Etaamb.openjustice.be
Decreet van 09 maart 2023
gepubliceerd op 31 juli 2023

Decreet betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2023044053
pub.
31/07/2023
prom.
09/03/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 MAART 2023. - Decreet betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL I - GRONDSLAGEN, CONCEPTEN EN BEGINSELEN HOOFDSTUK 1.- - Algemene bepalingen Afdeling 1 - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Bij dit decreet worden de volgende richtlijnen gedeeltelijk omgezet: 1° Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;2° Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/852 van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;3° Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/850 van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;4° Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/849 van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;5° Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/849 van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;6° Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 20212 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (herschikking), zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/849van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 2018;7° Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu. Afdeling 2 - Doel en toepassingsgebied

Art. 2.Dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan hebben tot doel het milieu en de menselijke gezondheid te beschermen door afvalproductie en de schadelijke effecten van afvalproductie en -beheer te voorkomen of te verminderen, en door de algemene impact van het gebruik van hulpbronnen te beperken en het efficiënt gebruik ervan te verbeteren, wat essentieel is voor de overgang naar een circulaire economie en het concurrentievermogen van het Waalse Gewest en de Europese Unie op lange termijn.

Art. 3.Van het toepassingsgebied van dit decreet zijn uitgesloten: 1° gasvormige effluenten die in de atmosfeer worden uitgestoten;2° kooldioxide dat wordt afgevangen en getransporteerd met het oog op geologische opslag en dat geologisch is opgeslagen overeenkomstig het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 03/09/2013 numac 2013204763 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de geologische opslag van kooldioxide sluiten betreffende de geologische opslag van kooldioxide krachtens artikel 2, lid 2;3° grond (in situ), met inbegrip van niet-uitgegraven verontreinigde grond en gebouwen die permanent met de grond verbonden zijn; 4° afvalwater dat onderworpen is aan de decreetgevende en de reglementaire delen van Boek II van het Milieubesluit dat het Waterwetboek inhoudt, met uitzondering van de inzameling door een installatie of een geklasseerde installatie en het vervoer per voertuig van slib als bedoeld in artikel D.2, 54°, 4de streepje, van voornoemd Boek II; 5° radioactieve afvalstoffen, andere dan vrijgegeven afvalstoffen in de zin van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de Gewesten van 17 oktober 2002 met betrekking tot het beheer van vrijgegeven afvalstoffen;6° lijken, met uitzondering van kadavers van dieren;7° stoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt als voedermiddelen in de zin van artikel 3, tweede lid, onder g), van Verordening (EG) nr.767/2009 van het Europees Parlement en de Raad en die niet uit dierlijke bijproducten bestaan of deze bevatten.

Art. 4.Dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan zijn van toepassing onder voorbehoud van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten5 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval en, in voorkomend geval, de uitvoeringsmaatregelen ervan op interregionaal niveau. Afdeling 3 - Begripsomschrijving

Art. 5.§ 1er. Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° "afvalstof": elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;2° "gevaarlijke afvalstof": een afvalstof die een of meer van de in bijlage 1 genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit;3° "niet-gevaarlijke afvalstof": een afvalstof die niet onder 2° valt;4° "afvalstoffenproducent": eenieder wiens activiteiten afvalstoffen voortbrengen (eerste producent) of eenieder die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht die leiden tot een wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen;5° "afvalstoffenhouder": de afvalstoffenproducent dan wel de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen in zijn bezit heeft;6° "inzamelaar": iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepsmatig afval inzamelt;7° "vervoerder": iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid) die beroepsmatig afval vervoert;8° "handelaar": iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid) die als verantwoordelijke optreedt bij het aankopen en vervolgens verkopen van afval, met inbegrip van de handelaar die de afvalstoffen niet fysiek in zijn bezit heeft;9° "makelaar": iedere onderneming (natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid) die ten behoeve van anderen de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van de makelaar die de afvalstoffen niet fysiek in zijn bezit heeft;10° "afvalstoffenbeheer": inzameling, vervoer, samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing (met inbegrip van mengen of sorteren) en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en het toezicht op, het herstel in de vroegere staat en de rehabilitatie van die handelingen van de stortplaatsen in installaties voor samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering na sluiting en met inbegrip van activiteiten van handelaars of makelaars;11° "inzameling": het verzamelen van afvalstoffen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een installatie voor de samenbrenging, voorbehandeling of verwerking van afvalstoffen;12° "gescheiden inzameling": de inzameling waarbij een afvalstroom gescheiden wordt naar soort en aard van het afval om een specifieke behandeling te vergemakkelijken;13° "vervoer": belading, vervoer, lossen van de afvalstoffen;14° "samenbrenging": elke handeling waarbij afvalstoffen worden opgeslagen voorafgaand aan een voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering, met uitsluiting van tijdelijke opslag voorafgaand aan inzameling op de plaats waar de afvalstoffen worden geproduceerd;15° "preventie": maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal of product afvalstof is geworden, ter vermindering van: de hoeveelheid afvalstoffen, inclusief via het hergebruik van producten of de verlenging van de levensduur van producten; de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid; of het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten;"; 16° "hergebruik": elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld;17° "voorbehandeling": elke behandeling voorafgaand aan een volgende handeling voor de nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen, bestaande uit een fysisch, chemisch, thermisch of biologisch proces, met inbegrip van het mengen of het sorteren (eventueel door middel van visuele inspectie), waardoor de eigenschappen of kenmerken van het afval zodanig worden bepaald of gewijzigd dat het volume of het gevaarlijke of verontreinigende karakter ervan wordt verkleind, de behandeling ervan wordt vergemakkelijkt, de nuttige toepassing ervan wordt bevorderd of de verwijdering ervan mogelijk wordt gemaakt;18° "verwerking": nuttige toepassing of verwijdering, met inbegrip van aan toepassing of verwijdering voorafgaande voorbereidende handelingen;19° "voorbereiding voor hergebruik" : elke nuttige toepassing bestaande uit controleren, schoonmaken of repareren, waarbij producten of componenten van producten, die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig is;20° "nuttige toepassing": elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt.21° "nuttige toepassing materialen": iedere nuttige toepassing, met uitzondering van de nuttige toepassing en bewerking tot materialen die bestemd zijn voor gebruik als brandstof of voor andere middelen om energie op te wekken, met inbegrip van voorbereiding voor hergebruik, recycling en opvulling;22° "recycling": elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel.Dit omvat het opnieuw bewerken van organisch afval, maar het omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal; 23° "opvulling": elke nuttige toepassing waarbij geschikt niet-gevaarlijk afval wordt gebruikt voor om uitgegraven gebieden of, bij ingenieurswerken, landschappelijke inrichtingswerken in oorspronkelijke staat te herstellen;24° "regeneratie van afgewerkte olie": iedere recyclingshandeling waardoor basisoliën kunnen worden geproduceerd door raffinage van afgewerkte olie, in het bijzonder door uit die olie de verontreinigende stoffen, oxidatieproducten en additieven te verwijderen;25° "verbranding": iedere thermische verwerking van afval, al dan niet met terugwinning van de geproduceerde verbrandingswarmte, door de verbranding door oxidatie van afval alsmede andere thermische behandelingsprocessen zoals pyrolyse, vergassing en plasmaproces, voor zover de producten van de behandeling vervolgens worden verbrand;26° "meeverbranding": elke verwerkingshandeling die in hoofdzaak bedoeld is om energie of materiële producten te produceren, en : die afval gebruikt als vaste of aanvullende brandstof, of ; waarbij afval thermisch wordt verwerkt met het oog op verwijdering door verbranding door oxidatie of door andere thermische verwerkingsprocessen, zoals pyrolyse, vergassing of plasmaproces,, voor zover de producten van de behandeling vervolgens worden verbrand; 27° "verwijdering": iedere handeling die geen nuttige toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen;28° "zwerfvuil": elke afval die achtergelaten, afgedankt of beheerd wordt: buiten containers of plaatsen die daartoe zijn ingericht of toegestaan door een lokale overheid of een andere overheid die bevoegd is voor het behoud van het openbaar domein of de volksgezondheid;of zonder inachtneming van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 29° "illegale afvalstorting": elke handeling die zwerfvuil heeft voortgebracht of voortbrengt;30° "inert afval" : afval dat geen significante fysische, chemische of biologische veranderingen ondergaat.Inert afval lost niet op, verbrandt niet en vertoont ook geen andere fysische of chemische reacties, het wordt niet biologisch afgebroken en heeft geen zodanige nadelige effecten op andere stoffen waarmee het in contact komt dat milieuverontreiniging of schade aan de menselijke gezondheid dreigt te ontstaan; 31° "stedelijk afval": afval dat huishoudelijk en soortgelijk afval omvat, met uitzondering van afval van productie, landbouw, bosbouw, visserij, septische tanks en het riolerings- en zuiveringsstelsel, met inbegrip van zuiveringsslib, afgedankte voertuigen of bouw- en sloopafval;32° "huishoudelijk afval": gemengd afval en gescheiden ingezameld afval van huishoudens, met inbegrip van papier en karton, glas, metaal, plastic, hout, verpakkingen, textiel, bioafval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afgedankte batterijen en accu's, grofvuil, met inbegrip van gebruikte matrassen en meubels;33° "soortgelijk afval": gemengd afval en gescheiden ingezameld afval uit andere bronnen dan de voormelde bronnen als de aard en samenstelling van dat afval vergelijkbaar zijn met de aard en samenstelling van afval van huishoudens;34° "professioneel afval" : afval dat niet onder 32° en 33° valt;35° "grofvuil": afval waarvan alle buitenafmetingen gelijk zijn aan of groter dan veertig centimeter of waarvan het volume gelijk is aan of groter dan zestig kubieke decimeter, alsmede alle gebruikte matrassen en alle gebruikte meubelen, ongeacht de grootte van hun buitenafmetingen of hun volume;36° "biologisch afbreekbaar afval": afval dat anaëroob of aëroob kan worden afgebroken, zoals voedselresten en tuinafval, alsook papier- en kartonafval;37° "bioafval": biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandels, kantines, cateringfaciliteiten of winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie;38° "voedselafval": levensmiddelen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr.178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, die afval zijn geworden in de zin van 1° van deze paragraaf; 39° "voedselverlies": de productie van voedselafval in de hele productie- en toeleveringsketen, met inbegrip van verliezen na de oogst;40° "voedselverspilling": de productie van voedselafval in de consumptiefase;41° "afgewerkte olie": minerale of synthetische, smeer- of industriële olie die niet voor voedingsdoeleinden bestemd is en die ongeschikt is geworden voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk was bedoeld, zoals gebruikte olie van verbrandingsmotoren en versnellingsbakken, alsmede smeerolie, olie voor turbines en olie voor hydraulische systemen.42° "bouw-, afbraak- en sloopafval": afval dat ontstaat bij bouw-, afbraak- en sloopactiviteiten;43° "dierlijke bijproducten": de dierlijke bijproducten in de zin van Verordening (EG) nr.1069/2009; 44° "kadavers van dieren": karkassen of delen van karkassen van dieren die zijn gestorven op een andere wijze dan door slachting voor menselijke consumptie, met inbegrip van dieren die zijn gedood met het oog op de uitroeiing van een epizoötie, en die moeten worden verwijderd overeenkomstig Verordening (EG) nr.1069/2009; 45° "onderneming voor sociale economie": een vereniging of coöperatie zonder winstoogmerk die erkend is als sociale onderneming overeenkomstig artikel 8:5, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, die de beginselen vervat in artikel 1 van het decreet van 20 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/11/2008 pub. 31/12/2008 numac 2008204798 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de sociale economie type decreet prom. 20/11/2008 pub. 15/12/2008 numac 2008204510 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer sluiten betreffende de sociale economie naleeft en die actief is in afvalpreventie of -beheer, in het bijzonder in het hergebruik of de voorbereiding voor hergebruik van afvalstoffen, producten of aanverwante componenten;46° "verpakking": de verpakking in de zin van artikel 2 van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten5 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval;47° "product voor eenmalig gebruik": elk vervaardigd product dat niet werd bedacht, ontworpen of in de handel gebracht om binnen zijn levensduur meerdere cycli te maken door te worden teruggestuurd naar een producent om opnieuw gevuld te worden of opnieuw gebruikt te worden voor het doel waarvoor het gemaakt was;48° "kunststof": een materiaal bestaande uit een polymeer zoals bedoeld in artikel 3, punt 5, van Verordening (EG) nr.1907/2006, waaraan mogelijk additieven of andere stoffen zijn toegevoegd, en dat als een structureel hoofdbestanddeel van eindproducten kan worden gebruikt; 49° "kunststofproduct voor eenmalig gebruik": een product dat geheel of gedeeltelijk van kunststoffen is gemaakt en niet werd bedacht, ontworpen of in de handel gebracht om binnen zijn levensduur meerdere cycli te maken door te worden teruggestuurd naar een producent om opnieuw gevuld te worden of opnieuw gebruikt te worden voor het doel waarvoor het gemaakt was;50° "plastic draagtassen": van plastic gemaakte draagtassen, met of zonder handgreep, die aan consumenten wordt verstrekt op de plaats van verkoop van goederen of producten;51° "lichte plastic draagtassen": plastic draagtassen met een wanddikte van minder dan 50 micron; 52 "zeer lichte plastic draagtassen": plastic draagtassen met een wanddikte van minder dan 15 micron die om hygiënische redenen zijn vereist of als primaire verpakking voor losse levensmiddelen worden verstrekt als dit helpt om voedselverspilling te voorkomen; 53° "milieuvergunning": de beslissing zoals gedefinieerd in artikel 1, 1° en 12°, van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning;54° "aangifte van een inrichting van klasse 3": de handeling zoals gedefinieerd in artikel 1, 2° en 12°, van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning;55° "beste beschikbare technieken": de technieken zoals gedefinieerd in artikel 1, 9°, van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning;56° "installatie": de site ingericht voor de inzameling, samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen;57° "ingedeelde installatie": de installatie zoals bepaald in 56° wanneer ze krachtens het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan ingedeeld is; 58° "centrum voor technische ingraving": de locatie waar afvalstoffen worden verwijderd door ze op of in de bodem (ook ondergronds) te storten, met inbegrip van: interne locaties, d.w.z. sites waar een afvalstoffenproducent zelf afvalstoffen verwijdert op de plaats van productie, en; permanente locaties, d.w.z. locaties die langer dan een jaar worden gebruikt voor de tijdelijke opslag van afvalstoffen; 59° "vereniging van gemeenten": de samenbrenging van gemeenten georganiseerd volgens één van de samenwerkingsvormen tussen gemeenten als bedoeld bij boek V van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie ;60° "administratie": de administratieve dienst(en), aangewezen door de Regering ;61° "bevoegde autoriteit": het lid of de leden van de Regering of de[00e2][0080][0088]administratieve[00e2][0080][0088]dienst(en), aangewezen door de Regering ;62° "autoriteit van afgifte in eerste instantie": de administratie(s) bedoeld in 60° in het kader van een administratieve procedure die voorziet in een administratief beroep georganiseerd door dit decreet;63° "autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen" : de bevoegde autoriteit(en) bedoeld in 61°, andere dan bedoeld in 62°, in het kader van een administratieve procedure die voorziet in een administratief beroep georganiseerd door dit decreet;64° "SPAQuE": de "Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement";65° "Richtlijn 94/62/EG": Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1964 betreffende verpakking en verpakkingsafval;66° "Richtlijn 1999/31/EG" : Richtlijn 1999/21/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen;67° "Richtlijn 2000/53/EG": Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;68° "Richtlijn 2006/66/ EG": Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG;69° "Richtlijn 2008/98/EG" : Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen ;70° "Richtlijn 2012/19/EU" van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (herschikking);71° "Richtlijn (EU) 2015/1535": Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;72° "Richtlijn (EU) 2019/904": Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu;73° "Verordening (EG) nr.1069/2009": Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002; 74° "Verordening (EG) nr.1013/2006" : Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen; 75° "Verordening (EG) nr.1907/2006": Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie; 76° "Verordening nr.1272/2008": Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006; § 2. Met betrekking tot de definitie van "afvalstoffenbeheer", vermeld in § 1, 10°, kan de Regering, onverminderd het recht van de Europese Unie, de handelingen van afvalstoffenbeheer definiëren.

Met betrekking tot de definitie van "nuttige toepassing", vermeld in paragraaf 1, 20°, bevat bijlage 2 een niet-limitatieve lijst van handelingen van nuttige toepassing. Onverminderd het recht van de Europese Unie kan de Regering als nuttige toepassing andere handelingen definiëren dan die bedoeld in die bijlage.

Met betrekking tot paragraaf 1, 23°, moeten de afvalstoffen die worden gebruikt voor opvulling, om te voldoen aan de definitie van "opvulling", materialen vervangen die geen afvalstoffen zijn, moeten ze geschikt zijn voor de voornoemde doeleinden en moeten ze beperkt blijven tot de hoeveelheden die strikt noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

Met betrekking tot de definitie van "verwijdering", vermeld in paragraaf 1, 27°, bevat bijlage 3 een niet-limitatieve lijst van verwijderingshandelingen. Onverminderd het recht van de Europese Unie kan de Regering als verwijdering andere handelingen definiëren dan die bedoeld in die bijlage.

Met betrekking paragraaf 1, 28° en 29°, doen de definities van "zwerfvuil" en "illegale afvalstorting" geen afbreuk aan de bevoegdheid van de Regering en de lokale overheden om de bestrijding van zwerfvuil met betrekking tot bepaalde soorten zwerfvuil te specificeren of te prioriteren op basis van hun aard, omvang, hoeveelheid, aanwezigheid op bepaalde locaties of andere criteria die de Regering of de lokale overheden bepalen.

Met betrekking paragraaf 1, 30°, om te voldoen aan de definitie van "inert afval", moeten de totale productie van percolaat, het gehalte aan verontreinigende stoffen van de afvalstoffen en de ecotoxiciteit van het percolaat verwaarloosbaar zijn en mogen ze in het bijzonder geen nadelige invloed hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater.

Met betrekking to paragraaf 1, 31° en 34°, laten de definities van "stedelijk afval" en "professioneel afval" de verdeling van de verantwoordelijkheden voor het afvalstoffenbeheer tussen publieke en private actoren onverlet.

Met betrekking tot paragraaf 1, 48°, kan de Regering, wanneer ze uitvoeringsmaatregelen neemt om het recht dat van toepassing is op het grondgebied van het Waals Gewest in overeenstemming te brengen met het recht van de Europese Unie, natuurlijke polymeren die niet chemisch gewijzigd zijn, uitsluiten van de definitie van "kunststof".

Met betrekking tot paragraaf 1, 58°, sluit de definitie van "centrum voor technische ingraving" de volgende elementen uit : installaties waar afvalstoffen worden uitgeladen om ze klaar te maken voor verder vervoer met het oog op een nuttige toepassing, behandeling of verwijdering op een andere plaats, en; de opslag van afvalstoffen voorafgaand aan een nuttige toepassing of behandeling voor een periode van in de regel minder dan drie jaar, of; de opslag van afvalstoffen voorafgaand aan verwijdering voor een periode van minder dan een jaar. § 3. Met het oog op de aanpassing van dit decreet en van de uitvoeringsmaatregelen ervan aan het recht van de Europese Unie en het internationaal recht, kan de Regering de bijlagen bij dit decreet intrekken, wijzigen, aanvullen of vervangen.

De maatregelen die de Regering krachtens deze paragraaf neemt, verliezen van rechtswege hun werking indien ze niet binnen een termijn van twaalf maanden na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bij decreet worden bevestigd. Afdeling 4 - Algemene principes

Onderafdeling 1- - Afvalhiërarchie

Art. 6.§ 1. Bij het opstellen van de wetgeving, de reglementering en het Waals beleid voor de preventie en het beheer van afvalstoffen wordt als prioriteitsvolgorde de volgende afvalhiërarchie gehanteerd: 1° preventie: 2° voorbereiding voor hergebruik;3° recyclage;4° andere nuttige toepassing, in het bijzonder energieterugwinning;en 5° verwijdering. § 2. Bij de toepassing van de afvalhiërarchie, bedoeld in paragraaf 1, neemt de Regering maatregelen om oplossingen te stimuleren die over het geheel genomen het beste milieuresultaat opleveren. Dit kan betekenen dat voor specifieke afvalstromen moet worden afgeweken van de hiërarchie, indien dit gerechtvaardigd is op grond van het levenscyclusdenken over de totale effecten van de productie en het beheer van die afvalstoffen.

Er wordt rekening gehouden met de algemene milieubeschermingsprincipes zoals het voorzorgs- en duurzaamheidsbeginsel, de technische uitvoerbaarheid en economische haalbaarheid, de bescherming van hulpbronnen, alsook met de algemene effecten voor milieu en menselijke gezondheid en op economisch en maatschappelijk gebied, overeenkomstig de artikelen 2 en 32. § 3. Met betrekking tot het opstellen van wetgeving, regelgeving en het Waalse afvalstoffenbeleid legt de Regering elk voorontwerp van wettelijke bepaling tot wijziging van dit decreet en elk ontwerp van besluit uitgevaardigd krachtens dit decreet voor aan minstens de beleidsgroep "Leefmilieu", afdeling "Afvalstoffen", overeenkomstig het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 18/12/2008 numac 2008204571 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie . § 4. De Regering kan een beroep doen op economische instrumenten en andere maatregelen om de toepassing van de afvalhiërarchie aan te moedigen, zoals die vermeld in bijlage 4, indien deze kunnen worden aangenomen via bepalingen van regelgevende aard, of op andere geschikte instrumenten en maatregelen.

Onderafdeling 2 - Beginselen van zelfvoorziening en nabijheid

Art. 7.§ 1. De Regering neemt passende maatregelen, in samenwerking met de andere gewestelijke overheden of de Federale Overheid van de Belgische Staat alsmede met andere Lidstaten van de Europese Unie, wanneer zulks noodzakelijk of raadzaam is, om een adequaat geïntegreerd netwerk tot stand te brengen van afvalverwijderingsinstallaties en van installaties voor de nuttige toepassing van gemengd huishoudelijk afval, ingezameld bij particuliere huishoudens, ook indien die inzameling dergelijk afval van andere producenten omvat, rekening houdend met de beste beschikbare technieken. § 2. Het netwerk moet zo worden opgezet dat de Europese Unie als geheel hierdoor zelfvoorzienend kan worden zowel voor afvalverwijdering als voor nuttige toepassing van afval als bedoeld in § 1, en dat elke lidstaat afzonderlijk naar dat doel toe kan groeien, rekening houdend met de geografische omstandigheden en de behoefte aan gespecialiseerde installaties voor bepaalde soorten afval. § 3. Het netwerk moet het mogelijk maken afval te verwijderen of afval als bedoeld in § 1 nuttig toe te passen in een van de meest nabijgelegen daartoe geschikte installaties, met behulp van de meest geschikte methoden en technologieën, om een hoog niveau van bescherming van het milieu en de volksgezondheid te waarborgen. § 4. De beginselen van nabijheid en zelfvoorziening betekenen niet dat het Waalse Gewest zelf over alle faciliteiten voor definitieve nuttige toepassing moet beschikken.". § 5. De Regering kan de toepassing van dit artikel uitbreiden tot andere soorten afvalstoffen dan die bedoeld in paragraaf 1 Afdeling 5 - Kwalificatiecriteria

Onderafdeling 1 - Bijproducten

Art. 8.§ 1. In overeenstemming met de criteria die in voorkomend geval op het niveau van de Europese Unie zijn vastgesteld, wordt een stof of zaak die het resultaat is van een productieproces dat niet in de eerste plaats tot doel heeft die stof of die zaak te produceren, niet beschouwd als een afvalstof, maar als een bijproduct, als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt;2° de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder verdere andere behandeling dan die welke bij de normale productie gangbaar is;3° de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces;en 4° verder gebruik is rechtmatig, m.a.w. de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid. § 2. Bij gebrek aan criteria die op het niveau van de Europese Unie zijn vastgelegd, kan de Regering gedetailleerde criteria vastleggen voor de toepassing van de in paragraaf 1 vermelde voorwaarden op specifieke stoffen of voorwerpen. § 3. De Regering bepaalt de procedurele modaliteiten volgens welke een stof of voorwerp als bijproduct en niet als afvalstof wordt erkend.

Deze procedurele modaliteiten kunnen eenzijdige administratieve beslissingen van individuele strekking omvatten, genomen door de Regering of door de bevoegde autoriteit die zij daartoe aanwijst. Deze administratieve beslissingen worden in elk geval bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op zijn minst op een website van het Waalse Gewest. § 4. De Regering kan de procedurele modaliteiten van een facultatief individueel certificeringsmechanisme aannemen en vastleggen, waardoor elke exploitant die stoffen of voorwerpen voortbrengt die in het Waalse Gewest als bijproducten worden beschouwd, uitdrukkelijk en op individuele basis kan worden erkend als exploitant die een bijproduct voortbrengt dat in het Waalse Gewest is toegelaten. § 5. De Regering kan : 1° een lijst opstellen, al dan niet per categorie, van stoffen of voorwerpen die van rechtswege als bijproducten worden erkend;2° de volgende elementen openbaar maken : langs elektronische weg, in aanvulling op de in paragraaf 3 bedoelde middelen, informatie met betrekking tot de beslissingen die geval per geval worden genomen krachtens die paragraaf; langs elektronische weg, informatie betreffende de resultaten van de door de administratie verrichte controles.

Met betrekking tot het eerste lid, 1°, past de Regering ten minste om de vijf jaar de lijst(en) van stoffen of voorwerpen in de reglementering aan teneinde er in voorkomend geval de inhoud van de in het derde lid bedoelde administratieve beslissingen in op te nemen. § 6. Wanneer de uitoefening van een beroepsactiviteit een bijproduct voortbrengt dat alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden vertoont en in alle opzichten voldoet aan die van een bij regeringsbesluit of bij administratieve beslissing van individuele strekking erkend bijproduct, kan de houder van dat materiaal een aanvraag tot individuele certificering indienen met betrekking tot de bedoelde stof of het bedoelde voorwerp die/dat als bijproduct is erkend en overeenkomstig paragraaf 4 en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Onderafdeling 2 - Einde-afvalfase

Art. 9.§ 1. In overeenstemming met de criteria die zijn vastgesteld op het niveau van de Europese Unie, waar van toepassing, wordt afval dat een recyclingsverrichting of een andere nuttige toepassing heeft ondergaan, geacht geen afval meer te zijn als het aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° de stof of het voorwerp moet voor specifieke doelen worden gebruikt ;2° er is een markt voor of vraag naar de stof of het voorwerp;3° de stof of het voorwerp voldoet aan de technische voorschriften voor de specifieke doelen en aan de voor producten geldende wetgeving, reglementering en normen;en 4° het gebruik van de stof of het voorwerp heeft over het geheel genomen geen ongunstige effecten voor het milieu of de menselijke gezondheid. § 2. Bij gebrek aan criteria die op het niveau van de Europese Unie zijn vastgelegd, kan de Regering gedetailleerde criteria vastleggen voor de toepassing van de in paragraaf 1 vermelde voorwaarden op specifieke stoffen of voorwerpen. Deze gedetailleerde criteria houden rekening met mogelijke schadelijke effecten van de stof of het voorwerp op het milieu en de menselijke gezondheid. Deze gedetailleerde criteria omvatten : 1° de avalstoffen die worden gebruikt als input voor de nuttige toepassing;2° toegestane verwerkingsprocessen en -technieken;3° de kwaliteitscriteria die van toepassing zijn op de materialen die voortkomen uit de nuttige toepassing en die ophouden afvalstoffen te zijn, overeenkomstig de relevante productnormen, met inbegrip van, indien nodig, grenswaarden voor verontreinigende stoffen;4° de eisen voor beheersystemen om de naleving van de eindeafvalcriteria aan te tonen, met inbegrip van kwaliteitscontrole en zelfcontrole, en, indien nodig, accreditatie;en 5° de eis van een conformiteitsverklaring. § 3. Bij gebrek aan op het niveau van de Europese Unie vastgestelde of door de Regering overeenkomstig paragraaf 2 aangenomen criteria, kan de Regering of de bevoegde autoriteit die zij daartoe aanwijst, geval per geval beslissen dat bepaalde afvalstoffen geen afvalstoffen meer zijn of passende maatregelen nemen om dit te verifiëren, op basis van de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, en, indien nodig, door de vereisten, vermeld in paragraaf 2, 1° tot 5°, over te nemen en rekening houdend met de grenswaarden voor verontreinigende stoffen en mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid. Dergelijke beslissingen per geval hoeven niet te worden gemeld aan de Europese Commissie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535. § 4. Elke natuurlijke of rechtspersoon die voor het eerst een materiaal gebruikt dat niet langer een afvalstof is en dat niet op de markt is gebracht, of die voor het eerst een materiaal op de markt brengt nadat het niet langer een afvalstof is, zorgt ervoor dat dit materiaal voldoet aan de relevante voorschriften van de toepasselijke wet- en regelgeving inzake chemische stoffen en producten.

Aan de voorwaarden in paragraaf 1 moet zijn voldaan voordat de wet- en regelgeving inzake chemische stoffen en producten van toepassing is op het materiaal dat niet langer een afvalstof is. § 5 De Regering bepaalt de procedurele modaliteiten volgens welke : 1° een stof of voorwerp wordt erkend als niet langer een afvalstof te zijn overeenkomstig de §§ 1 en 2, en 2° zij of de bevoegde autoriteit die zij daartoe aanwijst, een stof of voorwerp kan erkennen als zijnde niet langer een afvalstof overeenkomstig § 3. De procedurele modaliteiten, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kunnen eenzijdige administratieve beslissingen van individuele strekking omvatten, genomen door de Regering of door de bevoegde autoriteit die zij daartoe aanwijst. In elk geval worden die administratieve beslissingen bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en minstens op een website van het Waalse Gewest.

De Regering stelt de uitoefening van elke activiteit waarbij een stof of zaak vrijkomt die beschouwd wordt niet langer een afvalstof te zijn, afhankelijk van een voorafgaande registratie.

Wanneer bij de uitoefening van een beroepsactiviteit een stof of voorwerp vrijkomt die/dat is erkend als niet langer afvalstof en alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden heeft en daaraan voldoet die in elk opzicht gelijk zijn aan die van een stof of voorwerp die/dat bij regeringsbesluit of bij administratieve beslissing van individuele strekking is erkend als niet langer afvalstof, moet de houder ervan een verzoek tot registratie indienen overeenkomstig paragraaf 4 en de uitvoeringsmaatregelen daarvan en met betrekking tot die stof of dat voorwerp die/dat is erkend als niet langer afvalstof. § 7. De Regering kan : 1° een lijst opstellen, al dan niet per categorie, van stoffen of voorwerpen die niet langer als afvalstoffen worden beschouwd;2° de volgende elementen openbaar maken : langs elektronische weg, in aanvulling op de in paragraaf 5 bedoelde middelen, informatie met betrekking tot de beslissingen die geval per geval worden genomen krachtens die paragraaf; langs elektronische weg, informatie betreffende de resultaten van de door de administratie verrichte controles.

Met betrekking tot het eerste lid, 1°, past de Regering ten minste om de vijf jaar de lijst(en) van stoffen of voorwerpen in de reglementering aan teneinde er in voorkomend geval de inhoud van de in de §§ 3 en 5 bedoelde administratieve beslissingen in op te nemen.

Onderafdeling 3 - Lijst van afvalstoffen

Art. 10.§ 1. De Regering kan een lijst opstellen van afvalsoorten volgens eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden die ze bepaalt. § 2. Wanneer de Regering een afvalsoort opsomt overeenkomstig het eerste lid, bepaalt zij : 1° het toepasselijke vermoeden volgens hetwelk: elke op de lijst voorkomende afvalstof behoort tot de afvalstoffen van de lijst;of elke afvalstof die niet op de lijst voorkomt, niet tot de opgesomde afvalsoort behoort; 2° het weerlegbare of onweerlegbare karakter van het vermoeden. § 3. Wanneer de Regering krachtens dit artikel afvalstoffen opsomt, vermeldt zij dit uitdrukkelijk en: - met betrekking tot paragraaf 2, 1°, wanneer de Regering niet uitdrukkelijk voorziet in het vermoeden dat van toepassing is tussen a) en b), is a) van rechtswege van toepassing; - met betrekking tot paragraaf 2, 2°, wanneer de Regering niet uitdrukkelijk voorziet in het weerlegbare karakter van het vermoeden of de wijze waarop het weerlegbaar wordt gemaakt, is dit vermoeden van rechtswege onweerlegbaar.

Art. 11.§ 1. Wanneer de vermoedens voorzien bij of krachtens dit decreet weerlegbaar zijn, naargelang het geval : 1° hetzij de weerlegging van het weerlegbaar vermoeden gebaseerd is op het bewijs dat de afvalstoffen op een lijst van de betrokken afvalstoffen niet voldoen aan alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden die de Regering overeenkomstig artikel 10 heeft bepaald voor de samenstelling van die lijst;2° hetzij de weerlegging van het weerlegbaar vermoeden gebaseerd is op het bewijs dat de afvalstoffen die niet voorkomen op een betrokken lijst van afvalstoffen voldoen aan alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden die de Regering overeenkomstig artikel 10 heeft bepaald voor het opstellen van die lijst. § 2. Wanneer de Regering een vermoeden vestigt dat door of krachtens dit decreet kan worden weerlegd, regelt ze de procedurele modaliteiten voor het weerleggen van dat vermoeden, zo nodig geval per geval. § 3. Wanneer de Regering bij of krachtens dit decreet een weerlegbaar vermoeden vestigt, kan zij de voorwaarden vaststellen voor de erkenning van de eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden overeenkomstig artikel 10, van afvalstoffen : 1° in gevallen waarin zij, hoewel zij niet als zodanig voorkomen op een bij of krachtens dit decreet opgestelde lijst van afvalstoffen, kunnen worden erkend als behorende tot het soort afvalstoffen dat op de lijst voorkomt;2° die, hoewel zij worden aangemerkt als deel uitmakend van een bij of krachtens dit decreet vastgestelde lijst van afvalstoffen, kunnen worden erkend als niet behorend tot het soort afvalstoffen. Elk verzoek om een dergelijke erkenning bevat ten minste een milieurisicoanalyse.

De Regering kan de minimumeisen voor de milieurisicoanalyse, bedoeld in het tweede lid, vaststellen.

Art. 12.De weerlegbare en onweerlegbare vermoedens voorzien bij of krachtens dit decreet doen geen afbreuk aan de bevoegdheden van de Regering om voorschriften uit te vaardigen krachtens dit decreet mits administratieve toelating, en in het bijzonder om afwijkingen te voorzien van de verbodsbepalingen voorzien bij of krachtens dit decreet.

Art. 13.Elke lijst van afvalstoffen vastgesteld bij of krachtens dit decreet vormt de referentienomenclatuur voor het afvalstoffenbeheer.

De aanwezigheid van een stof of voorwerp op een lijst van afvalstoffen betekent niet noodzakelijk dat het in alle gevallen een afvalstof is.

Een stof of voorwerp wordt pas als afvalstof beschouwd als ze voldoet aan de definitie, vermeld in artikel 5, § 1, 1°

Art. 14.§ 1. De Regering stelt de lijst van gevaarlijke afvalstoffen op, rekening houdend met de oorsprong en de samenstelling van de afvalstoffen en, in voorkomend geval, de grenswaarden voor de concentratie van gevaarlijke stoffen.

De identificatie van afvalstoffen als gevaarlijke afvalstoffen op de lijst van gevaarlijke afvalstoffen houdt een weerlegbaar vermoeden in dat de afvalstoffen een of meer van de in bijlage 1 vermelde gevaarlijke eigenschappen bezitten.

De herindeling van gevaarlijke afvalstoffen als niet-gevaarlijke afvalstoffen mag niet plaatsvinden na verdunning of vermenging met het oogmerk om de oorspronkelijke concentraties van gevaarlijke stoffen onder de drempelwaarde voor kenmerking als gevaarlijk te brengen.

Onverminderd eventuele uitvoeringsmaatregelen die de Regering overeenkomstig de artikelen 10 en 11 neemt met betrekking tot de lijst van gevaarlijke afvalstoffen die zij overeenkomstig deze paragraaf vaststelt, past zij de overeenkomstig deze paragraaf vastgestelde lijst van gevaarlijke afvalstoffen aan om deze in overeenstemming te brengen met de door de Europese Unie vastgestelde lijst van gevaarlijke afvalstoffen. § 2. De Regering stelt de lijst van de inerte afvalstoffen vast.

Het ontbreken van een afvalstof op de lijst van inerte afvalstoffen vormt een weerlegbaar vermoeden dat de genoemde afvalstof niet inert is.

Art. 15.Indien er meer dan één lijst van afvalstoffen overeenkomstig dit decreet wordt opgesteld, kan de Regering één of meer afzonderlijke lijsten opstellen, vergezeld van een referentiesysteem dat het mogelijk maakt om binnen die ene lijst of lijsten verschillende lijsten van afvalstoffen te onderscheiden. Afdeling 6 - Methodes voor de afname, monsterneming en analyse op het

gebied van afvalstoffen

Art. 16.De Regering kan : 1° minimumvoorschriften vaststellen voor de methodes voor de afname, monsterneming en analyse die tot doel hebben de eigenschappen en de fysisch-chemische kenmerken van de afvalstoffen of het gehalte aan verontreinigende stoffen vast te stellen;2° één of meerdere technische handleidingen van indicatieve waarde goedkeuren die de kwaliteit van de expertises van afvalstoffen moeten waarborgen. De minimumvoorschriften, vermeld in het eerste lid, 1°, omvatten ten minste criteria die de ontvangers in staat stellen te rechtvaardigen en te waarborgen dat de door hen voorgestelde methodes voor de afname, monsterneming en analyse een informatieniveau en -kwaliteit garanderen die gelijkwaardig zijn aan de krachtens het eerste lid, 2°, goedgekeurde technische aanwijzingen.

In geval van tegenstrijdigheid tussen de vermeldingen in een technische handleiding, worden de meest recente vermeldingen toegepast. Afdeling 7 - Planning inzake afvalstoffen, circulair gebruik en

openbare netheid

Art. 17.Het "Plan wallon des Déchets-Ressources" (Waals plan inzake afval en grondstoffen) bestrijkt het hele grondgebied van het Waalse Gewest en beschrijft de richtlijnen op korte, middellange en lange termijn, evenals de maatregelen die moeten worden genomen om ten minste de doelstellingen te bereiken die door dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn vastgesteld.

Het kan verschillende afzonderlijke plannen, programma's of delen bevatten die betrekking hebben op specifieke kwesties of thema's in verband met afval, het circulair gebruik van materialen of openbare netheid.

Art. 18.§ 1. Het Waals plan inzake afval en grondstoffen: 1° 2° bepaalt de te bereiken preventiedoelstellingen, de doelstellingen die zijn erop gericht de economische groei los te koppelen van de milieueffecten die gepaard gaan met de productie van afvalstoffen.3° bepaalt de te bereiken beheersdoelstellingen;4° legt de maatregelen vast die moeten worden genomen om de doelstellingen, bedoeld in 2° en 3°, te bereiken, in het bijzonder de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de afvalstoffen in de best mogelijke omstandigheden en op milieuvriendelijke wijze worden verwerkt met het oog op hergebruik, recycling, nuttige toepassing of verwijdering;5° legt de financiële middelen vast die nodig zijn om ze te bereiken;6° houdt een evaluatie in van de wijze waarop het de uitvoering van de bepalingen en de verwezenlijking van de doelstellingen van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen ondersteunt;7° bevat stimulansen om een positieve gedragswijziging inzake afvalbeheer bij de burgers en het bedrijfsleven teweeg te brengen. § 2. Het Waals plan inzake afval en grondstoffen bevat gegevens over zijn budgettaire gevolgen voor de overheid, alsook over de voorzienbare gevolgen op korte, middellange en lange termijn voor de economie in het algemeen en over de voorzienbare gevolgen voor het milieu. § 3. Het Waalse plan inzake afval en grondstoffen definieert duidelijk de doelstellingen en maatregelen met betrekking tot afvalpreventie en afvalbeheer.

Art. 19.§ 1. Sommige van de maatregelen betreffende de afvalpreventie vermeld in het Waals plan inzake afval en grondstoffen : 1° bevatten de maatregelen van artikel 22 overeenkomstig de artikelen 2 en 6;2° beschrijven de reeds bestaande afvalpreventiemaatregelen en bevatten de nuttig geachte voorbeelden uit bijlage 5 of elke andere geschikt geachte maatregel, alsook hun bijdrage tot afvalpreventie;3° beschrijven in voorkomend geval de bijdrage van de in bijlage 4 opgesomde instrumenten en maatregelen tot afvalpreventie en beoordelen het nut van de in bijlage 5 opgesomde voorbeelden van maatregelen of andere passend geachte maatregelen;4° hebben betrekking op verpakkingsafval;5° betrekking hebben op voedselverspilling en voedselverliezen. § 2. Met het oog op de opvolging van de vooruitgang op het vlak van afvalpreventie wordt in het Waalse plan inzake afval en grondstoffen een geactualiseerde stand van zaken opgemaakt en worden relevante kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen op dat vlak opgenomen, alsook indicatoren om de verwezenlijking van die doelstellingen op te volgen.

Art. 20.§ 1. De maatregelen inzake afvalbeheer die zijn opgenomen in het Waalse plan inzake afval en grondstoffen bevatten ten minste de volgende elementen: 1° het type, de hoeveelheid en de herkomst van de op het grondgebied van het Gewest geproduceerde afvalstoffen, de afstoffen die vanuit of naar het grondgebied van het Gewest kunnen worden overgebracht en een evaluatie van de ontwikkeling van de afvalstromen in de toekomst;2° de belangrijkste bestaande verwijderings- en terugwinningsinstallaties, met inbegrip van eventuele speciale voorzieningen voor afgewerkte olie, gevaarlijk afval, afval dat aanzienlijke hoeveelheden kritieke grondstoffen bevat, of afvalstromen die vallen onder specifieke bepalingen van de EU-wetgeving- of regelgeving;3° een beoordeling van de behoefte aan sluiting van bestaande afvalverwerkingsinstallaties en aan aanvullende afvalverwerkingsinstallaties overeenkomstig artikel 7;4° informatie over de maatregelen die moeten worden genomen om de doelstellingen te bereiken die zijn opgenomen in artikel 41 of in andere strategische documenten die het hele grondgebied van het Waalse Gewest bestrijken;5° een evaluatie van de bestaande systemen voor de inzameling van afval, met inbegrip van de fysieke en territoriale dekking van de selectieve inzameling en de maatregelen om de werking ervan te verbeteren, de eventuele vrijstellingen die zijn verleend overeenkomstig artikel 49, § 2, en de behoefte aan nieuwe inzamelingssystemen;6° voldoende informatie over locatiecriteria voor de identificatie van locaties en de capaciteit van toekomstige verwijderingsinstallaties of grote terugwinningsinstallaties, indien nodig;7° algemeen afvalbeheerbeleid, inclusief geplande afvalbeheertechnologieën en -methoden of beleid voor afval dat specifieke beheersproblemen oplevert.8° maatregelen om alle vormen van ongecontroleerd storten van afval te voorkomen en alle soorten ongecontroleerd afval te verwijderen;9° passende kwalitatieve of kwantitatieve indicatoren en streefcijfers, in het bijzonder met betrekking tot de hoeveelheid geproduceerde en ingezamelde afvalstoffen en de verwerking ervan, in het bijzonder voor stedelijk afval dat wordt verwijderd of dat energieterugwinning ondergaat;10° specifieke bepalingen inzake verpakking en het beheer van verpakkingsafval;11° maatregelen ter vermindering van de hoeveelheid biologisch afbreekbaar afval dat wordt gestort. Met betrekking tot paragraaf 1, 3°, omvat de daarin bedoelde evaluatie van de behoeften een analyse van de investeringen en andere financiële middelen, ook voor de overheden, in het bijzonder de lokale overheden, die nodig zijn om aan die behoeften te voldoen. § 2. De maatregelen inzake afvalbeheer die zijn opgenomen in het Waalse plan inzake afval en grondstoffen kunnen ook de volgende elementen bevatten: 1° organisatorische aspecten in verband met afvalbeheer, inclusief een beschrijving van de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de openbare en private actoren die het afvalbeheer uitvoeren;2° een evaluatie van het nut en de geschiktheid van economische of andersoortige instrumenten voor het aanpakken van diverse afvalproblemen, rekening houdend met de noodzaak om de goede werking van de interne markt in stand te houden; 3° gebruik van bewustmakingscampagnes en verstrekking van informatie ten behoeve van het brede publiek of specifieke categorieën consumenten of andere doelgroepen;; 4° historisch verontreinigde afvalverwijderingslocaties en de maatregelen om deze te saneren.

Art. 21.§ 1. Het Waals plan inzake afval en grondstoffen en alle herzieningen ervan worden aangenomen in overeenstemming met de milieueffectbeoordelings- en inspraakprocedures uiteengezet in Boek I van het Milieuwetboek die van toepassing zijn op plannen en programma's van categorie A.1. in de zin van dat Boek. § 2. Het Waals plan inzake afval en grondstoffen wordt minstens om de zes jaar geëvalueerd en, indien nodig, herzien in overeenstemming met de artikelen 22 en 38. § 3. Het Waals plan inzake afval en grondstoffen, zijn evaluatie en, indien van toepassing, zijn herziening, worden gepubliceerd op een website van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK 2. - Preventie inzake afval Afdeling 1 - Algemene bevoegdheden van de Regering

Art. 22.§ 1. Teneinde het ontstaan van afvalstoffen te voorkomen, de hoeveelheid of schadelijkheid ervan te verminderen of het beheer ervan te vergemakkelijken, kan de Regering alle passende maatregelen nemen, onder meer : 1° het bepalen en gebruiken van passende kwalitatieve of kwantitatieve indicatoren en doelstellingen;2° het controleren, begeleiden en evalueren van de uitvoering van afvalpreventiemaatregelen, in het bijzonder met betrekking tot de hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen, door middel van maatregelen genomen krachtens 1° ;3° het bevorderen, aanmoedigen en ondersteunen van : duurzame productie- en consumptiepatronen; het onderzoek naar en de ontwikkeling, het ontwerp, de vervaardiging en het gebruik van producten die zuinig omspringen met hulpbronnen, duurzaam zijn (in het bijzonder wat levensduur en de afwezigheid van geprogrammeerde veroudering betreft), herstelbaar en herbruikbaar zijn en een evolutief ontwerp hebben; de verbetering, door middel van maatregelen inzake ecologisch ontwerp, van de herbruikbaarheid of recycleerbaarheid van bepaalde types producten of afval die zij identificeert; het hergebruik van producten en de totstandbrenging van systemen ter bevordering van herstellings- en hergebruikactiviteiten, met name voor elektrische en elektronische apparatuur, textiel en meubilair, alsmede voor verpakking en bouwmaterialen en -producten; voor zover van toepassing en zonder afbreuk te doen aan intellectuele-eigendomsrechten, de beschikbaarheid van reserveonderdelen, gebruiksaanwijzingen, technische informatie of andere instrumenten, apparatuur of software waarmee producten kunnen worden gerepareerd en hergebruikt zonder dat de kwaliteit of veiligheid in het gedrang komt; voorlichtingscampagnes om mensen bewuster te maken van afvalpreventie en zwerfvuil; beëindiging van de productie van zwerfvuil dat schadelijk is voor het mariene milieu, teneinde bij te dragen aan de doelstelling van de Verenigde Naties inzake duurzame ontwikkeling om alle soorten mariene verontreiniging te voorkomen en aanzienlijk te verminderen; 4° het verminderen van : rekening houdend met de beste beschikbare technieken, het ontstaan van afvalstoffen bij processen die verband houden met : de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van die welke verband houden met de winning van mineralen; industriële productie, fabricage, bouw, afbraak en sloop; de productie van diensten; de productie van afval, in het bijzonder afval dat niet geschikt is om te worden voorbereid voor hergebruik of recycling; het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten; 5° het vermijden, voorkomen en verminderen van afval van producten : die kritieke grondstoffen bevatten; die de belangrijkste bronnen zijn van ongecontroleerd storten van afval, in het bijzonder in het natuurlijke en mariene milieu; 6° het reguleren, invoeren en ondersteunen van : het gebruik van producten en diensten die voortkomen uit modellen bedoeld in 3°, a); de verplichting om aan de gebruikers van producten informatie te verstrekken over : de risico's van verontreiniging die deze producten opleveren of de ecologische gevolgen van hun productie, verhandeling en gebruik; de wijze van nuttige toepassing of verwijdering van het afval van genoemde producten; het opstellen van een afvalpreventieplan, met of zonder evaluatie daarvan, voor installaties en activiteiten die meer afval produceren dan een bepaalde drempel die zij vaststelt; 7° aan producenten van producten of houders van producten die gevaarlijke afvalstoffen kunnen worden, een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: een analytische boekhouding voeren van de bedoelde producten; de overheid in te lichten over de toewijzing, het gebruik of de wijze van nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde producten; 8° het definiëren, het bepalen van de procedures voor of het reglementeren van : handelingen waardoor stoffen, materialen of producten, al dan niet afvalstoffen geworden, opnieuw worden gebruikt, voor hetzelfde of een ander doel dan waarvoor ze bestemd waren; controle-, reinigings- of herstelverrichtingen met het oog op nuttige toepassing waarbij stoffen, materialen of producten die afvalstoffen zijn geworden, zodanig worden behandeld dat ze zonder verdere voorbehandeling opnieuw kunnen worden gebruikt; 9° het regelen of het verbieden van de vernietiging van bepaalde herbruikbare of nog verbruikbare producten of afvalstoffen die zij bepaalt;10° het bepalen van de financieringsmechanismen, het regelen van de toekenning van subsidies of andere steunmaatregelen, investeringen doen en het invoeren van retributies voor de acties en maatregelen die krachtens dit artikel worden uitgevoerd. § 2. Wanneer de Regering uitvoeringsmaatregelen aanneemt overeenkomstig paragraaf 1, 3°, a) en b), kunnen die maatregelen in het bijzonder de ontwikkeling, de productie en de commercialisering van technisch duurzame producten voor meervoudig gebruik en de daarmee verband houdende schenkings-, uitleen- en verhuurdiensten aanmoedigen.

Wanneer de Regering uitvoeringsmaatregelen aanneemt krachtens paragraaf 1, 4°, c), zullen deze maatregelen worden genomen onverminderd de geharmoniseerde wettelijke vereisten die op het niveau van de Europese Unie zijn vastgelegd voor de genoemde materialen en producten, en zullen zij ervoor zorgen dat elke leverancier van een artikel in de zin van artikel 3, 33) van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad de informatie voorzien in artikel 33, § 1er van de genoemde verordening meedeelt aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen vanaf 5 januari 2021.

Onder de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens paragraaf 1, 5°, kan de Regering in het bijzonder beslissen om deze toelating uit te voeren door middel van een gebruiksverbod in bepaalde omstandigheden of op bepaalde plaatsen die zij bepaalt, overeenkomstig artikel 24 van dit decreet.

De krachtens paragraaf 1, 10°, genomen uitvoeringsmaatregelen worden toegekend binnen de grenzen van de daartoe in de begroting uitgetrokken kredieten. Afdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor bepaalde soorten producten

Onderafdeling 1 - Algemene bepalingen

Art. 23.Wanneer de Regering op grond van deze afdeling uitvoeringsmaatregelen neemt die door het recht van de Europese Unie met marktbeperkingen kunnen worden gelijkgesteld, stelt zij de Europese Commissie van die uitvoeringsmaatregelen in kennis.

Art. 24.De Regering kan in bepaalde omstandigheden of op bepaalde plaatsen die zij bepaalt, het gebruik van andere dan de in de onderafdelingen 2 en 3 van deze afdeling bedoelde producten verbieden.

Zij ziet erop toe dat deze beperkingen evenredig en niet-discriminerend zijn.

Art. 25.Wanneer de Regering op grond van deze afdeling uitvoeringsmaatregelen neemt, kan zij voorzien in uitzonderingen, eventueel van beperkte duur, om rekening te houden met specifieke hygiëne-, behandelings- of veiligheidseisen voor de onder die maatregelen vallende soorten producten. Zij kan de kenmerken en voorwaarden specificeren waaraan de onder een uitzondering vallende soort of soorten producten moet(en) voldoen.

De in het eerste lid bedoelde uitvoeringsmaatregelen moeten in overeenstemming zijn met de levensmiddelenwetgeving van de Unie, zodat de levensmiddelenhygiëne en de voedselveiligheid niet in het gedrang komen. Afdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor bepaalde soorten

kunststofproducten

Art. 26.Op plaatsen en in ruimtes die gewijd zijn aan culturele, sportieve, recreatieve, volks- of vrijetijdsevenementen, is het gebruik van plastic wegwerpbekers voor dranken verboden als onderdeel van elke contractuele relatie en elk aanbod tot contract door wie dan ook.

Art. 27.§ 1. Op plaatsen en in ruimten gewijd aan handel, is het gebruik van lichtgewicht plastic zakken en zeer lichtgewicht plastic zakken als serviceverpakking verboden als onderdeel van elke contractuele relatie en elk aanbod om een contract aan te gaan tussen : 1° handelaars, met inbegrip van hun werknemers en onderaannemers;en 2° klanten of consumenten. § 2. Overeenkomstig artikel 25 kan de Regering voorzien in uitzonderingen op paragraaf 1 van dit artikel. § 3. Voor de toepassing van dit artikel omvat het begrip "kunststof" niet de natuurlijke polymeren die niet chemisch zijn gewijzigd.

Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor publicaties in plastic of papier en papieren kastickets

Art. 28.§ 1. De Regering neemt de gepaste uitvoeringsmaatregelen om de productie van plastic en papierafval van publicaties te beperken en om de problemen van openbare netheid in verband met de verspreiding ervan te bestrijden.

De Regering bepaalt ten minste de soorten publicaties en de distributiemethoden die onder dit artikel en de uitvoeringsmaatregelen ervan vallen. § 2. Onder de uitvoeringsmaatregelen die de Regering neemt krachtens paragraaf 1, kunnen sommige een verbod inhouden op : 1° plastic folies rond die publicaties;2° het aanbrengen van reclame op de ruiten van voertuigen voor commerciële doeleinden, met uitzondering van flocking;3° de verspreiding van bepaalde publicaties die zij bepaalt : hetzij aan personen die uitdrukkelijk te kennen hebben gegeven dat zij deze niet wensen te ontvangen; hetzij aan personen die niet uitdrukkelijk hun instemming hebben betuigd om ze te ontvangen;

Met betrekking tot lid 1, 3°, moet het verzet bedoeld onder a) of de toestemming bedoeld onder b) vrij, specifiek en geïnformeerd zijn. § 3 Indien de Regering uitvoeringsmaatregelen neemt krachtens paragraaf 2, eerste lid, 3°, a) of b), kan zij: 1° hetgeen volgt invoeren en bepalen: een verplichting tot informatie van de in paragraaf 2, eerste lid, 3°, a) of b), bedoelde personen, hetzij in hoofde van degenen die de publicaties laten uitgeven, hetzij in hoofde van degenen die de in dit artikel en zijn uitvoeringsmaatregelen bedoelde publicaties verspreiden; een administratieve opvolging van de verzoeken van de personen bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 3°, a) of b), of de verplichting om regelmatig verslag uit te brengen aan de administratie; 2° niet-bindende modaliteiten voor het uiten van het daarin bedoelde verzet of instemming bevorderen.

Art. 29.Onverminderd andere wettelijke bepalingen wordt op plaatsen en in ruimten die bestemd zijn voor de handel, alleen op verzoek van de klant een papieren kasticket afgedrukt. HOOFDSTUK 3. - Beheer van de afvalstoffen en materialen Afdeling 1 - Algemene bevoegdheden van de Regering

Art. 30.De Regering kan alle passende maatregelen nemen om: 1° doelstellingen vast te leggen voor de nuttige toepassing van bepaalde categorieën van afvalstoffen;2° het onderzoek naar en de ontwikkeling van technieken voor milieuvriendelijke samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering, alsook het gebruik ervan, te bevorderen, aan te moedigen en te ondersteunen;3° technische innovaties te bevorderen, aan te moedigen en te ondersteunen op het gebied van nuttige toepassing, in het bijzonder elke nuttige toepassing die bestaat uit een gelijktijdige combinatie van recyclage en energieterugwinning uit een afvalstroom in een thermisch verwerkingsproces dat gericht is op de vervaardiging van producten;4° installaties voor de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen te bouwen, te verbeteren of te vernieuwen en zo nodig door onteigening, van de onroerende goederen die daarvoor nodig zijn, te verwerven;5° de selectieve inzameling of de nuttige toepassing van huishoudelijke afvalstoffen, vergelijkbare afvalstoffen, stadsafvalstoffen of beroepsafvalstoffen, met inbegrip van verpakkingsafval, en de openbare netheid te bevorderen;6° de indienstneming en het behoud van personeelsleden op gemeentelijk niveau te bevorderen voor de preventie, de opsporing en de vaststelling van overtredingen inzake de afvalstoffen;7° de indienstneming of de opleiding van personeelsleden van de openbare of privé-sector bevorderen wat betreft de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen of de openbare netheid;8° informatie- of sensibilisatiecampagnes over afval, circulair gebruik van materialen of openbare netheid te bevorderen, aan te moedigen en te ondersteunen;9° in bepaalde door haar bepaalde gevallen, de opneming van door haar vastgestelde bepalingen in de speciale bestekken van de gewestelijke administratie, de Waalse bestuurseenheden en de plaatselijke besturen verplicht te stellen of te bevorderen, waarbij zij de inschrijver verplicht of de mogelijkheid biedt om teruggewonnen producten en materialen of daaruit vervaardigde materialen te gebruiken, die kwalitatief voldoende zijn in vergelijking met niet-teruggewonnen producten of materialen of materialen die uitsluitend uit niet-teruggewonnen materialen zijn vervaardigd;10° de interne nuttige toepassing binnen de afvalproducerende onderneming te bevorderen;11° technische stortplaatsen en voormalige stortplaatsen te herstellen of te saneren;12° het afvoeren van afvalstoffen van stortplaatsen te regelen met het oog op hun herverwerking volgens de beste technieken die momenteel beschikbaar zijn;13° de financieringsmechanismen te bepalen, de toekenning van subsidies of andere steunmaatregelen te regelen, investeringen te doen en retributies in te voeren voor de acties en maatregelen die krachtens dit artikel worden uitgevoerd. Met betrekking tot lid 1, 2°, kunnen de daarin bedoelde technieken in het bijzonder geschikte technieken zijn voor de verwijdering van gevaarlijke stoffen in afvalstoffen.

De krachtens lid 1, 13°, genomen uitvoeringsmaatregelen worden toegekend binnen de grenzen van de daartoe in de begroting uitgetrokken kredieten.

Art. 31.§ 1. De Regering kan installaties aanwijzen voor tijdelijke opslag, samenbrenging, voorbehandeling, terugwinning of verwijdering van afval die, tot bepaalde capaciteiten of hoeveelheden, afval ontvangen dat in het Waalse Gewest wordt geproduceerd en waarvoor op korte of middellange termijn geen andere oplossingen bestaan voor het beheer van dit afval in het Waalse Gewest.

Deze installaties worden aangewezen rekening houdend met de technische en milieuvereisten, alsook met de beheerskosten die met deze installaties gepaard gaan. § 2. Bij het nemen van maatregelen overeenkomstig paragraaf 1 bepaalt de Regering : 1° het (de) type(n) of subtype(n) van de betrokken afvalstoffen;2° de capaciteiten voor tijdelijke opslag, samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering per installatie;3° de gebruiksduur van de installatie op grond van dit artikel;4° de omstandigheden waarin de betrokken installaties gebruikt mogen worden;5° de procedure en de voorwaarden voor de uitvoering van de capaciteiten voor tijdelijke opslag, samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering per installatie;6° de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die om het gebruik van tijdelijke opslag-, samenbrengings-, voorbehandelings-, terugwinnings- of verwijderingscapaciteit kunnen verzoeken. § 3. Wanneer de bedoelde installaties ten minste toebehoren aan een of meerdere privaatrechtelijke personen, kan de Regering de rechten die nodig zijn voor het gebruik van de bedoelde installaties verkrijgen door een overheidsopdracht, door onteigening of door opvordering.

Wanneer de bedoelde installaties uitsluitend toebehoren aan een of meerdere publiekrechtelijke personen, kan de Regering de rechten die nodig zijn voor het gebruik van de bedoelde installaties verkrijgen door middel van een contract, onteigening of opvordering. § 4. Onverminderd de bevoegdheden van de plaatselijke overheden inzake de algemene bestuurlijke politie, in het bijzonder inzake de openbare veiligheid, is alleen de Regering bevoegd om de toegang tot de bedoelde installaties toe te staan binnen de grenzen die nodig zijn voor de uitvoering van dit artikel. § 5. De begunstigden dragen alle kosten van het gebruik, met inbegrip van de verwerving van de gebruiksrechten door de Regering en de belastingen die betrekking hebben op het verwerkingsproces van de gebruikte installatie. § 6. Wanneer de Regering krachtens dit artikel uitvoeringsmaatregelen neemt, bepaalt zij de procedurele en toepassingsmodaliteiten. Afdeling 2 - Algemene bepalingen

Art. 32.Het afvalstoffenbeheer levert geen gevaar op voor de gezondheid van de mens en heeft geen nadelige gevolgen voor het milieu, met name: 1° zonder risico voor water, lucht, bodem, fauna of flora;2° zonder geluids- of stankhinder te veroorzaken;en tevens 3° zonder schade te berokkenen aan natuur- en landschapsschoon.

Art. 33.Het is verboden afvalstoffen achter te laten, te storten of te beheren : 1° buiten plaatsen die daartoe zijn ingericht of toegestaan door een lokale overheid of een andere overheid die bevoegd is voor het behoud van het openbaar domein of de volksgezondheid;of 2° zonder inachtneming van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan;

Art. 34.Onverminderd de bepalingen van Deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek kunnen de Regering of de plaatselijke overheden op eigen initiatief zorgen voor het beheer van zwerfvuil.

Art. 35.Elke initiële afvalstoffenproducent of andere afvalstoffenhouder sorteert zijn afvalstoffen overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving.

Art. 36.§ 1. Afvalstoffen worden voorbereid voor hergebruik, recycling of andere nuttige toepassing of verwijdering in overeenstemming met de artikelen 6 en 32. § 2. Als dat kan bijdragen tot de naleving van paragraaf 1 en om de voorbereiding voor hergebruik, recyclage en andere nuttige toepassing te vergemakkelijken of te verbeteren, worden de afvalstoffen selectief ingezameld en niet gemengd met andere afvalstoffen of materialen met andere eigenschappen overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving.

Wanneer de Regering een verplichting tot selectieve inzameling oplegt voor een afvalsoort die zij bepaalt en die in aanmerking komt voor een van de in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde handelingen, kan zij uitzonderingen regelen overeenkomstig artikel 49, § 2. § 3. De Regering neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat afvalstoffen die selectief zijn ingezameld ter voorbereiding op hergebruik en recyclage overeenkomstig artikel 38, §§ 1 tot en met 3, en artikel 65, niet worden verbrand of meeverbrand, met uitzondering van afvalstoffen die afkomstig zijn van latere verwerkingshandelingen van selectief ingezameld afval waarvoor verbranding of meeverbranding overeenkomstig artikel 6 het beste milieuresultaat oplevert. § 4. Indien dit noodzakelijk is voor de naleving van paragraaf 1 van dit artikel en om de nuttige toepassing of verwijdering te vergemakkelijken of te verbeteren, neemt de Regering de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gevaarlijke stoffen, mengsels en bestanddelen van gevaarlijke afvalstoffen vóór of tijdens de nuttige toepassing of verwijdering worden verwijderd, zodat zij kunnen worden verwerkt overeenkomstig de artikelen 6 en 32. § 5. De uitvoeringsmaatregelen die krachtens dit artikel door de Regering worden genomen, worden waar nodig aangevuld met de maatregelen die door de lokale overheden worden genomen inzake de algemene bestuurlijke politie, in het bijzonder op het gebied van de volksgezondheid en de gemeentelijke afvalinzameling.

Art. 37.Wanneer afvalstoffen niet nuttig worden toegepast in overeenstemming met dit decreet, het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan en de Europese en internationale bepalingen inzake afvalstoffen, worden ze op een veilige manier verwijderd in overeenstemming met de bepalingen van artikel 32 betreffende de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. Afdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor voorbereiding met het oog op

hergebruik en recycling

Art. 38.§ 1. De Regering neemt passende maatregelen om activiteiten ter voorbereiding van hergebruik te bevorderen, in het bijzonder door de oprichting en ondersteuning van netwerken ter voorbereiding van hergebruik en reparatie aan te moedigen.

Onder die maatregelen met betrekking tot de netwerken, vermeld in lid 1, kunnen er enkele in het bijzonder gericht zijn op : 1° het vergemakkelijken, voor zover verenigbaar met een goed afvalbeheer, van de toegang van de in het eerste lid bedoelde netwerken tot afvalstoffen die in het bezit zijn van inzamelings-, samenbrengings- of voorbehandelingssystemen of -installaties en die kunnen worden klaargemaakt voor hergebruik, maar die niet bestemd zijn om door het betrokken inzamelingssysteem of de betrokken inzamelingsinstallatie te worden klaargemaakt;en 2° het gebruik van economische instrumenten, aankoopcriteria, kwantitatieve doelstellingen of andere maatregelen bevorderen. De administratie controleert en evalueert de uitvoering van de maatregelen inzake hergebruik door het hergebruik te meten op basis van de gemeenschappelijke methodologie die is vastgesteld bij de uitvoeringshandeling, vermeld in artikel 9, zevende lid, van Richtlijn 2008/98/EG, en dit vanaf het eerste volledige kalenderjaar na de aanneming van die uitvoeringshandeling.

De Regering neemt ook maatregelen om recycling van hoge kwaliteit te bevorderen en bepaalt daartoe, onder voorbehoud van artikel 36, § 2, en artikel 49, § 2, de modaliteiten voor het beheer en de uitvoering van de selectieve inzameling van afval, ten minste voor papier, metalen, kunststoffen en glas en, uiterlijk tegen 1 januari 2025, voor textiel. Zij kan de verplichting tot gescheiden inzameling overeenkomstig artikel 49, § 1, uitbreiden tot andere soorten afvalstoffen. § 3. De Regering neemt maatregelen om selectieve afbraak en sloop aan te moedigen, teneinde de veilige verwijdering en behandeling van gevaarlijke stoffen mogelijk te maken en de voorbereiding voor hergebruik, hoogwaardige hergebruik en recycling door selectieve verwijdering van materialen te vergemakkelijken, en ervoor te zorgen dat er systemen zijn voor het sorteren van bouw-, afbraak- en sloopafval, ten minste voor hout, metaal, glas, kunststof, gips, koolwaterstofbindmiddelen (bitumineuze en geteerde coatings) en minerale fracties (beton, bakstenen, steen, tegels en keramiek). § 4. Om te voldoen aan de doelstellingen van dit decreet en om te evolueren naar een Waalse en Europese recyclingsamenleving, met een hoog niveau van hulpbronnenefficiëntie, moeten op gewestelijk niveau de volgende doelstellingen worden bereikt: 1° vanaf 2020 worden de voorbereiding voor hergebruik en de recycling van afval zoals ten minste papier, metaal, kunststof en glas in huishoudelijk afval en eventueel in afval van andere oorsprong, op voorwaarde dat deze afvalstromen worden gelijkgesteld met huishoudelijk afval, verhoogd tot ten minste vijftig procent van het totale gewicht;2° vanaf 2020 wordt de voorbereiding voor hergebruik, de recycling en de andere vormen van materiaalterugwinning, met inbegrip van opvulactiviteiten waarbij afvalstoffen worden gebruikt in plaats van andere materialen, van niet-gevaarlijk bouw-, sloop- en sloopafval, met uitzondering van natuurlijke geologische materialen gedefinieerd in categorie 17 05 04 van de lijst van afvalstoffen vastgesteld door de Europese Unie, verhoogd tot minimaal zeventig gewichtsprocent;3° vanaf 2025 worden de voorbereiding voor hergebruik en de recycling van stedelijk afval verhoogd tot minimum vijfenvijftig gewichtsprocent;4° vanaf 2030 worden de voorbereiding voor hergebruik en de recycling van stedelijk afval verhoogd tot minimum zestig gewichtsprocent;5° vanaf 2035 worden de voorbereiding voor hergebruik en de recycling van stedelijk afval verhoogd tot minimum vijfenzestig gewichtsprocent; § 5. Onverminderd paragraaf 4 kan de Regering met cijfers onderbouwde doelstellingen vastleggen voor de voorbereiding voor hergebruik, recycling of enige vorm van nuttige toepassing. De doelstellingen kunnen worden gespecificeerd voor bepaalde types of subtypes van afvalstoffen. De Regering kan ook de nodige maatregelen nemen om de in paragraaf 4 en in deze paragraaf beschreven doelstellingen te bereiken. Afdeling 4 - Bijzondere bepalingen inzake verwijdering

Art. 39.Onverminderd artikel 79 bepaalt de Regering de toelatingscriteria voor de soorten afvalstoffen die tot de centra voor technische ingraving worden toegelaten.

Art. 40.§ 1. Het storten in een centrum voor technische ingraving van biologisch afbreekbaar organisch huishoudelijk afval is verboden.

Het storten in een centrum voor technische ingraving van gelijkgesteld biologisch afbreekbaar organisch afval dat samen met het huishoudelijk afval, vermeld in lid 1, wordt ingezameld, is verboden.

Vanaf 31 december 2023 is het storten in een centrum voor technische ingraving van bioafval dat niet onder lid 1 en 2 valt en van elk ander type biologisch afbreekbaar organisch beroepsafval verboden. § 2. De Regering kan een lijst opstellen van andere soorten afvalstoffen dan die bedoeld in paragraaf 1 waarvoor het storten in een centrum voor technische ingraving verboden is: 1° zonder voorbehandeling;of; 2° omdat ze nuttig kunnen worden toegepast. De aanwezigheid van een afvalstof op die lijst veronderstelt dat zij behoort tot het soort afvalstoffen dat in een centrum voor technische ingraving niet mag worden gestort. Dat vermoeden is onweerlegbaar. § 3. De Regering kan de mogelijkheden tot afwijking van het stortverbod voor bepaalde afvalstoffen waarin bij of krachtens dit decreet is voorzien, regelen overeenkomstig het recht van de Europese Unie. Indien zij voorziet in de mogelijkheid om van geval tot geval af te wijken, legt zij de procedurele modaliteiten vast.

Deze afwijkingen zijn beperkt in de tijd en gerechtvaardigd in het kader van onvoorziene, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden die leiden tot het onvoorziene uitstel, de stopzetting, de ontoereikendheid of de afwezigheid van een beheerskanaal, installaties of geclassificeerde installaties die daarmee verband houden.

Art. 41.§ 1. De Regering neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat tegen 2030 geen enkel afval dat kan worden gerecycleerd of nuttig toegepast, in het bijzonder stedelijk afval, wordt toegelaten tot een centrum voor technische ingraving, met uitzondering van afval waarvoor het storten in een centrum voor technische ingraving overeenkomstig artikel 6 vanuit milieuoogpunt het beste resultaat oplevert. § 2. De Regering neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat tegen 2035 de hoeveelheid gestort stedelijk afval kleiner is dan of gelijk is aan tien procent van de totale hoeveelheid (in gewicht) geproduceerd stedelijk afval.

Art. 42.De Regering bepaalt voor welke soorten afvalstoffen verbranding verboden is: 1° zonder voorbehandeling;of; 2° omdat ze nuttig kunnen worden toegepast. De Regering bepaalt eveneens voor welke soorten afvalstoffen meeverbranding zonder voorbehandeling verboden is.

Art. 43.Teneinde bij te dragen tot de in deze afdeling vastgestelde doelstellingen kan de Regering economische instrumenten en andere maatregelen gebruiken om de toepassing van de afvalhiërarchie aan te moedigen.

Die instrumenten en maatregelen kunnen de volgende elementen omvatten: 1° de instrumenten en maatregelen vermeld in bijlage 4 indien deze laatste kunnen worden aangenomen via bepalingen van regelgevende aard; of 2° andere passende instrumenten en maatregelen.

Art. 44.De Regering kan de mogelijkheid regelen om af te wijken van het verbod om afval te verbranden of mee te verbranden, overeenkomstig het recht van de Europese Unie. Indien zij voorziet in de mogelijkheid om per geval af te wijken, zal zij de procedurele modaliteiten vastleggen.

Deze afwijkingen zijn beperkt in de tijd en gerechtvaardigd in het kader van onvoorziene, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden die leiden tot het onvoorziene uitstel, de stopzetting, de ontoereikendheid of de afwezigheid van een beheerskanaal, installaties of geclassificeerde installaties die daarmee verband houden.

Art. 45.§ 1. Behoudens de verbranding van droog natuurlijk afval uit bossen, velden en tuinen overeenkomstig het Bosbouwwetboek en het Landbouwwetboek en hun uitvoeringsmaatregelen, is het verboden afval in de open lucht te verbranden.

Grote branden en andere verbrandingen die worden georganiseerd in het kader van folkloristische evenementen waarvoor de gemeente toestemming heeft verleend, vallen niet onder het in lid 1 bedoelde verbod. § 2. De Regering kan de mogelijkheden tot afwijking van het verbod, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, regelen. Indien zij van geval tot geval in de mogelijkheid van uitzonderingen voorziet, bepaalt zij de procedurele modaliteiten.

Deze afwijkingen zijn beperkt in de tijd en gerechtvaardigd in het kader van onvoorzienbare, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden en alleen in geval van het ontbreken of de ontoereikendheid van een beheerssysteem en de bijbehorende installaties of geclassificeerde installaties. Afdeling 5 - Berekeningsmethoden voor het bepalen van het behalen van

enkele van de doelstellingen vermeld in de afdelingen 3 en 4

Art. 46.§ 1. Om te berekenen of de doelstellingen van artikel 38, § 4, en artikel 41, § 2, zijn gehaald, bepaalt de Regering de modaliteiten van deze berekeningen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie. § 2. Wanneer sommige van de in paragraaf 1 vermelde berekeningsmethoden onderworpen zijn aan voorwaarden van het recht van de Europese Unie, neemt de Regering, om te garanderen dat die voorwaarden vervuld zijn, maatregelen om een doeltreffend kwaliteitscontrole- en traceerbaarheidssysteem op te zetten voor ten minste de volgende soorten afvalstoffen: 1° de geproduceerde stedelijke afvalstoffen;2° de nuttig toegepaste stedelijke afvalstoffen;3° de stedelijke afvalstoffen gestort in een centrum voor technische ingraving. De Regering kan de maatregelen die krachtens deze paragraaf worden genomen, uitbreiden tot andere soorten afvalstoffen naar gelang van hun aard of de wijze waarop ze worden verwerkt. § 3. Teneinde de betrouwbaarheid en de juistheid van de verzamelde gegevens over bepaalde soorten afvalstoffen, waaronder gerecycleerde afvalstoffen, te garanderen, kan het in § 1 bedoelde systeem de vorm aannemen van een of meerdere elektronische registers, aangemaakt overeenkomstig artikel 72, § 5, technische specificaties betreffende de kwaliteit van gesorteerde afvalstoffen of gemiddelde verliespercentages voor gesorteerde afvalstoffen, respectievelijk voor de verschillende soorten afvalstoffen en de verschillende afvalbeheerpraktijken.

Gemiddelde verliespercentages worden alleen gebruikt in gevallen waarin op geen enkele andere wijze betrouwbare gegevens kunnen worden verkregen en worden berekend op basis van de in het recht van de Europese Unie vastgestelde berekeningsregels. Afdeling 6 - Verantwoordelijkheid voor afvalbeheer

Onderafdeling 1 - Materiële aansprakelijkheid

Art. 47.§ 1. Elke initiële afvalstoffenproducent of andere afvalstoffenhouder is verantwoordelijk voor het beheer ervan overeenkomstig de artikelen 6 en 32.

Elke initiële afvalstoffenproducent of andere afvalstoffenhouder: 1° verwerkt de afvalstoffen zelf;of 2° geeft ze af aan inzamelaar, een handelaar, een makelaar, een installatie of een onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die overeenkomstig de artikelen 6 en 32 vereist is om de activiteiten van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde afvalstoffen uit te voeren. § 2. Inzamelaars en vervoerders vervoeren de ingezamelde en vervoerde afvalstoffen naar geschikte en erkende installaties voor samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 6 en 32. § 3. Wanneer afvalstoffen met het oog op voorbehandeling worden overgedragen van de initiële afvalstoffenproducent of afvalstoffenhouder aan een van de natuurlijke personen of rechtspersonen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt de initiële afvalstoffenproducent of afvalstoffenhouder niet ontheven van de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een volledige nuttige toepassing of verwijdering.

Onverminderd Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan de Regering de voorwaarden voor de verantwoordelijkheid preciseren en beslissen in welke gevallen de initiële afvalstoffenproducent de verantwoordelijkheid behoudt voor de volledige beheersketen, met inbegrip van de verwerkingsketen, of in welke gevallen deze verantwoordelijkheid kan worden gedeeld of gedelegeerd tussen de verschillende deelnemers aan de beheersketen, met inbegrip van de verwerkingsketen.

Die modaliteiten betreffende de vrijstelling, de vermindering of de verdeling van de verantwoordelijkheid worden bepaald op grond van criteria zoals de aard van de afvalstoffen, het belang van hun stroom, hun traceerbaarheid, de naleving van de wettelijke en reglementaire verplichtingen voor elke actor van de keten. § 4. Elke houder van beroepsafvalstoffen of gelijkgestelde afvalstoffen kan bewijzen dat hij voldoet aan dit artikel.

Daartoe doet hij het volgende: 1° indien hij de bedoelde afvalstoffen zelf verwerkt in een installatie of onderneming die beschikt over de erkenning, de registratie of elke andere vergunning die vereist is om alle verwerkingshandelingen voor de bedoelde afvalstoffen uit te voeren, toont hij dat aan door middel van het afvalstoffenregister bedoeld in artikel 72;2° indien hij de bedoelde afvalstoffen vervoert of doet vervoeren naar een inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of enige andere vergunning die vereist is om de handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde afvalstoffen te verrichten, toont hij dit aan door middel van de volgende cumulatieve bewijsmiddelen : het afvalstoffenregister bedoeld in artikel 72; een schriftelijk contract of enig ander document van genoemde inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming waaruit blijkt dat de artikelen 6 en 32 zijn nageleefd; en onder voorbehoud van de vrijstellingen van registratie en erkenning voor het vervoer van dergelijke afvalstoffen waarin dit decreet voorziet : indien hij genoemde afvalstoffen zelf heeft vervoerd, elk document waaruit zijn registratie of erkenning als vervoerder voor de betreffende afvalsoort(en) blijkt; indien hij de bedoelde afvalstoffen door een derde heeft laten vervoeren, een schriftelijke overeenkomst of elk door die derde afgegeven document waaruit zijn inschrijving of erkenning als vervoerder voor de betrokken afvalsoort(en) blijkt; 3° indien hij de bedoelde afvalstoffen afgeeft een inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of enige andere vergunning die vereist is om de handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde afvalstoffen te verrichten, toont hij dit aan door middel van de volgende cumulatieve bewijsmiddelen : het afvalstoffenregister bedoeld in artikel 72; een schriftelijk contract of enig ander document van genoemde inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming waaruit blijkt dat de artikelen 6 en 32 zijn nageleefd; en onder voorbehoud van de vrijstellingen van registratie en erkenning voor het vervoer van dergelijke afvalstoffen waarin dit decreet voorziet : indien hij genoemde afvalstoffen zelf heeft vervoerd, elk document waaruit zijn registratie of erkenning als vervoerder voor de betreffende afvalsoort(en) blijkt; indien hij voornoemd afval heeft laten vervoeren door voornoemde inzamelaar, voornoemde handelaar, voornoemde makelaar, voornoemde installatie, voornoemde onderneming of voornoemde derde, een schriftelijk contract of enig document afgegeven door voornoemde inzamelaar, voornoemde handelaar, voornoemde makelaar, voornoemde installatie, voornoemde onderneming of voornoemde derde waaruit zijn registratie of erkenning als vervoerder voor de betreffende afvalsoort(en) blijkt. § 5. De Regering kan de vorm en de inhoud van de overeenkomst(en) en het/de in § 4 bedoelde document(en) geheel of gedeeltelijk regelen.

Onderafdeling 2 - Financiële aansprakelijkheid

Art. 48.§ 1. Overeenkomstig het beginsel dat de vervuiler betaalt, worden de kosten voor het beheer van afvalstoffen, met inbegrip van de kosten voor de noodzakelijke infrastructuur en de werking ervan, gedragen door de initiële afvalstoffenproducent of door de huidige of vorige afvalstoffenhouder.

Onverminderd titel 2 van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, omvatten de kosten voor afvalbeheer bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf, de sanering of het herstel van de illegale afvalstortingsplaatsen. § 2. Wanneer meerdere van de in § 1 bedoelde personen aansprakelijk worden gesteld voor de afvalstoffen, ook in geval van illegale afvalstorting, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk. § 3. De persoon die zwerfvuil heeft voortgebracht, is aansprakelijk voor de kosten die elke houder van de genoemde afvalstoffen of de overheid maakt voor het herstel of de sanering van de illegale afvalstortingsplaats. De gemaakte kosten omvatten alle schade die tijdens de uitvoering van het herstel of de sanering wordt veroorzaakt.

In afwijking van lid 1 is de persoon die zwerfvuil heeft voortgebracht niet aansprakelijk voor de kosten onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° hij bewijst dat hij niet in gebreke of nalatig is geweest;en; 2° het storten van de afvalstoffen te wijten is aan een emissie of gebeurtenis die op het ogenblik van de emissie of gebeurtenis uitdrukkelijk is toegestaan krachtens dit decreet of het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunningen en hun uitvoeringsmaatregelen. § 4. Elk contractueel beding dat afwijkt van dit artikel is nietig. § 5. In het kader van een gerechtelijke procedure doen de bepalingen van dit decreet geen afbreuk aan : het recht van de aansprakelijke persoon om andere rechtsmiddelen in te roepen; andere rechten uitgeoefend door benadeelden of personen die kosten hebben gedragen tegen de aansprakelijke personen of tegen andere personen. HOOFDSTUK 4 - Bijzondere bepalingen voor bepaalde soorten afvalstoffen, bepaalde operatoren die afvalstoffen voorkomen of beheren, overbrengingen van afvalstoffen en het afvalstoffenregister en de traceerbaarheidsdocumenten Afdeling 1 - Algemene bevoegdheden van de Regering

Art. 49.§ 1. Voor elk type of subtype afvalstoffen die zij bepaalt, kan de Regering : 1° de daarmee samenhangende preventie- en beheersmethoden en -technieken regelen;2° de inzameling ervan regelen;3° het vervoer ervan regelen;4° de voorwaarden en verplichtingen vastleggen die inherent zijn aan het beheer ervan;5° bijzondere maatregelen nemen wegens hun aard, samenstelling, oorsprong, omstandigheden van productie of bezit, hoeveelheid of wijze van beheer, inzonderheid door behandelingsnormen op te leggen. Met betrekking tot het eerste lid, 1° tot en met 4°, kan de Regering met name: 1° al dan niet cumulatief hetgeen volgt opleggen : een verplichting tot selectieve inzameling; een verplichting om afvalstoffen aan de bron te sorteren; een verplichting om afvalstoffen te sorteren in een vergunde inrichting voor samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering; een verplichting om de sortering zoals uitgevoerd in een eerdere fase of eerdere fasen in de afvalbeheerketen te behouden; een verplichting om gegevens en informatie met betrekking tot de betrokken afvalstoffen te rapporteren of door te geven : hetzij aan de administratie ; hetzij aan de gemeenten of verenigingen van gemeenten; 2° de instelling van statiegeldsystemen regelen. § 2. Wanneer de Regering de selectieve inzameling oplegt voor één of meerdere soorten afvalstoffen die zij bepaalt, kan zij, indien nodig per geval, de mogelijkheid tot afwijking regelen, voor zover ten minste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de inzameling ervan samen met andere soorten afvalstoffen is niet van invloed op hun geschiktheid om te worden voorbereid voor hergebruik, recycling of andere handelingen tot nuttige toepassing of verwijdering overeenkomstig artikel 6 en levert aan het einde van die handelingen een resultaat op dat kwalitatief vergelijkbaar is met het resultaat dat wordt verkregen door middel van selectieve inzameling;2° selectieve inzameling technisch niet haalbaar is in het licht van goede praktijken inzake afvalinzameling. De Regering of de bevoegde instantie die zij daartoe aanwijst, herziet deze vrijstellingen regelmatig, rekening houdend met goede praktijken inzake gescheiden afvalinzameling en andere ontwikkelingen op het gebied van afvalbeheer. Afdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor bepaalde soorten afvalstoffen

Onderafdeling 1 - Gevaarlijke afvalstoffen

Art. 50.De productie, de inzameling en het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen, evenals de opslag, samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing en verwijdering ervan, vinden plaats onder omstandigheden die het milieu en de menselijke gezondheid beschermen en voldoen aan de bepalingen van artikel 32.

De in het eerste lid bedoelde voorwaarden omvatten ook maatregelen om de traceerbaarheid van gevaarlijke afvalstoffen vanaf het productiestadium tot de eindbestemming en de controle daarop te waarborgen, teneinde te voldoen aan de voorschriften van de artikelen 33 en 72.

Art. 51.§ 1. Gevaarlijke afvalstoffen mogen niet worden gemengd met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere afvalstoffen, stoffen of materialen. Onder mengen valt ook het verdunnen van gevaarlijke stoffen. § 2. In afwijking van paragraaf 1 is het mengen in overeenstemming met dit decreet voor zover voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de handeling van het mengen is toegelaten en wordt uitgevoerd overeenkomstig de genomen uitvoeringsmaatregelen of de voorwaarden van een administratieve vergunning afgeleverd krachtens dit decreet of het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning;2° de bepalingen van artikel 32 worden nageleefd en de schadelijke gevolgen van het beheer van afvalstoffen voor de gezondheid van de mens en voor het milieu niet worden verergerd;3° de menghandeling wordt uitgevoerd overeenkomstig de beste beschikbare technieken. § 3. Onverminderd de toepassing van de bepalingen van Deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek, wordt, wanneer gevaarlijke afvalstoffen in strijd met dit artikel illegaal gemengd zijn, een scheiding uitgevoerd als die handeling technisch haalbaar en noodzakelijk is om te voldoen aan artikel 32.

Indien een scheiding krachtens lid 1 niet vereist is, worden de gemengde afvalstoffen verwerkt in een installatie die overeenkomstig artikel 76 en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen gemachtigd is om dit mengsel te verwerken.

Art. 52.De Regering kan : 1° voorzien in bijkomende maatregelen met betrekking tot het beheer van gevaarlijke afvalstoffen;2° sommige bepalingen van deze onderverdeling van toepassing maken op niet-gevaarlijke afvalstoffen;3° maatregelen nemen om de selectieve inzameling en de passende verwerking van gevaarlijke afvalstoffen te vergemakkelijken;4° afvalstoffen als gevaarlijk aanmerken als ze, ook al staan ze niet als zodanig op de lijst van gevaarlijke afvalstoffen, één of meerdere van de eigenschappen vertonen die in bijlage 1 zijn opgesomd. Onderafdeling 2 - Huishoudelijke afvalstoffen

Art. 53.§ 1. De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen is een openbare dienst. Elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep op het grondgebied van het Waalse Gewest woont of verblijft, heeft recht op een openbare dienst voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

Elke gemeente garandeert de uitoefening van dit recht.

Teneinde te voldoen aan de verplichtingen die haar worden opgelegd door deze onderafdeling en de uitvoeringsmaatregelen ervan, kan elke gemeente : 1° zelf haar verplichtingen nakomen;2° hetzij haar verplichtingen geheel of gedeeltelijk laten uitvoeren door een vereniging van gemeenten waartoe ze behoort. Wat het vierde lid, 2°, betreft, mag de vereniging van gemeenten alleen die verplichtingen uitvoeren waarvan de uitvoering haar uitdrukkelijk door de betrokken gemeente is toevertrouwd. § 2. De gemeente is exclusief bevoegd voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Die exclusiviteit betreft de huishoudelijke afvalstoffen van personen die hun woonplaats of hoofd- of nevenverblijf hebben op het grondgebied van de gemeente, met inbegrip van een studentenkot bij particulieren, met uitzondering van de afvalstoffen van rusthuizen, instellingen voor begeleid wonen, gevangenissen, ziekenhuizen en studentenkoten die beheerd worden door een onderneming of een instelling voor hoger onderwijs. § 3. In afwijking van paragraaf 2 kan elke natuurlijke persoon bedoeld in de genoemde paragraaf een vergunningsaanvraag indienen bij de betrokken gemeente om zijn huishoudelijke afvalstoffen af te leveren aan een derde partij andere dan de gemeente.

Deze gemeentelijke vergunning kan alleen worden verleend op een naar behoren gemotiveerd verzoek waaruit blijkt dat de door de gemeente ingestelde dienst voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen niet kan voldoen aan de behoeften of beperkingen van de natuurlijke persoon die om deze machtiging verzoekt.

De aanvraagprocedure voor de in lid 1 bedoelde vergunning omvat, indien van toepassing, een verzoek om advies van de vereniging van gemeenten waaraan de betrokken gemeente de dienst voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen heeft toevertrouwd.

De gemeentelijke vergunning, vermeld in paragraaf 1, is niet vereist om : 1° zonder tussenkomst van een erkende of geregistreerde vervoerder huishoudelijke afvalstoffen brengen naar een inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of andere vergunning die vereist is om de handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de genoemde afvalstoffen te verrichten, ook wanneer de genoemde inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming een vrijwillig afgiftepunt vormt dat is ingesteld overeenkomstig titel 2 van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan;2° zonder tussenkomst van een erkende of geregistreerde vervoerder huishoudelijke afvalstoffen brengen naar een vrijwillig afgiftepunt dat beschikt over de erkenning, registratie of andere vergunning die vereist is voor het uitvoeren van handelingen voor het samenbrengen of voorbehandelen van de genoemde afvalstoffen, zoals glas, papier, karton, kunststof en textielbubbels, met inbegrip van gebruikte kleding en gebruikt schoeisel;3° zonder tussenkomst van een erkende of geregistreerde vervoerder huishoudelijke afvalstoffen brengen naar een inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of andere vergunning die vereist is om de handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de genoemde afvalstoffen te verrichten, ook wanneer de genoemde inzamelaar, handelaar, makelaar, installatie of onderneming een onderneming van de sociale economie is die erkend is krachtens artikel 103. Elke natuurlijke persoon die de aanvraag tot gemeentelijke vergunning bedoeld in het eerste lid heeft ingediend, blijft gehouden tot naleving van de gemeentelijke verordeningen bedoeld in § 6, alsook tot betaling van de kosten bedoeld in artikel 59, § 1. Elke handeling of overeenkomst die in strijd met deze paragraaf wordt aangegaan of gesloten, is nietig. § 4. De Regering kan de procedurele modaliteiten van de aanvraag van een gemeentelijke vergunning, bedoeld in paragraaf 3, vaststellen.

