gepubliceerd op 15 januari 2010
Wet betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie
21 DECEMBER 2009. - Wet betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Onder voorbehoud van de toepassing van de voorschriften vastgesteld door de algemene wet van 18 juli 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/1977 pub. 31/01/2013 numac 2013000049 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten inzake douane en accijnzen en voor zover zij betrekking hebben op de accijnzen, behelst deze wet de regeling van de producten onderworpen aan een accijns die direct of indirect wordt geheven op het verbruik van de volgende producten, hierna "accijnsproducten" genoemd : - alcoholvrije dranken; - koffie.
Art. 3.De codes van de gecombineerde nomenclatuur die in deze wet worden gebruikt, verwijzen naar die welke zijn vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008.
Art. 4.De accijnsproducten worden aan de accijns onderworpen op het tijdstip van : a) hun vervaardiging hier te lande;b) hun invoer hier te lande;c) hun binnenbrengen hier te lande.
Art. 5.Hoofdstuk 4 is niet van toepassing op accijnsproducten die onder een douaneschorsingsregeling zijn geplaatst. HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 6.In deze wet wordt verstaan onder : - administrateur : de door de Koning aangeduide ambtenaar; - accijnsinrichting : iedere plaats waar op grond van de bepalingen van deze wet de accijnsproducten onder de schorsingsregeling worden vervaardigd, voorhanden zijn, worden ontvangen en worden verzonden; - lidstaat : het grondgebied van een lidstaat van de Gemeenschap waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 299 van toepassing is; - vervaardigen van accijnsproducten : elk handelen waarbij of waardoor accijnsproducten ontstaan of de voor de accijnsheffing relevante samenstelling daarvan wordt gewijzigd; - invoer : het in het grondgebied van de Gemeenschap binnenbrengen van accijnsproducten die bij hun binnenkomst in de Gemeenschap niet onder een douaneschorsingsregeling worden geplaatst, alsmede het vrijgeven van onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsproducten; - binnenbrengen : het binnenkomen van accijnsproducten hier te lande vanuit een andere lidstaat; - douaneschorsingsregeling : iedere in Verordening (EEG) nr. 2913/92 vastgestelde bijzondere procedure inzake douanetoezicht ter zake van niet-communautaire goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, tijdelijke opslag, vrije zones of vrije entrepots, en iedere in artikel 84, lid 1, a), van die verordening bedoelde regeling; - accijnsproducten : de producten bedoeld in artikel 2; - schorsingsregeling : de belastingregeling die geldt voor het onder schorsing van accijns vervaardigen, voorhanden hebben en overbrengen van accijnsproducten.
Art. 7.Onverminderd artikel 8 wordt verstaan onder alcoholvrije dranken : a) water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd alsmede kunstijs van de GN-code 2201;b) water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken van de GN-code 2202 met uitzondering van niet-gearomatiseerde sojadranken;c) bieren zoals gedefinieerd in artikel 4 van de wet van 7 januari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1998 pub. 04/02/1998 numac 1998003047 bron ministerie van financien Wet betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken sluiten betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, waarvan het alcoholvolumegehalte niet meer bedraagt dan 0,5 % vol;d) wijn van de GN-codes 2204 en 2205 waarvan het alcoholvolumegehalte niet meer bedraagt dan 1,2 % vol;e) andere gegiste dranken van de GN-codes 2204 en 2205, alsmede die van de GN-code 2206, waarvan het alcoholvolumegehalte niet meer bedraagt dan 1,2 % vol;f) de dranken van de GN-code 2208 waarvan het alcoholvolumegehalte niet meer bedraagt dan 1,2 % vol;g) ongegiste vruchtensappen en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen van de GN-code 2009;h) elke substantie in om het even welke vorm, die kennelijk bestemd is voor de vervaardiging van de in b) vermelde alcoholvrije dranken, hetzij in kleinhandelsverpakking, hetzij in een verpakking die bestemd is voor de vervaardiging van dergelijke voor gebruik gerede alcoholvrije dranken.
Art. 8.Leidingwater dat, zelfs na gasinpersing, wordt verdeeld door waterfonteinen die rechtstreeks aangesloten zijn op het waterleidingnet en dat niet verpakt is voor de verkoop of de levering als drinkwater wordt in het kader van deze wet niet aangemerkt als alcoholvrije drank.
