studie- en informatiedagen en door een adequate opvolging van geformuleerde verzoeken en vragen.

Art. 15.De gemeente verbindt zich ertoe de nodige organisatorische maatregelen te nemen om een permanente opvolging en ondersteuning van de in het plan opgenomen initiatieven te verzekeren en alles in het werk te stellen om de geplande doelstellingen en de resultaten te bereiken.

Art. 16.§ 1. De coördinatie, de supervisie en de opvolging van het plan worden verzekerd door een preventieambtenaar, een interne evaluator en een administratief en financieel coördinator. § 2. Wat betreft het specifieke lokale karakter, kunnen deze functies uitgeoefend worden door dezelfde persoon.

Art. 17.De preventieambtenaar zal instaan voor de coördinatie, de ondersteuning en de begeleiding van de verschillende preventiemaatregelen die door de gemeente worden genomen, inclusief deze voorzien in het plan.

Art. 18.De administratief en financieel coördinator is verantwoordelijk voor het vlot verloop van de administratieve en logistieke taken binnen het plan. Hij zorgt er met name voor dat de beschikbare middelen correct ingeschreven worden binnen de stadsbegroting zodat deze overeenkomen met de uitvoering van het plan en volgt de administratieve procedures op voor de aanwerving van het personeel, evenals de procedures met betrekking tot openbare aanbestedingen in het kader van de aanschaf van goederen.

Hij organiseert en houdt de boekhouding bij van het plan en stelt het dossier met verantwoordingsstukken samen teneinde de subsidie te rechtvaardigen.

Art. 19.De interne evaluator is verantwoordelijk voor de permanente evaluatie, zowel ten opzichte van de gemeente als ten opzichte van de subsidiërende overheden, die zich vertaalt in de aanwending en uitwerking van het plan.

Hij staat in voor het verzamelen van relevante gegevens en biedt een methodologische steun aan de operationalisering van het plan.

Art. 20.De aanduiding van de verantwoordelijkheden die voor de uitvoering van sommige aspecten van het plan worden bepaald, dienen door de gemeenten zelf te worden aangeduid.

Art. 21.De gemeente richt een beperkt stuurcomité op teneinde een goede informatiestroom te bevorderen en de bestaande overlegvormen tussen de preventieambtenaar en de Korpschef van de Lokale Politie te versterken en te formaliseren.

Dit comité bestaat minstens uit de Burgemeester en/of zijn vertegenwoordiger, de Korpschef en/of zijn vertegenwoordiger, de preventieambtenaar. Het stuurcomité kan eveneens experten verzoeken hun vergaderingen bij te wonen.

Art. 22.Met het oog op het neerzetten en het opzetten van het geïntegreerd aspect van een veiligheids- en preventiebeleid, roept de preventieambtenaar de te consulteren lokale actoren samen teneinde deze actief te betrekken bij het opzetten van een lokale veiligheidsdiagnostiek, bij het formuleren van voorstellen met betrekking tot de prioriteiten onder de bestaande fenomenen in de gemeente, om toe te lichten op welke manier ze worden aangepakt en om een actieprogramma vast te leggen met de beoogde doelstellingen, de betrokken operatoren, de instrumenten en de nodige actiemiddelen.

TITEL III. - Financiële richtlijnen HOOFDSTUK I. - Algemeen

Art. 23.De gemeente is verantwoordelijk voor het gebruik van de subsidies, toegekend door de Minister van Binnenlandse Zaken, en verbindt zich ertoe deze te beheren « als een goede huisvader », en overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de federale subsidies. HOOFDSTUK II. - Financiële richtlijnen Afdeling 1. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de

financiële toelagen « Strategische veiligheids- en preventieplan », « Bijkomend contingent Activa 346 » en » Dispositief Activa 90 »

Art. 24.De toekenning van de financiële toelagen « Strategische veiligheids- en preventieplan », Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 » is afhankelijk van het afsluiten van een ondertekende overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de betrokken stad of gemeente. De toelage wordt toegekend in de vorm van globale jaarlijkse enveloppe.

Art. 25.§ 1er. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten wordt de toelage gewaarborgd voor vier jaar, vanaf 1 januari 2014. § 2. Gelet op de implementatie van de 6de Staatshervorming blijven de financiële richtlijnen en begrotingsenveloppes betreffende de gemeenschapswachten, aangeworven in het kader van de Activa-PWA statuten, van toepassing tot 30 juni 2014 en kunnen zij worden gewijzigd voor de periode van 1 juli 2014 tot 31 december 2017.

Art. 26.Er is geen enkele overdracht toegelaten tussen de verschillende toegekende enveloppen.

Art. 27.Deze uitgave wordt opgenomen ten laste van het specifiek begrotingsartikel, dat werd ingevoerd krachtens artikel 1, § 2quater, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen. Afdeling 2. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending van de

toelagen Onderafdeling 1. - Bestemming en financiële modaliteiten inzake de aanwending van de toelage « Strategische veiligheids- en preventieplan »

Art. 28.Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar toegestane en vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden bij de jaarlijkse afrekeningen.

Art. 29.§ 1er. Het jaarlijks bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de jaarlijkse tussentijdse afrekeningen die door de FOD Binnenlandse Zaken opgesteld worden. § 2. Het bedrag van de jaarlijkse toelage die niet aangewend is op 31 december van het desbetreffende jaar, gaat definitief verloren.

Art. 30.§ 1. De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van de bestemming van de uitgaven.

De personeelskosten geven alle kosten weer die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van de overeenkomst aangeworven personeel. Deze kosten omvatten eveneens de kosten van de tewerkstelling van ambtenaren die in het kader van specifieke statuten of functies aangeworven worden.

De werkingskosten omvatten de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen evenals de uitrustings- en opleidingskosten voor de Gemeenschapswachten die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van de overeenkomst ontwikkelde initiatieven.

De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die tenminste 1000 euro bedraagt en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. § 2. Maximum 10% van de financiële toelage kan worden aangewend om de investeringen te dekken uitgevoerd door de gemeenten in het kader van de uitvoering van het strategisch plan.

Art. 31.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komende uitgaven en het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven.

Bijlage 1 bevat de lijst der in aanmerking komende uitgaven.

Onderafdeling 2. - Bestemming en financiële modaliteiten inzake de aanwending van de toelagen Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 »

Art. 32.Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar toegestane en vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden bij de jaarlijkse afrekeningen.

Art. 33.Het jaarlijks bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de jaarlijkse afrekeningen die door de FOD Binnenlandse Zaken opgesteld worden.

Het bedrag van de jaarlijkse toelage die niet aangewend is op 31 december van het desbetreffende jaar, gaat definitief verloren.

Art. 34.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van de bestemming van de uitgaven.

Art. 35.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen de uitgaven.

Bijlage 2 bevat de lijst der in aanmerking komende uitgaven. Afdeling 3. - Betalingsmodaliteiten

Art. 36.§ 1. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten gebeurt de vereffening van de verschuldigde toelagen volgens een voorschot/saldosysteem. Het percentage van die voorschotten wordt berekend op jaarbasis. § 2. Het voorschot wordt, voor elk van de voorziene toelagen, gestort volgens een betalingsritme dat afzonderlijk wordt bepaald voor elk van de desbetreffende toelagen.

Onderafdeling 1. - Betaling van de toelage Gemeenschapswachten « Strategisch veiligheids- en preventieplan »

Art. 37.§ 1. Het voorschot van de toelage « Strategisch veiligheids- en preventieplan » wordt vastgelegd op 80% van het bedrag van de jaarlijkse toelage. § 2. De betaling van de voorschot inzake de toelage « Strategisch veiligheids- en preventieplan » gebeurt door zesmaandelijkse betalingen. De eerste betaling gebeurt ten vroegste op 1 juli 2014. § 3. Het saldo zal gestort worden na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven en afsluiten van de definitieve vierjarenafrekening.

Onderafdeling 2. - Betaling van de toelagen Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 »

Art. 38.§ 1. Het voorschot van de toelage Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 » wordt vastgelegd op 80% van het bedrag van de jaarlijkse toelage. § 2. De betaling van de toelagen Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent 346 » en « Dispositief 90 » gebeurt per schijf. Een eerste schijf van 80% van de jaarlijkse toelage wordt gestort ten vroegste op 1 april 2014. § 3. Het saldo wordt gestort na de geldigheidsperiode van de overeenkomst en na controle van het financieel dossier ingediend door de gemeenten ter verantwoording van het gebruik van de toelage.

Deze controle stelt dat alle uitgaven geboekt op de enveloppen Gemeenschapswachten « Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 » beantwoorden aan de voorwaarden van het in aanmerking komen en tot verkiesbaarheid en opportuniteit, dit met naleving van de voorwaarden zoals vastgesteld door de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten, en tot wijziging van het artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet. Afdeling 4. - Controlewerkwijze voor de financiële toelagen

Onderafdeling 1. - Voorstelling van het financieel dossier

Art. 39.§ 1. De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier voor te stellen voor elke toelage en voor elk van de vier begrotingsjaren waarvoor de toelage is gewaarborgd. § 2. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden door een bewijsdocument en een betalingsbewijs.

Art. 40.§ 1. Het financieel dossier van elke toelage is samengesteld uit twee delen : 1° De financiële vordering die ter beschikking gesteld wordt via het ICT-platform online van de Algemene Directie Veiligheid en Directie; De financiële vordering zal pas gevalideerd worden op voorwaarde dat de datum van goedkeuring van de schuldvordering ingevoerd wordt in het systeem en dat de beslissing van de Gemeenteraad of het College van Burgemeester en Schepenen als bijlage doorgezonden wordt.

