Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 mei 2010
gepubliceerd op 20 juli 2010

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

bron
vlaamse overheid
numac
2010035469
pub.
20/07/2010
prom.
21/05/2010
ELI
eli/besluit/2010/05/21/2010035469/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 20/02/1999 numac 1999035191 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/11/2006 pub. 10/01/2007 numac 2006037015 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap sluiten betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 2 april 2010;

Gelet op advies 48.079/1 van de Raad van State gegeven op 29 april 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1°agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; 2° dagondersteuning : ondersteuning overdag voor een aangepaste opvang of een aangepaste dagbesteding;3° de diensten Beschermd Wonen : de dienst die erkend is voor beschermd wonen met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 20/02/1999 numac 1999035191 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap;4° de gebruiker : de persoon met een handicap die ten gevolge van zijn handicap beschikt over een beslissing inzake tenlasteneming van bijstand van het agentschap die minstens toegang geeft tot het bijstandsveld Z 64 beschermd wonen, als vermeld in artikel 1 van het ministerieel besluit van 27 november 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/11/1998 pub. 01/12/1998 numac 1998003607 bron ministerie van financien Ministerieel besluit inzake douane en accijnzen type ministerieel besluit prom. 27/11/1998 pub. 10/12/1998 numac 1998012987 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit bepalend bijzondere nadere regelen van artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector type ministerieel besluit prom. 27/11/1998 pub. 01/12/1998 numac 1998003601 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot goedkeuring van de wijziging van het Marktreglement van de Beurs van Brussel sluiten houdende vaststelling van de bijstandsvelden inzake sociale integratie van personen met een handicap;5° de leidend ambtenaar : de administrateur-generaal van het agentschap;6° de projecten Geïntegreerd Wonen : de projecten die erkend zijn met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/11/2006 pub. 10/01/2007 numac 2006037015 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap sluiten betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap;7° mantelzorg : zorg die geboden wordt door de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band de gebruiker, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt en ondersteunt in het dagelijkse leven;8° ondersteuningsplan : beschrijving van het geheel van ondersteuning waarop de gebruiker een beroep kan doen, met inbegrip van de reguliere diensten, mantelzorg, zijn sociale netwerk en ondersteuning, geleverd door voorzieningen erkend en gesubsidieerd door het agentschap;9° reguliere diensten : ondersteuning die verstrekt wordt door functies in te zetten binnen de gezondheids- en welzijnszorg;10° voorziening : een door het agentschap of zijn rechtsvoorganger erkende voorziening die opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap organiseert, centra of diensten voor revalidatie uitgezonderd;11° vraagverduidelijking : de exploratie en verheldering van het eigen levensproject, wensen en verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen, en ondersteuningsnoden van de persoon met een handicap;12° woonondersteuning : ondersteuning die geboden wordt aan de gebruiker met betrekking tot huishouding en huisvesting, en algemene psychosociale ondersteuning;13° zorggebonden personeel : personeel dat ingeschakeld wordt in het verlenen van directe en gespecialiseerde zorg aan de gebruiker, en de organisatie en de coördinatie met betrekking tot die zorg.

Art. 2.Het agentschap kan overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en binnen de grenzen van de daarvoor op zijn begroting ingeschreven kredieten pilootprojecten diensten Inclusieve Ondersteuning vergunnen, erkennen en subsidiëren. HOOFDSTUK 2. - Pilootproject Diensten Inclusieve Ondersteuning Afdeling 1. - Erkenning

Art. 3.Met behoud van de toepassing van de vergunnings- en erkenningsvoorwaarden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, omvat de aanvraag tot vergunning en erkenning tevens de volgende gegevens : 1° het aantal gebruikers waarmee de dienst Inclusieve Ondersteuning wil starten;2° de verbintenis om systematisch de reguliere diensten, haalbare mantelzorg en het sociale netwerk van de gebruiker in te schakelen bij de verlening van de ondersteuning;3° de verbintenis om te streven naar een financiële haalbaarheid voor de gebruiker, rekening houdend met de woon- en leefkosten;4° de verbintenis om op verzoek van het agentschap deel te nemen aan onderzoek naar zorgvernieuwing of mee te werken aan simulaties.

Art. 4.De erkenning van de dienst Inclusieve Ondersteuning wordt verleend voor een aantal zorggebonden personeelspunten.

Art. 5.§ 1. De dienst Inclusieve Ondersteuning biedt de ondersteuning in individuele woningen of in kleine groepswoningen die in een gewone woonomgeving zijn geïntegreerd. § 2. Als de dienst Inclusieve Ondersteuning woningen ter beschikking stelt van de gebruikers, moeten de voorwaarden van terbeschikkingstelling vooraf aan de kandidaat-bewoners worden meegedeeld.

