Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 januari 2003
gepubliceerd op 11 maart 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035272
pub.
11/03/2003
prom.
31/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/31/2003035272/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen


De Vlaamse regering, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 67, § 2;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 20ter, § 2, ingevoegd bij het decreet van 5 juli 1989 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 32ter, § 1, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en op artikel 32ter, § 3 en § 4, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en van een « Office de la Navigation », inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij de decreten van 20 april 1994 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 3, § 2, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 9, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, inzonderheid op artikel 160, gewijzigd bij de decreten van 9 april 1992, 7 juli 1998 en 18 mei 1999;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikel 24, 44, § 1 en 45, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd bij het decreet van 24 juli 1996;

Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, inzonderheid op artikel 57, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 4 februari 2002;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 6 februari 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 1 februari 2002 en 24 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 11 januari 2002 en 24 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 9 januari 2002 en 8 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 29 januari 2002 en 30 april 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 14 februari 2002 en 16 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 10 januari 2002 en 16 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 9 januari 2002 en 24 april 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 6 februari 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 16 januari 2002 en 17 april 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 30 januari 2002;

Gelet op het advies van de algemene raad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 5 februari 2002 en 7 mei 2002;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 19 februari 2002 en 30 april 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Milieumaatschappij, gegeven op 14 januari 2002 en 6 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 15 januari 2002 en 21 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 17 januari 2002 en 2 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 27 december 2001 en 15 april 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 7 januari 2002 en 2 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 24 januari 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van Export Vlaanderen, gegeven op 21 januari 2002 en 25 april 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 4 februari 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 18 januari 2002 en 14 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, gegeven op 18 januari 2002 en 8 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 18 januari 2002 en 22 april 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 17 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 8 januari 2002 en 14 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van Kind en Gezin, gegeven op 6 maart 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 11 januari 2002 en 19 april 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, gegeven op 23 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 8 januari 2002 en 14 mei 2002;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 8 januari 2002 en 7 mei 2002;

Gelet op het akkoord van de Federale Minister, bevoegd voor de Pensioenen, gegeven op 29 mei 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 mei 2002;

Gelet op het protocol nr. 181.543 van 31 juli 2002 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering, op 15 juli 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 34.084/3 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, de Vlaamse minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken en de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel I 2 van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juni 2001, 5 oktober 2001 en 29 maart 2002 wordt een 23° toegevoegd, die luidt als volgt : « 23° volledige prestaties : prestaties die gemiddeld 38 uren per week bedragen. »

Art. 2.In artikel I 2bis van hetzelfde besluit worden de woorden « voor de bevordering van de geslaagden van de vergelijkende overgangsexamens en » geschrapt.

Art. 3.In artikel II 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin van § 1 wordt vervangen door wat volgt : « De leidend ambtenaar kan één ambtenaar van rang A2 of rang A1 voor bepaalde duur of onbepaalde duur belasten met een staffunctie.» 2° in § 2 worden na de woorden « rang A2 » de woorden « of van rang A1 » ingevoegd.

Art. 4.In artikel V 2 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder § 2, 1 vervangen door wat volgt : « 1 bevordering van de geslaagden voor de vergelijkende overgangsexamens, na oproep, gericht tot de geslaagden van de instelling, of voor ».

Art. 5.Aan artikel VI 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 en van 29 maart 2002, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de vereisten inzake diploma of studiegetuigschrift.

Art. 6.In artikel VIII 28 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 worden de woorden « als titularis van een ambt met volledige prestaties » geschrapt;2° in § 3 worden de woorden « als titularis van een ambt of betrekking met volledige prestaties » geschrapt.

Art. 7.In artikel VIII 29 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1.Onder overheid, bedoeld in artikel VIII 28, dient te worden begrepen : de instelling en voorzover zij een personeelsstatuut hebben dat vergelijkbaar is met het personeelsstatuut van de instelling : - de andere Vlaamse openbare instellingen; - de diensten van de Vlaamse regering; - de diensten en instellingen van de Europese Unie en/of de Europese Economische Ruimte; - de diensten en instellingen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte; - de diensten en instellingen van de Belgische Staat; - de diensten en instellingen van andere gemeenschappen en gewesten; - de provincies, gemeenten en O.C.M.W.'s van België. »

Art. 8.Artikel VIII 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 30. De schaalanciënniteit bestaat uit de werkelijke diensten die de ambtenaar heeft verricht bij de instelling en bij een andere Vlaamse openbare instelling met een vergelijkbaar personeelsstatuut en bij de diensten van de Vlaamse regering in de hoedanigheden van stagiair en ambtenaar in de betrokken salarisschaal. »