De vordering zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar.

De beveiligde toegangscodes die de vertrouwelijkheid van de gegevens waarborgen, en tevens een handleiding van de webtoepassing, worden verspreid aan elke door de gemeentelijke overheid aangestelde verantwoordelijke via besluit van het College van Burgemeester en Schepenen.

De gemeentelijke overheid blijft verantwoordelijk voor de geleverde toegangen en geeft informatie aan de Administratie over de bestemmingsveranderingen en toegangswijzigingen noodzakelijk voor de goede opvolging van de financiële controleprocedures. 2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels-, werkings- en investeringsuitgaven, die uitsluitend via het ICT-platform online worden bezorgd.Deze documenten worden ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar ingezonden.

De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlage 3. § 2. De documenten zullen bewaard worden gedurende tien jaar. Die termijn gaat in vanaf de afsluiting van de procedure van de financiële controle.

Onderafdeling 2. - Controlewerkwijze en toepassingsprocedures voor de totstandbrenging van de financiële afrekening

Art. 41.§ 1. De Administratie een controle uit van de bestanddelen van het financieel dossier bedoeld in artikel 40. § 2. De controle van de bestanddelen bedoeld in artikel 40 § 1 2° is steekproefsgewijs gebeuren.

Art. 42.§ 1. Deze controle heeft betrekking op : 1° de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten; Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in de artikels 28 tot 35 van onderhavig besluit vermelde voorwaarden worden nageleefd en het deel uitmaakt van de in bijlage 3 van onderhavig besluit voorgeschreven documenten. 2° de naleving van de bij dit besluit bepaalde voorwaarden; § 2. Een bijkomend controle in de stad of gemeente zelf, die betrekking heeft op het effectief plaatshebben van de uitgaven en hun verband met de doelstellingen van de overeenkomst. kan steekproefsgewijs gebeuren.

Art. 43.De Directie Lokale Integrale Veiligheid kan bijkomende informatie opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen kan leiden tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

Art. 44.Na afloop van de controle ontvangt elke gemeente een jaarlijkse voorlopige afrekening en beschikt ze over twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Deze termijn begint te lopen op de datum van voorlegging van de afrekening. Die wordt voorgelegd via het online ICT-platform.

Wanneer de termijn overschreden is of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken de definitieve jaarlijkse afrekening op.

Wanneer er geen akkoord is over de voorlopige afrekening, worden de motiveringen en/of bijkomende bewijzen aangevoerd door de gemeenten, bestudeerd om de definitieve jaarlijkse afrekening op te stellen.

Onderafdeling 2.2. - Afsluiten van de berekeningen - Vierjarenafrekening

Art. 45.§ 1. Op het einde van de vier jaar van de overeenkomst, stelt de FOD Binnenlandse Zaken een voorlopige vierjarenafrekening op en dat op basis van de jaarlijkse afrekeningen, waarin het restsaldo dat gestort moet worden of het definitief bedrag van de onverschuldigde bedragen die moeten terugbetaald worden, vastgesteld wordt.

Elke gemeente beschikt over een termijn van maximum twintig werkdagen om haar akkoord te geven over het afsluiten van de berekeningen of haar argumenten voor te leggen in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de gemeente de voorlopige vierjarenafrekening ontvangen heeft.

Wanneer de termijn overschreden is of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken de definitieve vierjarenafrekening op.

Wanneer er geen akkoord is over de vierjarenafrekening, worden de motiveringen aangevoerd door de gemeente, bestudeerd om de definitieve vierjarenafrekening op te stellen. § 2. Uitsluitend de motiveringen betreffende de afrekening van de 4 jaren kunnen worden aangevoerd door de gemeente bij de afsluitingsprocedure. Zijn dus geenszins ontvankelijk de betwistingen aangaande : - de motiveringen die reeds naar voren werden gebracht tijdens de jaarlijkse financiële afrekeningsprocedure en geweigerd door de administratie - de nieuwe motiveringen die niet zouden zijn aangevoerd door de gemeente tijdens de tegenstrijdige jaarlijkse afrekeningsprocedure, met name wanneer de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van haar tegenstrijdig recht binnen de reglementaire termijn van 20 werkdagen. Afdeling 5. - Financiële sancties

Art. 46.De Administratie onderbreekt de betalingen : 1° in geval het door de stad of gemeente ingediende voorstel van strategisch plan geweigerd wordt door de Minister of zijn afgevaardigde 2° in geval het niet naleven van de algemene verplichtingen wordt vastgesteld;3° in geval wordt vastgesteld dat een deel of het geheel van de overeenkomst niet wordt uitgevoerd.

Art. 47.§ 1. Er moet een verband kunnen worden gelegd tussen het resultaat en de uitvoering van het strategisch plan. § 2. De opvolging en de evaluatie van de overeenkomst kunnen aanleiding geven tot financiële sancties, welke van toepassing gedurende de overeenkomst en/of van op het einde van de overeenkomst zijn.

Art. 48.Budgetbegeleiding kan opgestart worden, op beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde, voor de steden en gemeenten waarvoor uit de opvolging en/of evaluatie de aanwezigheid blijkt van : tekortkomingen bij de uitvoering van het strategisch plan, tekortkomingen bij de realisatie van de doelstellingen of het bereiken van de resultaten.

Art. 49.§ 1. De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden teruggevorderd.

Bovendien kunnen de onverschuldigde bedragen die in het kader van de resultaatsverbintenis vastgesteld worden, teruggevorderd worden. § 2.De terugvordering van het verschuldigde bedrag : 1° wordt uitgevoerd via een invorderingsprocedure;2° wordt ingezet op het einde van de overeenkomst;3° gebeurt op verzoek van de afgevaardigde van de Minister overeenkomstig het eerste lid;4° gebeurt op verzoek van de Minister of zijn afgevaardigde in het kader van de uitvoering van het tweede lid. TITEL IV. - Organisatie van de opvolging en de evaluatie van de plannen HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Art. 50.De filosofie van de plannen houdt een adequaat gebruik in van de middelen om de door de gemeenten bepaalde algemene, strategische en operationele doelstellingen te bereiken.

Art. 51.In het kader van de controlemechanismen van de financiële toelage, van de opvolging en van de evaluatie van de plannen, bepaalt de Minister de overlegorganen, de te volgen procedures, alsook de voorstellingsmodaliteiten van de opvolging en de evaluatie

Art. 52.De opvolging en de evaluatie vinden plaats tijdens de zogenaamde terreinbezoeken en evaluatievergaderingen. HOOFDSTUK II. - De Administratie Afdeling 1. - Bevoegdheden

Art. 53.De Administratie is bevoegd voor : - het organiseren van de terreinbezoeken en de evaluatievergaderingen van het plan; - het analyseren van de stand van zaken van de in het plan vastgelegde fenomenen; - het aanbevelen van de uit te voeren wijzigingen van het plan en de te nemen financiële sancties aan de Minister. Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 54.De volgende personen nemen deel aan de terreinbezoeken en evaluatievergaderingen : - de leden van de Administratie - de Burgemeester of zijn vertegenwoordiger; - de preventieambtenaar; - de interne evaluator;

Art. 55.De Burgemeester stelt aan de Administratie voor andere personen uit te nodigen die hij noodzakelijk acht in het kader van deze vergaderingen.

Art. 56.De Administratie nodigt andere personen uit die zij noodzakelijk acht om haar opvolgings- en evaluatieopdrachten optimaal te verwezenlijken. HOOFDSTUK III. - Procedures

Art. 57.De Administratie stelt aan de gemeenten een model van alle documenten ter beschikking die nodig zijn voor de opvolging, de evaluatie en de wijziging van haar doelstellingen, alsook de hiermee gepaarde gaande tijdsintervallen. Afdeling 1. - De terreinbezoeken

Art. 58.Het doel van de terreinbezoeken is het optimaliseren van de opvolging en coaching in het kader van de uitvoering van het plan. De Administratie analyseert de gegevens die door de gemeentelijke overheid worden overgemaakt en laat toe : - de in het plan bepaalde doelstellingen, resultaten en indicatoren te heroriënteren; - de inhoudelijke ondersteuning mogelijk te maken; - sancties te nemen indien problemen worden vastgesteld.

Art. 59.Om de terreinbezoeken voor te bereiden maakt de gemeente, via elektronische weg en ten laatste één maand voor de datum van de vergadering, aan de Administratie alle gevraagde informatie over.

Art. 60.De Administratie stelt een verslag van de vergadering op en maakt deze over aan de gemeente.

De gemeente beschikt over vijftien werkdagen om per post haar eventuele opmerkingen aan de Administratie over te maken. Afdeling 2. - De evaluatievergaderingen

Art. 61.Het doel van de evaluatievergaderingen is na te gaan of de gemeentelijke overheid de doelstellingen naleeft en de resultaten behaalt die in het plan vastgelegd zijn.

Art. 62.Er bestaan twee types evaluatievergaderingen : - de tussentijdse opvolgingsvergadering; - de eindevaluatievergadering.