De vergoeding die van de gebruiker wordt gevraagd voor de terbeschikkingstelling van de woning, mag niet hoger zijn dan het bedrag van een marktconforme huurprijs.

Voor de woningen die ter beschikking gesteld worden, voldoet de dienst Inclusieve Ondersteuning aan de bepalingen van de Vlaamse Wooncode voor de verhuur van woningen. § 3. Als de gebruiker de woning zelf huurt, zal de dienst Inclusieve Ondersteuning hem op zijn verzoek erbij begeleiden om de huurovereenkomst te sluiten en uit te voeren.

Art. 6.De dienst Inclusieve Ondersteuning voorziet in een dagondersteuningsaanbod in overeenstemming met het ondersteuningsplan.

De dienst Inclusieve Ondersteuning organiseert de dagondersteuning zelf, in samenwerking met een andere voorziening of in samenwerking met andere welzijnsvoorzieningen. De samenwerking wordt in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd.

Art. 7.De dienst Inclusieve Ondersteuning biedt een continu bereikbare dienstverlening aan, eventueel in samenwerking met andere voorzieningen of met andere welzijnsvoorzieningen. De samenwerking wordt in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd.

Art. 8.Het agentschap legt de bepalingen vast van de samenwerkingsovereenkomsten, vermeld in artikelen 6 en 7.

Art. 9.De dienst Inclusieve Ondersteuning coördineert en evalueert, in samenspraak met de gebruiker, alle acties en activiteiten die deel uitmaken van de uitvoering van het ondersteuningsplan van de gebruiker.

Art. 10.De dienst Inclusieve Ondersteuning legt op basis van het ondersteuningsplan in de individuele dienstverleningsovereenkomst vast welke ondersteuning en begeleiding door de dienst Inclusieve Ondersteuning feitelijk aan de gebruiker geleverd wordt, voor de woonondersteuning en voor de dagondersteuning.

De individuele dienstverleningsovereenkomst bevat tevens de bepalingen van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene erkenningsvoorwaarden van voorzieningen, vermeld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap. Afdeling 2. - Vereisten voor de gebruiker

Art. 11.§ 1. De gebruiker heeft nood aan de handicapspecifieke ondersteuning van een door het agentschap erkende voorziening.

De gebruiker moet, op basis van de inschaling met het zorgzwaarte-instrument en rekening houdend met zijn volledige ondersteuningsplan, bij de aanvang van de ondersteuning minstens een beroep kunnen doen op ondersteuning, geleverd door de dienst Inclusieve Ondersteuning, die equivalent is aan de waarde P3 en B2, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. § 2. De woonondersteuning kan alleen geboden worden op de plaats van domicilie van de gebruiker. Die voorwaarde moet vervuld zijn met ingang van het tweede jaar van de ondersteuning.

De gebruikers mogen niet hoofdzakelijk verblijven bij personen die over hen in rechte of in feite de ouderlijke macht uitoefenen. § 3. De gebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen woon- en leefkosten.

Art. 12.Voor een eerste ondersteuningsplan opgesteld wordt moet de gebruiker een proces van vraagverduidelijking hebben doorlopen.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepaalt de wijze waarop de vraagverduidelijking en het ondersteuningsplan tot stand komen.

Art. 13.§ 1. Een dienst, die dienst erkend is om een multidisciplinair verslag af te leveren als vermeld in artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, schaalt de ondersteuningsnood van de gebruiker in met het zorgzwaarte-instrument.

Het zorgzwaarte-instrument bepaalt voor de persoon met een handicap de waarden voor permanentie, begeleiding en nachtpermanentie, zonder rekening te houden met de inzet van reguliere diensten en mantelzorg in het ondersteuningsplan. Het zorgzwaarte-instrument geeft die waarden voor de woonondersteuning.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, stelt het zorgzwaarte-instrument vast. § 2. Handicapspecifieke coördinatie en supervisie in het kader van medische of paramedische zorgverlening door derden kunnen in aanmerking komen als verzwaringen. Deze verzwaringen, vermeld in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, worden niet op basis van het zorgzwaarte-instrument toegekend.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van de verzwaringen.

De zorggebonden personeelspunten die toegekend worden met toepassing van deze bepaling, worden ingezet met functies met de kwalificatie beantwoordend aan de te verstrekken zorgverlening. Afdeling 3. - Programmering

Art. 14.Voor het jaar 2010 wordt de programmatie vastgesteld op 4 629 zorggebonden personeelspunten.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan dat aantal jaarlijks wijzigen, binnen de grenzen van de daarvoor op de begroting ingeschreven kredieten. Afdeling 4. - Subsidiëring

Onderafdeling 1. - Personeelssubsidies voor zorggebonden personeel

Art. 15.De waarden voor permanentie, begeleiding en nachtpermanentie voor de woonondersteuning, bepaald met toepassing van artikel 13, begrenzen de theoretische puntenwaarde per gebruiker, volgens de bepalingen van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

De dagondersteuning, die in voorkomend geval geleverd moet worden, wordt afgeleid uit de waarden van de woonondersteuning volgens de tabel, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 16.De personeelsformatie wordt uitgedrukt in personeelspunten.

