Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2012
gepubliceerd op 09 augustus 2012

Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2012204352
pub.
09/08/2012
prom.
06/07/2012
ELI
eli/decreet/2012/07/06/2012204352/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2012. - Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° jeugdbeleid : het beleid zoals bepaald in artikel 4, 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;2° jeugdraad : adviesorgaan dat is opgericht om de betrokkenheid en de inspraak van kinderen en jongeren te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan, inzonderheid de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan van de gemeente of dat is opgericht om de betrokkenheid en de inspraak van kinderen en jongeren te verzekeren bij de voorbereiding en uitvoering van het jeugdbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;3° jeugdwerk : sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door kinderen en jongeren van drie tot en met dertig jaar, in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de kinderen en jongeren die daaraan deelnemen op vrijwillige basis en dat wordt georganiseerd door jongeren, particuliere jeugdverenigingen, gemeentelijke openbare besturen of de Vlaamse Gemeenschapscommissie;4° meerjarenplan : de strategische meerjarenplanning, vermeld in het decreet van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2011 pub. 11/08/2011 numac 2011203932 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd sluiten houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.

Art. 3.De bepalingen van het decreet van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2011 pub. 11/08/2011 numac 2011203932 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd sluiten houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd, zijn van toepassing op de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het jeugdbeleid zoals bepaald in artikel 4, paragraaf 1.

Art. 4.§ 1. De Vlaamse Regering verleent onder de voorwaarden, vastgesteld bij dit decreet, subsidies aan gemeenten uit het Nederlandse taalgebied en aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de uitvoering van een of meer beleidsprioriteiten voor het jeugdbeleid, ten behoeve van het jeugdwerk. Die beleidsprioriteiten zijn : 1° de ondersteuning van het jeugdwerk in algemene zin;2° de bevordering van de participatie aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. De Vlaamse Regering kan een of meer extra beleidsprioriteiten bepalen.

De Vlaamse Regering bepaalt de criteria waaraan gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten beantwoorden om in aanmerking te komen voor subsidiëring, alsook de wijze van verdeling en toekenning van de subsidies aan de gemeenten en aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie. § 2. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, dient de Vlaamse Gemeenschapscommissie een jeugdbeleidsplan in, waarin wordt aangegeven hoe de Vlaamse Gemeenschapscommissie invulling zal geven aan de beleidsprioriteiten die de Vlaamse Regering voor het lokaal jeugdbeleid heeft bepaald.

Het jeugdbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt opgesteld voor een periode van vijf jaar. Als de Vlaamse beleidsprioriteiten worden gewijzigd, kan de Vlaamse Gemeenschapscommissie een aangepast jeugdbeleidsplan indienen.

Onder de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering wordt een voorafname van het krediet beschikbaar voor de uitvoering van dit decreet toegekend aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter uitvoering van het jeugdbeleidsplan in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Die voorafname wordt berekend op basis van de verhouding tussen 30 % van het aantal kinderen en jongeren beneden de 25 jaar dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest woont ten opzichte van het totaal aantal kinderen en jongeren jonger dan 25 jaar in het Nederlandstalige taalgebied, vermeerderd met 30 % van het aantal kinderen en jongeren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Indien de Vlaamse Gemeenschapscommissie niet beantwoordt aan de criteria die door de Vlaamse Regering bepaald worden ter uitvoering van de beleidsprioriteiten, zoals bepaald in paragraaf 1, dan verliest zij het recht op het relatieve aandeel van de subsidie zoals toegekend voor de financiering van onderhavige beleidsprioriteit.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels waaraan het jeugdbeleidsplan moet voldoen en de wijze van rapportering over de uitvoering ervan.

Tot en met 2015 beantwoordt de Vlaamse Gemeenschapscommissie aan de bepalingen van dit decreet als de Vlaamse Gemeenschapscommissie verder uitvoering geeft aan het jeugdbeleidsplan dat de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op 19 november 2010 heeft goedgekeurd. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van rapportering over de uitvoering ervan. § 3. De subsidies die de gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie krachtens artikel 4, paragraaf 1 en paragraaf 2, ontvangen, kunnen uitsluitend aangewend worden voor de ondersteuning van jeugdwerkinitiatieven die hun zetel hebben in het Nederlandstalige taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Op deze zetel moeten in het Nederlands de gegevens over de werking, de leden, de vorming van de begeleiders en het financiële beheer aanwezig zijn.

Deze jeugdwerkinitiatieven moeten het Nederlands gebruiken bij hun werking. § 4. Voor de uitvoering van dit decreet wordt in 2014 ten minste 21.760.000 euro uitgetrokken.

Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt gekoppeld aan hetzelfde prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen.

De uitvoering van dit decreet gebeurt binnen de perken van de beschikbare kredieten op de Vlaamse begroting. § 5. Het budget voorbehouden voor de tweede Vlaamse beleidsprioriteit voor het beleidsveld jeugd zoals bepaald in artikel 4, § 1, 2°, wordt verdeeld onder gemeentebesturen op basis van sociaalgeografische indicatoren, onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt. § 6. Gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie die op basis van dit decreet voor subsidiëring in aanmerking willen komen, besteden binnen de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het jeugdbeleid specifieke aandacht aan kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.

Art. 5.§ 1. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen en met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.

Om in aanmerking te komen voor subsidiëring richt de Vlaamse Gemeenschapscommissie een jeugdraad op of erkent de Vlaamse Gemeenschapscommissie een al bestaande jeugdraad. Ze doet dat met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak van kinderen en jongeren bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid. § 2. De volgende personen zijn lid van de gemeentelijke jeugdraad : 1° de afgevaardigde van de geïnteresseerde plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen ten aanzien van kinderen en jongeren uit de gemeente;2° geïnteresseerde kinderen en jongeren uit de gemeente, gecoöpteerd door de jeugdraad. De volgende personen zijn lid van de jeugdraad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie : 1° de afgevaardigde van de geïnteresseerde plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen ten aanzien van kinderen en jongeren uit het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° geïnteresseerde kinderen en jongeren uit het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, gecoöpteerd door de jeugdraad. Politieke mandatarissen kunnen geen lid zijn van de jeugdraad.