Onderafdeling 1. - De tussentijdse opvolgingsvergadering

Art. 63.De tussentijdse opvolgingsvergadering stelt de positieve en negatieve punten op met betrekking tot de vooruitzichten van het naleven van de doelstellingen en het behalen van de in het plan vastgelegde resultaten Indien deze vooruitzichten niet gunstig zijn, kan ze eveneens tot doel hebben : - de gemeente te waarschuwen voor de mogelijkheid dat bepaalde doelstellingen niet gehaald worden en voor de noodzaak om deze bij te stellen teneinde sancties op het einde van het plan te vermijden; - de doelstellingen, de resultaten en de indicatoren gedefinieerd in het kader van het plan te heroriënteren; - sancties op te leggen indien problemen worden vastgesteld.

Art. 64.Om de tussentijdse opvolgingsvergadering voor te bereiden maakt de gemeente, via elektronische weg en ten laatste op 31 maart 2015, aan de Administratie een tussentijds evaluatiedossier over voor - 2013 en 2014 : de 102 gemeenten die al sinds 1 januari 2007 over een plan beschikken. - 2014 : de 7 gemeenten die sinds 1 januari 2014 over een plan beschikken.

Het opvolgingsdossier bevat minstens de volgende elementen : een voortgangsrapport; een vergelijkende lokale veiligheidsdiagnostiek.

Art. 65.De Administratie maakt een tussentijds opvolgingsverslag van het plan op en maakt deze over aan de gemeente.

De gemeenten beschikken over twintig werkdagen om per post eventuele opmerkingen aan de Administratie over te maken.

Onderafdeling 2. - De eindevaluatievergadering

Art. 66.De eindevaluatievergadering maakt de laatste stap uit van de evaluatie van het plan. Ze heeft tot doel na te gaan of de doelstellingen van het plan behaald zijn en de eindconclusie te trekken aangaande de vier jaren van het verloop ervan.

Art. 67.Om de eindevaluatievergadering voor te bereiden maakt de gemeente, via elektronische weg en ten laatste 31 maart 2017 aan de Administratie een eindevaluatiedossier over voor - De periode 2013-2016 : de 102 gemeenten die al sinds 1 januari 2007 over een plan beschikken. - De periode 2014-2016 : de 7 gemeenten die sinds 1 januari 2014 over een plan beschikken.

Het evaluatiedossier bevat minstens de volgende elementen : een voortgangsrapport en een vergelijkende lokale veiligheidsdiagnostiek.

Art. 68.De Administratie maakt de eindevaluatie van het plan en de aanbevelingen van de Administratie op.

De gemeente maakt, uiterlijk op 31 juli 2017, haar opmerkingen per post over aan de Administratie.

Uiterlijk op 30 september 2017 maakt de Administratie aan de Minister het eindevaluatiedossier over bestaande uit : - de eindevaluatie; - de eventuele opmerkingen van de gemeente; - de bijkomende informatie van de Administratie met betrekking tot deze opmerkingen.

Op basis van deze informatie neemt de Minister een beslissing en informeert zij de gemeente. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het plan

Art. 69.Elk jaar heeft de gemeente de mogelijkheid om wijzigingen aan het plan door te voeren. De wijzigingsperiode start op 1 januari en eindigt op 31 maart van elk jaar.

Art. 70.Elke wijziging volgt op een aanvraag van de gemeente of een aanbeveling van de Administratie.

Art. 71.In heel uitzonderlijke gevallen kunnen wijzigingen die buiten de wijzigingsperiode vallen zoals vermeld in art. 69, toegestaan worden. Deze dienen echter gepaard te gaan van een omstandige motivatie die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Administratie.

Art. 72.De wijziging kan de toevoeging, de afschaffing of de wijziging van één of meerdere fenomenen, strategische doelstellingen, operationele doelstellingen, verwachte resultaten of indicatoren zijn.

Art. 73.De noodzaak van een wijziging van het plan kan vastgesteld worden bij : - een terreinbezoek; - een tussentijdse evaluatievergadering.

Art. 74.Op straffe van niet-ontvankelijkheid dienen bij de aanvraag tot wijziging de volgende documenten jaarlijks ingediend te worden ten laatste op 31 maart : - een vervolledigd wijzigingsformulier; - de notulen van goedkeuring van de aanvraag door de gemeentelijke overheid.

Indien de aanvraag een wijziging van een fenomeen inhoudt, dient deze gerechtvaardigd te worden door een geactualiseerde lokale veiligheidsdiagnostiek.

Art. 75.Alle wijzigingen van het plan moeten worden ingediend via het ICT informaticasysteem.

TITEL V. - Eindbepaling

Art. 76.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Gegeven te Brussel, 24 december 2013.

Mevr. J. MILQUET

BIJLAGE 1 Lijst der in aanmerking komende uitgaven Toelage strategisch veiligheids- en preventieplan PERSONEELSKOSTEN 1. ALGEMEEN De personeelskosten verwijzen naar de loonkosten of elke andere kost die door de werkgever worden gedragen voor de indienststelling van het in het kader van het strategisch plan aangeworven personeel.Hierin zijn begrepen : de premies en de sociale bijdragen en dat rekening houdend met het toegekende forfaitair bedrag. 1.1. Aanvaarde uitgaven : - Verloning; - Werkgeversbijdragen; - Vakantiegeld; - Eindejaarspremie; - Tweetaligheidspremie; - vergoeding voor onregelmatige prestaties; - Overuren; - Sociale bijdragen; - Wettelijke verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid verbonden aan de inschakeling van de aangeworven personeelsleden; - Ontslagvergoedingen indien de vooropzeg wordt gepresteerd; - Reiskosten voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer - trein, tram, bus, metro - en dat ten belope van het bedrag dat overeenstemt met de wettelijke tussenkomst van de werkgever; 1.2. Geweigerde uitgaven : - De ontslagvergoedingen indien de vooropzeg wordt niet gepresteerd; - De sociale secretariaatskosten; - De kledijkosten of -vergoeding, materiaalkosten of andere samenhangende kosten zoals bijzondere vergoedingen;

Worden niet beschouwd als personeelskosten : - de aan de bezoldiging van jobstudenten verbonden kosten; - de aan punctuele diensten in het kader van de tewerkstelling van PWA-personeel verbonden kosten (buiten Gemeenschapswachten); - de aan de indiensttreding van dienstverleners (bijv. : consultants, deskundigen, sprekers op colloquia/seminaries) verbonden kosten.

Deze worden dientengevolge aangerekend op de enveloppe van de werkingskosten. 2. BIJZONDERHEDEN 2.1. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en opportuniteit van de aanwerving De loonkosten van personen waarvan de indiensttreding niet kan worden gerechtvaardigd door een opportuniteitsverband met het bereiken van de doelstellingen van het strategisch plan, kunnen niet ten laste van het plan gelegd worden. 2.2. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en statuten De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in de personeelskosten betreft : a. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door de gemeente/stad.In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; b. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door een vzw of elke andere dienst/instelling die over eigen rechtspersoonlijkheid beschikt (overdracht van aan het strategisch plan toegekende middelen).In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden;

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in de personeelskosten betreft : 1.1. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn in het kader van contracten. In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; 1.2. de kosten voor tewerkstelling van personeelsleden aangeworven in het kader van bijzondere « statuten » (1) zoals PWA en Activa (bijv. : Gemeenschapswachten, Smetbanen) of Doorstromingscontracten. In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.7., van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; 1.3. de aan de inwerkingtreding van agenten die onder het statuut van artikel 60 vallen (ingeval van terbeschikkingstelling tegen financiële bijdrage) verbonden kosten. In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.8, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; 1.4. het geheel van personeelsleden die aangeworven of tewerkgesteld zijn in het kader van interimcontracten. In dit geval zijn alleen de forfaitaire maximumbedragen, hierna hernomen in het punt 2.3, van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden; 2.3. Toepasselijke forfaits De aanwerving van personeel geeft aanleiding tot de toekenning van een maximale forfaitaire tegemoetkoming ter dekking van de reële lasten waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies (bijvoorbeeld : GESCO-premie), bijzondere toelagen (bijvoorbeeld : werkuitkering) of bijzondere vrijstellingen (bijv. van een gedeelte van de werkgeversbijdrage) die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.

Niveau/Graad

Barèmes maximum/ETP Maximum barema's /VTE

Indexation/Indexering 2015-2017

Niveau d'engagement Aanwervingsgraad

Diplôme Diploma

Base/Basis 2014

1 - A

Universitaire

70.000 EUR

Indice santé, au 1er janvier Gezondheidsindex, op 1 januari

2+ - B

Supérieur non universitaire

60.000 EUR

2 - C

Secondaire supérieur

50.000 EUR

3 - D

Secondaire inférieur

40.000 EUR

4 - E

Primaire

30.000 EUR


2.4. Berekening van de forfaitaire tussenkomst : criteria Om het bedrag van de financiële tussenkomst van Binnenlandse Zaken te bepalen wordt rekening gehouden met : 1° de werkelijke kost van het personeelslid ten laste van de stad of gemeente 2° de aftrek van de tussenkomst van andere overheden;3° en/of het door de stad of gemeente gevraagde bedrag van de tussenkomst. De toegekende forfaitaire bedragen worden proportioneel berekend : 1° in verhouding tot de werktijden;2° in verhouding tot de prestatieperiode van het personeelslid;3° en in verhouding tot het kwalificatieniveau van het personeelslid (diploma).Ingeval het aanwervingsniveau van het personeelslid lager is dan het kwalificatieniveau, zal alleen het aanwervingsniveau in aanmerking genomen worden om het ten laste genomen forfaitaire bedrag te berekenen.

De forfaitaire bedragen zijn onderworpen aan een jaarlijkse indexering. De basisindex voor de berekening van de indexering is de gezondheidsindex van 1 januari 2014.

De forfaits mogen in geen enkel geval overschreden worden. 2.5. Vervanging van een personeelslid wegens ziekte of zwangerschapsverlof of wegens elke andere vorm van langdurig verlof Indien een krachtens een strategisch plan tewerkgesteld personeelslid tijdens het contractjaar gedurende lange tijd afwezig is (wegens ziekte, zwangerschapsverlof of elke andere vorm van langdurig verlof), dan bestaat de mogelijkheid om die persoon te vervangen.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.4. 2.6. Omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling in het kader van een loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof of andere omstandigheden De omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling is toegestaan in de loop van het begrotingsjaar. Hetzelfde geldt voor het invullen van de vrijgekomen deeltijdse betrekking.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.4. 2.7. Toepasselijke forfaits ingeval van bijzondere statuten 2.7.1. Gemeenschpaswachten De Staat komt tussen in de onkosten van de tewerkstelling van Gemeenschpaswachten, namelijk door : - De tenlasteneming van Multi-cheques (PWA), en dat ten belope van een maandelijkse forfaitaire tussenkomst per agent berekend op basis van het prestatiestelsel (PWA 53u of 45u); - De tenlasteneming van een Toelage (ACTIVA), en dat ten belope van een maandelijkse forfaitaire tussenkomst per agent berekend op basis van het werkregime (Voltijds, halftijds...);

Allocation forfaitaire/mois - Forfaitaire tussenkomst/maand


ALE/PWA

Nombre heures prestées - Aantal werkuren

53 h/u

45 h/u

137,95

117

Allocation forfaitaire/mois - Forfaitaire tussenkomst/maand


ACTIVA

Régime horaire/Werkregime

1/3

1/2

2/3

3/4

4/5

1/1

140

210

280

315

336

420


2.7.2. Doorstromingscontracten Naast de vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen en de activering van de werkloosheidstoelage waarin in het kader van de gewone federale tussenkomst voorzien wordt, komt de Staat tussen in de loonkosten van de tewerkgestelde Doorstromingscontracten agenten.

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken beloopt, en dat voor maximum 15 betrekkingen :

Intervention forfaitaire/mois - Forfaitaire tussenkomst/maand


PTP

Régime horaire/Werkregime

1/2

4/5

1/1

150

240

300


2.7.3. Lijnspotters vroegere smetbanen) De Staat komt tussen in de personeelskosten voor een 4/5 tewerkstelling door de tenlasteneming van een maandelijkse forfaitaire tussenkomst. In voorkomend geval dient de meerkost, bijvoorbeeld ten gevolge van een verhoging van het werkregime tot een voltijdse tewerkstelling, door de stad of gemeente of de openbare vervoersmaatschappij gedragen te worden.

Het aantal personeelsleden dat in het kader van deze bijzondere functie kan worden aangeworven, is beperkt tot 6, 8 of 10 al naargelang de betrokken gemeenten/steden.

Intervention forfaitaire/mois - Forfaitaire tussenkomst/maand


ACTIVA

Régime horaire/Werkregime

4/5

1/1

450

450


2.8. Toepasselijke forfaits ingeval van de inwerkingtreding van agenten artikel 60 De Staat komt tussen in de onkosten van de tewerkstelling van agenten die onder het statuut van artikel 60 vallen : - in het kader van een terbeschikkingstelling door het OCMW van de agent - en van de afsluiting van een overeenkomst tot definiëring van de bestemming van de agent alsook de verschuldigde bijdrage door de gebruiker.

Intervention forfaitaire/mois - Forfaitaire tussenkomst/maand


ARTICLE 60 ARTIKEL 60

Régime horaire/Werkregime

1/3

1/2

2/3

3/4

4/5

1/1

125

200

250


WERKINGSKOSTEN De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 1. ADMINISTRATIEKOSTEN De administratiekosten dekken tegelijk de gewone kosten die veroorzaakt worden door de werking van een beheerssecretariaat evenals de opleidings- of zendingskosten en de uitgaven die er verband mee houden. 1.1. Aanvaarde uitgaven : - de huur en de lasten - water, gas, elektriciteit, brand- en diefstalverzekering en verwarming - van de lokalen van de preventiedienst behalve gemeente-eigendom (2), en dat in verhouding tot de bezetting door de preventiedienst; - de inschrijvingskosten voor verschillenden professionele netwerken (Europees Forum...); - de verblijfskosten tijdens residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten in België; - de kosten voor buitenlandse opdrachten (inschrijvingskosten, vervoerskosten, logies en maaltijden). Een verklarende nota moet bij de bewijzen gevoegd worden : daarin wordt het onderwerp van de opdracht gepreciseerd en de deelname van het personeel gemotiveerd; - de kosten verbonden aan de beveiliging van de lokalen van de preventiedienst of van de gedecentraliseerde diensten en dit naar rato van de bezetting van de diensten gefinancierd door de Minister van Binnenlandse Zaken in het kader van het strategisch veiligheids- en preventieplan. Het betreft hier de kosten die verband houden met het onderhoud en het abonnement voor de anti-inbraaksystemen; 1.2. Geweigerde uitgaven : - de lasten - water, gas, elektriciteit en verwarming - van de gemeentelijke lokalen (3) die (de stad of gemeente) ter beschikking stelt voor de preventiedienst; - de parkeerkosten bij reizen; - de telefoonkosten (vaste lijnen en mobiele telefoons); - de kantoorbenodigdheden; - de verblijfskosten tijdens residentiële/niet-residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten; - de postkosten; - de abonnementen en aankoop van vakliteratuur; - de cateringkosten; - de onderhoudskosten van de lokalen; - de nieuwe contracten voor de huur van kopieermachine, telefoon-fax;

Deze worden bij het verstrijken van de termijn niet hernieuwd. - de huur en bevoorrading van het waterdistributiesysteem (waterfontein bijvoorbeeld); - het huishoudmateriaal (bijv. : glasservies, tafellinnen, thermos...) en kleine huishoudtoestellen bestemd voor de diensten van het plan (bijv. : microgolfoven, koffieautomaat...); - de onderhoudskosten verbonden aan de werking van de diensten of aan de organisatie van activiteiten (bijv. : detergenten, afwasproducten, onderhoudsmateriaal, toiletpapier, vuilniszakken...); - ereloon en advocaatkosten; - ereloon en gerechtskosten; - wettelijke beroepsverzekering verbonden aan de inschakeling van agenten (deze worden ten laste genomen via de personeelskosten); - de sociale secretariaatskosten; 1.3. Particularités : - opleidingskosten : de deelnamekosten voor studiedagen of andere opleidingen kunnen ten laste genomen worden op voorwaarde dat die uitgaven verbonden zijn aan opleidingen die kunnen bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van het strategisch plan. De kosten die op die wijze worden gemaakt, worden bij voorrang toegestaan voor de personeelsleden die door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd worden. Niettemin komen de opleidingskosten van het personeel waarvan de betrekkingen niet gefinancierd worden door de Minister van Binnenlandse Zaken maar verbonden zijn aan de uitvoering van het plan, in aanmerking en dat op voorwaarde dat de stad of gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien de tewerkstelling gefinancierd wordt met een toelage van een andere overheid, blijven de opleidingskosten ten laste van de gemeente of van deze andere overheid.

Een maximum forfaitair bedrag van 2.500 _ kan ten laste worden gelegd van het strategisch plan onder de bovenvermelde voorwaarden en onder voorbehoud van de verantwoording ervan via een attest van de gemeenteontvanger/ financieel directeur van de gemeente. 2. REISKOSTEN 2.1. Algemeen Enkel de reiskosten van het personeel dat aangeworven wordt in het kader van het strategisch plan en betoelaagd wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, en dat nodig is voor het bereiken van de doelstellingen van het strategisch plan, kunnen op het toegekende budget worden ingebracht.

De reiskosten voor het woon-werkverkeer komen niet in aanmerking. Zij dienen op de loonkosten ingebracht te worden. 2.2. Bijzonderheden De reiskosten die eigen zijn aan de coördinatie van het strategisch plan (preventieambtenaar, interne evaluator, administratieve en financiële coördinator) kunnen niettemin aanvaard worden en dat op voorwaarde dat de stad of gemeente die betrekkingen ten laste neemt.

Indien die betrekkingen door een andere subsidiërende overheid gefinancierd worden, blijven de reiskosten van het personeel ten laste van de stad of gemeente of kunnen zij aanleiding geven tot subsidieaanvragen bij andere overheden.

Met uitsluiting van de reiskosten voor het woon-werkverkeer kunnen de reizen van het personeel van het strategisch plan in het kader van de realisatie van de doelstellingen van het plan ten laste van dat plan genomen worden. Zij worden dan ingebracht op de actiemiddelen (vervoerskosten zoals de huur van een wagen) of op de reiskosten. 2.2.1. Aanvaarde uitgaven : 2.2.1.1. Voertuigen die in het kader van de strategischplan, de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden : - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; - de onderhoudskosten van de voertuigen; - de herstellingskosten van de voertuigen; - de registratiebelasting; - de jaarlijkse verkeersbelasting; - de kosten voor technische keuring.

Een verklaring van het exclusieve gebruik van de desbetreffende voertuigen ondertekend door de gemeenteontvanger/financieel directeur van de gemeente moet, op straffe van het niet ten laste nemen van de opgesomde kosten, bij het financieel dossier worden gevoegd. 2.2.1.2. Gemeentevoertuigen die niet in het kader van de strategischplan, veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden, maar uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); - de verzekeringskosten van de voertuigen; - de onderhoudskosten van de voertuigen; - de jaarlijkse verkeersbelasting; - de kosten voor technische keuring.

Een verklaring van het exclusieve gebruik van de desbetreffende voertuigen ondertekend door de gemeenteontvanger/financieel directeur van de gemeente moet, op straffe van het niet ten laste nemen van de opgesomde kosten, bij het financieel dossier worden gevoegd. 2.2.1.3. Gemeentevoertuigen die niet in het kader van de strategischplan, de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die niet-uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden - de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart) in verhouding tot het gebruik voor het strategisch plan; - de verzekeringskosten van de voertuigen in verhouding tot het gebruik voor het strategisch plan;

Op straffe van het niet ten laste nemen van de opgesomde kosten, moet een verklaring ondertekend door de gemeenteontvanger/financieel directeur van de gemeente bij het financieel dossier worden gevoegd als bewijs dat de meegedeelde kosten daadwerkelijk verband houden met de opdrachten verwezenlijkt in het kader van het strategisch veiligheids- en preventieplan. 2.2.1.4. Andere - de leasing van voertuigen; - de renting van voertuigen; - de reiskosten terugbetaald aan de agent of vervoersbewijzen ten laste van de gemeente als tegemoetkoming in de reiskosten van de agenten : - op voorwaarde dat de betrekking van de agent wordt gefinancierd door het strategisch veiligheids- en preventieplan - over het principe van een maximum jaarlijks forfaitair bedrag van 1000 € - op voordracht van een aanvraag tot forfaitaire tussenkomst ondertekend door de gemeenteontvanger/financieel directeur van de gemeente en waarbij de naam van de agent vermeld wordt en het bedrag geboekt op het strategisch plan;

Intervention forfaitaire/an - Forfaitaire tussenkomst/jaar


Par/per agent

Régime horaire/Werkregime

1/3

1/2

2/3

3/4

4/5

1/1

500

750

1000


2.2.2. Geweigerde uitgaven : - de onderhoudskosten en herstellingskosten van de gemeentevoertuigen die niet in het kader van de strategischplan, veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden; - de verzekeringskosten, onderhoudskosten, herstellingskosten van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden, die voor ritten bij de uitoefening van hun functie gebruikt worden. - Reinigings- en onderhoudskosten van de voertuigen (bijv. car wash); - De verschillende vergoedingen gestort aan de gemeenteambtenaren als tegemoetkoming van de werkgever inzake individueel of gemeenschappelijk vervoer buiten opdracht (bijv. : fietsvergoeding, tussenkomst in de vervoerskosten tussen woon- en werkplaats). 3. ACTIEMIDDELEN 3.1. Algemeen De actiemiddelen zijn middelen die worden vrijgemaakt om de doelstellingen van het strategisch plan te realiseren/te bereiken en/of die niet reeds in de administratiekosten werden opgenomen. 3.1.1. Aanvaarde uitgaven : - de huur en de lasten - water, gas, elektriciteit, brand- en diefstalverzekering en verwarming - van de lokalen van de wijkhuizen, jeugdhuizen, jeugdruimtes of andere gedecentraliseerde diensten van het strategisch plan behalve gemeente-eigendom (4), en dat in verhouding tot de bezetting door de diensten die in het kader van het strategisch plan door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de realisatie, verspreiding van sensibiliseringsmateriaal of andere uitgaven die verbonden zijn aan de organisatie van sensibiliseringsacties voor een doelpubliek; - de verwezenlijking en de publicatie van folders en brochures; - de inbraakbeveiligingskits; - de beveiligingspremies zoals de inbraakpreventiepremies, fietspremies; - de huur van zalen, stands, tenten voor de organisatie van evenementen; - de huur van demonstratiematerieel voor de organisatie van evenementen; - de huur van vervoermiddelen in het kader van een activiteit; - het onderhoud en herstel van materieel verworven door het plan; - het aankoop van klein activiteitenmaterieel (voorbeelden : gezelschapsspelen, boeken, ballons...); - de kosten voor deelname aan externe activiteiten, zowel voor het omkaderend personeel dat door de FOD Binnenlandse Zaken in het kader van het strategisch plan betoelaagd wordt, als voor de begunstigden (voorbeelden : inkom attractieparken, bioscoop, ijspiste, ...); - de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de organisatie van activiteiten in het kader van het strategisch plan; - de receptiekosten (catering en kosten die verband houden met de organisatie van een receptie, zoals bijvoorbeeld de huur van de zaal, de prestaties ...) tijdens activiteiten of feestelijkheden in het kader van plaatselijke preventie-initiatieven; voor die onkostencategorie is grote matigheid geboden en moet een verklarende nota bij de bewijzen worden gevoegd; - contactnamebudget voor straathoekwerkers (behoudens alcolholhoudende dranken) in het kader van de uitvoering en aanwending van het strategisch plan; - de kosten voor outsourcing van diensten verbonden aan gegevensanalyse, LVD-opmaak, specifieke prestaties verbonden aan de doelstellingen van het plan; - de onderhouds-, herstellings- en werkingskosten verbonden aan de bewakingscamera's waarvan de aankoop gefinancierd wordt door het strategisch plan; 3.1.2. Geweigerde uitgaven : - de huur van lokalen die de stad of gemeente ter beschikking stelt en waarvan zij eigenaar is; - de lasten - water, gas, elektriciteit en verwarming - van de gemeentelijke lokalen (5) die (de stad of gemeente) ter beschikking steldt voor de wijkhuizen, jeugdhuizen, jeugdruimtes of andere gedecentraliseerde diensten van het strategisch plan, en dat in verhouding tot bezetting door de diensten die in het kader van het strategisch plan door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de huur van gemeentematerieel (b.v. kantoorgerief, informaticamaterieel, audiovisuele toestellen, kopieermachine ...) dat ter beschikking van het strategisch plan gesteld wordt; - de onderhoudskosten van de lokalen van de preventiedienst die de de stad of gemeente ter beschikking stelt en/of van de lokalen van de wijkhuizen, de jeugdhuizen, de jongerenruimtes en de gedecentraliseerde diensten, behalve indien er een beroep moest worden gedaan op de diensten van bedrijven die niet van de stad of gemeente afhangen. In dat laatste geval is een verklarende nota nodig; - de facturatie van uren die gepresteerd worden door gemeentepersoneel dat niet tot het strategisch plan behoort; - de verfraaiing der lokalen (voorbeelden : behang, verf); - de apothekerskosten; - de representatiekosten en restauratie; - de cateringkosten tijdens interne vergaderingen of in het kader van het onthaal van het publiek; - de aankoop van alcoholhoudende dranken; - de kosten waarmee de gemeente te maken krijgt met het oog op het waarborgen van de conformiteit van de brandwerende installaties en kosten die verband houden met brandpreventie; 3.2. Bijzonderheden 3.2.1. Kledij of kledijvergoeding De kledijvergoedingen (forfaitaire toelagen of vergoedingen die aan de werknemer uitbetaald worden) worden slechts toegekend aan personen die in het kader van het strategisch plan worden tewerkgesteld en op voorwaarde dat het toekennen van een kledijvergoeding een wettelijke verplichting is voor de stad of gemeente en dat de toegekende bedragen redelijk zijn.

Met uitzondering van de voor de Gemeenschapswachten voorziene reglementaire uitrusting en dit binnen de grenzen van het toegekende forfait, worden de kosten die de stad of gemeente maakt voor het aankopen van kledij (bijv. : uitrusting van preventiewerkers zoals straathoekwerkers of wijkwerkers) niet ten laste genomen. Kunnen wel worden ingeschreven in het strategisch plan : de kledijkosten die bestemd zijn om de identificatie van de diensten (teams) en dus van de publiciteit van het plan te waarborgen (bijv. : T-shirt met opschrift « strategisch plan », k-way met logo...) en dat in het bijzonder wegens hun aard van representatiekost.

Tenslotte kunnen de kosten van het ter beschikking stellen van « veiligheidskledij » ten laste worden genomen, evenwel met uitzondering van de uitrusting van het personeel, dat in het kader van de doorstromingscontracten wordt aangeworven, voor zover in de toepasselijke reglementaire richtlijnen bepaald wordt dat de werkingskosten voor dit dispositief ten laste van de stad of gemeente blijven.

In alle gevallen zal de FOD Binnenlandse Zaken tijdens de overdracht van de bewijsdocumenten de motiveringen moeten kunnen identificeren die doorslaggevend waren bij de aankoop van de diverse kledingstukken. 3.2.2. Toekenning van beveiligingspremies Een stad of gemeente kan de premies die in het kader van de inbraakpreventie aan de bevolking worden toegekend, verhalen op de toelage van het strategisch plan, op voorwaarde dat er een verband met de doelstellingen van het strategisch plan kan aangetoond worden (zie Inbraakpremies en Fietspremies). 3.2.3. Aankoop van PWA-cheques en aanwerving van jobstudenten De aankoop van multi-cheques en de aan jobstudenten toegekende vergoedingen kunnen slechts ten laste van het plan genomen worden, op voorwaarde dat er een verband kan worden aangetoond tussen de uitgave en de totstandbrenging van de doelstellingen van het strategisch plan. 4. Uitrustings- en opleidingskosten Gemeenschapswachten Overeenkomstig de geldende reglementaire richtlijnen, worden enkel de door de bevoegde Minister van Werk goedgekeurde programma's ten laste van het strategisch plan genomen.De financiële tussenkomst van de Staat kan dus slechts gewaarborgd worden indien een verband met de doelstellingen van het strategisch plan kan vastgesteld worden.

