gepubliceerd op 09 augustus 1997
Decreet houdende creatie van een doorstromingsprogramma
18 JULI 1997. - Decreet houdende creatie van een doorstromingsprogramma (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Er wordt een doorstromingsprogramma in de niet-commerciële sector tot stand gebracht.
Onder niet-commerciële sector wordt verstaan elke activiteitensector die tegelijkertijd : 1° van algemeen nut is;2° geen winstoogmerk heeft;3° aan de collectieve maatschappelijke noden voldoet waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen.
Art. 2.1. De in dit decreet bedoelde arbeidsplaatsen zijn voorbehouden aan werkzoekenden die niet in het bezit zijn van een diploma van het hoger onderwijs en die, op de dag van hun voordracht door de plaatsingsdiensten van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi - FOREm" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) : 1° hetzij volledig uitkeringsgerechtigde werklozen zijn en sinds ten minste één jaar onafgebroken werkloosheidsuitkeringen ontvangen;2° hetzij volledig uitkeringsgerechtigde werklozen zijn en sinds ten minste twee jaar onafgebroken werkloosheidsuitkeringen ontvangen;3° hetzij sedert ten minste één jaar onafgebroken recht hebben op het bestaansminimum bepaald bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum.2. Voor de toepassing van 1, 1° en 2°, worden de volgende periodes niet beschouwd als onderbrekingen en gelijkgesteld met periodes van volledige werkloosheid die recht geeft op een uitkering : 1° de periodes die, in de loop van een periode van volledige werkloosheid die recht geeft op een uitkering, aanleiding gegeven hebben tot de betaling van een toelage met toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering of inzake zwangerschapsverzekering;2° de periodes van volledige werkloosheid die gedekt worden door vakantiegeld; 3° de periodes van opsluiting in de loop van een periode van volledige werkloosheid die recht geeft op een uitkering;. (1) Zitting 1996-1997 Stukken van de Raad.237 (1996-1997), nrs. 1 tot 10.
Volledig verslag. Openbare vergadering van 18 juli 1997. Bespreking.
Stemming. 4° de periodes in de loop waarvan een werknemer in het buitenland verblijft, waar hij samenwoont met een Belg die tewerkgesteld is in het kader van de stationering van de Belgische strijdkrachten;5° de periodes van oproeping voor militaire dienst of de dienstperiodes als dienstweigeraar;6° de stageperiodes in de zin van artikel 36, 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering, in de loop waarvan de werkzoekende niet gebonden is door een arbeidsovereenkomst die onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, of door een stageovereenkomst, zoals bedoeld in het koninklijk besluit nr.230 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces; 7° de andere periodes van maximum vier maanden tijdens dewelke geen werkloosheidsuitkeringen worden ontvangen, met name de periodes in de loop waarvan de werkzoekende door een in 6° bedoelde arbeids- of stageovereenkomst gebonden is.3. Voor de toepassing van 1, 3°, worden de tewerkstellingsperiodes, op grond van artikel 60, 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, niet beschouwd als onderbrekingen en gelijkgesteld met periodes tijdens dewelke het bestaansminimum wordt toegekend.4. Voor de toepassing van 1 worden de periodes van tewerkstelling in het doorstromingsprogramma niet als onderbrekingen beschouwd, onverminderd artikel 9, derde, vierde en vijfde lid.5. De Regering kan de bij dit artikel bepaalde toepassingssfeer wijzigen.
Art. 3.De in artikel 2 bedoelde personen kunnen door de volgende werkgevers in dienst genomen worden : 1° het Gewest, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de openbare instellingen die ervan afhangen;2° de provincies, de verenigingen van provincies en de openbare instellingen die ervan afhangen;3° de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de openbare instellingen die ervan afhangen;4° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn;5° de verenigingen zonder winstoogmerk, de instellingen van openbaar nut en de feitelijke verenigingen zonder winstoogmerk. De Regering kan de bij dit artikel bepaalde toepassingssfeer wijzigen.
Art. 4.De tewerkstelling in het doorstromingsprogramma geeft, binnen de grenzen van de begroting, aanleiding tot overname van de wedden en de sociale bijdragen van de werknemers : 1° door de toekenning van de toelagen van de Federale Staat en van de vrijstelling van de werkgeversbijdragen overeenkomstig het aanwervingsplan voor de bevordering van de aanwerving van de werkzoekenden die bedoeld worden in het samenwerkingsakkoord dat de Federale Staat en de Gewesten op 4 maart 1997 gesloten hebben m.b.t. het doorstromingsprogramma; 2° door de toekenning van een toelage van de Franse of de Duitstalige Gemeenschap, waarvan het bedrag bepaald is in een samenwerkingsakkoord dat het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap gesloten hebben m.b.t. het doorstromingsprogramma; 3° door de toekenning van een toelage van het Gewest, waarvan het bedrag door de Regering wordt bepaald;4° door de werkgever ten belope van het saldo. De bepalingen van dit decreet kunnen op de werkgever toegepast worden, hetzij tijdens een periode van zes maanden tot minder dan één jaar, hetzij tijdens een na evaluatie verlengbare periode van één tot drie jaar.
