Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 april 2018
gepubliceerd op 09 mei 2018

Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen voor de uitwerking van de persoonsvolgende budgetten die in het kader van de transitie naar persoonsvolgende financiering ter beschikking zijn gesteld

bron
vlaamse overheid
numac
2018030976
pub.
09/05/2018
prom.
20/04/2018
ELI
eli/besluit/2018/04/20/2018030976/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen voor de uitwerking van de persoonsvolgende budgetten die in het kader van de transitie naar persoonsvolgende financiering ter beschikking zijn gesteld


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 1° en artikel 8, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten;

Gelet op het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap, artikel 46;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten0 over de oprichting van een regionale prioriteitencommissie, de toekenning van prioriteitengroepen, de vaststelling van de maatschappelijke noodzaak, de toeleiding naar ondersteuning, de afstemming en planning in het kader van persoonsvolgende financiering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten1 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 december 2017;

Gelet op advies 62.777/1 van de Raad van State, gegeven op van 2 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/01/2016 numac 2015036642 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget sluiten over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget;2° besluit van 26 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/02/2016 pub. 12/04/2016 numac 2016035425 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor meerderjarige personen met een handicap sluiten houdende erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor meerderjarige personen met een handicap;3° besluit van 24 juni 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten1 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten;4° budget: een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap aan meerderjarige personen met een handicap;5° dagondersteuning: de dagondersteuning, vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van 27 november 2015;6° FAM: een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarige personen met een handicap als vermeld in artikel 2 van het besluit van 26 februari 2016, zoals van toepassing op 31 december 2016;7° individuele dienstverleningsovereenkomst: de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap;8° persoonlijkeassistentiebudget: een persoonlijkeassistentiebudget als vermeld in artikel 1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2000 pub. 30/01/2001 numac 2001035050 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap;9° persoonsgebonden budget: een persoonsgebonden budget als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/11/2008 pub. 15/01/2009 numac 2008204749 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opzetten van een experiment voor de toekenning van een persoonsgebonden budget aan bepaalde personen met een handicap sluiten betreffende het opzetten van een experiment voor de toekenning van een persoonsgebonden budget aan bepaalde personen met een handicap;10° thuisbegeleidingsdienst: een thuisbegeleidingsdienst als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1996 pub. 21/07/1999 numac 1999035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van subsidieverlening aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap zoals van toepassing op 31 december 2016;11° vergunde zorgaanbieder: een aanbieder van zorg en ondersteuning die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten1 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, vergund is door het agentschap;12° woonondersteuning: de woonondersteuning, vermeld in artikel 1, 23°, van het besluit van 27 november 2015.

Art. 2.In de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 wordt het aantal zorggebonden punten dat kan worden besteed als een budget dat het agentschap heeft toegekend aan de meerderjarige personen met een handicap die op 31 december 2016 gebruikmaakten van een FAM of een thuisbegeleidingsdienst, in twee fasen bijgesteld, rekening houdend met het gebruik van ondersteuning en de zorgzwaarte van de betrokken personen met een handicap.

Het aantal zorggebonden punten, vermeld in het eerste lid, is als volgt bepaald: 1° als de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17 van het besluit van 24 juni 2016, van de meerderjarige gebruikers van een FAM of een thuisbegeleidingsdienst met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit, groter was dan het aantal zorggebonden middelen, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het voormelde besluit, werd het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17 van het voormelde besluit, verminderd met een percentage dat het verschil weergeeft tussen de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17 van het voormelde besluit, van de meerderjarige gebruikers van een FAM of een thuisbegeleidingsdienst, met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit, en het aantal zorggebonden middelen, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het voormelde besluit;2° als het aantal zorggebonden middelen, vermeld in artikel 21, eerste lid van het besluit van 24 juni 2016, groter was dan de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten vermeld in artikel 17 van het besluit van 24 juni 2016, van de meerderjarige gebruikers van een FAM of een thuisbegeleidingsdienst met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit, werd het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17 van het voormelde besluit, vermeerderd met een percentage dat het verschil weergeeft tussen het aantal zorggebonden middelen, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het voormelde besluit, en de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17 van het voormelde besluit, van de meerderjarige gebruikers van een FAM of een thuisbegeleidingsdienst, met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit. Het aantal zorggebonden middelen en, in voorkomend geval, het aantal zorggebonden punten dat het agentschap conform hoofdstuk 2 van het besluit van 24 juni 2016 heeft toegekend aan personen met een handicap die op 31 december 2016 gebruikmaakten van een persoonlijke-assistentiebudget of van een persoonsgeboden budget, wordt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022 bijgesteld. HOOFDSTUK 2. - Fase 1

