gepubliceerd op 17 april 2019
Decreet betreffende de bevordering van de gezondheid op scholen en in het hoger onderwijs buiten de universiteiten
14 MAART 2019. - Decreet betreffende de bevordering van de gezondheid op scholen en in het hoger onderwijs buiten de universiteiten
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en opdrachten
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° Centrum voor de Franse Gemeenschap: het door de Franse Gemeenschap georganiseerde psycho- medisch-sociale centrum dat de opdrachten uitvoert waarin dit decreet voorziet ten behoeve van schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen van de Franse Gemeenschap;2° psycho-medisch-sociaal centrum: het centrum dat wordt georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en waarvan de opdrachten zijn omschreven in artikel 6 van het decreet van 14 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2006 pub. 05/09/2006 numac 2006202818 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de opdrachten, programma's en activiteitenverslag van de psycho-medisch-sociale centra sluiten betreffende de opdrachten, programma's en activiteitenverslag van de psycho- medisch-sociale centra;3° commissie voor gezondheidspromotie op school: de commissie als bedoeld in de artikelen 32 en 33 van dit decreet;4° Hoge Gezondheidsraad: de Hoge Gezondheidsraad binnen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bedoeld in hoofdstuk VI van titel III van de programmawet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201505 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten;5° Hogere Raad van Psycho-medisch-sociale centra: de Hogere Raad van Psycho-medisch- sociale centra opgericht bij decreet van 15 februari 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2008 pub. 01/04/2008 numac 2008029169 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een Hoge Raad voor de Psycho-medisch-sociale centra sluiten tot oprichting van een Hogere Raad en zonale raden van psycho-medisch-sociale centra;6° leerling: het kind of de jongere dat/die naar school gaat;7° nieuwkomende student: een student die op het moment van inschrijving in een door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde school voldoet aan alle volgende voorwaarden: a) ten minste 2,5 jaar oud zijn; b) - hetzij een aanvraag om erkenning als vluchteling hebben ingediend, hetzij als vluchteling zijn erkend overeenkomstig de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - hetzij een begeleidende minderjarige zijn van een persoon die om erkenning als vluchteling heeft verzocht of als vluchteling is erkend overeenkomstig de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - onderdaan zijn van een land dat ontwikkelingshulp ontvangt van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, die op 1 januari 2012 op de lijst is geplaatst. De Regering kan gedurende een bepaalde periode andere landen aan de lijst van ontwikkelingslanden toevoegen wanneer zij van mening is dat deze landen zich in een ernstige crisissituatie bevinden; - erkend zijn als staatloos; c) minder dan een jaar op het nationale grondgebied zijn geweest;8° hoger onderwijs buiten de universiteiten: hoger onderwijs, in hogescholen en in de hogere kunstscholen, zoals georganiseerd door het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies;9° onderwijsinstellingen: instellingen voor basis-, secundair of gespecialiseerd onderwijs alsook de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde centra voor alternerend onderwijs en opleiding;10° student: de schoollopend persoon die een instelling voor hoger onderwijs buiten de universiteit bezoekt; 11° O.N.E.: de « Office de la Naissance et de l'Enfance », een instelling van openbaar nut opgericht bij het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. »; 12° ouders: de ouders van de minderjarige leerling of minderjarige student evenals de persoon of instelling waaraan de zorg voor de minderjarige leerling of minderjarige student door de ouders zelf of door een overheidsinstantie is toevertrouwd;13° inrichtende macht: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die een dienst organiseert;14° gezondheidspromotie: het proces om het individu en de gemeenschap in staat te stellen in te spelen op de determinanten van gezondheid en zo de gezondheid te verbeteren door voorrang te geven aan de betrokkenheid van de bevolking bij de collectieve en ondersteunende zorg voor het dagelijks leven, waarbij persoonlijke keuze en sociale verantwoordelijkheid worden gecombineerd.Gezondheidspromotie heeft tot doel het welzijn van de bevolking te verbeteren door al het overheidsbeleid op een gecoördineerde manier te mobiliseren; 15 ° profylaxe: alle maatregelen om het ontstaan, de ontwikkeling en de verspreiding van overdraagbare ziekten te voorkomen, met uitzondering van verplichte vaccinatiemaatregelen; 16° gezondheidspromotie op school: gezondheidspromotie op school en in het hoger onderwijs buiten de universiteiten, zoals georganiseerd door dit decreet ten voordele van de schoolgemeenschappen;17° dienst: de schoolgezondheidspromotiedienst die is erkend in het kader van de bepalingen van dit decreet en die de daarin voorziene opdrachten uitvoert ten voordele van door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsinstellingen, hogescholen en hogere kunstscholen;18° vaccinatie: elke vaccinatie die in het kader van het vaccinatieprogramma van de Franse Gemeenschap wordt aanbevolen.
Art. 2.Gezondheidspromotie in scholen bestaat uit: 1 ° de ondersteuning en ontwikkeling van programma's voor gezondheidspromotie en de bevordering van een voor de gezondheid bevorderlijk klimaat in schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen, als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7.