Art. 5.Om de overname van de wedden en de sociale bijdragen van de werknemers te kunnen genieten, moeten de aanvragen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° zij moeten ingediend zijn door werkgevers die : a) hun wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake tewerkstelling en sociale zekerheid nakomen, alsook het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de sociale balans in acht nemen;b) het bewijs leveren dat zij de wedden en de desbetreffende sociale premies kunnen betalen, overeenkomstig artikel 11, alsook het in artikel 4, eerste lid, 4°, bedoelde bedrag kunnen overnemen; c) geen invorderbare schuld hebben t.o.v. de "FOREm", het Gewest, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap of de Europese Unie; d) beschikken over de machtigingen, het materiaal en de lokalen die nodig zijn voor het goede verloop van de activiteiten; e) zich in het kader van het doorstromingsprogramma ertoe verbinden om bijkomende banen te creëren t.o.v. het gemiddelde van het in equivalent voltijds uitgedrukte aantal werknemers die, in om het even welke hoedanigheid, tewerkgesteld zijn op het einde van de vier trimesters die de indiening van de aanvraag voorafgaan, en om dat aantal niet te beperken tijdens de duur van het doorstromingsprogramma, tenzij dit hen opgelegd wordt door een openbare overheid; 2° ze moeten de verwezenlijking van activiteiten in de niet-commerciële sector beogen.
Art. 6.Onder "wedde" wordt verstaan de wedde die overeenstemt met de schaal die bij de werkgever van kracht is voor dezelfde functie of voor een gelijkwaardige functie, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de andere bijdragen en voordelen die bij de werkgever van toepassing zijn.
Art. 7.De Regering bepaalt de procedure voor de indiening, de behandeling, de controle en de evaluatie van de aanvragen.
De Regering spreekt zich uit over de aanvragen die haar toegezonden worden, na gemotiveerd advies van een commissie waarvan ze de samenstelling bepaalt.
De Regering kan, in de gevallen en onder de voorwaarden die ze bepaalt, een einde maken aan de tegemoetkoming van het Gewest en eisen dat de werkgever ze geheel of gedeeltelijk terugbetaalt.
Art. 8.De plaatsingsdiensten van de "FOREm" dragen de werkzoekenden voor die in het doorstromingsprogramma tewerkgesteld kunnen worden.
Art. 9.De in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers worden in dienst genomen op basis van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, waarvan het arbeidsregime minstens gelijk is aan een halftijdse betrekking.
De werknemers worden binnen de door de Regering bepaalde termijn in dienst genomen en de arbeidsovereenkomst wordt onder de door haar bepaalde voorwaarden goedgekeurd.
De in het eerste lid bedoelde werknemers worden minimum zes maanden en maximum één jaar tewerkgesteld.
De werknemers die zes maanden vóór hun indienstneming in het kader van het doorstromingsprogramma ten minste 120 uur voor plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen gewerkt hebben en daardoor in aanmerking komen voor de verhoogde toelage van de Federale Staat, die bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord dat de Federale Staat en de Gewesten op 4 maart 1997 gesloten hebben m.b.t. het doorstromingsprogramma, kunnen evenwel maximum één jaar langer tewerkgesteld worden.
De werknemers die voor de in de derde en vierde leden bedoelde maximale duur in het doorstromingsprogramma tewerkgesteld werden, kunnen er niet meer in tewerkgesteld worden, zelfs als ze weer aan de in artikel 2 bedoelde voorwaarden voldoen.
Art. 10.De in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers ontvangen de in artikel 6 bedoelde wedde.
Art. 11.De werkgevers betalen de wedde na aftrek van de toelage die bedoeld wordt in het samenwerkingsakkoord dat de Federale Staat en de Gewesten op 4 maart 1997 gesloten hebben m.b.t. de doorstromingsprogramma's, en storten de desbetreffende sociale premies met toepassing van het banenplan voor de bevordering van de tewerkstelling van de werkzoekenden die bedoeld worden in dat samenwerkingsakkoord.
De "FOREm" betaalt de krachtens artikel 4 bepaalde toelagen terug aan de werkgevers in de loop van de maand na de datum van verzending door de werkgevers van het bewijs van de maandelijkse weddebetaling en van de desbetreffende sociale premies.
Art. 12.De in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers kunnen in aanmerking komen voor activiteiten i.v.m. het actief zoeken naar werk, waarvoor de voorwaarden en wijze van uitvoering door de Regering worden bepaald.
Art. 13.De Regering wijst de diensten aan die belast worden met de behandeling van de aanvragen en met het toezicht op de uitvoering van het doorstromingsprogramma.
De personeelsleden van deze diensten hebben het recht om berispingen toe te dienen, de overtreder de nodige tijd te geven om orde op zaken te stellen en processen-verbaal op te maken.
Art. 14.Het doorstromingsprogramma wordt voor het eerst eind 1998 geëvalueerd, daarna aan het einde van elk jaar.
De Regering bepaalt het voorwerp en de wijze van de evaluatie.
Art. 15.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 18 juli 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-C. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION