gepubliceerd op 16 november 2016
Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds
25 OKTOBER 2016. - Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Het Federaal Agentschap van de Schuld Afdeling 1. - Oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld
Art. 2.Er wordt een Federaal Agentschap van de Schuld, in het Engels "Belgian Debt Agency", opgericht, hierna "het Agentschap" genoemd.
Het Agentschap is een instelling van openbaar nut van categorie A in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, dat afhangt van de minister van Financiën.
Art. 3.Onder het gezag van de minister van Financiën verzekert het agentschap het operationeel beheer van de Federale Staatsschuld in overeenstemming met de door de minister gegeven algemene richtlijnen.
Dit beheer omvat zowel de financiële, de economische als de juridische aspecten van de schuld.
Met het oog op het vervullen van deze opdracht zal het Agentschap onder andere: - de financieringsstrategie voorstellen aan de minister van Financiën en de financiële verrichtingen uitvoeren verbonden aan de uitgifte van alle soorten leningen volgens de daartoe geëigende uitgifteprocedures; - tussenkomen op de markt van de afgeleide producten; - alle financiële verrichtingen in verband met het schuldbeheer bijhouden om de dagelijkse kaspositie te bepalen, de krediet- en marktrisico's te berekenen en statistieken en rapporten op te stellen; - een strategie voor het schuldbeheer voorstellen aan de minister van Financiën, onder andere rekening houdende met de structuur van de schuldportefeuille en de evaluatie van de markt- en kredietrisico's; - contacten onderhouden met de marktpartijen en met de nationale en internationale instellingen voor wat betreft het schuldbeheer; - de Rijksschuldbegroting opstellen en het schuldbeheer afstemmen op de begroting; - de financiering van de Federale Staatsschuld zowel in België als het buitenland promoten; - nieuwe financiële producten ontwikkelen; - alle voorstellen formuleren aan de minister van Financiën die het beheer van de schuld ten goede kunnen komen; - rapporten opstellen en gegevens verstrekken op vraag van de minister van Financiën of van supranationale instellingen; - algemene informatie verspreiden betreffende de Federale Staatsschuld. Afdeling 2. - Organisatie van het Federaal Agentschap van de Schuld
Art. 4.§ 1. Bij het Agentschap wordt een strategisch comité opgericht.
Onder het gezag van de minister van Financiën verzekert het strategisch comité het algemeen beheer van het Agentschap en het toezicht op het uitvoerend comité. Het strategisch comité waakt over de naleving van de richtlijnen van de minister van Financiën.
Het strategisch comité stelt een huishoudelijk reglement van het strategisch en uitvoerend comité op en legt dit ter goedkeuring voor aan de minister van Financiën. § 2. De administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Thesaurie is van rechtswege lid van het strategisch comité en is er voorzitter van.
De beslissingen worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De administrateur Financiering van de Staat en Financiële Markten en de directeurs van het Agentschap zijn van rechtswege lid van het strategisch comité.
De minister van Financiën duidt een lid van het strategisch comité aan als zijn vertegenwoordiger. Dit lid beschikt over een vetorecht tegen iedere beslissing van het strategisch comité dat ter zitting wordt uitgeoefend of ten laatste binnen de twee werkdagen indien hij hier tijdens de zitting uitdrukkelijk om verzoekt.
De auditeur van het Agentschap woont de vergaderingen bij met raadgevende stem. § 3. De voorzitter van het strategisch comité nodigt de personeelsleden van het Agentschap en/of van de Algemene Administratie van de Thesaurie uit wanneer hij dat nodig acht voor de behandeling van de agenda.
Hij kan om dezelfde reden ook personen die geen lid zijn van het Agentschap of van de Algemene Administratie van de Thesaurie uitnodigen om de vergadering bij te wonen.
Art. 5.§ 1. Onder toezicht van het strategisch comité staat het uitvoerend comité in voor het dagelijks bestuur van het Agentschap overeenkomstig de richtlijnen gegeven door de minister van Financiën.
Het uitvoerend comité neemt collegiale beslissingen. Bij onenigheid wordt het agendapunt voorgelegd aan het strategisch comité. § 2. Het uitvoerend comité is samengesteld uit de administrateur Financiering van de Staat en Financiële Markten die er de voorzitter van is en de directeurs van het Agentschap of hun plaatsvervanger.
De auditeur van het Agentschap woont de vergaderingen bij met raadgevende stem.