Bij ontstentenis van uitvoeringsmaatregelen van de Regering krachtens deze paragraaf, is de gemeente bevoegd om deze procedurele modaliteiten vast te stellen. § 5. De gemeente bepaalt ten minste: 1° de periodiciteit en de inzamelplaatsen per type of subtype ingezamelde afvalstoffen;2° de wijze van inzameling van de afvalstoffen zoals huis-aan-huisinzameling, collectieve containers, de punten voor vrijwillige toevoer of de containerparken;3° de voorwaarden voor de aanvaarding van de afvalstoffen volgens aard en hoeveelheid, overeenkomstig de specifieke inzamelmodaliteiten;4° de modaliteiten van de afvalinzameling door verenigingen en scholen;5° de sociale maatregelen met betrekking tot afvalstoffen;6° de bepalingen die van toepassing zijn op gelijkaardige afvalstoffen die samen met de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld;7° de bepalingen die van toepassing zijn op de afvalstoffen die specifiek worden geproduceerd door artsen, tandartsen, dierenartsen en thuisverzorgers in het kader van hun beroepsactiviteit;8° de bepalingen die van toepassing zijn op tijdelijke evenementen, zoals markten of beurzen;9° de bepalingen die tot doel hebben het vermengen van huishoudelijke afvalstoffen met andere soorten afvalstoffen waarvoor op het gemeentelijke grondgebied een selectieve huis-aan-huisinzameling wordt georganiseerd, te ontmoedigen. Met betrekking tot lid 1, 2°, gebeurt elke huis-aan-huisinzameling van afvalstoffen uitsluitend in de containers die daartoe door de gemeente ter beschikking worden gesteld. § 6. De gemeente bepaalt bij gemeentelijke verordening de wijze van uitvoering van de verplichtingen die haar bij of krachtens deze onderafdeling en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen zijn opgelegd. § 7. De gemeente kan bij de inzameling van ruw huishoudelijk afval en, indien van toepassing, bij de inzameling van papier- en kartonafval de voorkeur geven aan het gebruik van herbruikbare verzamelcontainers.

In het in paragraaf 1, vierde lid, 2°, bedoelde geval deelt de vereniging van gemeenten, binnen de perken van de verplichtingen die haar uitdrukkelijk door de gemeente worden opgelegd, aan de betrokken gemeente de bepalingen mee die nodig zijn voor het opstellen van haar gemeentelijke verordening.

Art. 54.Teneinde de overgang naar één of meerdere van de in artikel 2 bedoelde doelstellingen te begeleiden of in geval van verstoringen van de verhouding tussen kosten en baten ten gevolge van onvoorziene, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden, kan de Regering de toekenning regelen van subsidies of elke andere steunmaatregel ter compensatie van een deel van de door de gemeenten vastgestelde sociale maatregelen met betrekking tot afval.

De krachtens lid 1 genomen uitvoeringsmaatregelen worden toegekend binnen de grenzen van de daartoe in de begroting uitgetrokken kredieten.

Art. 55.Onverminderd artikel 53 is de gemeente, of de vereniging van gemeenten waaraan zij een uitdrukkelijke opdracht heeft gegeven in het kader van een "in-house-betrekking" in de zin van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, uitsluitend belast met de inzameling van de soortgelijke afvalstoffen van de diensten en inrichtingen van de gemeente of die door haar worden georganiseerd.

Art. 56.De gemeente brengt elke natuurlijke persoon bedoeld in artikel 53, § 1, met inbegrip van elke houder van de gemeentelijke vergunning bedoeld in artikel 53, § 3 en § 4, op de hoogte van de dagen waarop het huishoudelijk afval wordt opgehaald en van de andere maatregelen die zijn genomen om de minimale openbare dienst voor het beheer van huishoudelijk afval en, in voorkomend geval, de aanvullende dienst(en) voor afvalbeheer die zij aanbiedt, te waarborgen. Zij informeert hen ook over de verschillende componenten van de kosten voor het beheer van het ingezamelde afval, die door de gemeente worden gedragen, alsmede over de financieringsmodaliteiten op basis van een door de Regering vastgesteld model.

Art. 57.Wanneer de gemeente, om welke reden dan ook, niet langer in staat is de inzameling op haar gehele grondgebied of een gedeelte daarvan te organiseren, neemt de gouverneur van de provincie passende maatregelen, met inachtneming van het Waalse plan inzake afval en grondstoffen. De kosten van de door de gouverneur van de provincie genomen maatregelen komen ten laste van de in gebreke blijvende gemeente.

Art. 58.Elk jaar bezorgt de gemeente aan de administratie, binnen de termijnen en volgens de modaliteiten die door de Regering zijn vastgelegd : 1° de krachtens artikel 56 genomen maatregelen;en 2° de werkelijke kosten van het afvalbeheer, in voorkomend geval berekend op basis van de werkelijke kosten meegedeeld door de verenigingen van gemeenten op basis van procedures of een model bepaald door de Regering. De overheid richt een waarnemingspost op en houdt deze bij: 1° een waarnemingscentrum voor de vaststelling door de gemeente van de retributies, dat met name het dekkingspercentage van de reële kostprijs vergelijkt op basis van begrotingen en afgesloten rekeningen;en 2° een waarnemingspost voor sociale maatregelen en de technische kosten voor het beheer van huishoudelijk afval en soortgelijk afval dat tegelijk met huishoudelijk afval wordt ingezameld.

Art. 59.§ 1. De gemeente brengt aan de houders van het in artikel 53, § 1, bedoelde recht, met inbegrip van de houders van de in artikel 53, § 3 en § 4, bedoelde gemeentelijke vergunning, alle kosten van beheer in rekening waarvoor zij verantwoordelijk is, en zendt hun een document waarin de bestanddelen van deze kosten op transparante wijze worden vermeld.

Onverminderd de uitvoeringsmaatregelen die de Regering krachtens deze onderafdeling neemt, voorzien de gemeenten in maatregelen die rekening houden met de sociale situatie van sommige houders van het in artikel 53, § 1, bedoelde recht. § 2. Wanneer de gemeente een beheersdienst organiseert voor soortgelijk afval dat tegelijk met huishoudelijk afval wordt ingezameld, worden de eventuele beheerskosten voor deze soorten afval doorberekend aan de producenten of houders van deze soorten afval. Zij zendt deze producenten en houders een document waarin de bestanddelen van deze kosten op transparante wijze worden vermeld.

De bijdrage wordt vastgesteld om de kosten te dekken, overeenkomstig het beginsel "de vervuiler betaalt".

Art. 60.§ 1. Onverminderd artikel 53, § 5, stelt de Regering de modaliteiten vast voor het opzetten van minimale openbare diensten voor het beheer van huishoudelijk afval.

Daartoe neemt de Regering ten minste maatregelen voor : 1° het bepalen en specificeren van de soorten huishoudelijke afvalstoffen die onder de minimale openbare diensten voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen vallen;2° het opzetten van een selectieve inzameling voor de fracties gevaarlijk huishoudelijk afval, zodat dit afval overeenkomstig de artikelen 6 en 32 wordt verwerkt en geen andere gemeentelijke afvalstromen verontreinigt. Met betrekking tot het tweede lid, 2°, neemt de Regering alle uitvoeringsmaatregelen uiterlijk op 1 januari 2025. § 2. Bovendien kan de Regering : 1° een onderscheid maken tussen: de minimale diensten voor het beheer van huishoudelijk afval die elke houder van het in artikel 53, § 1, bedoelde recht geniet;en aanvullende afvalbeheerdiensten die in specifieke behoeften voorzien; 2° de soorten of sub-soorten afvalstoffen specificeren die onder de diensten bedoeld in 1°, a) of b) vallen;3° voor één of meerdere soorten of subtypen afvalstoffen die overeenkomstig 2° bepaalde zijn, de harmonisatie van de in 1°, a) of b), bedoelde diensten bevorderen tussen gemeenten die dezelfde inrichting(en) gebruiken voor de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen voor de bedoelde soort of soorten of subtypen afvalstoffen;4° de volgende verplichten opleggen aan de gemeenten of verenigingen van gemeenten: een verplichting om aan de administratie bepaalde gegevens mee te delen betreffende de kosten en opbrengsten, uitgesplitst per soort afval en per beheersmethode en per type infrastructuur, alsook bepaalde gegevens betreffende de openbare netheid;en, in voorkomend geval; een verplichting om de kwaliteit van de verzamelde gegevens te controleren met het oog op de naleving van de onder a) bedoelde verplichting; 5° de inzameling door derden van huishoudelijk textielafval, met inbegrip van gebruikte kleding en schoenen, onderwerpen aan een voorafgaande overeenkomst met de gemeente of de daartoe door de gemeente gemandateerde vereniging van gemeenten. Met betrekking tot lid 1, 4°, kan de Regering met name de vormen bepalen waarin de daarin bedoelde gegevens worden doorgegeven of het mechanisme of de mechanismen bepalen om de kwaliteit van de verzamelde gegevens te controleren.

Art. 61.§ 1. De Regering kan voor alle of sommige openbare diensten voor het beheer van huishoudelijk afval en met inachtneming van het beginsel "de vervuiler betaalt" de berekeningsmethoden vaststellen. § 2. Bij gebrek aan uitvoeringsmaatregelen van de Regering krachtens paragraaf 1 zijn alle volgende bepalingen van toepassing: 1° de bijdrage van elke houder van het in artikel 53, § 1, bedoelde recht wordt zodanig vastgesteld dat zij tussen vijfennegentig en honderdtien procent van de kosten van het beheer van huishoudelijke afvalstoffen dekt;2° het kostendekkingspercentage wordt jaarlijks bij het opmaken van de begrotingen bepaald op basis van de kosten van het voorlaatste boekjaar en de gekende elementen inzake de wijziging van die kosten.3° de gemeente verifieert en rechtvaardigt jaarlijks de inachtneming van het overeenkomstig dit lid vastgelegde kostendekkingspercentage. De toekenning en betaling van subsidies aan gemeenten voor afvalpreventie en -beheer kunnen afhankelijk worden gesteld van de naleving door de gemeenten van dit artikel en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Art. 62.§ 1. De artikelen 50, lid 2, 51, § 1, 72 en 75 zijn niet van toepassing op door huishoudens geproduceerde gemengde afvalstoffen. § 2. De artikelen 72 en 75 zijn niet van toepassing op gescheiden fracties van door huishoudens geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen. § 3. De in de paragrafen 1 en 2 van dit artikel bedoelde vrijstellingen zijn slechts van toepassing zolang de in die paragrafen bedoelde afvalstoffen niet, al dan niet met tussenkomst van een vervoerder, worden overgedragen aan een inzamelaar, een handelaar, een makelaar, een inrichting of een onderneming die beschikt over de erkenning, de registratie of enige andere vergunning die vereist is om de handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van die afvalstoffen overeenkomstig de artikelen 6 en 32 te verrichten.

Onderafdeling 3 - Beroepsafval

Art. 63.Elke publiekrechtelijke rechtspersoon mag slechts handelingen van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van beroepsafvalstoffen verrichten onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de capaciteit die elk jaar voor de genoemde handelingen wordt ingezet, bedraagt niet meer dan tien procent van de totale jaarcapaciteit van de betrokken inrichting;2° de totale hoeveelheid beroepsafval die daadwerkelijk is samengebracht, voorbehandeld, nuttig toegepast of verwijderd in verhouding tot de totale hoeveelheid afvalstoffen die in de betrokken inrichting gedurende een periode van twaalf opeenvolgende maanden daadwerkelijk is samengebracht, voorbehandeld, nuttig toegepast of verwijderd, het in 1° bedoelde maximumpercentage niet overschrijdt; en; 3° de genoemde handelingen maken het voorwerp uit van een analytische boekhouding die het mogelijk maakt een onderscheid te maken tussen : de kosten en opbrengsten van de betrokken inrichting met betrekking tot de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen; de kosten en opbrengsten van de betrokken inrichting met betrekking tot de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van beroepsafval.

Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die activiteiten op het gebied van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van beroepsafval wil verrichten, moet op eerste verzoek van de administratie aantonen dat aan alle in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan.

De administratie kan van de betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon tevens alle informatie verlangen die zij nuttig achten om na te gaan of aan alle in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan De handelingen van publiekrechtelijke rechtspersonen in verband met de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van beroepsafval vallen onder het Wetboek van economisch recht en de uitvoeringsmaatregelen daarvan.

Onderafdeling 4 - Afgewerkte oliën

Art. 64.§ 1. Onverminderd de in de artikelen 50, 51 en 75, §§ 1 en 2, vermelde verplichtingen inzake het beheer van gevaarlijke afvalstoffen, wordt afgewerkte olie selectief ingezameld, tenzij selectieve inzameling technisch niet haalbaar is in het licht van goede praktijken.

Afgewerkte oliën worden behandeld, waarbij overeenkomstig de artikelen 6 en 32 voorrang wordt gegeven aan regeneratie of andere vormen van recycling die in totaal gelijkwaardige of betere milieuresultaten opleveren dan regeneratie.

Afgewerkte oliën met verschillende eigenschappen mogen niet met elkaar of met andere afvalstoffen of stoffen worden gemengd, indien deze vermenging regeneratie of andere vormen van recycling met gelijkwaardige of betere algemene milieuresultaten dan regeneratie in de weg staat. § 2. Met het oog op de selectieve inzameling van afgewerkte oliën en de passende behandeling ervan kan de Regering aanvullende maatregelen toepassen, zoals technische eisen, economische instrumenten of vrijwillige overeenkomsten. § 3. Indien de Regering eisen inzake regeneratie stelt, kan zij voorschrijven dat die afgewerkte oliën moeten worden geregenereerd indien zulks technisch haalbaar is en, indien de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van toepassing zijn, de grensoverschrijdende overbrenging van afgewerkte olie uit het Waalse Gewest naar verbrandings- of meeverbrandingsinstallaties beperken, teneinde voorrang te geven aan de regeneratie van afgewerkte olie.

Onderafdeling 5 - Bioafval

Art. 65.§ 1. Uiterlijk op 31 december 2023 en behoudens de artikelen 36, § 2, en 49, § 2, wordt bioafval aan de bron gesorteerd en gerecycleerd of selectief ingezameld en niet gemengd met andere soorten afval. § 2. De Regering kan toestemming geven voor de gezamenlijke inzameling van bioafval en afval met vergelijkbare biologische afbreekbaarheid en composteerbaarheid dat voldoet aan de desbetreffende Europese normen of aan gelijkwaardige regionale of nationale normen voor verpakkingen die door compostering en biologische afbraak kunnen worden teruggewonnen. § 3 De Regering neemt, overeenkomstig de artikelen 6 en 32, passende maatregelen ter bevordering en aanmoediging van : 1° de recycling, met inbegrip van compostering en biomethanisering, van bioafval op zodanige wijze dat wordt voldaan aan een hoog niveau van milieubescherming en dat resultaten worden bereikt die voldoen aan hoge kwaliteitsnormen;2° huishoudelijke en collectieve compostering;en 3° het gebruik van uit bioafval vervaardigde materialen.

Art. 66.§ 1. De Regering neemt passende maatregelen om voedselverspilling en voedselverlies bij de primaire productie, verwerking en bewerking, in de detailhandel en bij andere vormen van voedseldistributie, in restaurants en cateringdiensten en in huishoudens te verminderen.

In dit kader neemt zij ook passende maatregelen ter bevordering, aanmoediging en ondersteuning van voedselschenkingen en andere vormen van herverdeling voor menselijke consumptie, waarbij voorrang wordt gegeven aan menselijke consumptie boven diervoeding en verwerking tot niet-voedingsproducten. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde maatregelen dragen bij tot de doelstelling van de Verenigde Naties inzake duurzame ontwikkeling om tegen 2030 de hoeveelheid voedselafval per hoofd van de bevolking op het niveau van distributie en consumptie met 50% te verminderen en de verliezen van levensmiddelen in de hele productie- en toeleveringsketen, met inbegrip van verliezen na de oogst, te beperken. § 3. De administratie controleert en evalueert de uitvoering van de maatregelen ter voorkoming van voedselverspilling door de niveaus van voedselverspilling te meten op basis van de methodologie die is vastgesteld bij de in artikel 9, § 8, van Richtlijn 2008/98/EG bedoelde gedelegeerde handeling, met ingang van het eerste volledige kalenderjaar na de aanneming van die gedelegeerde handeling.

Onderafdeling 6 - Dierlijke bijproducten

Art. 67.De Regering neemt de nodige maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en van de op grond van die verordening vastgestelde handelingen van de Europese Unie betreffende het administratieve toezicht op afvalstoffen.

Art. 68.De Regering kan bepalen voor welke activiteiten zij de kosten die voortvloeien uit de inzameling, het vervoer, de verwerking en de verwijdering van krengen van dieren geheel of gedeeltelijk op zich neemt. Afdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor bepaalde operatoren die

afvalstoffen voorkomen of beheren

Art. 69.Elke overeenkomstig artikel 103 erkende onderneming in de sociale economie verricht een dienst van algemeen economisch belang.

De Regering bepaalt ten minste al het volgende : 1° de rechten, verplichtingen of voorwaarden voor de uitoefening van de dienst van algemeen economisch belang;2° per compensatie voor de dienst van algemeen economisch belang : de betrokken soort(en) goederen of afvalstoffen; de betrokken handeling(en) inzake hergebruik of het betrokken afvalbeheer; 3° de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de genoemde compensatie(s) om zich ervan te vergewissen dat het bedrag van de compensatie niet hoger is dan wat nodig is om de kosten voortvloeiend uit de uitvoering van de verplichtingen tot het verrichten van een dienst van algemeen economisch belang te dekken, rekening houdende met de desbetreffende ontvangsten alsmede met een redelijke winst op het eigen kapitaal dat nodig is voor de uitvoering van die verplichtingen;6° de controleprocedure die de administratie regelmatig uitvoert of laat uitvoeren om ervoor te zorgen dat een in het eerste lid bedoelde onderneming geen hogere compensatie ontvangt dan de bedragen die zijn voorzien overeenkomstig de in 3° bedoelde berekeningsparameters en dat elke compensatie daadwerkelijk wordt gebruikt om het beheer van de dienst van algemeen economisch belang te verzekeren, zonder afbreuk te doen aan het vermogen van de onderneming om een redelijke winst te maken. Afdeling 4 - Bijzondere bepalingen voor de overbrenging van

afvalstoffen

Art. 70.§ 1. De Regering neemt de nodige maatregelen ter uitvoering van : 1° Verordening (EG) nr.1013/2006 en de op basis daarvan vastgestelde handelingen van de Europese Unie; 2° het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, ondertekend te Bazel op 22 maart 1989;3° elke andere handeling, betreffende het vervoer of de overbrenging van afvalstoffen, die voortvloeit uit internationale verdragen en in het bijzonder uit verdragen betreffende de Europese Unie. Te dien einde kan de Regering met name: 1° de overbrenging van afvalstoffen afhankelijk stellen van een aangifte of vergunning;2° per geval maatregelen nemen om de overbrenging van bepaalde door haar bepaalde soorten afvalstoffen geheel, gedeeltelijk of tijdelijk te verbieden;3° het aanbrengen van specifieke tekens op vervoermiddelen voor afvalstoffen verplicht stellen;4° de overbrenging van afvalstoffen afhankelijk maken van het stellen, naar keuze van de kennisgever, van een borgsom of een gelijkwaardige verzekering ter dekking van de kosten van vervoer, nuttige toepassing en verwijdering, met name wanneer de overbrenging niet kan worden voltooid of in geval van terugzending van de afvalstoffen naar de afzender. § 2. In afwijking van Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan, ter bescherming van het in artikel 7, §§ 1 tot en met 4, bedoelde netwerk, de invoer van afvalstoffen die bestemd zijn voor verbrandingsovens en binnen het toepassingsgebied van de nuttige toepassing vallen, worden beperkt wanneer is vastgesteld dat die invoer ertoe leidt dat Waals afval moet worden verwijderd of dat dat afval zou moeten worden verwerkt op een wijze die niet in overeenstemming is met het Waalse afvalstoffenplan. § 3. De afvaluitvoeren kunnen om milieuredenen beperkt worden, zoals bepaald in Verordening (EG)nr. 1013/2006.

Art. 71.De Regering kan ook: 1° de volgende bepalingen voor de overbrenging van afvalstoffen binnen het grondgebied van het Waals Gewest verplicht stellen: sommige bepalingen die zij bepaalt uit die van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en die van de op basis van die verordening vastgestelde handelingen van de Europese Unie; alle of een deel van de bepalingen aangenomen krachtens artikel 70; 2° het gebruik van inrichtingen voor samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen uit andere Gewesten of vreemde Staten aan bijzondere voorwaarden te onderwerpen. Afdeling 5 - Register en traceerbaarheidsdocument

Art. 72.§ 1. Met het oog op de traceerbaarheid van de afvalstoffen en het toezicht op de naleving van de bepalingen betreffende een milieu- en gezondheidsvriendelijk afvalbeheer, moeten de volgende personen een afvalstoffenregister bijhouden en bijwerken: 1° de personen die afvalstoffen groeperen, voorbehandelen, nuttig toepassen of verwijderen;2° de producenten van gevaarlijke afvalstoffen;3° de inzamelaars;4° de vervoerders;5° de handelaars;6° de makelaars;7° de krachtens de artikelen 104 tot en met 107 erkende personen;8° in voorkomend geval, de personen aangewezen door de Regering. § 2. Het register vermeldt, in chronologische volgorde, alle volgende gegevens : 1° de hoeveelheid, de aard en de oorsprong van de afvalstoffen;2° de naam en het adres van de eerste producent van de afvalstoffen of van de vorige houder van de afvalstoffen ;3° de datum waarop de afvalstoffen zijn overgedragen of onder zich zijn genomen;en; 4° volgens de verrichtingen voor samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering die de afvalstof heeft ondergaan: indien de bedoelde afvalstoffen nuttig worden toegepast, de hoeveelheid en de aard van de producten, materialen of afvalstoffen die overblijven of die het resultaat zijn van de voorbereiding voor hergebruik, recycling of andere nuttige toepassingen; indien die afvalstoffen worden verwijderd, de hoeveelheid en de aard van de producten, materialen of afvalstoffen die bij de verwijderingshandeling of -handelingen overblijven of ontstaan; 5° in voorkomend geval: de bestemming, de frequentie van de inzameling, het vervoermiddel, de naam en het adres van de gemachtigde of geregistreerde vervoerder en de voor deze afvalstoffen bedoelde methode van consolidatie, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering; de bestemming, de frequentie van de inzameling, de naam en het adres van de inzamelaar, de handelaar of de makelaar die de afvalstoffen of de fracties van producten, materialen of afvalstoffen die bij een of meerdere van de in 4°, a) of b), bedoelde handelingen overblijven of ontstaan, in ontvangst heeft genomen.

De in paragraaf 1 bedoelde personen stellen deze gegevens ter beschikking van de administratie door middel van het/de overeenkomstig paragraaf 5 aangelegde elektronische register(s). § 3. De gegevens in het register worden minimaal vijf jaar en maximaal tien jaar bewaard. Op verzoek van de administratie of een eerdere houder van de afvalstoffen worden bewijsstukken met betrekking tot de uitvoering van het afvalbeheer verstrekt. § 4. De in paragraaf 1vermelde personen zijn de verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4.7. van Verordening (EG) 2016/79 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 5. De Regering stelt een elektronisch register in om de gegevens betreffende gevaarlijke afvalstoffen bedoeld in paragraaf 2 te registreren voor het hele grondgebied van het Waalse Gewest. De Regering kan maatregelen nemen voor de coördinatie van dit elektronisch register met de elektronische registers waarin de gegevens betreffende gevaarlijke afvalstoffen in de andere Gewesten worden geregistreerd.

De Regering kan dergelijke registers aanleggen voor andere afvalstromen, met name voor die waarvoor in de wetgevingshandelingen van de Europese Unie doelstellingen zijn vastgesteld.

De administratie gebruikt de afvalgegevens die door de industriële exploitanten worden meegedeeld in het kader van het Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad.

Art. 73.§ 1. De Regering stelt het model van het register of de registers vast. § 2. De Regering kan voor alle of sommige van de registers die zij vaststelt: 1° de in artikel 72, § 2, bedoelde gegevens specificeren;2° bepalen dat het register of de registers die bij of krachtens deze afdeling worden gehouden of aangelegd, aanvullende gegevens bevatten;3° de wijze waarop en de frequentie waarmee de gegevens in het/de register(s) geheel of gedeeltelijk aan de administratie worden toegezonden, bepalen;4° degenen die verplicht zijn een afvalstoffenregister bij te houden en bij te werken en die tevens verplicht zijn gegevens en informatie te melden of door te geven aan de overheid, in staat stellen deze verplichtingen na te komen via een of meer IT-platforms. Met betrekking tot het eerste lid, 3°, kunnen sommige van de door de Regering vastgestelde methoden van toezending voorzien in methoden van toezending van informatie in geval van afwezigheid of storing van een of meer bij of krachtens deze afdeling ingestelde elektronische registers

Art. 74.Voor alle of elke soort afvalstoffen die zij bepaalt, kan de Regering aan producenten, houders, inzamelaars, handelaars, makelaars, vervoerders en personen die afvalstoffen groeperen, voorbewerken, nuttig toepassen of verwijderen, de volgende verplichtingen opleggen : 1° de verplichting om de bevoegde autoriteit in te lichten over het bezit en de verplaatsing van afvalstoffen, onder meer door middel van registers, traceerbladen, specifieke formulieren of elk passend elektronisch middel;2° de verplichting om een ontvangstbewijs voor de overbrenging van afvalstoffen of een verklaring van nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen te verkrijgen.

Art. 75.§ 1. Tijdens de inzameling, het vervoer en de tijdelijke opslag worden gevaarlijke afvalstoffen verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de geldende regionale, nationale, Europese en internationale normen. § 2. Indien gevaarlijke afvalstoffen binnen het grondgebied van het Waalse Gewest worden overgebracht, gaan ze vergezeld van een traceerbaarheidsdocument dat wordt afgegeven bij de levering en de ontvangst van genoemde afvalstoffen. Dit document vergezelt de afvalstoffen tijdens het vervoer. Dit document kan in elektronisch formaat zijn opgesteld en bevat de relevante gegevens die in bijlage I B van Verordening (EG) nr. 1013/2006 zijn gespecificeerd.

De Regering kan bepalen welke aanvullende informatie in het traceerbaarheidsdocument moet worden opgenomen, het model ervan, de bewaartermijn, de gevallen waarin en de wijze waarop het aan de administratie moet worden toegezonden. § 3. De Regering kan alle of sommige van de verplichtingen die zij bepaalt onder de verplichtingen bedoeld bij of krachtens paragraaf 2, uitbreiden tot ongevaarlijke gelijkaardige afvalstoffen of ongevaarlijke beroepsafvalstoffen die zij bepaalt. HOOFDSTUK 5. - Milieuvergunningen en aangifte van de inrichtingen van klasse 3 inzake afvalstoffen Afdeling 1 - Algemene bepalingen

Art. 76.§ 1. Onverminderd de artikelen 100, § 1, en 118, § 1, zijn de ingedeelde installaties voor de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen onderworpen aan een milieuvergunning of een aangifte van een inrichting van klasse 3 overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

In afwijking van paragraaf 1 en onverminderd de artikelen 100, § 1, en 118, § 1, zijn de ingedeelde inrichtingen die andere handelingen verrichten dan de verwijdering van hun eigen ongevaarlijke afvalstoffen op de plaats van productie of andere dan de nuttige toepassing van afvalstoffen, uitsluitend onderworpen aan een milieuvergunning overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunningen en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 2. De sectorale, integrale of specifieke voorwaarden met betrekking tot de milieuvergunningen bedoeld in paragraaf 1 alsook de integrale of specifieke voorwaarden met betrekking tot de aangifte van de inrichtingen van klasse3 bedoeld in paragraaf 1 bepalen ten minste: 1° soorten en hoeveelheden van de afvalstoffen die mogen worden verwerkt;2° voor elk type vergunde handeling, de technische en andersoortige voorschriften die op de betrokken locatie van toepassing zijn;3° de te nemen veiligheids- en voorzorgsmaatregelen;4° de voor elk type handeling toe te passen methode;5° de monitoring- en controlehandelingen voor zover noodzakelijk;6° de bepalingen inzake sluiting en nazorg voor zover noodzakelijk. De krachtens deze paragraaf genomen uitvoeringsmaatregelen moeten ervoor zorgen dat de afvalstoffen overeenkomstig artikel 32 worden verwerkt. § 3. De milieuvergunning voor een ingedeelde installatie voor het groeperen, voorbehandelen, nuttig toepassen of verwijderen van afvalstoffen kan niet worden verleend indien de voorgenomen verwerkingsmethode vanuit het oogpunt van milieubescherming niet aanvaardbaar is, met name indien zij niet in overeenstemming is met artikel 32.

Art. 77.Onverminderd de artikelen 100, § 1, en 118, § 1, zijn de ingedeelde installaties voor de tijdelijke opslag van afvalstoffen onderworpen aan een milieuvergunning of een aangifte van inrichting van klasse3 overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

In afwijking van paragraaf 1 en onverminderd de artikelen 100, § 1, en 118, § 1, zijn de ingedeelde installaties voor de tijdelijke opslag van afvalstoffen die andere handelingen verrichten dan de verwijdering van hun eigen ongevaarlijke afvalstoffen op de plaats van productie of andere dan de nuttige toepassing van afvalstoffen, uitsluitend onderworpen aan een milieuvergunning overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan. Afdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor afvalverbrandings- en

meeverbrandingsinstallaties

Art. 78.§ 1. De milieuvergunning voor een ingedeelde afvalverbrandings- of meeverbrandingsinstallatie met terugwinning van energie wordt slechts verleend indien deze terugwinning een hoge energie-efficiëntie heeft.

Met betrekking tot de ingedeelde verbrandingsinstallaties waarvan de hoofdactiviteit bestaat in de verwerking van vast stedelijk afval, wordt de energie-efficiëntie als hoog gekwalificeerd wanneer de ingedeelde installatie voldoet aan de voorwaarden van bijlage 2, R 1, zoals vastgesteld in het kader van de op het niveau van de Europese Unie aangenomen bepalingen. § 2. De Regering kan voor andere ingedeelde afvalverbrandings- of meeverbrandingsinstallaties met terugwinning van energie de criteria voor hun energie-efficiëntie vaststellen. Afdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor centra voor technische

ingraving

Art. 79.§ 1. Overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning deelt de Regering de stortplaatsen in op basis van de oorsprong en de kenmerken van de afvalstoffen.

Zij kan verschillende categorieën of subcategorieën van stortplaatsen vaststellen naar gelang van het soort of de soorten afvalstoffen die worden aanvaard. § 2. De ligging en de exploitatie van andere centra voor technische ingraving dan die welke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik van een eerste producent van afvalstoffen, zijn een opdracht van openbare dienst. § 3. Onverminderd de bijzondere toegangsvoorwaarden, met name de financiële voorwaarden, die worden toegekend aan de gemeenten die lid zijn van een vereniging van gemeenten, moeten alle exploitanten van kunstmatige stortplaatsen ervoor zorgen dat de gebruikers gelijke toegang hebben tot de door hen geëxploiteerde kunstmatige stortplaatsen. § 4. Onverminderd het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan, houdt een exploitant die meerdere technische centra voor technische ingraving beheert, een analytische boekhouding bij aan de hand waarvan elke door hem geëxploiteerde technische stortplaats kan worden onderscheiden en die voor elke technische stortplaats de bij of krachtens artikel 72 van dit decreet vereiste gegevens bevat.

Art. 80.Na gunstige instemming van de Regering, eventueel onder voorwaarden, kunnen de publiekrechtelijke rechtspersoon of rechtspersonen die een centrum voor technische ingraving willen exploiteren of de SPAQuE de onroerende goederen die nodig zijn voor de aanleg van het centrum voor technische ingraving om redenen van algemeen belang onteigenen. Afdeling 4 - Bijzondere bepalingen voor installaties voor het beheer

van winningsafval

Art. 81.Een milieuvergunning voor een onder het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen daarvan vallende installatie voor het beheer van winningsafval wordt alleen afgegeven als de bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat het beheer van het afval niet rechtstreeks in strijd is met het Waalse afval- en grondstoffenplan of de uitvoering daarvan anderszins belemmert. HOOFDSTUK 6. - Erkenningen en registraties Afdeling 1 - Algemene bepalingen

Art. 82.§ 1. Onverminderd, in voorkomend geval, de artikelen 76 en 77, is de uitoefening van bepaalde soorten activiteiten met betrekking tot afvalstoffen onderworpen aan een erkenning of registratie overeenkomstig dit hoofdstuk en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

De in het eerste lid bedoelde soorten activiteiten in verband met afvalstoffen worden vastgesteld bij en overeenkomstig dit hoofdstuk. § 2. Voor elke soort afvalactiviteit die bij en krachtens dit hoofdstuk aan een erkenning of registratie is onderworpen, kan de Regering de specifieke voorwaarden voor de uitoefening van die soort activiteit vaststellen op basis van de vergunningen waarin dit decreet voorziet.

Wanneer de Regering specifieke voorwaarden vaststelt, wijzigt of aanvult, vermeldt zij de termijn waarbinnen de nieuwe voorwaarden van toepassing zullen zijn op bestaande activiteiten. Bij gebreke daarvan zijn de nieuwe voorwaarden, zodra zij in werking treden, van toepassing op activiteiten die vóór die inwerkingtreding zijn goedgekeurd of geregistreerd.

Art. 83.§ 1. Niemand mag een type afvalactiviteit verrichten waarvoor bij en krachtens dit hoofdstuk een erkenning of registratie vereist is, zonder eerst over een uitvoerbare erkenning of registratie voor het betrokken type activiteit te beschikken § 2. Elke persoon die bij en krachtens dit hoofdstuk is erkend of geregistreerd, meldt aan de bevoegde autoriteit onverwijld: 1° elk ongeval of incident dat de in artikel 32 bedoelde belangen kan schaden;2° elke wijziging van de essentiële gegevens in het aanvraagdossier sinds de afgifte van de erkenning of registratie, met inbegrip van de stopzetting van de activiteit. § 3. Elke bij en krachtens dit hoofdstuk afgegeven erkenning of registratie is niet overdraagbaar. § 4. Alle akten, facturen, publicaties, brieven, bestelbonnen en andere documenten die door elke persoon die bij en krachtens dit hoofdstuk is erkend of geregistreerd, worden afgegeven bij de uitoefening van de soorten afvalactiviteiten die bij en krachtens dit hoofdstuk zijn erkend of geregistreerd, bevatten een verwijzing naar zijn erkenning of registratie, alsmede de datum waarop deze is verleend en de vervaldatum ervan.

Art. 84.Tenzij anders bepaald of specifiek voorzien in dit hoofdstuk of de uitvoeringsmaatregelen ervan, wordt elke goedkeuring of registratie bedoeld in en krachtens dit hoofdstuk verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaar.

Voor elk type afvalactiviteit dat bij en krachtens dit hoofdstuk aan goedkeuring of registratie is onderworpen, kan de Regering een kortere maximumtermijn vaststellen.

Art. 85.§ 1. Tenzij in dit decreet anders is bepaald of specifiek is bepaald, wijst de Regering voor elk type afvalactiviteit dat bij en krachtens dit hoofdstuk aan een erkenning of registratie is onderworpen, de autoriteit van afgifte in eerste instantie en de bevoegde instantie in administratief beroep aan.

De autoriteit van afgifte in eerste instantie kan dezelfde zijn voor erkenning en registratie.

De autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen kan dezelfde zijn voor erkenning en registratie. § 2. Teneinde na te gaan of een persoon die een goedkeuring of registratie aanvraagt bij en krachtens dit hoofdstuk van dien aard is dat een adequate bescherming van het milieu is gewaarborgd, in alle of een deel van de specifieke voorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld voor de soorten afvalactiviteiten die onderworpen zijn aan goedkeuring of registratie bij en krachtens dit hoofdstuk, kan de Regering eisen dat: 1° elke natuurlijke persoon, elke rechtspersoon en elke persoon met de wettelijke bevoegdheid om een rechtspersoon te vertegenwoordigen die de betrokken erkenning of registratie aanvraagt, gedurende ten minste tien jaar niet zijn veroordeeld op grond van een definitieve rechterlijke beslissing of een definitieve administratieve beslissing waarbij een of meerdere administratieve sancties zijn opgelegd, en op het ogenblik van de indiening van de aanvraag niet nog onderworpen zijn aan een verbods- of ontzeggingsmaatregel die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op het soort afvalactiviteit waarop de erkennings- of registratieaanvraag betrekking heeft;2° de houder van de betrokken erkenning of registratie is gedurende de volledige looptijd van zijn bij en krachtens dit hoofdstuk verleende erkenning of registratie met betrekking tot afvalstoffen niet bij een definitieve rechterlijke beslissing of bij een definitieve administratieve beslissing waarbij een of meerdere administratieve sancties zijn opgelegd, veroordeeld voor ten minste één overtreding van de regionale of federale wet- en regelgeving betreffende afvalstoffen of van enige andere wet- en regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte met betrekking tot afvalstoffen.

Art. 86.§ 1. Onverminderd artikel D.198 van boek I van het Milieuwetboek, kan de autoriteit van afgifte in eerste instantie ter zake van erkenning of die ter zake van registratie te allen tijde de in eerste aanleg of in administratief beroep verleende erkenning, bedoeld bij en krachtens dit hoofdstuk, voor ten hoogste zes maanden schorsen of intrekken, alsmede de door de instantie van afgifte, bedoeld bij en krachtens dit hoofdstuk, verleende registratie voor ten hoogste zes maanden schorsen of intrekken, indien de houder van de erkenning of registratie: 1° zich niet of niet langer houdt aan de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, in het bijzonder : a) de specifieke voorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld voor het soort afvalactiviteiten waarvoor de erkenning geldt en de eventuele aanvullende voorwaarden die door de autoriteit van afgifte in eerste instantie of door de bevoegde instantie in administratief beroep van toepassing zijn op de erkenning van die houder;of b) de specifieke voorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld voor het soort afvalactiviteiten die aan registratie zijn onderworpen en die van toepassing zijn op de registratie van genoemde houder;2° diensten verricht voor ten minste één ander type afvalactiviteit waarvoor een erkenning of registratie is vereist dan waarvoor hij is erkend of geregistreerd;3° diensten verleent van onvoldoende kwaliteit;4° in voorkomend geval, niet voldoet of niet meer voldoet aan de verplichtingen die op hem van toepassing zijn krachtens het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen. § 2. Behoudens in geval van bijzonder gemotiveerde noodzakelijkheid, wordt elke beslissing tot schorsing van een erkenning of registratie genomen nadat de houder van de betrokken erkenning of registratie in de gelegenheid is gesteld om binnen een termijn van ten minste vijftien dagen zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

Elke beslissing tot intrekking van de erkenning of tot doorhaling van de registratie wordt genomen nadat de houder van de betrokken erkenning of registratie in de gelegenheid is gesteld om binnen een termijn van ten minste vijftien dagen zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. § 3. Elke beslissing tot schorsing, intrekking of doorhaling van een erkenning of registratie wordt aan de houder van de erkenning of registratie meegedeeld.

Art. 87.Teneinde de erkende personen en de krachtens deze titel geregistreerde personen te kunnen identificeren en het contact met hen door andere actoren in de afvalbeheerketen te vergemakkelijken, publiceren de autoriteit van afgifte in eerste instantie inzake erkenning en de autoriteit van afgifte in eerste instantie inzake registratie op ten minste één website in het Waalse Gewest de lijst van erkende personen en de afvalactiviteiten waarvoor zij zijn erkend, alsook de lijst van geregistreerde personen en de afvalactiviteiten waarvoor zij zijn geregistreerd, en werken zij deze lijsten bij.

Deze lijsten kunnen de volgende informatie bevatten: 1° in het geval van : een natuurlijke persoon: voor- en achternaam, adres van zijn onderneming en, facultatief voor de houder van de erkenning of registratie, telefoonnummer, e-mailadres, telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon: zijn naam of handelsnaam, het adres van zijn maatschappelijke zetel en, facultatief voor de houder van de erkenning of registratie, zijn telefoonnummer, zijn elektronisch adres, het telefoonnummer en het elektronisch adres van een andere contactpersoon of -dienst; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van de erkende of geregistreerde persoon of, bij ontstentenis daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of handelsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het identificatienummer of de administratieve referentie van de erkenning of registratie;4° de vervaldatum van de erkenning of registratie;5° in voorkomend geval, en als keuzemogelijkheid voor de houder van de betrokken erkenning of registratie, het adres van zijn website;6° de beslissing tot schorsing van de erkenning of registratie, met inbegrip van de vervaldatum van de schorsing;7° De beslissing tot intrekking van de erkenning of de beslissing tot doorhaling van de erkenning.

Art. 88.De Regering kan de voorwaarden bepalen waaronder houders van een erkenning, registratie of andere administratieve handeling met gelijkwaardige individuele draagwijdte, afgegeven in een ander Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese Unie worden erkend of geregistreerd voor de uitoefening van dezelfde afvalgerelateerde activiteit als die welke onderworpen is aan erkenning of registratie in het Waalse Gewest, en waarvan de gelijkwaardigheid is vastgesteld, van rechtswege of volgens een door de Regering bepaalde vereenvoudigde procedure .

Art. 89.§ 1. Behoudens andersluidende of specifieke bepalingen in dit hoofdstuk of in de uitvoeringsmaatregelen ervan, verloopt elke verzending bedoeld bij en krachtens dit hoofdstuk via een van de volgende twee communicatiemiddelen: 1° hetzij op papier : bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst; via elke gelijksoortige formule die de verzend- en ontvangstdatum van de akte waarborgen, ongeacht de dienst die de gebruikte post verdeelt ; via neerlegging tegen ontvangstbewijs. 2° hetzij elektronisch via: een gewaarmerkte elektronische handtekening; een met de hand ondertekende digitale kopie van de administratieve handeling of van elke andere informatie die in het kader van de administratieve verwerking wordt meegedeeld.

Wat het eerste lid, 1°, b) en 2°, kan de Regering de lijst van de procédés of de modaliteiten bepalen die volgens haar een vaste datum aan de verzending en de ontvangst kunnen geven. § 2. Voor elk type afvalactiviteit dat onderworpen is aan erkenning of registratie door en krachtens dit hoofdstuk, of voor sommige ervan die zij bepaalt, kan de Regering één of meerdere overeenstemmende formulieren voor erkenning of registratie vaststellen.

Dat overeenstemmend formulier of die overeenstemmende formulieren kunnen met name het volgende bepalen: 1° een algemeen gedeelte dat gemeenschappelijk is voor alle soorten aan erkenning onderworpen afvalactiviteiten;2° een algemeen gedeelte dat gemeenschappelijk is voor alle soorten aan registratie onderworpen afvalactiviteiten;3° een specifiek deel voor het type afvalactiviteit waarvoor een erkenning of registratie vereist is. § 3. Tenzij anders bepaald of specifiek bepaald in dit hoofdstuk of de uitvoeringsmaatregelen ervan, wordt elk overeenstemmend formulier dat door de Regering wordt vastgesteld, aan de bevoegde autoriteit bezorgd via een van de communicatiemiddelen, vermeld in paragraaf 1.

Art. 90.§ 1. Met betrekking tot de berekening van de termijnen: 1° is de dag van verzending of ontvangst die het beginpunt van een termijn is, niet in die termijn begrepen; 2° is de dag waarop een termijn verstrijkt, in de termijn begrepen..

In afwijking van lid 1, 2° wordt, wanneer de dag waarop een termijn verstrijkt een zaterdag, een zondag of een feestdag is, de dag waarop de termijn verstrijkt, verschoven naar de eerstvolgende werkdag. § 2. Alle in dit hoofdstuk bedoelde termijnen worden van rechtswege opgeschort tussen 16 juli en 15 augustus en tussen 24 december en 1 januari.

In geval van schorsing van de in het eerste lid bedoelde termijnen worden de termijnen voor verzending en vervaldag verlengd met de duur van de schorsing of verlenging. Afdeling 2 - Bepalingen betreffende de erkenningen

Onderafdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle erkenningen

Art. 91.§ 1. Alle goedkeuringsaanvragen moeten ondertekend zijn en de volgende informatie bevatten: 1° indien de aanvrager: een natuurlijke persoon is : zijn voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is: zijn naam of bedrijfsnaam, het adres van zijn statutaire zetel, zijn telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; en; de voornaam, de familienaam en de functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon gemachtigd is om het verzoek in te dienen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van aanvrager of, bij ontstentenis daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of handelsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering § 2.Onverminderd de artikelen 208 en 209, kan de Regering voor elk type activiteit dat aan erkenning door en krachtens dit hoofdstuk is onderworpen, de inhoud van de aanvraag tot erkenning aanvullen, die het mogelijk moet maken de aanvrager van de erkenning te identificeren en, in voorkomend geval, zijn technische, financiële of menselijke middelen en de naleving van artikel 32 of artikel 85, § 2, 1°, te beoordelen.

Te dien einde kan de Regering de inhoud van de in § 1 bedoelde erkenningsaanvraag aanvullen met alle of enkele van de volgende gegevens : de technische middelen waarover de aanvrager beschikt, met name de uitrusting waarover hij beschikt voor het verrichten van het soort activiteit waarvoor een erkenning vereist is en waarop de erkenningsaanvraag betrekking heeft; de financiële middelen waarover de aanvrager beschikt, met name het bewijs van verzekering ter dekking van de wettelijke aansprakelijkheid voor het soort activiteit waarvoor een erkenning wordt aangevraagd of, bij ontstentenis daarvan, een formele verbintenis om een dergelijke verzekering af te sluiten voordat het soort activiteit waarvoor een erkenning wordt aangevraagd, wordt uitgevoerd de personele middelen waarover de aanvrager beschikt, namelijk : het aantal personeelsleden waarover de aanvrager beschikt om het soort activiteiten uit te oefenen waarvoor een erkenning vereist is en waarop de erkenningsaanvraag betrekking heeft; het bewijs dat de aanvrager of bepaalde van zijn personeelsleden in het bezit zijn van bepaalde diploma's, certificaten of andere beroepsattesten die zij vaststelt; de aard van de soort(en) afvalstoffen waarop de erkenningsaanvraag betrekking heeft of kan hebben; de hoeveelheid van de soort(en) afvalstoffen waarop de erkenningsaanvraag betrekking heeft of kan hebben; de plaats(en) van bestemming van de afvalsoort(en) waarop het verzoek om goedkeuring betrekking heeft of kan hebben; de maatregelen ter voorkoming van gevaar voor de gezondheid van de mens en schade aan het milieu; indien zij het bezit van een milieuvergunning of een aangifte van een inrichting van klasse 3 als voorwaarde stelt voor het verlenen van de erkenning, het identificatienummer of het administratieve kenmerk van de betrokken milieuvergunning of aangifte van een inrichting van klasse 3 of, bij ontstentenis daarvan, een afschrift van die vergunning of aangifte; een uittreksel uit het strafregister dat minder dan zes maanden oud is overeenkomstig het model bedoeld in artikel 596, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering en de uitvoeringsbepalingen daarvan. § 3. Teneinde de aanvrager van de erkenning te identificeren en, in voorkomend geval, zijn technische, financiële of menselijke middelen en de naleving van artikel 32 of van artikel 85, § 2, 1°, te beoordelen, kan de Regering de inhoud van de aanvraag tot erkenning bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in voorkomend geval aangevuld krachtens het tweede lid van dit artikel, nader bepalen. Zij kan eveneens bepalen hoeveel exemplaren van de erkenningsaanvraag moeten worden overgelegd wanneer de aanvraag op papier wordt verzonden. § 4. Onverminderd de specifieke bepalingen met betrekking tot het uitbrengen van adviezen in dit hoofdstuk, kan de Regering een of meerdere bevoegde instanties of autoriteiten aanwijzen die belast zijn met het uitbrengen van een advies in het kader van de administratieve procedures met betrekking tot erkenningen waarin bij of krachtens dit hoofdstuk is voorzien.

Binnen dit kader kan de Regering voor elke door haar aangewezen instantie of bevoegde autoriteit die met het uitbrengen van advies is belast, bepalen of deze instantie of bevoegde autoriteit haar advies ambtshalve uitbrengt dan wel alleen op verzoek van de autoriteit van afgifte in eerste instantie of van de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen.

Art. 92.§ 1. Elke erkenningsaanvraag wordt in eerste aanleg naar de instantie van afgifte gestuurd. § 2. De autoriteit van afgifte in eerste instantie bezorgt de aanvrager van de erkenning binnen een termijn van tien dagen een ontvangstbewijs van zijn aanvraag: 1° per gewone post indien de aanvraag op papier werd ingediend;2° per niet-gewaarmerkte e-mail of niet-gewaarmerkt bericht als de aanvraag elektronisch werd ingediend. § 3. De autoriteit van afgifte in eerste instantie richt haar beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag binnen dertig dagen te rekenen van de dag van ontvangst van de erkenningsaanvraag. § 4. Als de erkenningsaanvraag onvolledig is, stuurt de autoriteit van afgifte in eerste instantie de aanvrager binnen dertig dagen na ontvangst van de erkenningsaanvraag de lijst met ontbrekende gegevens of documenten, hierna de aanvullingen genoemd. In dat geval wordt de administratieve procedure hervat vanaf de datum van ontvangst van de aanvullende informatie.

De aanvrager van de erkenning moet de gevraagde aanvullingen binnen dertig dagen na de verzending van het verzoek om deze aanvullingen naar de autoriteit van afgifte in eerste instantie sturen.

De autoriteit van afgifte in eerste instantie bezorgt de aanvrager van de erkenning binnen een termijn van tien dagen een ontvangstbewijs van de aanvullingen: 1° per gewone post als de aanvullingen op papier werden verstuurd;2° per niet-gewaarmerkte e-mail of niet-gewaarmerkt bericht als de aanvullingen elektronisch werden ingediend. Binnen twintig dagen na ontvangst van de aanvullingen door de autoriteit van afgifte in eerste instantie, stuurt deze de aanvrager de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag.

De autoriteit van afgifte in eerste instantie stuurt de aanvrager de beslissing waarin wordt vastgesteld dat de vergunningsaanvraag onontvankelijk is, als: 1° zij, in voorkomend geval, werd ingediend zonder naleving van de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens artikel 85, § 2;2° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 89 en de uitvoeringsmaatregelen ervan ;3° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 91 en de uitvoeringsmaatregelen ervan ;4° de aanvrager van de erkenning de gevraagde aanvullingen niet heeft overgemaakt binnen de termijn bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf;5° als ze tweemaal onvolledig wordt beschouwd;6° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 98. § 5. Na het verstrijken van de in de paragrafen 3 en 4 bedoelde termijnen wordt de erkenningsaanvraag geacht van rechtswege ontvankelijk te zijn, indien de beslissing of de erkenningsaanvraag volledig en ontvankelijk dan wel niet-ontvankelijk is, niet aan de aanvrager is toegezonden.

Art. 93.§ 1. Op de dag waarop de autoriteit van afgifte in eerste instantie de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag verzendt of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, op de dag van de stilzwijgende beslissing over de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 92, vijfde lid, vraagt zij, in voorkomend geval, het advies van de bevoegde instanties of autoriteiten die bij of krachtens dit hoofdstuk zijn aangewezen.

Deze bevoegde instanties of autoriteiten zenden hun advies binnen vijfenveertig dagen na de datum waarop de zaak hun door de autoriteit van afgifte in eerste instantie is voorgelegd.

Indien binnen de in lid 2 genoemde termijnen geen advies is uitgebracht, wordt de procedure voortgezet. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de Regering voor elke soort afvalactiviteit die krachtens dit hoofdstuk aan erkenning onderworpen is of voor bepaalde soorten activiteiten die zij bepaalt, de door de bevoegde instanties of autoriteiten vastgestelde termijn voor het indienen van adviezen verkorten of verlengen.

Art. 94.§ 1. Vanaf de datum van verzending van de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, vanaf de datum van de stilzwijgende beslissing over de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 92, § 5, stuurt de autoriteit van afgifte in eerste instantie de beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning naar de aanvrager binnen een termijn van: 1° zestig dagen indien artikel 93 niet van toepassing is;2° honderdtwintig dagen indien artikel 93 van toepassing is in het kader van raadplegingen van bevoegde instanties of autoriteiten waarin dit hoofdstuk of de uitvoeringsmaatregelen ervan van rechtswege voorzien. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de Regering voor het soort afvalactiviteiten waarvoor krachtens dit hoofdstuk een erkenning vereist is of voor bepaalde afvalactiviteiten die zij bepaalt, de termijn waarover de autoriteit van afgifte in eerste instantie beschikt om haar beslissing tot verlening of weigering van de erkenning aan de aanvrager toe te sturen, verkorten of verlengen. § 3. Indien na afloop van de in of krachtens de paragrafen 1 en 2 bepaalde termijnen de beslissing tot verlening of weigering van de erkenning niet aan de aanvrager is toegezonden, wordt de aanvraag tot erkenning geacht van rechtswege te zijn geweigerd.

Art. 95.§ 1. De autoriteit van afgifte in eerste instantie of de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen kan eisen dat de houder van de betrokken erkenning, vóór de uitvoering van die erkenning, al dan niet cumulatief, : 1° ten gunste van de Regering een zekerheid stelt om de nakoming te waarborgen van haar verplichtingen in verband met haar aan erkenning onderworpen afvalactiviteit, met inbegrip van de sanering of rehabilitatie van de stortplaatsen, ten belope van een bedrag gelijk aan de kosten die de overheid zou moeten dragen indien zij tot die sanering of rehabilitatie zou moeten overgaan;2° een verzekering afsluit die haar wettelijke aansprakelijkheid dekt ten voordele van elke derde die bij de uitoefening van haar aan erkenning onderworpen afvalactiviteit schade lijdt. De Regering bepaalt in welke gevallen een zekerheid of een verzekeringspolis altijd vereist is. Zij kan voor de door haar bepaalde soorten afvalactiviteiten waarvoor een erkenning vereist is, bepalen dat het bedrag van de zekerheid of de verzekeringspolis de kosten dekt voor de periode van onderhoud, toezicht en controle van de betrokken activiteit, alsook de verplichtingen inzake de opvolging na de stopzetting van de activiteit. De Regering kan ook modaliteiten vaststellen voor de berekening van het bedrag van de zekerheid en voor de herziening van het bedrag van de zekerheid tijdens de periode van erkenning. § 2. De zekerheid bestaat, naar keuze van de aanvrager of de houder van de erkenning, uit een deposito bij de Deposito- en Consignatiekas of een onafhankelijke bankgarantie of elke andere vorm van zekerheid die de Regering bepaalt, ten belope van het in de betrokken erkenning vermelde bedrag.

In het geval dat de zekerheid bestaat in een storting in speciën, dient de houder van de betrokken erkenning jaarlijks de zekerheid te verhogen ten belope van de interesten opgebracht tijdens het vorig jaar.

Wanneer de zekerheid bestaat uit een onafhankelijke bankgarantie, moet deze zijn afgegeven door een kredietinstelling die is erkend door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten of door een andere autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie die bevoegd is om toezicht te houden op kredietinstellingen. § 3 Wanneer een zekerheid of verzekeringspolis is vereist, is de desbetreffende erkenning pas uitvoerbaar vanaf het moment dat de autoriteit van afgifte in eerste instantie erkent dat de zekerheid is verstrekt of dat de verzekeringspolis is afgesloten. § 4. De bevoegde autoriteit in eerste instantie stelt het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan vast binnen zestig dagen na de datum waarop de betrokken houder van de erkenning de aanvraag voor een vaststelling heeft ingediend.

Bij gebreke van een beslissing binnen de vereiste termijn wordt het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan geacht conform te zijn.

Na het verstrijken van een termijn van negentig dagen vanaf de datum van het rapport inzake het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan, en indien de autoriteit van afgifte in eerste instantie of de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen geen voorbehoud maakt, wordt de zekerheid vrijgegeven en wordt eventuele opgelopen rente terugbetaald, indien van toepassing overeenkomstig de procedures die zijn vastgesteld krachtens lid 6. § 5. De autoriteit van afgifte in eerste instantie of de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen kan één enkele aanvullende termijn toestaan voor het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan. Indien de plaats niet binnen de vereiste termijn hersteld of gerehabiliteerd wordt, laat de Regering de bergplaats ambtshalve overgaan tot het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan met gebruikmaking van de zekerheid.

Als het bedrag ontoereikend is, verhaalt de Regering of de bevoegde autoriteit die zij daartoe aanwijst, de gemaakte extra kosten op de houder van de betrokken erkenning. § 6. De Regering kan voor alle of voor elk type activiteit waarvoor een erkenning voor afvalstoffen is vereist, de aanvullende voorwaarden vaststellen waaraan de zekerheden of verzekeringspolissen moeten voldoen en, in voorkomend geval, de standaardvoorwaarden voor zekerheden of verzekeringspolissen. Zij bepaalt de voorwaarden voor het vrijgeven van de zekerheid wanneer de houder van de betreffende erkenning heeft voldaan aan al zijn verplichtingen met betrekking tot het herstel van de afvalstortplaats plaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan, alsmede de procedure in geval van niet-nakoming van deze verplichtingen.

Art. 96.§ 1. Wanneer de autoriteit van afgifte in eerste instantie of de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen bij de verlening van de erkenning vaststelt dat het soort afvalgerelateerde activiteit waarop de erkenning betrekking heeft, schadelijk is of kan zijn voor de in artikel 32 bedoelde belangen of wanneer artikel 95 van toepassing is op dat soort activiteit, kan de autoriteit van afgifte in eerste instantie of de autoriteit die bevoegd is in administratief beroep aan elke aanvrager aanvullende voorwaarden opleggen met betrekking tot de uitoefening van zijn afvalgerelateerde activiteit.

Deze aanvullende voorwaarden kunnen met name betrekking hebben op: 1° de maatregelen die moeten worden genomen in geval van een ongeval of incident dat de in artikel 32 bedoelde belangen kan schaden;2° de maatregelen die moeten worden genomen in het kader van artikel 95. § 2. Dit artikel is ook van toepassing tijdens de geldigheidsduur van de erkenning verleend in eerste aanleg of in administratief beroep.

In voorkomend geval is artikel 93 mutatis mutandis van toepassing op elke administratieve procedure die ertoe strekt bijkomende voorwaarden op te leggen tijdens de geldigheidsduur van de in eerste aanleg of in administratief beroep verleende erkenning. § 3. Geen enkele bijkomende voorwaarde mag afwijken van of minder streng zijn dan dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen.

Art. 97.§ 1. Tijdens de geldigheidsduur van de in eerste instantie of in administratief beroep verleende erkenning kan de autoriteit van afgifte in eerste instantie op eigen initiatief de in eerste instantie of in administratief beroep verleende erkenning aanvullen of wijzigen : 1° indien dit noodzakelijk wordt geacht om de naleving van artikel 82, § 2, en de uitvoeringsmaatregelen ervan te verzekeren;2° indien dit noodzakelijk wordt geacht om de naleving van artikel 95 te verzekeren op grond van een wijziging van de geraamde kosten voor het herstel van de afvalstortplaats in de vroegere staat of de rehabilitatie ervan of voor het herstel van de schade die aan derden is toegebracht in het kader van de aan erkenning onderworpen afvalactiviteit;3° indien zij vaststelt dat de bijkomende voorwaarden opgelegd krachtens artikel 96 niet langer geschikt zijn om de naleving van artikel 32 te verzekeren;4° indien zij vaststelt dat een essentieel gegeven in het aanvraagdossier is gewijzigd sinds de erkenning werd verleend. Behalve in een bijzonder gemotiveerd spoedeisend geval wordt elke beslissing tot wijziging van de erkenning als bedoeld in het eerste lid genomen nadat de houder in de gelegenheid is gesteld mondeling of schriftelijk opmerkingen te maken.

De wijzigingsbeslissing wordt naar de houder van de erkenning gestuurd. § 2. Tijdens de geldigheidsduur van de in eerste instantie of in administratief beroep afgegeven erkenning kan de houder van de erkenning op eigen initiatief de autoriteit van afgifte in eerste instantie verzoeken zijn erkenning te wijzigen wegens een of meerdere wijzigingen in een of meerdere essentiële gegevens in het aanvraagdossier die zich hebben voorgedaan sinds de afgifte van de erkenning, met inbegrip van de beëindiging van de activiteit.

De artikelen 91 tot en met 96 zijn mutatis mutandis van toepassing op de in het eerste lid bedoelde aanvraag tot wijziging van de erkenning.

Art. 98.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan elke houder van een erkenning ten vroegste honderdtwintig dagen vóór het verstrijken van de erkenningstermijn een nieuwe erkenningsaanvraag indienen voor hetzelfde soort afvalactiviteit en dezelfde soorten afval of, indien van toepassing, dezelfde categorieën bemonsterings- of analysemethoden waarvoor hij reeds erkend is.

Art. 99.§ 1. Bij de bevoegde instantie kan administratief beroep worden ingesteld tegen beslissingen of tegen het uitblijven van een beslissing binnen de termijn die door de autoriteit van afgifte in eerste instantie is vastgesteld inzake de erkenning.

Het recht om administratief beroep in te stellen wordt uitsluitend verleend aan de aanvrager van een erkenning of de houder van de erkenning, hierna de verzoeker genoemd.. § 2 Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een schorsingsbeslissing genomen krachtens artikel 86, schorst het niet de schorsingsbeslissing waarvan het administratief beroep uitgaat.

Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een andere stilzwijgende of uitdrukkelijke beslissing dan die bedoeld in het eerste lid, schorst het de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld. § 3 Op straffe van onontvankelijkheid moet het administratief beroep worden ingesteld binnen een termijn van dertig dagen: 1° na ontvangst van de administratieve beslissing of beslissingen die voortvloeien uit artikel 86, 92, 94, 95, 96 of 97;of; 2° bij ontstentenis van een beslissing als bedoeld in 1°, na het verstrijken van de termijn waarover de autoriteit van afgifte in eerste instantie beschikt om de beslissing te geven. § 4 Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het administratief beroep ingesteld door een verzoek dat wordt ingediend op de wijze bepaald bij of krachtens artikel 89. De verzoeker zendt tegelijkertijd een afschrift van zijn verzoek aan de autoriteit van afgifte in eerste instantie.

Dit verzoek wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens: 1° indien de verzoeker : een natuurlijke persoon is : voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is: zijn naam of bedrijfsnaam, het adres van zijn statutaire zetel, zijn telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; en; de voornaam, de familienaam en de functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon gemachtigd is om het beroep in te dienen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van de verzoeker of, bij ontstentenis daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of handelsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het identificatienummer of de administratieve referentie van de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld;4° de gronden die zijn aangevoerd tegen de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld. § 5. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het verzoek door de autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen, stuurt deze autoriteit de verzoeker een ontvangstbevestiging van het verzoek. § 6. De autoriteit die bevoegd de bevoegd is voor administratieve beroepen zendt de beslissing over het administratief beroep binnen negentig dagen na de verzending van de ontvangstbevestiging van het verzoek naar de verzoeker.

De beslissing op administratief beroep vervangt de beslissing in eerste aanleg of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, de stilzwijgende afwijzende beslissing in eerste aanleg. § 7. Na het verstrijken van de in § 6 bepaalde termijn wordt, indien de beslissing op het administratief beroep niet aan de verzoeker is toegezonden, de beslissing op het administratief beroep of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, de stilzwijgende afwijzende beslissing in eerste aanleg van rechtswege bevestigd.

Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van inzameling, handel en bemiddeling, vervoer en activiteiten met betrekking tot de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing en verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen

Art. 100.§ 1. De Regering onderwerpt de volgende activiteiten aan erkenning: 1° de beroepsmatige inzameling, handel en bemiddeling van gevaarlijke afvalstoffen;2° het beroepsmatig vervoer van gevaarlijke afvalstoffen;3° de beroepsmatige samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing en verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. Daartoe kan de Regering de erkenning of de soorten erkenningen met betrekking tot voornoemde soorten activiteiten regelen naargelang van het soort of subtype afvalstoffen dat zij vaststelt. § 2. Initiële producenten van soortgelijke gevaarlijke afvalstoffen die hun eigen soortgelijke gevaarlijke afvalstoffen vervoeren, worden vrijgesteld van de erkenning voor het vervoer van die afvalstoffen onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de hoeveelheid vervoerde afvalstoffen bedraagt niet meer dan tweehonderd vijftig kilogram per maand;en; 2° de bedoelde afvalstoffen worden vervoerd naar een inzamelaar, een handelaar, een makelaar, een inrichting of een onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die overeenkomstig de artikelen 6 en 32 vereist is om de activiteiten van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde afvalstoffen uit te voeren.

Art. 101.Op verzoek van de autoriteit van afgifte in eerste instantie brengt de Erkenningscommissie inzake afval advies uit overeenkomstig artikel 93.

Art. 102.Elke houder van een erkenning voor ten minste een van de soorten afvalactiviteiten bedoeld in artikel 100, § 1, informeert de begunstigde van de afvalbeheerdienst over de gedetailleerde beheersprocedures en -kosten, alsook over de bestemming van de afvalstoffen.

Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van de activiteiten van ondernemingen van de sociale economie die erkend willen worden als dienst van algemeen economisch belang

Art. 103.De Regering legt de activiteiten van de ondernemingen van de sociale economie die erkend wensen te worden als dienst van algemeen economisch belang overeenkomstig artikel 69 ter erkenning voor.

Onderafdeling 4 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van recyclage- en stortactiviteiten voor bepaalde soorten ongevaarlijke afvalstoffen

Art. 104.§ 1. De Regering kan in het Waalse Gewest de recyclage of opvulling van bepaalde door haar bepaalde soorten ongevaarlijke afvalstoffen aan een erkenning onderwerpen. § 2. Daartoe kan de Regering een lijst opstellen van ongevaarlijke afvalstoffen die in het Waalse Gewest een recyclage- of stortactiviteit kunnen ondergaan die onderworpen is aan de in paragraaf 1 bedoelde erkenning.

De afwezigheid van een afval op die lijst veronderstelt dat het niet behoort tot het soort afvalstoffen dat in het Waalse Gewest aan een recyclage- of opvuloperatie onderworpen aan de in paragraaf 1 bedoelde erkenning kan worden onderworpen. Dit vermoeden kan worden weerlegd. § 3 De Regering stelt de procedurele modaliteiten vast voor de erkenning van de eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden van afvalstoffen in gevallen waarin, zelfs indien de afvalstoffen niet als zodanig voorkomen op de lijst van afvalstoffen bedoeld in paragraaf 2, die afvalstoffen kunnen worden erkend als behorend tot het soort afvalstoffen dat krachtens paragraaf 2 op de lijst is geplaatst.

Het weerlegbare vermoeden van paragraaf 2 wordt weerlegd aan de hand van bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de afvalstoffen die niet in de in § 2 bedoelde lijst van afvalstoffen zijn opgenomen, voldoen aan alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden die door de regering zijn vastgesteld voor de in § 2 bedoelde lijst van afvalstoffen.

Elk verzoek om een dergelijke erkenning bevat ten minste een milieurisicoanalyse.

De Regering kan de minimumeisen voor de milieurisicoanalyse, bedoeld in het derde lid, vaststellen. § 4. De Regering vaardigt zelf de erkenningsbeslissingen uit bedoeld in paragraaf 3 of wijst daartoe de bevoegde autoriteit aan.

Elke erkenningsbeslissing volgens hetwelk een afval wordt erkend als behorende tot de afvalstoffen die zijn opgenomen in de lijst bedoeld in paragraaf 2, wordt gepubliceerd op ten minste één website van het Waalse Gewest.

Wanneer de uitoefening van een beroepsactiviteit afvalstoffen voortbrengt die alle eigenschappen, kenmerken, criteria of voorwaarden bezitten en naleven die in elk opzicht gelijk zijn aan die van afvalstoffen die door een erkenningsbeslissing erkend zijn als afvalstoffen van het type afvalstoffen vermeld in de lijst overeenkomstig paragraaf 2, kan de houder van deze afvalstoffen een voorafgaande erkenningsaanvraag indienen om deze afvalstoffen in het Waals Gewest te mogen recycleren of storten.

Ten minste om de drie jaar past de Regering de in paragraaf 2 bedoelde lijst van afvalstoffen aan om er, in voorkomend geval, de in deze paragraaf bedoelde erkenningsbeslissingen in op te nemen. § 5. Voor elke recyclage- of opvulactiviteit in het Waalse Gewest van bepaalde door de Regering bepaalde soorten ongevaarlijke afvalstoffen die aan een erkenning onderworpen zijn, bepalen de specifieke voorwaarden die van toepassing zijn krachtens artikel 82, § 2, of bij ontstentenis van dergelijke specifieke voorwaarden, de bijkomende voorwaarden waartoe beslist wordt krachtens artikel 96, minstens: 1° de soorten en hoeveelheden ongevaarlijke afvalstoffen die mogen worden gerecycleerd of opgevuld;2° de omstandigheden waarin ze worden geproduceerd 3° de plaats of plaatsen waar ze worden bewaard;4° voor elk type recyclage- of opvulactiviteit waarop de erkenning betrekking heeft, de technische voorschriften en alle andere voorschriften die van toepassing zijn op de betrokken locatie(s);5° de te nemen veiligheids- en voorzorgsmaatregelen;6° de methode die voor elk type recyclage- of opvulactiviteit moet worden gebruikt, met inbegrip van, in voorkomend geval, de exhaustieve en exclusieve methoden voor het gebruik van de betrokken afvalstoffen;7° de plaats(en) waar de genoemde handelingen zullen worden uitgevoerd;8° de monitoring- en controlehandelingen voor zover noodzakelijk;9° de bepalingen inzake sluiting en nazorg voor zover noodzakelijk. § 6. De erkenning mag niet worden verleend indien de voorgenomen recyclage- of opvulmethode uit milieubeschermingsoogpunt niet aanvaardbaar is, in het bijzonder indien zij niet in overeenstemming is met artikel 32.

Art. 105.Elke houder van een overeenkomstig deze onderafdeling afgegeven erkenning houdt een register van dergelijke afvalstoffen bij overeenkomstig artikel 72 en stelt de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van het feitelijke gebruik van dergelijke afvalstoffen.

Art. 106.Elk afval dat in de lijst, vermeld in artikel 104, is opgenomen of dat erkend is als afval van het type, vermeld in de lijst, behoudt zijn aard als afval en blijft onderworpen aan de bepalingen van dit decreet en aan de uitvoeringsmaatregelen ervan tot het in het Waalse Gewest gerecycleerd of opgevuld wordt overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens deze onderafdeling.

Art. 107.Elke milieuvergunning en elke aangifte van een inrichting van klasse 3 die het storten van ongevaarlijke afvalstoffen en de recyclage of opvulling ervan regelt op de site waar de afvalstoffen worden geproduceerd of ontvangen, vormt een erkenning in de zin van deze onderafdeling.

Onderafdeling 5 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van activiteiten met betrekking tot de samenbrenging, voorbehandeling en nuttige toepassing van zuiveringsslib bestemd voor gebruik in de landbouw

Art. 108.Onverminderd artikel 9 kan de Regering de activiteiten van samenbrenging, voorbehandeling en nuttige toepassing van de door haar bepaalde soorten afvalstoffen, met inbegrip van zuiveringsslib, bestemd voor nuttige toepassing door middel van een of meer van de handelingen, vermeld in bijlage 2, A, R3 of R10, aan een erkenning onderwerpen.

Onderafdeling 6 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van activiteiten inzake het beheer van dierlijke bijproducten

Art. 109.De Regering kan activiteiten voor het beheer van dierlijke bijproducten die onder het bestuurlijke afvalstoffenbeleid vallen, onderwerpen aan een erkenning.

Daartoe kan de Regering de erkenning of erkenningssoorten regelen voor met name de activiteiten van intermediaire inrichtingen of inrichtingen voor de opslag van dierlijke bijproducten en de activiteiten van bedrijven voor de verwerking, compostering, productie van biogas of verbranding van dierlijke bijproducten.

Onderafdeling 7 - Bijzondere bepalingen voor de erkenning van activiteiten voor wetenschappelijke analyses van afvalstoffen ten behoeve van derden

Art. 110.§ 1. De Regering kan de activiteiten voor wetenschappelijke analyses voor rekening van derden met betrekking tot afvalstoffen op professionele basis aan een erkenning onderwerpen.

Daartoe kan de Regering de erkenning of soorten erkenningen met betrekking tot deze activiteiten regelen op basis van bepaalde categorieën van bemonsterings- of analysemethoden die zij bepaalt. § 2. Elke houder van een erkenning voor het type activiteiten met betrekking tot afvalstoffen, vermeld in § 1: 1° verleent diensten met inachtneming van de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens artikel 16, eerste lid, 1° ;2° voldoet aan de krachtens artikel 16, eerste lid, 2°, goedgekeurde indicatieve technische bepalingen of kan een gelijkwaardige kwaliteit van zijn deskundigheid aantonen. Afdeling 3 - Bepalingen betreffende de registraties

Onderafdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle registraties

Art. 111.§ 1. Alle registatieaanvragen moeten ondertekend zijn en de volgende informatie bevatten: 1° indien de aanvrager: een natuurlijke persoon is : voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is: zijn naam of bedrijfsnaam, het adres van zijn statutaire zetel, zijn telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; en; de voornaam, de familienaam en de functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon gemachtigd is om het verzoek in te dienen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van aanvrager of, bij ontstentenis daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of handelsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering § 2.Onverminderd de artikelen 208 en 209, kan de Regering voor elk type activiteit dat aan registratie door en krachtens dit hoofdstuk is onderworpen, de inhoud van de aanvraag tot erkenning aanvullen, die het mogelijk moet maken de aanvrager van de registratie te identificeren en, in voorkomend geval, zijn technische, financiële of menselijke middelen en de naleving van artikel 32 of artikel 85, § 2, °, te attesteren.

Te dien einde kan de Regering de inhoud van de in § 1 bedoelde registratieaanvraag aanvullen met alle of enkele van de volgende gegevens : de technische middelen waarover de aanvrager beschikt, met name de uitrusting waarover hij beschikt voor het verrichten van het soort activiteit waarvoor een registratie vereist is en waarop de registratieaanvraag betrekking heeft; de financiële middelen waarover de aanvrager beschikt, met name het bewijs van verzekering ter dekking van de wettelijke aansprakelijkheid voor het soort activiteit waarvoor een registratie wordt aangevraagd of, bij ontstentenis daarvan, een formele verbintenis om een dergelijke verzekering af te sluiten voordat het soort activiteit waarvoor een registratie wordt aangevraagd, wordt uitgevoerd de personele middelen waarover de aanvrager beschikt, namelijk : het aantal personeelsleden waarover de aanvrager beschikt om het soort activiteiten uit te oefenen waarvoor een registratie vereist is en waarop de registratieaanvraag betrekking heeft; het bewijs dat de aanvrager of bepaalde van zijn personeelsleden in het bezit zijn van bepaalde diploma's, certificaten of andere beroepsattesten die zij vaststelt; de aard van de soort(en) afvalstoffen waarop de registratieaanvraag betrekking heeft of kan hebben; de hoeveelheid van de soort(en) afvalstoffen waarop de registratieaanvraag betrekking heeft of kan hebben; de plaats(en) van bestemming van de afvalsoort(en) waarop registratieaanvraag betrekking heeft of kan hebben; de maatregelen ter voorkoming van gevaar voor de gezondheid van de mens en schade aan het milieu; indien hij het bezit van een milieuvergunning of een aangifte van een inrichting van klasse 3 als voorwaarde stelt voor het verlenen van de registratie, het identificatienummer of het administratieve kenmerk van de betrokken milieuvergunning of aangifte van een inrichting van klasse 3 of, bij ontstentenis daarvan, een afschrift van die vergunning of aangifte; een uittreksel uit het strafregister dat minder dan zes maanden oud is overeenkomstig het model bedoeld in artikel 596, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering en de uitvoeringsbepalingen daarvan. § 3. Teneinde de aanvrager van de registratie te identificeren en, in voorkomend geval, zijn technische, financiële of menselijke middelen en de naleving van artikel 32 of van artikel 85, § 2, 1°, te attesteren, kan de Regering de inhoud van de registratieaanvraag bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in voorkomend geval aangevuld krachtens het tweede lid van dit artikel, nader bepalen. Zij kan eveneens bepalen hoeveel exemplaren van de registratieaanvraag moeten worden overgelegd wanneer de aanvraag op papier wordt verzonden.

Art. 112.Elke aanvrager van een registratie die houder is van een erkenning, registratie of andere administratieve handeling van gelijke individuele strekking, uitgereikt in een ander Gewest voor de uitoefening van dezelfde afvalgerelateerde activiteit als die welke onderworpen is aan registratie in het Waalse Gewest, mag het type afvalgerelateerde activiteit dat onderworpen is aan registratie in het Waalse Gewest uitoefenen na ontvangst van de ontvangstbevestiging van zijn registratieaanvraag en voor de duur van de administratieve behandeling ervan bij de autoriteit van afgifte in eerste instantie in het Waalse Gewest.

Aan het einde van de administratieve behandeling van zijn registratieaanvraag in het Waalse Gewest, indien deze aanvraag wordt geweigerd door de autoriteit van afgifte in eerste instantie, beëindigt de aanvrager de uitoefening van het soort activiteit dat onderworpen is aan registratie op het grondgebied van het Waalse Gewest na ontvangst van de beslissing tot weigering van registratie door de autoriteit van afgifte in eerste instantie of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, aan het einde van de in artikel 114, § 5 bedoelde periode.

Art. 113.De Regering kan, in voorkomend geval onder voorwaarden, voorzien in de gelijkwaardigheid tussen elke erkenning, registratie of andere administratieve handeling van individuele aard, afgegeven door of krachtens de Waalse wetgeving, en bepaalde registraties die zij bepaalt onder die welke bij en krachtens dit hoofdstuk vereist zijn.

Art. 114.§ 1. Elke registratieaanvraag wordt naar de autoriteit van afgifte in eerste instantie gestuurd. § 2. De instantie van afgifte in eerste aanleg bezorgt de aanvrager van de registratie binnen een termijn van tien dagen een ontvangstbewijs van zijn aanvraag: 1° per gewone post indien de aanvraag op papier werd ingediend;2° per niet-gewaarmerkte e-mail of niet-gewaarmerkt bericht als de aanvraag elektronisch werd ingediend. § 3. Als de registratieaanvraag volledig is, stuurt de autoriteit van afgifte in eerste instantie de aanvrager de beslissing tot registratie binnen dertig dagen na ontvangst van de registratieaanvraag. § 4. Als de registratiesaanvraag onvolledig is, stuurt de instantie van afgifte in eerste aanleg de aanvrager binnen dertig dagen na ontvangst van de registratieaanvraag de lijst met ontbrekende gegevens of documenten, hierna de aanvullingen genoemd. In dat geval wordt de administratieve procedure hervat vanaf de datum van ontvangst van de aanvullende informatie.

De aanvrager van de registratie moet de gevraagde aanvullingen binnen dertig dagen na de verzending van het verzoek om deze aanvullingen naar de instantie van afgifte in eerste aanleg sturen.

De instantie van afgifte in eerste aanleg bezorgt de aanvrager van de registratie binnen een termijn van tien dagen een ontvangstbewijs van de aanvullingen: 1° per gewone post als de aanvullingen op papier werden verstuurd;2° per niet-gewaarmerkte e-mail of niet-gewaarmerkt bericht als de aanvullingen elektronisch werden ingediend. Binnen twintig dagen na ontvangst van de aanvullingen door de autoriteit van afgifte in eerste instantie, stuurt deze de aanvrager de beslissing waarbij zijn registratie wordt bevestigd..

De autoriteit van afgifte in eerste instantie zendt de aanvrager de beslissing waarbij de registratie wordt geweigerd indien : 1° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 89;2° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 111 en de uitvoeringsmaatregelen ervan ;4° de aanvrager van de registratie de gevraagde aanvullingen niet heeft overgemaakt binnen de termijn bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf;4° als ze tweemaal onvolledig wordt beschouwd;5° zij werd ingediend zonder naleving van artikel 116. § 5. Na het verstrijken van de in de §§ 3 en 4 bedoelde termijnen wordt, als de beslissing tot bevestiging van de registratie van de aanvrager niet is verzonden, de aanvraag tot registratie van rechtswege geacht te zijn geweigerd.

Art. 115.§ 1. Tijdens de geldigheidsduur van de door de autoriteit van afgifte in eerste instantie of in administratief beroep afgegeven registratie kan de autoriteit van afgifte in eerste instantie op eigen initiatief de afgegeven registratie aanvullen of wijzigen indien zij vaststelt dat een van de essentiële gegevens in het aanvraagdossier sinds de afgifte van de registratie is gewijzigd.

Behalve in een bijzonder gemotiveerd spoedeisend geval wordt elke beslissing tot wijziging van een registratie als bedoeld in het eerste lid genomen nadat de houder in de gelegenheid is gesteld mondeling of schriftelijk opmerkingen te maken.

De wijzigingsbeslissing wordt naar de houder van de registratie gestuurd. § 2. Tijdens de geldigheidsduur van de in eerste instantie of in administratief beroep afgegeven registratie kan de houder van de registratie op eigen initiatief de autoriteit van afgifte in eerste instantie verzoeken zijn registratie te wijzigen wegens een of meerdere wijzigingen in een of meerdere essentiële gegevens in het aanvraagdossier die zich hebben voorgedaan sinds de afgifte van de registratie, met inbegrip van de beëindiging van de activiteit.

De artikelen 111 tot en met 114 zijn mutatis mutandis van toepassing op de in het eerste lid bedoelde aanvraag tot wijziging van de registratie.

Art. 116.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan elk registratiehouder ten vroegste honderdtwintig dagen vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn registratie een nieuwe registratieaanvraag indienen voor dezelfde soort afvalactiviteit en dezelfde soorten afval of, indien van toepassing, dezelfde categorieën bemonsteringsmethoden waarvoor hij reeds is geregistreerd.

Art. 117.§ 1. Tegen beslissingen van de autoriteit van afgifte in eerste instantie op grond van artikel 86 kan administratief beroep worden ingesteld bij de bevoegde autoriteit.

Het recht om administratief beroep in te stellen wordt uitsluitend verleend aan de persoon die de registratie heeft aangevraagd of aan de houder van de registratie, hierna de verzoeker genoemd. § 2 Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een schorsingsbeslissing genomen krachtens artikel 86, schorst het niet de schorsingsbeslissing waarvan het administratief beroep uitgaat.

Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een andere stilzwijgende of uitdrukkelijke beslissing dan die bedoeld in het eerste lid, schorst het de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld. § 3 Op straffe van onontvankelijkheid moet het administratief beroep worden ingesteld binnen een termijn van dertig dagen: 1° na ontvangst van de administratieve beslissing of beslissingen die voortvloeien uit artikel 86, 114 of 115;of; 2° bij ontstentenis van een beslissing als bedoeld in 1°, na het verstrijken van de termijn waarover de autoriteit van afgifte in eerste instantie beschikt om de beslissing te geven. § 4 Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het administratief beroep ingesteld door een verzoek dat wordt ingediend op de wijze bepaald bij of krachtens artikel 89. De verzoeker zendt tegelijkertijd een afschrift van zijn verzoek aan de autoriteit van afgifte in eerste instantie.

Dit verzoek wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens: 1° indien de verzoeker : een natuurlijke persoon is : voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is: zijn naam of bedrijfsnaam, het adres van zijn statutaire zetel, zijn telefoonnummer en e-mailadres en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; en; de voornaam, de familienaam en de functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon gemachtigd is om het beroep in te dienen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van de verzoeker of, bij ontstentenis daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of handelsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het identificatienummer of de administratieve referentie van de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld;4° de gronden die zijn aangevoerd tegen de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld. § 5. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het verzoek door de autoriteit bevoegd voor het administratief beroep, stuurt deze autoriteit de verzoeker een ontvangstbevestiging van het verzoek. § 6. De autoriteit die bevoegd is voor administratieve beroepen zendt de beslissing over het administratief beroep binnen vijfenveertig dagen na de verzending van de ontvangstbevestiging van het verzoek naar de verzoeker.

De beslissing ingevolge een administratief beroep annuleert of bevestigt de beslissing die in eerste aanleg is uitgesproken. § 7. Na het verstrijken van de in § 6 bepaalde termijn wordt, indien de beslissing ingevolge een administratief beroep niet aan de verzoeker is toegezonden, de beslissing waartegen administratief beroep wordt ingesteld van rechtswege bevestigd.

Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor de registratie van inzameling, handel en bemiddeling, vervoer en activiteiten met betrekking tot de samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing en verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen

Art. 118.§ 1. De Regering onderwerpt de volgende activiteiten aan registratie: 1° de beroepsmatige inzameling, handel en bemiddeling van ongevaarlijke afvalstoffen;2° het beroepsmatig vervoer van ongevaarlijke afvalstoffen;3° de beroepsmatige samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing en verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen. Daartoe kan de Regering de registratie of de soorten registraties met betrekking tot voornoemde soorten activiteiten regelen naargelang van het soort of subtype afvalstoffen dat zij vaststelt. § 2. Initiële producenten van soortgelijke ongevaarlijke afvalstoffen die hun eigen soortgelijke ongevaarlijke afvalstoffen vervoeren, zijn vrijgesteld van transportregistratie voor het vervoer van die afvalstoffen onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de hoeveelheid vervoerde afvalstoffen bedraagt niet meer dan tweehonderd vijftig kilogram per maand;en; 2° de bedoelde afvalstoffen worden vervoerd naar een inzamelaar, een handelaar, een makelaar, een inrichting of een onderneming die beschikt over de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die overeenkomstig de artikelen 6 en 32 vereist is om de activiteiten van samenbrenging, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van de bedoelde afvalstoffen uit te voeren.

Art. 119.Elke houder van een registratie voor ten minste een van de soorten afvalactiviteiten bedoeld in artikel 118, § 1, informeert de begunstigde van de afvalbeheerdienst over de gedetailleerde beheersprocedures en -kosten, alsook over de bestemming van de afvalstoffen.

Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor de registratie van afvalbemonsteringsactiviteiten

Art. 120.§ 1. De Regering kan de professionele afvalbemonsteringsactiviteiten aan registratie onderwerpen.

Daartoe kan de Regering de registratie of soorten registraties met betrekking tot deze activiteiten regelen op basis van bepaalde categorieën van monsternemingsmethoden die zij bepaalt. § 2. Elke houder van een registratie voor het type activiteiten met betrekking tot afvalstoffen, vermeld in § 1: 1° verleent diensten met inachtneming van de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens artikel 16, eerste lid, 1° ;2° voldoet aan de krachtens artikel 16, eerste lid, 2°, goedgekeurde indicatieve technische bepalingen of kan een gelijkwaardige kwaliteit van zijn deskundigheid aantonen. TITEL 2 - UITGEBREIDE PRODUCENTENVERANTWOORDELIJKHEID HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen Afdeling 1 - Doelstellingen en toepassingsgebied

Art. 121.§ 1. In het belang van de milieubescherming en een verantwoord gebruik van hulpbronnen, met inbegrip van natuurlijke hulpbronnen, worden in deze titel de minimumeisen vastgesteld die van toepassing zijn op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die gericht zijn op versterking van afvalpreventie, voorbereiding voor hergebruik, hergebruik, recycling en andere nuttige toepassingen. § 2. Het bij deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan ingevoerde systeem van uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van producten is van toepassing op de volgende afvalstoffen : 1° afval van elektrische of elektronische uitrustingen;2° afval van batterijen en accu's;3° afgedankte voertuigen;4° gebruikte banden;5° afgewerkte oliën;6° afgedankte matrassen.7° sanitair textielafval voor eenmalig gebruik, met inbegrip van gebruikte vochtige doekjes;8° gebruikte ballonnen;9° gebruikt vistuig dat plastic bevat;10° sigarettenpeuken. § 2. De Regering kan een systeem van uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van producten overeenkomstig deze titel invoeren voor de volgende afvalstoffen : 1° gebruikt meubilair;2° 2° gebruikte kauwgom;3° gebruikt textiel;4° gebruikte wegwerpluiers. § 3. Elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid ingevoerd door deze titel en haar uitvoeringsmaatregelen leidt, naargelang het geval, tot : 1° alle volgende hoofdverplichtingen : een verplichting om afvalstoffen te beheren; een verplichting om afvalbeheer en bepaalde afvalpreventiemaatregelen te financieren; een verplichting tot voorlichting en bewustmaking; een rapporteringsverplichting; een verplichting om een strategisch plan en bijbehorende jaarlijkse uitvoeringsplannen op te stellen; 2° onverminderd 1°, alle of sommige van de volgende verplichtingen die door de Regering kunnen worden geactiveerd : een verplichting tot terugname van afvalstoffen; een verplichting om afvalstoffen te voorkomen; een verplichting om gekwantificeerde doelstellingen inzake inzameling of nuttige toepassing te bereiken, in het bijzonder voor recycling, of om te streven naar streefwaarden voor voorbereiding voor hergebruik of hergebruik; een verplichting om de openbare netheid te financieren.

Art. 122.De regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt onverminderd de in artikel 47, § 1, bedoelde verantwoordelijkheid voor afvalbeheer en onverminderd de geldende specifieke wet- en regelgeving betreffende afvalstromen en de geldende specifieke wet- en regelgeving betreffende producten.

De regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid laat de verplichtingen en taken van lokale autoriteiten met betrekking tot de volksgezondheid onverlet, en de verplichtingen en taken van lokale autoriteiten met betrekking tot de volksgezondheid laten de verplichtingen van producenten van producten in het kader van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid dat op hen van toepassing is, onverlet. Afdeling 2 - Begripsomschrijving

Art. 123.§ 1. Onverminderd artikel 5 wordt voor de toepassing van deze titel verstaan onder: 1° de "regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid": een geheel van maatregelen om ervoor te zorgen dat de producenten van producten financiële of financiële en organisatorische verantwoordelijkheid nemen voor het beheer van de afvalfase van de levenscyclus van een product;2° de "huishoudelijke afval": de afval voortgebracht door de gewone activiteit van de gezinnen alsook de afval voortgebracht door een beroepsactiviteit die vanwege de aard en samenstelling ervan vergelijkbaar is en gelijkgesteld wordt met de gewone activiteit van de gezinnen ;3° "industriële afval" : de afval die niet onder 2° valt;4° "streefwaarde": een doelstelling bestaande uit een niveau dat is vastgesteld met het oog op het vermijden, voorkomen of verminderen van schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu in zijn geheel, en dat binnen een bepaalde periode zoveel mogelijk moet worden bereikt;5° "elektrische en elektronische apparatuur" of "EEA": apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1 000 volt bij wisselstroom en 1 500 volt bij gelijkstroom 6° "batterij" of "accu": bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit één of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen;7° "voertuig": elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2018/858, alsmede de driewielers zoals omschreven in Verordening (EU) 168/2013, met uitzondering van de driewielers met motor, ongeacht hoe het voertuig tijdens het gebruik werd onderhouden of gerepareerd en ongeacht of het werd uitgerust met door de producent geleverde onderdelen dan wel met andere onderdelen die als vervangings- of inbouwonderdeel in overeenstemming met de relevante gemeenschapsbepalingen of interne bepalingen werden aangebracht;8° "band" betekent elk ringvormig voorwerp van rubber en eventueel van andere materialen, pneumatisch of massief, met inbegrip van banden, maar met uitzondering van fietsbanden;9° "olie" alle soorten minerale of synthetische smeerolie of industriële olie, zoals olie van verbrandingsmotoren en versnellingsbakken, alsmede smeerolie, olie voor turbines en hydraulische oliën;10° "matrassen" : alle producten die bestemd zijn om op te slapen en te rusten, bestaande uit een sterke hoes, gevuld met basismaterialen, en die kunnen worden geplaatst op een bestaande ondersteunende bedstructuur, met inbegrip van de dekmatrasssen;11° "dekmatras": elk stuk beddengoed met een maximumdikte van tien centimeter dat bestemd is om bovenop een matras te worden gelegd;12° "sanitair textiel voor eenmalig gebruik": alle producten voor eenmalig gebruik die bestemd zijn voor intieme lichaamshygiëne of huishoudelijke hygiëne, zoals vochtige doekjes;13° "vochtige doekjes" : alle vooraf bevochtigde doekjes voor persoonlijke hygiëne, en huishoudelijke doekjes;14° "ballonnen": alle niet-poreuze voorwerpen van licht materiaal die bestemd zijn om met lucht of gas te worden opgeblazen, met uitzondering van ballonnen voor industriële of andere professionele toepassingen die niet aan consumenten worden verstrekt.15° "vistuig voor de zeevisserij": elk voorwerp of uitrusting dat bij de visserij of de aquacultuur wordt gebruikt om levende mariene hulpbronnen te bevissen, te vangen of te kweken, of dat op het zeeoppervlak drijft en wordt ingezet om deze levende mariene hulpbronnen aan te trekken en te vangen of te kweken;16° "vistuig voor de zoetwatervisserij": elk voorwerp of uitrusting dat bij de visserij of de aquacultuur wordt gebruikt om biologische hulpbronnen in zoet water aan te trekken, te vangen of te kweken, of dat op het zoetwateroppervlak drijft en wordt ingezet om die biologische hulpbronnen in zoet water aan te trekken en te vangen of te kweken;17° "vistuig" : de categorie van producten die het in 15° en 16° bedoelde vistuig omvat;18° "tabaksproducten": alle producten die kunnen worden geconsumeerd en zelfs gedeeltelijk uit tabak bestaan, al dan niet genetisch gemodificeerd, alsmede filters die in de handel worden gebracht voor gebruik in combinatie met tabaksproducten;19° "peuken": alle afgedankte tabaksproducten met kunststoffilters voor eenmalig gebruik en alle afgedankte kunststoffilters voor eenmalig gebruik die in de handel zijn gebracht toen zij producten waren die in combinatie met tabaksproducten kunnen worden gebruikt 20° "meubilair": elk roerend goed waarvan de buitenafmetingen gelijk zijn aan of groter zijn dan veertig centimeter of waarvan het volume gelijk is aan of groter is dan zestig kubieke decimeter en dat bestemd is voor het gebruik of de decoratie van lokalen of de buitenkant ervan, met uitzondering van levende dieren en matrassen;21° "kauwgom": alle al dan niet gecoate kauwgom die bedoeld is om op te kauwen en niet om door te slikken;22° "textiel": alle kleding, schoeisel, linnengoed en producten van natuurlijke of synthetische vezels;23° "wegwerpluiers": alle wegwerpproducten die bestemd zijn om de ontlasting of de urine van de drager ervan op te vangen, met uitzondering van stomazakjes;24° "producent van producten": elke persoon bedoeld in 25°, 26°, 27° of 28° afhankelijk van de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; 25° "EEA producent": elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van communicatie op afstand overeenkomstig de bepalingen van artikel I.8, 15°, van het Wetboek van economisch recht : is gevestigd op het Belgisch grondgebied en onder zijn eigen naam of merk EEA vervaardigt, of EEA laat ontwerpen of vervaardigen die hij onder zijn naam of merk op het Belgisch grondgebied verhandelt ; is gevestigd op het Belgisch grondgebied en op het Belgisch grondgebied onder zijn eigen naam of handelsmerk apparatuur wederverkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd; hierbij wordt de wederverkoper niet als "producent" aangemerkt wanneer het merkteken van de producent overeenkomstig punt a) op het apparaat zichtbaar is ; is gevestigd op het Belgisch grondgebied en brengt beroepsmatig EEA op de Belgische markt die afkomstig zijn van een derde land of; buiten het Belgische grondgebied is gevestigd en EEA op afstand verkoopt in de zin van artikel I.8, 15°, van het Wetboek van economisch recht, rechtstreeks of via een elektronische marktplaats, aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens in België; 26° "producent van batterijen of accu's": eenieder die, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, met inbegrip van technieken voor verkoop op afstand overeenkomstig de bepalingen van artikel I.8, 15°, van het Wetboek van economisch recht, batterijen of accu's, met inbegrip van die welke in apparaten of voertuigen zijn ingebouwd, beroepsmatig voor het op het Belgische grondgebied op de markt brengt, al dan niet voor eigen gebruik; 27° "voertuigproducent" : de voertuigfabrikant of de beroepsimporteur van een voertuig op Belgisch grondgebied; 28° "producent van andere producten": elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de verkooptechniek, met inbegrip van communicatie op afstand in de zin van artikel I.8, 15°, van het Wetboek van economisch recht : is gevestigd op het Belgisch grondgebied en onder zijn eigen naam of merk een ander product dan bedoeld in 5° tot en met 7° vervaardigt, of laat ontwerpen of vervaardigen dat hij onder zijn naam of merk op het Belgisch grondgebied verhandelt; is gevestigd op het Belgisch grondgebied en op het Belgisch grondgebied onder zijn eigen naam of handelsmerk een ander product dan bedoeld in 5° tot en met 7° wederverkoopt dat door andere leveranciers is geproduceerd; hierbij wordt de wederverkoper niet als "producent" aangemerkt wanneer het merkteken van de producent overeenkomstig punt a) op het product zichtbaar is; is gevestigd op het Belgisch grondgebied en brengt beroepsmatig een ander product dan bedoeld in 5° tot en met 7° op de Belgische markt dat afkomstig is van een derde land; gevestigd is op Belgisch grondgebied en een ander dan het in 5° tot en met 7° bedoelde product vervaardigt of invoert en voor eigen beroepsdoeleinden op Belgisch grondgebied gebruikt; of; buiten het Belgische grondgebied is gevestigd en een ander product dan bedoeld in 5° tot en met 7° op afstand verkoopt in de zin van artikel I.8, 15°, van het Wetboek van economisch recht, rechtstreeks of via een elektronische marktplaats, aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens in België; 29° "distributeur": elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de toeleveringsketen en EEA of andere producten die onder een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen, op de markt aanbiedt.30° "detailhandelaar": elke natuurlijke of rechtspersoon die een product dat onder een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid valt, te koop aanbiedt aan de consument;31° "consument": iedere natuurlijke of rechtspersoon die producten die onder een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheidsstelsel valt, privé of beroepsmatig verwerft om ze te consumeren of te gebruiken. § 2 Met betrekking tot paragraaf 1, 1°, in de definitie van "uitgebreide producentenverantwoordelijkheid" omvat de "afvalfase" van de levenscyclus van een product selectieve inzameling, sortering en verwerking. De "uitgebreide producentenverantwoordelijkheid" kan in voorkomend geval ook de verantwoordelijkheid omvatten om bij te dragen tot afvalpreventie en tot de herbruikbaarheid en recycleerbaarheid van producten.

Met betrekking tot de definitie van "afvalstoffen van huishoudelijke oorsprong", bedoeld in paragraaf 1, 2°, kan de Regering afvalstoffen van beroepsactiviteiten opsommen die gelijkgesteld worden met afvalstoffen van de gebruikelijke huishoudelijke activiteiten.

Met betrekking tot punt 1, 20°, moet een product, om te bepalen of het onder de definitie van "meubilair" valt, qua ontwerp geschikt zijn om op te zitten, te liggen, te leunen of te zitten, om voorwerpen op te slaan, neer te leggen of op te bergen, of om te versieren.

Met betrekking tot de definitie van "producent van EEA", bedoeld in paragraaf 1, 25°, en de definitie van "producent van andere producten", bedoeld in paragraaf 1, 28°, wordt een persoon die uitsluitend financiering verstrekt krachtens of overeenkomstig een financieringsovereenkomst, niet als "producent" beschouwd, tenzij hij ook optreedt als producent in de zin van de punten a) tot en met d) van die definities.

Wat de definitie van "distributeur" in paragraaf 1, 29° en de definitie van "detailhandelaar" in paragraaf 1, 30° betreft, beletten deze definities niet dat een "distributeur" of "detailhandelaar" ook een "producent van producten" in de zin van paragraaf 1, 24° is. § 3. Teneinde dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan in overeenstemming te brengen met het recht van de Europese Unie en het internationaal recht, kan de Regering de bepalingen van deze afdeling intrekken, wijzigen, aanvullen of vervangen.

Wanneer de door de Regering krachtens dit lid genomen maatregelen dit decreet wijzigen, verliezen zij hun werking van rechtswege indien zij niet binnen twaalf maanden na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bij decreet worden bevestigd. Afdeling 3 - Machtigingen van de Regering

Art. 124.§ 1. Onverminderd het recht van de Europese Unie zal de Regering voor elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid : 1° het (de) type(n) of subtype(n) van de betrokken afval vermelden;2° in overeenstemming met de afvalhiërarchie, doelstellingen inzake afvalbeheer vaststellen met het oog op het bereiken van de kwantitatieve doelstellingen die relevant zijn voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die door het recht van de Europese Unie en door dit besluit en de uitvoeringsmaatregelen ervan worden vastgesteld;3° om de twee jaar aan het Waals Parlement een verslag richten over de uitvoering van deze titel en de maatregelen ter uitvoering ervan. § 2. Onverminderd het recht van de Europese Unie kan de Regering voor elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid : 1° bepaalde subtypes van afvalstoffen of producten die zij vaststelt, uitsluiten van het toepassingsgebied van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;2° hogere of andere kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen vaststellen die relevant worden geacht voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betreffende producten die hoger liggen of anders zijn dan de doelstellingen bedoeld in paragraaf 1, 2° ;3° in het kader van artikel 134 en artikel 137, § 2, definiëren, vaststellen of specificeren : het/de passende zelfcontrolemechanisme(n); het concept van gecertificeerde onafhankelijke audit; hun regelmaat; 4° onverminderd de bevoegdheden van de federale Staat, passende maatregelen nemen om te bevorderen dat producten of componenten van producten zodanig worden ontworpen dat hun milieueffecten en het ontstaan van afval tijdens de productie en het latere gebruik van de producten worden beperkt, en ervoor zorgen dat de nuttige toepassing en de verwijdering van producten die afvalstoffen zijn geworden, plaatsvinden overeenkomstig de artikelen 6 en 32;5° maatregelen nemen om het passende kader voor toezicht en controle op de toepassing van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan te versterken, met de volgende doelstellingen: de naleving van verplichtingen inzake uitgebreide verantwoordelijkheid door productproducenten en organisaties voor uitgebreide productverantwoordelijkheid, ook bij verkoop op afstand; het efficiënte gebruik van de financiële middelen; en de rapportage van betrouwbare gegevens door alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; 6° onverminderd artikel 142, verdere maatregelen nemen om de regelmatige dialoog te versterken tussen de belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waaronder producenten en distributeurs van producten, publieke of particuliere actoren op het gebied van afvalbeheer, plaatselijke overheden, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en, in voorkomend geval, actoren uit de sociale economie, netwerken voor hergebruik en reparatie en actoren die actief zijn op het gebied van de voorbereiding van hergebruik 7° de aanwijzing van de vertegenwoordiger bedoeld in artikel 129, § 2 verplicht maken. Met betrekking tot lid 1, 3°, blijven de verplichtingen van de daarin bedoelde producent van producten van toepassing ondanks het ontbreken van uitvoeringsmaatregelen van de Regering.

Met betrekking tot lid 1, 4°, houden de daarin bedoelde maatregelen rekening met de effecten van producten gedurende hun gehele levenscyclus, alsmede met de afvalhiërarchie en, in voorkomend geval, de mogelijkheid van meervoudige recycling. Deze maatregelen kunnen onder meer de ontwikkeling, de productie en het op de markt brengen van multifunctionele producten of productcomponenten met gerecycleerde, technisch duurzame en gemakkelijk te herstellen materialen aanmoedigen. Nadat dergelijke producten of productcomponenten afval zijn geworden, moeten zij geschikt zijn om te worden voorbereid voor hergebruik en recycling, teneinde de correcte toepassing van de afvalhiërarchie te vergemakkelijken.

Art. 125.De door de regering uit hoofde van deze titel genomen uitvoeringsmaatregelen : 1° houden rekening met de technische haalbaarheid en de economische levensvatbaarheid, alsmede met de algemene gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid en de sociale gevolgen, met inachtneming van de noodzaak de goede werking van de interne markt van de Europese Unie te waarborgen;2° zorgen voor gelijke behandeling van producenten van producten, ongeacht hun oorsprong of omvang, zonder een onevenredige regelgevende last op te leggen aan producenten van producten, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, van kleine hoeveelheden producten.

Art. 126.Voorlichting aan het publiek uit hoofde van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan laat de bescherming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie overeenkomstig het toepasselijke nationale recht en het recht van de Europese Unie onverlet. Afdeling 4 - Productproducenten en delegatieregelingen

Art. 127.§ 1. De regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid richt zich tot elke producent van producten waarvan de door hem op de Belgische markt gebrachte producten de bron zijn van de in artikel 121, § 2, bedoelde afval, onder de in deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan vastgestelde voorwaarden. § 1. Om te voldoen aan de verplichtingen die hem bij of krachtens deze titel zijn opgelegd, kan de producent van producten : 1° hetzij zelf aan zijn verplichtingen voldoen door middel van een individueel strategisch plan dat door de administratie of door de bevoegde instantie op administratief beroep is goedgekeurd overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 5, en hoofdstuk 5 van deze titel en de uitvoeringsbepalingen daarvan;2° hetzij zijn verplichtingen laten nakomen via een organisatie die overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 5, en hoofdstuk 5 van deze titel en de uitvoeringsbepalingen daarvan door de administratie of door de Regering in administratief beroep is erkend in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten en waarbij hij zich heeft aangesloten, in welk geval hij wordt geacht aan zijn verplichtingen te hebben voldaan zodra en zolang hij aantoont dat hij rechtstreeks of via een tot vertegenwoordiging bevoegde persoon met deze erkende organisatie een overeenkomst heeft gesloten. § 3 De producent van producten of de met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten belaste organisatie kan met elke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke derde een contract sluiten om zijn verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten na te komen.

Elke producent van producten moet in het kader van zijn aanvraag tot goedkeuring van zijn individueel strategisch plan of elke organisatie in het kader van zijn aanvraag tot goedkeuring, en tijdens de geldigheidsduur van dat plan en die goedkeuring, aan de administratie meedelen op welke wijze hij die verplichtingen nakomt of op welke wijze de derde waarmee hij een overeenkomst heeft gesloten, de nakoming van die verplichtingen mogelijk maakt. § 4 De producent van producten of de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid blijft gebonden aan al zijn verplichtingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in geval van gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van verplichtingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid door zijn mede- of onderaannemers.

Art. 128.§ 1. In het geval van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor huishoudelijk afval kunnen de plaatselijke overheden en de openbare instanties voor afvalbeheer, in geval van opschorting of intrekking van een individueel strategisch plan of goedkeuring voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bij een administratief besluit, dat kan worden genomen na een administratief beroep, van rechtswege voorzien in de gunning en uitvoering van contracten met betrekking tot de operationele verantwoordelijkheid voor dergelijke regelingen voor huishoudelijk afval. § 2 De gunning en uitvoering van de in paragraaf 1 bedoelde contracten doen geen afbreuk aan andere goedgekeurde individuele strategische plannen en andere goedkeuringen die overeenkomstig deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan zijn verleend in het kader van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten: 1° bij aanwezigheid van dergelijke andere individuele plannen wordt, bij ontstentenis van een andersluidende contractuele bepaling tussen enerzijds de lokale overheden of de openbare afvalbeheerders en anderzijds de genoemde houders, een percentage dat overeenstemt met de hoeveelheden producten die door de houders van genoemde individuele plannen op de Belgische markt worden gebracht, uitgesloten van de hoeveelheden afvalstoffen die onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen voor de betrokken producten die door de lokale overheden en de openbare afvalbeheerders worden ingezameld en die het voorwerp uitmaken van de in paragraaf 1 bedoelde contracten;en; 2° bij aanwezigheid van dergelijke andere erkenningen wordt, tenzij anders is bepaald in een contract tussen de plaatselijke overheden of de openbare afvalbeheerders enerzijds en die houders anderzijds, een percentage dat overeenstemt met de hoeveelheden producten die op de Belgische markt worden gebracht door producenten van producten die behoren tot een organisatie die over een dergelijke erkenning beschikt, uitgesloten van de hoeveelheden afval die onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen voor de betrokken producten die door de plaatselijk overheden en de openbare afvalbeheerders worden ingezameld en waarvoor de in paragraaf 1 bedoelde contracten gelden.

Art. 129.§ 1. Een in een andere Lidstaat van de Europese Unie gevestigde producent van producten die in België producten op de markt brengt waarvan de in artikel 121, § 2, bedoelde afval afkomstig zijn, kan een in België gevestigde natuurlijke of rechtspersoon aanwijzen als mandataris die belast is met het toezicht op de naleving van de verplichtingen die krachtens deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan in het Waalse Gewest op hem rusten.

De Aanwijzing van een mandataris gebeurt via een schriftelijke machtiging. Indien dit mandaat eindigt, stellen de gemachtigde en de producent van het product de administratie daarvan binnen een maand na het einde van het mandaat schriftelijk in kennis.

Teneinde de mandatarissen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor de naleving van de verplichtingen die krachtens deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan op producenten van producten die in een andere lidstaat van de Europese Unie zijn gevestigd rusten in het Waalse Gewest, en teneinde het contact met hen te vergemakkelijken voor andere actoren in de afvalbeheersketen die overeenkomstig deze titel onderworpen zijn aan een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten, publiceert de administratie op ten minste één website van het Waalse Gewest een register dat voor elke vertegenwoordiger de volgende informatie bevat, en houdt het dit register bij: 1° als het gaat om: van een natuurlijke persoon: zijn voornaam, achternaam en adres en, facultatief voor de vertegenwoordiger, zijn telefoonnummer, e-mailadres en het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon: zijn benaming of firmanaam, het adres van zijn statutaire zetel en, facultatief voor de mandataris, zijn telefoonnummer, zijn e-mailadres en het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer van de gemachtigde bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of, bij gebreke daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of beroepsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens een buitenlandse wetgeving of reglementering;3° de soort of categorie van de betrokken producten;4° in voorkomend geval, en facultatief voor de mandataris, het adres van zijn website. § 2 Een op het grondgebied van het Waalse Gewest gevestigde producent van producten die producten in de handel brengt waarvan de in artikel 121, § 2, bedoelde afval afkomstig is uit een andere Lidstaat van de Europese Unie waar hij niet gevestigd is, kan in die Lidstaat een vertegenwoordiger aanwijzen die belast is met het toezicht op de naleving van de verplichtingen van die producent van producten met betrekking tot de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent op het grondgebied van die Lidstaat van de Europese Unie krachtens de aldaar geldende wet- en regelgeving. HOOFDSTUK 2. - Belangrijkste verplichtingen Afdeling 1 - Verplichting tot afvalbeheer

Art. 130.Om aan hun verplichtingen inzake afvalbeheer te voldoen, moet de producent van producten : 1° in het Waalse Gewest een duidelijk omschreven geografische dekking hebben van de producten en materialen waaruit de afval, bedoeld in artikel 121, § 2, afkomstig is, zonder dat deze gebieden beperkt zijn tot die waar de inzameling en het beheer van afval het meest rendabel zijn;2° in voldoende beschikbaarheid voorzien van afvalinzamelingssystemen in de onder 1° bedoelde gebieden.

Art. 131.§ 1. Al het afval dat overeenkomstig deze titel onder een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid valt, wordt beheerd overeenkomstig de geldende milieuwet- en regelgeving. § 2 De producent van producten zorgt ervoor dat de verplichtingen inzake beheer, met inbegrip van behandeling en met name recycling, worden nagekomen en dat het ingezamelde afval wordt behandeld met de beste beschikbare technieken voor de bescherming van de gezondheid en het milieu.

Daartoe geeft de producent, overeenkomstig de beginselen van zelfvoorziening en nabijheid als bedoeld in artikel 7, zoveel mogelijk de voorkeur aan lokale beheerskanalen, lokale installaties of lokaal ingedeelde inrichtingen. Afdeling 2 - Verplichting tot financiering van afvalbeheer en bepaalde

afvalpreventiemaatregelen Onderafdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle afvalstoffen waarvoor de verplichting tot financiering van afvalbeheer en bepaalde afvalpreventiemaatregelen geldt

Art. 132.§ 1. Financiële bijdragen van productproducenten om te voldoen aan hun uitgebreide verantwoordelijkheid: 1° dekken de volgende kosten voor producten die de producent op de Belgische markt brengt: de kosten van de inzameling, en in voorkomend geval de selectieve inzameling, van de afvalstoffen en van het daaropvolgende vervoer en de verwerking ervan, met inbegrip van de verwerking die nodig is om de doelstellingen inzake afvalbeheer van de Europese Unie en het Waalse Gewest te verwezenlijken, alsmede de kosten die nodig zijn om de andere doelstellingen bedoeld in artikel 124, § 2, eerste lid, 2°, te verwezenlijken, rekening houdend met de inkomsten uit hergebruik, de verkoop van secundaire grondstoffen van zijn producten en eventuele niet-opgeëiste statiegeldrechten; kosten die voortvloeien uit het verstrekken van adequate informatie aan afvalhouders overeenkomstig artikel 136; de kosten van het verzamelen en meedelen van gegevens overeenkomstig de artikelen 137 tot en met 139, met inbegrip van de kosten van audits voor de certificering van die gegevens; en; 2° zijn niet hoger dan de kosten die nodig zijn voor het verstrekken van kosteneffectieve afvalbeheersdiensten.Deze kosten worden op transparante en objectieve wijze tussen de betrokken belanghebbenden vastgesteld. § 2 De Regering kan voor elk door haar bepaalde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid de dekking van de kosten, vermeld in paragraaf 1, 1°, a) tot c), uitbreiden tot de kosten voor het opzetten van specifieke infrastructuur voor de inzameling van de betrokken afvalstoffen, zoals geschikte recipiënten op plaatsen waar de onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid illegale afvalstoffen het vaakst worden gestort. § 3 Indien het recht van de Europese Unie zulks vereist, kan de Regering van dit artikel afwijken.

Art. 133.De producent van producten zorgt ervoor dat de in en krachtens artikel 132 bedoelde financiële bijdragen die hij toepast voor dezelfde soort of subtype afval dat onder de regeling voor uitgebreide verantwoordelijkheid valt en dat hem betreffen, ten aanzien van hetzelfde type producent van oorspronkelijk afval, gelijkwaardig zijn, ongeacht met welke actor hij een contract sluit.

Art. 134.De productproducent voert een passend zelfcontrolemechanisme in, gebaseerd op regelmatige gecertificeerde onafhankelijke audits, om zijn financieel beheer te beoordelen, met inbegrip van de naleving van de vereisten van : 1° de door de Regering krachtens artikel 132, § 2, genomen aanvullende of afwijkende maatregelen en, bij gebreke daarvan;2° artikel 132, § 1, en de uitvoeringsbepalingen daarvan, alsmede, in voorkomend geval, die van artikel 135. Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor de financiering van het beheer van huishoudelijk afval en maatregelen voor afvalpreventie en -beheer door krachtens artikel 103 erkende ondernemingen van de sociale economiebedrijven

Art. 135.Wanneer het operationele beheer van huishoudelijke afval wordt uitgevoerd door een publiekrechtelijke rechtspersoon die daarvoor territoriaal verantwoordelijk is, of wanneer afvalpreventie- en afvalbeheersmaatregelen worden uitgevoerd door een krachtens artikel 103 erkend sociale economiebedrijf waarmee de producent van producten een overeenkomst heeft gesloten, kan de Regering, in voorkomend geval voor elke betrokken soort of subtype afval, bindende regels vaststellen voor het in rekening brengen van de in artikel 132 bedoelde kosten en opbrengsten. Deze bindende voorschriften omvatten ten minste een model voor de berekening van die kosten en een lijst van de te dragen nettokosten.

Indien de Regering de in lid 1 bedoelde bindende regeling vaststelt, kan zij tevens, met inachtneming van de eventuele ontvangsten en de niet-opgevraagde statiegeldbijdragen, de verdeling en de invordering van deze kosten bij de producenten van de betrokken producten organiseren door middel van een regionaal retributiesysteem ten behoeve van de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen en de krachtens artikel 103 erkende sociale economiebedrijven. Afdeling 3 - Informatie- en sensibiliseringsverplichtingen

Art. 136.§ 1. De producent van producten stelt de houders van afval die onder de op hem toepasselijke en overeenkomstig deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan opgezette regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen, in kennis van het bestaan van afvalpreventiemaatregelen, van centra voor hergebruik en voorbereiding voor hergebruik, van terugnamesystemen en systemen voor afvalinzameling en van het voorkomen van illegale afvalstorting.

Daartoe zorgt de producent van de producten ervoor, met name door middel van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, dat de consumenten, met inbegrip van professionele gebruikers, worden geïnformeerd : 1° van de voordelen van hergebruik en het belang om afval van hun producten niet als ongesorteerd afval weg te gooien en deel te nemen aan de selectieve inzameling ervan om hergebruik, verwerking en recycling te vergemakkelijken;2° van het milieuvriendelijke gebruik van hun producten en de wijze waarop het product kan worden hergebruikt, voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd of anderszins nuttig toegepast;3° van de inzamelings- en beheerssystemen die hen ter beschikking gesteld worden ;4° van de rol die zij moeten spelen bij de recycling van het afval van hun producten.De producent zorgt tevens voor de doeltreffendheid van de afvalbeheersketen, met name door voorlichting en bewustmaking van inzamelaars, handelaren, makelaars, vervoerders, inrichtingen en ondernemingen die in het bezit zijn van de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die vereist is om namens de genoemde producent van het product handelingen van groepering, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering te verrichten. § 2 Indien de in hoofdstuk 3, afdeling 1, bedoelde terugnameplicht door de Regering van toepassing wordt verklaard op de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten, zorgt de detailhandelaar ervoor dat de consumenten, met inbegrip van professionele gebruikers, worden geïnformeerd : 1° van de meest geschikte manier om het product te gebruiken en te onderhouden;2° van de mogelijkheid van reparatie in geval van storing en de beschikbaarheid van reserveonderdelen;3° van het bestaan van krachtens artikel 103 erkende ondernemingen van de sociale economie en andere actoren die actief zijn op het gebied van hergebruik en voorbereiding voor hergebruik;4° van hoe consumenten en professionele gebruikers zich van de betrokken afvalstoffen kunnen ontdoen;5° in voorkomend geval, van de mogelijkheid om afvalstoffen die onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen, terug te brengen naar hun verkooppunten. De detailhandelaar brengt op een zichtbare plaats in de voor de handel bestemde ruimte, of anders op zijn website, een mededeling aan waarin hij onder de titel "UITGEBREIDE AANSPRAKELIJKHEID VAN PRODUCENTEN" aangeeft hoe hij de bepalingen van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan naleeft. Afdeling 4 - Rapportageplicht

Art. 137.§ 1. De producent van producten zet een systeem van gegevensrapportering op om gegevens te verzamelen over de producten die hij op de Belgische markt brengt en gegevens over de inzameling en verwerking van het afval van zijn producten, waarbij in voorkomend geval de materiaalstromen worden gespecificeerd, alsmede andere door de Regering bepaalde relevante gegevens.

Daarbij kan de producent van het product in voorkomend geval rekening houden met registraties in het kader van het communautaire milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of een ander referentiesysteem voor milieubeheer. § 2 De producent van de producten voert een passend zelfcontrolemechanisme in, gebaseerd op regelmatige gecertificeerde onafhankelijke audits, om de kwaliteit van de overeenkomstig paragraaf 1 en de eisen van Verordening (EG) nr. 1013/2006 verzamelde en gerapporteerde gegevens te beoordelen.

Art. 138.§ 1. De producenten van de producten moeten de administratie uiterlijk op 31 mei van elk jaar de volgende gegevens verstrekken: 1° de wijze waarop hij de verplichtingen nakomt die voortvloeien uit de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de hem betreffende producten;2° de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram en in voorkomend geval in aantal, van de betrokken producten die in België op de markt zijn gebracht in het jaar waarop het verslag betrekking heeft;3° de inzamelings- en recyclingsystemen die hij gebruikt;4° een lijst van de inrichtingen waar de afvalstoffen worden verwerkt, alsook de verwerkingsresten en -wijzen;5° een beschrijving van de verwerkingsmethoden die op de in 4° bedoelde afval en verwerkingsresiduen zijn toegepast en, in voorkomend geval, het behaalde recyclagerendement;6° de totale hoeveelheden, uitgedrukt in kilogrammen en eventueel in aantallen, die in het Waalse Gewest zijn ingezameld en worden beheerd overeenkomstig de in het Waalse Gewest geldende wet- en regelgeving, waarbij in voorkomend geval een onderscheid wordt gemaakt tussen hoeveelheden huishoudelijk afval en hoeveelheden industrieel afval, met inbegrip van behandelingsresiduen;7° ramingen van de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogrammen en eventueel in aantallen, van de producten die tijdens het lopende jaar op de Belgische markt zullen worden gebracht, tenzij door de Regering ontheffing wordt verleend;8° in voorkomend geval, de door de Regering krachtens artikel 137, § 1, bepaalde relevante gegevens. Met betrekking tot paragraaf 1, 6°, kan de Regering voor elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die zij vaststelt, voorzien in : een ander onderscheid dan dat tussen afval van huishoudelijke oorsprong en afval van industriële oorsprong door subtypes van afval te specificeren die onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen; dat het eerste lid, 6°, niet van toepassing is of niet van toepassing is gedurende een door de Regering bepaalde periode. § 2 De administratie kan van elke producent van producten verlangen dat hij haar alle informatie verstrekt die nodig is om te beoordelen of de doelstellingen van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen zijn bereikt en om toe te zien op de uitvoering ervan. § 3 Milieu-informatie die overeenkomstig dit artikel en de maatregelen ter uitvoering ervan is gerapporteerd en waarvan de producent van producten vaststelt dat zij vertrouwelijk is omdat een rechtmatig economisch belang moet worden beschermd en dat bekendmaking hem schade kan berokkenen, kan in aanmerking komen voor beperkingen van de toegang tot de informatie overeenkomstig de eisen van de milieuwetgeving en de maatregelen ter uitvoering ervan. § 4 De Regering kan de wijze van mededeling van het in het eerste lid bedoelde verslag aan de Administratie bepalen en verplicht stellen. § 5 De producent van producten deelt de gegevens betreffende het huishoudelijk afval dat hij heeft ingezameld of heeft laten inzamelen mee aan de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van huishoudelijk afval.

Art. 139.§ 1. In het kader van zijn meldingsplicht aan de administratie heeft de producent van producten het recht om de volgende persoonsgegevens te verzamelen bij inzamelaars, handelaren, makelaars, vervoerders, inrichtingen en bedrijven die beschikken over de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die nodig is om namens de producent van producten groeperings-, voorbehandelings-, terugwinnings- of verwijderingsactiviteiten uit te voeren: 1° voor een natuurlijke persoon: voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres;2° Wanneer het om een rechtspersoon gaat: zijn naam of bedrijfsnaam, het adres van zijn maatschappelijke zetel, het telefoonnummer en het e-mailadres van genoemde persoon;en; de voornaam, achternaam en functie van de persoon die door de betrokken juridische entiteit gemachtigd is om de gevraagde gegevens te verstrekken; 3° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer van de onderneming bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of, bij gebreke daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of beroepsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens een buitenlandse wetgeving of reglementering; Met betrekking tot de persoonsgegevens die hij verzamelt in het kader van de vervulling van zijn meldingsplicht aan de overheid, is de productproducent de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Deze gegevens worden uitsluitend verzameld en verwerkt om te voldoen aan de verslagleggingsverplichting jegens de autoriteiten en worden bewaard gedurende ten hoogste vijf jaar na het verstrijken van het besluit tot goedkeuring van het strategisch plan.

In het geval van een collectief systeem is dit lid van overeenkomstige toepassing op elk orgaan voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid waarbij producenten van producten zijn aangesloten. In dit geval worden de gegevens maximaal vijf jaar na het verstrijken van het goedkeuringsbesluit bewaard. § 2. Wanneer de producent van producten zelf zijn verplichtingen nakomt in het kader van de uitgebreide verantwoordelijkheid van producenten van producten, inzamelaars, handelaars, makelaars, vervoerders, inrichtingen en bedrijven met de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die vereist is om groeperingswerkzaamheden uit te voeren, voorverwerking, nuttige toepassing of verwijdering voor rekening van de producent van producten, op eerste verzoek van de producent en binnen een met de producent contractueel overeengekomen termijn, de gegevens verstrekken die nodig zijn om de in deze afdeling vastgestelde meldingsplicht vast te stellen.

Wanneer de producent van producten zijn verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid laat nakomen via een erkende instantie overeenkomstig deze titel, verstrekken de inzamelaars, handelaren, makelaars, vervoerders, inrichtingen en bedrijven die over de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning beschikken om voor rekening van de producent van producten groeperings-, voorbewerkings-, terugwinnings- of verwijderingsactiviteiten uit te voeren, op eerste verzoek van de erkende instantie en binnen een termijn die met deze instantie is overeengekomen overeenkomstig de contractueel vastgelegde voorwaarden, de informatie die nodig is om de in deze afdeling vastgestelde rapportageverplichtingen na te komen. Afdeling 5 - Verplichting om een strategisch plan en bijbehorende

jaarlijkse uitvoeringsplannen op te stellen Onderafdeling 1 - Strategisch plan

Art. 140.Binnen negen maanden na de inwerkingtreding van de uitgebreide verantwoordelijkheid beschikt de producent over een strategisch plan voor een periode van ten hoogste vijf jaar, dat door de overheid of, in voorkomend geval, door de Regering in administratief beroep is goedgekeurd en ten minste alle volgende elementen bevat : 1° een registratie van zijn identificatiegegevens met inbegrip van; naam, rechtsvorm, statutaire zetel en ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of identificatienummer bij elk ander soortgelijk handels- of handelsregister, in voorkomend geval afgegeven krachtens buitenlandse wet- of regelgeving, van de producent van producten die alleen handelt of van de instantie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in geval van een collectief systeem voor de overeenkomstige afval; het adres van de onderneming van de producent van de producten die alleen handelt, of het adres van de maatschappelijke zetel van de instantie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in het geval van een collectief systeem, met inbegrip van een adres in België, indien van toepassing, dat dat van een mandataris kan zijn; het telefoonnummer van de onderneming of de maatschappelijke zetel of, in het geval van een collectief systeem, het telefoonnummer van de maatschappelijke zetel; de naam en de functie van de ondertekenaar van het strategisch plan waarvoor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt en een uittreksel uit het strafregister van de ondertekenaar dat minder dan zes maanden oud is, overeenkomstig het model bedoeld in artikel 596, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering en de uitvoeringsbepalingen daarvan; 2° een financieel plan en een voorlopige begroting voor de looptijd van het strategisch plan, met daarin de financiële middelen of de financiële en organisatorische middelen die nodig zijn om aan alle toepasselijke verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te voldoen;3° een beschrijving van het deel van het strategisch plan dat gewijd is aan de algemene of transversale aspecten van het beheer dat bepalend is: de aard van de afval dat onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor onder het plan vallende producten valt; de geschatte hoeveelheden in België in de handel gebrachte producten en de in artikel 121, § 2, bedoelde afval van deze producten; 4° een beschrijving van het deel van het strategisch plan dat gewijd is aan de regelingen voor het nakomen van de belangrijkste verplichtingen inzake uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van producten die hem krachtens deze titel en de uitvoeringsmaatregelen daarvan betreffen, en dat ten minste de volgende informatie bevat : betreffende de beheersverplichting, overeenkomstig afdeling 1 van dit hoofdstuk, en de uitvoeringsmaatregelen ervan : geografische dekking van producten en materialen in het Waalse Gewest; de maatregelen die zijn genomen om aan deze verplichting te voldoen; systemen voor de inzameling van afval in de onder a), ii), bedoelde gebieden, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deze in voldoende mate beschikbaar zijn en, in voorkomend geval, waar de houders van de betrokken afval deze kunnen inleveren; hoe het werkt met de spelers die betrokken zijn bij het inzamelings- en verwerkingssysteem dat het gebruikt; de maatregelen, met inbegrip van technische normen, voor de verwerking, overeenkomstig de geldende milieuwetgeving en -regelgeving, van de in het kader van de beheersverplichting ingezamelde afval; de maatregelen die zijn genomen om bij te dragen tot de ontwikkeling en het behoud van hoogwaardige lokale banen voor laaggeschoolden, ongeacht de werkgever, alsmede tot opleiding en sociaal-professionele integratie; wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudelijk afval, de wijze van samenwerking met de publiekrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met het beheer van huishoudelijk afval of met andere actoren, met name wat de vrijwillige afgiftepunten betreft; betreffende de verplichting tot financiering van afvalbeheer en bepaalde afvalpreventiemaatregelen overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk en de uitvoeringsmaatregelen ervan : de regelingen ter dekking van de kosten van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten en alle andere acties die uit hoofde van deze titel en de uitvoeringsbepalingen daarvan op dit gebied vereist zijn; de passende mechanismen voor zelfcontrole die overeenkomstig artikel 134 zijn ingesteld om het financieel beheer te beoordelen; de methoden en criteria voor de vaststelling van de door de consumenten te betalen milieubijdragen; betreffende de verplichting tot informatieverstrekking en sensibilisering, overeenkomstig afdeling 3 van dit hoofdstuk, en de uitvoeringsmaatregelen ervan : maatregelen om de houders van afval te informeren teneinde de door de Regering vastgestelde doelstellingen te bereiken; de wijze waarop informatie over de verwezenlijking van de door de Regering vastgestelde doelstellingen inzake afvalbeheer openbaar wordt gemaakt; betreffende de rapportageverplichting, overeenkomstig afdeling 1 van dit hoofdstuk, en de uitvoeringsmaatregelen ervan : maatregelen om te zorgen voor jaarlijkse rapportage aan de administratie; traceerbaarheidsmaatregelen voor afval afkomstig van onder het strategisch plan vallende producten die op de markt worden gebracht, vanaf de eerste producent van het afval tot de bestemming voor nuttige toepassing of volledige verwijdering; de passende mechanismen voor zelfcontrole die overeenkomstig artikel 137, lid 2, zijn ingesteld om de kwaliteit van de overeenkomstig dat artikel en de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1013/2006 verzamelde en gerapporteerde gegevens te beoordelen.

Art. 141.Afhankelijk van de verplichting(en) bedoeld in artikel 121, § 3, 2°, die de Regering toepast, vult de producent het strategisch plan bedoeld in artikel 140 aan met ten minste de volgende elementen : 1° betreffende de terugnameplicht bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 1, en de uitvoeringsmaatregelen daarvan : de maatregelen die zijn genomen om de naleving van deze verplichting te waarborgen; een schriftelijke verbintenis, gedateerd en ondertekend door de producent van het product die alleen handelt of, in het geval van een collectief systeem, door de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van het product, waarin wordt verklaard dat het afval waarop het strategisch plan betrekking heeft en dat aan hem wordt aangeboden door derden, in toepassing van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan, in voorkomend geval door kleinhandelaars en distributeurs, kosteloos zal worden aanvaard door hemzelf of door een of meer actoren die hij daartoe heeft aangewezen; wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudelijk afval, de wijze van samenwerking met de publiekrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met het beheer van huishoudelijk afval of met andere actoren, met name wat de vrijwillige afgiftepunten betreft; 2° met betrekking tot de verplichting tot afvalpreventie bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, en de uitvoeringsmaatregelen ervan, een beschrijving van het gedeelte van het plan dat gewijd is aan preventie, met inbegrip van de maatregelen die gericht zijn op de naleving van die verplichting en de beoordelingsindicatoren;3) met betrekking tot de verplichting om streefcijfers voor inzameling of nuttige toepassing te halen, met name voor recycling, of om te streven naar streefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik of hergebruik als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 3, en de uitvoeringsmaatregelen daarvan, de maatregelen die zijn genomen om die verplichting of die verplichtingen te doen naleven;4° betreffende de in hoofdstuk 3, afdeling 4, bedoelde verplichting tot financiering van de openbare netheid en de uitvoeringsmaatregelen ervan : de regelingen ter dekking van de kosten van openbare netheid overeenkomstig hoofdstuk 3, afdeling 4, en de uitvoeringsbepalingen daarvan; de passende mechanismen voor zelfcontrole die overeenkomstig artikel 134 zijn ingesteld om het financieel beheer te beoordelen; in voorkomend geval, de methoden en criteria voor de vaststelling van de door de consumenten te betalen milieubijdragen.

Onderafdeling 2 - Uitvoering en administratief toezicht op het strategisch plan

Art. 142.Elk jaar, vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin de beslissing tot goedkeuring van het individuele strategische plan of de beslissing tot verlening van goedkeuring voor uitgebreide productverantwoordelijkheid in werking treedt, stelt elke houder van een individueel strategisch plan dat, in voorkomend geval op administratief beroep, is goedgekeurd, of elke houder van een goedkeuring voor uitgebreide productverantwoordelijkheid die, in voorkomend geval op administratief beroep, is verleend, een jaarlijks uitvoeringsplan op dat gericht is op de uitvoering van en het administratieve toezicht op het betrokken strategische plan.

Met het oog op een regelmatige dialoog tussen de betrokken belanghebbenden legt elke in lid 1 bedoelde houder om de twee jaar, te beginnen met het jaar dat volgt op het jaar waarin de beslissing tot goedkeuring van het individuele strategische plan of de vergunningsbeslissing is genomen, de laatste twee jaarlijkse uitvoeringsplannen voor aan de beleidsgroep "Leefmilieu", afdeling "Afval".

Art. 143.Tijdens de geldigheidsduur van alle beslissingen tot goedkeuring van individuele strategische plannen en alle beslissingen tot verlening van vergunningen voor uitgebreide productverantwoordelijkheid moeten de houders ervan de bij verordening vastgestelde maatregelen voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die op hen betrekking heeft, alsook de aanvullende voorwaarde(n) waartoe op grond van artikel 187 of artikel 194 is besloten, naleven en uitvoeren. HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen die door de Regering kunnen worden geactiveerd Afdeling 1 - Terugnameplicht

Onderafdeling 1 - Bijzondere bepalingen voor huishoudelijk afval

Art. 144.§ 1. De detailhandelaar of distributeur, naar gelang van het geval, aanvaardt kosteloos van de consument huishoudelijk afval van een product dat dezelfde functies vervult als het product dat hij op de markt aanbiedt en waarvoor de terugnameplicht geldt, op voorwaarde dat de consument bij die detailhandelaar of distributeur een product met dezelfde functies verkrijgt of ten hoogste dertig dagen voordien heeft verkregen.

In afwijking van het eerste lid kan de Regering voor elke door haar vastgestelde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten waarvoor de terugnameplicht geldt, bepalen dat : 1° hetzij de kleinhandelaar en de distributeur, in voorkomend geval, van de consument gratis de afvalstoffen aanvaarden van een product dat dezelfde functies vervult als het product dat hij op de markt aanbiedt en waarvoor de terugnameplicht geldt, zonder dat de consument verplicht is een product met dezelfde functies te kopen of te verkrijgen;2° of lid 1 is niet van toepassing. § 2 Onder voorbehoud van paragraaf 1, tweede lid, 2°, leveren of laten leveren de kleinhandelaar en de distributeur aan de producent van producten of aan een door die producent aangewezen persoon het afval dat die kleinhandelaar en die distributeur overeenkomstig paragraaf 1 hebben aanvaard.

De Regering kan van lid 1 afwijken. Indien de Regering in een dergelijke afwijking voorziet, laten de distributeur en de detailhandelaar de genoemde afvalstoffen verwerken in erkende inrichtingen.

Art. 145.Wanneer het afval waarvoor de terugnameplicht geldt, huishoudelijk afval is, stelt de producent van het product kosteloos de noodzakelijke verpakking en andere inzamelmiddelen ter beschikking van alle erkende inzamelaars en alle inzamelpunten waarmee een overeenkomst voor de terugname van het afval is gesloten, of financiert hij deze. Bij de wijze van inzameling wordt met name rekening gehouden met de maximale opslagcapaciteit van containerparken, bedrijven, met name bedrijven uit de sociale economie die overeenkomstig artikel 103 zijn erkend, en, in voorkomend geval, detailhandelaren.

De producent van de producten zorgt ook voor een optimale veiligheid van die opslag, voorbereiding voor hergebruik en hergebruik.

Art. 146.Onverminderd artikel 160, eerste lid, 1°, haalt de producent van producten op zijn kosten en op regelmatige basis al het afval op dat onder de terugnameplicht valt en dat hem aan de distributeurs en kleinhandelaars in het Waalse Gewest wordt teruggegeven, of laat hij dit ophalen. De producent van het product aanvaardt gratis alle afval dat onder de terugnameplicht valt van distributeurs en detailhandelaren.

De distributeur of, in voorkomend geval, de producent van het product aanvaardt van de detailhandelaar kosteloos het afval van de producten die hij op de markt aanbiedt en waarvoor de terugnameplicht geldt.

Art. 147.Onverminderd artikel 49 kan afval dat onder de terugnameplicht vallen, op initiatief en op kosten van de producent van de producten, selectief worden ingezameld door afgifte aan inzamelaars, handelaren, makelaars, vervoerders, inrichtingen of ondernemingen die in het bezit zijn van de erkenning, registratie of enige andere administratieve vergunning die vereist is voor het groeperen, voorbewerken, nuttig toepassen of verwijderen van de genoemde afval.

Art. 148.Behoudens artikel 128 en tenzij tussen de producent van producten en de betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon of rechtspersonen anders is overeengekomen, neemt de producent van producten op eigen kosten en op gezette tijden de hem betreffende, aan de terugnameplicht onderworpen afval terug dat door de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal met het beheer van huishoudelijke afval zijn belast, zijn ingezameld, hetzij aan huis, hetzij op containerparken, hetzij op een andere wijze van inzameling.

Art. 149.De producent van producten neemt op eigen kosten en op regelmatige basis het afval terug of laat deze terugnemen dat onder de terugnameplicht valt en dat is ingezameld door de krachtens artikel 103 erkende ondernemingen van de sociale economie en door elke andere actor die actief is op het gebied van hergebruik en voorbereiding voor hergebruik en waarmee hij een overeenkomst heeft gesloten.

Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor soortgelijke afval en industrieel afval

Art. 150.Wanneer het afval waarvoor de terugnameplicht geldt, soortgelijke afval of afval van industriële oorsprong is, staat het de oorspronkelijke producent van die afval vrij een inzamelaar, handelaar, makelaar, vervoerder, installatie of onderneming te kiezen die over de erkenning, registratie of enige andere vereiste administratieve vergunning beschikt om de handelingen van groepering, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van die afval te verrichten. Afdeling 2 - Verplichting om afval te voorkomen

Art. 151.Onverminderd de bevoegdheden van de federale staat en wanneer de regering de afvalpreventieverplichting van toepassing verklaart op de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten die haar betreffen, neemt de producent van producten maatregelen om : 1° de hoeveelheid afval te verminderen die wordt veroorzaakt door het in de handel brengen van producten die onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen;2° de hoeveelheid gevaarlijke afval en potentieel voor de menselijke gezondheid of het milieu schadelijke materialen in op de markt gebrachte producten te verminderen;3° het hergebruikspotentieel en de recycleerbaarheid van de producten die de producent op de markt brengt te verbeteren;4° de milieuschade, zowel tijdens het ontwerp als tijdens het gebruik van het product te verminderen, met inbegrip van de in hoofdstuk 2, afdeling 3, bedoelde voorlichtingsmaatregelen en de uitvoeringsmaatregelen daarvan.

Art. 152.§ 1. Wanneer de in artikel 121, § 2, bedoelde afval waarschijnlijk voor hergebruik zal worden klaargemaakt, neemt de producent van producten, teneinde de voorbereiding voor hergebruik en hergebruik te bevorderen, maatregelen om de toegang tot het depot van afval dat is ingezameld in het kader van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die hem aangaat, te bevorderen voor ondernemingen van de sociale economie die overeenkomstig artikel 103 zijn erkend en voor elke andere actor die actief is op het gebied van de voorbereiding voor hergebruik en hergebruik. Deze maatregelen omvatten ten minste de verplichting om technische informatie over de betrokken producten te verstrekken die reparatie mogelijk of gemakkelijker maakt.

De voorwaarden voor toegang tot het depot worden in onderling overleg overeengekomen tussen de producent van het product en de krachtens artikel 103 erkende onderneming van de sociale economie of elke andere speler die actief is op het gebied van de voorbereiding voor hergebruik en het hergebruik. § 2 Teneinde de voorbereiding voor hergebruik van de in artikel 121, § 2, bedoelde afvalstoffen te vergroten, kunnen de overeenkomstig artikel 103 erkende onderneming van de sociale economie en elke andere actor die actief is op het gebied van voorbereiding voor hergebruik en hergebruik en waarmee de producent een overeenkomst heeft gesloten, de voor de voorbereiding voor hergebruik noodzakelijke delen afhalen, met name de reparatie van die afvalstoffen. Het doel van de extractie kan niet zijn deze onderdelen te recycleren.

Art. 153.Tenzij er een contractuele overeenkomst bestaat tussen, enerzijds, de producent van de producten en, anderzijds, de krachtens artikel 103 erkende onderneming van de sociale economie of elke andere actor die actief is op het gebied van de voorbereiding voor hergebruik en hergebruik, die deze onderneming of actor van de sociale economie opdraagt de volledige en niet-herbruikbare afval over te dragen aan een ophaler, handelaar, makelaar, vervoerder, inrichting of onderneming die over de erkenning beschikt, registratie of enige andere administratieve vergunning die vereist is om de handelingen van groepering, voorbehandeling, nuttige toepassing of verwijdering van die afvalstoffen te verrichten, overhandigt die onderneming of actor van de sociale economie aan de producent van het product of aan de door hem aangewezen persoon alle volledige en niet-herbruikbare afval waartoe zij of hij via de inzamelingskanalen van de producent van het product toegang heeft gehad. Afdeling 3 - Verplichting om streefcijfers voor inzameling of nuttige

toepassing te halen, met name voor recycling, of om te streven naar streefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik of hergebruik

Art. 154.§ 1. Krachtens deze afdeling kan de Regering voor elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, al dan niet cumulatief, voorzien in twee soorten verplichtingen: 1° een verplichting om een of meer streefcijfers voor inzameling, terugwinning en recycling te halen;2° een verplichting om toe te werken naar één of meer streefwaarden voor de voorbereiding voor hergebruik of hergebruik. Wanneer de Regering één of alle verplichtingen, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, verplicht stelt, bepaalt zij de daarmee samenhangende gekwantificeerde doelstellingen en streefwaarden overeenkomstig artikel 124, § 1, 2°, en § 2, eerste lid, 2°. § 2 Wat betreft paragraaf 1, eerste lid, 1°, wanneer de Regering krachtens artikel 124, § 1, 2°, of § 2, eerste lid, 2°, voorziet in een of meer doelstellingen van inzameling, hergebruik of nuttige toepassing, met name recycling, moet de producent van producten : 1° de verwezenlijking van die doelstelling(en) garanderen;en; 2° alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de genoemde doelstelling(en) binnen de gestelde termijn wordt (worden) bereikt. Met betrekking tot paragraaf 1, eerste lid, 2°, geldt dat wanneer de Regering krachtens artikel 124, § 1, 3°, of § 2, eerste lid, 2°, een of meer streefwaarden voor inzameling, hergebruik of nuttige toepassing, met name recycling, vaststelt, de producent van producten maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat die streefwaarde(n) geleidelijk wordt (worden) bereikt. Afdeling 4 - Verplichting tot financiering van de openbare netheid

Art. 155.§ 1. Wanneer de Regering de verplichting tot financiering van openbare netheid van toepassing verklaart op een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, draagt de betrokken producent van producten de geraamde kosten van de inzamelingsdiensten, met inbegrip van het schoonmaken, voor het in artikel 121, lid 2, bedoelde afval, wanneer dat afval zwerfafval is, alsmede de daaropvolgende vervoers- en verwerkingsdiensten voor dat zwerfafval, sensibiliseringsmaatregelen, gegevensverzameling en rapportage en de kosten van de bijdrage aan de algemene kosten van het overheidsbeleid inzake zwerfafval, met inbegrip van monitoring. § 2 De in paragraaf 1 bedoelde te dekken kosten mogen niet hoger zijn dan de kosten die nodig zijn om de daarin bedoelde diensten op kosteneffectieve wijze te verlenen en worden op transparante wijze tussen de betrokken partijen vastgesteld.

De kosten voor het opruimen van zwerfvuil zijn beperkt tot de activiteiten van het Waals Gewest, de gemeenten, de provincies en elke andere ter zake bevoegde publiekrechtelijke rechtspersoon, met inbegrip van alle personen die voor of namens hen optreden. De berekeningsmethode is zodanig ontwikkeld dat de kosten voor het opruimen van zwerfvuil op evenredige wijze kunnen worden vastgesteld § 3 Onverminderd het recht van de Europese Unie kan de regering dit artikel preciseren.

Art. 156.Artikel 134 is van overeenkomstige toepassing op de verplichting tot financiering van de openbare netheid.

Art. 157.De Regering kan bij verordening of bij individueel administratief besluit, in voorkomend geval voor elke betrokken soort of subsoort afval, bindende regels vaststellen voor het in rekening brengen van de in artikel 155 bedoelde kosten. Deze bindende voorschriften omvatten ten minste een model voor de berekening van die kosten en een lijst van de te dragen nettokosten.

Indien de Regering bij verordening de in het eerste lid bedoelde bindende regeling vaststelt, kan zij tevens de aanrekening en de invordering van deze kosten bij de producenten van de betrokken producten organiseren via een stelsel van gewestelijke retributies ten behoeve van het Waals Gewest en van alle andere publiekrechtelijke rechtspersonen bedoeld in artikel 155, § 2. HOOFDSTUK 4. - Bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op organisaties voor uitgebreide productaansprakelijkheid Afdeling 1 - Inleidende bepalingen

Art. 158.De bepalingen van dit hoofdstuk en de op grond daarvan vastgestelde bepalingen vormen een aanvulling op de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot en met 3 van deze titel en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

De organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voert de door de producenten van de producten aan haar toevertrouwde verplichtingen uit via een overeenkomstig deze titel afgegeven erkenning, in voorkomend geval op administratief beroep. Afdeling 2 - Formele verplichtingen

Art. 159.De vergunning voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van een instantie die door producenten van producten in het kader van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan kan worden belast, kan alleen worden verleend aan rechtspersonen die elk aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° worden opgericht als vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;2° als enig statutair doel hebben om namens haar contractanten de verplichtingen inzake de uitgebreide verantwoordelijkheid van producenten van producten op zich te nemen;3° onder zijn bestuurders of onder de personen die ertoe gemachtigd zijn de vereniging te verbinden alleen personen tellen die artikel 177 naleven;4° onder zijn bestuurders of onder de personen die de vereniging kunnen verbinden, geen personen opnemen die bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of bij een definitieve administratieve beslissing waarbij een of meer administratieve sancties zijn opgelegd, veroordeeld zijn geweest voor ten minste één inbreuk op de gewestelijke of federale wet- en regelgeving betreffende afval of op enige andere wet- en regelgeving van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte betreffende afval. Afdeling 3 - Algemene verplichtingen

Art. 160.De organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten : 1° verricht geen operationele afvalbeheersactiviteiten die onder een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen, noch direct, noch indirect, met name via een dochteronderneming;2° voldoet aan de aanvullende voorwaarden die bij de erkenning zijn vastgesteld;3° beschikt over voldoende middelen om zijn verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen;4° sluit een verzekeringsovereenkomst ter dekking van de schade die door zijn activiteit kan worden veroorzaakt;5° int op niet-discriminerende wijze bij de aangesloten producenten van producten de financiële bijdragen overeenkomstig de in hoofdstuk 2, afdeling 1, bedoelde verplichting tot financiering van afvalpreventie of afvalbeheer;6° verbindt zich ertoe om, in voorkomend geval, met elke producent van producten die onder regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen en die daarom verzoekt, een toetredingsovereenkomst te sluiten die voldoet aan 8° ;7° legt elk jaar aan de administratie haar balansen en resultatenrekeningen van het voorgaande jaar en haar ontwerpbegroting voor het volgende jaar voor, in voorkomend geval in de vorm en binnen de termijnen die in de machtiging zijn vastgesteld;8° past de modelovereenkomsten, waaronder de bij de vergunningsaanvraag gevoegde modelovereenkomst voor lidmaatschap, aan de voorwaarden van de verleende vergunning aan, binnen de in de vergunning gestelde termijnen;9° maakt informatie openbaar over : haar bestuurders, de met het dagelijks bestuur belaste personen, de accountants en de personen die bevoegd zijn de vereniging te vertegenwoordigen, alsmede haar leden; de door de producenten van producten betaalde financiële bijdragen per verkochte eenheid of per ton op de Belgische markt gebrachte producten; en; de procedure voor de selectie van exploitanten van afvalbeheer, met inbegrip van het mechanisme voor de beoordeling van offertes; 10° in voorkomend geval de nodige maatregelen nemen voor de gescheiden inzameling van de afvalstoffen die onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten vallen;11° eerbiedigt de wetten en voorschriften betreffende het gebruik van talen in administratieve aangelegenheden, in de handelingen en documenten die hij opstelt. Wat betreft lid 1, 5° : kan de Regering maatregelen nemen om te bevorderen dat de daarin bedoelde financiële bijdragen, waar mogelijk, worden gedifferentieerd voor elk product of elke groep van soortgelijke producten, waarbij met name rekening wordt gehouden met de duurzaamheid, de herstelbaarheid, de herbruikbaarheid en de recycleerbaarheid ervan, alsmede met de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, en daartoe een op de levenscyclus gebaseerde aanpak wordt gevolgd, in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de Europese Unie op dit gebied en, indien deze bestaan, op basis van geharmoniseerde criteria, teneinde de goede werking van de interne markt van de Europese Unie te waarborgen; als onderdeel van haar erkenningsaanvraag of haar aanvraag tot wijziging van haar erkenning kan de organisatie voor uitgebreide productverantwoordelijkheid : in aanvulling op de uitvoeringsmaatregelen die de Regering op basis van punt a) heeft genomen, aanvullende bepalingen inzake ecologische modulatie overeenkomstig genoemd punt voorstellen; indien de Regering op basis van punt a) geen uitvoeringsmaatregelen heeft genomen, overeenkomstig dat punt bepalingen voorstellen. Afdeling 4 - Verplichting tot het stellen van zekerheid

Art. 161.§ 1. Wanneer de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op huishoudelijk afval, stelt de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid een financiële zekerheid om te waarborgen dat de verplichtingen die gelden voor de betrokken regeling voor uitgebreide productaansprakelijkheid worden nagekomen, waarvan het bedrag, dat wordt vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van de organisatie voor uitgebreide productaansprakelijkheid, gelijk is aan de geraamde kosten van de overheidsinstanties die de volledige verantwoordelijkheid voor de genoemde verplichtingen op zich nemen voor een periode van negen maanden.

De Regering kan procedures vaststellen voor de berekening van het bedrag van de financiële zekerheid en voor de herziening van dat bedrag tijdens de uitvoering van het besluit tot goedkeuring van de organisatie voor de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent voor producten.

Elke financiële zekerheid wordt ten gunste van de overheid gesteld binnen zestig dagen na de datum van kennisgeving van het besluit om de organisatie goedkeuring te verlenen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. § 2 De financiële zekerheid bestaat hetzij uit een deposito bij de Deposito- en Consignatiekas, hetzij uit een onafhankelijke bankgarantie, hetzij uit een inpandgeving op een of meer bankrekeningen ten belope van het door de administratie overeenkomstig § 1 berekende bedrag.

Wanneer de financiële zekerheid wordt gevormd door een onafhankelijke bankgarantie of door een inpandgeving op een of meer bankrekeningen, wordt deze financiële zekerheid verstrekt door een kredietinstelling die is erkend door de Autoriteit voor financiële diensten en markten of door een andere autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie die bevoegd is om toezicht te houden op kredietinstellingen.

Wanneer de financiële zekerheid wordt gesteld in de vorm van een pandrecht op een of meer bankrekeningen, garandeert de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid dat ten minste tweederde van de in de vorm van een pandrecht gestelde financiële zekerheid gedurende twaalf maanden van het jaar op de in pand gegeven bankrekening(en) blijft staan. Het totaalbedrag van de financiële zekerheid die in de vorm van pandrechten ter beschikking wordt gesteld, wordt gedurende ten minste negen maanden van het jaar op de in pand gegeven bankrekening(en) aangehouden. De administratie heeft permanent elektronisch toegang tot de verpande bankrekening(en).

Een besluit tot erkenning van de erkende instantie voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten is pas uitvoerbaar vanaf het moment dat de overheid erkent dat de zekerheid is gesteld. § 3 In elk geval kan de financiële zekerheid gelijktijdig met of na een administratieve beslissing tot schorsing of intrekking, in voorkomend geval afgegeven op administratief beroep, op eenvoudig verzoek van de administratie geheel of gedeeltelijk worden vrijgegeven op grond van de gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van de verplichtingen van de erkende organisatie voor de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. De erkende organisatie die de zekerheid stelt, vermeldt de inhoud van dit paragraaf uitdrukkelijk in de documenten die de financiële zekerheid vormen. § 4 De administratie geeft de financiële zekerheid terug nadat zij naar behoren heeft vastgesteld dat bij het verstrijken of de vroegtijdige beëindiging van de beslissing tot erkenning geen nieuwe erkenning wordt aangevraagd en dat de producent van de producten of de erkende organisatie heeft voldaan aan al zijn verplichtingen met betrekking tot de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten.

De administratie neemt een beslissing over de teruggave van de financiële zekerheid binnen honderdtachtig dagen na het verstrijken of de vervroegde beëindiging van de geldigheidsduur van de beslissing tot het verlenen van de vergunning.

De administratie brengt haar beslissing ter kennis van de Deposito- en Consignatiekas of de bankinstelling die de financiële zekerheid heeft gesteld, en van de erkende organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten. § 5 De Regering kan aanvullende maatregelen nemen met betrekking tot de vormen van garantie waarin de afvalstoffenwetgeving van de Europese Unie voorziet. HOOFDSTUK 5 - Governanceverplichtingen Afdeling 1 - Inleidende bepalingen

Art. 162.Bij de sluiting en uitvoering van elk contract inzake uitgebreide productverantwoordelijkheid dat op haar betrekking heeft en door haar of namens haar wordt gesloten, hierna in deze afdeling kortweg "contract" genoemd, neemt de organisatie voor uitgebreide productverantwoordelijkheid alle nodige maatregelen om ten minste te voldoen aan de bepalingen van deze afdeling en de uitvoeringsmaatregelen daarvan.

Deze contracten hebben een minimale looptijd van twee jaar en een maximale looptijd van vijf jaar.

De regering kan voor elke door haar te bepalen regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid de in het tweede lid bedoelde maximumduur van contracten voor door haar te bepalen soorten proefprojecten verlengen tot tien jaar.

Onderafdeling 2 - Mededingingsprocedures voor marktdeelnemers

Art. 163.Voor de gunning van haar opdrachten nodigt de met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid belaste organisatie marktdeelnemers die aan haar behoeften kunnen voldoen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten die haar betreffen uit tot mededinging door middel van een aanbesteding of een andere offerte om een contract met haar te sluiten.

Onderafdeling 3 - Gelijkheid, non-discriminatie, transparantie en proportionaliteit

Art. 164.De organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid behandelt marktdeelnemers gelijk en zonder te discrimineren en handelt op een transparante en proportionele manier.

Onderafdeling 4 - Kunstmatige beperking van de mededinging

Art. 165.§ 1. De organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid mag een aanbesteding of een andere offerte om een contract met haar te sluiten niet opstellen met de bedoeling de concurrentie kunstmatig te beperken. Concurrentie wordt als kunstmatig beperkt beschouwd wanneer een aanbesteding of een andere aanbieding om een contract met de organisatie te sluiten, is bedoeld om bepaalde marktdeelnemers onrechtmatig te bevoordelen of te benadelen.

Marktdeelnemers ondernemen geen actie en gaan geen overeenkomsten of afspraken aan die de normale concurrentievoorwaarden kunnen verstoren. § 2 Niet-naleving van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde bepaling geeft aanleiding tot de toepassing van de volgende maatregelen, behalve wanneer ook niet wordt voldaan aan paragraaf 1, eerste lid, in welk geval paragraaf 3 van toepassing is: 1° zolang het orgaan dat verantwoordelijk is voor de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producenten van producten geen eindbeslissing heeft genomen en het contract dat voortvloeit uit de aanbesteding of het aanbod tot contractsluiting niet is gesloten, de afwijzing van de aanvragen tot deelname of van de offertes die naar aanleiding van een dergelijke handeling, overeenkomst of akkoord zijn ingediend;2° als het contract dat voortvloeit uit de uitnodiging tot inschrijving of het aanbod tot inschrijving al is gesloten, de onmiddellijke stopzetting van de uitvoering van dat contract, tenzij de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producenten van producten in een gemotiveerde beslissing anders beslist. Met betrekking tot het eerste lid, 2°, deelt de met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid belaste organisatie, indien zij de daarin bedoelde gemotiveerde beslissing neemt, deze onverwijld mee aan de administratie. § 3 Niet-naleving van de bepalingen van § 1, eerste lid, al dan niet gepaard gaande met niet-naleving van de bepalingen van § 1, tweede lid, geeft aanleiding tot de toepassing van de volgende maatregelen: 1° zolang de organisatie met uitgebreide producentenverantwoordelijkheid het contract dat voortvloeit uit de uitnodiging tot inschrijving of het aanbod om met haar een contract te sluiten, nog niet heeft gesloten, het afzien van de gunning of sluiting van dat contract, in welke vorm dan ook;2° wanneer het contract dat voortvloeit uit de aanbesteding of het aanbod om een contract te sluiten met de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten, reeds is gesloten, ongeacht de vorm, de onmiddellijke stopzetting van de uitvoering van dat contract. Onderafdeling 5 - Belangenconflicten

Art. 166.§ 1. De organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid neemt de nodige maatregelen om belangenconflicten bij de gunning en uitvoering van haar contracten doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

Het begrip belangenconflict verwijst naar elke situatie waarin, tijdens de gunning of uitvoering van een contract, een persoon die op welke manier dan ook verbonden is met de organisatie op het gebied van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, evenals een persoon die de gunning of het resultaat van het contract kan beïnvloeden, een direct of indirect financieel, economisch of ander persoonlijk belang heeft dat kan worden gezien als een aantasting van hun onpartijdigheid of onafhankelijkheid bij de gunning of uitvoering van het contract. § 2 Het is elke persoon die op welke manier dan ook verbonden is met de organisatie voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van producten, alsook elke persoon die de gunning van een opdracht of het resultaat ervan kan beïnvloeden, verboden om op welke manier dan ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussen te komen bij de gunning of de uitvoering van deze opdracht, zodra hij zich, persoonlijk of via een tussenpersoon, in een situatie van belangenconflict bevindt met een van de aannemers, leveranciers of dienstverleners die partij zijn bij deze opdracht. § 3 Het bestaan van een belangenconflict wordt in elk geval verondersteld: 1° zodra er sprake is van een relatie of samenwerkingsverband, in rechte lijn tot en met de derde graad en in zijlijn tot en met de vierde graad, of in geval van wettelijk samenwonen, tussen een persoon die op enigerlei wijze verbonden is met de organisatie op het vlak van de uitgebreide verantwoordelijkheid van producenten van producten, alsmede iedere persoon die invloed kan uitoefenen op de gunning van de opdracht of het resultaat daarvan, en een van de aannemers, leveranciers of dienstverleners die partij zijn bij de genoemde opdracht of iedere andere natuurlijke persoon die namens een van hen vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent;2° wanneer een persoon die op enigerlei wijze verbonden is met de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, of een persoon die de gunning van een opdracht of het resultaat daarvan kan beïnvloeden, zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of actieve partner is van een van de contractanten, leveranciers of dienstverleners die partij zijn bij de genoemde opdracht, dan wel zelf of, in voorkomend geval, via een tussenpersoon, rechtens of feitelijk een bevoegdheid uitoefent op het gebied van vertegenwoordiging, besluitvorming of controle. Elke persoon die zich in een situatie van belangenconflict bevindt, moet zich terugtrekken. Hij/zij moet de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de autoriteiten onverwijld schriftelijk informeren.

Wanneer een persoon die op enigerlei wijze verbonden is met de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, of een persoon die invloed kan uitoefenen op de gunning van een opdracht of het resultaat daarvan, zelf of via een tussenpersoon een of meer aandelen bezit die ten minste vijf procent van het aandelenkapitaal van een van de contractanten, leveranciers of dienstverleners van de opdracht vertegenwoordigen, is hij verplicht de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de administratie daarvan op de hoogte te stellen.

Onderafdeling 6 - Naleving van milieu-, sociale en arbeidswetgeving

Art. 167.Marktdeelnemers eerbiedigen en verzekeren dat alle personen die in welke fase dan ook als onderaannemer optreden en alle personen die personeel ter beschikking stellen voor de uitvoering van de opdracht, alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht naleven die zijn vastgelegd in het recht van de Europese Unie, het nationale recht, collectieve overeenkomsten of internationale bepalingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht.

Onverminderd de toepassing van sancties als bedoeld in andere wettelijke, bestuursrechtelijke of contractuele bepalingen, worden inbreuken op de in het eerste lid bedoelde verplichtingen door de organisatie voor uitgebreide productaansprakelijkheid geregistreerd en geven zij zo nodig aanleiding tot de toepassing van de contractuele maatregelen in geval van inbreuk op de bepalingen van het contract.

Onderafdeling 7 - Marktdeelnemers

Art. 168.§ 1. Marktdeelnemers die krachtens de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de betrokken dienst te verlenen, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij krachtens de in België geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn. § 2 Groepen marktdeelnemers kunnen deelnemen aan aanbestedingen en offertes voor contracten met de uitgebreide organisatie voor producentenverantwoordelijkheid. De uitgebreide organisatie voor producentenverantwoordelijkheid verplicht hen niet om een specifieke rechtsvorm te hebben om een verzoek tot deelname of een offerte in te dienen.

Prestatievoorwaarden die in een uitnodiging tot inschrijving of in een offerte voor een opdracht aan dergelijke combinaties van ondernemers worden opgelegd en die verschillen van die welke aan individuele deelnemers worden opgelegd, moeten op objectieve gronden gerechtvaardigd en evenredig zijn.

In afwijking van lid 1 kunnen organisaties voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van combinaties van ondernemers verlangen dat zij een bepaalde rechtsvorm aannemen wanneer de opdracht aan hen is gegund, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht noodzakelijk is.

Onderafdeling 8 - Forfaitair beginsel

Art. 169.Contracten die voortvloeien uit aanbestedingen of offertes om contracten te sluiten met de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid worden gegund op basis van een vaste prijs en tijdens de uitvoering ervan mogen geen wijzigingen worden aangebracht die als substantieel worden beschouwd.

In de volgende gevallen kunnen opdrachten echter zonder vaste prijs worden gegund: 1° in uitzonderlijke gevallen, voor werken, leveringen of diensten die complex zijn of met een nieuwe techniek die grote technische onzekerheden inhoudt, waardoor de uitvoering moet beginnen wanneer niet alle voorwaarden voor de uitvoering en de verplichtingen volledig kunnen worden bepaald;2° in geval van buitengewone en onvoorzienbare omstandigheden die een zorgvuldige organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid niet kon voorzien, in geval van dringende werken, leveringen of diensten waarvan de uitvoeringsvoorwaarden moeilijk te bepalen zijn. Onderafdeling 9 - Prijsherziening

Art. 170.Het forfaitaire karakter van de in artikel 169 bedoelde contracten belet niet dat de prijzen op grond van specifieke economische of sociale factoren kunnen worden herzien, op voorwaarde dat een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige prijsherzieningsclausule is opgenomen in de documenten betreffende de uitnodiging tot inschrijving of het aanbod om een contract te sluiten met de organisatie voor de uitbreiding van de verantwoordelijkheid van de producenten van producten.

Prijsherzieningen moeten veranderingen in de prijzen van de belangrijkste componenten van de kostprijs weerspiegelen.

Indien de markdeelnemer een beroep doet op onderaannemers, moeten deze, in voorkomend geval, hun prijzen laten herzien volgens de procedures die door de met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid belaste instantie zijn vastgesteld in de inschrijvingsdocumenten of de offerte voor het sluiten van een overeenkomst met de onderaannemer, en wel in die mate die overeenstemt met de aard van de door hen verleende diensten.

Onderafdeling 10 - Vertrouwelijkheid

Art. 171.§ 1. Zolang de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geen beslissing heeft genomen over, naar gelang van het geval, de selectie of kwalificatie van gegadigden of deelnemers, de regelmatigheid van de inschrijvingen, de gunning van de aanbesteding of de aanbieding om een contract met haar te sluiten, of het afzien van de gunning van de aanbesteding of de aanbieding om een contract met haar te sluiten, hebben de gegadigden, deelnemers, inschrijvers en derden, met uitzondering van de administratie, geen toegang tot de documenten die verband houden met de gunningsprocedure, met name de verzoeken tot deelneming of erkenning, de inschrijvingen en de interne documenten van de organisatie betreffende de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producenten van de producten.

Van het bepaalde in het eerste lid mag worden afgeweken na schriftelijke instemming van de gegadigde of inschrijver die aan de onderhandelingen deelneemt, en alleen met betrekking tot door die gegadigde of inschrijver verstrekte vertrouwelijke informatie. Deze afwijking laat het recht van de administratie op toegang tot de in lid 1 bedoelde documenten onverlet. § 2 De organisatie die belast is met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten maakt geen informatie bekend die de marktdeelnemer haar op vertrouwelijke basis heeft meegedeeld, met inbegrip van eventuele technische of commerciële geheimen en vertrouwelijke aspecten van het aanbod.

Hetzelfde geldt voor elke persoon die uit hoofde van zijn functie of de hem toevertrouwde opdrachten kennis heeft van dergelijke vertrouwelijke informatie. § 3 De organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kan de marktdeelnemer eisen opleggen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van de informatie die haar ter beschikking wordt gesteld. § 4 Persoonsgegevens die ten behoeve van de verwerking van facturen zijn verkregen, mogen uitsluitend voor deze doeleinden of voor andere daarmee verenigbare doeleinden worden gebruikt. De regels met betrekking tot de openbaarmaking van persoonsgegevens die zijn verzameld in het kader van de verwerking van elektronische facturen moeten in overeenstemming zijn met de doeleinden van openbaarmaking en het beginsel van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Afdeling 6 - Strengere verplichtingen voor strategische plannen

Art. 172.§ 1. De organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten stelt een strategisch plan op overeenkomstig artikel 140 en, indien van toepassing, overeenkomstig artikel 141, en vult dit aan met ten minste alle volgende elementen : 1° een bijlage bij het financieel plan en de geraamde begroting voor de duur van de erkenning, met vermelding van ten minste : de geschatte inkomsten uit terugwinningsstromen, met name recyclage; de berekenings- en evaluatiemethoden en de hoogte van de bijdragen ter dekking, overeenkomstig de in hoofdstuk 2, afdeling 2, bedoelde verplichting tot financiering van het afvalbeheer en van bepaalde afvalpreventiemaatregelen, van de kosten van de verplichtingen waarvoor de organisatie verantwoordelijk is in het kader van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producenten van producten en, voor elk materiaal, van de inzamelingsmethoden; de voorwaarden en procedures voor de herziening van de retributies naar gelang van de ontwikkeling van de kosten van de aan de organisatie opgelegde verplichtingen in het kader van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producenten van producten bij de toepassing van deze titel en de maatregelen ter uitvoering ervan; de methoden die worden gebruikt om inkomsten toe te wijzen aan de werking van het collectieve systeem, met name door ervoor te zorgen dat er geen kruissubsidiëring is tussen huishoudelijk en industrieel afval, en door eventuele beperkte reserves op te bouwen; de financiering van de eventuele verliezen; 2° een model van toetredingsovereenkomst die de organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid moet sluiten met de producenten van de betrokken producten om hun verplichtingen uit hoofde van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan op zich te nemen. Met betrekking tot paragraaf 1, 1°, d), wanneer de organisatie met uitgebreide producentenverantwoordelijkheid reserves wenst aan te leggen, stelt zij, als onderdeel van haar vergunningsaanvraag of tijdens de geldigheidsperiode van haar vergunning via een aanvraag tot wijziging van de vergunning, de numerieke limieten en de maatregelen die van toepassing zijn in geval van overschrijding van de reserves vast in overeenstemming met de wetgeving of boekhoudkundige regels die op haar van toepassing zijn. § 2 Onverminderd paragraaf 1 bevat het strategisch plan, wanneer het betrekking heeft op huishoudelijk afval, ook : 1° een modelcontract voor te stellen aan de publiekrechtelijke rechtspersonen die instaan voor de ophaling van huishoudelijk afval, met vermelding van : de modaliteiten voor de inzameling van de huishoudafval en voor de tenlasteneming van de ingezamelde afval ; de minimale technische voorwaarden per type afval voor de sortering, alsook voor de planning en de organisatie van de verwijdering en de verkoop van de gesorteerde afval, hetzij door betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon, hetzij door het erkende orgaan inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; de procedure voor het selecteren van afvalbeheerders, in het bijzonder de manier waarop contracten voor selectieve inzameling, sortering en recycling worden georganiseerd; een raming voor de duur van de erkenning van de financiële bijdragen van de producenten per verkochte eenheid of per ton op de Belgische markt gebracht product; 2° een modelovereenkomst die in voorkomend geval moet worden aangeboden aan sociale-economieondernemingen die overeenkomstig artikel 103 zijn erkend, met vermelding van : de modaliteiten voor de inzameling van de huishoudafval en voor de tenlasteneming van de ingezamelde afval ; de minimale technische voorwaarden per materiaal of soort afval voor het sorteren en voor het plannen en organiseren van de inzameling en verkoop van hergebruikte materialen door de betrokken onderneming uit de sociale economie die krachtens artikel 103 is erkend; 3° een schriftelijke, gedateerde en ondertekende verbintenis van de producent om het bewijs te leveren dat de financiële zekerheid bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling 4, gesteld is uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van de erkenningsbeslissing. § 3 Onverminderd paragraaf 1, wanneer het soortgelijke afval of afval van industriële oorsprong betreft, bevat de aanvraag tot goedkeuring ook : 1° een beschrijving van de wijze waarop de erkenningsaanvrager wil tussenkomen in de kosten van selectieve inzameling, recyclage, nuttige toepassing en verbranding met energieterugwinning in vergunde afvalverbrandingsinstallaties van de houders van de betrokken soortgelijke afval of beroepsafval;2° een beschrijving van de manier waarop de aanvrager van de erkenning de houders van de betrokken soortgelijke afval of beroepsafval ertoe wil aanzetten om deze in te zamelen, te recycleren en nuttig toe te passen;3° een actieplan om het probleem van soortgelijke afval of relevant professioneel afval van kleine en middelgrote ondernemingen aan te pakken;4° een beschrijving van de manier waarop de aanvrager van de erkenning de controleerbaarheid en de controleerbaarheid van de soortgelijke afval en de gerecycleerde en nuttig toegepaste beroepsafval zal garanderen;5° het modelcontract dat de aanvrager van de erkenning voor uitgebreide productverantwoordelijkheid wenst te sluiten met publieke of private operatoren, met het oog op de naleving van de verplichtingen die de productproducenten hem op grond van deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan hebben opgelegd;6° in voorkomend geval, een studie van de technische middelen en infrastructuur die nodig zijn om voor elk jaar van de periode waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, de doelstellingen te bereiken die voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de betrokken producten zijn bepaald bij of krachtens dit decreet. Afdeling 7 - Bijzondere bepalingen in geval van meerdere organisaties

voor uitgebreide productverantwoordelijkheid die onder dezelfde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen

Art. 173.Wanneer op het grondgebied van het Waalse Gewest verschillende instanties voor uitgebreide productverantwoordelijkheid namens productproducenten verplichtingen uitvoeren in het kader van dezelfde uitgebreide productverantwoordelijkheid, houdt de administratie toezicht op de uitvoering van de verplichtingen in het kader van de uitgebreide productverantwoordelijkheid.

De Regering kan alle passende maatregelen nemen om het coherente naast elkaar bestaan van twee of meer organen voor uitgebreide productverantwoordelijkheid voor eenzelfde uitgebreide productverantwoordelijkheid op het grondgebied van het Waals Gewest te garanderen. HOOFDSTUK 5. - Erkenningen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en beslissingen om individuele strategische plannen goed te keuren Afdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor goedkeuringen van

uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en besluiten tot goedkeuring van individuele strategische plannen

Art. 174.§ 1. Niemand mag de bij en krachtens deze titel vastgestelde verplichtingen namens en voor rekening van producenten van producten die onder een uitgebreid producentenverantwoordelijkheidsstelsel vallen, uitvoeren zonder eerst in het bezit te zijn van een uitvoerbare goedkeuring die voor het betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is afgegeven, in voorkomend geval op administratief beroep. § 2 Behoudens artikel 127, § 2, 2°, kan niemand zijn verplichtingen in verband met de uitgebreide verantwoordelijkheid van producenten van producten overeenkomstig deze titel en de uitvoeringsmaatregelen ervan nakomen zonder houder te zijn van een uitvoerbaar individueel strategisch plan dat is goedgekeurd, in voorkomend geval op administratief beroep. § 3 Elke persoon die houder is van een goedkeuring van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor afgegeven producten en elke persoon die houder is van een individueel strategisch plan dat door en overeenkomstig deze titel is goedgekeurd, stelt de autoriteiten daarvan onverwijld in kennis: 1° elk ongeval of incident dat de in artikel 32 bedoelde belangen kan schaden;2° elke wijziging van de essentiële gegevens in het aanvraagdossier sinds de goedkeuring van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of de goedkeuring van het individueel strategisch plan, met inbegrip van de stopzetting van de activiteit. § 4. Elke erkenning van uitgebreide productverantwoordelijkheid die is verleend of elk individueel strategisch plan dat is goedgekeurd, door en in overeenstemming met deze titel, is niet overdraagbaar. § 5 Alle akten, facturen, publicaties, brieven, bestelbonnen en andere documenten die worden uitgereikt in het kader van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, door een persoon die beschikt over een uitgereikte erkenning voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of door een persoon die beschikt over een goedgekeurd individueel strategisch plan, door en overeenkomstig deze titel, bevatten een verwijzing naar zijn erkenning of goedgekeurd individueel strategisch plan, alsook de datum waarop ze werd uitgereikt en de vervaldatum ervan.

Art. 175.Elke erkenning van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of individueel strategisch plan, goedgekeurd bij en krachtens deze titel, wordt afgegeven voor een periode van maximaal vijf jaar.

Art. 176.Voor alle regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid: 1° met betrekking tot erkenningen voor uitgebreide productaansprakelijkheid is de Regering bevoegd om uitspraak te doen over administratieve beroepen die worden ingesteld tegen administratieve beslissingen;2° voor de afzonderlijke strategische plannen wijst de Regering de instantie aan die bevoegd is om uitspraak te doen over de administratieve beroepen die tegen de administratieve beslissingen worden ingesteld.

Art. 177.Teneinde na te gaan of een persoon die krachtens deze titel verzoekt om goedkeuring van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of goedkeuring van een individueel strategisch plan, van dien aard is dat een adequate bescherming van het milieu is gewaarborgd, kan elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of persoon met wettelijke bevoegdheid om een rechtspersoon te vertegenwoordigen die verzoekt om goedkeuring van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of goedkeuring van een individueel strategisch plan gedurende ten minste tien jaar niet zijn veroordeeld voor een delict dat voortvloeit uit een definitieve rechterlijke beslissing of een definitieve administratieve beslissing waarbij een of meer administratieve sancties zijn opgelegd, en op het moment van de indiening van de aanvraag tot goedkeuring of erkenning niet nog onderworpen zijn aan een verbods- of ontzeggingsmaatregel die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op afvalactiviteiten waarvoor de goedkeuring of erkenning wordt aangevraagd.

Art. 178.§ 1. Onverminderd artikel D.198 van boek I van het Milieuwetboek, kan de administratie op elk moment de goedkeuring voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten die bij en krachtens deze titel is verleend, voor een periode van maximaal zes maanden schorsen of intrekken, in voorkomend geval door de Regering op administratief beroep, evenals het individuele strategische plan dat bij en krachtens deze titel is goedgekeurd, voor een periode van maximaal zes maanden schorsen of intrekken, in voorkomend geval door de bevoegde autoriteit op administratief beroep: 1° indien de houder van de uitgebreide erkenning van producentenverantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk niet voldoet aan alle of sommige van : de bij en krachtens deze titel vastgestelde verplichtingen van de producent van producten voor de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; de uitgebreide productverantwoordelijkheidsverplichtingen van de organisatie overeenkomstig dit hoofdstuk en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen; indien van toepassing, de aanvullende voorwaarde(n) die overeenkomstig artikel 187 in de erkenningsbeslissing betreffende de uitgebreide productverantwoordelijkheid van de producent is/zijn opgenomen; in voorkomend geval, de verplichtingen die op hem van toepassing zijn krachtens het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen en zijn uitvoeringsmaatregelen; 2° indien de houder van het individuele strategische plan er niet in slaagt geheel of gedeeltelijk uitvoering te geven aan alle of sommige van : de bij en krachtens deze titel vastgestelde verplichtingen van de producent van producten voor de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; in voorkomend geval, de bijkomende voorwaarde(n) ingevoegd in de beslissing tot goedkeuring van het individueel strategisch plan overeenkomstig artikel 194, in voorkomend geval goedgekeurd op administratief beroep; in voorkomend geval, de verplichtingen die op hem van toepassing zijn krachtens het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen en zijn uitvoeringsmaatregelen. § 2 Behalve in speciaal gerechtvaardigde spoedeisende gevallen wordt elke beslissing tot opschorting van de goedkeuring van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of het individuele strategische plan genomen nadat de houder van de goedkeuring of het individuele strategische plan in kwestie de gelegenheid heeft gekregen om binnen een termijn van ten minste vijftien dagen zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

Elk beslissing tot intrekking van de goedkeuring voor uitgebreide producententverantwoordelijkheid of het individuele strategische plan wordt genomen nadat de houder van de goedkeuring of het individuele strategische plan in kwestie de gelegenheid is geboden om binnen een termijn van ten minste vijftien dagen mondeling of schriftelijk opmerkingen in te dienen § 3 Elk beslissing tot schorsing of intrekking wordt verzonden naar de houder van de erkenning of het individuele strategische plan.

Art. 179.Om de identificatie van erkende organisaties en producenten van producten die houder zijn van een individueel strategisch plan overeenkomstig deze titel mogelijk te maken en om het contact met hen te vergemakkelijken voor andere actoren in de afvalbeheerketen die onderworpen zijn aan een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid overeenkomstig deze titel, publiceert en actualiseert de administratie op minstens één website in het Waals Gewest de lijst van erkende organisaties en de lijst van producenten van producten die houder zijn van een individueel strategisch plan en specificeert de regelingen voor uitgebreide productenverantwoordelijkheid waarvoor de genoemde organisaties houder zijn van een dergelijke erkenning en de genoemde productproducenten houder zijn van een dergelijk individueel strategisch plan.

Deze lijsten kunnen de volgende informatie bevatten: 1° als het gaat om: een erkende organisatie: haar naam of bedrijfsnaam, het adres van haar statutaire zetel en, facultatief voor de genoemde organisatie, haar telefoonnummer, haar e-mailadres, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een productproducent met een individueel strategisch plan : die handelt als een natuurlijke persoon: hun voor- en achternaam, het adres van hun bedrijf en, optioneel voor de genoemde producent, hun telefoonnummer, hun e-mailadres en het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; die als rechtspersoon optreedt: zijn naam of handelsnaam, het adres van zijn statutaire zetel en, facultatief voor de genoemde producent, zijn telefoonnummer en e-mailadres, en het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van de erkende organisatie of productproducent die houder is van een individueel strategisch plan of, bij ontstentenis daarvan, haar identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of beroepsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het identificatienummer of de administratieve referentie van de erkenning of goedkeuring van het individueel strategisch plan voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;4° de vervaldatum van de erkenning of van het individueel strategisch plan;5° in voorkomend geval, en facultatief voor de erkende instelling of productproducent met een individueel strategisch plan, het adres van haar website;6° de beslissing tot schorsing van de erkenning of van het individueel strategisch plan, met inbegrip van de datum waarop de schorsing verstrijkt;7° de beslissing om de erkenning of het individueel strategisch plan in te trekken.

Art. 180.§ 1. Tenzij anders of specifiek bepaald in dit hoofdstuk of de uitvoeringsmaatregelen ervan, wordt elke zending die onder en krachtens dit hoofdstuk valt, uitgevoerd via een van de volgende twee communicatiemethoden: 1° op papier door : 1° ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst; elke soortgelijke formule waarmee vaste datum aan de verzending en aan de ontvangst van de akte gegeven kan worden, ongeacht de distributiedienst ; neerlegging tegen ontvangstbewijs. 2° of elektronisch door : geauthenticeerde elektronische handtekening; digitale kopie van de administratieve handeling of andere informatie die is verstrekt als onderdeel van het administratieve proces, met de hand ondertekend.

Met betrekking tot het eerste lid, 1°, b), en 2°, kan de Regering de procédés of methoden bepalen die zij erkent om aan de verzending en de ontvangst van een stuk een zekere datum te geven. § 2 Voor elk regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten die onder deze titel vallen of voor bepaalde systemen die zij bepaalt, kan de Regering formulieren vaststellen voor de erkenning en de goedkeuring van het individuele strategische plan.

Wanneer de Regering overeenkomstig lid 1 een overeenstemmend formulier aanneemt, kan zij met name binnen dat formulier : 1° een algemeen gedeelte dat gemeenschappelijk is voor alle regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vaststellen;2° 2° een specifieke sectie gewijd aan elke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vaststellen. § 3 Behoudens andersluidende of specifieke bepalingen in deze titel of in de uitvoeringsbepalingen ervan, wordt elk conform formulier dat door de Regering wordt aangenomen, aan de administratie toegezonden met behulp van een van de in paragraaf 1 bedoelde communicatiemiddelen.

Art. 181.§ 1. De regering kan bepalen en voorleggen : 1° bepaalde maatregelen die de productproducent moet uitvoeren tijdens de geldigheidsduur van de beslissing tot goedkeuring van het individueel strategisch plan aan : informatie aan de administratie; het advies van de administratie; de administratieve goedkeuring; 2° bepaalde maatregelen die de erkende organisatie voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid tijdens de geldigheidsduur van de erkenning moet uitvoeren naar : de informatie aan de administratie of aan een of meer door de Regering bepaalde instanties; het advies aan de administratie of naar een of meer door de Regering bepaalde instanties; de administratieve goedkeuring; § 2 Voor alle administratieve goedkeuringsbeslissingen, vermeld in paragraaf 1, 1°, c), en 2°, c), of voor sommige daarvan die zij bepaalt, kan de Regering de overeenkomstige toepassing vaststellen: 1° betreffende de door de organisatie uit te voeren maatregelen met betrekking tot de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten tijdens de geldigheidsduur van de erkenningsbeslissing, artikel 190;2° betreffende de maatregelen die de producent moet uitvoeren tijdens de geldigheidsduur van de beslissing tot goedkeuring van het individueel strategisch plan, artikel 197.

Art. 182.§ 1. Met betrekking tot de berekening van de termijnen: 1° is de dag van verzending of ontvangst die het beginpunt van een termijn is, niet in die termijn begrepen; 2° is de dag waarop een termijn verstrijkt, in de termijn begrepen..

In afwijking van lid 1, 2°, wordt, wanneer de dag waarop een termijn verstrijkt een zaterdag, een zondag of een feestdag is, de dag waarop de termijn verstrijkt, verschoven naar de eerstvolgende werkdag. § 2 Alle in dit hoofdstuk bedoelde termijnen worden van rechtswege geschorst van 16 juli tot en met 15 augustus en van 24 december tot en met 1 januari.

In geval van schorsing van de in lid 1 bedoelde termijn worden de termijnen voor verzending en verstrijken verlengd met de duur van de schorsing of verlenging. Afdeling 2 - Bijzondere bepalingen voor erkenningen van uitgebreide

producentenverantwoordelijkheid voor producten Onderafdeling 1 - Inhoud van de aanvraag tot erkenning van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Art. 183.Alle aanvragen om erkenning in het kader van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid moeten ten minste de volgende informatie bevatten: 1° een strategisch groepsplan overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 5 en hoofdstuk 4, afdeling 6;2° een kopie van de statuten van de betrokken rechtspersoon en de eventuele wijzigingen eraan tot op de datum van indiening van de vergunningsaanvraag, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;3° een uittreksel uit het strafregister van de betrokken rechtspersoon van minder dan zes maanden volgens het model bedoeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en de uitvoeringsmaatregelen ervan. Onderafdeling 2 - Procedures

Art. 184.§ 1. Alle aanvragen voor erkenning van uitgebreide productverantwoordelijkheid, hierna "aanvragen voor erkenning" genoemd, worden naar de administratie gezonden. § 2 De administratie stuurt de aanvrager binnen tien dagen een ontvangstbevestiging van de aanvraag: 1° per gewone post als de aanvraag op papier werd ingediend;2° per niet-geauthenticeerde e-mail of niet-geauthenticeerd bericht als de aanvraag elektronisch werd ingediend. § 3. De administratie richt de beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van zijn erkenningsaanvraag binnen vijfenveertig dagen te rekenen van de dag van ontvangst van de erkenningsaanvraag. § 4 Als de erkenningsaanvraag onvolledig is, stuurt de administratie de aanvrager binnen dertig dagen na ontvangst van de erkenningsaanvraag een lijst met de ontbrekende gegevens of documenten, hierna de stukken genoemd. In dat geval wordt de administratieve procedure hervat vanaf de datum van ontvangst van de stukken.

De erkenningsaanvrager stuurt de gevraagde bijkomende stukken aan de administratie binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van verzending van de aanvraag van de stukken.

De administratie stuurt de erkenningsaanvrager binnen tien dagen een ontvangstbevestiging van de stukken: 1° per gewone post indien de genoemde stukken op papier werden verzonden;2° per niet-geauthenticeerde e-mail of niet-geauthenticeerd bericht als de stukken elektronisch werden ingediend. De administratie stuurt het besluit over het volledige en ontvankelijke karakter van de erkenningsaanvraag aan de aanvrager binnen dertig dagen, te rekenen van de datum waarop zij de bijkomende stukken in ontvangst neemt.

De administratie stuurt de aanvrager een beslissing waarin staat dat de erkenningsaanvraag niet-ontvankelijk is als : 1° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 177;2° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 180 en zijn uitvoeringsmaatregelen;3° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 183 en zijn uitvoeringsmaatregelen;4° de aanvrager van de erkenning de gevraagde stukken niet heeft overgemaakt binnen de in lid 2 van dit paragraaf bedoelde termijn;5° ze tweemaal onvolledig wordt bevonden;6° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 189; § 5 Bij het verstrijken van de in de derde en vierde paragraaf bedoelde termijnen, indien de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid of de niet-ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag niet aan de aanvrager is meegedeeld, wordt de erkenningsaanvraag geacht van rechtswege ontvankelijk te zijn.

Art. 185.Binnen negentig dagen na de datum waarop de administratie de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag heeft verzonden of, bij ontstentenis van dergelijke beslissing, op de datum van de stilzwijgende beslissing over de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 184, § 5, vraagt zij het advies van de beleidsgroep "Leefmilieu", afdeling "Afval". De adviesaanvraag gaat vergezeld van ten minste één ontwerp-beslissing.

De beleidsgroep "Leefmilieu", afdeling "Afval", stuurt haar advies binnen vijfenveertig dagen na de datum van aanhangigmaking door de administratie.

Indien binnen de in lid 2 genoemde termijnen geen advies is verzonden, wordt de procedure voortgezet.

Art. 186.Vanaf de datum van de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag of, bij ontstentenis van een dergelijke beslissing, vanaf de datum van de stilzwijgende beslissing over de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 184, § 5, stuurt de administratie de beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning binnen honderdtwintig dagen naar de aanvrager.

Indien het beslissing tot verlening of weigering van de erkenning aan het einde van de in het eerste lid bedoelde termijn niet aan de aanvrager is toegezonden, wordt de erkenningsaanvraag geacht van rechtswege te zijn afgewezen.

Art. 187.§ 1. De erkenningsbeslissing door de administratie of, indien van toepassing, de regering na een administratief beroep : 1° bepaalt de geldigheidsduur ervan, die niet meer dan vijf jaar mag bedragen;2° in voorkomend geval, identificeert de handelingen en documenten, ter uitvoering van het collectief strategisch plan, die onderworpen zijn aan informatie-, advies- of goedkeuringsprocedures overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens artikel 181;3° in voorkomend geval, voorziet in één of meer bijkomende voorwaarden die noodzakelijk geacht worden voor de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen, en in het bijzonder van het "Plan wallon des Déchets-Ressources » (Waals plan inzake afval en grondstoffen), die van toepassing zijn op de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het betrokken product;4° in voorkomend geval, voorziet in de vaststelling van een zekerheid overeenkomstig hoofdstuk 4, afdeling 4. Met betrekking tot het eerste lid, 1°, moet elke erkenningsbeslissing die voorziet in een periode van minder dan vijf jaar worden gemotiveerd.

Met betrekking tot het eerste lid, 2° en 3°, als een bijkomende voorwaarde bestaat in het herhaaldelijk verrichten van handelingen of het opstellen van documenten tijdens de geldigheidsduur van de erkenning, bepaalt de beslissing van de administratie of de Regering op administratief beroep de frequentie. Als een bijkomende voorwaarde bestaat in het uitvoeren van handelingen of het voorleggen van documenten die niet terugkerend zijn, bepaalt de beslissing van de administratie of de Regering op administratief beroep de termijn waarbinnen aan die voorwaarde moet worden voldaan. § 2 Dit artikel is ook van toepassing tijdens de geldigheidsduur van de erkenning die door de administratie of door de Regering op administratief beroep werd uitgereikt. § 3 Geen enkele bijkomende voorwaarde mag afwijken van of minder streng zijn dan dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen.

Art. 188.§ 1. Tijdens de geldigheidsduur van de door de administratie of door de Regering in administratief beroep afgegeven erkenning kan de administratie op eigen initiatief de door haar of door de Regering in administratief beroep afgegeven erkenning aanvullen of wijzigen: 1° indien dit noodzakelijk wordt geacht om de naleving van de bij en krachtens deze titel genomen handhavingsmaatregelen te verzekeren;2° indien zij van mening is dat de aanvullende voorwaarde of voorwaarden die op grond van artikel 187 zijn opgelegd, niet of niet langer geschikt zijn om de naleving van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het betrokken product, met name sectie 32, te garanderen;3° als het een wijziging vaststelt in een van de essentiële gegevens in het aanvraagdossier sinds de afgifte van de erkenning of registratie. Behoudens in bijzonder gemotiveerde spoedeisende gevallen wordt een beslissing tot wijziging van de in het eerste lid bedoelde erkenning genomen nadat de houder van de erkenning in de gelegenheid is gesteld zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

De wijzigingsbeslissing wordt naar de erkenningshouder gestuurd. § 2 Tijdens de geldigheidsduur van de in eerste instantie of in administratief beroep afgegeven erkenning kan de erkenninghouder op eigen initiatief de autoriteit van afgifte in eerste instantie verzoeken zijn erkenning te wijzigen wegens een of meer wijzigingen in een of meer essentiële gegevens van het aanvraagdossier die zich hebben voorgedaan sinds de afgifte van de erkenning, met inbegrip van de beëindiging van de activiteit.

De artikelen 184 en 186 zijn van overeenkomstige toepassing op de in lid 1 bedoelde aanvraag tot wijziging van een erkenning.

Art. 189.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan een houder van een erkenning ten vroegste driehonderdvijfenzestig dagen vóór het verstrijken van de erkenningstermijn een nieuwe aanvraag indienen voor goedkeuring van dezelfde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten waarvoor hij reeds is erkend.

Art. 190.§ 1. Tegen beslissingen of het uitblijven van een beslissing binnen de door de administratie vastgestelde termijn voor erkenning kan administratief beroep worden aangetekend bij de Regering.

Het recht om genoemd administratief beroep in te stellen wordt uitsluitend verleend aan de aanvrager van de erkenning of de houder van de erkenning, hierna "de aanvrager" genoemd. § 2 Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een schorsingsbeslissing genomen overeenkomstig artikel 178, schorst het niet de schorsingsbeslissing van welk administratief beroep.

Wanneer het administratief beroep betrekking heeft op een andere stilzwijgende of uitdrukkelijke beslissing dan de in het eerste lid bedoelde beslissing, schorst het de beslissing waarop het administratief beroep is gebaseerd. § 3 Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet het administratief beroep binnen een termijn van dertig dagen worden ingesteld: 1° vanaf de datum van ontvangst van de beslissing bedoeld in artikel 178, 184, 186, 187 of 188;of; 2° bij ontstentenis van een beslissing als bedoeld in 1°, vanaf het verstrijken van de termijn waarover de administratie beschikt om de beslissing te nemen. § 4. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het administratief beroep ingeleid door een verzoek dat wordt ingediend bij de Regering of bij de persoon die zij daartoe aanwijst volgens de modaliteiten bepaald bij of krachtens artikel 180. Tegelijkertijd zendt de verzoeker een afschrift van zijn verzoek aan de administratie.

Dit beroep wordt ondertekend en bevat minstens de volgende gegevens: 1° indien de verzoeker : een natuurlijk persoon is: voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, optioneel voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is : haar naam of bedrijfsnaam, het adres van haar statutaire zetel en, facultatief voor de genoemde organisatie, haar telefoonnummer, haar e-mailadres, en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; de voornaam, achternaam en functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon is gemachtigd om het beroep in te stellen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer van de verzoeker bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of, bij gebreke daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of beroepsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens een buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het voorwerp, de datum en het afschrift van de beslissing waarvan administratief beroep;4° de middelen die ingezet worden tegen de beslissing van welk administratief beroep. § 5 Binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek door de Regering of de persoon die zij daartoe aanwijst, stuurt deze de verzoeker een ontvangstbewijs. § 6 De Regering stuurt de verzoeker de beslissing op het administratief beroep binnen een termijn van negentig dagen vanaf de datum van verzending van de ontvangstbevestiging van het verzoek. De beslissing op het administratief beroep vervangt de beslissing van de administratie of, bij ontstentenis ervan, de stilzwijgende beslissing van rechtswege van de administratie. § 7 Na het verstrijken van de in paragraaf 6 bedoelde termijn wordt, indien de beslissing op het administratief beroep niet aan de verzoeker is toegezonden, de beslissing op het administratief beroep of, bij ontstentenis daarvan, de stilzwijgende afwijzende beslissing in eerste aanleg van rechtswege bevestigd. Afdeling 3 - Bijzondere bepalingen voor beslissingen tot goedkeuring

van individuele strategische plannen Onderafdeling 1 - Inhoud van de aanvraag tot goedkeuring van een individueel strategisch plan

Art. 191.Elke aanvraag voor goedkeuring van een individueel strategisch plan moet alle volgende elementen bevatten: 1° een individueel strategisch plan overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 5 van deze titel;2° indien de producent van de producten een rechtspersoon is : 2° een kopie van de statuten van de betrokken persoon en de eventuele wijzigingen eraan tot op de datum van indiening van de vergunningsaanvraag, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad; een uittreksel uit het strafregister van de betrokken rechtspersoon van minder dan zes maanden volgens het model bedoeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Onderafdeling 2 - Procedures

Art. 192.§ 1. Alle verzoeken om goedkeuring van individuele strategische plannen worden naar de administratie gestuurd. § 2. De administratie stuurt de aanvrager van goedkeuring van het individueel strategisch plan binnen tien dagen een ontvangstbevestiging van de aanvraag: 1° per gewone post als de aanvraag op papier werd ingediend;2° per niet-geauthenticeerde e-mail of niet-geauthenticeerd bericht als de aanvraag elektronisch werd ingediend. § 3. De administratie stuurt de aanvrager de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan. § 4 Als de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan onvolledig is, stuurt de administratie de aanvrager binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan een lijst met de ontbrekende gegevens of documenten, hierna de stukken genoemd. In dat geval wordt de administratieve procedure hervat vanaf de datum van ontvangst van de stukken.

De aanvrager tot goedkeuring van het individueel strategisch plan stuurt de gevraagde bijkomende stukken aan de administratie binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van verzending van de aanvraag van de stukken.

De administratie stuurt de aanvrager van goedkeuring van het individueel strategisch plan binnen tien dagen een ontvangstbevestiging van de stukken: 1° per gewone post indien de genoemde stukken op papier werden verzonden;2° per niet-geauthenticeerde e-mail of niet-geauthenticeerd bericht als de stukken elektronisch werden ingediend. De administratie stuurt het besluit over het volledige en ontvankelijke karakter van de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan aan de aanvrager binnen twintig dagen, te rekenen van de datum waarop zij de bijkomende stukken in ontvangst neemt.

De administratie stuurt de aanvrager een beslissing waarin staat dat de aanvraag tot goedkeuring van het strategisch individueel plan niet-ontvankelijk is als: 1° het werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 177;2° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 180 en zijn uitvoeringsmaatregelen;3° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 191 en zijn uitvoeringsmaatregelen;4° de aanvrager van de goedkeuring van het individueel strategisch plan de gevraagde stukken niet heeft overgemaakt binnen de in lid 2 van dit paragraaf bedoelde termijn;5° ze tweemaal onvolledig wordt bevonden;6° ze werd ingediend zonder te voldoen aan artikel 196; § 5. Bij het verstrijken van de in de derde en vierde paragraaf bedoelde termijnen, indien de beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid of de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan niet aan de aanvrager is meegedeeld, wordt de aanvraag tot goedkeuring van het individueel strategisch plan geacht van rechtswege ontvankelijk te zijn.

Art. 193.Vanaf de datum van de beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag tot goedkeuring van het individuele strategische plan of, bij ontstentenis van een dergelijk beslissing, vanaf de datum van de stilzwijgende beslissing tot ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 192, lid 5, zendt de administratie de beslissing tot goedkeuring of weigering van het individuele strategische plan binnen zestig dagen toe aan de aanvrager.

Indien het beslissing tot verlening of weigering tot goedkeuring aan het einde van de in het eerste lid bedoelde termijn niet aan de aanvrager is toegezonden, wordt de goedkeuringsaanvraag geacht van rechtswege te zijn afgewezen.

Art. 194.§ 1. De goedkeuringsbeslissing van de administratie of, indien van toepassing, de bevoegde autoriteit na een administratief beroep : 1° bepaalt de geldigheidsduur ervan, die niet meer dan vijf jaar mag bedragen;2° in voorkomend geval, identificeert de handelingen en documenten, ter uitvoering van het individueel strategisch plan, die onderworpen zijn aan informatie-, advies- of goedkeuringsprocedures overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens artikel 181;3° in voorkomend geval, voorziet in één of meer bijkomende voorwaarden die noodzakelijk geacht worden voor de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen, en in het bijzonder van het "Plan wallon des Déchets-Ressources » (Waals plan inzake afval en grondstoffen), die van toepassing zijn op de betrokken regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;4° in voorkomend geval, voorziet in de vaststelling van een zekerheid overeenkomstig hoofdstuk 4, afdeling 4. Met betrekking tot het eerste lid, 1°, moet elke beslissing tot goedkeuring van het individueel strategisch plan die voorziet in een periode van minder dan vijf jaar worden gemotiveerd.

Met betrekking tot het eerste lid, 2° en 3°, als een bijkomende voorwaarde bestaat in het herhaaldelijk verrichten van handelingen of het produceren van documenten tijdens de geldigheidsduur van het individueel strategisch plan, wordt in de beslissing van de administratie of van de bevoegde autoriteit op administratief beroep de frequentie vermeld. Als een aanvullende voorwaarde bestaat uit het uitvoeren van handelingen of het overleggen van documenten die niet van terugkerende aard zijn, vermeldt de beslissing van de administratie of van de bevoegde autoriteit over een administratief beroep de toegestane tijd of de termijn waarbinnen aan de genoemde voorwaarde moet worden voldaan. § 2 Dit artikel is ook van toepassing tijdens de geldigheidsduur van het individueel strategisch plan dat is goedgekeurd door de administratie of door de bevoegde autoriteit na administratief beroep. § 3 Geen enkele bijkomende voorwaarde mag afwijken van of minder streng zijn dan dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen.

Art. 195.§ 1. Tijdens de geldigheidsduur van het individuele strategische plan dat is goedgekeurd door de administratie of door de autoriteit die bevoegd is om kennis te nemen van een administratief beroep, kan de administratie het individuele strategische plan dat door haar of door de autoriteit die bevoegd is om kennis te nemen van een administratief beroep, op eigen initiatief aanvullen of wijzigen: 1° indien dit noodzakelijk wordt geacht om de naleving te waarborgen van de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het betrokken product;2° indien zij van mening is dat de aanvullende voorwaarden die op grond van artikel 194 zijn opgelegd, niet langer geschikt zijn om de naleving van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het betrokken product te garanderen;3° als zij een wijziging vaststelt in een van de essentiële gegevens uit het aanvraagdossier sinds de goedkeuring van het individueel strategisch plan. Behoudens in bijzonder gemotiveerde spoedeisende gevallen wordt een beslissing tot wijziging van de in het eerste lid bedoelde goedgekeurde individueel strategisch plan genomen nadat de houder van de erkenning in de gelegenheid is gesteld zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

De wijzigingsbeslissing wordt naar de erkenningshouder gestuurd. § 2 Tijdens de geldigheidsduur van het individueel strategisch plan goedgekeurd in eerste instantie of in administratief beroep, kan de houder van het goedgekeurde individueel strategisch plan op eigen initiatief de autoriteit van afgifte in eerste instantie verzoeken zijn goedgekeurd individueel strategisch plan te wijzigen wegens een of meer wijzigingen in een of meer essentiële gegevens van het aanvraagdossier die zich hebben voorgedaan sinds de afgifte van een dergelijk strategisch plan, met inbegrip van de beëindiging van de activiteit.

De artikelen 192 en 193 zijn van overeenkomstige toepassing op de in lid 1 bedoelde aanvraag tot wijziging van een erkenning.

Art. 196.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan elke houder van een individueel strategisch plan ten vroegste honderdtwintig dagen vóór het verstrijken van de looptijd van zijn goedgekeurd individueel strategisch plan een nieuwe aanvraag indienen tot goedkeuring van een individueel strategisch plan dat betrekking heeft op dezelfde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid waarvoor hij reeds over een dergelijk strategisch plan beschikt.

Art. 197.§ 1. Er kan administratief beroep worden ingesteld bij de bevoegde autoriteit op basis van een administratief beroep tegen beslissingen of het uitblijven van een beslissing van de administratie over het individuele strategische plan binnen de vastgestelde termijn.

Het recht om genoemd administratief beroep in te stellen wordt uitsluitend verleend aan de aanvrager van het individueel strategisch plan of de houder van het individueel strategisch plan, hierna "de verzoeker" genoemd.

Het administratief beroep schorst de beslissing van welk administratief beroep dan ook. § 2 Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet het administratief beroep binnen een termijn van dertig dagen worden ingesteld: 1° vanaf de datum van ontvangst van de beslissing bedoeld in artikel 178, 192, 193, 194 of 195;2° bij ontstentenis van een beslissing als bedoeld in 1°, vanaf het verstrijken van de termijn waarover de administratie beschikt om de beslissing te nemen. § 3. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het administratief beroep ingeleid door een verzoek dat wordt ingediend volgens de modaliteiten bepaald bij of krachtens artikel 180. Tegelijkertijd zendt de verzoeker een afschrift van zijn verzoek aan de administratie.

Dit beroep wordt ondertekend en bevat minstens de volgende gegevens: 1° indien de verzoeker : een natuurlijk persoon is: voor- en achternaam, geboortedatum, bedrijfsadres, telefoonnummer en e-mailadres en, optioneel voor de aanvrager, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is : haar naam of bedrijfsnaam, het adres van haar statutaire zetel en, facultatief voor de genoemde organisatie, haar telefoonnummer, haar e-mailadres, en, facultatief voor de verzoeker, het telefoonnummer en e-mailadres van een andere contactpersoon of -dienst; de voornaam, achternaam en functie van de persoon die door de betrokken rechtspersoon is gemachtigd om het beroep in te stellen; 2° in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer van de verzoeker bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of, bij gebreke daarvan, zijn identificatienummer bij elk ander gelijkaardig handels- of beroepsregister, in voorkomend geval uitgegeven krachtens een buitenlandse wetgeving of reglementering;3° het voorwerp, de datum en het afschrift van de beslissing waarvan administratief beroep;4° de middelen die ingezet worden tegen de beslissing van welk administratief beroep. § 4 Binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek door de autoriteit die bevoegd is om administratieve beroepen te horen, stuurt deze autoriteit de verzoeker een ontvangstbevestiging van het verzoek. § 5 De bevoegde autoriteit voor administratief beroep stuurt de beslissing over het administratief beroep naar de aanvrager binnen negentig dagen na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging van het verzoek.

De beslissing op administratief beroep vervangt de goedkeuringsbeslissing van de administratie of, bij gebrek aan een dergelijke beslissing, de stilzwijgende beslissing van de administratie van rechtswege. § 6 Na het verstrijken van de in paragraaf 5 bedoelde termijn wordt, indien de beslissing op het administratief beroep niet aan de verzoeker is toegezonden, de beslissing op het administratief beroep of, bij ontstentenis daarvan, de stilzwijgende afwijzende beslissing in eerste aanleg van rechtswege bevestigd.

TITEL 3 - algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Administratieve en strafrechtelijke bepalingen Afdeling 1 - Herstel- en veiligheidsmaatregelen

Art. 198.§ 1. Wanneer de aanwezigheid van afval een ernstige bedreiging kan vormen voor de mens of het milieu, kan de Regering alle passende maatregelen nemen om het gevaar te voorkomen of weg te nemen.

Zij kan de overbrenging van het afval bevelen naar een plaats die zij aanwijst in overeenstemming met de bepalingen van het "Plan wallon des Déchets-Ressources » (Waals plan inzake afval en grondstoffen) De Regering kan de houder van het afval en, indien het afval werd achtergelaten, gestort of op onregelmatige wijze beheerd, elke persoon die zij aanwijst en die aan de onregelmatigheid heeft deelgenomen, bevelen de plaats te herstellen binnen de termijn en onder de voorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld.

Als deze persoon of personen de opgelegde maatregelen niet binnen de gestelde termijn nemen, kan de Regering de SPAQuE belasten met de ambtshalve uitvoering van de sanering, die wordt uitgevoerd op kosten van de persoon of personen die in gebreke zijn gesteld. Bovendien kan de Regering van de in dit lid bedoelde personen een waarborg eisen ten gunste van de administratie, volgens één van de procedures van artikel 55 van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunningen, ten belope van het bedrag bepaald door de administratie en overeenstemmend met de geraamde kosten voor de overheid van de uitvoering van de dwangmaatregelen.

De Regering verwittigt de persoon of personen die een zekerheid moeten stellen bij aangetekend schrijven en wijst ze op het bedrag en de mogelijke wijzen van betaling. Indien binnen acht dagen geen zekerheid is gesteld, betekent de Regering aan de houder, de overeenkomstig lid 2 aangewezen persoon of personen, een dagvaarding om binnen vierentwintig uur te betalen op straffe van executie door middel van beslaglegging.

Het stellen van een zekerheid waarvan het bedrag onvoldoende is, ingevolge de betekening van een dwangbevel, is geen beletsel voor de voortzetting van de vervolgingen.

Na afloop van de beveltermijn kan de Regering laten overgaan tot de inbeslagneming, die uitgevoerd wordt op de wijze waarin het Gerechtelijk Wetboek voorziet.

Bij volmacht van de Regering kan de administratie namens het Waals Gewest de maatregelen nemen of de acties uitvoeren waarin dit artikel voorziet. § 2 De Regering of de Burgemeester kan een beroep doen op de ordediensten en de diensten voor civiele bescherming om alle nuttige maatregelen te nemen om het gevaar te voorkomen of te verhelpen en om de verwijdering en het vervoer van afval alsook de veiligheid van deze handelingen te verzekeren. Hij dient daartoe een verzoek in bij de bevoegde leden van de federale Regering. § 3 De Regering gelast de gemeentelijke overheden ook om alle technische en menselijke middelen in te zetten die nodig zijn om de door de Regering gecompenseerde maatregelen tot een goed einde te brengen en om de betrokken bevolkingsgroepen te informeren. § 4. De krachtens dit artikel genomen maatregelen gelden als milieuvergunning, globale vergunning, stedenbouwkundige vergunning, aangifte van vestiging van klasse 3 in de zin van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en zijn uitvoeringsmaatregelen. § 5. De Regering geeft de gewestelijke administratie kennis van de maatregelen genomen overeenkomstig dit artikel. Afdeling 2 - Erkenningscommissie inzake afval

Art. 199.§ 1. Er wordt een Erkenningscommissie inzake afval opgericht.

In het bijzonder is zij verantwoordelijk voor het uitbrengen van adviezen over alle aanvragen voor een erkenning voor het inzamelen, verhandelen of bemiddelen van gevaarlijke afval of voor het vervoer van gevaarlijke afval.

De Regering kan elke kwestie met betrekking tot het verlenen van erkenningen voor afval voor advies voorleggen aan de Erkenningscommissie inzake afval. § 2 Onverminderd het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek type decreet prom. 27/03/2014 pub. 16/04/2014 numac 2014202350 bron waalse overheidsdienst Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen de adviesorganen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 27/03/2014 pub. 16/04/2014 numac 2014202349 bron waalse overheidsdienst Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen de adviesorganen sluiten ter bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen, is de Erkenningscommissie inzake afval samengesteld uit: 1° de directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn afgevaardigde die de Commissie voorzit;2° de inspecteur-generaal van het Departement Bodem en Afvalstoffen van de Administratie of zijn afgevaardigde;3° de inspecteur-generaal van het Departement Vergunningen en Toelatingen of zijn afgevaardigde;4° de inspecteur-generaal van het Departement Leefmilieu en Water of zijn afgevaardigde;5° de inspecteur-generaal van het Departement Ordehandhaving en Controles of zijn afgevaardigde;6° drie personen gekozen krachtens hun bijzondere wetenschappelijke bevoegdheid met name op de volgende gebieden : chemische techniek, toxicologie en landbouwkunde;7° een vertegenwoordiger van het "Institut scientifique de service public" (Openbaar Wetenschappelijk Instituut) (ISSEP);8° een secretaris gekozen uit de administratie. De leden van de in het eerste lid, 6° tot en met 8°, bedoelde Erkenningscommissie inzake afval worden voor een termijn van zes jaar benoemd door de Regering. Hun mandaat is hernieuwbaar bij het verstrijken van de termijn.

Wanneer het mandaat voortijdig wordt beëindigd, benoemt de Regering een plaatsvervanger die het lopende mandaat voleindigt.

Alle leden van de Erkenningscommissie inzake afval hebben stemrecht, met uitzondering van de secretaris.

De Erkenningscommissie is slechts geldig samengesteld als ten minste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Adviezen worden gegeven bij gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3 De Erkenningscommissie inzake afval kan de aanvrager of de houder van de erkenning, alsmede elke andere persoon die zij nuttig acht, oproepen en horen.

Behoudens andersluidende of specifieke bepalingen in dit decreet of in de uitvoeringsbepalingen ervan, brengt de Erkenningscommissie inzake afval haar advies uit binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aanvraag haar is voorgelegd. Na deze termijn wordt de procedure voortgezet.

Als de Erkenningscommissie inzake afval een gunstig advies uitbrengt, kan zij voorwaarden voor de uitvoering van activiteiten voorstellen, met name met betrekking tot financiële garanties. Afdeling 3 - Adviescommissie inzake administratief beroep betreffende

uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Art. 200.§ 1. Er wordt een "Adviescommissie voor administratieve beroepen inzake betreffende uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgericht, hierna "Adviescommissie genoemd.

De Adviescommissie brengt advies uit aan de Regering over administratieve beroepen die worden ingesteld tegen alle administratieve beslissingen betreffende een individueel strategisch plan of erkenning op dit gebied. § 2 Onverminderd het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek type decreet prom. 27/03/2014 pub. 16/04/2014 numac 2014202350 bron waalse overheidsdienst Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen de adviesorganen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 27/03/2014 pub. 16/04/2014 numac 2014202349 bron waalse overheidsdienst Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen de adviesorganen sluiten ter bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen, is de Adviescommissie samengesteld uit: 1° een vertegenwoordiger van de Minister-President, die het voorzitterschap waarneemt;2° een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor het afvalbeleid;3° een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor het economisch beleid. Elke vertegenwoordiger is stemgerechtigd. § 3 De leden van de adviescommissie kunnen zich laten bijstaan door een of meer personen van hun keuze.

Deze persoon of personen zijn niet stemgerechtigd. § 4. De Adviescommissie is slechts geldig samengesteld als ten minste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Adviezen worden gegeven bij gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 5 De adviescommissie kan de aanvrager en elke andere persoon die zij nuttig acht oproepen en horen. § 6. De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de Adviescommissie.

De leden van de Adviescommissie worden benoemd door de Regering. Afdeling 4 - Gemeenschappelijke administratieve bepalingen

Art. 201.De administratie of elke andere bevoegde autoriteit waarnaar in of krachtens dit besluit wordt verwezen, kan alle aanvullende informatie of documenten opvragen die zij nuttig acht voor het onderzoek van de aanvragen en de controle van de vergunningen, met name erkenningen en registraties, waarnaar in of krachtens dit decreet wordt verwezen.

Daartoe kan de administratie of elke andere bevoegde autoriteit waarnaar wordt verwezen bij of krachtens dit decreet, in het bijzonder de datum van overlijden van een natuurlijke persoon opvragen bij de bevoegde administratieve diensten.

Art. 202.§ 1. Alle persoonsgegevens, hierna "informatie" genoemd, die worden verzameld of meegedeeld in het kader van artikel 8, §§ 3, 4 en 6, artikel 9, §§ 5 en 6, artikel 44, artikel 45, § 2, artikel 53, § 3, artikel 70, artikelen 82 tot 120, artikel 129, artikelen 138 tot 143, artikel 161, artikel 166, artikelen 172 tot 197, en hun uitvoeringsmaatregelen, aan de administratie, de bevoegde autoriteit, de autoriteit van afgifte in eerste instantie, de bevoegde autoriteit in administratief beroep of de Regering, hetzij in digitaal formaat, hetzij op papier, worden verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° de naleving van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, in het bijzonder de behandeling van aanvragen voor erkenningen, registraties of andere administratieve beslissingen, alsook de daarmee verband houdende administratieve opvolging en controle;2° indien het beschikken over een milieuvergunning of een aangifte van vestiging van klasse 3 als voorwaarde wordt gesteld voor het verlenen van een erkenning, registratie of enig ander administratief besluit bedoeld bij of krachtens dit decreet, het toezicht op de naleving van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan;3° de naleving van het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, in het bijzonder de controles om ervoor te zorgen dat de houder van een vergunning, registratie of elke andere administratieve beslissing bedoeld in of krachtens dit decreet, de verplichtingen naleeft die op hem van toepassing zijn krachtens voornoemd fiscaal decreet;4° het beheer van geschillen, de uitvoering van rechterlijke beslissingen en de invordering van bedragen met betrekking tot afval, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid in het kader van de wet- en regelgeving bedoeld in 1° tot 3° ;5° de voorbereiding of ontwikkeling van het Waals plan inzake afval en grondstoffen, wetgeving of reglementering met betrekking tot afval;6° de naleving van internationale, Europese of interregionale verplichtingen.Voor elke administratieve procedure die zij instelt bij of krachtens dit besluit, kan de Regering het doel of de doelen van de verwerking, vermeld in paragraaf 1, 1° tot 6°, specificeren. § 2 De administratie of elke andere daartoe door de Regering aangewezen bevoegde autoriteit is de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Met betrekking tot titel 1, hoofdstuk 6, van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen daarvan, vallen de gegevens die door de autoriteit van afgifte in eerste instantie en door de bevoegde autoriteit in administratief beroep worden verzameld in het kader van de erkennings- of registratieprocedures waarin het genoemde hoofdstuk voorziet, onder de verantwoordelijkheid van deze laatste. Aan het einde van een administratieve beroepsprocedure zendt de voor het administratieve beroep verantwoordelijke autoriteit onverwijld alle in de loop van die procedure verzamelde gegevens toe aan de autoriteit van afgifte in eerste instantie.

Betreffende titel 2 van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan : 1° de informatie die door de administratie en door de administratieve beroepsinstantie wordt verzameld in het kader van de procedures met betrekking tot het individueel strategisch plan, valt onder de verantwoordelijkheid van deze laatste;2° de informatie die door de administratie en door de Regering wordt verzameld in het kader van de procedures met betrekking tot de erkenning van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, valt onder de verantwoordelijkheid van deze laatste. Aan het einde van een administratieve beroepsprocedure zendt de voor het administratieve beroep verantwoordelijke autoriteit of de Regering onverwijld alle in de loop van die procedure verzamelde gegevens toe aan de administratie. § 3 De in paragraaf 2 bedoelde informatie wordt door de voor de verwerking verantwoordelijke bewaard gedurende ten hoogste vijf jaar, te rekenen vanaf de dag volgend op het verstrijken van de geldigheidsduur van de door de betrokkene gevraagde toestemming, registratie of enig ander administratief besluit, het besluit tot niet-ontvankelijkheid of weigering of, in geval van een rechtsgeschil of terugvorderingssituatie, het laatste in kracht van gewijsde gegane rechterlijke vonnis of enige andere uitvoerbare titel. Deze informatie kan, mits zij vooraf is geanonimiseerd, worden gebruikt voor statistische doeleinden of om het afvalbeheerbeleid te verbeteren.

In afwijking van het eerste lid, in het kader van artikel 8, §§ 3, 4 en 6, en artikel 9, §§ 5 en 6, en de uitvoeringsmaatregelen daarvan, worden de gegevens bedoeld in paragraaf 2 door de verantwoordelijke voor de verwerking bewaard gedurende ten hoogste tien jaar, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum waarop het door de betrokkene gevraagde administratieve besluit verstrijkt, het besluit tot niet-ontvankelijkheid of weigering of, in geval van een gerechtelijk geschil of een invorderingssituatie, de laatste gerechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan of een andere uitvoerbare titel. Deze informatie kan, mits zij vooraf is geanonimiseerd, worden gebruikt voor statistische doeleinden of om het afvalbeheerbeleid te verbeteren.

Art. 203.§ 1. Wanneer verschillende erkenningen, verschillende registraties, verschillende gebruikscertificaten of verschillende andere toelatingen of administratieve beslissingen met een individuele draagwijdte van dezelfde persoon worden geëist of door die persoon worden aangevraagd in toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsmaatregelen, kan de Regering het verlenen van een eenmalige erkenning, een eenmalige registratie of elke andere toelating of administratieve beslissing met een individuele draagwijdte regelen. § 2 Wanneer het bijhouden van meerdere registers, meerdere opvolgingslijsten of het invullen van meerdere aangiften van eenzelfde persoon wordt vereist of door hem wordt gevraagd in toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen, kan de Regering het bijhouden van een eenmalig register, eenmalige opvolgingsfiche of aangifte regelen. § 3 Wanneer de Regering de administratieve procedures vastlegt krachtens dit decreet, neemt de Regering maatregelen om de elektronische communicatie tussen gebruikers en de overheid te bevorderen. Afdeling 5 - Strafbepalingen

Art. 204.Er wordt een overtreding van tweede categorie in de zin van deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek begaan door degene die: 1° de aard van het afval verbergt;2° niet in overeenstemming is met de door de Regering krachtens artikel 8, § 2, vastgestelde bepalingen;3° niet in overeenstemming is met de bepalingen die krachtens artikel 8, § 3, door de Regering of door de daartoe aangewezen bevoegde autoriteit zijn vastgesteld en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;4° niet in overeenstemming is met de door de Regering krachtens artikel 9, § 2, vastgestelde bepalingen;5° niet in overeenstemming is met de bepalingen die krachtens artikel 9, § 4, door de Regering of door de daartoe aangewezen bevoegde autoriteit zijn vastgesteld en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;6° niet in overeenstemming is met artikel 9, § 5;7° niet in overeenstemming is met artikel 22, § 1, 8°, en de uitvoeringsmaatregelen ervan;7° niet in overeenstemming is met de artikelen 24 tot 27 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;7° niet in overeenstemming is met artikel 28 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;10° niet voldoet aan artikel 33, 1°, in het kader van de normale bedrijfsuitoefening;11° niet in overeenstemming is met artikel 33, 1°, zodanig dat het milieu en, in voorkomend geval, de menselijke gezondheid in gevaar zijn of kunnen worden gebracht;12° niet voldoet aan artikel 33, 1°, op zodanige wijze dat het welzijn en, in voorkomend geval, het leven van het dier in gevaar zijn of kunnen worden gebracht;13° niet in overeenstemming is met artikel 33, 1°, in een andere context dan bedoeld in 10° en op een andere wijze dan bedoeld in 11° en 12° ;14° niet in overeenstemming is met artikel 33, 2;15° niet in overeenstemming is met artikel 34 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;16° niet in overeenstemming is met artikel 40 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;17° niet in overeenstemming is met artikel 42 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;18° niet in overeenstemming is met artikel 45 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;19° niet in overeenstemming is met artikel 47, §§ 1 tot 3, en de uitvoeringsmaatregelen ervan;20° de bij artikel 47, §§ 4 en 5, en de uitvoeringsmaatregelen ervan voorgeschreven bewijzen niet kan leveren bij een onderzoek door een of meer vaststellende beambten in de zin van boek I van het milieuwetboek of door een of meer leden van de lokale en federale politie;21° niet in overeenstemming is met artikel 49 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;22° niet in overeenstemming is met artikel 51;23° een gemeente of een vereniging van gemeenten is die zich niet voegt naar de bepalingen vastgesteld door de Regering krachtens artikel 60, § 2, eerste lid, 4° ;24° een publiekrechtelijke rechtspersoon is die, rechtstreeks of onrechtstreeks, met name via een andere rechtspersoon, een of meer van de in artikel 63 bedoelde handelingen verricht zonder aan alle in dat artikel genoemde voorwaarden te voldoen;25° niet in overeenstemming is met de artikelen 70 en 71 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;26° niet in overeenstemming is met de artikelen 72 en 73 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;27° niet voldoet aan de bepalingen die de Regering krachtens artikel 82 heeft vastgesteld voor de uitoefening van een soort afvalactiviteit die onderworpen is aan een vergunnings- of registratieplicht ter zake;28° niet in overeenstemming is met artikel 83, §§ 1 tot 3;29° niet in overeenstemming is met artikel 104 en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 30°, indien hij door de Regering verplicht wordt gesteld krachtens artikel 124, § 2, eerste lid, 7°, voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die erop betrekking hebben, niet in overeenstemming is met artikel 129, § 2, en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 31° niet in overeenstemming is met artikel 131 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;32° niet in overeenstemming is met de artikelen 133 en 134 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;33° niet in overeenstemming is met artikel 136, § 1, lid 1 en 3, en de uitvoeringsmaatregelen ervan;34° indien hij door de Regering toepasselijk wordt gesteld krachtens artikel 121, § 3, 2°, a), voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die erop betrekking hebben, niet in overeenstemming is met artikel 136, § 2, en de uitvoeringsmaatregelen ervan;35° niet in overeenstemming is met artikel 137, § 1, en de uitvoeringsmaatregelen ervan;36° niet in overeenstemming is met artikel 143 en de uitvoeringsmaatregelen ervan;37° indien hij verplicht wordt gesteld door de Regering krachtens artikel 121, § 3, 2°, voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die er betrekking op hebben, niet voldoet aan : artikel 144 en zijn uitvoeringsmaatregelen; artikel 146 en zijn uitvoeringsmaatregelen; artikel 148 en zijn uitvoeringsmaatregelen; artikel 149 en zijn uitvoeringsmaatregelen; artikel 154, § 1, eerste lid, 1°, en de uitvoeringsmaatregelen ervan; artikel 160, eerste lid, 1°, 2°, 4°, 5° en 9°, en de uitvoeringsmaatregelen ervan; de artikelen 164 tot 171 en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 38° een erkende organisatie is voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten en niet voldoet aan artikel 172, lid 2, met inbegrip van de numerieke limieten en de maatregelen die van toepassing zijn in geval van overschrijding overeenkomstig de wetgeving of boekhoudkundige voorschriften die op haar van toepassing zijn;39° niet in overeenstemming is met artikel 174, §§ 1, 2 en 3, 1°. Met betrekking tot het eerste lid, 12°, mag de administratieve of strafrechtelijke geldboete niet minder bedragen dan 1.000 euro.

Art. 205.Er wordt een overtreding van derde categorie in de zin van deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek begaan door degene die: 1° niet in overeenstemming is met artikel 9, § 6;2° niet in overeenstemming is met artikel 83, § 4;3° niet in overeenstemming is met artikel 105;4° niet in overeenstemming is met artikel 138;5° niet in overeenstemming is met artikel 174, § 5; HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de omzetting en uitvoering van bepalingen die voortvloeien uit internationale verdragen Afdeling 1 - Kennisgeving en mededeling van de gegevens

Art. 206.De Regering of de door haar daartoe aangewezen instantie stelt de Europese Commissie via de passende kanalen in kennis van ten minste : 1° de gedetailleerde criteria vastgesteld krachtens artikel 8, tweede lid, overeenkomstig Richtlijn (EU) nr.2015/1535, indien dit vereist is; 2° de gedetailleerde criteria vastgesteld krachtens artikel 9, § 2, overeenkomstig Richtlijn (EU) nr.2015/1535, indien dit vereist is; 3° de gevallen waarin afval als gevaarlijk wordt beschouwd hoewel het niet als zodanig voorkomt op de Europese lijst van afvalstoffen bedoeld in artikel 7, § 1, van Richtlijn 2008/98/EG, en verstrekt zij alle relevante informatie aan de Europese Commissie;4° de gevallen waarin afval als niet-gevaarlijk worden beschouwd hoewel het als gevaarlijk is aangeduid op de Europese lijst van afval bedoeld in artikel 7, § 1 van Richtlijn 2008/98/EG, en levert de Europese Commissie de nodige bewijzen;5° het Waals plan inzake afval en grondstoffen en elke belangrijke herziening van dit plan;6° de krachtens artikel 23 vastgestelde bepalingen, overeenkomstig Richtlijn (EU) nr.2015/1535, indien vereist door die richtlijn; 7° de bepalingen aangenomen krachtens artikel 46, § 1;8° de volledige voorwaarden vastgesteld overeenkomstig artikel 76, § 2;9° de bepalingen aangenomen krachtens artikel 124, § 2, eerste lid, 2°. Afdeling 2 - Verwijzingen naar Europees recht

Art. 207.De verwijzingen in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van kracht zijn in het Waals Gewest naar de richtlijnen die zijn opgeheven bij : 1° Richtlijn 2006/66/EG gelden als verwijzingen naar die Richtlijn;2° Richtlijn 2008/98/EG gelden als verwijzingen naar die Richtlijn;3° Richtlijn 2012/19/EG gelden als verwijzingen naar die Richtlijn. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen Afdeling 1 - Dossierrechten- en administratiekosten

Art. 208.§ 1. Wanneer in het kader van dit decreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan naar dit artikel wordt verwezen, wordt aan elke natuurlijke of rechtspersoon vrijstelling van dossierrecht verleend op grond van de indiening van een aanvraag, met inbegrip van een administratief beroep. Dit dossierrecht is verschuldigd op de datum van indiening van de genoemde aanvraag, inclusief administratief beroep.

Wanneer een dergelijk dossierrecht van toepassing is, is de ontvankelijkheid van de betrokken aanvraag afhankelijk van de overlegging van een bewijs van betaling. § 2 Voor elk type aanvraag, met inbegrip van administratieve beroepen, voortvloeiend uit een administratieve procedure ingesteld bij of krachtens dit decreet dat zij bepaalt, kan de Regering de voorwaarden vaststellen voor de inning en vrijstelling van het(de) dossierrecht(en). § 3 Het minimumbedrag van het in paragraaf 1 bedoelde dossierrecht is 25 euro.

