gepubliceerd op 24 november 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel inzake de reis- en maaltijdvergoeding
24 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel inzake de reis- en maaltijdvergoeding
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, en § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het decreet van 29 april 1991 tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;
Gelet op het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, inzonderheid op artikel 23, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2003;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 20 maart 2003;
Gelet op het protocol nr. 185.560A van 7 april 2003 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op advies 35.524/1/V van de Raad van State, gegeven op 1 september 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel wordt een artikel XIII 85bis ingevoegd luidend als volgt : « Art. XIII 85bis . Onkostenstaten die na een termijn van 6 maand bij de onmiddellijke hiërachische meerdere worden ingediend zijn onontvankelijk. De ambtenaar die binnen een termijn van drie maanden zijn behoorlijk en volledig ingevulde onkostenstaat bij zijn onmiddellijke hiërachische meerdere heeft ingediend, maar 3 maand na de indiening nog niet werd betaald, ontvangt vanaf de vierde maand na de indiening een jaarintrest van 3 %. »
Art. 2.In artikel XIII 86 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het bedrag van 0,2636 euro vervangen door "0,2677 euro";2° in paragraaf 2 wordt het bedrag van 0,13 euro vervangen door "0,1339 euro";3° in paragraaf 3 het zinsdeel "en 6 dienstreizen per maand" vervangen door "en 60 dienstreizen per jaar".
Art. 3.In artikel XIII 87 wordt paragraaf 3 geschrapt.
Art. 4.§ 1. In deel XIII, titel 3, hoofdstuk 6 'Reis-en hotelkosten en maaltijdvergoeding voor dienstreizen', 'Afdeling 3 Hotelkosten en maaltijdvergoeding' van hetzelfde besluit wordt het opschrift van onderafdeling 1 vervangen door 'Binnenlandse reizen' en het opschrift van onderafdeling 2 door 'Buitenlandse reizen' § 2. Het opschrift van de voormelde Afdeling 3 wordt vervangen als volgt : 'Hotel- en dagvergoeding.' § 3. Het opschrift van hoofdtuk 6 wordt vervangen als volgt : 'Reis- en hotelvergoeding en maaltijd- en dagvergoeding voor dienstreizen'
Art. 5.In artikel XIII 90 van hetzelfde besluit wordt : - § 4 geschrapt. - § 5 geherformuleerd als volgt : « § 5. In uitzonderlijke gevallen kan de vergoeding voor middagmaal en deze voor avondmaal slechts gecumuleerd worden voor dienstreizen die minstens 12 uur duren. » - in § 7 wordt het woord « ééndagsreis » vervangen door « binnenlandse dienstreis ».
Art. 6.Artikel XIII 91 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Art. XIII 91. § 1. Voor dienstopdrachten in het buitenland worden de reservaties en de betalingen voor overnachting en ontbijt op basis van een eenpersoonskamer, maaltijden en andere eigen kosten van de werkgever, gedaan door de cel buitenlands beleid van de betrokken entiteit. Daarnaast kan de ambtenaar een onkostenstaat met originele bewijsstukken indienen voor eigen kosten van de werkgever die niet konden voorzien worden door de cel buitenlands beleid van zijn entiteit of niet in de reservatie zijn inbegrepen. § 2. Wanneer voor de buitenlandse reis niet de nodige reservaties werden gedaan door de cel buitenlands beleid van zijn entiteit heeft de ambtenaar die een buitenlandse dienstreis maakt en de overnachting dient te betalen, recht op : - terugbetaling van kamer en ontbijt op basis van een eenpersoonskamer; - een dagvergoeding volgens de bedragen vermeld in bijlage bij de omzendbrief PEBE/DVR/2003/4 inzake de reis- en dagvergoeding voor buitenlandse reizen. Deze bedragen worden niet geïndexeerd. »
Art. 7.§1 . In deel XIII, titel 3, hoofdstuk 6. 'Reis- en hotelkosten en maaltijdvergoeding voor dienstreizen' van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd luidend als volgt : « Afdeling 4 : "Reis- en maaltijdvergoeding voor het personeel op de dienst- en op veerboten. » « Art. XIII 91bis . § 1. Een dienstopdracht die bestaat uit vaarprestaties voor een duur van minstens zes uur per shift op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van 5 km van de standplaats geeft recht op één forfaitaire maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100 %). § 2. Een dienstopdracht die bestaat uit vaarprestaties voor een duur van minstens zes uur per shift op een veerboot geeft recht op één forfaitaire maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100 % ). § 3.Vanaf 13 uren verblijf wegens een dienstopdracht met vaarprestaties op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van 5 km van de standplaats of op een veerboot wegens een dienstopdracht met vaarprestaties van minstens 13 uur, heeft het personeelslid recht op een bijkomende maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100 % ). De cumulatie van twee maaltijdvergoedingen vanaf 13 uren verblijf geldt slechts voor uitzonderlijke situaties. § 4. De forfaitaire vergoeding bedoeld in §§ 1 tot 3 wordt betaald na het indienen van een onkostenstaat.
Art. XIII 91ter . De ambtenaar die effectieve prestaties verricht op een dienstboot of een veerboot heeft geen recht op reiskosten. »
Art. 8.Bijlage 8 en 9 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I en II bij dit besluit.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2003, uitgezonderd : - de bedragen in artikel 2, 1° en 2° die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2002; - artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 10.Artikel 2, 3° heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001.
Brussel, 24 oktober 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzake de reis- en maaltijdvergoeding.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. GREMBERGEN
Bijlage II (Min - binnenlandse reizen) FORFAITARISERING MAALTIJDVERGOEDING (vanaf 1 april 2003) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzake de reis- en maaltijdvergoeding.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. GREMBERGEN