Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 april 2020
gepubliceerd op 03 april 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning

bron
vlaamse overheid
numac
2020020668
pub.
03/04/2020
prom.
01/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/01/2020020668/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/07/2004 numac 2004036219 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), artikel 7, gewijzigd bij de decreten van 29 november 2013 en 1 maart 2019, artikel 8, § 2, artikel 12 en artikel 13, § 2; - het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 8, derde lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 1 april 2020. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de financiële gevolgen van de coronamaatregelen die door de Nationale Veiligheidsraad genomen werden om de volksgezondheid te vrijwaren zo snel mogelijk moeten worden ingeperkt, en dit zowel binnen de buitenschoolse opvang voor gezinnen en organisatoren van buitenschoolse opvang en opvang van zieke kinderen, als binnen de preventieve gezinsondersteuning voor organisatoren van een erkend consultatiebureau en de consultatiebureauartsen. Er is binnen beide domeinen onmiddellijk nood aan duidelijkheid over de financiële gevolgen van deze maatregelen.

Binnen de buitenschoolse opvang dreigen ouders die door de maatregelen plots werkloos worden én hun kind op vraag van de overheid niet naar de opvang brengen, geconfronteerd te worden met facturen voor opvang dat hun kind, buiten hun wil om, afwezig was in de buitenschoolse opvang.

Voor organisatoren van buitenschoolse opvang en opvang van zieke kinderen hebben de maatregelen tot gevolg dat er een aanzienlijke daling is van de aanwezigheden van de kinderen, waardoor ze hetzij inkomsten van de ouderbijdragen missen, dan wel minder gesubsidieerde prestaties leveren. Kosten blijven deels wel doorlopen, waardoor de leefbaarheid en duurzaamheid van de opvang in het gedrang komt. Het is noodzakelijk zowel de ouders als de organisatoren door middel van voorliggend besluit duidelijkheid te bieden en ook de geruststelling dat de overheid maatregelen treft om de financiële nadelen te temperen.

Ook binnen het domein van de preventieve gezinsondersteuning is er snel nood aan duidelijkheid: de kosten die een organisator van een erkend consultatiebureau heeft, blijven deels doorlopen waardoor de leefbaarheid en duurzaamheid van de werking van het consultatiebureau in het gedrang komt. Het is noodzakelijk dat de Vlaamse regering door middel van voorliggend besluit snel duidelijkheid biedt, alsook de geruststelling biedt dat de overheid maatregelen treft om de financiële nadelen te temperen.

Die urgente omstandigheden maken het niet mogelijk om te wachten op het advies van de Raad van State, zelfs niet een advies op vijf dagen aangezien in dat geval gezinnen en organisatoren nog een bijkomende week in onwetendheid en onzekerheid zouden verkeren.

Motivering Gezien de crisissituatie die het gevolg is van het coronavirus COVID-19-, en het feit dat om reden van volksgezondheid heel wat kinderen niet naar de opvang (mogen/kunnen) komen, neemt de Vlaamse regering haar verantwoordelijkheid op met een bijzondere regeling die ingrijpt in prijssysteem dat organisatoren buitenschoolse opvang met gezinnen hebben afgesproken om de negatieve en onrechtvaardige financiële gevolgen voor de gezinnen te minimaliseren. Daarnaast wil de Vlaamse regering ook de nadelige financiële gevolgen van deze crisis voor alle organisatoren buitenschoolse opvang en opvang van zieke kinderen, ondervangen en voorziet ze in een compensatieregeling.

Naast de opvangsector werd ook de sector preventieve gezinsondersteuning, en met name de consultatiebureaus en de consultatiebureauartsen, getroffen door de crisis veroorzaakt door het coronavirus COVID-19. Enerzijds zagen enkele consultatiebureaus zich bij aanvang van deze crisis genoodzaakt om hun consultaanbod te verplaatsen naar een andere locatie, bijvoorbeeld omdat het consultatiebureau zich in een woonzorgcentrum bevindt dat besloot om te sluiten wegens het risico op besmetting met het coronavirus COVID-19. Anderzijds hadden ook de dringende maatregelen die genomen werden om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken een impact op de dienstverlening van de consultatiebureaus. Naast de directe gevolgen, zal de impact van de coronacrisis en de coronamaatregelen op de dienstverlening van de consultatiebureaus en consultatiebureauartsen zich nog lang na de heropstart van de consultatiebureaus laten voelen en dit niet alleen op logistiek, maar ook op budgettair vlak. Zo zullen de zittingen die weggevallen zijn tijdens de sluitingsperiode van de consultatiebureaus, vanaf april 2020 bijvoorbeeld ingehaald moeten worden.