Art. 3.Het agentschap verhoogt het aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, voor de personen met een handicap die op 31 december 2016 gebruikmaakten van de ondersteuning van een FAM die aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° het FAM was op 31 december 2015 niet uitsluitend erkend als een van de volgende diensten: a) een dienst voor zelfstandig wonen, met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis, van het koninklijk besluit nr.81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten; b) een dienst voor zelfstandig wonen als vermeld in punt a), en als een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/05/2010 pub. 20/07/2010 numac 2010035469 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten betreffende de vergunning, erkenning en subsidiëring van een pilootproject diensten Inclusieve Ondersteuning door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;c) een dienst voor begeleid wonen met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor begeleid wonen voor personen met een handicap;d) een dienst voor beschermd wonen, met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten voor beschermd wonen voor personen met een handicap;e) een dienst voor begeleid wonen als vermeld in punt c), en als een dienst voor beschermd wonen als vermeld in punt d);2° het aantal zorggebonden middelen, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het besluit van 24 juni 2016, dat voor het FAM beschikbaar is voor de niet rechtstreeks toegankelijke ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap is kleiner dan 85% van de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17, eerste lid, van het voormelde besluit, van de meerderjarige gebruikers van het FAM, met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit.

Art. 4.Het aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, dat is toegekend aan personen met een handicap die op 31 december 2016 gebruikmaakten van ondersteuning door een FAM, dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van dit besluit, wordt verhoogd tot 85% van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten dat het agentschap conform artikel 17 van het besluit van 24 juni 2016 heeft bepaald, behalve als het agentschap heeft vastgesteld dat het FAM de ondersteuning die het biedt aan de meerderjarige personen met een handicap, niet conform de richtlijnen van het agentschap, vermeld in artikel 14, vijfde lid, van het besluit van 24 juni 2016, heeft vertaald in ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015, met vermelding van de frequentie, vermeld in artikel 7, eerste lid, 8°, van het besluit van 27 november 2015.

Art. 5.Het agentschap stelt het conform artikel 4 verhoogde aantal zorggebonden punten ter beschikking met ingang van 1 juli 2018. HOOFDSTUK 3. - Fase 2

Art. 6.In de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022 worden het gebruik van ondersteuning en de zorgzwaarte van de personen met een handicap die aan al de volgende voorwaarden voldoen, gefaseerd opnieuw bepaald: 1° de personen met een handicap maakten op 31 december 2016 gebruik van een persoonlijkeassistentiebudget of van een persoonsgeboden budget, of ze werden op die datum ondersteund door een FAM met de subsidies die een FAM ontvangt conform hoofdstuk 4 van het besluit van 26 februari 2016 of met inzet van de middelen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap, of ze werden op die datum ondersteund door een thuisbegeleidingsdienst;2° het agentschap heeft hen een aantal zorggebonden punten toegekend als vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, of heeft hen met toepassing van hoofdstuk 2 van het besluit van 24 juni 2016 een aantal zorggebonden middelen en, in voorkomend geval, een aantal zorggebonden punten toegekend;3° ze hebben geen beslissing van het agentschap over de terbeschikkingstelling van een budget na het doorlopen van de procedure om een budget aan te vragen, vermeld in hoofdstuk 2 en 3 van het besluit van 27 november 2015, of na een aanvraag tot herziening van het budget dat het agentschap ter beschikking heeft gesteld na het doorlopen van de procedure om een budget aan te vragen, of dat het agentschap ter beschikking heeft gesteld na een aanvraag tot herziening als vermeld in artikel 16, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap met een actieve zorgvraag naar persoonsvolgende financiering, of na een verzoek om herziening van de zorggebonden middelen of de zorggebonden punten, vermeld in artikel 2 van dit besluit.