Voor elk type aanvraag, met inbegrip van administratief beroep, voortvloeiend uit een administratieve procedure ingesteld bij of krachtens dit decreet dat zij bepaalt, kan de Regering het bedrag van het dossierrecht, vermeld in het eerste lid, verhogen tot een maximumbedrag van 1.000 euro. § 4. De opbrengst van de dossierrechten bedoeld in dit artikel wordt integraal gestort in het "Fonds pour la gestion des déchets" (Fonds voor afvalbeheer) bedoeld in artikel 44 van het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen Afdeling 2 - Indexering van dossierrechten, administratieve kosten en

retributies

Art. 209.§ 1. Met ingang van het referentiekalenderjaar volgend op dat waarin dit besluit in werking treedt, worden de bedragen van alle aanvraagkosten, administratieve kosten en retributies, en in voorkomend geval hun kortingen of vrijstellingen, voorzien bij of krachtens dit besluit, jaarlijks aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

De aanpassing gebeurt aan de hand van de coëfficiënt die wordt verkregen door het gemiddelde van de prijsindexen van de consumentenprijzen voor de maanden januari tot en met december van het jaar voorafgaand aan het jaar dat de aansprakelijkheidsperiode omvat, te delen door het gemiddelde van de prijsindexen voor 2019. Voor de berekening van de coëfficiënt wordt er afgerond als volgt : 1° het gemiddelde van de indexcijfers wordt afgerond naar het hogere of lagere honderdste van een punt naargelang het cijfer van de duizendsten van een punt al dan niet 5 bereikt;2° de coëfficiënt wordt naar het hogere of lagere duizendste afgerond naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al dan niet 5 bereikt. Na toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen naar de hogere of lagere honderdste van een euro afgerond naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt. § 2 De administratie publiceert in het Belgisch Staatsblad de bedragen van de dossierrechten, administratieve kosten en retributies zoals aangepast overeenkomstig dit artikel.

In afwijking van lid 1 kan de Regering de gemeente, in plaats van de in lid 1 bedoelde administratie, opdragen de bedragen van bepaalde door haar vastgestelde retributies bekend te maken. In dat geval maakt de gemeente de genoemde bedragen ten minste bekend door aanplakking op de wijze als bepaald in artikel L1133-1 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie. Artikel L1133-2 van dat Wetboek is van overeenkomstige toepassing. Afdeling 3 - Codificatie van de afvalstoffenwetgeving

Art. 210.De Regering kan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende afval codificeren, daarbij rekening houdend met de uitdrukkelijke of stilzwijgende wijzigingen die deze bepalingen bij de codificatie hebben ondergaan.

Daartoe kan ze: 1° de volgorde, de nummering en in het algemeen de presentatie van de te codificeren bepalingen wijzigen;2° de eventuele verwijzingen in de te consolideren bepalingen aanpassen aan de nieuwe nummering;3° de formulering van de te codificeren bepalingen wijzigen en deze zodanig verdelen dat de onderlinge samenhang wordt gewaarborgd, alsmede de terminologie die in deze bepalingen wordt gebruikt eenvormig maken, zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in deze bepalingen zijn vervat;4° de titel van de codificatie hernoemen en nummeren. Onder voorbehoud van de door de Regering krachtens paragraaf 2, 4°, genomen maatregelen, zal de codificatie één van de boeken van het Milieuwetboek vormen met volgend opschrift: "Boek betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid".

Ze treedt in werking op de datum van haar bevestiging bij decreet. Afdeling 4 - Wijzigings- en opheffingsbepalingen

Afdeling 1 - Boek I van het Milieuwetboek

Art. 211.In artikel D.29-1, § 2, van Boek I van het Milieuwetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 4° /1 ingevoegd, luidend als volgt : « 4° /1 het "Plan wallon des Déchets-Ressources » (Waals plan inzake afval en grondstoffen) voorzien in het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid, met inbegrip van elke herziening van voornoemd plan;"; 2° de nummers 5° en 7° worden opgeheven.

Art. 212.In artikel D.46, eerste lid, van hetzelfde Boek I van het Milieuwetboek wordt punt 1° opgeheven.

Art. 213.In artikel D.138, eerste lid, van hetzelfde boek van het Milieuwetboek, vervangen bij het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2, wordt een 9° /1 ingevoegd, luidend als volgt: " 9° /1 het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid;".

Art. 214.In artikel D.141, § 1, van hetzelfde Boek van het Milieuwetboek, vervangen bij het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2, wordt punt 12° aangevuld met een streepje, luidend als volgt: "voor de inbreuken bedoeld in artikel 204, 10° tot 13°, van het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid, en voor zover de illegale afvalstorting gepaard gaat met ernstige aanwijzingen dat de bodemverontreiniging de drempelwaarden of achtergrondconcentraties overschrijdt of dreigt te overschrijden wanneer deze hoger zijn dan de drempelwaarden in de zin van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en de uitvoeringsmaatregelen ervan, het invoeren en uitvoeren van een herstelplan voor de plaats van de illegale afvalstorting overeenkomstig deel IX van dit Boek.".

Art. 215.In deel VIII, titel III, hoofdstuk II, van hetzelfde boek van het Milieuwetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd waarin de artikelen D.160 tot en met D.163, vervangen bij het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2, met als opschrift "Algemene bepalingen", worden opgenomen.

Art. 216.In deel VIII, Titel III, hoofdstuk II, van hetzelfde Milieuwetboek, vervangen door het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2, wordt een afdeling 2 ingevoegd met als titel "Bijzondere bepalingen inzake afval".

Art. 217.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 216, een artikel D.163/1 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Art. D.163/1. Inspecties betreffende inzamelings- en vervoershandelingen hebben minstens betrekking op de oorsprong, de aard, de hoeveelheid en de bestemming van de ingezamelde en vervoerde afvalstoffen.

De personeelsleden mogen rekening houden met registraties die zijn verkregen volgens de regeling van het Communautair milieubeheer- en milieu-auditsysteem (EMAS), of volgens elk ander referentiesysteem voor milieumanagement, in het bijzonder wat betreft de frequentie en de intensiteit van de inspecties.".

Art. 218.In artikel D.174, § 4, tweede lid, van hetzelfde Boek van het Milieuwetboek, vervangen bij het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : punt 1° wordt vervangen als volgt: " 1° de overtredingen van het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid;". de punten 2° en 9° worden opgeheven.

Art. 219.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek, wordt een artikel D.183bis ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.183bis. Er wordt een overtreding van tweede categorie begaan door degene die artikel D.239, § 2 overtreedt.".

Art. 220.In hetzelfde Milieuwetboek wordt een deel IX met als opschrift "Sanering van illegale afvalstortplaatsen" ingevoegd.

Art. 221.In hetzelfde Milieuwetboek wordt in deel IX, ingevoegd bij artikel 220, een Titel 1 met als opschrift "Algemene bepalingen" ingevoegd.

Art. 222.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 1, ingevoegd bij artikel 221, een artikel D.223 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Art. D.223. § 1. In de zin van dit hoofdstuk wordt onder "gewestelijke administratie" verstaan de door de Regering aangewezen administratieve dienst of diensten. § 2 Alle andere termen die in deze titel worden gebruikt, moeten worden verstaan in de zin van: 1° het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid;". 2° het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering.".

Art. 223.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 1, ingevoegd bij artikel 221, een artikel D.224 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.224. § 1. Op voorwaarde dat er sprake is van minstens één illegale afvalstorting en er ernstige aanwijzingen zijn dat de bodemverontreiniging de drempelwaarden of achtergrondconcentraties overschrijdt of dreigt te overschrijden wanneer deze hoger zijn dan de drempelwaarden in de zin van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en de uitvoeringsmaatregelen ervan, kan dit hoofdstuk van toepassing zijn : 1° bij beslissing van de burgemeester of de vaststellende beambte bedoeld in artikel D.146, genomen overeenkomstig artikel D.169; 2° op voorstel van de sanctionerende ambtenaar overeenkomstig artikel D.173; 3° op voorstel van de vaststellende ambtenaar overeenkomstig artikel D.174; 4° bij beslissing van de rechter overeenkomstig artikel D.185; 5° bij beslissing van de sanctionerende ambtenaar overeenkomstig artikel D.201; 6° op initiatief van elke persoon die een zakelijk recht heeft op de betrokken grond. § 2 Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van plaatselijke overheden met betrekking tot algemene administratieve politiemaatregelen, in het bijzonder met betrekking tot de volksgezondheid en de openbare veiligheid.".

Art. 224.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 1, ingevoegd bij artikel 221, een artikel D.225 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.225. Het herstelplan voor illegale afvalstorting is gericht op : 1° de volledige verwijdering van het zwerfvuil van de illegale afvalstortingsplaatsen en het beheer ervan overeenkomstig het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid en de uitvoeringsmaatregelen ervan;en; 2° het beheer en de sanering van de bodem aangetast door de aanwezigheid van zwerfvuil overeenkomstig het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en de uitvoeringsmaatregelen ervan, onder voorbehoud van de artikelen D.226 tot en met D.232 van dit Boek.

Met betrekking tot het eerste lid, 1°, indien het met de beste beschikbare technieken onmogelijk of uiterst moeilijk blijkt om alle of een deel van het zwerfvuil van de illegale afvalstortingsplaatsen te verwijderen, heeft de sanering van de plaatsen ten minste tot doel een gebruik mogelijk te maken dat bepaald wordt door de huidige of toekomstige feitelijke en juridische situatie van de grond, en een ernstige bedreiging voor het milieu en de menselijke gezondheid weg te nemen.".

Art. 225.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 1, ingevoegd bij artikel 221, een artikel D.226 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.226. Elk herstelplan in de zin van dit hoofdstuk wordt opgesteld door een deskundige erkend overeenkomstig het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en de uitvoeringsmaatregelen ervan Elke houder van een herstelplan dat met of zonder voorwaarden is goedgekeurd, houdt een afvalstoffenregister bij dat uitsluitend gewijd is aan afval dat wordt afgevoerd van illegale afvalstortingsplaatsen overeenkomstig de artikelen 72 en 73 van het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid en de uitvoeringsmaatregelen ervan.".

Art. 226.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in deel IX, ingevoegd bij artikel 220, een Titel 2 met als opschrift "Procedure" ingevoegd.

Art. 227.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.227 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.227. § 1. Met betrekking tot de berekening van de termijnen: 1° is de dag van verzending of ontvangst die het beginpunt van een termijn is, niet in die termijn begrepen; 2° is de dag waarop een termijn verstrijkt, in de termijn begrepen..

In afwijking van lid 1, 2°, wordt, wanneer de dag waarop een termijn verstrijkt een zaterdag, een zondag of een feestdag is, de dag waarop de termijn verstrijkt, verschoven naar de eerstvolgende werkdag. § 2 Alle in dit hoofdstuk bedoelde termijnen worden van rechtswege geschorst van 16 juli tot en met 15 augustus en van 24 december tot en met 1 januari.

In geval van schorsing van de in lid 1 bedoelde termijn worden de termijnen voor verzending en verstrijken verlengd met de duur van de schorsing of verlenging. § 3. Tenzij anders of specifiek bepaald in dit hoofdstuk of de uitvoeringsmaatregelen ervan, wordt elke zending die onder en krachtens dit hoofdstuk valt, uitgevoerd via een van de volgende twee communicatiemethoden: 1° op papier door : 1° per ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst; per elke soortgelijke formule waarmee vaste datum aan de verzending en aan de ontvangst van de akte gegeven kan worden, ongeacht de distributiedienst ; per neerlegging tegen ontvangstbewijs. 2° hetzij via de geauthentificeerde elektronische weg. Met betrekking tot het eerste lid, 1°, b), en 2°, kan de Regering de procédés of methoden bepalen die zij erkent om aan de verzending en de ontvangst van een stuk een zekere datum te geven.".

Art. 228.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.228 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.228. § 1. Elke aanvraag voor goedkeuring van een herstelplan moet ten minste alle volgende informatie bevatten: 1° indien de aanvrager : een natuurlijke persoon is : de achternaam, voornaam, geboortedatum en het adres van de aanvrager en, facultatief voor de aanvrager, het telefoonnummer van een contactpersoon of -dienst; een rechtspersoon is: de naam of bedrijfsnaam, de rechtsvorm, het adres van de statutaire zetel en de naam, voornaam, adres en hoedanigheid van de persoon die gemachtigd is om het verzoek in te dienen en, optioneel voor de aanvrager, het telefoonnummer van een contactpersoon of -dienst; 2° de ligging van het grondstuk waarop de illegale afvalstorting plaatsvindt, met inbegrip van : adres, plaats en oppervlakte; de kadastrale kaart die het perceel identificeert; de naam van het (de) kadastrale perceel(en) waarop de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan betrekking heeft; de planologische toewijzing in het gewestplan of gemeentelijk ontwikkelingsplan en de locatie van het perceel op het gewestplan; de huidige bezetting van de locatie en de directe omgeving, in het bijzonder de habitat en het type vegetatie; een situatieplan met opgave van de bij het plan betrokken percelen op een topografische kaart op schaal 1/10.000e en hun Lambert-coördinaten met georeferentie; en plattegrond waarop de ligging van bijzondere of kwetsbare gebieden is aangegeven, met inbegrip van Natura 2000-gebieden (ten minste de gebieden binnen driehonderd meter van de illegale afvalstortingsplaats in kwestie). § 2. Elke aanvraag voor goedkeuring van een herstelplan moet bovendien alle volgende informatie bevatten: 1° een plaatsbeschrijving van de betrokken gronden, met inbegrip van : beschrijving en identificatie van de aard van het aanwezige zwerfvuil en mogelijke verontreinigingen; een beschrijving van de grond, de geschiedenis ervan en de oorsprong van het zwerfvuil; de afbakening van het afval; de hoeveelheid aanwezig zwerfvuil, in totaal volume en respectieve percentages; e) recente en nauwkeurige foto's van de betrokken grond, genomen vanuit elke windstreek of de meest gevoelige gezichtspunten;2° beoordeling van de impact van het zwerfvuil: op grond van een pertinente geologische, hydrogeologische, geomorfologische en hydrografische studie, de beoordeling van de impact van het zwerfvuil op de grondwaterlagen en de eventuele waterwinningen, evenals op de oppervlaktewateren; de beoordeling van de gevolgen en de risico's voor de bodem, de ondergrond, de lucht, de menselijke gezondheid, de omgevingsfauna en -flora, w.o. de Natura 2000-gebieden; de mate van urgentie van de sanering, gezien de risico's voor het milieu en de volksgezondheid die het bestaan van de illegale afvalstorting met zich meebrengt; 3° een omschrijving: van de verschillende technische saneringsmethoden die geschikt zijn voor zowel de verwijdering van het aanwezige zwerfvuil als het beheer en de sanering van de bodem, elk vergezeld van een raming : van de resultaten op het gebied van risicobeheer voor het milieu en de menselijke gezondheid; van zijn kosten, inclusief de kosten van beveiligings- of controlemaatregelen; van het uit te voeren werk en de eventuele fasering van het werk, met redelijke deadlines voor de voltooiing; van de beheermethode(n) voor elk type zwerfvuil dat van de illegale afvalstortingsplaatsen verwijderd moet worden; van de maatregelen die zijn genomen om de veiligheid tijdens de saneringswerkzaamheden te garanderen en de eventuele gevolgen van de werkzaamheden voor naburige gronden; 4° een verantwoording dat de gekozen technische processen voor sanering voldoen aan de best beschikbare technieken zowel op het vlak van afvalbeheer als bodembeheer en -sanering;5° een omschrijving: van de toezichts- of veiligheidsmaatregelen die tijdens de sanering moeten worden genomen, samen met het (de) termijn(en) voor de handhaving ervan op de illegale afvalstortingsplaatsen; van de restrisico's en, indien van toepassing, veiligheidsmaatregelen die zijn aangepast aan het toekomstige gebruik van de grond, samen met de termijn(en) voor het onderhoud ervan op de gesaneerde plaatsen; 6° een evaluatienota van de milieueffecten overeenkomstig Boek I van het Milieuwetboek;7° een niet-technische samenvatting van de gegevens bedoeld in dit lid. § 3 Voor elke aanvraag tot goedkeuring van een herstelplan is een dossierrecht van tweehonderdvijftig euro verschuldigd door de aanvrager.

De opbrengst van de in lid 1 bedoelde dossierrecht wordt volledig gestort in het "Fonds pour la protection de l'Environnement "(Fonds voor de bescherming van het leefmilieu), "section Protection des sols" (afdeling Bodembescherming).".

Elke aanvraag tot goedkeuring van een herstelplan dient vergezeld te gaan van het bewijs van betaling van het in lid 1 bedoelde dossierrecht, op straffe van niet-ontvankelijkheid.

De aanvraag tot herstelplan en een synthese van de gegevens worden eveneens langs de elektronische weg verstrekt, volgens de modaliteiten die door de gewestelijke administratie bepaald worden. § 4 Elke aanvraag tot goedkeuring van een herstelplan bevat, indien van toepassing, ook de informatie of documenten die worden vereist door : 1° artikel D.IV.26, § 1, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 2° artikel 17 en artikel 83, tweede lid, van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan.".

Art. 229.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.229 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.229. § 1. § 2. De gewestelijke administratie stuurt haar beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag voor goedkeuring van het herstelplan binnen dertig dagen te rekenen van de dag van ontvangst van de aanvraag.

Indien de aanvraag onvolledig is, zendt de gewestelijke administratie de aanvrager het overzicht van de ontbrekende stukken en informatie en wijst erop dat de procedure hervat wordt met ingang van de datum van ontvangst van het volledige dossier.

Als er binnen deze termijn geen beslissing wordt genomen over de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag, wordt de aanvraag ontvankelijk geacht. § 2. Zodra de gewestelijke administratie haar beslissing over de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag heeft verzonden of, bij gebreke daaraan, zodra de termijn verstreken is waarbinnen de gewestelijke administratie een beslissing moet nemen over de volledigheid en de ontvankelijkheid van die aanvraag, zendt het alle documenten en informatie vervat in de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan voor advies naar de verschillende bevoegde organen of overheden die het aanwijst, alsook naar het gemeentecollege van de betrokken gemeente of naar de gemeentecolleges van de betrokken gemeenten, naargelang van het gemeentelijk grondgebied of de gemeentelijke grondgebieden waarop de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan betrekking heeft Indien een geraadpleegde instantie of overheid of betrokken gemeentecollege wenst dat een overlegvergadering tussen de geraadpleegde instanties of overheden, het betrokken gemeentecollege of betrokken gemeentecollege, de gewestelijke administratie wordt gehouden, geeft ze de gewestelijke administratie binnen 15 dagen, te rekenen van de datum waarop om adviesverlening is verzocht, kennis daarvan bij aangetekend schrijven of via elke andere modaliteit die vaste datum verleent.

Indien de gewestelijke administratie zelf wenst dat deze overlegvergadering plaatsvindt, brengt het de geraadpleegde instanties of overheden en het betrokken gemeentecollege of betrokken gemeentecolleges op dezelfde wijze en binnen dezelfde termijn op de hoogte.

Alle geraadpleegde instanties of overheden en het betrokken gemeentecollege of de betrokken gemeentecolleges brengen binnen vijfendertig dagen na de datum van aanhangigmaking advies uit.

Als een of meer betrokken instanties, overheden of gemeenten niet binnen deze termijn een advies uitbrengen, wordt de procedure voortgezet.".

Art. 230.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.230 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.230. § 1. Voor zover het herstelplan niet onderworpen wordt aan een effectenonderzoek overeenkomstig de artikelen D.66, § 2, en D.68, §§ 2 en 3, van Boek I van het Milieuwetboek, wordt een fase van deelname van het publiek onder de vorm van een projectaankondiging verricht door de betrokken gemeente(n), volgens de modaliteiten bepaald in de paragrafen 2 tot 6 van dit artikel. § 2. Het project wordt aangekondigd door aanplakking van een bericht waarin te lezen staat dat er bij de gewestelijke administratie een aanvraag tot saneringsplan is ingediend.

Het bericht wordt door de aanvrager langs de rooilijn, en leesbaar vanaf de openbare weg, op het grondstuk aangebracht, daags na de dag waarop hij kennis heeft genomen van de volledigheid en de ontvankelijkheid van het saneringsproject of daags na de dag waarop de aanvraag tot goedkeuring van het saneringsproject bij ontstentenis van rechtswege ontvankelijk is verklaard.

Deze aanplakking blijft gedurende drie weken aanwezig.

Binnen dezelfde termijn en voor dezelfde duur wordt het bericht door het gemeentebestuur op de gewone aanplakkingsplaatsen aangeplakt. Ze kan het bovendien bekendmaken op de website van de gemeente; § 3 De aanvrager is verantwoordelijk voor het ophangen van het bord op de grond waarop de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan betrekking heeft en voor het in goede staat houden van het bord gedurende de periode van drie weken. § 4. Het advies bevat minstens een omschrijving van de hoofdkenmerken van de aanvraag tot herstelplan, de periode waarin de bezwaren en bemerkingen aan het betrokken gemeentecollege of de betrokken gemeentecolleges kunnen worden gericht, evenals de dagen, uren en de plaats waar(op) eenieder inzage kan krijgen in het dossier. Het aan een projectaankondiging onderworpen dossier ligt kosteloos ter inzake in elk betrokken gemeentebestuur tijdens de kantooruren. § 5 Iedereen kan bij de persoon die daartoe door het betrokken gemeentecollege of de betrokken gemeentecolleges is aangewezen, uitleg krijgen over de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan.

Bezwaren en bemerkingen worden tijdens de periode van vijftien dagen, bepaald in het bericht, aan één van de betrokken gemeentecolleges gericht. De aanplakking wordt uiterlijk vijf dagen voor de periode waarin de bezwaren en bemerkingen aan één van de betrokken gemeentecolleges kunnen worden gericht, uitgevoerd. § 6 Het gemeentecollege van elke gemeente waar een projectaankondiging werd georganiseerd, bezorgt aan de gewestelijk administratie, binnen de tien dagen na de afsluiting van de projectaankondiging, de bezwaren en opmerkingen, zowel schriftelijk als mondeling, die tijdens de inspraakfase van het publiek werden geformuleerd, met inbegrip van het proces-verbaal van afsluiting waarin de tijdens die fase geformuleerde opmerkingen en commentaren zijn opgenomen. Deze notulen worden ondertekend door de daartoe door het gemeentecollege aangewezen ambtenaar".".

Art. 231.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.231 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.231. Wanneer de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan aan een effectenonderzoek wordt onderworpen overeenkomstig de artikelen D.64, § 2 en D.65, §§ 2 en 3 van Boek I van het Milieuwetboek, wordt een openbaar onderzoek verricht door de betrokken gemeente(n) volgens de modaliteiten bepaald in Boek I van het Milieuwetboek.

Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de gewestelijke administratie binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de tijdens het onderzoek schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D. 29-19 van Boek I van het Milieuwetboek.".

Art. 232.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Titel 2, ingevoegd bij artikel 226, een artikel D.232 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.232. § 1. De gewestelijke administratie zendt haar beslissing tot goedkeuring, voorwaardelijke goedkeuring of weigering van de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan binnen honderdtwintig dagen vanaf : 1° de datum van verzending van de beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van voornoemde goedkeuringsaanvraag;of bij gebreke daaraan; 2° vanaf de dag die volgt op de dag waarop de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan bij verstek ontvankelijk is. De beslissing wordt verstuurd naar de gemeente(n) waarop het herstelplan betrekking heeft.

Als de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan wordt ingeleid op basis van artikel D.224, § 1, 1°, 2°, 3°, 4° of 5°, wordt de beslissing ook overgemaakt aan de gewestelijke sanctionerende ambtenaar.

Indien binnen de in lid 1 bedoelde termijn geen beslissing is genomen, wordt de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan geacht te zijn afgewezen. § 2 Als de gewestelijke administratie het herstelplan met of zonder voorwaarden goedkeurt, stelt haar beslissing ten minste de termijn vast waarbinnen de saneringsmaatregelen en -werken moeten worden opgestart en voltooid.

In voorkomend geval worden in de in het eerste lid bedoelde beslissing de gegevens of documenten vermeld die overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vereist zijn, en met name : 1° de artikelen D.IV.53 tot D.IV.58, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en de uitvoeringsmaatregelen ervan; 2° artikel 45 van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 3 Wanneer de gewestelijke administratie het herstelplan onder voorwaarden goedkeurt, kan zij de aanvrager alle voorwaarden opleggen die zij nuttig acht om te waarborgen dat het herstelplan voldoet aan alle bepalingen van dit hoofdstuk, in het bijzonder aan de doelstellingen bedoeld in artikel D.225. § 4 Elke beslissing om een herstelplan goed te keuren, met of zonder voorwaarden, geldt als : milieuvergunning, globale vergunning, stedenbouwkundige vergunning, aangifte van vestiging van klasse 3 in de zin van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en zijn uitvoeringsmaatregelen; en; 2° administratieve beslissing over : het oriënteringsonderzoek; het kenmerkenonderzoek; het saneringsproject; de saneringshandelingen en -werken; de opvolgingsmaatregelen; de veiligheidsmaatregelen.

In afwijking van het eerste lid, 2°, geldt de beslissing om het herstelplan onder voorwaarden goed te keuren niet voor alle administratieve beslissingen, vermeld onder a tot en met f, indien één of meer van deze punten als voorwaarde worden gesteld voor de goedkeuring van het herstelplan. In dit geval staat het besluit om het herstelplan onder voorwaarden goed te keuren gelijk aan een administratieve beslissing voor de punten a) tot en met f) die niet onder een voorwaarde van de genoemde goedkeuringsbeslissing vallen. De uitvoering en naleving van deze voorwaarden gebeurt overeenkomstig het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 5 De gewestelijke administratie kan elke beslissing tot goedkeuring, met of zonder voorwaarden, van een herstelplan schorsen of intrekken indien de houder van de genoemde beslissing niet voldoet aan : 1° het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid, en zijn uitvoeringsmaatregelen;2° het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering en zijn uitvoeringsmaatregelen;3° de bepalingen over achterlaten, storten en afvalbeheer in het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan;4° indien van toepassing, de voorwaarden uiteengezet in de beslissing tot voorwaardelijke goedkeuring van het herstelplan uit hoofde van dit hoofdstuk. § 6 Op verzoek van de houder of op initiatief van de gewestelijke administratie kan elk goedkeuringsbesluit met of zonder voorwaarden worden gewijzigd.

Als de aanvraag tot wijziging van een rehabilitatieplan dat al dan niet onder voorwaarden werd goedgekeurd, van de gewestelijke administratie komt, zal die administratie eerst de houder van het betrokken herstelplan de kans geven om mondeling of schriftelijk opmerkingen te maken.

De procedure die van toepassing is op de aanvraag tot goedkeuring van het herstelplan is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag tot wijziging van het herstelplan.".

Art. 233.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt een deel X met als opschrift "Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement" (Openbare maatschappij voor hulpverlening inzake de verbetering van het leefmilieu), ingevoegd".

Art. 234.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.233 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.233. De Regering richt een naamloze vennootschap op met de naam "Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement" (Openbare maatschappij voor hulpverlening inzake de verbetering van het leefmilieu), afgekort "SPAQuE".

Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is erop van toepassing tenzij anders bepaald in dit Boek. De handelingen van "SPAQuE" zijn onderworpen aan het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsmaatregelen.".

Art. 235.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.234 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.234. De statuten van SPAQuE en alle wijzigingen daarvan moeten door de Regering worden goedgekeurd.

De Regering keurt ook goed: 1° de samenstelling van de Raad van bestuur;2° de oprichting van dochterondernemingen en de verkoop van meerderheidsbelangen; 3° kapitaalverhogingen.".

Art. 236.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.235 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.235. De SPAQuE is vrijgesteld van roerende voorheffing".

Art. 237.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.236 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.236. SPAQuE heeft als doel : 1° het uitvoeren van alle activiteiten met betrekking tot de preventie, de nuttige toepassing en de verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het uitvoeren van ambtshalve maatregelen;2° het uitvoeren van alle activiteiten met betrekking tot het beheer en de sanering van potentieel verontreinigde en verontreinigde bodems, met inbegrip van het uitvoeren van ambtshalve maatregelen, en het bijdragen tot het verbeteren van de kennis van de bodemtoestand en het voorkomen van schade aan de bodemkwaliteit;3° bijdragen tot de herontwikkeling van braakliggende terreinen in Wallonië, met inbegrip van stortplaatsen en oude industrieterreinen;4° de gecoördineerde aanleg van een grondreserve van strategische braakliggende openbare gronden, met name om ze te bestuderen, veilig te maken, te herstellen en opnieuw in te passen in een dichter territoriaal weefsel;5° het ondersteunen van publieke en private actoren die geconfronteerd worden met het probleem van potentieel verontreinigde of verontreinigde bodem, of in andere domeinen die verband houden met het doel ervan;6° de lokale besturen adviseren op gebieden die verband houden met haar doel;7° ondersteuning van toekomstplanning en de ontwikkeling van strategische plannen, programma's of instrumenten op gebieden die verband houden met haar doel;8° de administratie bijstaan in de uitvoering van haar opdrachten op gebieden die verband houden met haar doel;9° het onderzoeken, ontwikkelen en delen van expertise, ervaring, kennis en instrumenten ontwikkeld op gebieden die verband houden met haar doel en die bijdragen tot dergelijke acties;10° een technische bijdrage leveren tot de uitvoering van het beleid inzake milieu en duurzame ontwikkeling in het kader van haar opdracht; 11° de internationale promotie van de Waalse knowhow op gebieden die verband houden met haar doel, waarbij industriële, commerciële of financiële risico's worden vermeden.".

Art. 238.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.237 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.237. De Regering kan de regels inzake tussenkomst van de SPAQuE bepalen wat betreft de uitvoering van deze opdrachten.

De Regering kan SPAQuE ook andere opdrachten toevertrouwen die nauw verband houden met deze opdrachten.

Art. 239.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.238 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.238. Om haar doel te bereiken, kan SPAQuE : 1° alle commerciële, industriële, financiële, onroerende of roerende verrichtingen uitvoeren die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van haar doel;2° verrichtingen uitvoeren die inkomsten kunnen genereren binnen de grenzen van haar maatschappelijk doel;3° de krachten bundelen met een ander gespecialiseerd bedrijf om synergieën of expertisecentra te creëren.

Art. 240.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.239 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.239. § 1. Om haar opdrachten te verrichten, is de SPAQuE gemachtigd om tegen de door de Regering vastgestelde voorwaarden één of meerdere al dan niet gekadastreerde percelen, en de buitenkanten ervan, te betreden om er de onderzoeken, analyses en monsternames te verrichten, al dan niet vergezeld door deskundigen of gespecialiseerde ondernemingen. § 2. Zodra de SPAQuE belast wordt met de sanering van illegale afvalstorting in de zin van Deel IX van dit Boek, met de sanering krachtens artikel 198, § 1, van het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid, de uitvoering van maatregelen en werken voor de sanering van een terrein in de zin van artikel 81 van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering of een te saneren terrein in de zin van artikel D. V.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, mogen geen handelingen worden gesteld die de goede uitvoering ervan kunnen belemmeren. § 3 Het onderhoud van de constructies en werken die nodig zijn voor de restauratie, sanering of herstel vormt een erfdienstbaarheid van openbaar nut op de grond waarop die constructies en werken betrekking hebben. De Regering bepaalt bij individueel besluit de beperkingen die worden opgelegd aan het gebruik van het goed. Er is geen vergoeding verschuldigd aan de houders van zakelijke of persoonlijke rechten".

Art. 241.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.240 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.240. De waarborg van het Gewest t.o.v. derden wordt aan de SPAQuE toegekend onder de voorwaarden die de Regering bepaalt, tegen de rentevoet en de afschrijving van de door de SPAQuE uit te geven obligaties en tegen de aan te gane leningen.

In geval van niet-terugbetaling van de obligaties of leningen of van de desbetreffende betalingen, stort het Gewest de aan de derden verschuldigde sommen aan de SPAQuE.".

Art. 242.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.241 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.241. De voorschriften, modaliteiten en doelstellingen volgens dewelke de SPAQuE haar opdrachten vervult, liggen vast in het beheerscontract dat ze voor vijf jaar met het Waalse Gewest gesloten heeft.".

Art. 243.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.242 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.242. Kunnen aandeelhouders van de SPAQuE zijn: 1° het Waalse Gewest;3° elke vennootschap waarvan het kapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks ter hoogte van minstens 50 % in handen is van het Waalse Gewest of van elke andere publiekrechtelijke persoon ;3° elke andere privaatrechtelijke persoon. Ongeacht de samenstelling van het kapitaal wordt de meerderheid van de mandaten in de raad van bestuur toegewezen aan kandidaten voorgedragen door de aandeelhouders bedoeld onder de punten 1° tot 3° van het eerste lid.

Het mandaat van voorzitter van de Raad van bestuur kan enkel toegewezen worden aan een bestuurder die benoemd wordt op de voordracht van de aandeelhouders bedoeld onder de punten 1° tot 3° van het eerste lid.".

Art. 244.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.243 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.243. § 1. De SPAQuE wordt bestuurd door een Raad van bestuur. § 2. De Raad van bestuur mag alle handelingen verrichten die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering van het maatschappelijk doel van de SPAQuE, met uitzondering van degene die worden toegewezen krachtens de wet, de statuten of deze titel aan de algemene vergadering. § 3. De Raad van bestuur ziet toe op het dagelijkse beheer waargenomen door het Directiecomité, dat daarover regelmatig verslag uitbrengt aan de Raad. De Raad van bestuur kan via zijn voorzitter het directiecomité elk ogenblik verzoeken om een verslag over de activiteiten van de SPAQuE of over een deel ervan. § 4. De Raad van bestuur kan zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan het directiecomité, behalve : 1° het uitstippelen van het algemeen beleid van de SPAQuE;2° alle bevoegdheden die uitdrukkelijk aan de raad van bestuur worden toegewezen krachtens de wet, het decreet of de statuten. Elke machtigingsakte moet duidelijk aangeven op welke bevoegdheden de machtiging slaat en de duur ervan.".

Art. 245.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.244 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.244. De Regering wijst de leden van de raad van bestuur aan.

Hij teelt negen leden.".

Art. 246.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.245 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.245. De Raad van Bestuur kan uit zijn leden een Uitvoerend Comité samenstellen".

Art. 247.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.246 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.246. Onverminderd enige andere beperkingen voorzien door of krachtens enige wet of decreet of in de Statuten, is het mandaat van Bestuurder onverenigbaar met : 1° het lidmaatschap van het Directiecomité;2° het feit dat hij personeelslid of gepensioneerde van de Vennootschap is. Wanneer een bestuurder een van de in lid 1 bedoelde hoedanigheden verwerft, is hij verplicht binnen een termijn van drie maanden ontslag te nemen uit de betreffende mandaten of functies. Indien hij dit nalaat, wordt hij na het verstrijken van deze termijn geacht van rechtswege zijn mandaat bij de SPAQuE te hebben neergelegd.".

Art. 248.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.247 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.247. Een directeur-generaal, benoemd door de Regering, is belast met het dagelijks bestuur en de vertegenwoordiging van de SPAQuE, alsook met de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur.

De directeur-generaal woont de vergaderingen van de raad van bestuur en het uitvoerend bureau bij.

Art. 249.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.248 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.248. De directeur-generaal wordt periodiek beoordeeld door de Raad van Bestuur.

De beoordelingsprocedures en hun precieze details worden beschreven in de SPAQuE-statuten.

De beoordelingen zullen gericht zijn op de implementatie van vaardigheden met betrekking tot de functiebeschrijving en de doelstellingen van de Waalse Regering, met name met betrekking tot het beheerscontract.".

Art. 250.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.249 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.249. § 1. Het Gewest kan, met instemming van de raad van bestuur van SPAQuE, door middel van een regeringsbesluit, 1° participaties inbrengen;2° het recht van beheer, het gebruiksrecht, het genotsrecht en elk zakelijk recht met betrekking tot elk stuk grond op haar domein dat nuttig is voor het uitvoeren van de opdrachten van de SPAQuE inbrengen, met inbegrip van het recht om te bouwen. In dit geval vallen de nieuwe verplichtingen die voortvloeien uit de uitoefening van de door het Gewest overgedragen rechten onder de verantwoordelijkheid van de SPAQuE. § 2 De SPAQuE kan, voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel, na daartoe gemachtigd te zijn door de Regering, onroerende goederen onteigenen.".

Art. 251.In hetzelfde Boek van het Milieuwetboek wordt in Deel X, ingevoegd bij artikel 233, een artikel D.250 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.250. De SPAQuE kan alleen worden ontbonden door middel van een decreet waarin de methode en voorwaarden van vereffening worden geregeld.".

Onderafdeling 2 - Decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen

Art. 252.Het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, laatst gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten2 betreffende milieudeliquentie, wordt opgeheven.

Onderafdeling 3 - Decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen

Art. 253.In artikel 53 van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen, worden opgeheven: 1° lid 4, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2017 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende verscheidene bepalingen voor een rechtvaardiger belasting;1° lid 4, ingevoegd bij het decreet van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten0 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2019 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende verscheidene bepalingen voor een rechtvaardiger belasting;3° lid 4, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten1 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende verscheidene bepalingen voor een rechtvaardiger belasting;4° lid 17, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten3 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2021 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende verscheidene bepalingen voor een rechtvaardiger belasting;5° lid 4, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten4 houdende verscheidene bepalingen voor een rechtvaardiger belasting; Onderafdeling 4 - Fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en het geschil inzake rechtstreekse gewestelijke belastingen

Art. 254.Artikel 22 van het fiscaal decreet van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007201248 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen sluiten tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 01/07/1999 numac 1999027513 bron ministerie van het waalse gewest 6 MEI 1999 - Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen type decreet prom. 06/05/1999 pub. 28/12/1999 numac 1999027813 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 sluiten betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, wordt opgeheven.

Art. 255.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 256.Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 257.Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 258.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 259.Artikel 35 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 260.Artikel 36 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 261.Artikel 37 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 262.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Onderafdeling 5 - Decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 18/12/2008 numac 2008204571 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie

Art. 263.In artikel 2/4, § 1, van het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 18/12/2008 numac 2008204571 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie, ingevoegd bij het decreet van 16 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: in punt 3°, worden de woorden "en over de ontwerpen van reglementaire besluiten genomen krachtens het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van de uitvoeringsbesluiten van de hoofdstukken V en X van dat decreet" opgeheven; in punt 6° wordt het woord "Ontwikkeling." vervangen door het woord "Ontwikkeling;"; er wordt een punt 7° ingevoegd, luidend als volgt : "7° adviezen uit te brengen zoals bedoeld in artikel 6, § 3, van het decreet van 9 maart 2023 betreffende de afvalstoffen, het circulair gebruik van de materialen en de openbare netheid.".

Onderafdeling 6 - Decreet van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2016 pub. 08/07/2016 numac 2016203537 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning sluiten tot wijziging van het Milieuwetboek, het Waterwetboek en verschillende decreten inzake afval en milieuvergunning

Art. 264.In het decreet van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2016 pub. 08/07/2016 numac 2016203537 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning sluiten tot wijziging van het Milieuwetboek, het Waterwetboek en verschillende decreten inzake afval en milieuvergunning, wordt artikel 112, § 3, opgeheven.

Onderafdeling 7 - Decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering

Art. 265.In artikel 2, punt 31°, van het decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2018 pub. 22/03/2018 numac 2018070014 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering sluiten betreffende bodembeheer en bodemsanering, wordt een punt a/1) ingevoegd, luidend als volgt: "a/1) het herstelplan in de zin van Deel IX van Boek I van het Milieuwetboek;".

Art. 266.In artikel 79, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "In het kader van haar opdrachten," vervangen door de woorden "In het kader van de opdrachten die haar uitdrukkelijk worden toevertrouwd door de Regering krachtens paragraaf 2, 2°, of door de Regering of elke andere publiekrechtelijke rechtspersoon krachtens paragraaf 2, 3°, ".

Art. 267.In artikel 82, § 1, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden "intentioneel" geschrapt. Afdeling 5 - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 268.Onverminderd de prerogatieven van de Regering bij de uitvoering van dit decreet : 1° onder voorbehoud van de procedures bepaald in dit decreet, blijven de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen van toepassing tot ze gewijzigd of opgeheven worden om alle voorschriften in overeenstemming te brengen met dit decreet;2° de uitvoeringsmaatregelen genomen krachtens de artikelen 24, 25 en 26 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en houdende vaststelling van een plan voor centra voor technische ingraving blijven uitwerking hebben tot alle rechten en plichten die verbonden zijn aan de administratieve vergunningen, en desgevallend de hernieuwingen ervan, met betrekking tot een centrum voor technische ingraving dat onder dat plan valt, vervallen;3° de onderzoeken, vaststellingen, vervolgingen, straffen en herstelmaatregelen met betrekking tot de inbreuken bedoeld in de artikelen 51 tot en met 55 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen worden gehandhaafd en blijven hun uitwerking behouden tot de gerechtelijke of administratieve overheidsactie is beëindigd.

Art. 269.§ 1. Vergunningen, erkenningen, registraties, gebruikscertificaten en alle andere individuele vergunningen en administratieve beslissingen, met inbegrip van herstel- en veiligheidsmaatregelen, genomen krachtens het decreet van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen en de uitvoeringsmaatregelen ervan, blijven van kracht tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze werden toegekend. § 2 Met uitzondering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producten, worden alle verzoeken betreffende een van de rechtshandelingen van individuele strekking bedoeld in paragraaf 1, met inbegrip van de bijbehorende administratieve beroepen, behandeld in overeenstemming met de bepalingen die van kracht zijn op de dag dat het verzoek wordt ingediend. § 3 De Regering kan de modaliteiten bepalen volgens dewelke de toelatingen en beslissingen die zijn uitgereikt of uitgesproken krachtens het decreet bedoeld in paragraaf 1 en de uitvoeringsmaatregelen ervan, kunnen worden gewijzigd door de bevoegde overheid die gemachtigd is ze uit te reiken bij of krachtens dit decreet, teneinde de eventuele werkingsvoorwaarden ervan verenigbaar te maken met dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 4. Dit artikel is ook van toepassing op milieuovereenkomsten die gesloten zijn overeenkomstig boek I van het Milieuwetboek en die tot doel hebben bepaalde verplichtingen na te komen die inherent zijn aan het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Dit besluit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om de milieuovereenkomsten bedoeld in het eerste lid te verlengen of te wijzigen overeenkomstig de artikelen D.88 en D.89 van Boek 1 van het Milieuwetboek. In ieder geval mogen de genoemde milieuovereenkomsten, met inbegrip van eventuele verlengingen, niet worden gesloten voor een totale looptijd van meer dan tien jaar. § 5. Contractuele bepalingen met betrekking tot de inzameling van huishoudelijk afval in akten en contracten die zijn gesloten of aangegaan vóór de inwerkingtreding van dit decreet mogen worden uitgevoerd tot hun looptijd zonder stilzwijgend te worden verlengd of vernieuwd. Bij gebreke van een vaste termijn eindigen de genoemde contractuele clausules automatisch één jaar na de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 270.§ 1. Houders van een milieuvergunning of een aangifte van vestiging van klasse 3 die dateert van voor de inwerkingtreding van dit decreet en die betrekking heeft op de exploitatie van een zuiveringsstation voor de behandeling van afvalwater dat met een voertuig naar het zuiveringsstation wordt afgevoerd of andere vloeibare afvalstoffen die met een voertuig naar het waterzuiveringsstation worden afgevoerd mogen die installatie blijven exploiteren tot de vervaldatum van die vergunning of aangifte zonder dat zij een wijziging van die vergunning of aangifte moeten aanvragen of een nieuwe aanvraag voor die vergunning of aangifte moeten indienen, op voorwaarde dat zij erkend of geregistreerd zijn als afvalophaler overeenkomstig het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

De houder van een milieuvergunning of van een aangifte van vestiging van klasse 3 als bedoeld in de hypothese, vermeld in het eerste lid, kan tot het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn milieuvergunning of van zijn aangifte van vestiging van klasse 3 en op voorwaarde dat geen wijziging van die vergunning of aangifte noodzakelijk is om een andere reden dan de inwerkingtreding van dit decreet, een nieuwe erkenning of registratie als afvalophaler aanvragen overeenkomstig dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan. De op grond van dit lid verleende erkenning of registratie mag de geldigheidsduur van de milieuvergunning of de betrokken aangifte van vestiging van klasse 3 niet overschrijden. § 2 Vanaf de inwerkingtreding van dit decreet heeft elke milieuvergunning en elke aangifte van vestiging van klasse 3 die worden meegedeeld voor de exploitatie van een waterzuiveringsstation zoals bedoeld in paragraaf 1 ten minste betrekking op de rubriek of rubrieken in de zin van artikel 3 van het decreet van 11 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999027439 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de milieuvergunning sluiten betreffende de milieuvergunning en de uitvoeringsmaatregelen ervan die van toepassing zijn op de behandeling van afvalstoffen.

De Regering kan deze rubriek of rubrieken nader omschrijven.

Art. 271.§ 1. Dit decreet treedt in werking de tiende dag na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. § 2 In afwijking van paragraaf 1: 1° treedt artikel 26 in werking op 1 september 2023;2° treedt artikel 63 in werking op 1 januari 2026;3° treden de artikelen 220 tot 232 in werking op 1 januari 2030. De Regering kan data van inwerkingtreding vastleggen die voorafgaan aan de data vermeld in het eerste lid.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 9 maart 2023.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2022-2023. Stukken van het Waals Parlement, 1180 (2022-2023) Nrs. 1 tot 1octies, 19.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 8 maart 2023.

Bespreking.

Stemming.

^