Deze opdracht omvat, voor hogescholen en hogere kunstscholen, gezondheidspunten georganiseerd volgens de door de overheid vastgestelde procedures; 2 ° de medische follow-up van leerlingen en studenten, met inbegrip van individuele gezondheidsbeoordelingen en vaccinaties, zoals gespecificeerd in artikel 7; 3 ° de profylaxe en screening van overdraagbare ziekten, zoals gespecificeerd in artikel 8; 4 ° het opzetten van een gestandaardiseerde verzameling van gezondheidsinformatie, zoals gespecificeerd in artikel 9.
De diensten en centra van de Franse Gemeenschap organiseren hun diensten zodanig dat zij alle in het eerste lid bedoelde opdrachten verwezenlijken.
De duur van de prestaties voor de in lid 1, 2°, bedoelde acties mag niet korter zijn dan 70%.
Art. 3.De gezondheidspromotie in scholen is kosteloos en verplicht in alle schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd.
Art. 4.§ 1. Voor schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd, wordt de gezondheidspromotie in de scholen uitgeoefend door de Centra voor de Franse Gemeenschap.
Deze centra zijn hun aanspreekpunt voor alle gezondheidsvraagstukken van leerlingen en studenten. § 2. Voor de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen wordt de gezondheidspromotie in scholen uitgevoerd door de erkende diensten op basis van de bepalingen van dit decreet.
Deze diensten zijn hun aanspreekpunt voor alle gezondheidsvraagstukken met betrekking tot leerlingen en studenten, zo nodig in overleg met de PMS-centra, overeenkomstig artikel 11, § 1, eerste lid.
Art. 5.§ 1. Voor schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd, stelt het Centrum voor de Franse Gemeenschap ten minste één dienstproject op voor alle instellingen die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
Voor schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen die door de Franse Gemeenschap worden gesubsidieerd, stelt de dienst ten minste één dienstproject op voor alle instellingen waarmee het overeenkomstig artikel 25 een overeenkomst heeft gesloten. § 2. Het in § 1 bedoelde dienstproject bepaalt het gezondheidspromotiebeleid en de prioriteiten die het Centrum of de dienst van de Franse Gemeenschap wil ontwikkelen voor schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen. Het is gebaseerd op de behoeften en verwachtingen van de betrokken bevolking en op de door de Regering vastgestelde prioriteiten op het gebied van de volksgezondheid. § 3. De Regering stelt de nadere regels voor de ontwikkeling, monitoring en evaluatie van het dienstproject vast. Ze definieert ook de communicatiemethoden, inzonderheid naar schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen, alsook naar psycho-medisch-sociale centra of andere lokale partners. § 4. in het kader van het intersectoraal overleg bedoeld in het decreet van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten0 tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie, zorgen de diensten en centra van de Franse Gemeenschap ervoor dat zij bijdragen tot de uitvoering van programma's ter bevordering van gezondheid en welzijn.
Art. 6.De bevordering van een gezonde omgeving vereist, in samenwerking met de schoolinrichting, waarnemingen en acties met betrekking tot de voorzieningen in het algemeen, en meer in het bijzonder tot de klaslokalen, refters, speelplaatsen en sanitaire voorzieningen.
De diensten geven hun opmerkingen door aan de inrichtende macht van de gesubsidieerde schoolinrichtingen en aan de directie ervan; de centra voor de Franse Gemeenschap geven hun opmerkingen door aan de directeuren van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde schoolinrichtingen. De diensten en centra van de Franse Gemeenschap stellen de bevoegde preventieadviseur, bedoeld in artikel 33 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, eveneens in kennis van deze gegevens. De verantwoordelijkheid van de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap is beperkt tot deze overzending.
O.N.E. stelt het waarnemingenrooster en de procedures voor het doorgeven van waarnemingen vast en legt deze ter goedkeuring voor aan de Regering.
Art. 7.§ 1. De diensten of centra van de Franse Gemeenschap organiseren en verrichten de verplichte individuele gezondheidsevaluaties van de ingeschreven leerlingen in schoolinrichtingen volgens de frequenties en procedures die de Regering na raadpleging van O.N.E. heeft vastgesteld.
Deze frequenties zijn vastgesteld op minimaal vijf beoordelingen en maximaal acht gedurende de gehele scholarisatie. § 2. Voor elke student die zich voor het eerst inschrijft voor het hoger onderwijs in hogeschoolinstellingen of hogere kunstscholen wordt een individuele gezondheidscontrole georganiseerd volgens de door de Regering vastgestelde procedures.
De student wordt persoonlijk uitgenodigd via het secretariaat van de hogeschool of de hogere kunstschool.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing op studenten die zich inschrijven voor een hoger onderwijs met volledig leerplan met een verschoven uurregeling. § 3. De Regering voorziet in bijzondere regelingen om de organisatie van aanvullende specifieke gezondheidscontroles op bijzondere risico's mogelijk te maken of om de rechtvaardigheid op gezondheidsgebied te verstevigen. § 4. Op basis van de aanbevelingen van de Hoge Raad van Gezondheid bepaalt de beheersovereenkomst van O.N.E. het vaccinatieschema en de keuze van de ziekten waarvoor een vaccin kosteloos ter beschikking van de vaccinerende arts wordt gesteld. Op basis van dezelfde aanbevelingen legt O.N.E. het schooljaar of de leeftijd waarop deze vaccinaties ter goedkeuring aan de Regering worden voorgelegd.
Vaccinaties worden uitgevoerd op verzoek van ouders, volwassen studenten of volwassen leerlingen.
De diensten en centra van de Franse Gemeenschap voeren het vaccinatieprogramma uit ten behoeve van leerlingen en studenten. § 5. De in de voorgaande leden bedoelde beoordelingen en vaccinaties vinden plaats in de in artikel 21 bedoelde ruimten. § 6. O.N.E. bepaalt op welke wijze de individuele gegevens met betrekking tot de gezondheid van leerlingen of studenten door de ouders, de volwassen leerling of de volwassen student aan de diensten of het personeel van de Franse Gemeenschapscentra worden doorgegeven en legt ze ter goedkeuring voor aan de Regering.
Art. 8.De lijst van overdraagbare ziekten met betrekking tot de uitvoering van preventieve en screeningsmaatregelen om de verspreiding ervan in scholen of studenten te voorkomen, is die van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die van het Waalse Gewest op het grondgebied van het Franse taalgebied.
Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en na raadpleging van de in artikel 32 bedoelde Commissie kan O.N.E.de toevoeging van ziekten aan deze twee lijsten ter goedkeuring aan de Regering voorleggen.
De nadere regels voor de uitvoering van deze maatregelen worden vastgesteld door O.N.E., die ze ter goedkeuring voorleggen aan de Regering.
Art. 9.Een gestandaardiseerde verzameling van persoonlijke gezondheidsinformatie moet worden uitgevoerd door de diensten en centra van de Franse Gemeenschap. Ze kan sociale informatie bevatten, zoals inzonderheid naam, voornaam, adres, gezinssituatie, bezochte schoolinrichtingen, medische gegevens.
O.N.E. centraliseert al deze gegevensverzamelingen en verwerkt ze zelf in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
Art. 10.Binnen de grenzen van de geldende wettelijke bepalingen bepaalt de Regering ook de procedures voor de overdracht van individuele gezondheidsgegevens naar andere diensten voor preventieve geneeskunde.
Art. 11.§ 1. De diensten voeren hun opdrachten uit in nauwe samenwerking met de bevoegde psycho-medisch-sociale centra.
De nadere regels van deze samenwerking hebben tot doel de wederzijdse uitwisseling van informatie over preventie, gezondheidspromotie, gezondheidsvoorlichting en medische, psychologische en sociale opvolging van studenten te optimaliseren. § 2. voor de medische opvolging van leerlingen of studenten werken de diensten en centra van de Franse Gemeenschap samen met: 1 ° ouders, volwassen leerlingen of volwassen studenten; 2 ° beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij het individuele beheer van de gezondheid van jongeren, en meer inzonderheid de huisarts of kinderarts. § 3. Bij de uitvoering van hun opdrachten organiseren de diensten of centra van de Franse Gemeenschap de samenwerking met de volgende belanghebbenden: 1° lokale gezondheidspromotie-organisaties die actief zijn met kinderen en jongeren;2° de verschillende beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij gezondheidsvoorlichting en - opvoeding. De acties van deze belanghebbenden in de school- of studentenomgeving moeten echter noodzakelijkerwijs het resultaat zijn van overleg met de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap en met het psycho-medisch-medisch-sociaal centrum.
Zij werken ook samen, waar nodig: a) met gespecialiseerde kinder- en jeugddiensten;b) met de diensten voor preventie en veiligheid op het werk als bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; c) met door O.N.E. georganiseerde, erkende of gesubsidieerde diensten.
Art. 12.De Regering bepaalt de wijze van coördinatie tussen de verschillende diensten of centra van de Franse Gemeenschap die werkzaam zijn op verschillende plaatsen binnen dezelfde school, hogeschool of hogere kunstschool.
Art. 13.§ 1. Alle individuele of algemene profylactische maatregelen ten aanzien van leerlingen of studenten worden genomen door een arts van de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap. De in artikel 23 bedoelde medische coördinator zorgt ervoor dat de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap deze opdracht kan uitvoeren.
De arts informeert het schoolbestuur of de academische overheden van de hogeschool of de hogere kunstschool van zijn of haar beslissingen.
De arts van het Centrum voor de Franse Gemeenschap stelt ook de directeur van het Centrum voor de Franse Gemeenschap op de hoogte. De dienstarts stelt ook de medisch coördinator en de algemeen coördinator van de in artikel 23 bedoelde dienst in kennis.
De beslissingen van de arts zijn bindend voor de inrichtende macht en voor het personeel van de school, hogeschool of hogere kunstschool, voor leerlingen en studenten en voor de ouders van minderjarige leerlingen. § 2. Tegen elke beslissing die de toegang van een leerling of student tot de school, hogeschool of hogere kunstschool tijdelijk of definitief verbiedt wegens het risico dat zijn gezondheidstoestand meebrengt voor zijn omgeving, kan bij de door O.N.E. aangestelde arts beroep worden ingesteld.
Dit beroep kan worden ingesteld door de inrichtende macht van de schoolinrichting, hogeschool of hogere kunstschool, door de ouders, door de volwassen leerling of door de volwassen student.
Art. 14.Schoolinrichtingen, hogescholen en hogere kunstscholen zijn verplicht om ouders, volwassen leerlingen of volwassen studenten bij hun inschrijving of aanmelding in te lichten over de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap waaraan de gezondheidspromotie in scholen is toevertrouwd, alsmede over het bestaan van de in artikel 34, lid 1, bedoelde strafrechtelijke sancties.
Art. 15.Indien zij bezwaar maken tegen de uitvoering van de gezondheidscontrole door deze dienst of dit centrum, zijn ouders, volwassen leerlingen of volwassen studenten verplicht de individuele gezondheidscontrole te laten uitvoeren door een andere erkende dienst of een ander centrum van de Franse Gemeenschap binnen een periode van maximaal drie maanden vanaf de eerste dag van het school- of academiejaar.
Art. 16.De arts van de dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap die de individuele gezondheidscontrole heeft uitgevoerd, deelt de conclusies van dit onderzoek mee: 1 ° aan ouders, volwassen leerlingen of volwassen studenten, in termen die zij kunnen begrijpen; 2 ° aan de huisarts of de door de ouders, de volwassen leerling of de volwassen student aangewezen specialist wanneer een speciale follow-up nodig is of wanneer zij daarom verzoeken; deze communicatie verloopt via de ouders, de volwassen leerling of de volwassen student.
Art. 17.§ 1. Uiterlijk op 1 november van elk jaar verstrekken de scholen de betrokken dienst of het betrokken centrum de volgende informatie 1 ° de lijst van de studenten die op 1 oktober bij de school zijn ingeschreven; 2 ° de lijst van de leerlingen die onderworpen zijn aan de in artikel 7, § 1 bedoelde individuele gezondheidscontrole. § 2. Uiterlijk op 30 januari van elk jaar sturen de scholen het aantal leerlingen, geteld op 15 januari van elk jaar, naar de bevoegde dienst of het bevoegde centrum van de Franse Gemeenschap. § 3. Uiterlijk op 15 november van elk jaar zenden de hogescholen en hogere kunstscholen de bedoelde dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap toe: 1 ° de lijst van studenten geteld op 1 november; 2 ° de lijst van studenten die onderworpen zijn aan de verplichting tot individuele gezondheidscontrole bedoeld in artikel 7, § 2. § 4. Uiterlijk op 15 december van elk jaar sturen de hogescholen en hogere kunstscholen het aantal studenten geteld op 1 december naar de bevoegde dienst of het centrum van de Franse Gemeenschap.
Art. 18.O.N.E. begeleidt en ondersteunt de diensten en centra van de Franse Gemeenschap bij de uitvoering van hun opdrachten, met inbegrip van de opleiding van het personeel.
Art. 19.§ 1. De diensten en centra van de Franse Gemeenschap moeten de medische, verpleegkundige en administratieve ambten vervullen. § 2. Het medisch en verplegend personeel van de diensten en centra van de Franse Gemeenschap moet aan de volgende kwalificatie-eisen voldoen: 1 ° arts: in het bezit zijn van een doctorsgraad aangevuld met een masterdiploma in de medische wetenschappen en een universitair getuigschrift in de schoolgeneeskunde of een masterdiploma in de volksgezondheid, of een overeenkomstige eerdere titel; 2 ° verpleegkundige: in het bezit zijn van een bachelorsdiploma verpleegkunde of een overeenkomstige eerdere titel; § 3. In afwijking van § 2, 1° : 1° kan de houder van een medisch diploma, aangevuld met een masterdiploma in de medische wetenschappen, die noch houder is van een universitair getuigschrift in de schoolgeneeskunde, noch een masterdiploma in de volksgezondheid, medische functies uitoefenen binnen een dienst of centrum van de Franse Gemeenschap, op voorwaarde dat hij een korte vormingsstage heeft volbracht alvorens een dienst te betreden en zich ertoe verbindt het universitair getuigschrift in de schoolgeneeskunde of het masterdiploma in de volksgezondheid te volgen.De voorwaarden van de stage worden bepaald door O.N.E. en ter goedkeuring voorgelegd aan de overheid.
Indien zij niet binnen drie jaar na hun indiensttreding de titel hebben behaald die zij niet hadden, mogen zij niet meer in een dienst werken; 2 ° mag de houder van een diploma van arts in opleiding voor een masterdiploma in de medische wetenschappen medische functies binnen een dienst of centrum van de Franse Gemeenschap uitoefenen onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in 1°, alsmede onder de specifieke wetgeving voor artsen in opleiding voor een masterdiploma in de medische wetenschappen. § 4. Alle personeelsleden moeten in het bezit zijn van een attest uit het strafregister dat is afgegeven overeenkomstig artikel 596, lid 2, van het Wetboek van strafvordering en dat dateert van minder dan zes maanden voor de aanvang van hun activiteit; dit attest moet om de vijf jaar worden vernieuwd, op eenvoudig verzoek van O.N.E. of van de Algemene Administratie die de door de Franse Gemeenschap georganiseerde psycho-medisch-sociale centra in haar toewijzingen heeft. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden, procedure en modaliteiten van accreditatie en subsidies
Art. 20.De dienst moet worden georganiseerd door een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die geen winstoogmerk heeft.
Art. 21.De dienst moet beschikken over lokalen die hem in staat stellen de in artikel 7 bedoelde gezondheidscontroles en vaccinaties te organiseren en die voldoen aan de door de Regering vastgestelde voorwaarden.
De dienst stelt, na raadpleging van O.N.E., specifieke voorwaarden vast die aangepast zijn aan de activiteiten van de lokalen binnen de scholen, hogescholen of hogere kunstscholen waarvan de dienst gebruik kan maken, rekening houdend met de uitgevoerde activiteiten.
Art. 22.§ 1. Onverminderd de voorwaarden voor afstuderen als bedoeld in artikel 19, moet het personeel van de dienst ten minste een halftijds equivalent van medisch personeel en een voltijds equivalent van verplegend personeel omvatten.
De minimale duur van de prestaties voor ten minste één medisch personeelslid is 40 uur per maand tijdens de schoolperiode, met een minimum van 360 uur per jaar. De minimumduur van de verstrekkingen voor andere medische zorgverleners bedraagt ten minste 180 uur per jaar, tenzij O.N.E. een vrijstelling verleent op basis van een naar behoren met redenen omkleed verzoek van de dienst.
De Regering kan minimumnormen van begeleiding vaststellen. § 2. Administratief personeel moet in het bezit zijn van een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs of een overeenkomstig eerder bekwaamheidsbewijs.
Art. 23.De inrichtende macht wijst de persoon aan die verantwoordelijk is voor de algemene coördinatie van de dienst.
Ze benoemt ook een arts als medisch coördinator. Deze laatste is door de inrichtende macht belast met de vaststelling van ten minste de procedures voor het uitvoeren van gezondheidscontroles, profylaxe, vaccinaties en schoolbezoeken, zoals gedefinieerd in dit decreet. Ze is ook de gezondheidsreferent voor gezondheidsbevorderende programma's.
De ambten van algemeen coördinator en medisch coördinator kunnen door dezelfde persoon worden uitgeoefend.
Art. 24.Werknemers of zelfstandigen moeten zich voortdurend bijscholen.
De doelstellingen van de bij- en nascholing zijn het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep, de dienstopdrachten en de evolutie van deze opdrachten.
Art. 25.§ 1. De inrichtende macht van elke schoolinrichting, hogeschool of hogere kunstschool die een dienst heeft gekozen om de in artikel 2 bedoelde opdrachten uit te voeren, moet met de inrichtende macht van deze een overeenkomst sluiten waarin de middelen en de wijze van uitvoering van deze opdrachten zijn vastgelegd. O.N.E. stelt het model van deze overeenkomst vast en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.
De duur van deze laatste is beperkt tot de duur van de erkenning. De overeenkomst eindigt in geval van sluiting van een inrichting of vestiging.
In geval van opening van een vestiging wordt een nieuwe overeenkomst ondertekend, die ingaat op de dag van ondertekening en eindigt op het einde van de periode van goedkeuring van de dienst.
In geval van opening van een inrichting wordt een wijziging van de oorspronkelijke overeenkomst ondertekend, die ingaat op de dag van ondertekening en eindigt op het einde van de erkenningsperiode van de dienst.
Wanneer een schoolinrichting, hogeschool of hogere kunstschool verschillende vestigingen heeft, kan het zijn dat er verschillende overeenkomsten met verschillende afdelingen worden gesloten. § 2. De in § 1 bedoelde overeenkomst bevat ten minste de volgende elementen: 1° de plaats waar de gezondheidsbeoordelingen zullen worden uitgevoerd;2° de procedures voor de organisatie van het vervoer naar de in 1° bedoelde plaats;3° de samenstelling van de dienst;4° de procedures voor het doorgeven van informatie. Het serviceproject is bij de overeenkomst gevoegd na ontvangst van de goedkeuring ervan door O.N.E..
Art. 26.§ 1. De Regering stelt de procedures vast voor het verlenen en intrekken van de erkenning in geval van niet-naleving van de verplichtingen uit hoofde van dit decreet of de op grond daarvan genomen maatregelen. § 2. De procedures voor het verlenen van de erkenning moeten ten minste voorzien in 1° de procedures voor het indienen van de aanvraag tot erkenning;2° de vorm en de termijn waarbinnen de besluiten tot verlening, weigering of intrekking van de erkenning moeten worden genomen;3° de beroepsprocedures tegen besluiten tot weigering of intrekking van de erkenning en de mogelijkheid voor de inrichtende macht van de dienst om tijdens dit beroep te worden gehoord;4° de duur van de erkenningen. § 3. O.N.E.is belast met het verlenen van erkenningen.
Art. 27.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten ontvangen de diensten een globale subsidie, berekend op basis van: 1 ° een forfaitaire subsidie per leerling die op 15 januari wordt geregistreerd bij de onderwijsinstellingen waarmee zij overeenkomstig artikel 25 een overeenkomst hebben gesloten; 2 ° een forfaitaire beurs per student geregistreerd op 1 december in de hogescholen of hogere kunstscholen waarmee zij een overeenkomst hebben gesloten, overeenkomstig artikel 25.
De in het vorige lid bedoelde forfaitaire subsidies worden door de Regering vastgesteld na raadpleging van O.N.E.. § 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan de diensten, naast de in § 1 bedoelde subsidie, een sociaal forfaitair bedrag toegekend per leerling wiens woonplaats is ingedeeld in een statistische sector die recht geeft op de toekenning van dit forfaitair bedrag.
Op basis van het gemiddelde sociaaleconomische indexcijfer bedoeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving sluiten houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving, stelt de Regering, na raadpleging van O.N.E., de drempel vast voor de statistische sectoren die in aanmerking moeten worden genomen voor de toewijzing van het sociaal forfaitair bedrag.
Na advies van O.N.E. stelt de Regering de bedragen van het in de leden 1 en 2 bedoelde sociale vaste bedrag vast. Dit forfaitaire bedrag moet ten minste 25% en ten hoogste 50% van de in § 1, lid 1, bedoelde forfaitaire subsidie bedragen.
Ongeacht waar ze wonen, genieten nieuwkomers automatisch van het sociale forfaitair bedrag. § 3. Na raadpleging van O.N.E. stelt de Regering een aanvullende forfaitaire toelage vast binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten voor leerlingen in het gespecialiseerd onderwijs. § 4. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten ontvangt de dienst tevens een subsidie per leerling voor alle vervoerskosten die voortvloeien uit de verplaatsingen van het dienstpersoneel of uit de verplaatsingen van leerlingen van onderwijsinstellingen.
Na overleg met O.N.E. bepaalt de Regering de hoogte van deze subsidie op basis van de bevolkingsdichtheid van de plaats van de school. § 5. De Regering bepaalt de procedures voor de opschorting of intrekking van subsidies, voor het instellen van een beroep tegen dergelijke beslissingen en voor de mogelijkheid voor de inrichtende macht van de dienst om in beroep te worden gehoord. § 6. De indexering van de in dit artikel bedoelde subsidies wordt uitgevoerd volgens de verhouding tussen het indexcijfer van de consumptieprijzen van september van het lopende jaar en dat van september van het voorgaande jaar.
Art. 28.De in artikel 27 bedoelde subsidies dekken alle personeels-, materiële, operationele en vervoerskosten die nodig zijn voor de uitvoering door de dienst van zijn opdrachten.
Art. 29.§ 1. De Regering stelt, na raadpleging van O.N.E., de procedures voor de vereffening en de motivering van de subsidies vast.
Met instemming van de Regering kan O.N.E. gebruik maken van de werkgelegenheidsgegevens uit het bij het secretariaat-generaal ingestelde arbeidsregister, zoals gedefinieerd in het decreet van de Franse Gemeenschap van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. § 2. Indien de verplichtingen van dit decreet of de krachtens dit decreet genomen maatregelen niet worden nagekomen, kan O.N.E. besluiten de subsidies op te schorten of in te trekken overeenkomstig de door de Regering krachtens artikel 27, § 5 vastgestelde procedures. HOOFDSTUK III. - Toezicht en begeleiding
Art. 30.De opdrachten van de daartoe aangewezen "O.N.E." agenten zijn als volgt: 1° ervoor te zorgen dat schoolinrichtingen, hogescholen, hogere kunstscholen, diensten, ouders, volwassen studenten, volwassen leerlingen, volwassen studenten en personeelsleden van de diensten en centra van de Franse Gemeenschap al hun verplichtingen uit hoofde van dit decreet of de op grond daarvan vastgestelde bepalingen nakomen en, in voorkomend geval, overtredingen of inbreuken op de bepalingen van dit decreet of de op grond daarvan vastgestelde bepalingen te vast te stellen;2° zo nodig een profylactisch onderzoek van leerlingen of studenten te laten uitvoeren overeenkomstig de in artikel 8, lid 3, bedoelde procedures;3° de diensten en centra van de Franse Gemeenschap te begeleiden en te ondersteunen bij de uitvoering van hun opdrachten.
Art. 31.Elk jaar sturen de diensten en centra van de Franse Gemeenschap O.N.E. een jaarverslag toe dat als basis dient voor het toezicht op de opdrachten van de diensten en centra van de Franse Gemeenschap, maar ook voor het toezicht op en de follow-up van de gehele schoolgezondheidspromotiesector door O.N.E. O.N.E. bepaalt de vorm en inhoud van het jaarverslag en legt deze ter goedkeuring voor aan de Regering. HOOFDSTUK IV. - De commissie voor gezondheidspromotie op scholen
Art. 32.§ 1. Er is een commissie voor gezondheidspromotie op school opgericht. Haar opdrachten zijn dat ook: 1° de Regering advies te geven over elk ontwerp van decreet, besluit of algemene tekst met betrekking tot de bevordering van de gezondheid op school of over de procedures voor de uitvoering ervan; 2° de Regering of O.N.E., hetzij op eigen initiatief, hetzij op hun verzoek, adviezen te geven over elke aangelegenheid in verband met gezondheidspromotie in scholen; 3° jaarlijks vóór 31 maart verslag uit te brengen aan het Parlement, de Regering en O.N.E. over haar optreden in het voorgaande jaar. § 2. Binnen de schoolgezondheidspromotiecommissie wordt een bureau opgericht om de werkzaamheden te coördineren.
Het Bureau bereidt de vergaderingen van de commissie voor, stelt de agenda op en zorgt ervoor dat de in § 1 bedoelde adviezen en verslagen worden toegezonden.
Het bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter en twee leden, gekozen door de commissie. § 3. Tenzij er sprake is van een noodtoestand, worden de adviezen van de schoolgezondheidspromotiecommissie gevraagd door de Regering of O.N.E. binnen een termijn van maximaal veertig kalenderdagen toegezonden.
Deze termijn gaat in na ontvangst van het verzoek om advies van het secretariaat van de Commissie.
Na deze periode zijn er geen adviezen meer nodig voor een geldig besluit van de Regering of O.N.E.. § 4. De commissie gezondheidspromotie op school kan alleen een geldig advies uitbrengen als ten minste de helft van de leden aanwezig is.
Indien het quorum niet wordt bereikt, worden de leden uiterlijk binnen vijftien dagen na de vergadering opnieuw bijeengeroepen. Indien het quorum op deze vergadering niet opnieuw wordt bereikt, zal de schoolgezondheidspromotiecommissie geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezigen.
Besluiten worden met gewone meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 5. De Schoolgezondheidspromotiecommissie stelt haar huishoudelijk reglement vast en legt dit ter goedkeuring voor aan de Regering, na advies van O.N.E..
Art. 33.§ 1. De commissie voor gezondheidspromotie op scholen bestaat uit vertegenwoordigers overeenkomstig de door de Regering vastgestelde bepalingen van: 1° federaties of verenigingen van inrichtende machten die diensten organiseren;2° artsen die werkzaam zijn in de gezondheidspromotie op school;3° verpleegkundigen die werkzaam zijn in de gezondheidspromotie op school;4° van de Hogere Raad van Psycho-medisch-sociale centra;5° onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;6° door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsfederaties van overheden die het onderwijs organiseren;7° federaties van ouderverenigingen;8° organisaties voor gezondheidspromotie die actief zijn met kinderen en jongeren;9° de adviesorganen die in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en in het Franse taalgebied zijn opgericht voor gezondheidspromotie.De deelname van deze organen is facultatief.
De leden van de schoolgezondheidspromotiecommissie worden door de Regering benoemd voor een hernieuwbare periode van vijf jaar. § 2° De Regering benoemt uit de gewone leden de voorzitter en de ondervoorzitter van de schoolgezondheidspromotiecommissie. Deze mandaten zijn onverenigbaar met het statuut van ambtenaar van de Franse Gemeenschap of een van haar instellingen van openbaar nut. § 3. De Regering benoemt tevens voor elk gewoon lid een plaatsvervangend lid dat dezelfde categorie van leden vertegenwoordigt.
Het plaatsvervangend lid zit alleen in afwezigheid van het gewone lid. § 4. In geval van overlijden of ontslag van een lid wordt zijn plaatsvervanger door de Regering benoemd om de ambtstermijn van zijn voorganger te voltooien.
Ieder lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor hij is benoemd, wordt geacht ontslag te hebben genomen.
Op voorstel van de Commissie voor gezondheidspromotie op school kunnen alle effectieve leden en hun plaatsvervangers die samen minder dan 50% van de leden gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden aanwezig zijn, door de Regering worden vervangen. § 5. Naast de in § 1 bedoelde leden worden de minister belast met de bevordering van de gezondheidspromotie op school evenals de ministers belast met het basis-, secundair of gespecialiseerd onderwijs en de centra voor alternerend opleidings- en onderwijs, in de schoolgezondheidspromotiecommissie vertegenwoordigd door de personen die zij aanwijzen. Zij hebben een adviserende stem.
O.N.E. en de Algemene directie bevoegd voor het verplicht onderwijs heeft genoten, worden ook met raadgevende stem vertegenwoordigd door de leden van hun personeel die zij aanwijzen. § 6. Het secretariaat van de schoolgezondheidspromotiecommissie wordt verzorgd door O.N.E.. § 7. Voor de uitvoering van haar opdrachten kan de schoolgezondheidspromotiecommissie deskundigen uitnodigen voor de onderwerpen die zij behandelt. § 8. De Regering bepaalt het presentiegeld en de reiskostenvergoeding van de leden van de schoolgezondheidspromotiecommissie. § 9. Wanneer, op de agenda van de commissie voor gezondheidspromotie op school, een advies over gezondheidspromotie in hogescholen of hogere kunstscholen wordt geplaatst, worden op die vergadering de minister bevoegd voor het hoger onderwijs, met raadgevende stem, de algemene dienst voor hoger onderwijs, met raadgevende stem, en twee vertegenwoordigers van representatieve studentenorganisaties, op communautair niveau, met beraadslagende stem, vertegenwoordigd. HOOFDSTUK V. - Strafrechtelijke bepalingen
Art. 34.Een boete van 26 tot 200 euro en een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden of slechts één van deze straffen wordt opgelegd aan ouders, volwassen leerlingen of volwassen studenten die niet aan de vereisten van artikel 15 voldoen.
De directeur van een schoolinrichting, de directeur-voorzitter van een hogeschool of de directeur van een hogere kunstschool die zich niet houdt aan de beslissingen genomen krachtens de artikelen 2, eerste lid, 3°, en 13 betreffende de algemene profylaxe, wordt bestraft met een geldboete van 26 tot 200 euro en met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden of slechts één van deze straffen.
Art. 35.Alle bepalingen van boek 1 van het Strafwetboek, zonder uitzondering van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit decreet bedoelde strafbare feiten en op strafbare feiten die indruisen tegen de krachtens dit decreet vastgestelde uitvoeringsmaatregelen. HOOFDSTUK VI. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 36.De volgende teksten worden opgeheven: 1° het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 17/01/2002 numac 2002029029 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie op school sluiten betreffende de gezondheidspromotie op school;2° het decreet van 16 mei 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2002 pub. 07/06/2002 numac 2002029270 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit sluiten betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit.
Art. 37.De besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 17/01/2002 numac 2002029029 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie op school sluiten betreffende de gezondheidspromotie op school of van het decreet van 16 mei 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2002 pub. 07/06/2002 numac 2002029270 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit sluiten betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, blijven van kracht totdat zij zijn opgeheven of in strijd zijn met de bepalingen van dit decreet.
Art. 38.Lopende erkenningen die zijn verleend krachtens het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 17/01/2002 numac 2002029029 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie op school sluiten betreffende de gezondheidspromotie op school of van het decreet van 16 mei 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2002 pub. 07/06/2002 numac 2002029270 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit sluiten betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, worden geacht op grond van dit decreet te zijn verleend. Deze erkenningen worden beëindigd overeenkomstig de met toepassing van dit decreet vastgestelde procedures.
Art. 39.Erkenningen en dienstprojecten die in 2020 aflopen, worden met twee jaar verlengd.
Art. 40.Voor de toepassing van de artikelen 19 en 22, worden de personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet daadwerkelijk het ambt uitoefenden waarvoor de kwalificatie volgens eerdere wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vereist is, geacht over de vereiste kwalificatie te beschikken.
Voor de toepassing van artikel 19, § 2, 1°, en 22, § 1, worden de personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet als arts werkzaam waren in een dienst of centrum van de Franse Gemeenschap en in het bezit waren van een masterdiploma in de geneeskunde, aangevuld met een universitair getuigschrift in de schoolgeneeskunde, een masterdiploma in de volksgezondheid of een eerder bekwaamheidsbewijs dat overeenkomt met het masterdiploma in de volksgezondheid, geacht de vereiste kwalificatie te bezitten.
Art. 41.In alle bedoelde wetten, decreten of besluiten, waaronder de reglementering betreffende de PMS-centra, wordt de verwijzing naar de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 17/01/2002 numac 2002029029 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie op school sluiten betreffende de gezondheidspromotie op school of van het decreet van 16 mei 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2002 pub. 07/06/2002 numac 2002029270 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit sluiten betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, vervangen door een verwijzing naar dit decreet.
Art. 42.Dit decreet treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 14 maart 2019.
De Minister-President, belast met Gelijke kansen en Vrouwenrechten, R.DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT _______ Nota (1) Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement: - Ontwerp van decreet, nr.761-1. - Commissieamendementen, nr. 761-2. - Commissieverslag nr. 761-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 761-4. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 761-5.
Integraal verslag: - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 13 maart 2019.