De algemene richtlijnen die onder de wetgeving vallen die op de maatregel « Gemeenschapswachten » van toepassing is, dienen in acht te worden genomen (oprichting van de dienst « gemeenschapswachten, uitrusting, opleiding...).

De Minister van Binnenlandse Zaken komt tussen in de kosten van de lancering van het dispositief Gemeenschapswachten waarvan de aanwervingen worden gefinancierd door het plan (Activa, PWA en gewone arbeidsovereenkomst) en dat door de uitrustings- en opleidingskosten te laste te nemen.

De uitrustings-/opleidingskosten die in het kader van het strategisch plan worden toegekend, moeten alleen voor de uitrusting en de opleiding van de Gemeenschapswachten worden gebruikt.

De kosten die verband houden met de logistieke ondersteuning/werking kunnen overigens ten laste van de kredieten van de beginselen van het strategisch plan worden gelegd.

De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Er blijft een beperkte manoeuvreerruimte om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden.

De forfaitaire maximumtussenkomst « uitrusting/opleiding » wordt als volgt vastgesteld :

Régime horaire

ALE

ACTIVA

Werkregime

ALE

ACTIVA

1/3

183,43 €

183,43 €

1/3

183,43 €

183,43 €

1/2

/

366,86 €

1/2

/

366,86 €

2/3

/

366,86 €

2/3

/

366,86 €

3/4

/

366,86 €

3/4

/

366,86 €

3/5

/

366,86 €

3/5

/

366,86 €

4/5

/

366,86 €

4/5

/

366,86 €

1/1

/

366,86 €

1/1

/

366,86 €


De reglementaire uitrusting omvat : - winter-, zomerjassen - polo's; - sweaters; - broeken/rokken (winter/zomer); - schoenen; - petten; - verkeersborden, Mag Lite lampen, reflecterende banden.

Kunnen ook als uitrustings-/opleidingskosten ingebracht worden : - handschoenen en sjaals; - t-shirts; - pull.

INVESTERINGEN 1. ALGEMEEN De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben van minstens 1000 euro en waarvan het voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 2. BIJZONDERHEDEN 2.1. Aanvaarde uitgaven : - de aankoop van audiovisueel materieel; - de aankoop of leasing en installatie van informaticamaterieel (b.v.

PC, printer, scanner, monitor, draagbare computer, graveertoestel voor CD-ROM, informaticalicenties en -programma's, USB-poort, hardware);

Die uitgaven respecteren een afbetalingsprincipe van minimum 3 jaar. - de aankoop van kantoormeubelen voor de preventiedienst. Die uitgaven respecteren een afbetalingsprincipe van minimum 5 jaar; - de aankoop van meubels voor de inrichting van buurthuizen of andere infrastructuur en gedecentraliseerde diensten die door het strategisch plan gefinancierd worden; - de aankoop van graveer- en anti-diefstaltoestel(len); - de aankoop en installatie van beveiligingssysteem voor de preventiedienst en/of de gedecentraliseerde lokalen(bijv. : mechanische beveiligingsmaatregelen, alarmsysteem), behalve gemeente-eigendom (6), en dat in verhouding tot de bezetting door de diensten die in het kader van het strategisch plan door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; - de aankoop van tentoonstellingswanden, van stand(s), luifel(s) ...; - de aankoop van fietsen en bromfietsen; - de aankoop van auto's en moto's; Die uitgaven respecteren een afbetalingsprincipe van minimum 4 jaar; - de aankoop van promotiematerieel (b.v. : uitstalkast voor technopreventief materieel); - de aankoop van kleine materieel voor de sportactiviteiten (geen infrastructuur); - de aankoop van machine voor reiniging van graffiti; - de aankoop van klein gereedschap; (uitsluitend in verband met preventie tegen graffiti, inbraak); - de aankoop en installatie van beveiligingscamera's; 2.2. Geweigerde uitgaven : - de aankoop van gebouwen; - de verbouwing of renovatie van gebouwen (voorbeelden : de aankoop en/of installatie van sanitair, van centrale verwarming, van telefoonlijnen, van vloerbekleding, van behang/gordijnen of vervanging van het dak, van ramen); - de aankoop, installatie, onderhoud en/of renovatie-herstelling van sportinfrastructuren; - de aankoop van elektrische huishoudtoestellen; - de aankoop en installatie van (een) kopieermachine(s); - de aankoop van klein gereedschap; - de aankoop, installatie, herstelling en onderhoud van tele/radio-communicatie materieel (telefooncentrale, GSM en wagenkit, vaste telefoon, internetmodem) voor de andere functies dan gemeenschapswachten;

BEPERKINGEN VERBONDEN AAN DE SPECIFIEKE KREDIETEN 1. DOORSTROMINGSCONTRACTEN Overeenkomstig de toepasselijke reglementaire richtlijnen worden enkel de programma's die door de bevoegde Ministers van Tewerkstelling (regionaal-federaal) worden goedgekeurd, ten laste van het strategisch plan gelegd. De financiële tussenkomst van de Staat kan overigens slechts gewaarborgd worden indien er een verband tussen de aanwending van dit dispositief en één of meer doelstellingen van het strategisch plan kan worden gelegd.

De toegekende subsidie is geldig voor de duur van het strategisch plan. De financiële tussenkomst van de Staat in het specifiek kader van het arbeidscontract van de agent is, wat haar betreft, slechts ten hoogste 3 jaar gewaarborgd, en dat met inachtneming van de reglementaire richtlijnen die op het regime van de doorstromingscontracten van toepassing zijn.

Naast de vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen en de activering van de werkloosheidstoelage waarin in het kader van de gewone federale tussenkomst voorzien wordt, komt de Staat tussen in de loonkosten van de tewerkgestelde medewerkers (zien 2.7.2. Personeelkosten).

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken beloopt, en dat voor maximum 15 betrekkingen : De uitrustings- en werkingskosten blijven ten laste van de steden of gemeenten. 2. ACTIVA (vroegere smetbanen) Enkel de door de bevoegde Ministers van Tewerkstelling goedgekeurde programma's worden ten laste van het strategisch plan gelegd.De financiële tussenkomst van de Staat kan overigens slechts gewaarborgd worden indien er een verband tussen de aanwending van dit dispositief en één of meer doelstellingen van het strategisch plan kan worden aangetoond.

Het aantal personeelsleden dat in het kader van deze bijzondere functie kan worden aangeworven, is beperkt tot 6, 8 of 10 al naargelang de betrokken gemeenten/steden (7).

Enkel de steden of gemeenten die van de bevoegde overheden een voorafgaandelijk akkoord verkregen hebben om de fenomenen van geweld en vandalisme bij het openbaar vervoer aan te pakken - en dit in nauwe samenspraak met de openbare vervoersmaatschappij (De Lijn, MIVB en TEC) - kunnen een deel van het hen via het strategisch plan toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de aanwerving van personeel in dat kader en dat volgens de voorwaarden van en onder het Activa-statuut.

De FOD Binnenlandse Zaken komt tussen in de personeelskosten voor een 4/5 tewerkstelling door de tenlasteneming van een forfaitaire tussenkomst (zien 2.7.3. Personeelkosten). In voorkomend geval dient de meerkost, bijvoorbeeld ten gevolge van een verhoging van het werkregime tot een voltijdse tewerkstelling, evenals de uitrustingskosten, werkingskosten en/of investeringskosten door de stad of gemeente of de openbare vervoersmaatschappij gedragen te worden. 3. OVERLAST DOOR DRUGGEBRUIK Sommige maatregelen die in het kader van de voorkoming van overlast door drugs worden gefinancierd, hebben, door hun aard, specifieke uitgaven tot gevolg. Dientengevolge zullen de volgende kosten, bovenop of in afwijking van de algemene uitgaven die in deze richtlijnen worden aanvaard en dat met inachtneming van de opportuniteitsband tussen die uitgaven en de gesubsidieerde maatregelen, op het strategisch plan ingebracht kunnen worden.

De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden.

Die uitgaven worden aangerekend op de werkings- en investeringskosten van het strategisch plan. Wij verwijzen dan ook naar de nadere regels voor aanrekening van beide uitgavencategorieën.

Straathoekwerk : Werking - Budget voor contactname : - de condooms; - het materiaal in de vorm van stérifix-verpakking of andere kits voor druggebruikers,....; - de koude of warme dranken en kleine catering bestemd voor het doelpubliek.

Onthaal- en opvangcentra : Investeringen : - de investeringen die aan de goede werking van het centrum verbonden zijn (voorbeelden : koelkast, wasmachine, droogkast, bed, matras, kapstok, vaatwerk,...).

Werking : - de reinigingsproducten die voor het onderhoud van het centrum bestemd zijn (en die van één of andere activiteit deel uitmaken); - de kosten voor maaltijden en drank; - het kleine materieel dat nodig is voor de goede werking van het centrum (gloeilampen, borstels, vuilnisbakken...); - de vaccinatiekosten van het personeel; - de kosten van de stappen voor sociaal administratief herstel; - linnengoed (voorbeelden : badhanddoeken, beddenlakens), basistoiletartikelen (voorbeelden : zeep, scheerschuim, haarborstels, deodorant, tandpasta), haardrogers; - het klein ontspanningsmaterieel (voorbeelden : kaartspel, tijdschriften); - de apotheekkosten (bovenop de eerstehulpkit).

