Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juli 2016
gepubliceerd op 08 september 2016

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut

bron
vlaamse overheid
numac
2016036283
pub.
08/09/2016
prom.
15/07/2016
ELI
eli/besluit/2016/07/15/2016036283/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende subsidiëring van projecten vanuit het vroegere Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en voor personeelsleden met een gewezen gescostatuut


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 6, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2006 en 20 april 2012, artikel 8, § 2, artikel 12;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 april 2016;

Gelet op het advies 59.447/3 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bijzonder reglement: het bijzonder reglement van 2 september 1997Relevante gevonden documenten type bijzonder règlement prom. 02/09/1997 pub. 24/09/1997 numac 1997022672 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Bijzonder reglement betreffende het koninklijk besluit van 19 augustus 1997 tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar;2° erkenning voor buitenschoolse groepsopvang : een buitenschoolse opvanglocatie voor groepsopvang met een erkenning op basis van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;koninklijk besluit van 19 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/08/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997022658 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten: het koninklijk besluit van 19 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/08/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997022658 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar;4° project FCUD: een organisator van kinderopvang, buitenschoolse opvang, regionale coördinatie van buitenschoolse opvang of opvang zieke kinderen, die in 2014 gesubsidieerd is met toepassing van het koninklijk besluit van 19 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/08/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997022658 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten en het bijzonder reglement;5° project gesco: een organisator van kinderopvang, buitenschoolse opvang of opvang van zieke kinderen, die in 2014 gesubsidieerd is met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr.474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; 6° subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang: een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang als vermeld in artikel 19 tot en met artikel 31 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014. HOOFDSTUK 2. - Project FCUD

Art. 2.Kind en Gezin kent met ingang van 1 januari 2016 een subsidie toe: 1° aan een project FCUD;2° voor hetzelfde bedrag als in 2014 is uitbetaald door het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag conform het koninklijk besluit 19 augustus 1997 en het bijzonder reglement;3° conform de volgende voorwaarden: a) de voorwaarden, vermeld in het koninklijk besluit 19 augustus 1997 en het bijzonder reglement;b) het project FCUD heeft minstens 80% bezetting per kalenderjaar. Voor de berekening van de bezetting geldt het aantal aanwezigheidsdagen als basis; c) het project FCUD bezorgt de aanwezigheidsdagen, de inkomsten, de uitgaven en het bewijs van effectieve tewerkstelling van de personeelsleden met het vroegere FCUD-statuut aan Kind en Gezin, volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. Voor een project FCUD dat als enige opvangactiviteit buitenschoolse opvang heeft, geldt de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, niet, maar geldt als voorwaarde dat de subsidie, vermeld in het eerste lid, 2°, ingezet wordt op een opvanglocatie met een erkenning voor buitenschoolse groepsopvang en die voldoet aan de voorwaarden voor een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang.

Voor een project FCUD dat als enige activiteit regionale coördinatie van buitenschoolse opvang heeft, geldt, boven op de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, dat het project FCUD: 1° een of meer samenwerkingsovereenkomsten heeft met een organisator van buitenschoolse groepsopvang met een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang of buitenschoolse groepsopvang met een subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte als het project zelf niet gemiddeld vijfhonderd kinderen per dag opvangt.Door middel van de samenwerkingsovereenkomsten moet voldaan worden aan de voorwaarde om per dag gemiddeld meer dan vijfhonderd kinderen op te vangen; 2° als het geval, vermeld in punt 1°, van toepassing is, een overzicht van de samenwerkingsovereenkomsten bezorgt aan Kind en Gezin, volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. HOOFDSTUK 3. - Project gesco

Art. 3.Kind en Gezin kent met ingang vanaf 1 januari 2016 een subsidie toe: 1° aan een project gesco;2° op basis van: a) de gescopremie, toegekend voor het jaar 2014 met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen;b) de vermindering van de socialezekerheidsbijdrage voor het jaar 2014, toegekend conform artikel 9, 9bis, 14 en 28/11 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;c) het totale gemiddelde aantal voltijdsequivalenten van personeelsleden met een gewezen gescostatuut op 31 december 2014;3° conform de volgende voorwaarden: a) het project gesco behoudt het aantal voltijdsequivalenten, vermeld in punt 2°, c), per kalenderjaar;b) het project gesco bezorgt het bewijs van effectieve tewerkstelling van het aantal voltijdsequivalenten, vermeld in punt 2°, c), aan Kind en Gezin, volgens de administratieve richtlijnen van Kind en Gezin. De elementen, vermeld in het eerste lid, 2°, a) tot en met c), kunnen toegekend worden op voorwaarde dat de nodige gegevens daarvoor bezorgd zijn en dat het project geregulariseerd is conform het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2015 tot regularisatie en uitdoving van arbeidsplaatsen van gesubsidieerde contractuelen die zijn tewerkgesteld met een overeenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, 14°, 15° en 36°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, en artikel 1, 13°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr.474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen.

Voor een project gesco dat als enige opvangactiviteit buitenschoolse opvang heeft, geldt bovenop de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 3°, dat het personeel ingezet wordt op een opvanglocatie met een erkenning voor buitenschoolse groepsopvang en die voldoet aan de voorwaarden voor een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang. HOOFDSTUK 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 4.De subsidies, vermeld in artikel 2 en 3, kunnen alleen toegekend worden binnen de perken van de begroting.

Als er binnen de beschikbare begrotingskredieten budget vrijkomt, kan de Vlaamse minister bevoegd voor bijstand aan personen, beslissen om dat in te zetten voor de bestaande projecten FCUD of gesco, binnen de voorwaarden, vermeld in dit besluit en volgens de eventuele bijkomende voorwaarden die de minister vastlegt.

Art. 5.De bedragen van de subsidies, vermeld in artikel 2 en 3, worden aangepast aan de afgevlakte gezondheidsindex. Die moet berekend en toegepast worden overeenkomstig artikel 2 tot en met 2quater van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen.

De toepassing van het eerste lid mag niet leiden tot een nominale vermindering van de subsidies, vermeld in het eerste lid, in de periode van 1 april tot aan de referentiemaand, vermeld in artikel 2, § 4, van het voormelde koninklijk besluit.

Deze aanpassing gebeurt telkens twee maanden nadat de afgevlakte gezondheidsindex een bepaalde drempelwaarde overschrijdt.

Art. 6.De subsidies worden betaald met voorschotten per kwartaal tegen 80% en een saldoafrekening na een administratieve en financiële controle van het project.

Art. 7.In het geval een andere organisator en een organisator van een project FCUD of een project gesco via een onderlinge overeenkomst, tot overeenstemming komen dat het gehele aanbod van de organisator van het project FCUD of het project gesco die subsidie kreeg in 2014, wordt overgenomen door die andere organisator, wordt deze aangeduid als zijnde de rechtsopvolger van het project FCUD of het project gesco.

Bij deze rechtsopvolging hoort dan ook de subsidie zoals het project FCUD of het project gesco deze ontving.

Art. 8.Kind en Gezin beslist om de subsidie terug te vorderen overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Kind en Gezin kan beslissen om de subsidie te schorsen of stop te zetten als de voorwaarden niet worden nageleefd.

De subsidie voor een project FCUD wordt verminderd als de organisator geen 80% bezetting haalt. Voor de voormelde vermindering zijn het koninklijk besluit van 19 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/08/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997022658 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten en het bijzonder reglement van toepassing.

De subsidie voor een project gesco wordt verminderd als het totale gemiddelde aantal voltijdsequivalenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, 2°, c), wordt verminderd. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^