Etaamb.openjustice.be
Decreet van 31 mei 2013
gepubliceerd op 11 juli 2013

Decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen

bron
vlaamse overheid
numac
2013203797
pub.
11/07/2013
prom.
31/05/2013
ELI
eli/decreet/2013/05/31/2013203797/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MEI 2013. - Decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen. HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992

Art. 2.Artikel 17 van decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992 wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 17.Het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant heeft rechtspersoonlijkheid. Het wordt opgericht als een Vlaamse openbare instelling van het type A in de zin van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof. De bepalingen van het voormelde decreet zijn op het fonds van toepassing voor zover er in dit decreet niet wordt van afgeweken. ». HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode

Art. 3.In artikel 2 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 29 april 2011, 23 december 2011, 9 maart 2012 en 23 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 2°, opgeheven bij decreet van 9 maart 2012, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : « 2° decreet Grond- en Pandenbeleid : het decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en Pandenbeleid;»; 2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 9° opgeheven;3° in paragraaf 1, eerste lid, worden punt 22° en 23° vervangen door wat volgt : « 22° sociale huurwoning : een woning die als hoofdverblijfplaats verhuurd of onderverhuurd wordt door : a) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij;b) de sociale verhuurkantoren die overeenkomstig artikel 56 erkend zijn als huurdienst;c) het Vlaams Woningfonds, een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een OCMW of een OCMW-vereniging, voor zover er voor die woning een van de volgende subsidies werd verleend : 1) een subsidie met toepassing van artikel 38, tweede lid, 5°, van de Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970, bekrachtigd bij de wet van 2 juli 1971;2) een subsidie als vermeld in artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, in artikel 38, § 1, of in hoofdstuk II of III van titel VI;d) een gemeente, een OCMW of een sociale woonorganisatie, met uitzondering van de huurdersorganisaties, voor zover op de woning het sociaal beheersrecht, vermeld in artikel 90, wordt uitgeoefend of voor zover het een woning als vermeld in artikel 18, § 2, betreft;e) een gemeente of een OCMW, voor zover de woning verworven werd met toepassing van het recht van voorkoop, vermeld in artikel 85; f) een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband, voor zover er toepassing gemaakt wordt van artikel 4.1.15 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 23° sociale koopwoning : een woning die wordt bestemd om verkocht te worden aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden door : a) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij; b) een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband, voor zover er toepassing gemaakt wordt van artikel 4.1.15 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; c) het Vlaams Woningfonds, een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband, voor zover er voor die woning een subsidie verleend werd als vermeld in artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, in artikel 38, § 1, of in hoofdstuk II of III van titel VI;d) een gemeente, voor zover de woning verworven werd met toepassing van het recht van voorkoop; e) een private actor, voor zover er toepassing gemaakt wordt van artikel 4.1.22 van het decreet Grond- en Pandenbeleid;"; 4° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 25° vervangen door wat volgt : « 25° sociale kavel : een in een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling gelegen afgebakend perceel, voorzien van de nodige infrastructuur en nutsvoorzieningen, dat wordt bestemd om verkocht te worden aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden door : a) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij;b) een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband, voor zover er met betrekking tot dat perceel een van de volgende gevallen zich voordoet : 1) er werd een subsidie verleend als vermeld in punt 23°, c); 2) er wordt toepassing gemaakt van artikel 4.1.15 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; c) een gemeente, voor zover het perceel verworven werd met toepassing van het recht van voorkoop; d) een private actor, voor zover er toepassing gemaakt wordt van artikel 4.1.22 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; »; 5° in paragraaf 1, eerste lid, punt 26°, worden de woorden "van de Grote Gezinnen" opgeheven;6° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 34° vervangen door wat volgt : « 34° huurder van een sociale huurwoning : a) de persoon die zich bij de inschrijving voor een sociale huurwoning heeft opgegeven als referentiehuurder, en de persoon die bij aanvang van de huurovereenkomst met hem gehuwd is of wettelijk samenwoont of die bij aanvang van de huurovereenkomst zijn feitelijke partner is;b) de persoon die na de aanvang van de huurovereenkomst huwt of wettelijk gaat samenwonen, met de persoon, vermeld in punt a), en die de huurovereenkomst mee ondertekent of de feitelijke partner die een jaar als huurder als vermeld in punt c), samenwoont met de persoon, vermeld in punt a);c) alle andere personen dan de personen, vermeld in punt a) en b), met uitzondering van de minderjarige kinderen, die in de sociale huurwoning hun hoofdverblijfplaats hebben, en die de huurovereenkomst mee ondertekenen;»; 7° aan paragraaf 1, eerste lid, worden een punt 38° en 39° toegevoegd, die luiden als volgt : « 38° OCMW-vereniging : een vereniging als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;39° venale waarde : de prijs die de meestbiedende kandidaat-koper bereid zou zijn te betalen als een onroerend goed te koop gesteld zou worden onder de meest gunstige voorwaarden en na een degelijke voorbereiding.»; 8° paragraaf 3 wordt opgeheven;9° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5.In deze paragraaf wordt verstaan onder : 1° nutsbedrijven : de instanties die in het kader van de openbare nutsvoorziening instaan voor de levering van water;2° distributienetbeheerders : de natuurlijke personen of rechtspersonen, vermeld in artikel 2, 8°, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en artikel 1, 31°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. Met behoud van de toepassing van de machtigingsprocedure bepaald in de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijke gegevensverkeer kan de toezichthouder, vermeld in artikel 29bis, of de wooninspecteur, vermeld in artikel 20, § 2, in het kader van een onderzoek naar effectieve bewoning met het oog op de vaststelling van de misdrijven, vermeld in artikel 20 en 102bis, § 9, de verbruiksgegevens van water, elektriciteit en gas opvragen bij de nutsbedrijven of de distributienetbeheerders.

De nutsbedrijven of de distributienetbeheerders moeten de verbruiksgegevens binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst van de aanvraag aan de toezichthouder of de wooninspecteur bezorgen.