De directeurs worden aangesteld en vergoed volgens de door de Koning vastgelegde nadere regels. § 3. De voorzitter van het uitvoerend comité nodigt de personeelsleden van het Agentschap uit wanneer hij dat nodig acht voor de behandeling van de agenda. De voorzitter kan ook personeelsleden van de Administratie Financiering van de Staat en Financiële Markten uitnodigen.
Art. 6.Elk personeelslid van het Agentschap of elke persoon die zetelt in de bestuursorganen van het Agentschap, geeft de belangen aan die hij heeft in andere instellingen. De Koning kan de onverenigbaarheden met betrekking tot hun functie bepalen.
De Koning kan bijzondere deontologische regels opleggen aan de personeelsleden van het Agentschap.
Art. 7.De Koning is gemachtigd om de wijze en de organisatie van de interne controle en van de interne audit van het Agentschap te regelen.
Voor 30 juni van elk jaar stelt het Agentschap een jaarverslag op dat betrekking heeft op het vorige begrotingsjaar. Dit jaarverslag wordt meegedeeld aan de regering en aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Afdeling 3. - Werking van het Federaal Agentschap van de Schuld
Art. 8.Het Agentschap beschikt over een dotatie ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Federale Staat voor wat de uitgaven inzake personeel betreft, inbegrepen de kosten voor de personeelsadministratie.
De Regie der Gebouwen wordt belast met de kosteloze ter beschikking stelling van lokalen aan het Agentschap.
De Federale Overheidsdienst Financiën stelt kosteloos ICT-uitrusting ter beschikking van het Agentschap en draagt de overige werkingskosten van het Agentschap, zoals onder andere de uitgaven verbonden aan de georganiseerde roadshows, missies en abonnementskosten.
Het strategisch comité gaat na of de door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gestelde middelen adequaat zijn om de opdrachten van het Agentschap uit te voeren, en formuleert voorstellen aan de minister van Financiën indien dit niet het geval is.
Art. 9.De personeelsleden van het Agentschap worden geselecteerd door het Agentschap en worden aangeworven met een arbeidsovereenkomst overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de Koning.
De Koning bepaalt eveneens de aanwervingsregels en legt de bezoldiging vast waarop deze contractuele werknemers recht hebben.
De op het ogenblik van de opheffing van het Rentefonds bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden van het Rentenfonds, worden overgedragen aan het Agentschap met behoud van hun hoedanigheid en rechten, hun anciënniteit, hun loon, vergoedingen en toelagen en andere voordelen die hen overeenkomstig de reglementering of arbeidsovereenkomst verleend werden.
De statutaire personeelsleden vernoemd in het Ministerieel besluit van 13 mei 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/05/2016 pub. 31/05/2016 numac 2016003177 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit waarbij aan rijksambtenaren behorende tot de Federale Overheidsdienst Financiën, een bezoldigd verlof gelijkgesteld met dienstactiviteit sluiten waarbij aan rijksambtenaren behorende tot de Federale Overheidsdienst Financiën, een bezoldigd verlof gelijkgesteld met dienstactiviteit getransfereerd naar het Agentschap op de datum van de opheffing van het Rentenfonds, met behoud van hun hoedanigheid en rechten, hun anciënniteit, hun loon, vergoedingen en toelagen en andere voordelen die hen overeenkomstig de reglementering zijn toegekend. HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en wijzigingsbepalingen en inwerkingtreding
Art. 10.De besluitwet van 18 mei 1945 tot houdende oprichting van een Rentenfonds zoals gewijzigd bij de wetten van 2 januari, 21 maart en 22 juli 1991, 23 december 1994, 30 oktober 1998, 2 augustus 2002, 23 december 2005 en 3 maart 2011 alsook bij de koninklijke besluiten van 13 juli 2001 en 3 maart 2011, wordt opgeheven.
De rechten en verplichtingen van het Rentenfonds worden van rechtswege en zonder enige compensatie overgenomen door de Belgische Staat of door het Agentschap. Vanaf de inwerkingtreding van deze wet, is deze overdracht zonder andere formaliteiten tegenstelbaar ten aanzien van derden. De Koning bepaalt hiertoe de nodige nadere regels.
Art. 11.In artikel 1, A, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle van sommige instellingen van openbaar nut worden de woorden "Federaal Agentschap van de Schuld - Belgian Debt Agency" in de alfabetische volgorde ingevoegd.
Art. 12.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2017.
Gegeven te Brussel, 25 oktober 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K54-2034