Psychosociaal werk Werking : - de kosten van de stappen voor sociaal administratief herstel. 4. GEMEENTELIJKE PREMIES INZAKE TECHNOPREVENTIEVE - MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN INBRAAK IN WONINGEN (Inbraakpremies) 1.Algemeen De steden of gemeenten kunnen een deel van het hen via het strategisch plan toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de toekenning van inbraakpreventiepremies en dat op voorwaarde dat ze de doelstellingen van het plan bereiken.

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken zal tot 100 % van het bedrag van de toegekende premie bedragen, maar zal geenszins het vastgestelde maximum forfaitaire bedrag overschrijden. 2. Bijzonderheden : Voorwaarden 2.1. De premie is enkel voor particulieren (8) bestemd. 2.2. De stad/gemeente is verplicht een gemeentelijk reglement door de gemeentelijke overheden te laten goedkeuren, waarin de toekenningsvoorwaarden voor de beveiligingspremies worden bepaald. Ook al blijven de steden en gemeenten vrij om het percentage van de tussenkomst, en de juiste toekenningsvoorwaarden van de desbetreffende premies te bepalen, ze moeten echter de bepaling van een maximum forfaitair bedrag van 500 euro per premie (maximum bedrag) naleven. 2.3. De premie dient de elementairste beveiligingsmaatregelen te bevorderen en de maatregelen moeten passen in een totale aanpak.

Daarom is het advies van een (erkend) technopreventief adviseur, die hiertoe een opleiding genoten heeft, noodzakelijk. De premie wordt niet toegekend voor de installatie van elektronische alarmsystemen. 2.4. Per woning kan slechts 1 premie worden toegekend. 2.5. De datum voor in het aanmerking nemen van de boeking van die kosten ten laste van het strategisch plan is de datum van de vastlegging en/of van de beslissing van de gemeente waarbij de gemeentelijke premie wordt toegekend en niet de datum van uitvoering/facturering van de werkzaamheden. 5. GEMEENTELIJKE PREMIES INZAKE TECHNOPREVENTIEVE - MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN FIETSDIEFSTALPREVENTIE (Fietspremies) 1.Algemeen De steden of gemeenten kunnen een deel van het hen via het strategisch plan toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de toekenning van « fietspreventiepremies » en dat op voorwaarde dat ze de doelstellingen van het plan bereiken.

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken zal tot 100 % van het bedrag van de toegekende premie bedragen, maar zal geenszins het vastgestelde maximum forfaitaire bedrag overschrijden. 2. Bijzonderheden : Voorwaarden 2.1. De premie is enkel voor particulieren (9) bestemd. 2.2. De stad/gemeente is verplicht een gemeentelijk reglement door de gemeentelijke overheden te laten goedkeuren, waarin de toekenningsvoorwaarden voor de premie worden bepaald. Ook al blijven de steden en gemeenten vrij om het percentage van de tussenkomst, en de juiste toekenningsvoorwaarden van de desbetreffende premies te bepalen, ze moeten echter de bepaling van een maximum forfaitair bedrag van 250 euro per premie (maximum bedrag) naleven. 2.3. Per fiets kan slechts 1 premie worden toegekend. 2.4. De datum voor in het aanmerking nemen van de boeking van die kosten ten laste van het strategisch plan is de datum van de vastlegging en/of van de beslissing van de gemeente waarbij de gemeentelijke premie wordt toegekend. 6. KREDIETEN DIE AAN EEN V.Z.W. OF ELKE ANDERE INSTELLING MET RECHTSPERSOONLIJKHEID OVERGEDRAGEN WORDEN Het is toegestaan om sommige voorziene middelen (personeelskosten, actiemiddelen, investeringen) ter beschikking te stellen van een v.z.w. of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid, die voor de uitvoering van de in het strategisch plan bedoelde doelstellingen zal instaan. Daartoe dient de stad of gemeente met die instelling een overeenkomst af te sluiten met, waarin de rechten en plichten van elke partij worden opgenomen, evenals doelstellingen en de resultaten die moeten bereikt worden.

De algemene beginselen van deze richtlijnen (aard van de uitgaven, voorafgaande vergunnings-/afwijkingsprocedures,...) blijven echter volledig van toepassing. Daaruit vloeit voort dat de kosten, die het loon van het door een vzw of een andere instelling met rechtspersoonlijkheid aangeworven personeel dekken, evenals de werkingsmiddelen en investeringen, respectievelijk op de personeelskosten, werkingsmiddelen en investeringen van het strategisch plan aangerekend worden en aan de door het koninklijk besluit opgelegde beperkingen beantwoorden.

In dit geval is de gemeente eveneens verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de acties en het voorleggen van de bewijsdocumenten.

De VZW's of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid dienen de bedragen van hun bewijsstukken aan de verantwoordelijke stad of gemeente voor te leggen. Die zal hen opnemen in haar samenvattende uitgavenstaat en financieel dossier, die aan de FOD Binnenlandse Zaken voorgelegd moet worden.

In deze samenvattende staat is voorzien in een specifieke verklaring per vzw of instelling met overgedragen kredieten, om de identificatie van de openstaande uitgaven te vergemakkelijken via de overgedragen kredieten.

Zo initiatieven aan een vzw of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid worden toevertrouwd, dienen de uitgewerkte acties en/of projecten in overeenstemming te zijn met de overeenkomst die tussen de stad/gemeente en de FOD Binnenlandse Zaken wordt afgesloten, met de ingediende financiële documenten evenals met de wetgeving betreffende de controle op de toekenning en aanwending van bepaalde subsidies. De stad of gemeente is de enige gesprekspartner van de FOD Binnenlandse Zaken en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het strategisch plan en voor het voorleggen en motiveren het van het financieel dossier.

Bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen van het strategisch plan kan de Minister van Binnenlandse Zaken ofwel de toegekende subsidie schorsen en/of verminderen, ofwel haar volledig of gedeeltelijk terugvorderen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 december 2013.

De minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. Milquet _______ Nota's (1) Wij verwijzen naar de luiken Gemeenschapswachten, Smetbanen en Doorstromingscontracten inzake de praktische modaliteiten van de financiële tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken.(2) Onder gemeente-eigendom wordt verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente /stad behoort.(3) Onder gemeentelijke gebouwen of lokalen worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.(4) Onder gemeente-eigendom wordt verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente /stad behoort.(5) Onder gemeentelijke gebouwen of lokalen worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.(6) Onder gemeente-eigendom wordt verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente /stad behoort.(7) De gegevens betreffende het aantal personeelsleden dat voor elk van de steden/gemeenten kan worden aangeworven, zijn beschikbaar bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.(8) Voor de beveiliging van zelfstandige ondernemers wordt naar het systeem van de fiscale aftrek verwezen.(9) Voor de beveiliging van zelfstandige ondernemers wordt naar het systeem van de fiscale aftrek verwezen. BIJLAGE 2 Lijst der in aanmerking komende uitgaven Toelagen « gemeenschapswachten - bijkomend contingent Activa 346 » en « Gemeenschapswachten - dispositief Activa 90 » In het kader van het preventiebeleid kent de Minister van Binnenlandse Zaken aan de steden en gemeenten die over een strategisch veiligheids- en preventieplan beschikken en voor zover zij dit wensen, een bijkomende financiële tegemoetkoming toe bovenop de reeds toegekende budgettaire enveloppe SVPP voor de realisatie van dit strategisch plan, teneinde projecten « gemeenschapswachten-activa - bijkomend contingent en/of projecten inzake het dispositief 90 FTE gemeenschapswachten-activa » te ontwikkelen.

De kredieten toegekend voor de realisatie van dit strategisch plan teneinde projecten « gemeenschapswachten-activa - bijkomend contingent of projecten inzake het dispositief 90 FTE gemeenschapswachten-activa » te ontwikkelen, zijn enkel en alleen bestemd voor de ontwikkelingen van de projecten « gemeenschapswachten ». Indien echter bijkomende uitgaven voor logistieke ondersteuning/werking nodig zijn, zou de gemeente deze kunnen inschrijven op de toelage « strategisch veiligheids- en preventieplan ».

Eens de posten uitrusting en vorming ingevuld zijn, kunnen de investeringskosten gedekt worden, zij het wel dat deze in de eerste plaats moeten dienen om tegemoet te komen aan de verplichting van de steden om aangepaste communicatiemiddelen ter beschikking te stellen van hun gemeenschapswachten in de uitoefening van hun beroep.

Enkel bij restsaldo mogen actiemiddelen ten laste genomen worden door dit budget. Het gaat hier om kosten die aan de logistieke ondersteuning/werking verbonden zijn, in de eerste plaats de kosten van mobiele telefonie en de reiskosten van de gemeenschapswachten in het kader van hun acties.

Alle initiatieven die in het kader van het Gemeenschapswachtdispositief worden genomen, moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen die in de reglementering over de Gemeenschapswachten zijn opgenomen. 1. Uitrustings- en opleidingskosten De uitrustings-/opleidingskosten die in het kader van de toelage Bijkomend contingent Activa 346 » en « Dispositief Activa 90 », moeten bij voorrang voor de uitrusting en de opleiding van de Gemeenschapswachten worden gebruikt.Indien er een saldo van de voorziene forfaitaire toelage beschikbaar blijft, kunnen de kosten van de logistieke ondersteuning/werking, vervolgens ten laste worden genomen.