De tabel, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd, geeft per functie de puntenwaarde aan per voltijdse equivalent.

Art. 17.De som van de vastgestelde theoretische puntenwaarde van de gebruikers van de dienst vormt het maximale aantal subsidieerbare zorggebonden personeelspunten, beperkt tot het aantal erkende zorggebonden personeelspunten. Deze puntenwaarde kan niet ingezet worden voor organisatiegebonden personeel.

Van de zorggebonden personeelspunten moet ten minste 65 % ingezet worden met personeelsleden van de functies 11 tot en met 21 van de tabel, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.

De dienst Inclusieve Ondersteuning registreert de aan de gebruikers geleverde ondersteuning. Het agentschap bepaalt de wijze van registratie en de nadere regels voor de verrekening van de afwezigheden van de gebruikers in de subsidiëring.

Art. 18.De tewerkstelling van de personeelsleden mag niet al worden gesubsidieerd door het agentschap, de Vlaamse Gemeenschap of andere federale, communautaire, regionale of lokale overheden.

Art. 19.De personeelssubsidies worden toegekend op basis van de salarisschalen en de daaraan gekoppelde diplomavoorwaarden en de anciënniteitsregels, vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van de minderjarigen en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, en van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector.

Het agentschap bepaalt welke bijzondere prestaties voor vergoeding in aanmerking komen.

Onderafdeling 3. - Subsidiëring van de organisatiegebonden kosten

Art. 20.Voor de organisatiegebonden kosten ontvangt de dienst Inclusieve Ondersteuning een basissubsidiëring van tien procent van de subsidieerbare zorggebonden personeelspunten.

Art. 21.Als de som van het aantal zorggebonden personeelspunten van de gebruikers op basis van de inschaling met het zorgzwaarte-instrument hoger is dan het erkende aantal personeelspunten, ontvangt de dienst Inclusieve Ondersteuning een bijkomende subsidiëring voor organisatiegebonden kosten. Die bijkomende subsidiëring bedraagt 50 procent van het verschil.

Art. 22.De totale subsidiëring van de organisatiegebonden kosten kan nooit meer bedragen dan twintig procent van het erkende aantal personeelspunten.

Art. 23.De subsidies voor organisatiegebonden kosten kunnen ingezet worden als personeelspunten voor organisatiegebonden personeel of als werkingsmiddelen.

Organisatiegebonden personeel zijn andere personeelsleden dan het personeel vermeld in artikel 1, 13°, zoals directie en management, administratief en logistiek personeel.

De bepalingen van artikel 16, 18 en 19 zijn van toepassing op de personeelspunten, ingezet voor organisatiegebonden personeel.

Voor de werkingskosten kan een personeelspunt omgezet worden in 708,84 euro per punt. Dat bedrag is gebonden aan het referte-indexcijfer (basis 2010 = 100), dat van kracht is bij de inwerkingtreding van dit besluit. Het wordt jaarlijks op 1 januari aangepast, rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna G-index te noemen, volgens de formule : (basisbedrag x G-index december 20../G-index maand voor inwerkingtreding).

Onderafdeling 4. - Betaling van de subsidies

Art. 24.§ 1. De personeelssubsidies en de organisatiegebonden kosten worden per maand betaald voor een bedrag van 8 procent van het bedrag op jaarbasis, dat wordt geraamd op basis van de bekende personeels- en cliëntgegevens. § 2. Het jaarverslag en het financieel verslag worden uiterlijk ingediend op 30 juni van het jaar dat volgt op het werkingsjaar.

Het agentschap bepaalt de inhoud en de vorm van het jaarverslag en het financieel verslag. § 3. Het saldo van de personeelssubsidies en de organisatiegebonden kosten wordt verrekend na de goedkeuring van het jaarverslag en het financieel verslag, binnen 18 maanden die volgen op de datum, vermeld in paragraaf 2. De facto is dat 24 maanden na het einde van het werkingsjaar, op voorwaarde dat het jaarverslag en het financieel verslag op tijd en overeenkomstig de instructies van het agentschap ingediend zijn. Afdeling 5. - Evaluatie

Art. 25.De bepalingen van dit hoofdstuk worden uiterlijk voor 31 december 2011 door het agentschap geëvalueerd, in overleg met de daartoe bevoegde adviesorganen van het agentschap. HOOFDSTUK 3. - Inschaling van personen met een handicap binnen de diensten Beschermd Wonen en de projecten Geïntegreerd Wonen

Art. 26.De diensten Beschermd Wonen en de projecten Geïntegreerd Wonen stellen op basis van de vraagverduidelijking voor de personen met een handicap van hun dienst het ondersteuningsplan op.