Art. 9.Artikel VIII 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 31. Als werkelijke diensten worden beschouwd : a) de perioden waarin krachtens dit besluit het salaris wordt doorbetaald of bij ontstentenis van salaris de aanspraak op bevordering tot een hoger salaris behouden blijft. b) voor de toepassing van artikel VIII 28 : 1° de perioden bij de instelling, 2° voor de indiensttredingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de andere Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut en bij de diensten van de Vlaamse regering 3° prestaties verricht na 1 juli 2002 bij de andere overheden vermeld in artikel VIII 29; c) voor de toepassing van artikel VIII 30 : 1° de perioden bij de instelling; 2° voor de indiensttredingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de andere Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut en bij de diensten van de Vlaamse regering. »

Art. 10.

Art. 10.In artikel VIII 85 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar kan tijdens zijn loopbaan eenmaal om functionele of persoonlijke redenen vragen te worden teruggezet in graad. De vrijwillige terugzetting in graad gebeurt : a) voor de ambtenaar van rang A1, B1, C1 : in de tweede rang van het lagere niveau;b) voor de ambtenaren met een andere graad : in de onmiddellijk lagere rang dan die waarin de ambtenaar was benoemd. Als aan de nieuwe graad een functionele loopbaan verbonden is, wordt de ambtenaar ingeschaald in de op één na hoogste salarisschaal van de functionele loopbaan. »

Art. 11.In deel VIII, titel X van hetzelfde besluit wordt een artikel VIII 93 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. VIII 93. § 1. Zolang een instelling niet over een als personeelsplan gevalideerde personeelsformatie beschikt, gebeuren de aanwervingen binnen de personeelsformatie of binnen een personeelsplan « huidige situatie » dat gelijk is aan de bezetting en de vacatures op 1 december 2001. Dit personeelsplan wordt, op voorstel van de directieraad, goedgekeurd door de minister, samen met de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken. § 2. Zolang een instelling niet over een als personeelsplan gevalideerde personeelsformatie beschikt, geldt het personeelsplan "huidige situatie" voor de toepassing van artikel 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2000 betreffende de toekenning van een verlof dat voorafgaat aan de pensionering voor de ambtenaren van sommige Vlaamse openbare instellingen. § 3. Dit artikel houdt op uitwerking te hebben op 1 januari 2004. § 4. Dit artikel is niet van toepassing op de instellingen, vermeld in artikel I 1, 1°, f en 4° van dit besluit. »

Art. 12.In deel XI, titel VIII van hetzelfde besluit wordt in het opschrift van hoofdstuk I het woord « ministerieel » geschrapt.

Art. 13.In artikel XI 51 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door één van de volgende instanties wordt aangewezen om een ambt uit te oefenen op hun kabinet, secretariaat, cel Algemene Beleidscoördinatie of cel Algemeen Beleid : - een minister, - een staatssecretaris, - een regeringscommissaris, - een lid van de regering van een gemeenschap of gewest, - een gouverneur van een Vlaamse provincie - de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad, - een bestendig afgevaardigde, - een burgemeester, - een schepen, - een O.C.M.W.-voorzitter - een voorzitter van een districtsraad, - een Europees commissaris. »

Art. 14.In artikel XI 69, § 1, derde lid van hetzelfde besluit wordt het woord « ministerieel » geschrapt.

Art. 15.In artikel XI 75, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het woord « volledige » en het woord « dagen » worden de woorden « of halve » ingevoegd;2° tussen het woord « presteren » en het woord « kunnen » worden de woorden « of in een continudienst zijn tewerkgesteld » ingevoegd;3° tussen het woord « in » en het woord « dagen » worden de woorden « volledige of halve » ingevoegd;4° het woord « prestatieregime » wordt vervangen door de woorden « prestatie- of arbeidsregime ».

Art. 16.In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de woorden : - "van de Europese Unie" vervangen door de woorden : "van de Europese Economische Ruimte"; "een lidstaat van de Europese Unie", "EU-lidstaat" vervangen door de woorden : "een lid-Staat van de Europese Economische Ruimte";

Art. 17.In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 en 14 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden : "van de Europese Unie" worden vervangen door de woorden : "van de Europese Economische Ruimte"; "een lidstaat van de Europese Unie" worden vervangen door de woorden : "een lidstaat van de Europese Economische Ruimte". 2° in § 1, 2°, b , wordt het woord "ministerieel" geschrapt.

Art. 18.In artikel XIII 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, wordt het bedrag 13.103,17 euro vervangen door het bedrag 13.234,20 euro.

Art. 19.In artikel XIII 39 van hetzelfde besluit worden de woorden "afgerond op de hele frank" vervangen door "afgerond op de hogere eurocent".

Art. 20.In artikel XIII 39bis, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 en 14 december 2001, worden de woorden "na een vergelijkend overgangsexamen of vergelijkende bekwaamheidsproef" geschrapt.

Art. 21.In artikel XIII 54 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 2001, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. De stafleden kunnen een staftoelage ontvangen tussen 0 en 20 % van hun salaris indien zij beantwoorden aan de voorwaarden van artikel XIII 58. »

Art. 22.In Deel XIII, Titel III van hetzelfde besluit wordt hoofdstuk IX "Vakantiegeld en de eindejaarstoelage", bestaande uit de artikelen XIII 73 tot en met XIII 88 vervangen door wat volgt : Hoofdstuk IX. Vakantiegeld en eindejaarstoelage Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen

Art. XIII 73. § 1. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn een percentage van het brutosalaris zoals hierna bepaald. § 2. Voor toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : - brutosalaris : het geïndexeerd jaarsalaris. - brutomaandsalaris : het brutosalaris gedeeld door 12. § 3. Indien niet tijdens de ganse referteperiode volledige prestaties werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage herleid pro rata van het verdiende brutosalaris tegenover het brutosalaris bij volledige prestaties voor de volledige referteperiode. § 4. In afwijking van de artikelen XIII 74, § 2, en XIII 75, § 2, wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling. § 5. In afwijking van de artikelen XIII 74, § 2, en XIII 75, § 3, wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld en de eindejaarstoelage uitbetaald tijdens de maand volgend op de beëindiging van de tewerkstelling. Afdeling 2. Vakantiegeld

Art. XIII 74 § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar. § 2. Het vakantiegeld bedraagt 92 % van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het wordt betaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. § 3. In afwijking van § 2 is het vakantiegeld voor 2002 en 2003 gelijk aan het hierna bepaalde percentage : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. Wat betreft het vakantiegeld voor jonge werknemers wordt de periode vanaf 1 januari van de referteperiode tot de dag voor de datum waarop de ambtenaar tot de stage werd toegelaten eveneens in aanmerking genomen, op voorwaarde dat hij : 1° minder dan 25 jaar oud is op het einde van de referteperiode;2° uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op het einde van zijn studies als rechtgevende op kinderbijslag, of de leerovereenkomst. § 5. Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld tot beloop van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld maximum 85 % bedraagt van het brutosalaris wordt de 13,07 % ingehouden op het volledig bedrag. Afdeling 3. - Eindejaarstoelage

Art. XIII 75. § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan de periode van 1 januari tot en met 30 september. § 2. De eindejaarstoelage bedraagt vanaf het kalenderjaar 2001 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december.

Art. 23.In het opschrift van hoofdstuk I van titel VI "Sociale Voordelen" van deel XIII en in artikel XIII 113 van hetzelfde besluit wordt het woord "werkgeversbijdrage" vervangen door "tegemoetkoming".

Art. 24.In artikel XIII 115 van hetzelfde besluit wordt een 3° toegevoegd, die luidt als volgt : « 3° werkplaatsen die zich op minder dan 3 km van een halte van het openbaar vervoer bevinden maar waar de frequentie van het openbaar vervoermiddel zo laag is dat de personeelsleden ook bij normale arbeidstijden geen gebruik kunnen maken van het gemeenschappelijk openbaar vervoer. Werkplaatsen met een glijdende arbeidstijdregeling zijn hiervan uitgesloten. »

Art. 25.Artikel XIII 118 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 118. Bij gebrek aan dienstvervoer heeft de ambtenaar die met een privé-vervoermiddel naar de moeilijk bereikbare werkplaats komt, recht op de volledige maandelijkse tegemoetkoming ten bedrage van de volledige maandelijkse kostprijs van een treinkaart 2e klas voor dezelfde afstand. Ook eventuele passagiers hebben recht op dezelfde tegemoetkoming. »

Art. 26.Aan Deel XIII, Titel VI, afdeling 1 van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIbis toegevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk IIIbis. Woon-werkverplaatsing voor gehandicapten.

Art. XIII 121ter. "Het personeelslid dat minstens 66 % arbeidsongeschikt is, ontvangt een tegemoetkoming voor de woon-werkverplaatsing met de eigen wagen.