De Vlaamse regering wil de nadelige financiële gevolgen ten gevolge van de coronacrisis en de coronamaatregelen, opvangen en neemt daarom onderstaande maatregelen ter ondersteuning van de gezinnen en organisatoren in de buitenschoolse opvang en de preventieve gezinsondersteuning.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/07/2004 numac 2004036219 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;2° afwezigheidsdag: de opvangdag die besteld is door het gezin in de schriftelijke overeenkomst tussen de organisator en het gezin, en waarop het kind afwezig is of waarop de opvang gesloten is door overmacht, in de periode dat de coronamaatregelen gelden;3° arts-bediende: een consultatiebureauarts die door een organisator van een erkend consultatiebureau aangesteld is en aan de voorwaarden van artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2018 pub. 21/12/2018 numac 2018032484 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning en de subsidiëring van consultatiebureaus en de erkenning van consultatiebureauartsen sluiten houdende de erkenning en de subsidiëring van consultatiebureaus en de erkenning van consultatiebureauartsen voldoet;4° attest van toezicht: het attest van toezicht, vermeld in artikel 3, § 1 van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;5° besluit van 28 maart 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;6° besluit van 12 oktober 2018: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2018 pub. 21/12/2018 numac 2018032484 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning en de subsidiëring van consultatiebureaus en de erkenning van consultatiebureauartsen sluiten houdende de erkenning en de subsidiëring van consultatiebureaus en de erkenning van consultatiebureauartsen;7° besluit van 24 maart 2020: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang;8° consultaanbod: een aanbod van geijkte momenten waarop preventief medisch, psychosociaal of pedagogisch consult of begeleiding uitgevoerd wordt door een consultatiebureauarts en een verpleegkundige, die een medewerker is van het agentschap, aan aanstaande ouders en kinderen tussen nul en drie jaar of tot schoolgaande leeftijd en hun gezin;9° consultatiebureau: de voorziening waar het preventief of prenataal consultaanbod wordt verstrekt aan aanstaande ouders en kinderen tussen nul en drie jaar of tot schoolgaande leeftijd en hun gezin;10° consultatiebureauarts: een arts die conform artikel 65 van 12 oktober 2018, een erkenning als consultatiebureauarts heeft;11° coronamaatregelen: de maatregelen opgenomen in de ministeriële besluiten van 13 maart 2020 en 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;12° decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/07/2004 numac 2004036219 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren sluiten: het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/07/2004 numac 2004036219 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;13° gerealiseerde zittingsuren: zittingsuren waarin het consultaanbod in werkelijkheid uitgevoerd werd;14° gezinsopvang: de gezinsopvang, vermeld in artikel 1, 4° van het Kwaliteitsdecreet Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;15° groepsopvang: de groepsopvang, vermeld in artikel 1, 5° van het Kwaliteitsdecreet Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;16° kwetsbare thuissituatie: de situatie in de thuisomgeving van het kind die van die aard is dat het voor de kinderen om sociale of pedagogische redenen wenselijk is dat ze opgevangen worden in de buitenschoolse opvang;17° lokaal bestuur: het gemeentebestuur en voor de gemeenten uit het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt de opdracht van het lokaal bestuur opgenomen door de Vlaamse Gemeenschapscommissie;18° lokale dienst: de lokale dienst, vermeld in artikel 1, 15° van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/12/2015 numac 2015036523 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gemandateerde voorzieningen, coördinatiepunten en flexibele opvangpools van doelgroepwerknemers, de voorwaarden voor de toestemming en de subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte buitenschoolse opvang, en de voorwaarden voor een aanvullende subsidie voor organisatoren met een vergunning groepsopvang en een plussubsidie sluiten houdende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gemandateerde voorzieningen, coördinatiepunten en flexibele opvangpools van doelgroepwerknemers, de voorwaarden voor de toestemming en de subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte buitenschoolse opvang, en de voorwaarden voor een aanvullende subsidie voor organisatoren met een vergunning groepsopvang en een plussubsidie;19° ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 25/03/2020 numac 2020040875 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten: het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 25/03/2020 numac 2020040875 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;20° ondernemingen van cruciale sectoren en essentiële diensten: de ondernemingen van cruciale sectoren en essentiële diensten, zoals vermeld in artikel 3 en opgenomen in de bijlage van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 25/03/2020 numac 2020040875 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten;21° openingsdag: de dag waarop men beschikbaar is om kinderen op te vangen in de periode dat de coronamaatregelen gelden;22° opvang op een schooldag: de opvang vóór schooltijd, na schooltijd of op woensdagnamiddag;23° opvang op een schoolvrije dag: de opvang op een schoolvrije dag of gedurende de schoolvakantie;24° organisator van een erkend consultatiebureau: een natuurlijke persoon, feitelijke vereniging of rechtspersoon met een erkenning, zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van 12 oktober 2018;25° preventieve gezondheidszorg : het deel van de gezondheidszorg dat maatregelen en acties omvat die tot doel hebben de gezondheid te bevorderen, te beschermen of te behouden, vermeld in artikel 2, 24°, van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;26° project FCUD buitenschoolse opvang: het project, vermeld in artikel 1, 4° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2016 pub. 08/09/2016 numac 2016036283 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut sluiten betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, dat buitenschoolse opvang organiseert;27° project FCUD zieke kinderen: het project, vermeld in artikel 1, 4° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2016 pub. 08/09/2016 numac 2016036283 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut sluiten betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, dat opvang van zieke kinderen organiseert;28° sluitingsperiode: de periode van 11 maart 2020 tot en met 5 april 2020 waarin consultatiebureaus gesloten werden omwille van het coronavirus;29° subsidie voor inkomenstarief: de subsidie voor inkomenstarief, zoals vermeld in artikel 36 tot en met 41 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;30° toegekende zittingsuren: zittingsuren die op basis van artikel 40 van het besluit van 12 oktober 2018 toegekend werden aan een consultatiebureau om het preventief of prenataal consultaanbod uit te voeren;31° weggevallen zittingsuren: zittingsuren die tijdens de sluitingsperiode gepland waren, maar niet gerealiseerd werden ten gevolge het coronavirus;32° zitting: een of meer opeenvolgende uren waarop het preventief of het prenataal consultaanbod wordt uitgevoerd en gebruikers worden ontvangen.

Art. 2.De subsidies worden toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen. HOOFDSTUK 2. - Buitenschoolse opvang en opvang van zieke kinderen Afdeling 1. - Maatregelen voor de gezinnen

Art. 3.In afwijking van wat de schriftelijke overeenkomst en het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 25 en 27 van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, bepaalt, en in afwijking van artikel 28 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, betalen de gezinnen niets voor de afwezigheidsdagen van het kind in de opvanglocatie.

De afwezigheidsdagen mogen niet afgetrokken worden: 1° door de organisator die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, van het aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, zoals vermeld in artikel 29 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, waarop een gezin recht heeft op basis van de schriftelijke overeenkomst of het huishoudelijk reglement;2° door de organisator die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, van het aantal dagen waarop een gezin recht heeft op basis van de schriftelijke overeenkomst of het huishoudelijk reglement om het kind afwezig te laten zijn in de opvang zonder dat het gezin ervoor moet betalen. In afwijking van wat de schriftelijke overeenkomst en het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 25 en 27 van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, bepaalt, en in afwijking van artikel 28 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, betalen de gezinnen niets voor de opvang van het kind op opvangdagen op schoolvrije dagen, juli en augustus uitgezonderd. Afdeling 2. - Maatregelen voor de organisatoren en de medewerkers

Art. 4.Het agentschap kan, overeenkomstig artikel 5, § 2, 2°, a) en artikel 13, § 2 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin type decreet prom. 30/04/2004 pub. 28/07/2004 numac 2004036219 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren sluiten, aan de organisator een subsidie toekennen aan de organisator van buitenschoolse opvang als ondersteuning van de specifieke opdracht om in de periode dat de coronamaatregelen gelden beschikbaar te blijven voor gezinnen op een manier die zo maximaal mogelijk aansluit op de behoeften van gezinnen die hier nood aan hebben, zoals bepaald in dit besluit en voor de naleving van artikel 3.

Art. 5.De organisator van buitenschoolse opvang met erkenning zonder subsidie van het agentschap of met een attest van toezicht kan bij het agentschap een subsidie aanvragen voor de compensatie van de daling van het aantal aanwezigheden in de opvanglocatie in de periode dat de coronamaatregelen gelden en voor de naleving van artikel 3.

De subsidie bedraagt: 1° voor opvang op een schooldag: 8,75 euro per openingsdag per plaats voor 80% van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht;2° voor opvang op een schoolvrije dag: 17,50 euro per openingsdag per plaats voor 100% van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht.

Art. 6.De organisator van buitenschoolse opvang die de subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang, de subsidie voor lokale dienst, de subsidie voor project FCUD buitenschoolse opvang of de subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte ontvangt, kan bij het agentschap een subsidie aanvragen voor de compensatie van de daling van het aantal aanwezigheden in de opvanglocatie in de periode dat de coronamaatregelen gelden en voor de naleving van artikel 3.

De subsidie bedraagt: 1° voor opvang op een schooldag: 7 euro per openingsdag per plaats voor 80% van de erkende plaatsen of plaatsen met toestemming;2° voor opvang op een schoolvrije dag: 14 euro per openingsdag per plaats voor 100% van de erkende plaatsen of plaatsen met toestemming;

Art. 7.De organisator van buitenschoolse opvang die groepsopvang met samenwerkende onthaalouders in het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouders of gezinsopvang organiseert en die de subsidie voor inkomenstarief ontvangt, kan bij het agentschap een subsidie aanvragen zoals vermeld in artikel 6 van het besluit van 24 maart 2020.

Art. 8.De organisator van buitenschoolse opvang die groepsopvang organiseert en die de subsidie voor inkomenstarief ontvangt, kan bij het agentschap een subsidie aanvragen zoals vermeld in artikel 7 van het besluit van 24 maart 2020.

Art. 9.De organisator die de subsidie voor project FCUD zieke kinderen ontvangt, kan bij het agentschap een subsidie aanvragen voor de compensatie van de daling van het aantal aanwezigheidsdagen in de periode dat de coronamaatregelen gelden en voor de naleving van artikel 3.

De subsidie bedraagt 12 euro per aanwezigheidsdag van minstens 3 uren en 4,5 euro voor een aanwezigheidsdag van minder dan 3 uren, voor het aantal aanwezigheidsdagen dat de organisator tijdens de periode dat de coronamaatregelen gelden minder realiseert dan in dezelfde periode in 2019.

Art. 10.De organisator die de subsidie, vermeld in artikel 5 tot en met 9, wil ontvangen, voldoet aan volgende voorwaarden: 1° de organisator is beschikbaar om de dienstverlening verder te zetten voor de gezinnen die hier nood aan hebben omdat minstens één van de ouders werkzaam is bij een onderneming van cruciale sectoren en essentiële diensten, en voor kinderen in een kwetsbare thuissituatie. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien de organisator kan aantonen dat hij door overmacht de dienstverlening niet kan verderzetten en moet sluiten; 2° de organisator past zijn dienstverlening, wat openingsuren en -dagen betreft, zo maximaal mogelijk aan op basis van de behoeften van de gezinnen die hier nood aan hebben omdat ze werkzaam zijn bij ondernemingen van cruciale sectoren en essentiële diensten, en doet desgevraagd inspanningen om beschikbare medewerkers ruimer in te zetten dan het huidige opvangaanbod.3° de organisator betaalt correcte lonen of vergoedingen voor de medewerkers in de periode dat de coronamaatregelen gelden, waardoor die medewerkers in staat zijn een gezonde en toekomstgerichte sociaalrechtelijke situatie uit te bouwen in de opvanglocatie;4° de organisator voldoet aan artikel 3;5° de organisator zorgt ervoor dat alle kinderbegeleiders actief en beschikbaar zijn en activeert geen enkel systeem waarbij hij zijn medewerkers tijdelijk niet moet vergoeden tijdens de periode dat de coronamaatregelen gelden;6° de organisator werkt samen met het lokaal bestuur dat voor de opvang in de schoolvakanties de opvangvragen en het opvangaanbod coördineren.

Art. 11.De aanvraag voor de subsidie, vermeld in artikel 5 tot en met 9, wordt uiterlijk 3 maanden na het aflopen van de coronamaatregelen volgens de richtlijnen van het agentschap ingediend met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt en waarin de organisator volgende informatie bezorgt: 1° identificatiegegevens;2° voor de subsidie vermeld in artikel 5 tot en met 8: het aantal openingsdagen voor opvang op een schooldag en voor opvang op een schoolvrije dag;3° voor de subsidie, vermeld in artikel 9: het aantal aanwezigheidsdagen in de periode dat de coronamaatregelen gelden en het aantal aanwezigheidsdagen in dezelfde periode in 2019;4° verklaring op erewoord over het feit dat de organisator de voorwaarden vermeld in artikel 10 naleeft;5° de datum en ondertekening.

Art. 12.Als de organisator voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10, betaalt het agentschap de subsidie uiterlijk twee maanden na ontvangst van de aanvraag.

Art. 13.In afwijking van artikel 8, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2016 pub. 08/09/2016 numac 2016036283 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut sluiten betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut, wordt de subsidie voor een project FCUD buitenschoolse opvang en project FCUD opvang zieke kinderen niet verminderd als de bezetting geen 80% bedraagt door een daling van de aanwezigheidsdagen tijdens de periode dat de coronamaatregelen gelden. HOOFDSTUK 3. - Preventieve gezinsondersteuning

Art. 14.In afwijking van artikel 81 en artikel 90 van het besluit van 28 maart 2014, zijn de aanvraag tot erkenning en de aanvraag van een subsidie voor de uitvoering van een aanbodsvorm, die in de periode waarin de coronamaatregelen gelden, louter elektronisch verstuurd worden, eveneens ontvankelijk.

Art. 15.Voor de berekening van het definitieve subsidiebedrag, vermeld in artikel 42, tweede lid, van het besluit van 12 oktober 2018, wordt voor het jaar 2020 rekening gehouden met het aantal toegekende zittingsuren of, indien de som van het aantal gerealiseerde zittingsuren en het aantal weggevallen zittingsuren hoger is dan het aantal toegekende zittingsuren, met de som van aantal gerealiseerde zittingsuren en het aantal weggevallen zittingsuren.

Art. 16.§ 1. De consultatiebureauarts ontvangt de vergoeding, vermeld in artikel 74, eerste lid, 1° van het besluit van 12 oktober 2018, voor de opdrachten die hem door het agentschap toegewezen waren op basis van de planning vermeld in artikel 24 van het besluit van 12 oktober 2018 maar die hij in de sluitingsperiode niet kon uitvoeren ten gevolge van de sluiting van het consultatiebureau, op voorwaarde dat hij op eer verklaart dat hij gedurende deze sluitingsperiode inkomensverlies leed ten belope van hem toegewezen opdrachten die niet uitgevoerd konden worden. § 2. De organisator van een erkend consultatiebureau ontvangt de maandelijkse subsidie, bedoeld in artikel 99, § 1, derde lid, van het besluit van 12 oktober 2018, op basis van de opdrachten die in de sluitingsperiode aan de aangestelde arts-bediende toegewezen waren op basis van de planning, vermeld in artikel 24 van het besluit van 12 oktober 2018.

Art. 17.§ 1. Het agentschap kan, in de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020, aan de consultatiebureauarts vragen om handelingen in het kader van preventieve gezondheidszorg te verrichten die niet op de locatie van een consultatiebureau kunnen plaatsvinden omwille van de gevolgen van de coronamaatregelen. § 2. De consultatiebureauarts ontvangt voor het verrichten van de handelingen, vermeld in het eerste lid, een bedrag van 65,32 euro per uur, op voorwaarde dat deze handelingen verricht werden op vraag van het agentschap.

Het bedrag, vermeld in het eerste lid, is uitgedrukt tegen 100% en wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10. HOOFDSTUK 4. - Toezicht en handhaving

Art. 18.Het agentschap en Zorginspectie oefenen toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit besluit. De organisator verstrekt daarvoor de gevraagde inlichtingen of stukken.

Art. 19.Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan het agentschap de subsidie verminderen of terugvorderen als: 1° de organisator de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° uit toezicht blijkt dat de subsidie een overcompensatie is ten opzichte van de kosten die de organisator heeft ten gevolge van de coronamaatregelen. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 maart 2020.

In afwijking van het eerste lid hebben de artikelen 14 tot en met 17 uitwerking met ingang op 11 maart 2020.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 april 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^