De Vlaamse Regering kan de wijze bepalen waarop de toezichthouder of de wooninspecteur de verbruiksgegevens kan opvragen en de manier waarop de gegevens moeten worden bezorgd. »

Art. 4.In artikel 22 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2009 en 9 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid";2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "sociale koop- en huurwoningen" vervangen door de woorden "sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels", worden de woorden "door de gemeenten vastgestelde" opgeheven en wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid"; 3° in paragraaf 2, vierde lid, 1°, wordt het bedrag "420.065.000" vervangen door het bedrag "428.000.000"; 4° in paragraaf 2, vierde lid, 2°, wordt het bedrag "171.323.000" vervangen door het bedrag "174.000.000"; 5° in paragraaf 2, vierde lid, wordt een punt 2°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 2°bis voor een programma voor de bouw van sociale koopwoningen waarvoor een bijzondere sociale lening als vermeld in artikel 79 zal worden toegestaan;»; 6° in paragraaf 2, vierde lid, 3°, worden de woorden "verrichtingen inzake het sociale grond- en pandenbeleid" vervangen door het woord "verwervingen";7° in paragraaf 2, vijfde lid, wordt het jaartal "1998" vervangen door het jaartal "2012".

Art. 5.In artikel 22bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2009 en gewijzigd bij de decreten van 29 april 2011 en 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « In de periode 2009-2023 breidt de Vlaamse overheid het bestaande sociaal woonaanbod, zoals dat blijkt uit de nulmeting, vermeld in artikel 4.1.1 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, uit met 65 610 eenheden. De uitbreiding betreft : 1° 43 440 sociale huurwoningen, die verwezenlijkt worden in de periode 2009-2023;2° 21 170 sociale koopwoningen, die verwezenlijkt worden in de periode 2009-2020;3° 1 000 sociale kavels, die verwezenlijkt worden in de periode 2009-2020.»; 2° in paragraaf 1, derde lid, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" telkens vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid";3° er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1bis.In de periode 2012-2023 breidt de Vlaamse overheid het bescheiden woonaanbod uit met 6 000 eenheden.

De uitbreiding, vermeld in het eerste lid, wordt verwezenlijkt op initiatief van : 1° de sociale huisvestingsmaatschappijen, voor zover voldaan wordt aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 41, § 2; 2° de private actoren, voor zover voldaan wordt aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 4.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid."; 4° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" telkens vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid".

Art. 6.In artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004 en 9 maart 2012, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering regelt de uitbouw en het beheer van een gecentraliseerde databank, het Datawarehouse Wonen, met informatie rond wonen en woonbeleid in Vlaanderen. Die databank heeft de volgende doelstellingen : 1° het ondersteunen van de voorbereiding en evaluatie van het Vlaamse woonbeleid;2° het aanleveren van data voor beleidsmatig wetenschappelijk onderzoek rond wonen;3° het beantwoorden van informatievragen van derden rond wonen. Om de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, te bereiken, worden in het Datawarehouse Wonen de gegevens verzameld over het Vlaamse woonbeleid, vermeld in artikel 3 en 4.

De entiteit die door de Vlaamse Regering wordt belast met de ondersteuning van het lokale woonbeleid en de sociale woonorganisaties verstrekken daarvoor de voor het Vlaamse woonbeleid noodzakelijke gegevens waarover ze beschikken, op voorwaarde van machtiging van de mededeling van persoonsgegevens op basis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. De voormelde entiteit is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens.

De geanonimiseerde individuele gegevens kunnen onder contractuele voorwaarden ook doorgegeven worden aan wetenschappelijke instellingen met het oog op beleidsrelevant onderzoek waarvan de output eigendom blijft van de Vlaamse Gemeenschap. Met het oog op statistische verwerkingen die de tijdsevolutie van het wonen in Vlaanderen weergeven, worden de gegevens gedurende een periode van vijftig jaar bewaard.

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de raadpleging, het gebruik en de verkrijging van de verwerkte gegevens. Ze bepaalt tevens de algemene organisatorische en technische maatregelen die genomen moeten worden om de kwaliteit, de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevens te garanderen. »

Art. 7.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij decreet van 23 maart 2012, wordt een artikel 27bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 27bis.Voor de opmaak van schattingsverslagen, in het kader van onroerende transacties krachtens dit decreet, doen sociale woonorganisaties een beroep op een van de hierna volgende personen of instanties : 1° de ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniale Documentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën die bevoegd is voor schattingen;2° een comité voor aankoop van onroerende goederen, overeenkomstig artikel 3, 7°, van het protocol van 5 maart 1985 tussen de Regering en de Vlaamse Executieve, de Franse Gemeenschapsexecutieve, de Waalse Gewestexecutieve en de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de bevoegdheid van de comités tot aankoop van onroerende goederen en van de kantoren der domeinen van de Staat;3° een notaris;4° een landmeter-expert, na gezamenlijk akkoord over de schatter;5° een door de VMSW gemachtigde ambtenaar, als de VMSW zelf geen partij is bij de onroerende transactie waarvoor het schattingsverslag wordt opgemaakt. De raming van de waarde van een onroerend goed door een persoon of instantie als ver meld in het eerste lid, 1° en 2°, primeert op de raming van een onroerend goed door een persoon of instantie als vermeld in het eerste lid, 3°, 4° en 5°.

Art. 8.In artikel 28, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 maart 2004 en gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006 en 29 juni 2007, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De gemeente draagt er zorg voor dat de woonprojecten en individuele verrichtingen van de sociale woonorganisaties, het OCMW of haarzelf in het belang van de bewoners op elkaar worden afgestemd. Daartoe ziet de gemeente erop toe dat de sociale woonorganisaties zoveel mogelijk onderling overleg plegen. Ze kan de sociale woonorganisaties, het OCMW en de lokale welzijnsorganisaties voor overleg samenroepen. De sociale woonorganisaties zijn verplicht in te gaan op de vraag tot overleg vanwege de gemeente. ».

Art. 9.In artikel 29bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006 en vervangen bij decreet van 29 april 2011 en gewijzigd bij decreet van 23 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° de volgende verrichtingen van het OCMW, een OCMW-vereniging, de gemeente en een intergemeentelijk samenwerkingsverband : a) de verrichtingen krachtens titel VI en VII; b) de verhuring van andere woningen dan sociale woningen krachtens titel VII, met het oog op het bereiken van het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel 4.1.2 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; c) de verkoop van andere woningen en kavels dan sociale woningen en kavels met toepassing van artikel 34, § 3, eerste lid, 2°, met het oog op het bereiken van het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel 4.1.2 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; »; 2° in paragraaf 7, tweede lid, wordt de zinsnede "vereniging als vermeld in artikel 118 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door het woord "OCMW-vereniging";3° er wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 8.Bij wanbetaling van de administratieve geldboete vaardigt de toezichthouder een dwangbevel uit dat wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de leidend ambtenaar van het agentschap Inspectie RWO. Het dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. ».

Art. 10.In artikel 32 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 27 april 2007 en 8 juli 2011, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 11.In artikel 33, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2009, 29 april 2011, 23 december 2011 en 23 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "verenigingen als vermeld in artikel 118 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door het woord "OCMW-verenigingen";2° in het vierde lid, 9°, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid".

Art. 12.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 17 maart 1998, 24 december 2004, 24 maart 2006, 29 april 2011 en 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "het sociale grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "de verwerving van onroerende goederen";2° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "de sociale huisvestingsmaatschappijen" vervangen door de zinsnede "de initiatiefnemers, vermeld in artikel 33, § 1, eerste lid,";3° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "artikel 33, § 1, derde lid, 6°" vervangen door de zinsnede "artikel 33, § 1, vierde lid, 6°";4° in paragraaf 1, tweede lid, 1°, b) en d), wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" telkens vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid";5° in paragraaf 3 wordt punt 4° vervangen door wat volgt : « 4° andere personen, voor zover de onroerende goederen in kwestie niet meer van nut zijn voor huisvesting, en een openbare verkoop niet de venale waarde oplevert of de kosten van een openbare verkoop niet in verhouding staan tot de venale waarde en voor zover voldaan is aan de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;».

Art. 13.In artikel 38 van hetzelfde decreet, vervangen bij decreet van 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "hoofdstuk II van titel VII" vervangen door de zinsnede "hoofdstuk II van titel VI";2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, wordt de zinsnede "artikel 33, § 1, derde lid, 6°" vervangen door de zinsnede "artikel 33, § 1, vierde lid, 6°".

Art. 14.Aan artikel 40, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, wordt de volgende zin toegevoegd : « In afwijking van artikel 413 en 559 van het Wetboek van Vennootschappen kan de staat van activa en passiva bij een statutenwijziging die betrekking heeft op het doel van de sociale huisvestingsmaatschappij, tot zes maanden voordien zijn vastgesteld. ».

Art. 15.In artikel 41, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin wordt de zinsnede ", benevens hun taken van openbare dienst," opgeheven en worden de woorden "het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid," vervangen door de woorden "het decreet Grond- en Pandenbeleid";2° de zinnen "Zij hanteren gescheiden boekhoudingen voor hun openbarediensttaken en hun autonome taken.De middelen die voortkomen uit hun autonome taken worden wederaangewend voor deze taken of voor de openbarediensttaken." worden vervangen door wat volgt : « Zij hanteren gescheiden boekhoudingen voor hun taken met betrekking tot het bescheiden woonaanbod en hun taken met betrekking tot het sociaal woonaanbod. De middelen die voortkomen uit hun taken met betrekking tot het bescheiden woonaanbod worden wederaangewend voor deze taken of voor hun taken met betrekking tot het sociaal woonaanbod. »

Art. 16.In artikel 43 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 29 april 2011 en 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "de huurder" en de woorden "heeft het recht" de zinsnede ", vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b)," ingevoegd;2° in paragraaf 5 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De prijs voor de woning waarop het recht van aankoop wordt uitgeoefend, is gelijk aan de venale waarde die geraamd wordt met toepassing van artikel 27bis.De schattingen blijven één jaar geldig.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de schattingsaanvraag. »

Art. 17.In artikel 44, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "hun investeringsverrichtingen" worden vervangen door de zinsnede "de verrichtingen die uitdrukkelijk verband houden met hun opdrachten als vermeld in artikel 41,";2° er wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Op voorstel van de VMSW legt de Vlaamse Regering de voorwaarden voor het aangaan van leningen bij de VMSW vast in een algemeen reglement.»

Art. 18.In titel V van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012, worden in het opschrift van hoofdstuk III de woorden "van de Grote Gezinnen" opgeheven.

Art. 19.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "van de Grote Gezinnen" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt de zin "Het moet in zijn activiteiten voorrang geven aan de woonbehoeften van woonbehoeftige grote gezinnen." opgeheven; 3° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, worden de woorden "grote gezinnen" telkens vervangen door de woorden "woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden".

Art. 20.In artikel 52 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 27 juni 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 1°, wordt de zinsnede "artikel 79, § 3" vervangen door de zinsnede "artikel 79, § 2";2° in het tweede lid worden de woorden "grote gezinnen" telkens vervangen door de woorden "woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden";3° in het derde lid worden de woorden "grote gezinnen" vervangen door de woorden "gezinnen en alleenstaanden";4° het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 21.In artikel 54, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "grote gezinnen" vervangen door de woorden "woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden".

Art. 22.In artikel 56, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 maart 2004 en gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012, worden de woorden "salariskosten en de werking kunnen worden" vervangen door de woorden "werking wordt".

Art. 23.Artikel 58 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 58.Binnen de perken van de kredieten die daarvoor op de begroting van het Vlaamse Gewest ingeschreven worden, kan de Vlaamse Regering, onder de voorwaarden die ze bepaalt, subsidies verlenen voor de werking van de erkende huurdiensten, vermeld in artikel 56, en van de ondersteuningsstructuur, vermeld in artikel 57. De subsidiëring ten laste van de uitgavenbegroting van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap mag nooit meer bedragen dan 100 % van de totale kosten. ».

Art. 24.In artikel 59, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006, wordt de zinsnede "een fonds als vermeld in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit" vervangen door de zinsnede "een begrotingsfonds als vermeld in artikel 12, § 1, van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof ".

Art. 25.In artikel 60 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 27 maart 2009 en 29 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden punt 1° tot en met 4° vervangen door wat volgt : « 1° de verwerving van bebouwde of onbebouwde onroerende goederen;2° de aanleg of de aanpassing van wooninfrastructuur;3° de bouw van sociale koopwoningen en de renovatie van gebouwen of woningen om er sociale koopwoningen van te maken;4° de verhuring van sociale huurwoningen.»; 2° in paragraaf 2, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid";3° in paragraaf 2, 4°, worden de woorden "verenigingen van gemeenten" vervangen door de woorden "intergemeentelijke samenwerkingsverbanden";4° in paragraaf 2, 5°, worden tussen de woorden "openbare centra voor maatschappelijk welzijn" en de zinsnede ", behalve voor" de woorden "en de OCMW-verenigingen" ingevoegd.