De personen met een handicap die ondersteuning krijgen van de diensten Beschermd Wonen en de projecten Geïntegreerd Wonen, worden ingeschaald overeenkomstig de bepalingen van artikel 13.

De leidend ambtenaar van het agentschap bepaalt wanneer de inschaling van de personen met een handicap van de huidige diensten Beschermd Wonen en de projecten Geïntegreerd Wonen uiterlijk gerealiseerd moet zijn, en wanneer de ondersteuningsplannen en de individuele dienstverleningsovereenkomsten opgesteld moeten zijn.

Art. 27.Het zorgzwaarte-instrument en de koppeling van de theoretische personeelspunten aan de waarden voor permanentie, begeleiding en nachtpermanentie worden door het agentschap geëvalueerd en bijgestuurd op basis van de evaluatie van de resultaten van de inschaling. De evaluatie gebeurt uiterlijk voor 31 december 2011.

Art. 28.Bestaande diensten Beschermd Wonen en projecten Geïntegreerd Wonen kunnen, binnen de grenzen van de daarvoor op de begroting ingeschreven kredieten, instappen in het pilootproject als voldaan is aan de bepalingen van artikel 26. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen

Art. 29.Artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 20/02/1999 numac 1999035191 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 12.§ 1. Het aantal subsidiabele personeelseenheden wordt uitgedrukt in personeelspunten.

De tabel, die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, geeft per functie de puntenwaarde aan per voltijdse equivalent. § 2. Het aantal personeelspunten wordt vastgesteld op basis van het maximale subsidieerbare kader van de erkenning beschermd wonen.

Als het effectieve aantal opgenomen personen met een handicap op jaarbasis minder bedraagt dan 90 procent van het aantal dat in de erkenning vermeld is, wordt het aantal subsidiabele personeelsleden bepaald in verhouding tot het effectieve aantal. § 3. De subsidiabele personeelsformatie voor de woonbegeleiding wordt vastgesteld op 173 punten per tien personen met een handicap die in de dienst zijn opgenomen. § 4. De subsidiabele personeelsformatie voor de begeleiding van de dagbezigheid wordt vastgesteld op 89 personeelspunten per tien niet-werkende personen met een handicap die in de dienst zijn opgenomen.

Voor personen die niet voltijds of niet gedurende het hele jaar werken, wordt de personeelsformatie toegekend in verhouding tot het aantal dagen of dagdelen dat ze niet werken. § 5. Voor de toepassing van paragraaf 3 en 4 moet het subsidiabele personeel voldoen aan de kwalificatievereisten voor begeleidend personeel of administratief personeel, klasse 2 of 3 of logistiek personeel, klasse 2, 3 of 4 van bijlage I van het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen.

De personeelssubsidie wordt toegekend op basis van de salarisschalen en anciënniteitsregels, vastgesteld overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector. ».

Art. 30.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage toegevoegd, die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd.

Art. 31.In artikel 1, 8° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene erkenningsvoorwaarden van voorzieningen bedoeld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap wordt tussen het woord "gehandicapten" en "en" de woorden ", de pilootprojecten diensten Inclusieve Ondersteuning" ingevoegd.

Art. 32.In artikel 1, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 27/02/2001 numac 2001035162 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 23/06/2001 numac 2001035683 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van organisaties belast met de ondersteuning van voorzieningen voor sociale integratie van personen met een handicap bij de implementatie van de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" toegevoegd.

Art. 33.In artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/11/2006 pub. 10/01/2007 numac 2006037015 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap sluiten betreffende de goedkeuring en subsidiëring van geïntegreerde woonprojecten voor personen met een handicap wordt de datum "31 december 2011" vervangen door de datum "31 december 2012". HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 34.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 20/02/1999 numac 1999035191 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, wordt opgeheven.

Art. 35.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010, met uitzondering van : 1° artikel 29 en 30 die in werking treden op 1 januari 2011;2° artikel 34 dat in werking treedt op 1 januari 2013.

Art. 36.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage 1. De tabel, vermeld in artikel 16, tweede lid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage 2. De tabel, vermeld in artikel 15, eerste lid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage 3. De tabel, vermeld in artikel 15, tweede lid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage 4. De tabel, vermeld in artikel 13, § 2, eerste lid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage 5 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 20/02/1999 numac 1999035191 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap De tabel, vermeld in artikel 12, § 1, tweede lid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een proefproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Brussel, 21 mei 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^