Deze tegemoetkoming is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart 2de klas over dezelfde afstand. »

Art. 27.In Deel XIII, Titel VII, afdeling 1, van hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 129sexies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIII 129sexies. De personeelsleden die in de loop van het jaar 2001 uit dienst zijn getreden, krijgen een aanvulling op hun reeds toegekend vakantiegeld bij uitdiensttreding, tot het percentage vermeld in artikel XIII 74, § 3 ».

Art. 28.Aan artikel XIV 6 van hetzelfde besluit wordt een 7° toegevoegd, die luidt als volgt : « 7°. Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de aanwervingsvoorwaarden inzake diploma of studiegetuigschrift. »

Art. 29.In artikel XIV 40 van hetzelfde besluit wordt het woord « ministerieel » geschrapt.

Art. 30.In artikel XIV 41 van hetzelfde besluit wordt het woord « ministerieel » geschrapt.

Art. 31.Artikel XIV 42bis van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : Art. XIV 42bis. De uitvoering van de arbeidsovereenkomst van het contractuele personeelslid wordt geschorst : a) indien het bij de diensten van de Vlaamse regering of bij een andere Vlaamse openbare instelling tijdelijk wordt belast met een hooggekwalificeerde functie zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4°;b) in geval van tijdelijke contractuele tewerkstelling bij een werkgever waartoe reglementair de mogelijkheid bestaat ».

Art. 32.In artikel XIV 47, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, wordt het bedrag van 12.354,54 euro vervangen door 12.478,1 euro.

Art. 33.In deel XIV, hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt afdeling 4 "Vakantiegeld" vervangen door wat volgt : « Afdeling 4. Vakantiegeld en eindejaarstoelage Art. XIV 49. Het contractuele personeelslid ontvangt een vakantiegeld en eindejaarstoelage volgens dezelfde regeling als de ambtenaar. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage van het contractueel personeelslid worden niet verminderd bij bevallings- en ziekteverlof".

Art. 34.Artikel XIV 51 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 2 februari 2001 en 29 maart 2002, wordt vervangen door wat volgt : Art. XIV 51. § 1. Het contractuele personeelslid heeft recht op dezelfde vergoedingen, toelagen en sociale voordelen als de ambtenaar die dezelfde functie uitoefent, met uitzondering van de vergoeding wegens begrafeniskosten. § 2. Het contractuele personeelslid kan volgens de regeling die geldt voor de ambtenaar een functioneringstoelage krijgen als uit de beoordeling blijkt dat het personeelslid uitstekend heeft gepresteerd ten opzichte van de verwachtingen die in de planning werden geformuleerd. § 3. In afwijking van § 2 wordt de functioneringstoelage aan het contractuele personeelslid met een hooggekwalificeerde betrekking, zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4° en een bezoldiging minstens gelijk aan A311 toegekend door de raad van bestuur. § 4. Indien de totaliteit van de moederschapsuitkeringen uitbetaald tijdens het bevallingsverlof, minder bedraagt dan het nettosalaris dat overeenstemt met dezelfde periode, verkrijgt het contractuele personeelslid een aanvulling, die gelijk is aan het verschil ».

Art. 35.In Deel XIV, Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt afdeling 5 « Eindejaarstoelage » opgeheven.

Art. 36.Dit besluit treedt heden in werking, met uitzondering van de hierna vermelde artikelen : - de artikelen 2 en 4 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2001; - de artikelen 12, 13, 14 en 17, 2° die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2001; - de artikelen 6 tot en met 8, 9 a), 9 b), 1°, 9 c), 1°, 11, 16 en 17, 1° die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2002; - artikel 9 b), 2° en 9 c), 2° : 1 maart 2002; - artikel 10 : wat artikel VIII 85, tweede lid betreft dat uitwerking heeft op 1 januari 2002; - de artikelen 15, 18, 19 en 32 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002; - artikel 20 dat uitwerking heeft op 1 juli 2000; - de artikelen 22, 27, 31, 33 en 35 die uitwerking hebben met ingang van 1 november 2001; - de artikelen 25 en 26 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002; - de artikelen 29 en 30 die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2001; - artikel 34 : wat artikel XIV 51 § 1 betreft, dat uitwerking heeft op 1 oktober 2000; - artikel 34 : wat artikel XIV 51 §§ 2 en 4 betreft die uitwerking hebben op 1 januari 2001; - artikel 34 : wat artikel XIV 51 § 3 betreft dat uitwerking heeft op 9 januari 2001.

Art. 37.De leden van de regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 januari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS De Vlaamse minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, G. VANHENGEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS

^