Art. 26.In artikel 61, vierde lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006, wordt de zinsnede "de VMSW, de sociale huisvestingsmaatschappijen en het VWF" vervangen door de zinsnede "de initiatiefnemers, vermeld in artikel 60, § 2,".

Art. 27.In titel VI, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2000, 24 maart 2006, 29 juni 2007, 27 maart 2009 en 29 april 2011, wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door wat volgt : « Afdeling 2. Subsidie voor de verwerving van onroerende goederen ».

Art. 28.In artikel 63 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "dat gelegen is in een woonvernieuwings- of een woningbouwgebied" opgeheven;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Wat het bedrag van de subsidie betreft, maakt de Vlaamse Regering een onderscheid naargelang het te verwerven onroerend goed gelegen is binnen of buiten een woonvernieuwings- of woningbouwgebied.»

Art. 29.In artikel 64 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 29 juni 2007 en 29 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "die gelegen zijn in een woonvernieuwingsgebied" opgeheven en wordt het woord "gebouwen" vervangen door het woord "constructies";2° paragraaf 1, tweede lid, wordt opgeheven;3° paragraaf 2 wordt opgeheven;4° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.In deze paragraaf wordt verstaan onder : 1° Algemene Overeenkomst : de Algemene Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, en Serviceflats Invest nv, gesloten op 18 oktober 1995 en gewijzigd door een addendum van 3 december 1996 en 22 juli 2008;2° serviceflats : individuele wooneenheden in een serviceflatgebouw als vermeld in artikel 2, 5°, van de gecoördineerde decreten van 18 december 1991 inzake voorzieningen voor bejaarden;3° Serviceflats Invest nv : de bij besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 1995 erkende vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal. Zolang Serviceflats Invest nv de in de Algemene Overeenkomst opgenomen doelstelling om 2 000 serviceflats te realiseren niet heeft bereikt, kan in afwijking van artikel 60 de subsidie voor verrichtingen als vermeld in paragraaf 1, 1°, 2° en 3°, ook worden verleend aan een OCMW of een vereniging zonder winstoogmerk als er serviceflats worden opgericht in het kader van een onroerende leasingovereenkomst tussen Serviceflats Invest nv en het OCMW of de vereniging zonder winstoogmerk. ».

Art. 30.In artikel 68 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, worden de woorden "als de VMSW of het Vlaamse Gewest opdrachtgever is van de werkzaamheden" opgeheven.

Art. 31.In titel VI, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2000, 24 maart 2006, 29 juni 2007, 27 maart 2009, 29 april 2011, wordt het opschrift van afdeling 4 vervangen door wat volgt : « Afdeling 4. Subsidie voor bouw van en renovatie tot sociale koopwoningen ».

Art. 32.In artikel 69 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "sociale woningen te bouwen in een woonvernieuwings- of woningbouwgebied" worden vervangen door de woorden "sociale koopwoningen te bouwen";2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Wat het bedrag van de subsidie betreft, maakt de Vlaamse Regering een onderscheid naargelang de sociale koopwoningen binnen of buiten een woonvernieuwings- of woningbouwgebied worden gerealiseerd.»

Art. 33.In artikel 70 van hetzelfde decreet wordt het woord "ongeschikte" telkens opgeheven en worden de woorden "sociale woningen" vervangen door de woorden "sociale koopwoningen".

Art. 34.Artikel 71 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt opgeheven.

Art. 35.In artikel 72 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 1° opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 36.In artikel 73 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 37.In artikel 74, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zin "Artikel 73 is mede van toepassing op deze subsidie." opgeheven.

Art. 38.In artikel 75 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 17 maart 1998 en 24 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "artikelen 64, §§ 1 en 2, 69 en 70" vervangen door de zinsnede "artikel 64, § 1" en wordt de zinsnede "of 64, §§ 3, 4 of 5" vervangen door de zinsnede "of artikel 64, § 4 of § 5";2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "Behoudens toepassing van artikel 64, § 3, worden de woningen die de begunstigde van de subsidie bouwt of renoveert," vervangen door de woorden "De woningen worden";3° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "artikel 64, §§ 3 en 4" vervangen door de zinsnede "artikel 64, § 4".

Art. 39.In artikel 76 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 64, §§ 3 en 4" vervangen door de zinsnede "artikel 64, § 4".

Art. 40.In artikel 77bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2002 en gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het Garantiefonds voor Huisvesting heeft rechtspersoonlijkheid. Het wordt opgericht als een Vlaamse openbare instelling van het type A in de zin van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof. De bepalingen van dat decreet zijn op het fonds van toepassing voor zover daar in dit decreet niet van afgeweken wordt. ».

Art. 41.In artikel 78, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2002, 24 maart 2006, 22 december 2006 en 29 april 2011, wordt de zinsnede "een fonds als vermeld in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit" vervangen door de zinsnede "een begrotingsfonds als vermeld in artikel 12, § 1, van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof".

Art. 42.In artikel 79 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 24 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "de minimum- en maximumnormen voor de woningen," opgeheven;2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De VMSW en het VWF zijn ertoe gemachtigd om aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden leningen als vermeld in paragraaf 1 toe te staan die bestemd zijn voor de financiering van een of meer van de volgende verrichtingen : 1° de aankoop van een in het Vlaamse Gewest gelegen sociale kavel of een bouwgrond die daarmee wordt gelijkgesteld volgens de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;2° de bouw, de aankoop of het behoud van een in het Vlaamse Gewest gelegen woning;3° de renovatie, de verbetering of de aanpassing van een in het Vlaamse Gewest gelegen woning;4° de terugbetaling van vroeger aangegane schulden voor de renovatie, de aankoop of de bouw van een in het Vlaamse Gewest gelegen woning, onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt.»; 3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;4° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "VMSW kan" vervangen door de woorden "VMSW en het VWF kunnen";5° paragraaf 3 en paragraaf 4 worden opgeheven.

Art. 43.In artikel 84, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De woning kan worden teruggenomen tegen de oorspronkelijke verkoopprijs, vermeerderd met de gemaakte kosten van de koop en de kosten van de verbeterings- en herstellingswerkzaamheden, voor zover die niet werden uitgevoerd in strijd met de bepalingen op de ruimtelijke ordening en de stedenbouw. De oorspronkelijke verkoopprijs, de gemaakte kosten van de koop en de kosten van de verbeterings- en herstellingswerkzaamheden worden geïndexeerd op de wijze die de Vlaamse Regering vaststelt. De terugname van de woning gebeurt vrij van alle lasten en hypotheken waarmee de koper de woning mocht hebben bezwaard. ».

Art. 44.In artikel 85, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999, 24 maart 2006, 29 februari 2008, 27 maart 2009 en 29 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 1°, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid"; 2° in het derde lid wordt de zin "Het voorkooprecht geldt niet als een sociale huisvestingsmaatschappij verkoopt." vervangen door de zin "Het voorkooprecht geldt niet als een sociale huisvestingsmaatschappij verkoopt of als een sociale huisvestingsmaatschappij met toepassing van artikel 4.1.22 van het decreet Grond- en Pandenbeleid optreedt in naam en voor rekening van de bouwheer of verkavelaar."; 3° aan het vierde lid, 3°, worden de woorden "die niet in zijn geheel wordt verkocht" toegevoegd.

Art. 45.In artikel 86, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 mei 2007 en gewijzigd bij het decreet van 29 februari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992;»; 2° er wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt : « 4° de gemeente.»

Art. 46.In artikel 90, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 27 maart 2009, wordt de zinsnede "decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de woorden "decreet Grond- en Pandenbeleid".

Art. 47.In artikel 91, § 2, 4°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 december 2006, wordt de zinsnede "verenigingen, vermeld in artikel 118 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door het woord "OCMW-verenigingen".

Art. 48.Aan artikel 92, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 december 2006, worden een punt 10° tot en met 12° toegevoegd, die luiden als volgt : « 10° voor zover de huurder een begeleidingsovereenkomst als vermeld in artikel 95, § 1, vijfde lid, heeft ondertekend, de afspraken naleven die opgenomen zijn in die overeenkomst; 11° instemmen met een verhuis naar een andere sociale huurwoning als de verhuurder dat wegens renovatie- of aanpassingswerkzaamheden aan de bewoonde sociale huurwoning noodzakelijk acht;12° instemmen met een verhuis naar een andere sociale huurwoning als de sociale huurwoning die aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van personen met een handicap, niet langer wordt bewoond door een persoon die daar nood aan heeft, of als de sociale huurwoning een sociale assistentiewoning is als bepaald door de Vlaamse Regering, en niet langer wordt bewoond door een persoon die minstens 65 jaar oud is, tenzij de verhuurder een gemotiveerde afwijking toestaat.».

Art. 49.In artikel 93 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° ingeschreven is in de bevolkingsregisters, vermeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, of ingeschreven is op een referentieadres als vermeld in artikel 1, § 2, van de voormelde wet.»; 2° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "verenigingen, vermeld in artikel 118 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door het woord "OCMW-verenigingen".

Art. 50.In artikel 95 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", alsook, op het ogenblik van de toetreding tot de lopende huurovereenkomst, de persoon, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c) en d)," opgeheven;2° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° ingeschreven is in de bevolkingsregisters, vermeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, of ingeschreven is op een referentieadres als vermeld in artikel 1, § 2, van de voormelde wet.»; 3° in paragraaf 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Een persoon kan alleen toetreden tot een lopende huurovereenkomst als hij aantoont dat hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, met uitzondering van de voorwaarde met betrekking tot het inkomen, en als de toetreding niet leidt tot een sociale huurwoning die een onaangepaste woning is.»; 4° in paragraaf 1 worden in het bestaande derde lid, 1°, dat het vierde lid, 1°, wordt, de woorden "en huurprijs" vervangen door de zinsnede ", huurprijs en vaste huurlasten";5° in paragraaf 1 worden in het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "vierde lid" en worden tussen de woorden "bewoners van een sociale huurwoning die willen" en het woord "verhuizen" de woorden "of moeten" ingevoegd;6° aan paragraaf 1 wordt aan het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, de volgende zin toegevoegd : « De Vlaamse Regering kan een toewijzing afhankelijk maken van een begeleidingsovereenkomst die gesloten wordt tussen de kandidaat-huurder en een welzijnsorganisatie.»; 7° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "vierde lid".

Art. 51.Aan artikel 97 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006 en 15 december 2006, worden een vijfde en een zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « De verhuurder of een door hem aangestelde onafhankelijke deskundige stelt een omstandige plaatsbeschrijving op zowel bij de aanvang als bij de beëindiging van de huur overeenkomst. De plaatsbeschrijving bij de aanvang wordt bij de huurovereenkomst gevoegd. De plaatsbeschrijving wordt tegensprekelijk door ondertekening door de verhuurder en de huurder. Als de partijen geen overeenstemming bereiken, kan de vrederechter een deskundige aanwijzen die een plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep.

De huurder betaalt maximaal de helft van de kosten van de plaatsbeschrijving, vermeld in het vijfde lid, geplafonneerd tot een bedrag dat de Vlaamse Regering vaststelt. »

Art. 52.In artikel 98 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 december 2006 en 21 november 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "a), b) en c)" telkens vervangen door de zinsnede "a) en b)";2° aan paragraaf 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "of de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder de huurovereenkomst te hebben opgezegd" toegevoegd;3° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3° als de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), samen met zijn gezinsleden, ten gevolge van een verhuis naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder, voor die woning een nieuwe huurovereenkomst sluit.»; 4° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Als er bij een ontbinding als vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, nog een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), overblijft, vindt de ontbinding plaats op de laatste dag van de zesde maand die volgt op de datum waarop de verhuurder het overlijden of de opzegging van de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), heeft vernomen of waarop de verhuurder heeft vastgesteld dat die huurder de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder dat hij de huurovereenkomst heeft op gezegd.De verhuurder kan om billijkheidsredenen beslissen om de voormelde termijn te verlengen tot maximaal vijf jaar. »; 5° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), kan melden aan de verhuurder dat de ontbinding sneller moet plaatsvinden dan de termijnen, vermeld in het tweede lid, op voorwaarde dat hij dat ten minste drie maanden voor de gewenste datum van ontbinding van de huurovereenkomst aan de verhuurder meldt en er minimaal drie maanden verlopen tussen de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het overlijden, de opzegging of de vaststelling dat de huurwoning niet meer als hoofdverblijfplaats wordt betrokken, en de ontbinding van de huurovereenkomst.Het is niet toegestaan dat er tijdens de termijn in afwachting van de ontbinding van de huurovereenkomst extra personen in de sociale huurwoning komen wonen."; 6° in paragraaf 1 wordt in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, de zinsnede "34°, d)" vervangen door de zinsnede "34°, c)";7° in paragraaf 1 wordt tussen het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, en het bestaande vijfde lid, dat het zevende lid wordt, een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Als het eerste lid, 3°, van toepassing is, vindt de ontbinding plaats op het moment dat de nieuwe huurovereenkomst ingaat.»; 8° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "a), b) en c)" vervangen door de zinsnede "a) en b)";9° aan paragraaf 2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het tweede lid geldt voor de laatste huurder, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a) en b), een opzeggingstermijn van een maand als hij opgenomen wordt in een woonzorgcentrum als vermeld in artikel 37 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 of in een voorziening met residentiële opvang als bepaald door de Vlaamse Regering.»; 10° in paragraaf 3, eerste lid, 2°, wordt de zinsnede "artikel 92, § 3, 1° en 2°" vervangen door de zinsnede "artikel 92, § 3, eerste lid, 1°, 2° en 9°".

Art. 53.In artikel 102bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2006 en gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De toezichthouders, vermeld in artikel 29bis, zijn bevoegd voor het opleggen van administratieve maatregelen.»; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De toezichthouders, vermeld in artikel 29bis, zijn bevoegd voor de controle op de naleving van de verplichtingen, opgelegd op basis van deze titel en op basis van de uitvoeringsbesluiten die genomen zijn ter uitvoering van deze titel, alsook voor het opleggen van de administratieve geldboetes.De ambtenaren die met toepassing van artikel 20, § 2, door de Vlaamse Regering zijn aangewezen als wooninspecteur of als ambtenaar met opsporings- en vaststellingsbevoegdheid, zijn bevoegd voor de controle op de naleving van de verplichtingen, vermeld in artikel 92, § 3, eerste lid, 1° en 2°. De ambtenaren, vermeld in artikel 20, § 2, en 29bis, kunnen aan de betrokkenen alle gegevens en inlichtingen vragen die nodig zijn voor de uitoefening van hun taken. Zonder afbreuk te doen aan de rechten van verdediging, moet de betrokkene aan wie een vraag is gericht om gegevens en inlichtingen te verstrekken, binnen de door de bevoegde ambtenaren bepaalde redelijke termijn alle medewerking verlenen. »; 3° in paragraaf 4, tweede lid, wordt het woord "vanaf " vervangen door de woorden "te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op";4° in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Na de betrokkene te hebben gehoord, beslist de toezichthouder over de verzoeken en deelt zijn beslissing mee aan de betrokkene binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de afgifte op de post van het verzoek, vermeld in het tweede lid. De beslissing wordt meegedeeld met een aangetekende brief met ontvangstbewijs. »; 5° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden "bevoegde ambtenaar" vervangen door het woord "toezichthouder";6° in paragraaf 5 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Als de betrokkene de administratieve geldboete betwist, kan hij, binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de afgifte op de post van de aangetekende brief, vermeld in paragraaf 4, eerste lid, de toezichthouder hiervan op de hoogte brengen met een met redenen omklede aangetekende brief.Na het verstrijken van die termijn is de beslissing definitief. »; 7° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "aangewezen ambtenaren kunnen hun" vervangen door de woorden "toezichthouder kan zijn";8° paragraaf 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.Tegen de beslissing van de toezichthouder kan de betrokkene binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de afgifte op de post van de aangetekende brief, vermeld in paragraaf 4, eerste en derde lid, en paragraaf 5, tweede lid, beroep aantekenen bij de burgerlijke rechtbank. Dat beroep werkt schorsend. »; 9° in paragraaf 7, tweede lid, worden de woorden "aangewezen ambtenaren kunnen" vervangen door de woorden "toezichthouder kan" en wordt het woord "hen" vervangen door het woord "hem".

Art. 54.In artikel 104 van hetzelfde decreet wordt punt 2° opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Art. 55.In artikel 1.2, eerste lid, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 23 december 2011, wordt een punt 14°/1 ingevoegd dat luidt als volgt : « 14°/1 schattingsprijs : de raming van de waarde van een onroerend goed door een van de volgende personen of instanties, op voorwaarde dat een raming van een persoon of instantie als vermeld in punt 1° en 2°, primeert op een raming van een persoon of instantie als vermeld in punt 3°, 4° en 5° : 1° de ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniale Documentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën die bevoegd is voor schattingen;2° een comité voor aankoop van onroerende goederen, overeenkomstig artikel 3, 7°, van het protocol van 5 maart 1985 tussen de Regering en de Vlaamse Executieve, de Franse Gemeenschapsexecutieve, de Waalse Gewestexecutieve en de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de bevoegdheid van de comités tot aankoop van onroerende goederen en van de kantoren der domeinen van de Staat;3° een notaris;4° een landmeter-expert, na gezamenlijk akkoord over de schatter;5° een door de VMSW gemachtigde ambtenaar, als de VMSW zelf geen partij is bij de onroerende transactie waarvoor het schattingsverslag wordt opgemaakt;».

Art. 56.Aan artikel 2.2.8 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009, worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « Artikel 2.2.7, § 2 en § 3, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister.

Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in artikel 2.2.7, § 3, eerste lid, kennis te geven van zijn beslissing, is het beroep ingewilligd met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping. ».

Art. 57.In artikel 4.1.4, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt de zinsnede "2009-2020" vervangen door de zinsnede "2009-2023".

Art. 58.In artikel 4.1.16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Een private bouwheer kan kredieteenheden verkrijgen per sociale huurwoning of sociale koopwoning die hij verwezenlijkt in een bouwproject dat niet valt onder een van de categorieën van projecten, vermeld in artikel 4.1.8, eerste lid. De bouwheer kan deze kredieteenheden in mindering brengen van de principieel uit te voeren sociale lasten bij verkavelingsprojecten en bouwprojecten binnen dezelfde gemeente.

De mogelijkheid om kredieteenheden te verkrijgen voor de vrijwillige verwezenlijking van sociale huurwoningen, vermeld in het eerste lid, geldt slechts indien de gemeente waarin het project is gelegen, haar instemming verleent en op voorwaarde dat is voldaan aan alle hiernavolgende vereisten : 1° de sociale huurwoningen worden verwezenlijkt overeenkomstig artikel 4.1.20; 2° de sociale huurwoningen worden verkocht aan een sociale huisvestingsmaatschappij die binnen de gemeente projecten heeft verwezenlijkt of waarvan de gemeente aandeelhouder is, of aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen; 3° de verkoopprijs van de sociale huurwoningen wordt bepaald overeenkomstig artikel 4.1.21, § 1, derde lid.

Als de sociale huurwoningen aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen worden verkocht, kan deze : 1° een sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in artikel 4.1.21, § 1, eerste lid, 1°, verplichten om de woningen in beheer te nemen; 2° de woningen verhuren aan een sociaal verhuurkantoor. De mogelijkheid om kredieteenheden te verkrijgen voor de vrijwillige verwezenlijking van sociale koopwoningen, vermeld in het eerste lid, geldt slechts indien de gemeente waarin het project is gelegen, haar instemming verleent en op voorwaarde dat is voldaan aan alle hiernavolgende vereisten : 1° de sociale koopwoningen worden verwezenlijkt overeenkomstig artikel 4.1.20; 2° de sociale koopwoningen worden in naam en voor rekening van de bouwheer aangeboden door een sociale huisvestingsmaatschappij tot wiens werkgebied de gemeente behoort.De aanbieding gebeurt onder de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.22, eerste lid. De bouwheer en de sociale huisvestingsmaatschappij sluiten daartoe een administratieovereenkomst; 3° de verkoopprijs van de sociale koopwoningen wordt bepaald overeenkomstig artikel 4.1.22, tweede lid.

Artikel 4.1.22, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de vrijwillige verwezenlijking van sociale koopwoningen.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen betreffende de kredietregeling, vermeld in deze paragraaf. »; 2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Met behoud van de toepassing van paragraaf 2, paragraaf 2/1 en paragraaf 3 kan de verkavelaar of de bouwheer CBO-credits in mindering brengen van de principieel uit te voeren sociale lasten bij verkavelingsprojecten en bouwprojecten binnen dezelfde gemeente.

CBO-credits zijn kredieteenheden die worden verkregen per sociale huur- woning of sociale koopwoning die door de verkavelaar of de bouwheer verwezenlijkt wordt in het kader van een procedure als vermeld in artikel 33, § 1, vierde lid, 8°, van de Vlaamse Wooncode.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen betreffende de kredietregeling, vermeld in het eerste lid. »; 3° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5.Per project kunnen er maximaal vijf kredieteenheden ingezet worden. »

Art. 59.In artikel 4.1.21, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Als de sociale huurwoningen aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen worden verkocht, kan deze ervoor opteren : 1° een sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in het eerste lid, 1°, te verplichten om de woningen in beheer te nemen;2° de woningen te verhuren aan een sociaal verhuurkantoor.»; 2° het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen door wat volgt : « De Vlaamse Regering stelt een prijsreglement voor de verkoop van op grond van de sociale last verwezenlijkte sociale huurwoningen vast.De verkoopprijs is ten hoogste gelijk aan het subsidiabele bedrag dat wordt bepaald in de reglementering betreffende de financiering van verrichtingen voor de realisatie en de instandhouding van sociale huurwoningen, zoals bepaald krachtens artikel 38, § 1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Wooncode. »

Art. 60.In artikel 4.1.22 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zin "De aanbieding gebeurt onder de door de Vlaamse Regering vastgestelde voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen." vervangen door wat volgt : « De aanbieding gebeurt onder de voorwaarden die worden bepaald in de reglementering betreffende de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen, zoals bepaald krachtens artikel 34, § 3, eerste lid, 2°, en artikel 42, eerste lid, van de Vlaamse Woon- code. »; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De Vlaamse Regering stelt een prijsreglement voor de verkoop van op grond van de sociale last verwezenlijkte sociale koopwoningen en sociale kavels vast.De verkoopprijs is ten hoogste gelijk aan het bedrag dat wordt bepaald in de reglementering, vermeld in het eerste lid. »

Art. 61.In artikel 4.1.23, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "komt" vervangen door de woorden "en de vrijwillige verwezenlijking van sociale koopwoningen, vermeld in artikel 4.1.16, § 3, komen"; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De verwezenlijking van sociale koopwoningen in uitvoering van een sociale last en de vrijwillige verwezenlijking van sociale koopwoningen, vermeld in artikel 4.1.16, § 3, komen onder de door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een subsidie voor de bouw van sociale koopwoningen, verleend krachtens artikel 69 van de Vlaamse Wooncode. ».

Art. 62.In artikel 4.2.2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art. 63.In artikel 4.2.6, § 2, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt de zin "Als de aankoopoptie wordt gelicht, betaalt de beneficiaris voor de verkochte gronden de venale waarde ten tijde van de afgifte van de verkavelingsvergunning of de stedenbouwkundige vergunning, zoals geraamd door een ontvanger van registratie en domeinen, een commissaris van het comité tot aankoop of een landmeter-expert." vervangen door de zin "Als de aankoopoptie wordt gelicht, betaalt de beneficiaris voor de verkochte gronden de schattingsprijs, die gelijk is aan de venale waarde van de gronden ten tijde van de afgifte van de verkavelingsvergunning of de stedenbouwkundige vergunning.".

Art. 64.In artikel 4.2.7, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt de zin "De verkoopprijs wordt vastgesteld op het bedrag, geraamd door een ontvanger van registratie en domeinen, een commissaris van het comité tot aankoop of een landmeter-expert." vervangen door de zin "De verkoopprijs wordt vastgesteld op het bedrag van de schattingsprijs.".

Art. 65.In boek 4, titel 2, hoofdstuk 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 23 december 2011, wordt een artikel 4.2.8/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 4.2.8/1. De verkavelaar of de bouwheer kan de uitvoering van de last inzake de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod op één van de wijzen, vermeld in artikel 4.2.5, § 1, tweede lid, verleggen naar andere terreinen dan deze die gelegen zijn binnen de verkaveling of het bouwproject.

De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt slechts indien het vergunningverlenende bestuursorgaan zijn instemming verleent en op voorwaarde dat voldaan is aan alle hiernavolgende vereisten : 1° de ontvangende terreinen zijn economisch en ruimtelijk gelijkwaardig aan de terreinen die gelegen zijn binnen de verkaveling of het bouwproject;2° de ontvangende terreinen zijn gelegen binnen de betrokken gemeente;3° het verleggen van de uitvoering van de last is verenigbaar met het door de gemeente gevoerde ruimtelijke beleid;4° de verkavelaar of de bouwheer is eigenaar van de ontvangende terreinen of is door de eigenaar van de ontvangende terreinen uitdrukkelijk gemachtigd om toepassing te maken van dit artikel. Overgedragen verplichtingen worden niet in mindering gebracht van de verplichtingen die gelden voor de ontvangende terreinen, in het geval ook deze onderworpen zijn aan een norm als bepaald krachtens hoofdstuk 1. ».

Art. 66.In boek 4, titel 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010 en 23 december 2011, worden de woorden "en toewijzingsregels" toegevoegd aan het op schrift van hoofdstuk 3.

Art. 67.In boek 4, titel 2, hoofdstuk 3, van hetzelfde decreet wordt een artikel 4.2.10 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 4.2.10. § 1. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en aanvullende regels voor de verhuring en de vervreemding van het bescheiden woonaanbod door sociale huisvestingsmaatschappijen bepalen. § 2. De gemeenteraden kunnen een gemeentelijk reglement Bescheiden Wonen vaststellen, met dezelfde rechtskracht en bindende waarde als een stedenbouwkundige verordening. Dat gemeentelijk reglement omvat kwaliteitsnormen voor het bescheiden woonaanbod en de woonomgeving.

Het gemeentelijk reglement kan onderscheiden percentages bescheiden woonaanbod vastleggen voor de verwezenlijking van diverse typologieën van kavels en woningen die deel uitmaken van het bescheiden woonaanbod.

Het gemeentelijk reglement kan lokale toewijzingsregels voor de verhuring of vervreemding van een bescheiden woonaanbod door sociale huisvestingsmaatschappijen omvatten die een aanvulling vormen op de toewijzingsregels die de Vlaamse Regering overeenkomstig paragraaf 1 vaststelt of die ervan afwijken.

De lokale toewijzingsregels komen tot stand in overleg met de gemeente of binnen een intergemeentelijk samenwerkingsverband. De gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband legt de procedure van de totstandkoming vast. Ze betrekken bij de totstandkoming de relevante lokale actoren.

Bij ontstentenis van een gemeentelijk reglement met lokale toewijzingsregels voor de verhuring of de vervreemding van een bescheiden woonaanbod door sociale huisvestingsmaatschappijen gelden de door de Vlaamse Regering overeenkomstig paragraaf 1 vastgestelde toewijzingsregels. ».

Art. 68.In artikel 7.3.2/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 december 2011, worden de woorden "tot weigering van" vervangen door de woorden "over het verzoek tot" en wordt de zinsnede "artikel 2.2.28, derde lid" vervangen door de zinsnede "artikel 2.2.8, derde lid".

Art. 69.In artikel 7.3.6 van hetzelfde decreet wordt de datum "31 december 2020" vervangen door de datum "31 december 2023".

Art. 70.In artikel 7.3.7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Met behoud van de mogelijkheid tot bijstelling in functie van de toepassing van artikel 4.1.4, § 1, tweede en derde lid, en § 2, artikel 4.1.5, § 1, derde lid, of artikel 4.1.6, § 1, derde lid, van dit decreet, en/of van artikel 22bis, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode, gelden de eerste bindende sociale objectieven voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit decreet tot en met : a) 31 december 2023, wat betreft het deelobjectief sociale huur;b) 31 december 2020, wat betreft het deelobjectief sociale koop;c) 31 december 2020, wat betreft het deelobjectief sociale kavels.»

Art. 71.In artikel 7.3.9 van hetzelfde decreet, vervangen bij decreet van 9 juli 2010, wordt het jaartal "2020" telkens vervangen door het jaartal "2023". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het decreet van 23 december 2011 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid

Art. 72.Artikel 16 van het decreet van 23 december 2011 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid wordt ingetrokken. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 73.De huurder die voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet werd beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet, wordt vanaf de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, b), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht na de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet.

De huurder die voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet werd beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, d), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet, wordt vanaf de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht na de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet.

De huurder die voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet, werd beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, a), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet, en die zich bij de inschrijving voor een sociale huurwoning niet had opgegeven als referentiehuurder of niet beschouwd wordt als referentiehuurder, en die niet wettelijk samenwoont en niet gehuwd is met of feitelijke partner is van die referentiehuurder, wordt vanaf de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet beschouwd als een huurder als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 34°, c), van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals van kracht na de inwerkingtreding van artikel 3, 6°, van dit decreet.

Art. 74.Artikel 3, 2°, 6° en 9°, 16, 1°, 19, 20, 21, 42, 50, 1° en 3° tot en met 6°, en 52, 1°, 4° tot en met 6° en 8°, treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Artikel 2, 10 en 40 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en artikel 56, 58, 2°, en artikel 68 hebben uitwerking met ingang van 6 februari 2012.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in bet Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 31 mei 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota

(1) Zitting 2012-2013. Stukken:

-

Ontwerp van decreet

:

1848 - Nr. 1

-

Amendementen

:

1848 - Nrs. 2 en 3

-

Motie houdende raadpleging Raad van State

:

1848 - Nr. 4

-

Verslag over hoorzitting

:

1848 - Nr. 5

-

Advies van de Raad van State

:

1848 - Nr. 6

-

Amendementen

:

1848 - Nrs. 7 en 8

-

Verslag

:

1848 - Nr. 9

-

Amendementen

:

1848 - Nr. 10

-

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

:

1848 - Nr. 11

Handelingen - Bespreking en aanneming : vergadering van 15 mei 2013.

^