Het lidmaatschap van de jeugdraad kan niet als voorwaarde voor lokale subsidiëring worden gesteld. § 3. Het college van burgemeester en schepenen toont aan dat ze advies vraagt aan de jeugdraad over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het jeugdbeleid, ook bij de opmaak van het meerjarenplan.

Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie toont aan dat het advies vraagt aan de jeugdraad, ten minste bij de opmaak van het jeugdbeleidsplan en over andere aangelegenheden die betrekking hebben op het jeugdbeleid.

De jeugdraad kan op eigen initiatief advies uitbrengen over alle aangelegenheden die betrekking hebben op kinderen en jongeren.

Het college van burgemeester en schepenen en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie motiveren bij het nemen van beslissingen waarom het college het advies van de jeugdraad niet of maar gedeeltelijk volgt. § 4. De gemeenteraden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepalen de nadere voorwaarden van de werking van de jeugdraad, en in elk geval : 1° de maatregelen waarmee het recht op informatie van de jeugdraad ten aanzien van het college van burgemeester en schepenen of van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt gewaarborgd;2° de wijze waarop de jeugdraad wordt ondersteund;3° de wijze waarop het college van burgemeester en schepenen of het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een gemotiveerd standpunt over de uitgebrachte adviezen inneemt;4° maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de adviezen en de werkzaamheden van de jeugdraad.

Art. 6.De Vlaamse Regering kan een of meer gemeenten bekronen voor de inspanningen die ze geleverd hebben ten voordele van kinderen en jongeren. De bekroning kan bestaan uit het toekennen van een prijs.

Aan de toekenning van de prijs wordt geen enkele verantwoording vanwege de begunstigde verbonden. Terugvordering van de toegekende prijs is alleen mogelijk als is aangetoond dat de begunstigde ervan bedrieglijke informatie heeft verstrekt over de prestaties waarvoor de prijs werd toegekend of als de omstandigheden waaronder de prestaties werden geleverd, strijdig waren met de op dat ogenblik geldende wettelijke bepalingen.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden waaraan de gemeenten moeten beantwoorden, alsook de procedure voor de nominatie en selectie van de kandidaten.

Art. 7.Aan artikel 16 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 25/08/2004 numac 2004036336 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector sluiten houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2005, 18 januari 2008 en 29 april 2011, wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking van het tweede lid vindt voor het gemeentelijk jeugdwerkbeleid de eerste verdeling en toewijzing plaats op 1 januari 2014.".

Art. 8.De provinciebesturen zijn bevoegd voor : 1° het exploiteren en ondersteunen van bovenlokale jeugddomeinen en jeugdinfrastructuur en uitleendiensten voor de jeugd;2° het voeren van een inclusief beleid voor kinderen en jongeren die omwille van hun afkomst, hun thuissituatie, hun fysieke of mentale situatie of hun statuut een groter risico lopen op achterstelling of uitsluiting op een of meerdere levensdomeinen;3° het organiseren van participatie van kinderen en jongeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het provinciaal beleid;4° het voeren van een impulsbeleid ter ondersteuning van jong artistiek talent, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in een bestuursakkoord zoals vermeld in artikel 2 van het Provinciedecreet;5° het coachen, stimuleren van netwerken en vorming van gemeentebesturen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verenigingen actief op voornoemde terreinen;6° het voeren van een impulsbeleid ter uitvoering van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleid, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in een bestuursakkoord zoals vermeld in artikel 2 van het Provinciedecreet. De provincies zijn niet bevoegd voor het subsidiëren van verenigingen waaraan de Vlaamse Gemeenschap in het kader van haar jeugdbeleid een werkingssubsidie toekent ter ondersteuning van de personeels- en werkingskosten die voortvloeien uit een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont, ongeacht of die algemene werkingssubsidie wordt toegekend voor de volledige activiteit van de begunstigde of voor een afgescheiden deelactiviteit, behalve voor projectsubsidies in het kader van het impulsbeleid zoals bepaald in het eerste lid, 4° en 6°.

Onverminderd wat bepaald is in het tweede lid kunnen verenigingen die door de Vlaamse Gemeenschap uitsluitend gesubsidieerd worden in het kader van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 25/08/2004 numac 2004036336 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector sluiten houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector, wel door de provincies gesubsidieerd worden.

Een provincie die op 1 januari 2014 deelneemt in een rechtspersoon die gericht is op het uitoefenen van een bevoegdheid of taak, vermeld in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, kan dit blijven doen voor zover die instelling opgenomen is in de lijst vastgesteld door de Vlaamse Regering, na advies van de provincies.

Art. 9.Het decreet van 14 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 24/03/2003 numac 2003035285 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid sluiten houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005 en 15 december 2006, wordt opgeheven op 31 december 2013.

Art. 10.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 4, paragraaf 1, dat in werking treedt op 30 oktober 2012, en artikel 5 en 6, die in werking treden op 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2012 De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken. - Ontwerp van decreet : 1589 - Nr. 1. - Advies parlementaire commissie : 1589 - Nr. 2. - Amendement : 1589 - Nr. 3. - Verslag hoorzitting : 1589 - Nr. 4. - Verslag : 1589 - Nr. 5. - Amendement na indiening van het verslag : 1589 - Nr. 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1589 - Nr. 7.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 27 juni 2012.

^