Art. 9.Onder koffie wordt verstaan : a) ongebrande koffie van de GN-code 0901;b) gebrande koffie van de GN-code 0901;c) extracten, essences en concentraten van koffie, in vaste vorm of vloeibaar alsook de preparaten op basis van extracten, essences en concentraten van koffie en de preparaten op basis van koffie van de GN-code 2101. HOOFDSTUK 3. - Verschuldigdheid, tarieven en heffing, vrijstelling en terugbetaling van accijns Afdeling 1. - Verschuldigdheid
Art. 10.§ 1. De accijns wordt verschuldigd op het tijdstip van de uitslag tot verbruik hier te lande. De voorwaarden inzake de verschuldigdheid en het toepasselijke tarief zijn deze van kracht op de datum van de uitslag tot verbruik. § 2. Onder "uitslag tot verbruik" wordt verstaan : a) het aan een schorsingsregeling onttrekken, daaronder begrepen het onregelmatig onttrekken van accijnsproducten.Wordt met onttrekken gelijkgesteld : het verbruik binnen de accijnsinrichting van daar vervaardigde accijnsproducten; b) het voorhanden hebben van accijnsproducten buiten een schorsingsregeling wanneer over dit product geen accijns is geheven overeenkomstig deze wet;c) de vervaardiging, met inbegrip van onregelmatige vervaardiging, van accijnsproducten buiten een schorsingsregeling;d) de invoer, met inbegrip van onregelmatige invoer, van accijnsproducten, die niet onmiddellijk bij invoer onder een schorsingsregeling worden geplaatst. § 3. De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van onder een schorsingsregeling geplaatste accijnsproducten door een oorzaak die met de aard van de producten verband houdt, dan wel door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, wordt niet aangemerkt als uitslag tot verbruik.
Voor de toepassing van deze wet wordt een product geacht totaal vernietigd of onherstelbaar verloren te zijn wanneer dit als accijnsproduct onbruikbaar is geworden.
De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van de accijnsproducten moet worden aangetoond. § 4. Bij opneming vastgestelde tevelen worden in last genomen in de voorraadboekhouding van de houder van de vergunning "accijnsinrichting".
Art. 11.§ 1. De tot voldoening van de verschuldigd geworden accijns gehouden persoon is : 1° met betrekking tot het aan een schorsingsregeling onttrekken als bedoeld in artikel 10, § 2, a) : a) de houder van de vergunning "accijnsinrichting";b) in geval van een onregelmatigheid tijdens een overbrenging van accijnsproducten onder een schorsingsregeling : de houder van de vergunning "accijnsinrichting" of alle personen die bij de onregelmatige overbrenging betrokken zijn geweest terwijl zij wisten of redelijkerwijze hadden moeten weten dat het overbrengen op onregelmatige wijze geschiedde;2° met betrekking tot het voorhanden hebben van accijnsproducten als bedoeld in artikel 10, § 2, b) : de persoon die de accijnsproducten voorhanden heeft of enig ander persoon die bij het voorhanden hebben ervan betrokken is;3° met betrekking tot de vervaardiging van accijnsproducten als bedoeld in artikel 10, § 2, c) : de persoon die de accijnsproducten vervaardigt of, in geval van onregelmatige vervaardiging, enig ander persoon die bij de vervaardiging ervan betrokken is geweest;4° met betrekking tot de invoer van accijnsproducten als bedoeld in artikel 10, § 2, d) : de persoon die de accijnsproducten bij invoer aangeeft of voor wiens rekening de producten bij invoer worden aangegeven of, in geval van onregelmatige invoer, enig ander persoon die bij de invoer betrokken is geweest. § 2. Indien er voor eenzelfde accijnsschuld verscheidene schuldenaren zijn, zijn zij hoofdelijk tot betaling van deze schuld gehouden.
Art. 12.De verschuldigde accijns moet worden geïnd door middel van een aangifte ten verbruik waarvan de vorm en de inhoud door de Koning worden bepaald. Afdeling 2. - Tarieven en heffing
Art. 13.§ 1. Bij de uitslag tot verbruik hier te lande worden alcoholvrije dranken onderworpen aan een als volgt vastgesteld accijnstarief : a) de in artikel 7, a), bedoelde producten : 0 euro per hectoliter;b) de in artikel 7, b) tot en met f), bedoelde producten : 3,7184 euro per hectoliter;c) de in artikel 7, g), bedoelde producten : 0 euro per hectoliter;d) de in artikel 7, h), bedoelde substanties : - aangeboden onder vloeibare vorm : 22,3104 euro per hectoliter; - aangeboden onder poeder- of korrelvorm of onder een andere vaste vorm : 37,1840 euro per 100 kg nettogewicht. § 2. Het volume van de dranken en vloeibare substanties te belasten met de bij paragraaf 1, a) tot en met d), eerste streepje, vastgestelde accijnzen wordt uitgedrukt in hectoliter en in liter, waarbij delen van een liter worden verwaarloosd. Wanneer het te belasten volume kleiner is dan een liter, worden de delen van een deciliter verwaarloosd. § 3. Het gewicht van de substanties aangeboden onder poeder- of korrelvorm of onder een andere vaste vorm te belasten met de bij paragraaf 1, d), tweede streepje, vastgestelde accijnzen wordt uitgedrukt in kilogram, waarbij delen van een kilogram worden verwaarloosd. Wanneer het te belasten gewicht kleiner is dan een kilogram, worden de delen van een hectogram verwaarloosd.
Art. 14.§ 1. Bij de uitslag tot verbruik hier te lande wordt koffie onderworpen aan een als volgt vastgesteld accijnstarief : a) de in artikel 9, a), bedoelde producten : 0,1983 euro per kg nettogewicht;b) de in artikel 9, b), bedoelde producten : 0,2479 euro per kg nettogewicht;c) de in artikel 9, c), bedoelde producten : 0,6941 euro per kg nettogewicht. § 2. Het gewicht van de koffie te belasten met de bij paragraaf 1 vastgestelde accijnzen wordt uitgedrukt in kilogram, waarbij delen van een kilogram worden verwaarloosd. Wanneer het te belasten gewicht kleiner is dan een kilogram, worden de delen van een hectogram verwaarloosd. Afdeling 3. - Vrijstelling
Art. 15.Worden vrijgesteld : a) de dranken die samengesteld zijn uit vruchten- of groentesappen bestemd voor de voeding van zuigelingen;b) de accijnsproducten bestemd om te worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten;c) water als bedoeld in artikel 7, a), bestemd om gratis te worden verdeeld door officiële organismen naar aanleiding van rampen;d) koffie bestemd voor ander industrieel gebruik dan het branden of het vervaardigen van koffie-extracten. Afdeling 4. - Terugbetaling van accijns
Art. 16.§ 1. In de gevallen en volgens de nadere regels voorzien door de artikelen 17 tot 19 wordt terugbetaling van accijns toegestaan aan de persoon die de accijns heeft voldaan of aan de personen die hem in zijn rechten en verplichtingen hebben opgevolgd. § 2. Het verzoek tot terugbetaling kan worden ingediend hetzij door de in paragraaf 1 bedoelde persoon, hetzij door zijn vertegenwoordiger.
Art. 17.Tot terugbetaling van de geheven accijns wordt overgegaan voor accijnsproducten die : a) worden uitgevoerd;b) worden verzonden ter bestemming van een andere lidstaat;c) worden ongeschikt verklaard voor gebruik door een overheidsinstantie en worden vernietigd onder ambtelijk toezicht.
Art. 18.Tot terugbetaling van accijns wordt overgegaan indien wordt aangetoond dat op het ogenblik van de betaling of boeking, het bedrag : a) betrekking heeft op een accijnsproduct waarvoor geen accijns verschuldigd is;b) om welke reden ook hoger is dan het bedrag dat wettelijk mocht worden geïnd;c) betrekking heeft op een accijnsproduct dat bij vergissing werd uitgeslagen tot verbruik hier te lande.
Art. 19.Er wordt slechts overgegaan tot terugbetaling in de omstandigheden bedoeld in deze wet voor zover het terug te betalen bedrag 10 euro overschrijdt.
Er wordt geen terugbetaling toegestaan indien de feiten die aanleiding geven tot betaling of boeking van de niet wettelijk verschuldigde accijns het gevolg zijn van manipulatie door belanghebbende. HOOFDSTUK 4. - Vervaardiging, voorhanden hebben en verkeer Afdeling 1. - Accijnsinrichting
Art. 20.Het vervaardigen van de accijnsproducten dient te gebeuren in een plaats die is erkend als accijnsinrichting.
Het ontvangen en het voorhanden hebben van dergelijke producten waarvoor de accijns niet werd voldaan moeten eveneens in een accijnsinrichting plaatsvinden.
De opening en de werking van een accijnsinrichting moeten worden vergund door de ambtenaar daartoe aangewezen door de Koning onder de door Hem gestelde nadere regels.
Art. 21.§ 1. De persoon die een vergunning "accijnsinrichting" aanvraagt, is gehouden een aanvraag tot een vergunning in te dienen overeenkomstig artikel 22 en een gedetailleerd plan van de inrichting over te leggen. § 2. De houder van een vergunning "accijnsinrichting" moet : 1° zich borg stellen ten belope van 10 % van de accijns met betrekking tot de accijnsproducten die hij vervaardigt en/of voorhanden heeft in zijn accijnsinrichting;2° een boekhouding voeren van de voorraden en het verkeer van de accijnsproducten per accijnsinrichting;3° vanaf het tijdstip van einde van het verkeer alle accijnsproducten die zich onder de schorsingsregeling bevinden, inslaan in zijn accijnsinrichting en inschrijven in zijn boekhouding;4° de accijnsproducten op elk verzoek van de ambtenaren van de administratie van douane en accijnzen vertonen;5° controle of inventarisatie toelaten. § 3. De Koning kan, in de omstandigheden en onder de door Hem te bepalen voorwaarden, het bedrag van de borg bedoeld in paragraaf 2, 1°, verhogen tot 100 percent van het bedrag van de accijns met betrekking tot de producten die worden vervaardigd of voorhanden gehouden in de accijnsinrichting. § 4. De aanvragen tot een vergunning voor een accijnsinrichting moeten worden ingereikt bij de door de administrateur aangewezen ambtenaar.
De aanvraag moet schriftelijk gebeuren en moet alle elementen bevatten die met het oog op de toekenning van de vergunning zijn vereist. De aanvragen alsook de vergunningen worden opgesteld in de vorm en volgens de nadere regels vastgesteld door de Koning. Afdeling 2. - Vergunning "accijnsinrichting"
Art. 22.§ 1. De in artikel 21, paragraaf 4, bedoelde vergunningen worden slechts verleend aan hier te lande gevestigde personen. § 2. De in artikel 21, § 4, bedoelde vergunningen worden geweigerd aan personen die krachtens de douanewetgeving, de fiscale wetgeving of sociale wetgeving verschuldigde bedragen niet hebben betaald of die een ernstige inbreuk of herhaalde inbreuk plegen op die wetgevingen of die zijn veroordeeld wegens valsheid en gebruik van valsheid in geschrifte, namaking of vervalsing van zegels en stempels, omkoping van ambtenaren of knevelarij, diefstal, heling, oplichting, misbruik van vertrouwen of eenvoudige of bedrieglijke bankbreuk. § 3. Het verlenen of het weigeren van een vergunning wordt schriftelijk betekend.
Art. 23.§ 1. Een vergunning wordt ingetrokken indien zij werd afgeleverd op basis van verkeerde of onvolledige gegevens en dat : - de verzoeker van de onjuistheid of de onvolledigheid van die gegevens kennis droeg of redelijkerwijze kennis had moeten dragen, en - de vergunning op grond van de juiste en volledige gegevens niet had kunnen worden afgeleverd. § 2. De intrekking van de vergunning wordt aan de houder ervan betekend. § 3. De intrekking geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de betrokken vergunning.
Art. 24.§ 1. Een vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd indien, in andere dan de in artikel 23 bedoelde gevallen, aan één of meerdere voor de toekenning vereiste voorwaarden niet of niet meer is voldaan. § 2. De vergunning kan worden ingetrokken indien de houder niet voldoet aan een verplichting die, in voorkomend geval, krachtens de vergunning op hem rust. § 3. De vergunning wordt ingetrokken in het geval bedoeld in artikel 22, paragraaf 2. § 4. De intrekking of de wijziging van de vergunning wordt aan de houder ervan betekend. § 5. De intrekking of de wijziging heeft uitwerking vanaf de datum van betekening ervan. Afdeling 3. - Verkeer
Art. 25.De accijnsproducten kunnen onder de schorsingsregeling worden overgebracht : a) van een accijnsinrichting : - naar een andere accijnsinrichting; - ter bestemming van een andere lidstaat; - ter bestemming van een douanekantoor van uitvoer; b) van een invoerkantoor hier te lande : - naar een accijnsinrichting; - ter bestemming van een andere lidstaat; c) bij het binnenbrengen : - naar een accijnsinrichting; - ter bestemming van een andere lidstaat via het Belgisch grondgebied; - ter bestemming van een douanekantoor van uitvoer gevestigd hier te lande.
Art. 26.§ 1. Het verkeer van accijnsproducten onder een schorsingsregeling vangt aan : - in de gevallen bedoeld in artikel 25, a) : wanneer de accijnsproducten de accijnsinrichting verlaten; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, b) : wanneer zij overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek in het vrije verkeer worden gebracht; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, c) : wanneer zij hier te lande worden binnengebracht. § 2. Het verkeer van accijnsproducten onder een schorsingsregeling eindigt : - in de gevallen bedoeld in artikel 25, a), eerste streepje : wanneer de houder van de vergunning "accijnsinrichting" de producten in ontvangst neemt; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, a), tweede streepje : wanneer de accijnsproducten het land verlaten; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, a), derde streepje : wanneer de accijnsproducten worden geplaatst onder een douaneregeling voor uitvoer; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, b), eerste streepje : wanneer de houder van de vergunning "accijnsinrichting" de producten in ontvangst neemt; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, b), tweede streepje : wanneer de accijnsproducten het land verlaten; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, c), eerste streepje : wanneer de houder van de vergunning "accijnsinrichting" de producten in ontvangst neemt; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, c), tweede streepje : wanneer de accijnsproducten het land verlaten; - in de gevallen bedoeld in artikel 25, c), derde streepje : wanneer de accijnsproducten worden geplaatst onder een douaneregeling voor uitvoer.
Art. 27.Het verzenden van accijnsproducten onder de schorsingsregeling moet geschieden onder dekking van een handelsdocument waarmee de accijnsproducten kunnen worden geïdentificeerd. HOOFDSTUK 5. - Verkrijging door een particulier in een andere lidstaat
Art. 28.§ 1. Op door particulieren voor eigen behoeften verkregen en door hen zelf vervoerde accijnsproducten is geen accijns verschuldigd op voorwaarde dat zij werden verkregen volgens de regels voor de binnenlandse markt van de lidstaat van verkrijging. § 2. Om vast te stellen of de in paragraaf 1 bedoelde accijnsproducten voor eigen behoeften van particulieren bestemd zijn, wordt ondermeer rekening gehouden met de volgende elementen : a) de commerciële status en de beweegredenen van degene die de accijnsproducten voorhanden heeft;b) de plaats waar de accijnsproducten zich bevinden of, in voorkomend geval, de gebruikte wijze van vervoer;c) elk document betreffende de accijnsproducten;d) de aard van de accijnsproducten;e) de hoeveelheid accijnsproducten. HOOFDSTUK 6. - Afwijkingen en strafbepalingen
Art. 29.§ 1. De accijnsproducten kunnen buiten een accijnsinrichting worden vervaardigd uit andere accijnsproducten voor zover het bedrag van de accijns op het bekomen accijnsproduct niet meer bedraagt dan het totale bedrag van de accijns dat van tevoren is betaald op elk aangewend accijnsproduct. § 2. Het branden van koffie, het vervaardigen van extracten, essences en concentraten van koffie, in vaste vorm of vloeibaar, alsook het vervaardigen van preparaten van koffie of van preparaten van die extracten, essences en concentraten van koffie, kan buiten een accijnsinrichting geschieden voor zover de accijns is betaald op de aangewende ongebrande of gebrande koffie.
Art. 30.Iedere overtreding van de bepalingen van deze wet die tot gevolg heeft dat de accijns opeisbaar wordt, wordt gestraft met een boete van vijf- tot tienmaal het bedrag van de verschuldigde accijns, met een minimum van 250 euro.
Bovendien worden de overtreders bestraft met een gevangenisstraf van vier maanden tot een jaar wanneer accijnsproducten die worden geleverd of zijn bestemd om te worden geleverd hier te lande, zijn uitgeslagen tot verbruik zonder aangifte of wanneer het vervoer ervan geschiedt onder dekking van valse of vervalste documenten of wanneer de overtreding gebeurt door benden van ten minste drie personen.
In geval van herhaling worden de geldboete en de gevangenisstraf verdubbeld.
Benevens vorenvermelde straf worden de goederen waarop de accijns verschuldigd is, de bij de overtreding gebruikte vervoermiddelen en de voorwerpen die gediend hebben of bestemd waren om de fraude te plegen in beslag genomen en verbeurdverklaard.
De teruggave van verbeurdverklaarde goederen wordt verleend aan de persoon die eigenaar was van die goederen op het moment van de inbeslagname en die aantoont dat zij vreemd is aan het misdrijf.
Art. 31.Elke handeling met het doel bedrieglijk afschrijving, vrijstelling, terugbetaling of schorsing van accijns te bekomen wordt gestraft met een boete van vijf- tot tienmaal het bedrag van de accijns waarvoor gepoogd werd ten onrechte afschrijving, vrijstelling, terugbetaling of schorsing te verkrijgen, met een minimum van 250 euro.
Art. 32.Iedere overtreding van deze wet of van de maatregelen getroffen ter uitvoering ervan die niet strafbaar is gesteld door de artikelen 30 en 31 wordt gestraft met een geldboete van minimum 625 euro en maximum 3.125 euro.
Art. 33.Onverminderd de bij de artikelen 30, 31 en 32 bepaalde straffen is de accijns altijd opeisbaar, met uitzondering van de accijns verschuldigd op de accijnsproducten die, naar aanleiding van de vaststelling van een overtreding op basis van artikel 30, effectief worden in beslag genomen en naderhand worden verbeurdverklaard of, bij wege van transactie, aan de Schatkist worden afgestaan.
De op de verbeurdverklaarde of afgestane goederen niet meer opeisbare accijns zal niettemin als basis dienen voor de berekening van de overeenkomstig artikel 30 op te leggen boeten. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen, overgangsbepalingen en opheffingen
Art. 34.De wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en de wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van koffie blijven van toepassing met betrekking tot feiten die leiden tot de verschuldigdheid van accijns, die hebben plaatsgevonden vóór 1 april 2010 en met betrekking tot strafbare feiten die hebben plaatsgevonden vóór die datum.
Art. 35.Op grond van de in de artikelen 36 en 37 bedoelde wetten verleende machtigingen voor belastingentrepot worden met ingang van 1 april 2010, behoudens opzegging, aangemerkt als krachtens deze wet verleende vergunningen voor een accijnsinrichting voor de accijnsproducten.
De op 1 april 2010, om 0 uur, in het belastingentrepot aanwezige hoeveelheid accijnsproducten wordt aangemerkt als op die datum en op dat uur aanwezig in de accijnsinrichting.
De door de administrateur aangewezen ambtenaar onderzoekt of de plaatsen die ingevolge het eerste lid worden aangemerkt als accijnsinrichting voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning voor een accijnsinrichting.
Art. 36.De wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken, gewijzigd bij de wetten van 20 juni 2002, 26 juni 2002 en 30 december 2002, bij de programmawetten van 8 april 2003, 5 augustus 2003, 22 december 2003 en 27 december 2004 en bij de wet van 20 juli 2006, alsook het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 10 februari 2000 en 3 mei 2001, worden opgeheven.
Art. 37.De wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van koffie, gewijzigd bij de wetten van 20 juni 2002 en 26 juni 2002, alsook het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van koffie worden opgeheven.
Art. 38.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 8 juli 1980 betreffende de terugbetaling of de kwijtschelding van de accijnsrechten geïnd bij de invoer wordt opgeheven.
Art. 39.Deze wet treedt in werking op 1 april 2010.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 december 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DECLERCK Nota (1) Gewone zitting 2009-2010 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 2258/1. - Amendementen, nr. 2258/2. - Verslag namens de Commissie, nr. 2258/3. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 2258/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2258/5.
Integraal Verslag : 15 december 2009.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, nr. 4-1557/1. - Verslag namens de Commissie, nr. 4-1557/2. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 4-1557/3.