De toelage wordt jaarlijks toegekend per aangeworven persoon die tijdens de afgelopen periode prestaties heeft verricht, onder de vorm van een forfaitaire toelage.

De forfaitaire maximumtussenkomst wordt als volgt vastgesteld :

Intervention forfaitaire/an - Forfaitaire tussenkomst/jaar


Per/par agent

Régime horaire/Werkregime

ALE - Activa1/3

1/2

2/3

3/4

3/5

4/5

1/1


183,43


366,86


De reglementaire uitrusting omvat: - winter-, zomerjassen - polo's; - sweaters; - broeken / rokken (winter/zomer); - schoenen; - petten; - verkeersborden, Mag Lite lampen, reflecterende banden.

Kunnen ook als uitrustings-/opleidingskosten ingebracht worden: - handschoenen en sjaals; - t-shirts; - pull. 2. Werkingskosten De kosten van de logistieke ondersteuning/werking van het dispositief kunnen te laste van de toelage gelegd worden. De volgende opsommingen mogen niet als alomvattend beschouwd worden.

Er blijft een beperkte manoeuvreerruimte om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen te kunnen weigeren/aanvaarden. 2.1. Aanvaarde uitgaven: - tassen, handtassen, paraplus; - de reiskosten van de Gemeenschapswachten in het kader van hun acties; - de huurkosten en lasten van lokalen (die geen eigendom van de stad of gemeente zijn) voor de Gemeenschapswachten; - de huur van vervoermiddelen; - de onderhoudskosten van de uitrusting (stomerij en herstellingen). - de aankoop van digitale fototoestel(len) (1 per team van twee agenten). 2.2. Geweigerde uitgaven: - de tussenkomst in de reiskosten van het woon-werkverkeer; - de maaltijd- en drankkosten; - kleine kantoorbenodigdheden, documentatie ; - de tussenkomst in de reiskosten van het woon-werkverkeer; - de actiekosten verbonden aan de acties gevoerd door de gemeenschapswachten (bijv.: folders uitgedeeld door de gemeenschapswachten,...). 3. Investeringskosten De investeringskosten voor de werking van het dispositief kunnen eventueel ten laste worden genomen. 3.1. Aanvaarde uitgaven: - de aankoop van gsm-toestellen, draagbare zenders-ontvangers of andere communicatie-middelen (cfr « Investeringen »); - de aankoop van kasten om de uitrusting of persoonlijke goederen veilig op te bergen; - de aankoop van fietsen en bromfietsen; 3.2. Geweigerde uitgaven: - de aankoop van auto's en moto's.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 december 2013.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

BIJLAGE 3 DOCUMENTEN DIE IN HET KADER VAN DE VOORLEGGING VAN HET FINANCIEEL DOSSIER TER BESCHIKKING GESTELD OF INGEDIEND MOETEN WORDEN ALGEMEEN Moet bij het financieel dossier gevoegd worden het Uittreksel van de gemeenteraadsbeslissing : - tot goedkeuring van het totaalbedrag van de uitgaven gerechtvaardigd in het kader van de subsidie; - als bewijs dat de uitgaven voorgesteld via de online samenvattende uitgavenstaat verwezenlijkt werden in het kader van de uitvoering van de overeenkomst.

In alle gevallen moet, op straffe van het niet in aanmerking nemen, de beslissing voorafgaan aan de online indiening van het financieel dossier.

A. Personeelskosten Algemeen : - In geval van aanwerving van personeel in de loop van het referentiejaar wordt een kopie van het aanwervingscontract of van de aanwervings- of toewijzingsbeslissing bijgevoegd en; - In geval van ontslag (op initiatief van de werknemer of van de werkgever), een kopie van de betekening van de einddatum van het arbeidscontract; - Een samenvattende staat van de maandelijkse betalingen (document waarin de identiteit van de werknemer voorkomt, evenals diens maandelijkse loonkost, het aantal betaalde dagen van laatstgenoemde, voor de ganse periode van tewerkstelling, wordt meegestuurd voor ieder in het kader van het contract aangeworven persoon.

Bijzonderheden : Doorstromingscontracten, Smetbanen en Gemeenschapswachten Voor de doorstromers en de Smetbanen gelden dezelfde regels.

De Gemeenschapswachten : - Wat de PWA'ers betreft, zijn de aankoopfacturen van de Multicheques op zich geen bewijs. De gemeente rechtvaardigt bovendien de uitgedeelde cheques en levert dus bewijs van het daadwerkelijk aantal uitgedeelde cheques, - via een verklaring van haar gemeenteontvanger; of - via de overdracht van de kopie van de maandelijkse ontvangstbewijzen voor de PWA-cheques, ondertekend door de begunstigden; - Wat de ACTIVA's betreft, worden kopieën van de arbeidscontracten en de eventuele betekeningen van contractbeëindiging toegevoegd.

Een samenvattende staat van de maandelijkse betalingen (document waarin de identiteit van de werknemer voorkomt, evenals diens maandelijkse loonkost, het aantal betaalde dagen van laatstgenoemde voor de ganse periode van tewerkstelling, wordt meegestuurd voor ieder in het kader van het contract aangeworven persoon.

B. Werkingskosten en investeringen Algemeen Voor elke voorgelegde uitgave wordt een bewijsdocument.

Er dient ook een kopie van de bestelbon aan het dossier toegevoegd worden en/of een kopie van de beslissing van de Gemeenteraad of van het College en/of elk stuk dat de datum van de vastlegging rechtvaardigt.

Daarenboven dient voor iedere uitgave het overeenstemmende betalingsbewijs toegevoegd te worden.

Bijzonderheden : 1. Jobstudenten : - de arbeidscontracten en de maandelijkse loonstaten (zie A);2. PWA-personeel : De gemeente rechtvaardigt bovendien de uitgedeelde cheques en levert dus bewijs van het daadwerkelijke aantal uitgedeelde cheques : - via een verklaring van haar gemeenteontvanger, of - via de overdracht van de kopie van de maandelijkse ontvangstbewijzen voor de PWA-cheques, ondertekend door de begunstigden;3. Reiskosten Voertuigen die in het kader van de strategisch plan, de veiligheidscontracten, veiligheids- en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden : 1°.Tankkaart : de factuur van de leverancier met identificatie van het voertuig; 2°. Een verklaring van exclusief gebruik van de desbetreffende voertuigen, ondertekend door de gemeenteontvanger moet bij het financieel dossier gevoegd worden; 3°. Facturen en kwitanties die verband houden met de registratie, de verkeersbelasting en de technische keuring; 4°. Facturen betreffende onderhoud en herstelling; 5°. Kopie van het verzekeringscontract evenals van de premies (vervaldagberichten van de verzekeraar).

Gemeentevoertuigen die niet in het kader van de strategischplan, veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden, maar uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden : 1°. Tankkaart : de factuur van de leverancier met identificatie van het voertuig; 2°. Een verklaring van exclusief gebruik van de desbetreffende voertuigen, ondertekend door de gemeenteontvanger moet bij het financieel dossier gevoegd worden; 3°. Facturen en kwitanties die verband houden met de verkeersbelasting en de technische keuring; 4°. Facturen betreffende het onderhoud; 5°. Kopie van het verzekeringscontract evenals van de premies (vervaldagberichten van de verzekeraar).

Gemeentevoertuigen die niet in het kader van de strategischplan, de veiligheidscontracten, veiligheids en samenlevingscontracten, preventiecontracten of drugplancontracten verworven werden en die niet-uitsluitend ter beschikking van het plan gesteld worden : 1°. Tankkaart : de factuur van de leverancier met identificatie van het voertuig; 2°. Een verklaring ondertekend door de gemeenteontvanger moet bij het financieel dossier worden gevoegd als bewijs dat de meegedeelde kosten wel degelijk verband houden met de opdrachten uitgevoerd in het kader van het strategisch veiligheids- en preventieplan en als bewijs van het toe te passen aandeel; 3°. Kopie van het verzekeringscontract evenals van de premies (vervaldagberichten van de verzekeraar).

Forfaitair bedrag van toepassing op het personeel SVPP : Aanvraag van forfaitaire tussenkomst ondertekend door de gemeenteontvanger met vermelding van - de naam van de agent - het forfaitair bedrag gerechtvaardigd met het oog op de tussenkomst van Binnenlandse Zaken - en met bevestiging dat die reiskosten gemaakt werden in het kader van de opdrachten verzekerd door deze agent in verband met het strategisch veiligheids- en preventieplan;

Leasing-/rentingcontract : - de kopie van het contract of van de overeenkomst. 4. Vervanging van gestolen materieel : - kopie van het proces-verbaal dat door de politie in het kader van de diefstalaangifte werd opgesteld.5. Inbraak en-fietspreventiepremies : - Beslissing van het college tot goedkeuring van de toekenning van de premie; C. Aan v.z.w.'s of aan elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid overgedragen kredieten Wat de kredieten betreft die aan een v.z.w. of aan elke instelling die een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid heeft, worden overgedragen, komen in het financieel dossier, naast de bewijsstukken voorgelegd ter rechtvaardiging van de gerealiseerde uitgaven : - een kopie van het protocolakkoord waarin de rechten en plichten van de partijen zijn opgenomen en waarin de modaliteiten voor de budgetoverdracht worden bepaald; - het bewijs van de overschrijving van de overgedragen budgetten;

De stad of gemeente blijft verantwoordelijk voor de voorlegging en de motivering van het financieel dossier jegens de betoelagende instantie.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 december 2013.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 december 2013.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

^