Art. 7.Het agentschap doet voor de bepaling van het gebruik van ondersteuning en van de zorgzwaarte een beroep op externe professionele deskundigen die het agentschap daarvoor opleidt en aanstuurt.

Art. 8.De externe professionele deskundigen, vermeld in artikel 7, bepalen voor elke persoon met een handicap die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, de omvang van de niet rechtstreeks toegankelijke ondersteuning die wordt gesubsidieerd door het agentschap.

De bepaling van het gebruik van ondersteuning wordt uitgedrukt in ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 1, 14°, van het besluit van 27 november 2015, met vermelding van de frequentie, vermeld in artikel 7, eerste lid, 8°, van het voormelde besluit.

De professionele deskundigen bepalen ook de zorgzwaarte van de personen met een handicap, vermeld in artikel 6. Ze bepalen in dat kader een waarde voor de parameter begeleiding, die de behoefte aan ondersteuning door personen overdag uitdrukt, en een waarde voor de parameter permanentie, die de behoefte aan aanwezigheid van en toezicht door personen overdag uitdrukt.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, stelt de wijze vast waarop de omvang van de niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, vermeld in het eerste lid, en de waarden van de parameters begeleiding en permanentie, vermeld in het derde lid, bepaald moeten worden.

Art. 9.Het agentschap bepaalt welke personen wanneer aan bod komen voor de nieuwe bepaling van het gebruik van ondersteuning en van de zorgzwaarte en geeft daarbij voor de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 gebruikmaakten van ondersteuning die werd geboden door een FAM of een thuisbegeleidingsdienst, voorrang aan de volgende groepen van personen: 1° de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 een individuele dienstverleningsovereenkomst hadden met een FAM dat op 31 december 2015 met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit nr.81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten erkend was als een dienst voor zelfstandig wonen; 2° de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 een individuele dienstverleningsovereenkomst hadden met een FAM dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van dit besluit, maar waarbij het aantal individuele zorggebonden punten van zijn gebruikers met toepassing van artikel 4 van dit besluit niet werd verhoogd;3° de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 een individuele dienstverleningsovereenkomst hadden met een FAM dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van dit besluit, maar waarbij het agentschap een significante afwijking heeft vastgesteld van de inschatting van de zorgzwaarte die het FAM conform artikel 15 van het besluit van 24 juni 2016 heeft gemaakt ten aanzien van de waarden voor de parameter voor begeleiding en voor de parameter voor permanentie die resulteren uit de toepassing van het zorgzwaarte-instrument bij wijze van controle conform artikel 16, tweede lid, van het voormelde besluit;4° de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 een individuele dienstverleningsovereenkomst hadden met een FAM, waarbij de som van het voorlopige individuele aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 17, eerste lid, van het besluit van 24 juni 2016, van de meerderjarige gebruikers van het FAM, met uitzondering van de gebruikers, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het voormelde besluit, 115% of meer bedraagt van het aantal zorggebonden middelen dat voor het FAM beschikbaar is voor de niet rechtstreeks toegankelijke ondersteuning, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het voormelde besluit. Voor de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, en die op 31 december 2016 gebruikmaakten van ondersteuning die werd geboden door een FAM of een thuisbegeleidingsdienst en die niet worden vermeld in het eerste lid, wordt voor de fasering van de bepaling van het gebruik van ondersteuning en de zorgzwaarte rekening gehouden met de eerste datum die in het cliëntenregistratiesysteem van het agentschap bekend is als datum waarop de ondersteuning door een voorziening voor meerderjarige personen met een handicap is gestart. De personen met een handicap met de meest recente startdatum komen eerst in aanmerking om hun gebruik van ondersteuning en hun zorgzwaarte te bepalen.

Voor de personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, en die op 31 december 2016 gebruikmaakten van een persoonlijkeassistentiebudget of van een persoonsgebonden budget wordt voor de fasering van de bepaling van het gebruik van ondersteuning en de zorgzwaarte rekening gehouden met de datum van de beslissing van het agentschap tot toewijzing van het persoonlijkeassistentiebudget of met de datum van de jeugdhulpverleningsbeslissing, vermeld in artikel 2, § 1, 28°, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, waarbij een persoonlijkeassistentiebudget is toegewezen, of met de datum van de beslissing van het agentschap tot toewijzing van het persoonsgebonden budget. De personen met een handicap met de meest recente beslissingsdatum komen eerst in aanmerking om hun gebruik van ondersteuning en hun zorgzwaarte te bepalen.

Art. 10.Het agentschap bepaalt een budgetcategorie als vermeld in tabel 1, opgenomen in de bijlage bij het besluit van 27 november 2015, op basis van de bepaling van het gebruik van ondersteuning en van de zorgzwaarte conform artikel 8 van dit besluit.

Het agentschap berekent het gewicht van de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties met uitzondering van oproepbare permanentie.

Het gewicht van de ondersteuningsfuncties wordt berekend door de frequentie die bepaald is voor de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties, te vermenigvuldigen met de gewichten, vermeld in tabel 3, opgenomen in de bijlage bij het besluit van 27 november 2015. Bij de berekening van het gewicht van de ondersteuningsfuncties dagondersteuning en woonondersteuning wordt in voorkomend geval, conform de voormelde tabel, rekening gehouden met de waarden voor de parameters begeleiding en permanentie die bepaald zijn conform artikel 8, tweede lid, van dit besluit. Als verschillende ondersteuningsfuncties in aanmerking worden genomen, worden de gewichten die zijn berekend voor de verschillende ondersteuningsfuncties, opgeteld.

Als oproepbare permanentie in aanmerking wordt genomen, wordt het gewicht voor oproepbare permanentie, vermeld in tabel 3, opgenomen in de bijlage die bij het besluit van 27 november 2015 is gevoegd, opgeteld bij het resultaat van de optelsom, vermeld in het derde lid.

De budgetcategorie wordt bepaald op basis van een vergelijking van de budgetcategorie die conform tabel 2, die bij het besluit van 27 november 2015 is gevoegd, correspondeert met het gewicht van de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties, en de budgetcategorie die conform de voormelde tabel overeenstemt met de bepaalde waarden voor de parameters begeleiding en permanentie.

Als de budgetcategorie voor het gewicht van de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties hoger is dan de budgetcategorie, vermeld voor de bepaalde waarden voor de parameters begeleiding en permanentie, kan maximaal de budgetcategorie die overeenstemt met de bepaalde waarden voor de parameters begeleiding en permanentie, worden toegekend.

Als de budgetcategorie voor het gewicht van de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties lager is dan de budgetcategorie voor de bepaalde waarden voor de parameters begeleiding en permanentie, kan maximaal de budgetcategorie die overeenstemt met het gewicht van de in aanmerking genomen ondersteuningsfuncties, worden toegekend.

Art. 11.Het agentschap deelt de beslissing tot toewijzing van de budgetcategorie die is vastgesteld conform artikel 10, mee aan de persoon met een handicap.

Het agentschap stelt de budgetcategorie, vermeld in de beslissing tot toewijzing, vermeld in het eerste lid, binnen de grenzen van de middelen die vastgelegd zijn op zijn begroting voor de toekenning van een budget, ter beschikking vanaf de eerste dag van de maand juli of de maand januari die volgt op de datum van de beslissing tot toewijzing, vermeld in het eerste lid.

Als de periode tussen de datum van de beslissing, vermeld in het eerste lid, en de eerste dag van de maand januari of de maand juli die volgt op de datum van die beslissing, drie maanden of minder bedraagt, wordt de budgetcategorie, vermeld in de beslissing tot toewijzing, vermeld in het eerste lid, in afwijking van het tweede lid, ter beschikking gesteld met ingang van de eerste dag van de volgende maand januari of de volgende maand juli.

De beslissing van het agentschap tot toekenning van zorggebonden middelen of zorggebonden punten als vermeld in artikel 2, vervalt met ingang van de datum van de terbeschikkingstelling van de budgetcategorie, die met toepassing van dit hoofdstuk is toegewezen.

Art. 12.Als de budgetcategorie die is vastgesteld conform artikel 10, lager is dan het aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, garanderen de vergunde zorgaanbieders die ondersteuning boden op 31 december 2016, dat ze aan de betrokken persoon met een handicap dezelfde ondersteuningsfuncties met dezelfde frequentie blijven bieden als vermeld in de individuele dienstverleningsovereenkomst tussen de betrokken persoon met een handicap en de betrokken vergunde zorgaanbieders die van toepassing was op 31 december 2016, zonder dat de betrokken persoon met een handicap daarvoor meer zorggebonden punten moet inzetten dan de zorggebonden punten, vermeld in voormelde individuele dienstverleningsovereenkomsten.

De vergunde zorgaanbieders zijn in afwijking van het eerste lid niet gehouden tot de garantie, vermeld in het eerste lid, als de individuele dienstverleningsovereenkomst die van toepassing was op 31 december 2016, sinds die datum op verzoek van de betrokken persoon met een handicap is opgezegd of is gewijzigd. De garantie, vermeld in het eerste lid, vervalt vanaf het ogenblik dat de individuele dienstverleningsovereenkomst op verzoek van de betrokken persoon met een handicap wordt opgezegd of wordt gewijzigd. HOOFDSTUK 4. - Garantie op ondersteuning zeven dagen per week dag en nacht

Art. 13.De personen met een handicap aan wie het agentschap een aantal zorggebonden punten heeft toegekend als vermeld in artikel 2, eerste lid, kunnen, als ze zeven dagen per week behoefte hebben aan woon- en dagondersteuning, maar daarvoor over onvoldoende zorggebonden punten of onvoldoende budget beschikken, conform artikel 15 tot en artikel 16, aanspraak maken op dagondersteuning en woonondersteuning zeven dagen per week als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze maakten op 31 december 2016 gebruik van woon- en dagondersteuning;2° de individuele dienstverleningsovereenkomst die van toepassing was op 31 december 2016, voorzag in minstens 3,75 nachten per week woonondersteuning;3° ze dienen conform artikel 14 een aanvraag in tot herziening van het aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, of, in voorkomend geval, van het budget dat het agentschap heeft toegewezen of ter beschikking heeft gesteld;4° ze maken vanaf de datum waarop het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, is bezorgd aan het agentschap, onafgebroken effectief gebruik van woonondersteuning zeven nachten per week en dagondersteuning zeven dagen per week;5° het agentschap heeft hen geen budget ter beschikking gesteld op basis van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering als vermeld in artikel 1, 15°, van het besluit van 27 november 2015 waarin financiering wordt gevraagd voor woonondersteuning zeven nachten per week en dagondersteuning zeven dagen per week.

Art. 14.§ 1. Om aanspraak te kunnen maken op woon- en dagondersteuning zeven dagen per week conform artikel 15 en 16 van dit besluit, dient de aanvrager, vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 27 november 2015, een aanvraag in bij het agentschap.

De aanvraag, vermeld in het eerste lid, omvat een aanvraagformulier waarvan het agentschap de inhoud vaststelt, en een multidisciplinair verslag als vermeld in artikel 12, tweede lid, van het besluit van 27 november 2015, dat al de volgende elementen bevat: 1° een objectivering van de behoefte aan zorg en ondersteuning op basis van de vraag;2° een budgetcategorie;3° de opmerkingen van de aanvrager als hij niet akkoord gaat met de wijze waarop de objectivering is gebeurd of met het resultaat van de objectivering;4° de verklaring van de aanvrager dat hij heeft kennisgenomen van de inhoud van het multidisciplinaire verslag dat aan het agentschap wordt bezorgd. De indieningsdatum van het aanvraagformulier is de datum van de poststempel of de datum waarop het aanvraagformulier elektronisch is verstuurd. § 2. Voor personen met een handicap die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 13, 1°, 2°, en 5°, van dit besluit, en aan wie het agentschap een budget heeft toegewezen op basis van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering als vermeld in artikel 1, 15°, van het besluit van 27 november 2015, waarin financiering van zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning wordt gevraagd, kan de aanvraag in afwijking van het tweede lid uitsluitend bestaan uit een aanvraagformulier als vermeld in paragraaf 1, tweede lid. § 3. De budgetcategorie die aan de betrokken persoon met een handicap kan worden toegewezen na een aanvraag tot herziening als vermeld in artikel 13, 3°, van dit besluit, wordt bepaald conform hoofdstuk 3, afdeling 2, van het besluit van 27 november 2015. Voor de toepassing van deze bepalingen wordt voor de berekening van het gewicht van de vraag rekening gehouden met zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning.

Art. 15.De vergunde zorgaanbieder biedt vanaf de datum waarop het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, aan het agentschap is bezorgd, gedurende een periode van zes maanden vanaf de voormelde datum waarop het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, aan het agentschap is bezorgd, zeven dagen per week woon- en dagondersteuning zonder dat de vergunde zorgaanbieder daarvoor een hogere vergoeding kan vragen dan het aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, of dan het budget dat het agentschap ter beschikking heeft gesteld.

De vergunde zorgaanbieders, vermeld in het eerste lid, schrijven binnen twee weken vanaf de datum waarop het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, is bezorgd aan het agentschap, zeven dagen per week woon- en dagondersteuning in, in de individuele dienstverleningsovereenkomst met de betrokken persoon met een handicap en registreren die individuele dienstverleningsovereenkomst binnen dezelfde periode bij het agentschap op de wijze die het agentschap bepaalt.

Het agentschap kan ter staving van het onafgebroken effectieve gebruik, vermeld in artikel 13, 4°, van dit besluit, aan de vergunde zorgaanbieders vragen om aan te tonen dat de betrokken persoon met een handicap financiële bijdragen als vermeld in artikel 22 van het besluit van besluit van 26 februari 2016, zoals van toepassing op 31 december 2016, betaalt of woon- en leefkosten als vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap, voor zeven dagen per week dag- en woonondersteuning heeft betaald.

Art. 16.§ 1. Als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 13 en 15, is voldaan en als de aanvraag tot herziening, vermeld in artikel 13, 3°, vóór de periode van zes maanden is afgelopen, volledig is afgehandeld en als het agentschap vóór die periode is afgelopen, een beslissing tot toewijzing van het budget dat resulteert uit de aanvraag tot herziening, heeft genomen, stelt het agentschap het budget dat resulteert uit de aanvraag tot herziening, vermeld in artikel 13, 3°, onmiddellijk na afloop van de periode van zes maanden, vermeld in artikel 15, eerste lid, ter beschikking.

Als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 13 en 15, is voldaan, maar de aanvraag tot herziening, vermeld in artikel 13, 3°, niet volledig is afgehandeld na afloop van de periode van zes maanden, vermeld in artikel 16, eerste lid, wordt het budget dat resulteert uit de aanvraag tot herziening, ter beschikking gesteld op het moment van de beslissing van het agentschap tot toewijzing van dat budget. Het budget wordt ter beschikking gesteld met ingang van de eerste dag die volgt op de periode van zes maanden, vermeld in artikel 16, eerste lid. § 2. Als het agentschap vaststelt dat niet voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 13, 1°, 2°, of 4°, van dit besluit, of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 15 van dit besluit, kan de aanvrager, vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 27 november 2015, op verzoek van het agentschap een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering als vermeld in artikel 1, 15°, van het voormelde besluit, aan het agentschap bezorgen.

Als een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering aan het agentschap wordt bezorgd, wordt de aanvraag tot herziening afgehandeld conform hoofdstuk 2 en 3 van het besluit van 27 november 2015.

Om te voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 12 van het besluit van 27 november 2015, volstaat het om het multidisciplinaire verslag, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, van dit besluit, aan te vullen met de informatie over de dringendheid van de vraag, vermeld in artikel 12, tweede lid, 4°, van het voormelde besluit. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingsbepalingen

Art. 17.In artikel 13, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten0 over de oprichting van een regionale prioriteitencommissie, de toekenning van prioriteitengroepen, de vaststelling van de maatschappelijke noodzaak, de toeleiding naar ondersteuning, de afstemming en planning in het kader van persoonsvolgende financiering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten2, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het tweede lid wordt de vraag naar een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van personen met een handicap die met toepassing van artikel 16, § 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 houdende maatregelen voor de uitwerking van de persoonsvolgende budgetten die in het kader van de transitie naar persoonsvolgende financiering ter beschikking zijn gesteld, een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering hebben ingediend, binnen elke prioriteitengroep gerangschikt met de datum waarop het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, § 1, eerste lid, van het voormelde besluit, is bezorgd aan het agentschap, op voorwaarde dat het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering wordt bezorgd binnen drie maanden na de datum van het verzoek van het agentschap, vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, van het voormelde besluit, en op voorwaarde dat het agentschap vaststelt dat het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering volledig is ingevuld conform artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/01/2016 numac 2015036642 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget sluiten over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget.".

Art. 18.In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten1 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 25, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten2;2° artikel 25/1 en 25/2 en artikel 29/1 en 29/5, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten2. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 19.Bij wijze van overgangsmaatregel kunnen de personen met een handicap die aan de volgende voorwaarden voldoen, op de wijze, vermeld in het tweede en derde lid, aanspraak maken op de terbeschikkingstelling van een budget voor zeven dagen per week woon- en dagondersteuning: 1° ze hebben een aanvraag tot herziening van het toegekende aantal zorggebonden punten, vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, ingediend;2° in het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering, vermeld in artikel 1, 15°, van het besluit van 27 november 2015, dat wordt ingediend in het kader van de aanvraag tot herziening wordt zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning vermeld als ondersteuningsfuncties waarvoor financiering van het agentschap wordt gevraagd;3° ze hebben gedurende een periode van minstens zes maanden die is gestart voor 1 januari 2018 effectief en onafgebroken gebruikgemaakt van zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning en maken op het moment dat het aanvraagformulier, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, aan het agentschap wordt bezorgd nog steeds onafgebroken en effectief gebruik van zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning;4° de vergunde zorgaanbieder toont aan dat hij gedurende de periode, vermeld in punt 3°, effectief en onafgebroken zeven nachten per week woonondersteuning en zeven dagen per week dagondersteuning heeft geboden;5° de aanvrager, vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 27 november 2015, heeft een aanvraagformulier als vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid, van dit besluit, bezorgd aan het agentschap. Als aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is voldaan, wordt het budget dat resulteert uit de aanvraag tot herziening, vermeld in het eerste lid, 1°, ter beschikking gesteld, vanaf de datum van het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, 5°, als het agentschap voor die datum een beslissing tot toewijzing van het budget heeft genomen en de periode van zes maanden, vermeld in het eerste lid, 3°, voor die datum is afgelopen.

Als de periode van zes maanden, vermeld in het eerste lid, 3°, nog niet is verstreken op de datum van het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, 5°, of als het agentschap op die datum nog geen beslissing tot toewijzing van het budget dat resulteert uit de aanvraag tot herziening, vermeld in het eerste lid, 1°, heeft genomen, wordt het budget dat resulteert uit de herziening, ter beschikking gesteld met ingang van de eerste dag die volgt op de periode van zes maanden, vermeld in eerste lid, 3°.

Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 april 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^