gepubliceerd op 26 mei 2020
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang, wat betreft de aanpassing van de subsidievoorwaarden en het afbouwen van de compensatie en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de aanpassing van de subsidievoorwaarden en het afbouwen van de compensatie
15 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang, wat betreft de aanpassing van de subsidievoorwaarden en het afbouwen van de compensatie en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/04/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020020668 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de aanpassing van de subsidievoorwaarden en het afbouwen van de compensatie
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op : -het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), artikel 8, § 2, artikel 12 en artikel 13, § 2; - het
decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/04/2012
pub.
15/06/2012
numac
2012035637
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters
sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 8, § 1 en § 3, 1°, artikel 10, 3° en artikel 12, § 1, tweede lid.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld : - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 13 mei 2020. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de Nationale Veiligheidsraad op 24 april 2020 de volgende fases bekendmaakte waarin de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zullen afgebouwd worden. Door de afbouw van de maatregelen gaan meer mensen aan het werk en is het noodzakelijk dat er snel duidelijkheid is voor de sectoren van kinderopvang van baby's en peuters en buitenschoolse opvang dat de doelgroep die ze moeten opvangen om recht te hebben op de compensatiesubsidie gelijklopend aan de fases die de Nationale Veiligheidsraad heeft bepaald, zal uitbreiden. Het is noodzakelijk dat organisatoren dit weten, zodat ze hun werking erop kunnen aanpassen en ze aan de subsidievoorwaarden kunnen blijven voldoen.
Daarnaast zal de afbouw van de maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad een stijging van de aanwezigheden tot gevolg hebben.
Voor de subsidie voor de buitenschoolse opvang is het noodzakelijk de compensatiesubsidie aan te passen op de aankomende stijging van het aantal opgevangen kinderen om overcompensatie te vermijden en voldoende rechtszekerheid te bieden over de subsidie die organisatoren zullen ontvangen.
Die urgente omstandigheden maken het niet mogelijk om te wachten op het advies van de Raad van State.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 4° wordt de zinsnede "13 maart 2020 en 18" vervangen door "23";2° in punt 10° wordt het getal "18" telkens vervangen door het getal "23";3° in punt 11° wordt het getal "18" vervangen door het getal "23".
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt een derde lid ingevoegd dat luidt als volgt : "Het eerste en tweede lid zijn van toepassing in de periode van 14 maart 2020 tot de datum die de minister bepaalt.".
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt tussen het woord "gelden" en het woord "beschikbaar" de zinsnede "tussen 14 maart 2020 en de datum die de minister bepaalt," ingevoegd.
Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° van § 1, tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "1° de organisator is beschikbaar om de dienstverlening verder te zetten : a) voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat minstens één van de ouders werkzaam is bij een onderneming van cruciale sectoren en essentiële diensten en voor de kinderen in een kwetsbare thuissituatie;b) vanaf 4 mei 2020 bijkomend voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat beide ouders aan het werk zijn en minstens één van hen hierbij geen telethuiswerk kan toepassen, voor kinderen van een alleenstaande werkende ouder, ongeacht of die telethuiswerk kan toepassen en voor kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben en waarvoor geen andere opvangmogelijkheid is;c) vanaf 18 mei voor de kinderen van alle gezinnen die hier nood aan hebben waarbij het moment van de herstart van een kind in overleg met het gezin bepaald wordt. Deze voorwaarde is niet van toepassing als de organisator kan aantonen dat hij door overmacht de dienstverlening niet kan verderzetten en moet sluiten.". 2° in § 2 wordt de zinsnede "6 maanden na het aflopen van de coronamaatregelen" vervangen door de zinsnede "1 oktober 2020 gedaan".
Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° van het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "1° de organisator is beschikbaar om de dienstverlening verder te zetten : a) voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat minstens één van de ouders werkzaam is bij een onderneming van cruciale sectoren en essentiële diensten en voor de kinderen in een kwetsbare thuissituatie;b) vanaf 4 mei 2020 bijkomend voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat beide ouders aan het werk zijn en minstens één van hen hierbij geen telethuiswerk kan toepassen, voor kinderen van een alleenstaande werkende ouder, ongeacht of die telethuiswerk kan toepassen en voor kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben en waarvoor geen andere opvangmogelijkheid is;c) vanaf 18 mei voor de kinderen van alle gezinnen die hier nood aan hebben waarbij het moment van de herstart van een kind in overleg met het gezin bepaald wordt. Deze voorwaarde is niet van toepassing als de organisator kan aantonen dat hij door overmacht de dienstverlening niet kan verderzetten en moet sluiten.". 2° in § 2 wordt de zinsnede "6 maanden na het aflopen van de coronamaatregelen" vervangen door de zinsnede "1 oktober 2020 gedaan".
Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° van het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "1° de organisator is beschikbaar om de dienstverlening verder te zetten : a) voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat minstens één van de ouders werkzaam is bij een onderneming van cruciale sectoren en essentiële diensten en voor de kinderen in een kwetsbare thuissituatie;b) vanaf 4 mei 2020 bijkomend voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat beide ouders aan het werk zijn en minstens één van hen hierbij geen telethuiswerk kan toepassen, voor kinderen van een alleenstaande werkende ouder, ongeacht of die telethuiswerk kan toepassen en voor kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben en waarvoor geen andere opvangmogelijkheid is;c) vanaf 18 mei voor de kinderen van alle gezinnen die hier nood aan hebben waarbij het moment van de herstart van een kind in overleg met het gezin bepaald wordt. Deze voorwaarde is niet van toepassing als de organisator kan aantonen dat hij door overmacht de dienstverlening niet kan verderzetten en moet sluiten.". 2° in § 2 wordt de zinsnede "6 maanden na het aflopen van de coronamaatregelen" vervangen door de zinsnede "1 oktober 2020 gedaan". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning
Art. 7.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/04/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020020668 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 14 wordt het woord "Kwaliteitsdecreet" vervangen door het woord "Kwaliteitsbesluit";2° in punt 15 wordt het woord "Kwaliteitsdecreet" vervangen door het woord "Kwaliteitsbesluit"; 3° er wordt een punt 23° /1 ingevoegd dat luidt als volgt : "23° /1 opvang tijdens de schooltijd : de opvang, vermeld in artikel 1, 9° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren.".
Art. 8.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid ingevoegd dat luidt als volgt : "Het eerste en tweede lid zijn van toepassing in de periode van 14 maart 2020 tot de datum die de minister bepaalt.".
Art. 9.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt tussen het woord "gelden" en het woord "beschikbaar" de zinsnede "tussen 14 maart 2020 en de datum die de minister bepaalt," ingevoegd.
Art. 10.In artikel 5, tweede lid van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt de zinsnede "80% van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht" vervangen door de zinsnede "een bepaald percentage van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht, zoals vermeld in het derde lid";2° in punt 3° wordt de zinsnede "80% van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht" vervangen door de zinsnede "een bepaald percentage van de plaatsen op de erkenning of het attest van toezicht, zoals vermeld in het derde lid";3° er wordt een derde lid ingevoegd dat luidt als volgt : "Het percentage, vermeld in het tweede lid, 1° en 3° bedraagt : 1° 80% in de periode van 14 maart 2020 tot en met 31 mei 2020; 2° een door de minister te bepalen percentage in de periode vanaf 1 juni 2020, waarbij het percentage en de periode waarin het percentage geldt, rekening houden met de evolutie van de aanwezigheden in de opvang vanaf 1 juni 2020 en waarbij een onderscheid kan gemaakt worden naargelang de organisator opvang tijdens de schooltijd organiseert of niet.".
Art. 11.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° de organisator is beschikbaar om de dienstverlening verder te zetten voor de kinderen van gezinnen die hier nood aan hebben omdat beide ouders aan het werk zijn en zij hierbij beiden geen telethuiswerk kunnen toepassen en voor de kinderen in een kwetsbare thuissituatie.Deze voorwaarde is niet van toepassing als de organisator kan aantonen dat hij door overmacht de dienstverlening niet kan verderzetten en moet sluiten."; 2° in punt 2° worden volgende wijzigingen aangebracht : a) de zinsnede "omdat ze werkzaam zijn bij ondernemingen van cruciale sectoren en essentiële diensten" wordt opgeheven;b) achter het woord "opvangaanbod" wordt de zinsnede ", ook voor opvang tijdens schooltijd, bij voorrang voor kleuters" ingevoegd;3° in punt 6° wordt de zinsnede "in de schoolvakanties" vervangen door de zinsnede "op schoolvrije dagen tijdens de Paasvakantie en opvang tijdens de schooltijd".
Art. 12.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "3 maanden na het aflopen van de coronamaatregelen" vervangen door de zinsnede "1 oktober 2020 gedaan". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 mei 2020, met uitzondering van artikelen 1, 4, 5 en 6 van dit besluit die uitwerking hebben met ingang van 4 mei 2020.
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 mei 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE