Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 juni 2020
gepubliceerd op 15 juli 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen

bron
vlaamse overheid
numac
2020042303
pub.
15/07/2020
prom.
26/06/2020
ELI
eli/besluit/2020/06/26/2020042303/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JUNI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/04/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020020668 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), artikel 8, § 2, artikel 12 en artikel 13, § 2; - het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 8, § 1 en § 3, 1°, artikel 10, 3° en artikel 12, § 1, tweede lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 24 juni 2020. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

De bezetting in de sectoren is nog niet voldoende algemeen genormaliseerd, waardoor de subsidie ook nog in de maanden juli en augustus zal doorlopen aangezien dit voor een deel van de sector noodzakelijk is in functie van de leefbaarheid. Dit maakt het wel noodzakelijk om vanaf 1 juli een aantal wijzigingen door te voeren die een gedifferentieerde aanpak mogelijk maakt naargelang een organisator nog al dan niet nood heeft aan de compensatiesubsidie. Een organisator moet, naargelang de situatie in zijn werking, de keuze kunnen maken om geen subsidie meer te vragen en de gewone contractuele afspraken met de gezinnen hierbij te laten hervatten. De maatregelen naar de gezinnen zouden daar immers belemmerend werken voor deze organisatoren om de gewone werking te hervatten. Anderzijds blijft het voor een aandeel van de sector noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op de compensatiesubsidie. Aangezien deze organisatoren met de subsidie voor afwezigheidsdagen geen gerechtvaardigde afwezigheidsdagen of respijtdagen in mindering mogen brengen, zouden gezinnen na de zomer nog een onevenredig grote korf gerechtvaardigde afwezigheidsdagen of respijtdagen hebben waarvoor men niet moet betalen aan de organisator.

Dit zou op dat moment ernstige nadelige financiële gevolgen kunnen hebben voor deze organisatoren. Daarom is het noodzakelijk een mogelijkheid te bieden aan deze organisatoren om het totaal aantal respijtdagen waarop een gezin op jaarbasis recht heeft in beperkte mate te verminderen om te vermijden dat gezinnen in het najaar, als de compensatiesubsidie (mogelijk) niet meer van toepassing is, nog onevenredig veel respijtdagen hebben waarvoor ze niet moeten betalen.

Deze organisatoren met subsidie kunnen evenmin voor de dagen waarop zij zelf vakantie nemen en daardoor sluiten iets aanrekenen aan de gezinnen. Deze aanpassingen moeten vanaf 1 juli 2020 kunnen ingaan om tegemoet te komen aan de rechtszekerheid van alle betrokken actoren: ? Voor de gezinnen moet het immers duidelijk zijn dat als de organisator van hun kinderopvanglocatie de subsidie vanaf 1 juli 2020 niet meer ontvangt, de gewone contractuele afspraken herleven en dat als de organisator de subsidie wel nog ontvangt voor de maanden vanaf 1 juli 1/12 van het aantal respijtdagen in mindering gebracht kan worden. Als deze regeling eerst aan de Raad van State zou voorgelegd worden, heeft dit tot gevolg dat gezinnen hun verwachtingen geschonden worden over de gevolgen en impact van de subsidie op hun rechten. ? Voor de organisatoren moet voor 1 juli 2020 duidelijk zijn welke gevolgen hun keuze heeft om al dan niet de subsidie aan te vragen.

Die urgente omstandigheden maken het niet mogelijk om te wachten op het advies van de Raad van State.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang

Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt na het woord "kinderopvanglocatie" de zinsnede "en voor sluitingsdagen van de kinderopvanglocatie wegens vakantie" ingevoegd; 2° in het derde lid wordt na het woord "bepaalt" de volgende zinsnede ingevoegd: "en gelden enkel als de organisator de subsidie vermeld in artikel 4 tot en met 7 ontvangt voor die afwezigheidsdagen.". 3° er wordt een vierde en vijfde lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Per volledige kalendermaand waarin de maatregelen voor de gezinnen, vermeld in het eerste en het tweede lid, van toepassing zijn vanaf 1 juli 2020, kan de organisator in 2020, in afwijking van de bepalingen in de schriftelijke overeenkomst, een vermindering van maximaal één twaalfde toepassen op: 1° het totaal aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen voor het kalenderjaar, zoals vermeld in artikel 29, 2° van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, voor de organisator die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;2° het totaal aantal dagen waarop een gezin voor het kalenderjaar recht heeft om het kind afwezig te laten zijn in de opvang zonder dat het gezin ervoor moet betalen op basis van de schriftelijke overeenkomst, voor de organisator die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013. Voor de berekening van het aantal dagen waarop een gezin recht heeft bij toepassing van de vermindering, vermeld in het vierde lid, worden volgende afrondingsregels gebruikt: 1° als het resultaat eindigt op minder dan 25 honderdsten, wordt het eindresultaat naar het geheel getal beneden afgerond;2° als het resultaat eindigt op minstens 25 honderdsten of minder dan 75 honderdsten, wordt het eindresultaat afgerond op het geheel getal met 50 honderdsten; 3° als het resultaat eindigt op minstens 75 honderdsten, wordt het eindresultaat naar het eerstvolgend geheel getal afgerond.".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Het agentschap kan de subsidie alleen toekennen als de organisator vanaf de eerste aanvraag van de subsidie ononderbroken aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 5, § 1, artikel 6, § 1 en artikel 7, § 1 voldoet.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning

Art. 3.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/04/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020020668 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt na het woord "opvanglocatie" de zinsnede "en voor sluitingsdagen van de opvanglocatie wegens vakantie" ingevoegd; 2° in het vierde lid wordt na het woord "bepaalt" de volgende zinsnede ingevoegd: "en gelden enkel als de organisator de subsidie vermeld in artikel 4 tot en met 9 ontvangt.". 3° er wordt een vijfde en zesde lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Per volledige kalendermaand waarin de maatregelen voor de gezinnen, vermeld in het eerste en het tweede lid, van toepassing zijn vanaf 1 juli 2020, kan de organisator in 2020, in afwijking van de bepalingen in de schriftelijke overeenkomst, een vermindering van maximaal één twaalfde toepassen op: 1° het totaal aantal gerechtvaardigde afwezigheidsdagen voor het kalenderjaar, zoals vermeld in artikel 29, 2° van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, voor de organisator die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;2° het totaal aantal dagen waarop een gezin voor het kalenderjaar recht heeft om het kind afwezig te laten zijn in de opvang zonder dat het gezin ervoor moet betalen op basis van de schriftelijke overeenkomst, voor de organisator die niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013. Voor de berekening van het aantal dagen waarop een gezin recht heeft bij toepassing van de vermindering, vermeld in het vijfde lid, worden volgende afrondingsregels gebruikt: 1° als het resultaat eindigt op minder dan 25 honderdsten, wordt het eindresultaat naar het geheel getal beneden afgerond;2° als het resultaat eindigt op minstens 25 honderdsten of minder dan 75 honderdsten, wordt het eindresultaat afgerond op het geheel getal met 50 honderdsten; 3° als het resultaat eindigt op minstens 75 honderdsten, wordt het eindresultaat naar het eerstvolgend geheel getal afgerond.".

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Het agentschap kan de subsidie alleen toekennen als de organisator vanaf de eerste aanvraag van de subsidie ononderbroken aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 10 voldoet.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020, met uitzondering van artikelen 2 en 4 van dit besluit die uitwerking hebben met ingang van 14 maart 2020.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 juni 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^