Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2004
gepubliceerd op 16 februari 2005

Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005200291
pub.
16/02/2005
prom.
27/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/27/2005200291/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, in het bijzonder op artikel 21, gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 2 januari 2001 en 30 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 november 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 1998, 25 juni 1999 en 2 september 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juni 1999, 4 december 2001, 7 januari 2003 en 2 september 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2003, 25 april 2004 en 3 augustus 2004;

Gelet op het advies van de Directieraad van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 3 augustus 2004;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 18 november 2004;

Gelet op het gemotiveerd advies van de Regeringscommissaris van Begroting, gegeven op 9 september 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 26 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 21 september 2004;

Gelet op het protocol van het Sectorcomité XX van 21 december 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van Staat, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers van de hervorming van de federale overheidsdienst is en dat de modernisering van de loopbanen van de ambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;

Overwegende dat de loopbanen van de gemene graden behorende tot de niveaus 4, 3, 2 en 2+ geherstructureerd werden door de bepalingen vervat in het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;

Overwegende dat die hervorming ook de integratie in de nieuwe gemene loopbanen vereist van de bijzondere graden van niveau 2+ bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;

Overwegende dat die hervorming zo spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd aangezien de kans moet gegeven worden aan de titularissen van de voormalige bijzondere graden om te kunnen deelnemen aan de competentiemetingen in 2004 en aangezien elke vertraging in deze zowel de belangen van de betrokken personeelsleden als de optimale werking van de instelling zouden kunnen schaden;

Op voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2+ in niveau B

Artikel 1.De volgende graden worden geschrapt bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening : - in rang 26 : assistent voor de werkgelegenheid; - in rang 28 : de eerstaanwezend assistent voor de werkgelegenheid.

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van assistent voor de werkgelegenheid, worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige. § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verworven in niveau 2+ wordt geacht verworven te zijn in niveau B. § 3. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.

Art. 3.§ 1.- De in artikel 2, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 1 bij dit besluit. § 2. De ambtenaren bekomen in de weddenschaal BA1 de wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in hun oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het enig niveau B. Het verschil tussen de geldelijke anciënniteit en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en is beperkt tot elf maanden. § 3. In afwijking van § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van assistent voor de werkgelegenheid en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 15.323,33 - 23.725,55 3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 2/2 x 672,31 9/2 x 624,27 § 4. De in artikel 2, § 1, bedoelde ambtenaren, voorheen begunstigde van de weddenschaal 26C, bekomen automatisch, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, de hierna vermelde weddenschaal : 17.994,53 - 27.166,51 3/1 x 252,18 2/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 De in het vorige lid bedoelde ambtenaren, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden

Art. 4.Artikel 7bis van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige van deze graden, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1999, wordt vervangen als volgt : "Artikel 7bis.

De graad van adjunct-adviseur voor de werkgelegenheid kan worden verleend aan de geslaagden van een vergelijkende selectie of van een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau. ».

Art. 5.De artikelen 7ter, 7quater en 7quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1999, worden opgeheven.

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt artikel 7sexies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1999- en dat artikel 7ter wordt, vervangen als volgt : "Artikel 7ter.

In afwijking van artikel 12 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, kunnen de ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening die titularis zijn van de graad van adjunct-adviseur voor de werkgelegenheid enkel door mutatie worden aangewezen voor een vacante betrekking die overeenstemt met hun graad. "

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt artikel 7septies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1999 en dat artikel 7quater wordt, vervangen als volgt : "Artikel 7quater.

Artikel 7, § 1, 1° en 3°, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende mobiliteit van het personeel van sommige openbare diensten is niet toepasselijk voor het bekleden van de betrekkingen in de graad van adjunct-adviseur voor de werkgelegenheid die vacant verklaard zijn bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening."

Art. 8.De tabel gevoegd bij hetzelfde besluit, vervangen bij de koninklijke besluiten van 25 juni 1999 en 2 september 2004, wordt vervangen door de tabel gevoegd als bijlage 2 bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Art. 9.De artikelen 5bis en 5quater van het koninklijk besluit van 6 mei 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 1999, worden opgeheven.

Art. 10.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 januari 2003, wordt vervangen als volgt : "Artikel 11. § 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage 1. § 2. De geldelijke anciënniteit verworven door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn in de graad van financieel deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van boekhouder en die, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde waren van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 17.728,11 - 26.904,10 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 23j. - N. B - G. A). " HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 11.De overgangsbepalingen van het artikel 226 en van het hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2003, 25 april 2004 en 5 december 2004, en van het koninklijk besluit van 18 maart 2004 houdende sommige reglementaire bepalingen met betrekking tot de overgang naar het hogere niveau, zijn eveneens van toepassing op de ambtenaren van dit besluit.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2002.

Art. 13.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse op 27 december 2004 ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 december 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VAN DEN BOSSCHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 december 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^